SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 11
Welkom in de vijfde les!
Vind je het eten in België duur?
Is het eten duurder in jouw land?
Wat is een feestmaaltijd in jouw land?
Koken de mensen zelf op een feestdag?
Gaan de mensen in jouw land vaak op restaurant?
Discussie
één stuk taart twee stukken taart
twee stuks taart
een krop sla een slaatje(/salade)
de tomatensaus
de sinaasappelsaus
de honingvinaigrette
een pan
een kookpan
een frituurpan
Er staan ratten op het menu.
Beter gezegd
NOG GEEN NOG NIET
Heeft Donald al plannen?
Nee, hij heeft nog geen echte
plannen.
Heeft Paolo al gegeten?
Nee, hij heeft nog niet gegeten.
Heeft Paolo al brood gekocht?
Nee, hij heeft nog geen brood
gekocht?
Heeft Donald Fernando al
teruggezien?
Nee, hij heeft hem nog niet
teruggezien.
OPGELET!
1. nog geen  voor onbepaald substantief
Heb je al een cadeautje gekocht?
Nee, ik heb nog geen cadeautje gekocht.
2. nog niet  alle andere gevallen
Is Donald al in Gent geweest?
Nee, hij is nog niet in Gent geweest.
Negatie van al
0 vandaag van de week
deze week
vrijdag van de maand
deze maand
- 1 gisteren vorige week
een week
geleden
vorige vrijdag vorige maand
een maand
geleden
- 2 eergister
en
twee weken
geleden
vrijdag twee
weken geleden
twee maanden
geleden
- 3 drie
dagen
geleden
drie weken
geleden
vrijdag drie
weken geleden
drie maanden
geleden
Verleden tijd
OPGELET!
1. serie: eergisteren – gisteren – vandaag – morgen –
overmorgen
2. antoniemen: vorige (week, maand) volgende (week,
maand)
- Wie is er aan de beurt?
- Ik.
- Wat mag/zal het zijn, meneer?
- Een rode kool, alstublieft.
- Zegt u het maar, mevrouw.
- Mag ik één kilo boontjes?
- (Verder) nog iets?
- Nee, dat is alles.
In de winkel
- Hoeveel wegen deze doosjes?
- Dit zijn doosjes van 250 gram, meneer.
- Oké, geeft u maar een doosje.
- Hoeveel is het alstublieft?
- Dat is dan (samen) 3,35 euro.
- Alstublieft.
- En u krijgt drie stukken van 5 cent terug.
In de winkel
a. Werkwoorden van beweging met richting
Ik ben naar de bakker gelopen.
Hij is naar het station gefietst.
We zijn naar de overkant gezwommen.
b. Werkwoorden als vertrekken, beginnen, gebeuren,
blijven, gaan, komen, ontstaan, opstaan, worden,
vallen en zijn
Hij is om zeven uur gekomen.
Zij is om zes uur opgestaan.
Vera is op tijd thuisgekomen.
Perfectum met zijn
a. Werkwoorden van beweging zonder richting
Ik heb de hele weg gelopen.
Hij heeft veel gereisd.
We hebben de hele dag gefietst.
b. Werkwoorden met een direct object
Hij heeft soep gegeten.
Zij heeft bier gedronken.
We hebben ons huiswerk gemaakt.
c. Reflexieve werkwoorden
Ik heb me gewassen.
Ik heb me gehaast.
Lies heeft zich vergist.
Perfectum met hebben
a. Werkwoord veranderen
Ria is veranderd.
Paolo heeft zijn kamer veranderd.
b. Werkwoord vergeten
Ik ben zijn naam vergeten.
Ik heb/ben mijn tas vergeten.
c. Werkwoord verliezen
Hij heeft zijn boek verloren.
Hij is zijn boek verloren.
Perfectum met zijn of hebben
Wij zijn naar China gevlogen!
Wat zijn we moe… We hebben acht uur gevlogen!

Weitere ähnliche Inhalte

Andere mochten auch (17)

Vierde les
Vierde lesVierde les
Vierde les
 
Les 22
Les 22Les 22
Les 22
 
Les 15
Les 15Les 15
Les 15
 
Les 16
Les 16 Les 16
Les 16
 
Les 23
Les 23Les 23
Les 23
 
Les 12 finaal
Les 12   finaalLes 12   finaal
Les 12 finaal
 
Les 21
Les 21Les 21
Les 21
 
Les 4
Les 4Les 4
Les 4
 
Les 24
Les 24Les 24
Les 24
 
Les 3
Les 3Les 3
Les 3
 
Les 20 finaal
Les 20   finaalLes 20   finaal
Les 20 finaal
 
Les 2
Les 2Les 2
Les 2
 
Les 5
Les 5Les 5
Les 5
 
Zestiende les
Zestiende lesZestiende les
Zestiende les
 
Deel 8 les 1 (actieve transfer)
Deel 8 les 1 (actieve transfer)Deel 8 les 1 (actieve transfer)
Deel 8 les 1 (actieve transfer)
 
Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 1 (introductie en motivatie)
 
Les 14
Les 14Les 14
Les 14
 

Ähnlich wie Vijfde les

Ähnlich wie Vijfde les (10)

Vijfde les
Vijfde lesVijfde les
Vijfde les
 
Zestiende les
Zestiende lesZestiende les
Zestiende les
 
Zestiende les
Zestiende lesZestiende les
Zestiende les
 
Zestiende les
Zestiende lesZestiende les
Zestiende les
 
Zesde les
Zesde lesZesde les
Zesde les
 
Vierde les
Vierde lesVierde les
Vierde les
 
Vierde les
Vierde lesVierde les
Vierde les
 
Twintigste les
Twintigste lesTwintigste les
Twintigste les
 
Les 11 finaal
Les 11   finaalLes 11   finaal
Les 11 finaal
 
Derde les
Derde lesDerde les
Derde les
 

Mehr von svencerulus

Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 6 les 3 (actieve transfer)
Deel 6 les 3 (actieve transfer)Deel 6 les 3 (actieve transfer)
Deel 6 les 3 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)svencerulus
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)svencerulus
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)svencerulus
 
Drieëntwintigste les
Drieëntwintigste lesDrieëntwintigste les
Drieëntwintigste lessvencerulus
 
Tweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste lesTweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste lessvencerulus
 
Eenentwintigste les
Eenentwintigste lesEenentwintigste les
Eenentwintigste lessvencerulus
 
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)svencerulus
 

Mehr von svencerulus (20)

Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)Deel 7 les 1 (actieve transfer)
Deel 7 les 1 (actieve transfer)
 
Deel 6 les 3 (actieve transfer)
Deel 6 les 3 (actieve transfer)Deel 6 les 3 (actieve transfer)
Deel 6 les 3 (actieve transfer)
 
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
Deel 7 les 1 (introductie en motivatie)
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
 
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
Deel 6 les 3 (introductie en motivatie)
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
 
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)Deel 6 les 2 (actieve transfer)
Deel 6 les 2 (actieve transfer)
 
Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)
 
Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)Deel 6 (soap)
Deel 6 (soap)
 
Drieëntwintigste les
Drieëntwintigste lesDrieëntwintigste les
Drieëntwintigste les
 
Tweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste lesTweeëntwintigste les
Tweeëntwintigste les
 
Eenentwintigste les
Eenentwintigste lesEenentwintigste les
Eenentwintigste les
 
Twintigste les
Twintigste lesTwintigste les
Twintigste les
 
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
Deel 11 les 2 (introductie en motivatie)
 
Negentiende les
Negentiende lesNegentiende les
Negentiende les
 
Negentiende les
Negentiende lesNegentiende les
Negentiende les
 
Achttiende les
Achttiende lesAchttiende les
Achttiende les
 
Zeventiende les
Zeventiende lesZeventiende les
Zeventiende les
 
Zeventiende les
Zeventiende lesZeventiende les
Zeventiende les
 
Zeventiende les
Zeventiende lesZeventiende les
Zeventiende les
 

Vijfde les

  • 1. Welkom in de vijfde les!
  • 2. Vind je het eten in België duur? Is het eten duurder in jouw land? Wat is een feestmaaltijd in jouw land? Koken de mensen zelf op een feestdag? Gaan de mensen in jouw land vaak op restaurant? Discussie
  • 3. één stuk taart twee stukken taart twee stuks taart een krop sla een slaatje(/salade) de tomatensaus de sinaasappelsaus de honingvinaigrette een pan een kookpan een frituurpan Er staan ratten op het menu. Beter gezegd
  • 4. NOG GEEN NOG NIET Heeft Donald al plannen? Nee, hij heeft nog geen echte plannen. Heeft Paolo al gegeten? Nee, hij heeft nog niet gegeten. Heeft Paolo al brood gekocht? Nee, hij heeft nog geen brood gekocht? Heeft Donald Fernando al teruggezien? Nee, hij heeft hem nog niet teruggezien. OPGELET! 1. nog geen  voor onbepaald substantief Heb je al een cadeautje gekocht? Nee, ik heb nog geen cadeautje gekocht. 2. nog niet  alle andere gevallen Is Donald al in Gent geweest? Nee, hij is nog niet in Gent geweest. Negatie van al
  • 5. 0 vandaag van de week deze week vrijdag van de maand deze maand - 1 gisteren vorige week een week geleden vorige vrijdag vorige maand een maand geleden - 2 eergister en twee weken geleden vrijdag twee weken geleden twee maanden geleden - 3 drie dagen geleden drie weken geleden vrijdag drie weken geleden drie maanden geleden Verleden tijd OPGELET! 1. serie: eergisteren – gisteren – vandaag – morgen – overmorgen 2. antoniemen: vorige (week, maand) volgende (week, maand)
  • 6. - Wie is er aan de beurt? - Ik. - Wat mag/zal het zijn, meneer? - Een rode kool, alstublieft. - Zegt u het maar, mevrouw. - Mag ik één kilo boontjes? - (Verder) nog iets? - Nee, dat is alles. In de winkel
  • 7. - Hoeveel wegen deze doosjes? - Dit zijn doosjes van 250 gram, meneer. - Oké, geeft u maar een doosje. - Hoeveel is het alstublieft? - Dat is dan (samen) 3,35 euro. - Alstublieft. - En u krijgt drie stukken van 5 cent terug. In de winkel
  • 8. a. Werkwoorden van beweging met richting Ik ben naar de bakker gelopen. Hij is naar het station gefietst. We zijn naar de overkant gezwommen. b. Werkwoorden als vertrekken, beginnen, gebeuren, blijven, gaan, komen, ontstaan, opstaan, worden, vallen en zijn Hij is om zeven uur gekomen. Zij is om zes uur opgestaan. Vera is op tijd thuisgekomen. Perfectum met zijn
  • 9. a. Werkwoorden van beweging zonder richting Ik heb de hele weg gelopen. Hij heeft veel gereisd. We hebben de hele dag gefietst. b. Werkwoorden met een direct object Hij heeft soep gegeten. Zij heeft bier gedronken. We hebben ons huiswerk gemaakt. c. Reflexieve werkwoorden Ik heb me gewassen. Ik heb me gehaast. Lies heeft zich vergist. Perfectum met hebben
  • 10. a. Werkwoord veranderen Ria is veranderd. Paolo heeft zijn kamer veranderd. b. Werkwoord vergeten Ik ben zijn naam vergeten. Ik heb/ben mijn tas vergeten. c. Werkwoord verliezen Hij heeft zijn boek verloren. Hij is zijn boek verloren. Perfectum met zijn of hebben
  • 11. Wij zijn naar China gevlogen! Wat zijn we moe… We hebben acht uur gevlogen!