2. Johannes 20 1-10 Maria, Petrus en ………. 11-18 Maria ontmoet de opgestane Heer 19-23 De Opgestane en de discipelen 24-29 Thomas en de Heer
3. ‘ Hij was bij de rijke in Zijn dood’ Jesaja 53:8,9 Jozef (toevoeger) van Arimathea, afkomstig uit mogelijk : Ramathaïm – Armathaïm (LXX) 1 Samuël 1:1,19 ‘een rijk man’ (Matth.27:57) rijk = oshir (580) genade = chen (58)
4. ‘ een discipel’ (leerling) van Jezus …. maar in het verborgen….uit vrees voor de Joden (Joh.19:38) ‘aanzienlijk lid van de raad… ‘hij verwachtte het koninkrijk Gods’ (Mc.15:43) ‘een goed en rechtvaardig man’ (Lucas 22:50)
5. Hij werd gewikkeld in linnen windsels.. met mirre en aloë, ongeveer 100 pond (Joh.19:39)
6. ‘ er was ter plaatse waar Hij gekruisigd was, een hof , en in die hof een nieuw graf, waarin nog nooit iemand was bijgezet’
7. de hof van Eden (weelde) hof van de rijke de hof van Adam hof van de laatste Adam stervensproces begint levensproces begint de dood treedt in de dood overwonnen de slang en maninne de Heer en Maria
8. Johannes 20:1 ‘ op (de) een van de sabbatten echter’ (dag van de opstanding)
9. ‘ ..en zij zullen Hem overleveren aan de heidenen om Hem te bespotten en te geselen en te kruisigen, en ten derden dage zal Hij opgewekt worden..’ Mattheüs 20:19
10.
11. Maria zag de steen weggerold en ging terug naar de discipelen
12. 1,2 Maria bij het graf, ziet, dat de steen weg is, weet niet waar de Heer is 3-10 Petrus en de andere discipel 11-16 Maria ontmoet de boodschappers en de Heer 17-18 de Heer spreekt en Maria vertelt dit aan Zijn broeders
13. Onderbroken geschiedenis! Israël – gemeente – Israël Jakob: Kanaän – 20 jaar bij Laban - Kanaän Jozef: Potifar – 2 jr gevangenis – Farao Paulus: 2 jaar in eigen gehuurde woning Maria – Petrus + andere discipel - Maria
28. Hij, Christus Jezus, is: de eerstgeborene uit de doden de eersteling van de nieuwe schepping de laatste Adam de Heer uit de hemel eersteling van hen, die ontslapen zijn hoofd van het lichaam van Christus