Gastprofessor at Vrije Universiteit Brussel um Vrije Universiteit Brussel
Melden
News & Politik
Volgens bankier Erwin Blumenthal hebben twee Belgische premiers grote geldsommen van Mobutu ontvangen. Met name Leburton zou volgens Blumenthal 750.000 dollar in cash ontvangen hebben van de Congolese leider.
1. Actueel23 februari 2017
5
Echo’s uit
de Koepelzaal
Kluwen
In de storm over de nevelachtige praktijken
in en rond intercommunales mocht een debat
daarover in het Vlaams Parlement niet ont-
breken. De “geloofwaardigheid” van de poli-
tiek staat immers weer eens op het spel. In
de Koepelzaal gonsde het dan ook van “sere-
niteit” en nobele verklaringen, want men was
toch wel wat geschrokken door de ondoorzich-
tigheid van een aantal dingen. Nochtans is het
sinds jaar en dag een publiek geheim dat voor
de ijverige politieke bijklusser heel wat vet-
potjes te ontginnen vallen en dat zulks geen
exclusieve specialiteit van onze Waalse PS- en
andere vrienden is.
Zeker, en minister Homans kon dat niet
genoeg benadrukken, beschikt Vlaanderen
sinds 2001 over een vrij strikte regelgeving
om de uitwassen aan banden te leggen. Ech-
ter, geen probleem of er bestaat een oplos-
sing voor. De Vlaamse decretale gestrengheid
geldt enkel voor de intercommunales zelf. Dus
zijn in de loop der tijden bij het leven “onder-
liggende structuren” geschapen die als nv’s of
cvba’s onder federaal vennootschapsrecht val-
len en zich dus van de Vlaamse koosjerheid
geen moer moeten aantrekken, zodat vandaag
slechts een schamele vijftien procent van al die
dingen zich naar de Vlaamse normen moeten
schikken. Homans had het over een “kluwen”,
maar ze gaat er samen met de federale tegen-
voeters grondig werk van maken.
Indrukwekkend
Inderdaad is een en ander nogal indrukwek-
kend. Ortwin Depoortere (VB) citeerde het cij-
fer van 3.653 “politieke postjes” in intercom-
munales en aanverwante, samen goed voor
drie miljoen euro aan zitpenningen. Interes-
sant was de opmerking van Homans dat die
wildgroei maar goed was begonnen met de
vrijmaking van de energiemarkt. We schreven
hier al eerder dat die energiemarkt de perfecte
publiek-private samenwerking (pps) is waarin
private en politieke roofdieren een gedroomd
jachtterritorium hebben gevonden. Voorts was
men het “kamerbreed” erover eens dat samen-
werking tussen gemeenten essentieel is en
dat zeker dat kind niet met het badwater mag
worden weggegooid, maar dat natuurlijk het
geknoei en de waanzinnige hoeveelheid struc-
tuurtjes eruit moeten.
Björn Rzoska (Groen), daarin bijgetreden
door sp.a, pleitte voor het instellen van een
speciale commissie om het probleem aan te
pakken. Hij kreeg daar de meerderheidsfrac-
ties niet echt warm voor: de commissie bin-
nenlands bestuur zou namelijk meer dan vol-
doende toegerust zijn om de hand aan de
ploeg te slaan. Veel lof verdienden de talloze
lokale mandatarissen die op zeer integere
wijze hun niet al te dankbare taak vervullen
en wier goede naam in de klappen deelt. Het
in de bevriende pers al opgeworpen ideetje
om de lokale politici beter te vergoeden en zo
het gegraai tegen te gaan, kwam ook aan bod.
Voorlopige conclusie? Dat met of zonder bij-
zondere commissie een en ander haarfijn in
kaart wordt gebracht om samen met het fede-
rale niveau de boel op te schonen. Liefst nog
voor de gemeenteraadsverkiezingen.
Soap
Werkelijk niets blijft onze politici bespaard.
De soap rond de opheffing van de onschend-
baarheid van Christian van Eyken (UF) blijft
lopen. Dit keer vraagt het gerecht de opheffing
om Van Eyken voor de correctionele rechtbank
te kunnen dagen.
Zoals bekend is de man in een vreemde
moordzaak verwikkeld geraakt. Dat verhaal
is een blauwdruk voor een slechte televisie-
serie. Volgens het principe dat de onschend-
baarheid niet wordt opgeheven als er sprake
is van een al te licht wegende aanklacht, of
als politieke factoren in het spel zijn, was de
Vlaamse assemblée de mening toegedaan dat
de vraag kon worden ingewilligd. Overigens
met de instemming van Van Eyken, die nu de
mogelijkheid heeft om zijn onschuld voor de
rechtbank aan te tonen.
Daarmee is het communautair evenwicht
hersteld. Als het Waals Parlement een Wesp-
hael mag hebben, dan mag het Vlaamse half-
rond niet achterblijven.
Kreeg Leburton smeergeld van Mobutu?
In 1975 zou de Zaïrese premier, Jean N’guza Karl-i-Bond, 20 miljoen Belgische frank
(zowat 500.000 euro) via de journalist Pierre Davister, een naaste van Mobutu, aan
premier Edmond Leburton overhandigd hebben. Het geld zou een beloning zijn voor
bewezen diensten van Leburton aan Mobutu. Leburton heeft dat uiteraard ontkend.
Maar geen rook zonder vuur, niet?
Leburton was premier van 26 januari 1973
tot 23 oktober 1973. In de regering-Leburton
I zaten de CVP/PSC, de PVV/PLP, en de BSP/
PSB. Die regering volgde op de regering-Eys-
kens VI en werd gevolgd door de regering-
Leburton II.
Zwarte vrouwen als geschenk
Wilfried Martens kende Leburton, vanzelf-
sprekend. Martens in zijn memoires: “Het viel
mij op (in mei 1972) hoe Mobutu de socialis-
ten in die periode met veel egards bejegende.
Vooral Edmond Leburton maakte grote sier
in de onmiddellijke omgeving van Mobutu.”
En nog: “In België deed het verhaal de
ronde dat de president van Zaïre en de Belgi-
sche premier Edmond Leburton de beste ma-
tjes waren. Toen op 29 maart 1973 Mobutu op
bezoek was in ons land, spande de premier
zich opvallend erg in om het de Afrikaanse lei-
der zo aangenaam mogelijk te maken, althans
volgens bepaalde maatstaven.”
Een tijdje terug werd dat laatste verhaal
zelfs openbaar gemaakt. Ook lekte uit dat
Mobutu een keer een feest gaf in zijn resi-
dentie in Ukkel waar alle captains of indus-
try en hoge politici van België aanschoven.
“Alle aanwezige politici en captains of indus-
try kregen van Mobutu een bloedmooie, kort-
gerokte zwarte vrouw uitgeleend”, aldus een
oud-senator die erbij was. En ze mochten vol-
gens hem met de vrouw doen wat ze wilden.
Leburton had in de jaren zeventig minstens
eenmaal in een kasteel een feest ingericht,
waarbij de aanwezige vrouwen half onbloot
waren.
Smeergeld?
Mooie vrouwen is één zaak, maar smeer-
geld voor Belgische politici, dat is andere koek.
Nochtans verschenen begin de jaren tachtig
enkele pittige stukken. In 1982 verscheen in
de internationale pers: ‘There are also alle-
gations that prominent Belgian figures were
involved in large financial payoffs and trans-
actions with Zaire. They include former Prime
Ministers Edmond Leburton and Paul van-
den Boeynants; the current communications
minister, Herman de Croo; Foreign Ministry
policy director Alfred Cahen; and university
Prof. Paul Douchy.’ Dat is niet mis.
Hoe zit dat nu? Hebben Belgische politici
van Mobutu geld gekregen? Mobutu beschikte
letterlijk over miljarden en kon dus best enkele
miljoenen missen. In een recent vrijgegeven
geheim document (status: secret) van de CIA
van oktober 1982 staat een passage die wei-
nig aan de verbeelding overlaat. Volgens ban-
kier Erwin Blumenthal hebben twee Belgische
premiers grote geldsommen van Mobutu ont-
vangen. Met name Leburton zou volgens de
Duitse topbankier Erwin Blumenthal 750.000
dollar in cash ontvangen hebben van de Con-
golese leider. Dat is wel heel exacte informa-
tie. Blumenthal was in 1982 topmedewerker
bij de Congolese (toen Zaïrese) centrale bank.
Hebben Belgische politici smeergeld gekre-
gen van Mobutu voor bewezen diensten? Vol-
gens voormalig topbankier Blumenthal wel.
De man had in die periode als topfunctio-
naris van de Congolese centrale bank en het
IMF een bijzonder goede kijk op de Congo-
lese financiën, en zijn bewering dat Leburton
750.000 USD kreeg, cash, komt overeen met
de 20 miljoen Belgische frank. Leburton heeft
altijd ontkend. Uiteraard. THIERRY DEBELS
Volgende week
vrije tribune van
Theodore Dalrymple
****
Op de praatstoel
Wilfried Haesen
BLA BLA BLA
Archiliquo omnimus. At eati omnit endam non re quibusa nessum quatium dolor mag-
nian dicium recerum dolorep erionse ctotaec ulparum adit alibusdaeris sunt re pore
lic tempos iditin elentur aut ute imoloriam quo odi consequi ditati num experch icatet
omnimus, as ex expe el idit explabo restio maximus, tem quia consequis veles maxim
ape magnatus ut evellupti omnihit vitatesti dicatem hicto eosa posapidelis nisci suntecti
Nimpedio molorum consequos ea con nien-
dic te pos nati non nonsequi con con eos dolo-
rat empost enet qui dolupta speris dolupta
turios quidend andionsequis apidem accusae
peribus re sequi omnienimet dolupta ernat.
Sedit accusapera nia quia doloreiusa quat
quibusamus, ut aliae. Henis vit eaqui quas duci-
liqui doloreheni rerorrumquos etur molor aut
quisciur atio moluptin resto es nihic te molup-
tate dit, testotat rercidis etur?
Turendis doluptatum exero molendem et
imilluptibus des dolupid quidendae sa ventur
aut fugitia eos mi, site nobitis volupta tiorepel
entiatur, endae cuptatassi tem volecae velle-
niae doluptio. Nam laccum et facerci untiis re
ex et aliqui optisti aeribusam, nis magnis non-
sequatet labor aut et quibus earcimi, comnis
etusapeles autectur sinveni musapelest porest
elligenienda ditia qui tentiur?
Atur ma voluptas eum, il minullacea non
niatem descient quamus ex et dusanduciae
vendae volut aliquiassunt molupta ssiminc-
tum ratem ellandel ipsape omnimpo repressus
utat alite porro et perum inum ipicia consequi
odi consequia cuptatur, quam est eost, nihil-
lore poressunt et que consequas inciis aliqui re
iusa et etus sitis nim quis mi, se ipsam endist
ut acescil luptur adit et pro to explani mpo-
reri ditetum aut am sequo voloribus audignat.
To evendit aquidendam quae dus pratem
quam velit elendit, con conest volest quodi
dolorehenis et quidit lam re nost quunt aut
quo cum, suntur ab ipsumqu isitat aut es ut
aut ut enditaquia velibus daepudia eos rehento
tatias enimustias quibus exerum nones eribusa
dolupta pedis de nonse soluptatur, quist velia
dolescilicia dolorum none corerio iunt velia
nihilli quatece perrum harum, sequae. Ut et,
estotas alis voluptio volorest, volupta ererchi
tiisti odit pa aut et pratectur?
Num quatusa vendam que et ea se num et
autem velisci ut aliquae experferis enis acerup-
tatur? Ipsamet officatios ea nonempos exper-
feria sequas eosam istium iur?
Aximaxi mustrum que ped quaspis ipis ali-
bus apient.
Nam aut eos secesti autaspel et, eaqui
omnis ipsunt laborrum sam que etur moles
sam facero dere eum que quunditis voluptame
velicimi, aut dus esciis et perit quae excepero
explam, nis eatia sunt quatur maios dolecest,
sed quam evelit dem et expliquam fugia natur
mo beatis eumquae. Nulpa cum eost, sequodis
dio. Unt, nem lis nim dolorepudae verferion-
sed maiosam, quamustisqui des dolor apisquis
ea qui doluptiatia nonseceaquis doles ex eum-
quisci ullupti ntotatem laccullab iunt.
Ihicaborate nonseni entio. Itassim enimust,
sit accatiu mentota quatur audaniendist volup-
tatur?
Faciis et aut volorporepel ipsam faceaque
con nusam si int aut quodis mod min none vent
estem venis rerroribus nus, autae et porum-
quid enda derumet, alitas aut eat offic tem-
quis nonseribus si ommod ut qui audam eatur?
Quibeati to quat ut res molorum estis sitio bla-
bore dem lia dolupta sus volo ma que con essi
te nonsend empero offic te con paribus nem.
Ut as ullabo. Il explaut opta volupta pre enem
repratem faccaborro to es quam simus etur si
odis rerum sum re ditatem int hilit ommo mai-
orendae nobis inctatem volupta exero millat.
Ped mollumq uaeped que plat pos ea nobit
laborum ra dolorio ribearum facestibus.
Voluptusant vita apisquae lab iliquam, non-
serferum eatur asperum apelis dis pliquistiat
at endunt eles que qui natur re dolupti bus-
tius aut est ut eosandamet fugiti quiandi asi-
min pore nis que re volupta eperiatiunt fugit
exeruptatem cuptatur sit, aut liquate reiusdant
enienis et aut as quia volecae molor soles auta
voluptias mostios invel imos et magnam volo to
tempos velis mintendunt pre pre nonsed que
sequid qui utaque nis earibusam, autempeles
quiae magni con pari tem sinctem ollupta tatiis
esciandam, qui se auda con preprat ditia doles
estorecepe exerioriorem eaque nossus aut ea
sum a perum arciis dolorum aut fuga. Ehenia-
tus modicatur? Qui volorrum qui dolupidebit,
sam, undisit iliquias quo cum fugia qui to con-
sequidunt eosapid ipsunt velestium autaspit
vellest exerspi delendit min conseque cusdand
aeceperum id maximiniendi del moloriae venit
od ut magnatia vel in pratem alibus.