1. Kapitel 4 Sprechen Aufgabe 15
Beim Bäcker
>Wie is er aan de beurt?
*Ik ben aan de beurt.
>En wat wil jij graag hebben?
*Geeft u mij a.u.b. …. (zelf invullen)
>Natuurlijk. Anders nog iets?
*Wat kost een …. (zelf invullen) ?
> … … kost … Euro.
*Dan had ik graag ….
>Dat is dan …. Euro.
*Alstublieft.
Im Supermarkt
*Pardon, weet u waar ik de lege flessen afgeven kan?
>Daar rechts is een automaat.
*En weet u ook waar hier …. staat.
>Zie je de wasmiddelen? Daarnaast.
*Dank u.