1. 6 april 2011
Oogst 3
Overwegingen en Relaties
Op zoek naar de kernen van goed bestuur
Boudewijn van Velzen (APS)
Daniëlle Verschuren (KPC Groep)
2. Wat kunt u verwachten?
• Een introductie op het thema
• Relaties bespreekbaar maken - Daniëlle
• De praktijk van overwegen - Boudewijn
• ….en dan graag wat commentaar op beide
onderdelen.
4. Stelsel in transitie
• Van centrale sturing naar vergroting zelfsturing en
autonomie in schoolorganisatie
- bestedingsvrijheid
- verantwoordingsverplichting (effectiviteit,
efficiëntie, rechtmatigheid)
- verantwoordelijk voor kwaliteit en inrichting
- veranderend toezicht – intern & extern
• En pogingen om toch centraal te sturen…
5. Een andere blik
• School is een organisatie voor publieke
dienstverlening die diensten levert welke worden
bekostigd uit de openbare kas.
• Op zoek naar nieuwe termen:
- “Street Level Public Organization (McKevitt,
1998)
- “Straatkraampjes van de overheid”
(Vermeulen, 2001)
- “RWT – Rechtspersoon met wettelijke taken”
(Rekenkamer 2002)
6. Overheid
Bestuur
Schoolleider
School
Burgers Klanten Professionals
7. Verschuivingen in de verhoudingen
• Verhouding overheid-school
• Verhouding bestuur-school
• Verhouding overheid-professionals
• Verhouding overheid-burgers
• Verhouding klanten/burgers-professionals
8. De werkrelatie van
schoolleider en bestuurder
Functie
Welke functie heeft het instrument?
Gestructureerd kader voor het gesprek
over de professionele werkrelatie
Onderzoek van de (gezamenlijke) inspanningen
en acties die bijdragen aan de
positieve ontwikkeling van de werkrelatie
Welke functie heeft het niet?
Eenzijdige of wederzijdse beoordeling van
het functioneren
Toetsing aan competentieprofielen
9. Achtergrond
De professionele werkrelatie tussen schoolleider
en bestuurder doet ertoe in het bereiken van de
organisatiedoelstellingen.
De schoolleider en bestuurder die …
met enige regelmaat hun professionele werkrelatie analyseren …
daarop gezamenlijk reflecteren en …
hierin waar nodig interveniëren …
zichzelf en elkaar vragen stellen over zingeving (wat wil ik? waar ben
ik op uit?), identiteit (wie of wat ben ik?), waarden, overtuigingen en
normen (waar geloof ik in? wat vind ik?), capaciteiten (wat kan ik?),
gedrag (wat doe ik?) en omgeving (waar ben ik?) …
werken samen aan een constructieve cultuur en werkwijze die een
positief effect heeft op de opbrengsten van de organisatie.
11. Aspecten
Formele afspraken Professionele zakelijkheid
functioneringsgesprekken, geformaliseerd adviserend, afstand nemen, anticiperen,
, managementcontract autonomie, controlerend, distantie, grote lijnen
managementstatuut officiële uitzetten, intermediair tussen directeuren en
documenten, organogram, bestuur, invulling kunnen geven,
personeelsverantwoordelijk voor kaderstellend, niet bemoeien met,
directeuren, professioneel kader - op strepen gaan staan, sturend,
Instrumenteel voorbeeldrol, zakelijk
Gezamenlijkheid Toegankelijkheid
delen van expertise , democratisch, democratisch, dienstverlener,
delen van ervaringen , gelijkwaardigheid, laagdrempeligheid, niet autoritair,
gezamenlijk proces, gezamenlijkheid, open, positief, ruimte geven,
loyaliteit, Toegankelijk
natuurlijk proces, rug recht houden,
staat naast mij, wederzijdse Verantwoordelijkheid
Afstemming de baas namens het bestuur,
delegeren, gedeelde eindverantwoordelijkheid,
Ondersteuning Integrale verantwoordelijkheid voor de eigen
coachen, faciliteren, helpen in school, resultaatverantwoordelijkheid,
positionering, ondersteunend, verantwoordelijkheid nemen, verantwoording afleggen
voorwaardenscheppend
Vertrouwen
Openheid empathie, betrokken, fouten mogen
benoemen wat je ziet, bespreekbaar maken, geraakt worden, kwetsbaar
maken, duidelijk, duidelijkheid voelen, kwetsbaarheid, oog voor
over elkaars rol, eerlijk, oprecht, elkaar, reflectie, respect voor
openheid transparant, open vizier, elkaar, ruimte, verbondenheid,
veiligheid vertrouwen, verwachtingen vertrouwen geven, zorg en
uitspreken, voorspelbaar, Aandacht
zichtbaar in de organisatie,
helderheid
12. Opzet
Dit analyse- en reflectie-instrument is ontwikkeld in
samenwerking met bestuurders en schoolleiders.
Het instrument bestaat uit twee onderdelen:
1
individuele analyse: acht aspecten die het fundament
vormen voor de professionele werkrelatie tussen
schoolleider en bestuurder; elk aspect is gedefinieerd
aan de hand van een begrippenset;
2
gezamenlijke reflectie: set van vier begrippen die
helpen om te bepalen op welke terreinen vooruitgang
is te realiseren in de professionele werkrelatie.
Het instrument is een hulpmiddel om op een systematische manier de
professionele werkrelatie met elkaar te bespreken.
13. Stap 2
Gezamenlijk
Reflectie op rolopvatting
Per aspect: waardoor worden verschillen in
rolopvatting vooral bepaald?
Roldefinitie …
… beschrijven hoe het moet
Rolbesef …
… weten hoe het moet
Rolneming …
… doen zoals het moet
Rolvastheid …
… blijven doen zoals het moet
Advies 2: beschouw het instrument als
hulpmiddel en niet als dwingend.
14. Wet “Goed Onderwijs, Goed Bestuur”
– de markante punten
• Eisen voor de minimumkwaliteit van het onderwijs;
• Bevoegdheid voor de minister om een aanwijzing te
geven;
• Scheiding van bestuur en intern toezicht als
bekostigingsvoorwaarde;
• Publiekelijk verantwoording van het bestuur in het
bestuursverslag.
15. Gevolgen voor bestuur en
schoolleiding
• Een nieuw begrip “Governance”:
- verdeling van verantwoordelijkheden, rollen
en taken
- macht en tegenmacht
• “Good governance” is gewoon goed bestuur (De
Vijlder,2007):
- “Deskundig en zorgvuldig handelen gericht
op de realisering van de specifieke
doelstellingen van de onderwijsinstelling,
met inachtneming van de wettelijke
verplichtingen waaraan de instelling dient te
voldoen”
16. Overwegingen bij het bepalen van
goed bestuur
• Bestuurlijk-juridische overwegingen
• Financieel-technische overwegingen
• Inrichtings- en organisatorische overwegingen
• Normatieve overwegingen
17. Verkenning van de overwegingen
• Discussie vs. Dialoog
- Discussie vangt aan met een stelling
- Dialoog vangt aan met een vraag
• Omgaan met dilemma’s
- De hoorns van de stier
18. Dilemma
“Een situatie waarin een keuze moet worden gemaakt, maar
waarbij je óf een kernwaarde van jezelf, de ander of de
organisatie geweld aandoet, óf een van de betrokken
mensen of partijen gekwetst dan wel verdrietig achterlaat,
ongeacht de keuze die je maakt.” (Murphy, 2007)
19. Herken en erken het dilemma
Analyse in 4 stappen:
2. Begrijp waarmee je geconfronteerd wordt
3. Onderzoek je opties
- Evalueer je opties zowel ethisch als op
consequenties voor betrokkenen en
organisatie
4. Onderneem actie
5. Evalueer en leer
20. De casus
U werkt al 16 jaar bij een VO scholengemeenschap met 85
medewerkers. U bent sinds een jaar bestuurder, nadat u
3 jaar als directeur leiding hebt gegeven aan de
HAVO/VWO. Gisteren hoorde u van een leerkracht uit
VMBO voor het eerst het gerucht dat Jan een relatie zou
hebben met een leerling uit 4 VWO. Ze zouden zijn
gezien in Café OK, een bekende ontmoetingsplaats voor
homo’s in Amsterdam. U kent Jan al jaren – een van de
beste docenten die vroeger met zijn vrouw wel eens bij u
thuis is geweest voor een zomers glaasje proseco. U
kent de leerling ook – een bijdehante vent van 17 die met
opgewekt gemoed geniet van het leven. Vandaag wordt
duidelijk dat er op allerlei plaatsen in de school over
gepraat wordt.
21. …en hoe kan het beter?
DANK VOOR UW BIJDRAGE!
Daniëlle Verschuren – d.verschuren@kpcgroep.nl
Boudewijn van Velzen – b.vanvelzen@aps.nl