1. Arzt Arzt
Dialog 4 - Allergie Dialog 4 - Allergie
Doktor Patient (Vul de rol “in het Duits” in)
1 Guten Tag. 1 Je groet terug.
2 Kann ich dir helfen? 2 Je voelt je ziek.
3 Bist du hier im Urlaub? 3 Dat ben je inderdaad.
4 Dann brauche ich zuerst einmal 4 Noem ze.
deinen Namen und Adresse.
5 Hast du eine Krankenversicherung? 5 Je ouders hebben gezegd dat je
een rekening krijgt en ze hebben
geld mee meegegeven.
6 Ok, dann machen wir das so. Was 6 Je hebt uitslag en het jeukt.
tut dir denn weh?
7 Oh je, wann hat das denn 7 Drie dagen geleden.
angefangen?
8 Wo ist der Ausschlag? 8 Op je armen en op je hals.
9 Ich möchte dich gern zu einem 9 Je begrijpt het niet, vraag om een
Hautarzt überweisen. verklaring.
10 Ein Hautarzt ist jemand der sich 10 Vraag of je er vandaag nog naar
besonders gut mit Krankheiten der toe kunt gaan.
Haut auskennt. Er kann also besser
erkennen warum du diesen
Ausschlag hast!
11 Ja natürlich, meine 11 Bedank en zeg gedag.
Sprechstundenhilfe wird gleich
anrufen und sagen, dass du
kommst.
12 Gern geschehen. Gute Besserung. 12