2. Programma
• Ochtend
• Geeft u zelf ?
• Eigen projecten verzinnen
• Projectplannen
• Subsidie en fondsenwerven
• Middag
• Kijken vanuit het perspectief van de financier
• Sponsoring
• Zelffinanciering (earned income)
3. “De cost gaet voor de baet uyt”
• Investeren in tijd en geld is noodzakelijk
4. vragen
• Geeft je aan goede doelen?
• Waarom geef je/ geeft je niet?
• Aan wie geef je wel/ niet (reden)
• Zijn er doelen die een speciale behandelingen
genieten? Waarom?
• Hanteer je (onbewust) criteria?
7. Wanneer is je project
aantrekkelijk?
• Het is niet met eigen middelen te realiseren
• De uitvoering is noodzakelijk
• Project verbetert een probleem
• Project is concreet en realiseerbaar
• Project is tijdelijk
• Een financier kan zich herkennen in het project
• Een financier kan zich met het project onderscheiden
8. Je projectteam
Bevat:
• Een trekker/initiator
• Mensen met verschillende deskundigheden
• Mensen met verschillende netwerken
9. Comité van Aanbeveling
• biedt vertrouwen en geloofwaardigheid
• Zoek personen die passen bij de doelen
• Maatschappelijk aanzien hebben
• Beschikken over een uitgebreid netwerk
• Zorg voor gevarieerde samenstelling (m/v)
10. Vragen van een financier
• Is de organisatie betrouwbaar
• Is er behoefte aan het project
• Wat is de kans van slagen
• Sluit dit project aan op mijn behoefte
• Helpt het mijn doelstelling te verwezenlijken
11. Aandachtspunten projectbegroting
• Tijdverloop en extra onvoorziene uitgaven
• Realistische bedragen
• Lenen heeft consequenties voor exploitatie
• Duidelijk onderscheidt tussen reguliere
uitgaven en projectkosten
• Projectleiding, secretariaatskosten
accountantskosten en evt. post onvoorzien
niet vergeten
14. Subsidies
• Eisen en voorwaarden staan vast
• Lange procedure (vastgelegd)
• Kost (in verhouding) niet veel tijd en werk
• Soms aanvraagformulieren
• Vaste termijnen
• Adviescommissie
• Bezwaar maken mogelijk
15.
16. Hoe vind je subsidies?
• Informeer bij de betreffende ambtenaar
• Vraag naar andere dan museale regelingen
(bv recreatie & toerisme, cultuurbereik,
plattelandsontwikkeling, ICT)
• Zoek via internet
• Informeer bij collega’s en museumconsulent
17. Lobbyen / Netwerken
• Niet alleen doen, maar met je bestuur en comité van
aanbeveling
• Niet komen bedelen, je bent een van de velen
• Heb iets te bieden, onderzoek de wensen van de
overheid
• Doe je huiswerk, bereid een brede zaak voor
• Kom met suggesties (i.p.v eisen)
18. Fondsen
• Stichting die een “goed doel” beoogt en
beschikt over inkomsten uit eigen
vermogen of geld werft om doel te
bereiken
• Geen verantwoording aan derden
verschuldigd (zolang men niet in strijd is
met eigen statuten en wet en regelgeving)
19. Fondsen
• Vooral projecten, inrichting, soms personeel
(nooit exploitatie)
• Plan moet aansluiten bij doel fonds
• Budget is aanvullend (nooit 100%)
• Procedure kan lang zijn
• Gericht kiezen
• Informeer naar richtlijnen en hanteer die
richtlijn ook
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26. Redenen van afwijzing
• Past niet binnen de doelstelling
• Budget is op
• Aanvraag is slecht opgesteld
• Merendeel van de aanvragen zit slecht in elkaar.
• Brieven voldoen niet aan normale criteria voor een goede
brief.
• Meegezonden informatie varieert van incompleet via niet
relevant tot veel te uitgebreid
27. Zelf aanvragen beoordelen
De aanvragen zijn van collega’s uit België.
Aandachtspunten bij de beoordeling:
– Aandacht van het museum voor cultureel erfgoed van de regio
– Musea die samenwerken met andere musea in de regio en daarbuiten
– Musea die specifieke acties ontwikkelen voor scholen en andere
doelgroepen
– Musea die samenwerken met culturele centra en andere
cultuurorganisaties (theater, literatuur, dans, muziek)
– Musea die samenwerken met andere beleidsvelden (stedenbouw,
ruimtelijke ordening, toerisme)
28. Definitie sponsoring
• De overeenkomst tussen een onderneming (de sponsor) die
geld en/of op geld waardeerbare prestaties levert, en een
culturele instelling of een organisator van een cultureel
evenement (de gesponsorde), die
communicatiemogelijkheden, toegangskaarten en/of overige
faciliteiten als tegenprestatie levert in verband met de door
de gesponsorde te verrichten culturele activiteit. Onder
sponsoring wordt niet verstaan reclame.
(Code cultuursponsoring, 1999)
29. Sponsoring
• Tegenprestatie is belangrijk!
• Imago en betrouwbaarheid van groot belang
• Organisatie kost veel tijd (voorbereiding)
• Ook exploitatie en natura
• Bij grote plannen: toets de haalbaarheid
• BTW plicht (i.t.t. schenking)
• Hou ze op de hoogte! Nazorg is belangrijk voor de
toekomstige relatie
• Code cultuursponsoring: www.cultuursponsoring.com
30. Sponsoring in Nederland
- 50% nationaal – 50% lokaal
- 50% geld – 50% diensten
- Sterke concurrentie (grote bedrijven
2 á 4000 aanvragen)
- 70% grote bedrijven heeft sponsorstrategie
- Sponsoring steeds professioneler en
commercieler
31. Maak een eigen sponsorpakket
Met onderscheid tussen bijvoorbeeld:
• Hoofdsponsor
• Sponsor
• Subsponsor
• Accommodatie/ gebouwsponsor
• Website sponsor
32. Opties sponsorpakket
• Naamsvermelding op toegangskaartjes
• Naamsvermelding op hoofdpagina website
• Vermelding logo op briefpapier
• Naambord bij entree (exclusief aanmaakkosten)
• Bedrijfsvlag bij entree (exclusief aanmaakkosten)
• Naamsvermelding op catalogus/ uitgave bij expositie
• Naamsvermelding op folders en persuitingen
• Uitnodiging jaarlijkse sponsorbijeenkomst
• 2 x per jaar evaluatie gesprek met uw persoonlijk aanspreekpunt
• Persoonlijk ontvangst bij openingen en evenementen
• Exclusieve leveringen van producten
“Het promoten van uw bedrijf moet op een manier gebeuren waarbij
voor zowel het bedrijf als onze bezoekers toegevoegde waarde
ontstaat.”
33. Geldwervende acties
• Voor allerlei doelen die niet anders gefinancierd
kunnen worden
• Kan snel georganiseerd worden
• Vergt veel inzet van eigen mensen
• Kan betrokkenheid leden opleveren (bindmiddel)
• Extra PR
• Levert eigen inbreng op begroting op:
• Zie ook ‘zelffinanciering voor sociale ondernemers’
(Earned Income)