1. Curriculair planmatig handelen: over spinnenweb en ontwerpcyclus Rob Abbenhuis SLO, Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling 17 februari 2011
6. CENTRAAL vs DECENTRAAL VERLEDEN HEDEN TOEKOMST gecentraliseerd gedecentraliseerd X ENG CAL VLA ENG NRW NRW HON HON ? ? NLD NLD ZWE X X X X X X VLA ZWE ? ? CAL ? FIN X POR X POR FIN ? ? ? X SH SH
7. Curriculaire verschijningsvormen Beoogd (Intended) Denkbeeldig (Ideal, Ideological, Ideaistic) Formele, Geschreven (Formal, Written) Uitgevoerd (Implemented) Geïnterpreteerd (m.n. door leraren, maar ook anderen…; cf. false clarity; painful unclarity ) (Perceived) In actie (Operational) Bereikt (Attained) Ervaren (m.n. door leerlingen) (Experiential, Experienced) Geleerd (Learned)
8. Curricular spider web (2003) Rationale Content Teacher role Materials & Resources Grouping Location Time Assessment Aims & Objectives Learning activities
27. Continuum 1 Ik start met een uitgebreid vooronderzoek waarbij ik alle betrokkenen benader. Het vooronderzoek moet leiden tot consensus over het te ontwikkelen curriculum. Ik ontwikkel op grond van mijn eigen ideeën een concept-curriculum. Dit concept bespreek ik vervolgens met betrokkenen. Op grond daarvan pas ik het concept aan.
28. Continuum 2 Het programma dat ik ontwerp zal zo precies mogelijk (inclusief tijdsschema) aangeven welke activiteiten docenten en leerlingen uitvoeren. Het programma dat ik ontwerp zal bestaan uit een globaal raamwerk waaraan iedere docent zelf aan kan geven.
29. Continuum 3 Het curriculum is algemeen toepasbaar op elke school in Nederland Het curriculum is specifiek voor één school of scholengroep bedoeld.
30. Continuum 4 Ik ben tevreden over het curriculum als het voldoet aan de eisen die ik vooraf met de betrokkenen ben overeengekomen . Ik ben tevreden over het curriculum als ik er zelf enthousiast van word.
37. Formatieve en summatieve evaluatie Summatieve evaluatie (“to prove”) Is een systematisch uitgevoerde activiteit gericht op het verkrijgen van bewijs voor de effectiviteit van een interventie en argumenten die bijdragen aan de beslissing om wel of niet door te gaan met de invoering van de interventie. Formatieve evaluatie (“to improve”) Is een systematisch uitgevoerde activiteit geintegreerd in het ontwikkelproces van een onderwijsinterventie gericht op het verbeteren van (deels ontwikkelde) prototypes van de interventie via het achterhalen van tekortkomingen en het genereren van verbetersuggesties.
38. Each prototyping cycle represents the evolution of intentions of the final deliverable
41. Vier onderzoeks strategieën Strategie Wat? Waar? Wie? Hoe? Experiment Gedrag Laboratorium Veld Groepen van proefpersonen Bijv. observatie, toetsing Survey Opvattingen Bureau Veld Groepen respondenten Bijv. enquête, Observatie Veldonderzoek Gedrag en opvattingen Veld Enkele groepen of een groep Diverse methoden triangulatie Bestaand materiaal Neerslag van gedrag en opvattingen Bureau Bibliotheek Archief Databank Alles mogelijk Niet reactieve metingen of secundaire analyses
42.
43.
44.
45. Bewijs volgens het Actieprogramma “Onderwijs Bewijs” (bron: www.onderwijsbewijs.nl)