4. Inhoud
1. Introductie
2. Een paar cijfers om de stelling te betrekken dat
Nederland en België veel dingen anders doen maar
ongeveer op dezelfde plek uitkomen, dat de
organisatie meer verschilt dan de uitkomsten.
3. Een korte begripsgeschiedenis van de
“participatiesamenleving”
4. Een micro sociologische kritiek van die participatie
samenleving.
5. Een paar lessen die mogelijk ook derden relevant zijn.
| 4
5. | 5
Nederland en België lijken erg in allerlei opzichten op elkaar. Toch
zijn er in het oog springende verschillen. Deze komen uit de OECD
studie ‘Health at a glance’, 2018.
Zorguitgaven per hoofd
België Nederland
4840 5300
Ziekenhuis-bedden per 1000
6 4
Levensverwachting 81,1 81,6
Levensverwachting, verschil
door (lage) opleiding (M/V)
9/7 5/5
Suïcide per 100.000 18 11
Alcohol in liters per jaar
12 8
Fruit etende jongeren in procent 55 45
6. | 6
Vertrouwen, CBS, 2012
België Nederland
Medemens 46 65
Nationaal
parlement
44 52
rechtstaat 44 67
politie 66 77
politici 31 50
Politieke
partijen
30 48
Europees
parlement
47 45
Duitsland
41
39
60
77
20
18
32
Belgen zijn wat wantrouwender dan Nederlanders
Of lijken Belgen
eerder op Duitsers?
7. | 7
En Vlamingen zijn ook meer op zichzelf dan Nederlanders. CBS 2012
8. Het project van de UvH | 8
En in parlementaire zin: meer structuren,
zelfde versplintering
België, Vlaanderen Nederland
Regeringen sinds 1994 10 (v) 12 (b) 9
Partijen in parlement (2019) 7 (v) 10 (b) 14
Totaal parlementen en
regeringen per land
7/7 * (ruwe schatting) 2/1
9. | 9
…Het leefpatroon en de politieke cultuur
verschillen, maar de levensduur en de
regeringsduur is dan weer ongeveer gelijk…
10. Het project van de UvH | 10
Zelfde bestemming, andere weg – tijd voor
de scenic route.
11. “Het is onmiskenbaar dat mensen in onze
huidige netwerk- en informatiesamenleving
mondiger en zelfstandiger zijn dan vroeger.
Gecombineerd met de noodzaak om het tekort
van de overheid terug te dringen, leidt dit ertoe
dat de klassieke verzorgingsstaat langzaam maar
zeker verandert in een participatiesamenleving.
Van iedereen die dat kan, wordt gevraagd
verantwoordelijkheid te nemen voor zijn of haar
eigen leven en omgeving.”
Troonrede (een soort ‘regeringsverklaring’),
september 2013.
| 11
13. | 13
De kritiek was niet mals
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019
Minister-president
Mark Rutte in
2014: “Het was
nooit een
einddoel”
(…Mattheus
27:24…)
Frequentie van het gebruik van het woord
“participatiesamenleving” in parlementaire
stukken
16. Verzorgingsstaat debat wordt al decennia
gestuurd door retoriek van de crisis
1. Economie en in het bijzonder werkgelegenheid
- 1978-1981 Oliecrisis
- 1991-1994 WAO crisis
- 2008-2010 Financiële crisis
2. Overheidsuitgaven en in het bijzonder efficiëntie
- 1985- heden New Public Management
- 2000-heden Digitalisering
3. Demografische veranderingen en in het bijzonder
immigratie en vergrijzing
- 1970-heden Dalende geboortecijfers en
toenemende levensverwachting
- 1990- heden Groeiende immigratie
4. Individualisme en in het bijzonder misbruik van
voorzieningen
- eeuwig
>> Kwestie van tijd voor de participatiesamenleving in een of
andere vorm weer terugkeert. | 16
17. 1970 1980 1990 2000 2010 2015
Inkomens-
bescherming
11,4 17,6 17,4 11,2 12,1 12,7
Collectieve zorg 2,8 4,6 5,3 6,0 9,4 9,6
Uitgaven voor
inkomens-
zekerheid en
zorg
14,2 22,2 22,7 17,2 21,5 22,3
Totale
collectieve
uitgaven
32 40 40 38 45 49
Berichten over het verdwijnen van de verzorgingsstaat zijn
schromelijk overdreven
Overheidsuitgaven voor inkomensbescherming en zorg in procenten van de economie, De Kam, 2015 p. 35
18. | 18
Maar er is wel fors bezuinigd.
2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
bezuiniging 8 10 13 20 26 30 33
Lasten
verzwaring
1 2 13 18 19 20 21
Totaal
ombuiging
9 12 26 38 45 50 54
Bedragen in miljarden. De Kam, 2015, p. 37
19. Voor of tegen participatiesamenleving heeft
dus eigenlijk niet zoveel zin. Meer zin heeft
om culturele codes te proberen ontrafelen,
als ‘logisch’ gevoelde redeneringen.
Hoe worden die toegepast op:
1. De mensen die het werk doen ?
2. De mensen die van de voorzieningen gebruik maken?
3. De samenleving waarin het zich voltrekt?
4. De manier waarop het vorm gegeven wordt?
5. De wijze waarop we er over denken?
| 19
20. Wetgeving rondom
“participatie-samenleving”
- Zorgverzekeringswet:
ziektekosten
(gereguleerde
marktwerking, via eigen
verzekering)
- Wet langdurige zorg:
Verblijf in instelling,
(gereguleerde
marktwerking, via
premieheffing)
- Wet maatschappelijke
ondersteuning
Zelfredzaamheid,
dagopvang,
begeleiding,
• Jeugdwet
Opvang, bescherming
en reclassering tot 18+
• Participatiewet
bijstand, begeleiding
naar (beschut) werk
• Omgevingswet
inspraak, deliberatie
Landelijke werking Lokale werking (via gemeente,
pgb en eigen bijdrage)
| 20
21. ()Uitgaven sociaal domein (bron: CBS juni 2019)
2018* 2017
Zorgverzekeringswet 42,2 40,7
Wet langdurige zorg 19,4 18,2
Participatiewet 6,1 6,3
Wet
maatsch.ondersteuning
5,5 5,5
Jeugdzorg 3,1 2,9
22. 1. De mensen die het werk doen ?
… Hulp hoort aan de keukentafel …Fijner voor mensen
én voor de uitgaven wanneer zorgbehoevenden in de
eigen omgeving verzorgd worden in plaats van in een
tehuis of instelling….
1. Gemeenten bepalen welke zorg ze leveren en voor
wie. (Decentralisatie naar gemeenten; van recht
naar voorziening).
2. Zorgkosten zijn: 1. mensen, 2. spullen en 3.
gebouwen. Salaris is de logische post. Dat drukt
- collectief op het aantal hulpverleners: meer
vrijwilligers nodig
- individueel op hun salaris en
- cultureel op hun profiel.
>> resultaat: het verdacht maken van professionals;
status daling , voor welzijn en care
| 22
23. 2. De mensen die van de voorzieningen gebruik
maken?
…Gewoon is wie zelfredzaam participeert. Dat willen
gewone mensen toch het liefste? Snel weer op eigen
benen staan….
1. Verzekeringen. Zelf doen! Duur, ingewikkeld.
2. Hulpverlening: Wie geen netwerk heeft (en dus
vermoedelijk uitvalt) krijgt de opdracht een
netwerk te zoeken.
>>Het verdacht maken van afhankelijkheid.
Zelfredzaamheid als normaliteit betekent dat afhankelijk
niet gewoon is. Pakt uit als individualisering, hoezo heb
jij je niet bij verzekerd, je wist toch dat het moest?
| 23
24. 3. De samenleving waarin het zich voltrekt?
…Gewone mensen kunnen het zelf, samenleven. Dus als
het zelf kunnen, dan zullen ze ook wel allemaal zo’n beetje
gelijk zijn…
Maar de realiteit bestaat uit grote verschillen, mede
gedreven door opleiding
1. in inkomen, gezondheid, kwaliteit van leven
2. in mobiliseren van hulp.
3. in participatie
>>Het verdacht maken van ongelijkheid, handhaven of
vergroten van tegenstellingen
| 24
25. 4. De manier waarop het vorm gegeven wordt?
…gewone mensen denken toch altijd hetzelfde, en hebben
dezelfde belangen? Conflicten zijn niet nodig, je kunt het
uitpraten. Meedoen met de overheid, met beleid is gewoon…
1. Ongelijkheid in actief burgerschap
- “Montessori democratie”: Informalisering en
juridisering van besluitvorming ten faveure van hoger
opgeleiden.
2. Verantwoordelijkheden raken zoek
- wie bedacht die decentralisatie van de jeugdzorg nou
precies?
3. Omgang met diversiteit moeizaam
- culturele of emotionele meerderheid eist
vanzelfsprekende rechten
- verdachtmaking van culturele minderheidsclaims.
>>Gevolg is het verdacht maken van (representatieve)
politiek.
| 25
26. 5. De wijze waarop we er over denken?
…Omdat gewone mensen de samenleving maken is kennis
van onderzoekers, routiniers en experts niet veel waard…..
1. Verdachtmaking wetenschap (klimaat, immigratie,
letteren) als “linkse hobbies”.
2. Expertise bij overheid verdwijnt richting markt,
departementen worden zwakker en zwakker
>>Waar het populisme de participatie-samenleving
kruist: het verdacht maken van expertise.
| 26
28. Drie culturele codes van de participatie samenleving
1. De verzorgingsstaat verhindert (door bureaucratie,
stijgende kosten, paternalisme) dat gewone mensen
tot wasdom komen: voor verheffing is een echte civil
society nodig.
2. Er is zoiets als het genus gewoon mens of gewone
mensen, wier kundigheid en mondigheid helpt de
balans of sociale cohesie tussen overheid en burgers
weer te herstellen
3. Nabijheid is beter dan afstand en zelf doen is beter
dan geholpen worden.
| 28
29. | 29
• Participatie betekent dan
- de overheid stapt terug
- hoger opgeleide burgers leggen een
by-pass aan (“eigen kracht”)
- De rest mag het uitzoeken.
30. | 30
Drie misverstanden.
1. Participatie is deel van
verzorgingsstaat, geen alternatief.
2. Participatie is vaak het probleem niet.
Forse delen van de publieke sector
lijden onder liberalisering en
decentralisering, denk aan: Jeugdzorg,
beschut werk, integratie, onderwijs.
3. We trekken liever op met bekenden
dan met vreemden, behalve als het
intiem wordt. Dat is twee keer slecht
nieuws voor wie veel van burgers
verwacht.
31. “Alternatieve participatie-samenleving
1. Eerherstel voor eer
(anonieme afhankelijkheid,
niet van familie)
2. Bestrijden meritocratie waar
het om politiek en
democratie gaat, burgerschap
als ambt
3. Vast werk in plaats van losse
contracten
| 31