De slides tonen de werkwijze rondom het Improvement Model. Het Improvement Model is een vernieuwend kwaliteitsmodel. Het is een kwaliteitskeurmerk, maar veel meer dan dat.
Het model is primair een denkmodel dat een herordening in de zorg ondersteunt. En niet zomaar een herordening. Nee, de meest fundamentele die er maar zijn kan. Een herordening van het systeem / de organisatie naar de klant. En dan de klant als burger. Wiens grootste drijfveer in de kern is om 'mee te doen'. Zorgorganisaties kunnen aan de hand van het Improvement Model geleidelijk en op eigen tempo de puzzel opnieuw leggen.
Door een Improvement Wizard in te vullen over het klantproces, het medewerkerproces en het organisatieproces ontstaat er - op basis van uitkomsten en resultaten van de zorg - een geaggregeerde score en kleur (rood, oranje, groen).
Deze uitkomst zegt primair iets over de mate waarin de klant het vertrekpunt is in de organisatie, maar ook hoe de bedrijfsvoering van de organisatie is opgebouwd, welke kwaliteit en veiligheid wordt geboden én wat de maatschappelijke resultaten en opbrengsten van de geleverde zorg zijn.
Het model bevat alle wet- en regelgeving waaraan een zorgaanbieder moet voldoen, zodat je ook echt in één keer klaar bent.
Is de score afdoende? Dan kan een organisatie zich door een Certificerende Instelling laten certificeren.
Het Improvement Model omhelst een uniek instrumentarium in de vorm van een denkmodel, toetsingskader, inrichtingskader én slimme tooling, welke het mogelijk maakt om op een andere manier de maatschappelijke opdracht vorm te geven en resultaten te laten zien. 'Maatschappelijke verantwoording nieuwe stijl' noemen we dat.
Deze slides zijn onderdeel van de e-learningomgeving, waarmee auditoren of experts op gebied van het Improvement Model hun opleiding kunnen volgen en assessment kunnen afleggen, om daarmee hun persoonlijke certificering te behalen.
In deze slides ziet u stap 4 van het proces dat de auditor doorloopt. Na de eerste dag wordt nu de tweede dag uitgevoerd. Interviews en bijstellen van de wegingen ten aanzien van de rode draad, maar ook onderzoek naar de kwaliteit van de dossiervoering.
2. 2
De audit is gestart, de informatie is verzameld en het beeld begint zich af te tekenen op basis van de analyse.
Wat ontbreekt er nu nog?
Wat is onduidelijk? Wie moet er gesproken worden?
De tweede dag kan beginnen!
3. 3
Op de tweede dag is dit het programma:
1.Uitvoeren interviews en nader onderzoek
2.Vaststellen uitkomsten rode draad
3.Bijstellen wegingen
4.Onderzoek kwaliteit dossiers, voorwaardelijke eisen en overige eisen
5.Meedelen tussentijdse scores
4. 4
In detail ziet het programma er als volgt uit:
5. 5
U heeft vastgesteld welke onderdelen u meer dient te onderzoeken. Het interviewmodel kan hierbij behulpzaam zijn.
6. 6
Maak met de extra informatie uw onderzoeksonderwerpen compleet
7. 7
Nu de foto scherp is, vult u dan de vier thema’s in format 2. U heeft daarmee de uitkomsten van de 4 thema’s op de rode draad helder. Nu heeft u de volledige analyse uitgevoerd en kunt u terug naar het dashboard.
8. 8
Per thema van de rode draad neemt u uw bevindingen, en u neemt de desbetreffende bijlage.
Maak ook de samen- vatting onderaan.
Ga na over welke indicatoren het gaat en zoek deze indicatoren op.
9. 9
Zoek deze op in het dashboard. Maak een tweede sessie (genaamd ‘externe audit’) aan. En stel scores die niet 0 zijn, maar niet goed uit de analyse komen, bij naar 0. Vul de toelichting in.
10. 10
Neem de samenvattingen van format 2 over in format 3. Zo krijgt u van de samenvattingen per thema ook een samenvatting op de 7 hoofdstukken van het Improvement Model.
11. 11
Neem in de sessie van de externe audit op onder de eindscore > de samenvatting van de vier thema’s uit format 2.
Deze toelichtingen worden in het te exporteren rapport opgenomen.
12. 12
Neem in de sessie van de externe audit op onder de eindscore > de samenvatting van het hoofdstuk uit format 3 bij het desbetreffende hoofdstuk. Let op: Gebruik voldoende witregels voor de leesbaarheid en knip en plak de tekst via ‘kladblok’ voor het in de tool te plakken).
13. 13
Bekijk dan de indicatoren die genoemd zijn in deze bijlagen. Neem een steekproef in de dossiers per indicator. Scores op groen maar niet terecht? Stel dan bij naar 0.
14. 14
Gebruik ook hiervoor voor de controle van de organisatie- indicatoren een export naar Word.
(zie ‘uitvoeren van de eerste dag’).
Bekijk de klant- en medewerker-indicatoren in het Improvement Dashboard.
15. 15
Aandachtspunt bij de voorwaardelijke eisen
Let bij het bijstellen van de voorwaardelijke eisen op. Bekijk deze in het dashboard waar u de scores reeds bijgesteld hebt. Klant- en medewerkerindicatoren die nu ‘0’ zijn geworden dient u nu te onderzoeken. Is er geen enkel dossier goed gevuld? Dan is het een belemmering voor certificatie.
Is er wel een dossier dat aan de eisen voldoet? Dan blijft de score ‘0’ (immers, in de steekproef bleek eerder dat niet alle dossiers op orde waren), maar het is geen belemmering voor certificatie!
16. 16
Aandachtspunt bij de overige eisen
Neem een steekproef in de indicatoren en laat de contactpersoon van de organisatie de bewijslast toelichten.
Onvoldoende duidelijk of onvoldoende bewijslast?
Stel dan de indicator naar 0 bij.
17. 17
Onderzoek naar deze laatste drie onderdelen is misschien nog niet afgerond. De voorlopige score (op basis van dus vooral de rode draad > het organisatiebeeld) moet doorgegeven worden, zodat het bestuur hier vast op kan reflecteren. De laatste onderzoeken worden op de komende dag afgerond.
18. 18
Draai hiervoor de bijlage van het rapport uit.
Onderbouwingen, toelichtingen en samenvatting van de rode draad is hierin opgenomen.