2. Discussie
In deze tijden van economische crisis kan je maar
beter goed investeren. Geld is gevoelig aan inflatie,
dus kunst lijkt me een betere investering!
1.Bespreek met je gesprekspartner wat jij hiervan
vindt. Vind je dat normaal in deze moderne tijd of
juist niet?
2.Zou je zelf kunst kopen als investering?
3.Rapporteer nadien wat je te weten bent gekomen
aan de hele klas.
3. Conjuncties van toegeving
1. Hoofdzin + bijzin
HOOFDZIN BIJZIN
SUBJECT VERBUM LINK SUBJEC
T
REST VERBUM
Vera zit te lezen hoewel ze eigenlijk moet
studeren
Anton slaapt ofschoo
n
hij niet gewerkt
heeft.
2. Bijzin +
hoofdzin
BIJZIN HOOFDZIN
LINK SUBJE
CT
RES
T
VERBU
M
VERBUM 1 SUBJECT VERBUM
2
Hoewel ik moe ben, ga ik uit.
Ofschoo
n
Jan bang is, gaat hij mee.
4. Oplossingen
1. Ik ben moe. Ik werk toch door.
Hoewel ik moe ben, werk ik toch door.
2. Roodkapje bleef niet op de weg. Haar moeder had
het gevraagd.
Hoewel haar moeder het gevraagd had, bleef ze
niet op de weg.
3. Hij had beloofd geen koekjes te stelen. Hij nam ze
uit de doos.
Hoewel hij beloofd had geen koekjes te stelen,
nam hij ze uit de doos.
4. Darius heeft een hartziekte. Hij loopt in onze tuin.
Hoewel Darius een hartziekte heeft, loopt hij in
onze tuin.
5. Oplossingen
1. Ik vond zijn doctoraatsverdediging briljant.
Ik vond die doctoraatsverdediging van hem briljant.
2. Je staat beeldig in je nieuwe jurk.
Je staat beeldig in die nieuwe jurk van jou.
3. Hoe heette mijn professor filosofie alweer?
Hoe heette die professor filosofie van mij alweer?
4. Onze hond is heel intelligent.
Die hond van ons is heel intelligent.
5. Sorry dat ik je dit zeg, maar je paard lijkt me nogal lui.
Sorry dat ik je dit zeg, maar dat paard van jou lijkt me
lui.
6. De politie heeft haar paspoort teruggevonden.
De politie heeft dat paspoort van haar teruggevonden.