Vanaf dit schooljaar zijn de nieuwe toetsen Begrijpend lezen 3.0 beschikbaar voor groep 3 en 4. We vertellen u meer over de inhoud van de toetsen: wat is er nieuw en hoe interpreteert u de resultaten? In dit kader staan we nadrukkelijk stil bij het werken met Taalprofielen. Daarmee kunt u de toetsresultaten voor de verschillende taalonderdelen in samenhang bekijken.

1. Begrijpend lezen 3.0
Maartje Hilte
Citotoer 2015

2. Uitgaveplanning

3. Verschillen tussen Begrijpend lezen 3.0 en
Begrijpend lezen 2.0
• In groep 3 en 4 minder opgaven per toets
• Geen Vervolgmodules
• Geen digitale toetsen
• Meer afwisseling in lengte van teksten en
meer diversiteit in tekstsoorten
• Geen husselopgaven maar voorspelopgaven

4. Hoezo speciaal?
• Extra toetsen (tussentoetsen) voor leerlingen
met een vertraagde ontwikkeling: E3M4,
M4E4, E4M5, E5, E6, E7
• Rekening gehouden met de inzichten die we
bij de toetsen Speciale leerlingen hebben
opgedaan

5. Verschillende tekstsoorten
• Informatieve teksten
• Instructieve teksten
• Betogende teksten
• Verhalende teksten
• Poëzieteksten

6. Verschillende opgavenvormen
• vragen over teksten
• openplaatsopgaven
• voorspelopgaven

7. 
Het kuiken
De schooldag is voorbij.
Hans loopt naar huis.
Dan ziet hij iets in het water.
Het beweegt.
Hans loopt naar de kant.
Hij hoort een zacht gepiep.
Het is een kuiken!
Hans probeert het kuiken te pakken.
Het lukt!
Maar...
Zijn pootjes hangen slap.
Zijn kopje ook.
Zijn lijfje rilt.
Hans doet zijn jas open.
Hij stopt het kuiken warm weg.
Hans loopt snel naar huis.
Daar wil hij het kuiken beter maken.
Lees de zin met  ervoor.
Wat lukt?
A het kuiken afdrogen
B het kuiken beter maken
C het kuiken vastpakken
D het kuiken warm maken
Uit Begrijpend lezen groep 3

8. Uit Begrijpend lezen E3-M4
Opa
Opa zit in zijn stoel.
Hij heeft nergens zin in.
Of toch wel?
Hij heeft zin 1 .
Is er nog koek?
Vast wel.
Opa loopt naar de keuken.
Daar staat de trommel.
Maar er zit bijna niks meer in.
Drie kleine koekjes!
Opa stopt de koekjes 2 .
Dat smaakt lekker!
Wat past het best op plaats 2?
A in de trommel
B in een bak
C in zijn mond
D in zijn zak

9. Uit Begrijpend lezen groep 4
Waar zal de rest van deze tekst over
gaan?
A over logeren
B over op bezoek gaan
C over op vakantie gaan
D over verhuizenHet nieuwe huis
“Hier is het!”, zegt mama. “Hoe vind je dat ons huis
eruitziet?”
Haar stem klinkt trots.
Hieronder zie je het begin van een tekst.
De rest van de tekst kun je niet zien.

10. Richtlijnen aanpassingen
• Gewoon waar mogelijk, speciaal waar nodig
• Meten wat je wilt meten
• Alleen relevante, beschreven aanpassingen
doen

11. Stellingen
Ook zonder dyslexieverklaring mag een
leerling gebruik maken van een vergroting.
Als een leerling een woord in de toets
Begrijpend lezen niet kent dan mag de
leerkracht dit uitleggen.
Een leerling mag bij de toets een
afdekblad gebruiken.

12. Stellingen vervolg
De toets Begrijpend lezen mag in
meerdere delen worden afgenomen.
De toets Begrijpend lezen mag worden
voorgelezen.
De toets Begrijpend lezen heeft een
tijdslimiet.

13. Toegestane aanpassingen in 3.0
• Extra pauzes inlassen en het opdelen van
een taak in twee delen
• Gebruikmaken van afdekbladen
• Vergroten van teksten en afbeeldingen
• Vooraf de opgavenvormen doorlopen
• Toetsen op maat: een toets afnemen van
een lager niveau dan de standaard toets
van het afnamemoment

14. Meer dan een vaardigheidsscore
1. Kijken naar niveau
2. Kijken naar groei
3. Meer dan alleen een vaardigheidsniveau
1. Kijken naar niveau
2. Kijken naar groei
3. Verdere analyse

15. Handreikingen voor na de toets
1. Diagnostisch gesprek* (op de Portal)
• Voorspellen
• Vragen stellen
• Visualiseren
• Verbinden
• Samenvatten
• Afleiden
• Herstelstrategieën
2. Taalprofielen (stroomschema)
• Begrijpend lezen
• Begrijpend luisteren
• Technisch lezen
• Woordenschat
* Van de Mortel & Förrer, 2013

16. Relatie andere vaardigheden
Mondelinge taalvaardigheden
Luisteren Spreken
Lezen Schrijven
Schriftelijke taalvaardigheden
Receptief Productief

17. Mondelinge taalvaardigheden
Luisteren Spreken
Lezen Schrijven
Schriftelijke taalvaardigheden
Ondersteunende taalvaardigheden
Woorden-
schat
Technisch
lezen
Spellen

18. Mondelinge taalvaardigheden
Luisteren Spreken
Lezen Schrijven
Schriftelijke taalvaardigheden
Toetsbaar op papier
Technisch
lezen
SpellenWoorden-
schat

19. Maakt eind januari de
volgende taaltoetsen:
Begrijpend lezen
Woordenschat
Begrijpend luisteren
Technisch lezen
Spelling
Voorbeeld 1
Ruben
groep 4

20. Resultaten voorbeeld 1

21. Maakt eind januari de
volgende taaltoetsen:
Begrijpend lezen
Woordenschat
Begrijpend luisteren
Technisch lezen
Spelling
Voorbeeld 2
Sofie
groep 4

22. Resultaten voorbeeld 2

24. Vragen?