Les presenteren, SintLucasPro, za. 7-2-2015, Martin van Rooij, Van Rooij Communicatie, Eindhoven

1. Presenteren
SintLucasPro
zaterdag 7 februari 2015

2. Is dit kunst?

3. En dit?

4. Aantekeningen maken?
• Mag, hoeft niet.
• Je vindt deze Powerpoint op
www.slideshare.net/martinvanrooij

5. Wat wil je met je presentatie?
• Goede indruk maken
• Onderscheiden
• Overtuigen
• Boeien

6. Waar zijn we bang voor?
1. dood 19%
2. ziekte 19%
3. diep water 22%
4. financiële problemen 22%
5. insecten 22%
6. hoogtevrees 32%
7. spreken voor groepen 41%
Je bent niet de enige!

7. Hoe lossen we dat op?
• Neem jezelf (en je publiek!) serieus
• Bereid je heel goed voor
• Oefen je presentatie (of
sollicitatiegesprek) een paar keer
voor iemand (je man/vrouw,
vriend/vriendin, je ouders).
• Of: neem hem op met een webcam.
• Tot slot: verbeter jezelf stap voor
stap.

8. Hoe bereid je je voor? (I)
• Bestudeer de website van het bedrijf
• Google op de naam van het bedrijf
of de producten
• Met wie zit je aan tafel? Wat is hun
functie? Kijk op Linkedin.
• Probeer namen en gezichten te
onthouden.

9. Hoe bereid je je voor? (II)
• Een portfolio
• Een website en/of blog
• Zorg zelf voor een aantrekkelijk
Linkedin-profiel (met (eventueel
gemanipuleerde) foto!): http://
tinyurl.com/pjd9odf
• http://tinyurl.com/o5um6zd

11. Presentatie: vorm en inhoud
• Vorm (structuur) presentatie: 3 delen
1. Inleiding
2. Middenstuk (kern van je betoog)
3. Afsluiting

12. I Inleiding
• Doel: je publiek bij de kladden
grijpen
• Dat doe je NIET met:
• “Hallo allemaal. Ik ben Martin van
Rooij en ik ga jullie iets vertellen
over..”
• Zo begon je in groep 7 je
spreekbeurt over je hamster

13. Hoe dan wel?
• Open met:
• Een citaat (“Als het je hier niet
bevalt, dan rot je maar op!”)
• Een anekdote (zie humor)
• Een nieuwsbericht: “Gisteravond
was op het Achtuurjournaal te
zien…”
• Een (retorische) vraag: “Heb je wel
eens meegemaakt dat…”
• Een persoonlijke ervaring: “Ik stond
vanochtend op het station…”

14. Inleiding (vervolg)
• Een populair misverstand (“Veel
mensen denken dat je presenteren
niet kunt leren. Ik ga jullie laten zien
dat dat wél kan.”
• Zorg er wel voor dat je citaat,
anekdote of wat dan ook
toepasselijk is. Sleep ze er niet met
de haren bij.
• Stel daarna pas jezelf voor.
• Geef aan hoe lang je presentatie
gaat duren.

15. Middenstuk
• Bedenk wat de kern van je verhaal
is. Wat zouden mensen zich na
afloop moeten herinneren?
• Houd je verhaal eenvoudig en kort
• Beperk je tot drie argumenten/items:
kill your darlings
• Overweeg een tegenargument en
weerlegging te gebruiken als je
mensen wilt winnen voor een
standpunt.

16. Afsluiting
• Voorkom dat je verhaal uitgaat als een
nachtkaars.
• Dus niet: “Dit was mijn verhaal, bedankt
voor jullie aandacht.”
• Vat je betoog samen en/of sluit krachtig af,
bijvoorbeeld:
- door je gehoor op te roepen iets te doen
- een citaat (“Zoals onze minister-president
onlang zei…”)
- een conclusie

17. Ordening
“Three stories from my life. No big deal. Just
three stories.”
Steve Jobs op Stanford University: http://
tinyurl.com/m874rf7

18. Wat valt op?
• Helder gestructureerd: drie verhalen
• Eenvoudige woorden
• Boeiend, persoonlijk verhaal.
• Opvallend: eerst worstelen, dan pas boven
komen

19. Vorm (non-verbale communicatie) (I)
• Kleding
• Handdruk (bankschroef, bundeltje
dode vis)
• Blik: waar kijk je naar?
• Houding: zitten, staan, rondlopen?
• Waar laat je je handen?
• Weet dat je informatie lekt; wees dus
eerlijk (maar niet al te openhartig)

20. Vorm (non-verbale communicatie)
(II)
• Stem: welk register (en waarom)?
• Tempo
• Volume
• Intonatie
• Tongval en dialect
• Kleding

21. Verbale communicatie
• Vermijd vaagmakers:
• Eigenlijk, best wel, nogal, zeg maar,
tamelijk, soms, meestal, ongeveer,
gedeeltelijk, vaak…
• Misschien, mogelijk, wellicht,
vermoedelijk…
• Een soort, iets van…
• Hun hebben, hun zijn, hun doen…
• Maar vooral… uh…!!

22. Hulpmiddelen
• Voors en tegens Powerpoint en
Prezi
• Afwisseling of afleiding?
• Vermijd lange lappen tekst die je
vervolgens gaat staan voorlezen,
met je rug naar je publiek..
• Uitschrijven en voorlezen?
• Uit het hoofd leren?
• Kaartjes?

23. Nog een hulpmiddel: humor
Winston Churchill en lady Nancy Astor
Lady Astor: “Winston, if I were your
wife, I would poison your tea!”
Churchill: “Nancy, if I were your
husband, I’d drink it!”
J.K. Rowling op Harvard University:
http://tinyurl.com/mk6b9pn

24. Retorica
• Aristoteles: 3 factoren
• Pathos (gevoel)
• Ethos (het karakter van de spreker)
• Logos (logica, de kwaliteit van wat
wordt verteld)

25. Robert Cialdini, expert in overtuigen
en creëren volgzaamheid
• Wederkerigheid (Hare Krishna)
• Consistentie (paardenrace)
• Sociale bewijskracht (Catherine
Genovese)
• Sympathie (Tupperware party)
• Autoriteit (experimenten met
elektroshocks)
• Schaarste (nog 3 kamers
beschikbaar)

26. Tips (I)
• Pep jezelf op: de truc met het
potlood
• Gaat er iets fout? Benoem het NIET,
negeer het.
• Laat je onzekerheid thuis, ga jezelf
niet excuseren
• Presenteer jezelf zelfverzekerd maar
niet arrogant
• Laat zien dat je enthousiast bent; dat
werkt aanstekelijk

27. Tips (II)
• Oefen je presentatie een paar keer!
(Obama doet het ook…)
• Neem je oefening op met een
webcam en beoordeel:
- Je houding (en eventuele tics)
- Je tempo van spreken
- De lengte van je verhaal
• Verhouding praten-luisteren…
• 25%-75%!

28. Nuttige sites en boeken
• www.debatrix.nl (overtuigtips)
• www.communicatiedieraakt.wordpress.com
• Boek ‘IJs verkopen aan eskimo’s’ van
Pacelle van Goethem,
http://tinyurl.com/ow4ocwm
• Boek ‘Ik krijg altijd gelijk’,
http://tinyurl.com/qf3jglz
• Boek ‘Invloed’ van Robert Cialdini,
http://tinyurl.com/nqzvdlz

29. Dus…