Social software als ontwikkel en begeleidingsinstrument bij internationale hbo-stages. e fioole en w kwinten
Social software als ontwikkel- en begeleidingsinstrument bij internationale HBO-stages
EY Fioole (ey.fioole@avans.nl)
Drs. WHM Kwinten (whm.kwinten@avans.nl)
Avans Hogeschool, Leer- en Innovatiecentrum
1 Inleiding
In haar centrale onderwijsvisie stelt Avans Hogeschool de samenwerking en interactie tussen
studenten, docenten en werkveld centraal. Studenten brengen een belangrijk deel van hun
opleiding door buiten de muren van de instelling, zoals bij projecten, stage- of
afstudeeropdrachten. Studenten van internationale opleidingen hebben daarbij zelfs de
verplichting om gedurende een heel semester stage te lopen in het buitenland.
Stagebegeleiders van Avans Hogeschool ervaren deze periode als een blackbox. Afstand en
budgettaire beperkingen maken het hen onmogelijk om tijdens deze periode studenten te
bezoeken. Voor communicatie en begeleiding van deze studenten zijn zij daardoor vrijwel
geheel aangewezen op traditionele communicatiemiddelen zoals email.
2 Interventie: social software
In 2009 introduceerde Avans het ePortfolio en weblogs om de begeleiding tijdens
buitenlandse stages te verbeteren. Vanuit het Leer- en Innovatiecentrum (LIC) is onder 88
tweedejaars studenten International Business and Management onderzoek gedaan naar deze
interventies. De nationaliteit en herkomst van deze studenten was zeer divers, net als de
internationale stages.
De inzet van het ePortfolio had als doel om:
- studenten in staat te stellen te reflecteren en communiceren mbt ervaringen,
leerprocessen, begeleiding, het bedrijf en de opdrachten
- de schoolmentoren feedback te geven en bij te sturen
- samenwerking tussen groepen studenten te stimuleren
- de begeleiding te intensiveren
- de binding met medestudenten, begeleiders en Avans te verbeteren tijdens de periode
dat studenten niet fysiek op de instelling aanwezig zijn
- bewijs aan te leveren in het kader van assessments, weblogs konden daarbij onderdeel
uitmaken van het ePortfolio van de student.
1
3 Het onderzoek
Een uitgangspunt bij projecten, die worden uitgevoerd vanuit het LIC, is deze uit te voeren op
basis van practice based evidence en evidence based practice. Daarom is onderzoek gedaan
naar het gebruik en effecten van bovengenoemde interventies.
Onderzoeksvragen:
- Heeft de inzet van ePortfolio’s en weblogs meerwaarde voor het onderwijs?
- Welke bijstellingen kunnen gedaan worden ten aanzien van het begeleidingsproces en
de gebruikte communicatiemiddelen?
3.1 Vooronderzoek
Na enige voorbereidende experimenten en bijbehorend onderzoek in 2008, werd in september
2009 gestart met een voormeting (open vragenlijst) aan het begin van de stage. De resultaten
worden in dit artikel niet expliciet beschreven, maar zijn wel gebruikt om een gesloten
vragenlijst te construeren, die aan het einde van de stage is afgenomen. Belangrijke topics
hierin waren: verwachtingen, communicatie, coaching, feedback, leren en tools (e-mail,
portfolio, weblogs).
Partner School
Familie Mentor
Coachen
(werkplek)
Communicatie
LEREN
Feedback
Bedrijfs Tools(email, Medestudenten
Mentor portfolio, Peers
weblog)
2
3.2 De stage
De studenten kozen vrijwillig voor één van de 2 subgroepen. Groep A kreeg naast de
traditionele begeleidingsmiddelen ook de beschikking over ePortfolio’s en weblogs. Groep B
werkte met meer traditionele communicatiemiddelen (email). Voor beide groepen werd dit
aangevuld met vrij beschikbare hulpmiddelen zoals Skype.
3.3 Eindmeting
In januari 2010 is een tweede evaluatieve gesloten vragenlijst afgenomen onder de totale
groep studenten. Studenten die bij de voormeting een vragenlijst invulden, werden verzocht
hun antwoorden door te nemen voordat de tweede vragenlijst werd ingevuld.
4 Resultaten
De responsaantallen zijn klein (groep A: 10 en Groep B 14). Conclusies moeten meer
beschouwd worden als tendensen dan als harde resultaten.
4.1 Succes van de stage
Inleiding
Men beschouwt de stage vóóral in sociaal opzicht als succesvol (score 8,8 scorebereik van 1-
10). Deze score is nog hoger dan de score op ‘het algemeen succes van de stage’ (8,4). Het
leren tijdens de stage geeft men een 8,2. Het in praktijk brengen van de theorie (vanuit vele
opleidingen een stagedoel) geeft men een 7,3.
Heel opvallend is dus dat men de mate van succes van de stage vooral koppelt aan het sociaal
succes, zelfs nog meer dan aan het algemeen succes van de stage.
Mate van sociaal succes
De mate van sociaal succes van de stage hangt men vooral op aan: het uitbreiden van sociale
vaardigheden en omgaan met sociale situaties (9,1); het verbeteren van sociale vaardigheden
(9,1); het ontmoeten van nieuwe mensen (8,9); omgaan met collega’s (8,9) en elke dag met
een glimlach naar de stage gaan (8,4).
Algemeen succes van de stage
Het algemeen succes van de stage beschrijft men in termen van het opdoen van bruikbare
ervaringen (9,0); bedrijf helpen: financieel en/of organisatorisch (8,4); studiedoelen bereiken
3
(8,2); een voldoende voor het eindrapport en studiepunten behalen (8,2) en leren hoe dingen
werken in de echte businesswereld ( 8,2).
Succes mbt leren
Veel leren mbt mijn persoonlijke ontwikkeling scoort het hoogste (8,7) waar het om de
invulling van het begrip leren door studenten zelf gaat; gevolgd door het leren mbt belangrijke
zaken en gewoontes in het zakenleven (8,4); het leren van nieuwe vaardigheden (8,4); leren
van dingen die ik nog niet wist (8,3) en het toepassen van theorie in de praktijk (7,7).
In praktijk brengen van theorie
Veel opleidingen hebben dit doel impliciet of expliciet als doelstelling van een stage.
Opvallend is echter dat de verwachting het ‘in praktijk brengen van theorie’ op de laatste
plaats komt.
4.2 Communicatie
Inleiding
Men is achtereenvolgens het meest tevreden over de communicatie met familie (8,7); de
bedrijfsmentor (8,5); vrienden (8,4); collega’s (8,0); leeftijdsgenoten(7,5) en schoolmentor
(7). Opvallend is dat men het minste tevreden is over de communicatie met de schoolmentor.
Communicatie met familie
Men communiceert met familie vooral over privézaken (8,6); stage-ervaringen (8,5);
ervaringen (zoals in het buitenland leven) (8,5) en over ‘’van alles’’ (8,3).
Opvallend is dat ook met familie over de stage-ervaringen word gecommuniceerd.
Communicatie met bedrijfsmentor
Met de bedrijfsmentor communiceert men over problemen en/of moeilijkheden (8,4);
projecten en klussen (8,0); dagelijkse taken (8,0); opdrachten vanuit school (7,2).
Communicatie met vrienden
Met vrienden communiceert men over privézaken (8,6); wat te doen in het week-end (8,6);
stage-ervaringen (8,3) en ‘van alles’ (8,2). Het is echter juist opvallend dat óók met vrienden
gecommuniceerd word over stage-ervaringen.
4
Communicatie met collega’s
Op de stage communiceert men vanzelfsprekend met collega’s. Het gaat dan over
bedrijfsgerelateerde onderwerpen (8,3); problemen/moeilijkheden/vragen (8,0); taken (8,0) en
persoonlijke aangelegenheden (7,8).
Communicatie met leeftijdsgenoten (peers)
Met leeftijdsgenoten heeft men het vooral over ervaringen mbt stage (7,9); persoonlijke zaken
(7,9); vooruitgang op de stage (7,6) en over verslagen (7,1).
Communicatie met schoolmentor
Met de schoolmentor heeft men het over (tussen)verslagen (8,0); vooruitgang op en tijdens de
stage (7,0); problemen(6,6) en praktische dagelijkse dingetjes (6,1). Door studenten worden
als antwoordmogelijkheid toegevoegd: uitbreiding stageduur; de ontvangen feedback; het
uitblijven van een reactie van de schoolbegeleider op een vraag/bericht.
4.3 Coaching
Men is in belangrijke mate meer tevreden over de coaching/begeleiding door de bedrijfscoach
(8,5) dan over de schoolcoach (7,1).
Met is vooral tevreden voor wat betreft de bedrijfscoach over business in het algemeen ( 8,5);
hoe zich te gedragen in een professionele omgeving (8,4); dagelijkse zaken (8,3);
taken/projecten (7,7) en het omzetten van theorie naar praktijk (7,6).
Voor wat de betreft de coaching door de schoolcoach is men vooral tevreden over de coaching
mbt de verslagen (7,3); algemene competenties (6,7); communicatie (6,7); problemen op de
stage (6,6) en toepassen van theorie in de praktijk (6,3).
4.4 Feedback
Men is meer tevreden over de feedback van de bedrijfsmentor (8,4) dan over de feedback van
de schoolmentor (7,4).
Mbt de feedback van de bedrijfsmentor is men vooral tevreden over het verdiepen van de
kennis (8,3); positieve belonende feedback (8,2); corrigerende feedback (8,2); verbeteren van
persoonlijke vaardigheden (8,0) en constructieve kritiek (7,6).
De feedback van de schoolmentor betreft vooral positieve belonende feedback (8,0),
correctieve feedback (7,3); het verdiepen van kennis (7,1); constructieve kritiek (7,0) en
5
verbeteren van persoonlijke vaardigheden (6,6)
4.5 Leren
Men is aanzienlijk tevredener over leren in relatie tot de bedrijfsmentor (8,4) dan van de
schoolmentor (7,1).
De leeronderwerpen waar men tevreden over is mbt de stagementor betreft hoe een bedrijf
werkt (8,5); onafhankelijk werken (8,3); inzicht in taken/afdelingen (8,2); communicatie (8,1)
en het nemen van initiatief (8,1)
Bij de schoolmentor worden de volgende leeronderwerpen genoemd: onafhankelijk werken
(6,5); communiceren (6,4); nemen van initiatief (6,2); inzicht krijgen in verschillende
taken/afdelingen (6.0) en over hoe een bedrijf werkt (5,8).
Studenten geven aan achtereenvolgens het meeste te leren van de bedrijfsmentor (56%);
collega’s (32%); peers (4%) en anderen (8%). Men geeft niet aan iets te leren van de
schoolmentor (0 %).
Studenten geven aan het meeste te leren van het echt werken (72%); van communiceren met
collega’s (12%); bestuderen van literatuur (8%); communiceren met de mentor (4%) en
andere mogelijkheden 4% (alle categorieën opgeteld 100%).
4.6 Tools
Studenten gebruiken email (100%); Skype (11%); ePortfolio (9 % ) weblogs (2%).
Men gebruikt tools vooral voor verslagen en rapporten (24%); communicatie (24%); het
stellen van vragen (21%); krijgen van informatie (20%) en het delen van ervaringen (18%).
Omdat het percentage studenten dat Skype gebruikte boven verwachting hoog was (zo bleek
gedurende het vooronderzoek / berichten van begeleidende docenten) is gevraagd naar de
redenen om Skype te gebruiken. Als redenen werden genoemd: communiceren met familie,
vrienden, leeftijdsgenoten (peers), bedrijfsmentor; het kostenaspect; makkelijk en snelle
communicatie mogelijk; versturen documenten; privé gebruik; stellen van vragen, delen van
ervaringen, praten over problemen en moeilijkheden.
Aan studenten is gevraagd of ze het gebruik van ePortfolio zouden aanbevelen. Overwegingen
die studenten aangaven om dat wel te doen zijn informatie delen, overzicht krijgen, kan
andere studenten helpen, kunnen leren van anderen, vooruitgang kunnen volgen.
Overwegingen om dat niet te doen zijn: te complex (meer dan nodig); extra werk;
geheimhoudingsbeding vanuit bedrijf; te moeilijk.
6
4.7 Verschillen tussen de e-portfolio/web log groep en de ‘’tradionele groep’’
Verschillen in tevredenheid over curriculum
Tevredenheid over Portfoliogroep Geen portfoliogroep Alle studenten
curriculum (inclusief groep C bij
voormeting*)
voormeting 8 (n=8) 7,3 (n=15) 7,5 (n=26)
nameting 8,1(n=10) 7,6 (n=14) 7,8 (n=24)
*Groep C zijn studenten die ten tijde van de voormeting nog niet gekozen hadden voor Groep
A of groep B
Er is met name bij de niet portfoliogroep een toename in tevredenheid over het curriculum.
Verschillen in tevredenheid over de communicatie
Geen
Communicatie Portfolio groep Portfoliogroep
3.29 Satisfaction with the communication
with your family 9,11 8,5
3.36 Satisfaction with the communication
with your friends 9,13 8
3.15 Satisfaction with the communication
with peers 7,25 7,71
3.1 Satisfaction with the communication
with schoolmentor 8,11 6,71
3.8 Satisfaction with the communication
with companymentor 7,85 8,69
3.22 Satisfaction with the communication
with colleagues 7,44 8,21
De portfoliogroep is tevredener over communicatie met familie, vrienden, schoolmentor.
De niet portfoliogroep is tevredener over communicatie met peer, bedrijfsmentor en collega’s.
7
Verschillen in tevredenheid mbt coaching
Coaching Portfoliogroep Geen portfoliogroep
4.9 Satisfaction on coaching by the
8,22 8,57
companymentor
4.1 Satisfaction with the coaching by your
8,00
schoolmentor 6,71
De portfoliogroep is tevredener over coaching door de schoolmentor.
De niet portfoliogroep is tevredener over coaching door de bedrijfsmentor.
Verschillen in tevredenheid tav feedback
Feedback Portfoliogroep Geen portfoliogroep
5.9 Satisfaction with the feedback from
8,00
the bedrijfsmentor 8,53
5.1 Satisfaction with the feedback from
8,50
the schoolmentor 6,71
De portfoliogroep is tevredener over de feedback van de schoolmentor.
De niet portfoliogroep is tevredener over de feedback van de bedrijfsmentor
Verschillen in tevredenheid mbt het leren
Learning Portfoliogroep Geen portfoliogroep
6.1 Satisfaction with the schoolmentor
concerning learning 7,88 6,71
6.9 Satisfaction with the bedrijfsmentor
concerning learning 7,86 8,5
De portfoliogroep is tevredener over het leren mbt de schoolmentor
De niet portfoliogroep is tevredener over het leren mbt company mentor
5 Hoofdconclusie
De niet portfoliogroep is tevredener over de bedrijfsmentor dan over de schoolmentor. De
portfoliogroep is nagenoeg even tevreden over de schoolmentor als over de bedrijfsmentor.
8
Het gebruik van ePortfolio en weblogs zorgt voor een gelijke beleving van het contact,
begeleiding, feedback van schoolmentoren als die van bedrijfsmentoren. De mogelijkheid
voor schoolmentoren om op afstand zinvol internationale stages te begeleiden neemt duidelijk
toe.
6 Aanbevelingen.
EPortfolio’s en weblogs blijken meerwaarde te hebben voor het onderwijs (onderzoeksvraag
1). Het verdient aanbeveling ze in te zetten, oa. als communicatiemiddel (onderzoeksvraag
2b). Docenten doen er goed aan ePortfolio en Weblogs in te zetten bij de begeleiding van
studenten (onderzoeksvraag 2a).
De aanbevelingen van dit onderzoek zijn evidence-based en geven Avans Hogeschool input
voor het uitzetten van nieuw beleid ten aanzien van het gebruik van social software als
ontwikkel- en begeleidingsinstrument bij buitenlandse stages.
7 Vervolgonderzoek
-De interventie: wat precies zorg voor een effect?
-De rol van schoolmentor: controleren op schoolmentor en rollen expliciteren.
-Inzoomen op informeel leren naast werkplekleren: met name ook de rol van relatie, familie
en vrienden naast medestudenten, peers.
9
8 Schematische samenvatting
Voormeting(verwachtingen) Nameting
Int. Stage
-keuze voor groep A of B vrijwillig -respons( 10 studenten)
Verwachtingen(9 studenten -e portfolio
-respons(8 studenten) -kleine aantallen voor trekken conclusies
-weblog
-open vragen (zie hieronder) -tevredenheid curriculum toegenomen met 0,1
-traditioneel (van 8 -> 8,1)
-betere groep (propedeuse sneller 9,8 (mail,....)
maanden versus 10,6) -Skype -tevredenheid over e-portfolio is 5,22 (op 10
puntsschaal)
-gemotiveerdere groep (start stage -leren
motiviatie 9,4 versus 8,5) -tevredener over communicatie met
-ontwikkelen familie, vrienden, schoolmentor
-tevredener over curriculum (8
-ervaringen
versus 7,3) dan groep B -tevredener over coaching door de
-begeleiden schoolmentor
-tevredener over de feedback van de
schoolmentor
-tevredener over het leren mbt de
schoolmentor
Verwachtingen(9 studenten)
Groep C (3 studenten- weet nog)
Nameting
Voormeting(verwachtingen)
Int. Stage -respons (14 studenten)
-respons(15 studenten)
-traditioneel -kleine aantallen voor trekken conclusies
-open vragen (mail, ...)
*verwachtingen (algemeen) -tevredenheid curriculum toegenomen met
*leren (sociaal,theorie<->praktijk) -Skype 0,4 (van 7,3 -> 7,7)
*communicatie(middelen)
*coaching -leren -tevredener over communicatie met peers,
*feedback collega’s en compagny mentor
-ontwikkelen
-tevredener over coaching door de company
-ervaringen mentor
-begeleiden -tevredener over de feedback van de
company mentor
- tevredener over het leren mbt company
mentor
Verwachtingen( 6 studenten)
10