Punten, rechten en lijnstukken

1. Meetkunde
Punten, lijnen en oppervlakken
mv 051108

2. Hier zie je een punt.

3. We geven zo’n punt een naam:
A
… met een hoofddrukletter.

4. Hier zie je verschillende punten:
A
De punten A, B, C en D.
D
C
B

5. Er zijn verschillende soorten lijnen.

6. Rechte lijnen:

7. Gebroken lijnen:

8. Gebogen of kromme lijnen:

9. Een lijnstuk.
Is een rechte lijn
met een begin- en een eindpunt.
A
B

10. Een lijnstuk krijgt ook een naam.
Dit is het lijnstuk [AB].
A
B

11. Het lijnstuk [VW].
Het lijnstuk [EF].
V
W
F
E

12. Een rechte.
Is een rechte lijn
zonder begin- en eindpunt.

13. Ook een rechte krijgt een naam.
We gebruiken daarvoor
een kleine schrijfletter.
r

14. De rechte r.
En de rechte h.
r
h

15. De rechte m en de rechte n.
De drie puntjes
hoeven er niet te staan.
m
n

16. De rechte q.
Soms worden zo’n puntjes gezet om aan te
duiden dat een rechte onbegrensd is.
Ze heeft geen begin- en geen eindpunt.
De rechte loopt door tot in het oneindige.
q

17. Oppervlakken.
Lichamen of ruimtefiguren hebben
oppervlakken.

18. Oppervlakken.
Een plat oppervlak of vlak.

19. Oppervlakken.
Een gebogen oppervlak.
mv 051108