SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 24
Downloaden Sie, um offline zu lesen
www.siemens.nl/bcmonderzoek 
Aandacht voor Business Continuity 
Onderzoek naar de status van Business Continuity Management in Nederland 2014
november 2014 
Inhoud 
1 Voorwoord 5 
2 Managementsamenvatting 6 
3 Inleiding 8 
4 Het belang van continuïteitsmanagement 12 
5 Hoe wordt continuïteitsmanagement in organisaties vormgegeven? 13 
6 Business continuity: risico’s, maatregelen en kansen 14 
7 Welke rol speelt de overheid bij continuïteitsmanagement? 19 
8 Onderzoeksverantwoording 21 
9 Literatuuroverzicht 23 
3 
De status van Business Continuity Management in Nederland
4 november 2014 
De status van Business Continuity Management in Nederland
november 2014 
Voorwoord 
Beste Lezers, 
Onze wereld verandert in een rap tempo. Megatrends zoals 
demografische verandering, urbanisatie, globalisering en 
klimaatverandering spelen daarbij een stuwende rol. Zowel 
de groeiende wereldbevolking als de stijgende welvaart ervan 
leiden tot een toenemende vraag naar grondstoffen en 
energie. 
Technologie speelt een zeer belangrijke rol bij het vormgeven 
van een duurzame en leefbare wereld. Siemens levert al ruim 
160 jaar vooruitstrevende en innovatieve technologie. 
Al sinds haar ontstaan staan de uitdagingen van de toekomst 
bij deze ontwikkelingen centraal. 
Duurzaamheid en continuïteit zijn leidende principes binnen 
de hedendaagse maatschappij en de organisaties die daarin 
functioneren. Dit leidt tot een groeiende aandacht voor 
continuïteitsmanagement in het algemeen en daarbinnen 
voor de rol die Safety- en Security oplossingen daarbij kunnen 
spelen. 
Voor u ligt het rapport dat is opgesteld naar aanleiding van 
het tweede onderzoek dat Siemens heeft gedaan naar de 
status van Business Continuity Management in Nederland. 
Het onderzoek is uitgevoerd onder het management van 
gebruikers van gebouwen- en infratechnologie. 
De steeds verdergaande automatisering en digitalisering van 
de (ondersteuning) van het primaire proces, biedt nieuwe 
mogelijkheden én creëert nieuwe kwetsbaarheden. 
De aandacht voor business continuity management helpt om 
de voorwaarden te scheppen waaronder uw organisatie haar 
doelstellingen kan blijven realiseren, of het nu ten faveure 
van de eigen stakeholders is of, zoals bij de vitale infrastructuur, 
ook voor de continuïteit van de BV Nederland. 
Ik wens u veel leesplezier en ga graag met u in gesprek over 
de rol van technologie bij het borgen van de continuïteit van 
uw faciliteiten. 
Met vriendelijke groet, 
Roel Aldenkamp 
Manager Enterprise Security 
1 
5 
De status van Business Continuity Management in Nederland
november 2014 
Managementsamenvatting 
De tegenwoordige maatschappij kenmerkt zich door een toenemende (technische) 
verbondenheid van systemen en organisaties. Het World Economic Forum heeft het over 
‘digital hyperconnectivity’. Naast vele voordelen leidt deze verbondenheid ook tot nieuwe 
risico’s. Niet alleen zijn organisaties steeds afhankelijker geworden van technische 
infrastructuur, het herkennen en beheersen van hun risico’s is daardoor steeds complexer 
geworden. In de Technologieverkenning 
Nationale Veiligheid wordt hiervoor door het RIVM 
gewaarschuwd. Verstoringen kunnen door de verregaande samenhang leiden tot ‘van te 
voren onbekende’ consequenties. 
2 
Een van de belangrijkste maatregelen voor organi-saties 
om risico’s te beperken is het voeren van 
continuïteitsmanagement of business continuity 
management. Siemens Building Technologies 
helpt haar relaties door oplossingen en diensten 
te leveren die incidenten voorkomen 
en beheersen 
op het gebied van branddetectie, blussing en ont-ruiming, 
security, klimaat- en energiebeheersing 
en incident- en crisismanagement. Vanuit deze 
positie doet Siemens regelmatig onderzoek naar 
de behoeften van haar relaties. Dit onderzoek 
naar de status van business continuity in 
Nederland is daar een voorbeeld van. Met dit 
onderzoek wil Siemens haar relaties informeren 
en inspireren en de mogelijkheid geven om 
zichzelf te vergelijken met andere organisaties. 
Dit onderzoek is eerder uitgevoerd in 2012. De 
resultaten van dit onderzoek worden vergeleken 
met het eerder uitgevoerde onderzoek. 
Continuïteitsmanagement staat nog steeds hoog 
op de agenda binnen organisaties. Maar liefst 70% 
van de respondenten geeft aan dat het structureel 
op de agenda staat bij het hoogste management. 
Dit resulteert bij 70% van de grotere organisaties 
ook in de aanwezigheid van een business 
continuity plan. Kleinere organisaties (minder 
dan 1000 werknemers) hebben in 50% van de 
gevallen een plan en blijven daarmee duidelijk 
achter. 
Uit de resultaten van dit jaar blijkt dat de verant-woordelijkheden 
voor continuïteitsmanagement 
duidelijk zijn belegd. Bij 93% van de respondenten 
is dit namelijk het geval. Dit is een forse stijging 
ten opzichte van het onderzoek uit 2012 waar het 
percentage 79% was. De verantwoordelijkheid 
voor de continuïteit wordt voornamelijk geacht 
in de ‘lijn’ te liggen. De directie (63%) en het 
operationele management (32%) worden door de 
respondenten het meest genoemd. Ook safety en 
security managers worden veel genoemd als 
(mede)verantwoordelijk (29%). In tweederde van 
de gevallen is de verantwoordelijkheid over meer 
dan één functie verdeeld. 
De beantwoording van de vraag waarop de focus 
van continuïteitsmanagement ligt is wezenlijk 
anders in vergelijking met de resultaten uit 2012. 
In 2012 werd aangegeven dat de focus voorname-lijk 
ligt op het beschermen van het productiepro-ces 
en werd het beschermen van informatie en 
informatiesystemen nauwelijks genoemd. Dit jaar 
ligt de focus overduidelijk op het beschermen van 
informatie en informatiesystemen. Deze focus 
wordt door 72% van de respondenten genoemd. 
Tweederde van de respondenten geeft aan dat de 
continuïteit van hun organisatie afhankelijk is van 
andere organisaties. 70% van de respondenten 
vindt dat het beschermen van de continuïteit van 
hun organisatie (daardoor) complexer geworden is. 
Met betrekking tot beschermingsmaatregelen zijn 
de uitkomsten vergelijkbaar met de uitkomsten uit 
2012. IT security wordt het meest als belangrijk 
tot zeer belangrijk genoemd (89%). In dit onder-zoek 
zijn proces control of SCADA systemen voor 
het eerst als aparte categorie gevraagd. 62% van 
de respondenten vindt de security van dergelijke 
systemen belangrijk tot zeer belangrijk. De andere 
maatregelen zoals brandbeveiliging, security en 
klimaatregeling worden, net als twee jaar geleden, 
voornamelijk als belangrijk tot zeer belangrijk 
gezien. 
Een zeer belangrijk onderdeel van business 
continuity is het vaststellen van de consequenties 
van een mogelijke verstoring. Dit wordt Business 
Impact Analyse (BIA) genoemd. In eerdere publica-ties 
is vastgesteld dat als er geen inzicht is in de 
impact van een verstoring er ook veelal geen 
maatregelen worden genomen. Dit jaar geven 
6 
De status van Business Continuity Management in Nederland
november 2014 
minder respondenten aan niet te weten wat 
de impact van een dag downtime is (35%). Dit 
percentage is nog steeds relatief hoog maar in 
2012 was het 52%. Er lijkt zich op dit punt een 
duidelijke verbetering af te tekenen. 
Dit jaar heeft het onderzoek een speciale focus 
gehad op de rol van de overheid bij business 
continuity. De overheid wordt gezien als een 
van de belangrijkste bronnen van informatie 
met betrekking tot risico’s die organisaties lopen. 
Er wordt daarnaast meer verwacht van de over-heid. 
Maar liefst 73% van de respondenten geeft 
aan dat de overheid door middel van het stellen 
van normen de continuïteit van (vitale) infrastruc-tuur 
dient af te dwingen. Ook respondenten uit 
deze vitale sectoren zijn hier in ruime meerder-heid 
voorstander van. 62% van de respondenten 
vindt zelfs dat de overheid verantwoordelijk zou 
moeten zijn voor de continuïteit van deze infra-structuur. 
Op de vraag of de overheid voldoende toezicht 
houdt, vindt slechts 21% van de respondenten 
het toezicht van de overheid onvoldoende. 
Wellicht is dat typisch Nederlands, de responden-ten 
verwachten meer sturing door normen van de 
overheid maar willen vervolgens niet te veel op de 
naleving ervan worden aangesproken. 
In de volgende hoofdstukken van dit rapport 
worden de resultaten uitgebreid beschreven en 
verbonden met maatschappelijke ontwikkelingen. 
Siemens nodigt u van harte uit om dit rapport 
verder te lezen en hoopt dat het een bijdrage 
mag leveren aan het vergroten van uw inzicht in 
continuïteitsmanagement. 
Wat is BCM? 
Business Continuity Management is een proces 
waarmee getracht wordt de continuïteit van een 
organisatie te waarborgen. Dit betekent het in 
stand houden van de belangrijkste, primaire of 
kritische processen. 
Allereerst betekent dit dat een organisatie zich-zelf 
goed moet kennen: wat zijn de belangrijkste 
en/of kritische processen? Wat is de relatie met 
andere interne of externe processen? Waarvan 
zijn ze afhankelijk? Vervolgens kan worden be-paald 
wat er gebeurt als deze verstoord worden: 
Wat voor verstoringen kunnen er optreden? Hoe 
groot is de kans op een verstoring? Wat kunnen 
de gevolgen zijn van een verstoring? 
Voordat er maatregelen en beleid kunnen worden 
geformuleerd dient er een dergelijke grondige 
‘Business Impact Analyse’ (BIA) plaats te vinden. 
Op basis van de uitkomsten van een BIA kunnen 
maatregelen worden geformuleerd op het gebied 
van preventie (beperking van de kans dat een 
verstoring optreedt), detectie (het tijdig detecte-ren 
van een verstoring), mitigatie (het beperken 
van schade) en herstel (het zo snel mogelijk her-stellen 
van de processen). 
Risico’s kenmerken zich door een mate van 
onzekerheid, immers als iets zeker is, is het 
geen risico. Wat wel zeker is aan risico’s, is dat 
ze continu veranderen onder invloed van vele in-en 
externe factoren en omstandigheden. Het 
eenmalig vaststellen van risico’s en maatregelen 
biedt daarmee maar een tijdelijke bescherming. 
Business Continuity Management (BCM) is 
een continu proces van het inventariseren van 
bedreigingen en risico’s en het vaststellen, 
implementeren en evalueren van maatregelen. 
Sinds jaren geldt de British Standard 25999 
als veruit meest gebruikte methodiek hiervoor 
(BCI 2012, Taylor 2012). Het biedt zowel een 
solide raamwerk als concrete ‘best practices’. 
Sinds begin 2012 is de ISO 22301 uitgebracht 
die deel 2 van de BS 25999 zal vervangen. 
7 
De status van Business Continuity Management in Nederland
november 2014 
Inleiding 
Risicomanagement vs Business continuity 
Business continuity en risicomanagement zijn 
onlosmakelijk met elkaar verbonden. Binnen een 
risicomanagementproces, zoals beschreven in de 
NEN 31000 (NEN_ISO 2009) zie figuur 1, worden 
risico’s geïdentificeerd, geanalyseerd en gewogen. 
Daarna worden maatregelen gedefinieerd om 
onaanvaardbare risico’s te beperken. 
Figuur 1: Risicomanagementproces conform NEN-ISO 
31000 Risicomanagement – principes en richtlijnen 
Business Continuity Management (BCM) is een 
proces dat als een van de maatregelen wordt inge-zet 
om risico’s te beperken. BCM richt zich daarbij 
met name op het beperken van de gevolgen van 
Het beheersen van risico’s is voor organisaties van levensbelang. Huidige maatschappelijke 
ontwikkelingen maken het beheersen van risico’s enerzijds belangrijker dan ooit en ander-zijds 
ook steeds complexer. Eén van de maatregelen voor het beheersen van risico’s is het 
voeren van continuïteitsbeleid of business continuity Management. In 2012 heeft Siemens 
hier voor het eerst een onderzoek naar gedaan (Siemens 2012). Dit rapport beschrijft de 
resultaten van het tweede onderzoek en vergelijkt deze met de eerdere resultaten. Siemens 
hoopt haar relaties een beeld te geven van de status van business continuity in Nederland. 
De informatie uit dit rapport is bedoeld om organisaties te informeren en te inspireren en 
kan gebruikt worden om het eigen organisatiebeleid te vergelijken met dat van anderen. 
Vaststellen van de context 
Communicatie en overleg 
Monitoring en beoordeling 
RISICOBEOORDELING 
Risico-identificatie 
Risicoanalyse 
Risico-evaluatie 
Risicobehandeling 
3 
verstoringen. Om de gevolgen van een verstoring 
te kunnen beperken is het evident dat deze gevol-gen 
allereerst goed in kaart gebracht moeten zijn. 
Een zogenaamde Business Impact Analyse (BIA) 
is daarom een belangrijk onderdeel van business 
continuity. Hier ligt een direct verband met het 
risicomanagement proces. Tijdens de risico 
identificatie fase worden de gevolgen, de conse-quenties, 
van de verschillende risico’s eveneens in 
kaart gebracht. 
In de hoofdstukken 4 en 5 worden de resultaten van 
dit onderzoek met betrekking tot respectievelijk het 
belang van continuïteitsmanagement en de wijze 
waarop dit vormgegeven wordt beschreven. Hierbij 
kunnen relaties worden gelegd tussen continuïteits-management 
en andere organisatorische functies 
die bepaalde risico’s voor organisaties behandelen. 
Door de steeds veranderende omstandigheden 
waarin organisaties opereren zijn zowel risicomanagement 
als business continuity management 
geen eenmalige acties maar doorlopende processen. 
In de huidige samenleving, waarin geopolitieke, 
technologische, sociologische en klimatologische 
veranderingen elkaar steeds sneller opvolgen, 
beïnvloeden en versterken, worden deze doorlopen-de 
risicoprocessen des te belangrijker. 
Verantwoording in een risicomaatschappij 
De socioloog Ulrich Beck heeft in 1986 de term risico-samenleving 
geïntroduceerd (Beck 1992). Hij bedoel-de 
daarmee niet dat de (westerse) samenleving 
onveiliger zou zijn geworden of dat we in een derge-lijke 
samenleving meer risico’s lopen. Het tegendeel 
8 
De status van Business Continuity Management in Nederland
november 2014 
is waar, we leven langer, gezonder, veiliger en welvarender 
dan ooit. Deze levenswijze betekent echter 
dat we ons veel bewuster zijn geworden van de 
risico’s die we lopen. Een voorbeeld daarvan is de 
vaststelling dat de Nederlandse bevolking zich onveiliger 
voelt terwijl het aantal incidenten afneemt. 
Dit risicobewustzijn in de samenleving leidt tot 
andere verhoudingen tussen overheid, burgers 
en organisaties. De veiligheidsrelatie tussen deze 
partijen dient (opnieuw) gedefinieerd te worden 
(Siemens 2013, Van Vollenhoven 2014). Binnen 
dit onderzoek is dan ook de rol van de overheid 
rond business continuity onderzocht. In hoofdstuk 7 
worden de resultaten van het onderzoek met betrek-king 
tot de rol van de overheid beschreven. 
Daarnaast zijn we onze wereld steeds meer als 
‘maakbaar’ gaan beschouwen. Vrijwel alle oorzaken 
van incidenten zijn bekend of worden achteraf 
bekend. ‘Domme pech’ bestaat daarmee niet meer. 
Alles is een risico geworden en risico’s kunnen 
worden vermeden of beheerst. Daarmee wordt 
verantwoordelijkheid geïntroduceerd. Immers als 
alles een risico is dat door middel van management 
kan worden vermeden of beheerst is er altijd een 
natuurlijk of juridisch persoon verantwoordelijk voor. 
Binnen organisaties leidt dit tot steeds meer aan-dacht 
voor risicomanagement (Accenture 2013). 
Risicomanagement verandert van een ‘showstopper’ 
in een ‘business enabler’. Moderne professionals 
die 
zich met risicomanagement bezig houden, zoals 
safety & security managers, business continuity 
managers, corporate risk officers e.d., staan steeds 
meer midden in de organisatie en beslissen mee 
over strategische bedrijfsprocessen. 
Het kennen van risico’s en risicomanagement ver-sterkt 
de mogelijkheden van organisaties en biedt 
kansen. Duidelijkheid en transparantie over risico’s 
en de behandeling ervan is steeds meer een 
vereiste in onze samenleving. Het afleggen van 
verantwoordelijkheid en compliancy nemen aan 
belang toe en staan hoog op de agenda binnen de 
meeste organisaties. In hoofdstuk 6 is beschreven 
hoe de respondenten in dit onderzoek hun kennis 
van risico’s beoordelen en hoe ze aan deze kennis 
komen. 
Risico’s in een ‘hyperconnected’ samenleving 
Zoals ook al in het Siemens rapport uit 2012 beschre-ven 
zijn personen, organisaties en overheden 
in toe-nemende 
mate met elkaar verbonden en van elkaar 
afhankelijk. Deze ontwikkeling zet zich versneld voort. 
Naast vele voordelen van deze ‘hyperconnectiviteit’ 
levert dat ook risico’s op: 
“Vitale processen en systemen raken steeds meer 
verknoopt, zowel onderling als met niet-vitale 
processen en systemen. De systeemsamenhang 
wordt complex. Eén kleine verstoring kan verstrek-kende 
– van te voren onbekende – consequenties 
hebben, die in vele andere systemen doorwerken.” 
(Technologieverkenning Nationale Veiligheid, 
RIVM, 2014) 
Het World Economic Forum noemt deze ontwikke-ling 
‘digital hyperconnectivity’. Waar digitalisering 
van processen oorspronkelijk is gestart om de 
efficiency van bestaande processen te verhogen 
zijn we er inmiddels totaal afhankelijk van geworden 
(WEF 2014a). 
9 
De status van Business Continuity Management in Nederland
november 2014 
Een voorbeeld van deze afhankelijkheid is bijvoorbeeld 
een fysieke ‘supply chain’. Zonder de 
bijbehorende ‘data flow chain’ stopt deze fysieke 
keten (Mensah, Merkuryev 2014, Wildring 2014). 
In dit onderzoek hebben we de respondenten 
gevraagd naar de afhankelijkheid van hun organi-satie 
van anderen. In hoeverre is het voortbestaan 
van organisaties, de continuïteit, afhankelijk van 
anderen? De antwoorden op deze vraag zijn 
opgenomen in hoofdstuk 6. 
Het Siemens onderzoek 
Siemens Building Technologies is wereldwijd een 
van de grootste leveranciers op het gebied van 
systemen, oplossingen en diensten op het gebied 
van fysieke veiligheid, comfort en energiemanage-ment. 
Het beheersen van risico’s bij haar relaties 
door het juist inzetten van technologie en diensten 
ziet Siemens Building Technologies als haar kern-taak. 
Door de vele veranderingen in de maatschappij 
en de invloeden daarvan op organisaties wordt 
de portfolio van Siemens continu aangepast en 
ontwikkeld. Siemens richt zich daarbij op langdurige 
relaties met haar afnemers en stelt zich 
meer en meer op als ‘trusted partner’ in plaats van 
leverancier. Binnen deze rol neemt het informeren, 
adviseren en prikkelen een belangrijke positie in. 
Naast het leveren, implementeren en langdurig 
in stand houden van brandbeveiligingssystemen, 
security oplossingen, incident & crisismanagement 
systemen, klimaatregelingen en energiemanage-ment 
levert Siemens een belangrijke bijdrage in 
maatschappelijke ontwikkelingen 
en debat. In dit 
kader heeft Siemens het onderzoek naar business 
continuity herhaald. 
Siemens hoopt dat de inhoud van dit rapport 
kan bijdragen in het verhogen van kennis en 
bewustzijn en het daadwerkelijk beheersen van 
(continuïteits)risico’s. Siemens staat open voor 
discussie, vragen en commentaar. Daarnaast 
kan Siemens assisteren bij het invullen van conti-nuïteitsmanagement 
binnen organisaties door het 
bieden van advies, (crisismanagement) 
trainingen 
en het implementeren van business continuity 
oplossingen. 
10 
De status van Business Continuity Management in Nederland
november 2014 
Het belang van continuïteitsmanagement 
De uitkomsten van het onderzoek uit 2012 lieten een duidelijke relatie zien tussen de 
omvang van een organisatie (in aantal medewerkers) en de aandacht voor continuïteitsmanagement. 
Dit jaar zijn de verschillen kleiner, de aandacht binnen kleinere organisaties 
is duidelijk gestegen. 
Continuïteitsmanagement staat duidelijk in de be-langstelling 
van het topmanagement. Voor vrijwel 
alle organisaties is het voortbestaan gedurende 
langere tijd een van de hoofddoelen. Het is daar-om 
geen verrassing dat continuïteitsmanagement, 
aandacht voor risico’s die de continuïteit mogelijk 
in gevaar brengen, de aandacht heeft. Slechts 
bij één op de zes organisaties is dit niet het geval 
(figuur 2). 
Kijkend naar de totaalresultaten lijkt het erop 
dat deze aandacht zich direct vertaalt in de aanwezigheid 
van een business continuity plan. Hier 
is echter een duidelijk onderscheid tussen kleinere 
en grotere organisaties. Circa 50% van de kleinere 
organisaties heeft een business continuity plan 
(30% niet) tegen 70% van de grotere organisaties 
(slechts 8% niet). Dit is overigens een vergelijkbaar 
resultaat met het onderzoek uit 2012. 
Naast de aandacht van het topmanagement en het 
hebben van een plan, vinden organisaties dan dat 
ze genoeg aan business continuity doen? Het ant-woord 
uit dit onderzoek geeft een bijna 50/50% 
verdeling te zien. Circa 50% van de respondenten 
vindt dat er genoeg gedaan wordt, en de andere 
50% dat ze meer zouden moeten doen. 
Hier is nauwelijks verschil zichtbaar tussen grote 
en kleine organisaties. Wel zijn er duidelijke verschil-len 
tussen verschillende branches zichtbaar. De 
branches die structureel bezig zijn met business 
4 
continuity zoals luchthavens, farmaceutische 
industrie, (petro)chemie, industriële productie en 
openbare orde en veiligheid vinden dat ze niet meer 
hoeven doen dan ze al doen. 
De branches die vinden dat ze meer moeten doen 
bestaan uit een aantal branches die al structureel 
veel aan business continuity doen zoals: energie, 
havens, transport & logistiek en defensie. Zij zullen 
waarschijnlijk beseffen dat ze nooit genoeg doen. 
Daarnaast is er een groep branches waar de aan-dacht 
voor business continuity laag is er waar 
dus veel te winnen valt. De branches bouw-, en 
installatiebedrijven, advies- en architectenbureaus 
en onderwijs zijn hier voorbeelden van. Ondanks 
het feit dat ze minder dan gemiddeld aandacht 
hebben voor continuïteitsmanagement vinden 
ze toch dat ze niet meer hoeven doen. Dit lijkt te 
duiden op een lager bewustzijn van het belang 
van continuïteitsmanagement in deze sectoren. 
11 
De status van Business Continuity Management in Nederland 
Bij 70% van de organisaties 
staat business continuity 
structureel op de agenda van 
het hoogste management. 
Vraag Antwoord opties % klein* groot* 
Staat business continuity in uw organisatie 
structureel op de agenda bij overleg op het hoogste 
managementniveau? 
Ja 70% 65% 73% 
Nee 17% 23% 12% 
Weet niet 13% 12% 15% 
Beschikt uw organisatie over een business 
continuity Plan? 
Ja 62% 50% 71% 
Nee 17% 29% 8% 
Weet niet 21% 21% 21% 
Zou uw organisatie meer moeten doen om 
business continuity te waarborgen? 
Ja 54% 50% 56% 
Nee 46% 50% 44% 
Figuur 2: Aandacht voor business continuity. 
* klein: organisaties < 1000 medewerkers; groot: organisaties > 1000 medewerkers.
november 2014 
Hoe wordt continuïteitsmanagement 
in organisaties vormgegeven? 
Het is interessant om te zien hoe de verantwoordelijkheden voor business continuity 
binnen organisaties zijn belegd. Opvallend is dat er een groot aantal verschillende 
functies en afdelingen verantwoordelijk zijn voor business continuity. Hieruit blijkt dat 
continuïteitsmanagement een onderwerp is dat betrekking heeft op de hele organisatie. 
Op de vraag of de verantwoordelijkheid voor 
business continuity aanwijsbaar is belegd binnen 
de organisatie geeft maar liefst 93% van de res-pondenten 
een positief antwoord (figuur 3). In 
het onderzoek uit 2012 was dit percentage 79%. 
Het lijkt erop dat het bewustzijn rond business 
continuity is gestegen. Twee van de drie respon-denten 
geeft aan dat de verantwoordelijkheid bij 
meer dan één verantwoordelijke is belegd. 
Gemiddeld worden hier bijna drie verantwoordelij-ke 
functies of afdelingen genoemd, het maximum 
aantal genoemde verantwoordelijken is zes. 
Er is een klein verschil zichtbaar tussen grote en 
kleine organisaties. Kleinere organisaties hebben 
de verantwoordelijkheid wat vaker bij slechts één 
verantwoordelijke belegd dan grotere. 
Opvallend is dat er bij 93% van de organisaties wel 
een verantwoordelijke is aangewezen maar dat er 
slechts in 62% van de organisaties een business 
continuity plan aanwezig is. Dit zou betekenen 
dat er veel verantwoordelijken zijn die zonder vast-omlijnd 
plan hun verantwoordelijkheid vormgeven. 
Mogelijk staat het onderwerp op de agenda en is 
de verantwoordelijkheid belegd maar is de aanpak 
niet concreet gemaakt. 
De verantwoordelijkheid voor de continuïteit ligt 
voornamelijk bij de directie volgens de responden-ten. 
Daarna worden de operationeel managers het 
vaakst genoemd. Hiermee ligt de verantwoordelijk-heid 
voornamelijk in de ‘lijn’. Dit lijkt de juiste 
plaats voor de verantwoordelijkheid voor risico’s in 
het algemeen, zo ook voor risico’s gerelateerd aan 
de continuïteit van de organisaties. 
Binnen de branches telecom/datacenters/ICT, 
farmacie, (petro)chemie, energie, industriële 
productie en transport & logistiek, traditioneel 
Vraag Antwoord opties % 
Is er binnen uw organisatie iemand aanwijsbaar 
verantwoordelijk voor business continuity? 
Ja, meerdere verantwoordelijken 67% 
Ja, één verantwoordelijke 26% 
Nee 7% 
Figuur 3: Aantal verantwoordelijken voor business continuity. 
5 
branches waar veel aandacht is voor continuïteits-management, 
wordt een specifieke business 
continuity manager net zo vaak genoemd als 
de eindverantwoordelijke directie. Binnen deze 
branches wordt business continuity vaker gezien 
als een belangrijke functie met specifieke expertise. 
Opvallend is verder dat binnen de gezondheids-zorg, 
onderwijs en industriële productie de 
facilitair manager meer dan gemiddeld wordt ge-noemd. 
Dit lijkt te duiden op het feit dat in deze 
branches de fysieke locatie en faciliteiten een meer 
dan gemiddelde rol spelen bij de continuïteit van 
de organisatie. 
Security en safety managers worden in alle branches 
genoemd als medeverantwoordelijk voor 
continuïteitsmanagement. 
Zij spelen daarin blijkbaar 
een belangrijke rol. Een meer algemene risicomanager 
wordt maar in één op de zes gevallen 
genoemd. Dit sluit aan op eerder onderzoek van 
Accenture waarin de opkomst van een Corporate 
Risk Officer (CRO) wordt voorspeld. Uit dit onder-zoek 
bleek dat een vergelijkbaar percentage van de, 
voornamelijk grotere, organisaties een dergelijke 
functie heeft gecreëerd (Accenture 2011). 
12 
De status van Business Continuity Management in Nederland 
In 62% van de organisaties 
wordt de directie verantwoordelijk 
geacht voor 
business continuity. 
In 2012 was dit 41%.
november 2014 
Figuur 4: Bij welke functie of afdeling is de verantwoordelijkheid voor business continuity binnen 
organisaties belegd? 
Vraag Antwoord opties % 
Welke van de onderstaande afdeling(en) is 
verantwoordelijk voor de Business Continuïty 
van uw organisatie? 
Directie 63% 
Operationeel Manager 32% 
Security/Safety Manager 29% 
Facilitair Manager 27% 
Informatie (beveiliging)/ICT Manager 26% 
Business Continuïty Managers 21% 
Gebouwbeheerder 18% 
Risico Manager 15% 
Hoofd bedrijfshulpverlening 15% 
QA/QC, KAM of Kwaliteits Manager 15% 
Controller 11% 
Hoofd Communicatie 7% 
Anders, namelijk 4% 
13 
De status van Business Continuity Management in Nederland
14 november 2014 
De status van Business Continuity Management in Nederland 
Business continuity: 
risico’s, maatregelen en kansen 
Ten opzichte van het onderzoek uit 2012 heeft er met betrekking tot de focus van business 
continuity activiteiten een aardverschuiving plaatsgevonden. Het beschermen van informa-tie 
en informatiesystemen wordt nu veruit als belangrijkste focus gezien. Met betrekking 
tot informatie over risico’s worden experts en de overheid nog steeds als belangrijkste 
bronnen van informatie gezien. Meer organisaties dan in 2012 hebben inzicht in mogelijke 
schade van verstoringen. 
Vraag Antwoord opties % 
Waarop ligt binnen uw organisatie 
de focus van de business continuity 
activiteiten? 
Beschermen van informatie/informatiesystemen 72% 
Beschermen productie/operationeel proces 60% 
Beschermen van imago 50% 
Het voorkomen van compliance/juridische verstoringen 37% 
Het beschermen van asssets 34% 
Figuur 5: Focus van de business continuity activiteiten. 
Als focus van de business 
continuity activiteiten 
wordt het beschermen van 
informatie en informatie-systemen 
veruit het meeste 
genoemd. 
6 
Risico’s 
Business continuity is het proces dat de gevolgen 
van verstoringen zo veel mogelijk tracht te beper-ken. 
De vraag waar de aandacht van organisaties 
zich met betrekking tot continuïteitsmanagement 
op richt geeft daarmee aan waar de grootste risi-co’s 
voor organisaties zich bevinden. Ten opzichte 
van het onderzoek uit 2012 hebben zich hier enor-me 
verschuivingen voor gedaan. In 2012 werd het 
beschermen van het productieproces het meeste 
genoemd. Dit jaar is dat het beschermen van infor-matie 
en informatiesystemen (72%, figuur 5). In 
2012 werd het beschermen van informatie en 
informatiesystemen 
slechts door 2% van de res-pondenten 
genoemd. Informatiebeveiliging neemt 
een steeds belangrijker plaats in binnen organisa-ties. 
Onderzoeksbureau Gartner ziet de opkomst 
van een ‘Digital Risk Officer’ die op ‘C’ niveau gaat 
opereren (Gartner 2014). 
De volgorde van de overige doelen is gelijk aan de 
uitkomsten van het vorige onderzoek. Er is geen 
noemenswaardig verschil in de beantwoording tus-sen 
grotere en kleinere organisaties. 
Dit jaar is de antwoordmogelijkheid ‘het voorko-men 
van compliance/juridische verstoringen’ voor 
het eerst opgenomen. Dit wordt door éénderde 
van de respondenten genoemd als mogelijk focus 
gebied. Vanwege incidenten zoals de brand bij 
Chemie Pack is het toezicht van de overheid niet 
alleen verscherpt maar wordt er ook eerder opge-treden 
bij onvolkomenheden. Het stilleggen van de 
werkzaamheden bij de tankterminal van Odfjell is 
hier een direct gevolg van. Het ligt in de verwach-ting 
dat zich vaker dit soort maatregelen van con-trolerende 
instanties zullen voordoen. Uit de glo-bal 
risk management study van Accenture blijkt 
dat het topmanagement de juridische risico’s in de 
komende jaren het meest ziet stijgen (Accenture 
2013).
november 2014 15 
De status van Business Continuity Management in Nederland 
Zijn organisaties goed op de hoogte van de risico’s 
die ze lopen? 70% van de organisaties vindt van 
wel (dit was 65% in 2012). Van de overige respon-denten 
vindt 12% van niet en 18% weet het niet. 
Hoewel de maatschappij steeds complexer wordt 
en de afhankelijkheden toenemen, denken de res-pondenten 
nog steeds in een grote meerderheid 
dat ze goed op de hoogte zijn van de risico’s die ze 
lopen. Dit is opmerkelijk, in de 
Technologieverkenning Nationale Veiligheid wordt 
juist gewaarschuwd voor ‘van te voren onbekende’ 
consequenties (Technologieverkenning Nationale 
Veiligheid, RIVM, 2014). 
67% van de organisaties is voor hun continuïteit 
afhankelijk van andere organisaties (zie figuur 6). 
Hoewel dit een ruime meerderheid is lijkt dit per-centage 
in het licht van de eerder beschreven 
maatschappelijke ontwikkelingen toch aan de lage 
kant. 
De afhankelijkheden van andere organisaties ver-hogen 
de complexiteit en verlagen het inzicht in ri-sico’s. 
Toch vindt, zoals eerder gemeld, 70% van de 
respondenten dat ze goed op de hoogte is van de 
risico’s die ze lopen. Dit is een verrassende en ver-ontrustende 
uitkomst, immers niet beseffen dat je 
risico’s niet kent, de zogenaamde ‘unknown un-knowns’ 
(Rumsfeld 2002) kan leiden tot een vals 
gevoel van veiligheid. 
Door de eerder beschreven veranderingen in de 
maatschappij, toenemende connectiviteit en af-hankelijkheden 
worden risico´s lastiger te herken- 
Stelling Antwoord opties % 
De continuïteit van mijn organisatie is afhankelijk van 
prestaties, diensten en/of voorzieningen van andere 
organisaties 
Helemaal eens 15% 
Eens 52% 
Niet eens / niet oneens 21% 
Oneens 11% 
Helemaal oneens 1% 
Figuur 6: Afhankelijkheid van andere organisaties. 
Stelling Antwoord opties totaal klein* groot* 
Ontwikkelingen in de hedendaagse 
maatschappij maken het beschermen 
van de continuïteit van mijn 
organisatie: 
Eenvoudiger 12% 18% 8% 
Complexer 70% 62% 75% 
Niet eenvoudiger, niet complexer 18% 20% 17% 
Figuur 7: Invloed van de ontwikkelingen in de maatschappij op business continuity. 
* klein: organisaties < 1000 medewerkers; groot: organisaties > 1000 medewerkers. 
nen en te beheersen. Maken deze ontwikkelingen 
het beschermen van de continuïteit van organisa-ties 
complexer? Een ruime meerderheid van de res-pondenten 
denkt van wel. Hierbij valt op dat grote-re 
organisaties deze complexiteit meer zien dan 
kleinere organisaties. Het percentage responden-ten 
dat denkt dat het beschermen van de continuï-teit 
eenvoudiger wordt is bij kleinere organisaties 
zelfs twee maal zo hoog als bij van grotere organi-saties 
(figuur 7). 
De respondenten noemen voor de informatie over 
hun risico’s als belangrijkste informatiebronnen 
wederom (externe) experts en de overheid. 
Brancheverenigingen staan deze keer op de derde 
plaats en worden als informatiebron aanmerkelijk 
belangrijker gevonden dan twee jaar geleden. 
Tussen grotere en kleinere organisaties zijn duide-lijke 
verschillen zichtbaar bij de informatiebronnen 
leveranciers en vakmedia (figuur 8). 
Maatregelen 
Met betrekking tot de meer gebouwgebonden 
technische beschermingsmaatregelen hebben we 
de respondenten wederom gevraagd het belang 
van de verschillende maatregelen aan te geven. 
Niet onverwacht wordt IT security weer gezien als 
belangrijkste technische beschermingsmaatregel. 
89% van de respondenten geeft aan dat dit be-langrijk 
tot heel erg belangrijk is (figuur 9). Dit was 
in 2012 nog 92%.
16 november 2014 
De status van Business Continuity Management in Nederland 
Vraag Antwoord opties Klein Groot 2012 
Waar moet volgens u de benodigde 
informatie vandaan komen om de 
veranderende risico‘s in uw branche in 
te kunnen schatten? 
Experts 62% 65% 65% 
Overheid 44% 56% 53% 
Branchevereniging 47% 46% 5% 
Training 32% 42% 31% 
Leveranciers 26% 44% 51% 
Vakmedia 44% 23% – 
Eigen (interne) kennis 12% 8% 7% 
Anders 3% 25% 3% 
Figuur 8: Informatiebronnen voor veranderende risico’s in de branche. 
In dit onderzoek is IT security gesplitst in IT in kan-tooromgeving 
en IT in de vorm van proces control 
systemen (SCADA). De laatste jaren zien we een 
toenemend bewustzijn voor de kwetsbaarheid van 
proces control systemen. Proces control systemen 
bestaan in vele vormen, toepassingen en omvang. 
Van de besturing van bijvoorbeeld automatische 
deuren tot aan complete procesbesturingen van 
productieprocessen. Vele organisaties verkeren in 
de veronderstelling 
dat ze geen proces control sys-temen 
binnen hun organisatie hebben. Dit is ech-ter 
een misvatting. Als voorbeeld kan de klimaat-en 
temperatuurregeling van dataruimtes worden 
aangehaald. Dit is een vorm van een proces control 
systeem dat binnen vrijwel iedere organisatie aan-wezig 
is. Het is tevens een goed voorbeeld van een 
systeem dat, als het uitvalt, al na enige minuten 
zal leiden tot de uitval van IT systemen. Juist de 
onbekendheid van de aanwezigheid van dergelijke 
systemen, de impact als ze uitvallen en de mate 
waarin ze met het internet zijn verbonden leidt tot 
ongemerkte onveiligheid. Uit de uitkomsten bij dit 
onderzoek blijkt een lager bewustzijn met betrek-king 
tot deze systemen ten opzichte van IT in kan-tooromgevingen. 
62% van de respondenten vindt 
het beschermen van proces control systemen be-langrijk 
tot heel erg belangrijk. Er is wel een ver-schil 
zichtbaar tussen de verschillende branches. 
Binnen de sectoren luchthavens, gezondheidszorg, 
(petro)chemie, energie en industriële productie is 
het bewustzijn voor de kwetsbaarheid en afhanke-lijkheid 
van dergelijke systemen beduidend hoger 
dan het gemiddelde. 
Er wordt door het Nationaal Cyber Security Centre 
geconstateerd dat de aandacht van hackers en on-derzoekers 
voor dit soort systemen toeneemt 
(NCSC 2012).
november 2014 
Antwoord per onderdeel 
Klimaatbeheersing 
Heel erg belangrijk 28% 100% – 43% 17% – 72% 40% – – 25% 34% 50% – – 
Belangrijk 28% – 100% – 67% 100% 14% 20% – 50% 25% 33% 50% 43% 22% 
Niet belangrijk/niet onbelangrijk 27% – – 57% – – 14% – 50% 50% 25% 33% – 28% 33% 
Onbelangrijk 12% – – – – – – 20% 50% – – – – 29% 34% 
Heel erg onbelangrijk 5% – – – 16% – – 20% – – 25% – – – 11% 
Brandbeveiliging 
Heel erg belangrijk 50% 100% 100% 71% 17% – 72% 60% – 50% 50% 67% 100% 29% 34% 
Belangrijk 34% – – 29% 67% 100% 14% 20% 100% 50% 25% – – 57% 22% 
Niet belangrijk/niet onbelangrijk 10% – – – – – 14% – – – 25% 33% – 14% 22% 
Onbelangrijk 4% – – – – – – – – – – – – – 22% 
Heel erg onbelangrijk 2% – – – 16% – – 20% – – – – – – – 
Toegangsbeveiliging/security 
Heel erg belangrijk 31% 100% 100% 57% 17% 100% 22% 40% 100% 25% 50% – 100% 29% 22% 
Belangrijk 51% – – 43% 67% – 64% 60% – 75% – 67% – 43% 45% 
Niet belangrijk/niet onbelangrijk 12% – – – – – 14% – – – – 33% – 28% – 
Onbelangrijk 5% – – – – – – – – – 50% – – – 33% 
Heel erg onbelangrijk 1% – – – 16% – – – – – – – – – – 
IT in kantooromgeving 
Heel erg belangrijk 37% 100% 100% 29% 33% 100% 36% 40% – – 25% 33% 100% 57% 33% 
Belangrijk 52% – – 71% 33% – 50% 60% 50% 100% 50% 67% – 43% 67% 
Niet belangrijk/niet onbelangrijk 9% – – – 17% – 14% – 50% – 25% – – – – 
Onbelangrijk 1% – – – – – – – – – – – – – – 
Heel erg onbelangrijk 1% – – – 17% – – – – – – – – – – 
Process control systemen (SCADA) 
Heel erg belangrijk 38% 100% 100% 57% 17% – 36% 80% – – 25% 33% 100% 57% 33% 
Belangrijk 24% – – 14% 50% 100% 50% – 50% 100% 50% 67% – 43% 67% 
Niet belangrijk/niet onbelangrijk 17% – – 14% 17% – 7% – 50% – 25% – – – – 
Onbelangrijk 10% – – – – – 7% – – – – – – – – 
Heel erg onbelangrijk 11% – – 15% 16% – – 20% – – – – – – – 
Figuur 9: Het belang van klimaatbeheersing, brandbeveiliging, toegangsbeveiliging/security, IT in kantooromgeving 
en process control systemen (SCADA) voor continuïteit per sector. 
Totaal 
Zakelijke dienstverlening 
Bouw 
Transport en logistiek 
Openbare orde en veiligheid 
Industtriële productie 
Energie 
Defensie 
Petrochemie/chemie 
Gezondheidszorg 
Pharmacie 
Onderwijs 
Telecom/datacenters/ICT 
Havens 
Luchthavens 
17 
De status van Business Continuity Management in Nederland
18 november 2014 
De status van Business Continuity Management in Nederland 
Zoals eerder aangegeven is de kennis van de mo-gelijke 
gevolgen van een verstoring essentieel voor 
het nemen van maatregelen en de aandacht voor 
continuïteitsmanagement (CA Technologies 2011, 
CMI 2011). Vergeleken met de uitkomsten van 
vorig onderzoek weten meer organisaties wat de 
financiële gevolgen van een dag downtime zijn 
(zie figuur 10). 
Het vaststellen van de gevolgen van een verstoring 
kan lastig en tijdrovend 
zijn maar is echter een 
essentieel onderdeel in de bewustwording 
van 
Vraag Antwoord opties 2014 2012 
Wat is de mogelijke schade van een dag 
downtime? 
1 miljoen of meer 17% 10% 
100.000 - 1 miljoen 21% 12% 
1.000 - 100.000,– 22% 14% 
Minder dan 1.000,– 5% 12% 
Geen idee/kan ik niet zeggen 35% 52% 
Figuur 10: Geschatte schade van een dag downtime. 
2014 2012 
Vraag Antwoord opties Klein Groot Klein Groot 
Business continuity is een onderwerp 
waarmee mijn onderneming zich in de 
beleving van onze klanten kan 
onderscheiden. 
Helemaal eens 38% 40% 25% 37% 
Eens 35% 38% 33% 37% 
Eens/oneens 10% 22% 34% 21% 
Oneens 9% 0% 5% 4% 
Helemaal oneens 8% 0% 3% 0% 
Figuur 11: Is business continuity een onderwerp waarmee een onderneming zich kan onderscheiden? 
Steeds meer organisaties 
hebben inzicht in mogelijke 
schade, bij 17% van de 
organisaties is de schade van 
een dag downtime meer dan 
1 mln. euro! 
Ruim 70% van de organisaties 
denkt zich met business 
continuity positief te kunnen 
onderscheiden. 
hebben. Ook deze keer lijken de meeste organisa-ties, 
76%, zich hiervan bewust te zijn. Slechts 7% 
denkt zich niet of helemaal niet te kunnen onder-scheiden 
met business continuity. De uitkomsten 
laten vooral bij de kleinere bedrijven een verschui-ving 
zien ten opzichte van de resultaten van het 
voorgaande onderzoek. Het aantal respondenten 
dat het ‘helemaal eens’ is met de stelling is met 
13% gestegen (figuur 11). 
risico’s. Deze bewustwording is de eerste stap in 
de richting van het nemen van maatregelen 
(Needham-Bennet 2014). Daarnaast kunnen 
maatregelen meer ‘risk-based’ worden ingezet 
(WEF 2014). Dit betekent dat de afweging in wel-ke 
maatregelen het best geïnvesteerd kan worden 
beter gefundeerd kan worden genomen en beter 
is afgestemd op de mogelijke risico’s die organisa-ties 
lopen. 
Kansen 
Voor een organisatie is het aantoonbaar maken 
dat de continuïteit van de organisatie gewaar-borgd 
wordt door het voeren van een actief 
continuïteitsmanagement erg belangrijk. Een 
organisatie kan daarmee aantrekkelijker zijn 
voor (potentiële) klanten en andere stakeholders 
dan organisaties die hun zaakjes minder op orde
november 2014 19 
De status van Business Continuity Management in Nederland 
Welke rol speelt de overheid bij 
continuïteitsmanagement? 
Onze huidige maatschappij is steeds afhankelijker geworden van technologie. Deze 
technologie is daarnaast steeds vaker met elkaar verbonden. Het optreden van domino 
effecten, een beperkte verstoring kan een keten van verstoringen in gang zetten, wordt 
daarmee een steeds realistischer reden voor zorg. Naast de vele voordelen van technologische 
ontwikkelingen zullen gevolgen van uitval van deze voorzieningen een grotere 
maatschappelijke impact hebben. De overheid speelt een rol bij het voorkomen van een 
maatschappelijke ontwrichting. Wat verwachten de respondenten van de overheid op het 
gebied van continuïteitsmanagement? 
Ruim 70% wil dat de overheid 
organisaties uit segmenten 
van de vitale infrastructuur 
verplicht de continuïteit te 
waarborgen. 
7 
De vraag rijst in hoeverre de overheid verantwoorde-lijk 
is voor het voortbestaan van organisaties. Over 
het algemeen kan hierover gezegd worden dat de 
overheid niet verantwoordelijk is voor de continuïteit 
van private organisaties. De bankencrisis 
heeft ons 
echter geleerd dat de overheid welk degelijk een ver-antwoordelijkheid 
heeft zodra continuïteitsproble-men 
van private organisaties kunnen leiden tot 
systeemfalen 
en maatschappelijke 
ontwrichting. De 
overheid heeft zich genoodzaakt gezien private ban-ken 
verregaand te steunen. Als gevolg daarvan hou-den 
nationale en Europese overheden meer toezicht 
op de continuïteit van de organisaties in deze sector. 
Het uitvoeren van zogenaamde ‘stresstesten’ is daar 
een voorbeeld van. De vraag rijst of de overheid dit 
soort verregaand toezicht ook voor andere sectoren 
zou moeten organiseren. 
Hoe er tegen de rol en verantwoordelijkheden van 
de overheid wordt aangekeken is getoetst door de 
respondenten een vijftal stellingen voor te leggen. 
Stelling 1: 
De overheid zou via regelgeving alle organisaties 
dienen te verplichten continuïteit te 
waarborgen. 
Over het algemeen vinden de respondenten niet dat 
de overheid zich met de continuïteit van alle organi-saties 
dient te bemoeien. Circa éénderde van de 
respondenten is het met de stelling eens. Van de 
overigen staat circa éénderde neutraal ten opzichte 
van de stelling en éénderde is het oneens met deze 
stelling. Er is geen verschil zichtbaar tussen grote en 
kleinere organisaties. Voornamelijk eens met deze 
stelling zijn de sectoren gezondheidszorg, (petro) 
chemie, defensie en energie. 
Stelling 2: 
De overheid zou alleen organisaties binnen 
specifieke segmenten (zoals vitale infrastructuur) 
moeten verplichten om de 
continuïteit te waarborgen. 
De overheid heeft de vitale sectoren gedefinieerd 
als sectoren waar bij uitval kan leiden tot maat-schappelijke 
ontwrichting. Hierbij wordt gesproken 
over potentieel veel slachtoffers en economische 
schade. Door onder andere de in de afgelopen 
decennia doorgevoerde liberalisering heeft de 
overheid nog maar circa 20% van de vitale infra-structuur 
in handen. 80% is in handen van bedrij-ven. 
Het waarborgen van de nationale veiligheid 
vergt dus een nauwe samenwerking tussen de 
overheid en deze bedrijven (Ministerie van binnen-landse 
zaken en koninkrijksrelaties 2010). 
Maar liefst 73% van de respondenten is het met 
deze stelling eens. Men ziet hier een duidelijke rol 
voor de overheid weggelegd. Ook de organisaties 
uit de vitale sectoren zelf zijn het met deze stelling 
eens. 16% van de respondenten staat neutraal 
tegenover deze stelling en slechts 11% is er tegen.
20 november 2014 
De status van Business Continuity Management in Nederland 
Stelling 3: De overheid zou verantwoordelijk 
moeten zijn voor het beschermen 
van de continuïteit van organisaties in 
de (vitale) infrastructuur, zoals energiebedrijven. 
Deze stelling gaat nog iets verder: de overheid 
dient de continuïteit van de vitale sectoren niet 
alleen door regels af te dwingen, de overheid zou 
zelfs de verantwoordelijkheid moeten dragen. In 
de neoliberale traditie van de afgelopen decennia 
zijn juist vele organisaties geprivatiseerd met het 
idee dat de markt in staat is de dienstverlening 
efficiënter en effectiever uit te voeren. De verant-woordelijkheid 
voor de continuïteit van deze 
organisaties en daarmee de continuïteit van 
(vitale)dienstverlening is daarmee verlegd naar 
de private sector. 
62% van de respondenten is het eens met de 
stelling en is daarmee tegen de overdracht van 
deze verantwoordelijkheden. Ze lijken zich daar-mee 
te keren tegen de privatisering. Slechts 18% 
is het oneens met de stelling en 20% staat er 
neutraal tegen over. 
Stelling 4: Toezicht van de overheid op de 
continuïteit van organisaties is niet nodig 
(is niet de verantwoordelijkheid van de 
overheid). 
“Toezicht is het verzamelen van informatie over 
de vraag of een handeling of zaak voldoet aan 
de daaraan gestelde eisen, het zich daarna 
vormen van een oordeel daarover en het eventueel 
naar aanleiding daarvan interveniëren.” 
(Ministerie van Binnenlandse Zaken en 
Koninkrijksrelaties 
1998). 
Deze definitie van het Ministerie van Binnenlandse 
Zaken en Koninkrijksrelaties geeft aan dat voor 
toezicht allereerst ‘gestelde eisen’ aanwezig 
moeten zijn om te kunnen toetsen. Uit de beant-woording 
van de eerste twee stellingen is duidelijk 
gebleken dat er over het algemeen geen, maar 
voor specifieke (vitale) sectoren duidelijk wel 
regelgeving gewenst is. 
Enigszins verrassend geeft maar een beperkt deel 
van de respondenten als reactie op deze stelling 
aan toezicht nodig is. Vond 73% van de responden-ten 
regelgeving voor vitale sectoren noodzakelijk, 
slechts één derde vindt dat er ook toezicht op 
gehouden dien te worden. Eénderde is het eens 
met de stelling en vind dat toezicht van de over-heid 
niet nodig is. 
Stelling 5: Toezicht van de overheid op de 
continuïteit van organisaties is voldoende. 
Van de respondenten is 36% het eens met deze 
stelling en vindt daarmee dat de overheid voldoen-de 
toezicht houdt. Met name de respondenten uit 
de sectoren telecom/data/ICT, gezondheidszorg en 
de (petro)chemie zijn het overwegend met deze 
stelling eens. 43% staat neutraal tegenover deze 
stelling en 21% is het oneens. Slechts één op 
de vijf respondenten vindt het huidige toezicht 
onvoldoende. Voornamelijk de respondenten uit 
de energiesector zijn het oneens met de stelling en 
vinden het huidige toezicht onvoldoende. 
Waar bij de beantwoording van overige stellingen 
geen significante verschillen tussen kleinere en 
grotere organisaties is geconstateerd, is dat bij 
deze stelling wel het geval. Vooral de kleinere 
organisaties vinden het toezicht vaker onvoldoende 
dan de grotere organisaties. 32% van de kleinere 
organisaties is het oneens of helemaal oneens met 
de stelling. Bij grotere organisaties bedraagt dit 
percentage slechts 12%. Wellicht komt dit omdat 
kleinere organisaties minder vaak geconfronteerd 
worden met toezicht. 
Over het algemeen kan geconcludeerd worden 
dat een grote meerderheid van de respondenten 
regelgeving voor specifieke, vitale, sectoren nood-zakelijk 
vindt. Ook de vitale sectoren zelf vinden 
dat. Opvallend is dat er geen behoefte is aan extra 
toezicht. Het huidige toezicht wordt door een 
minderheid als onvoldoende beschouwd. De over-heid 
wordt ook gezien als een belangrijke bron van 
informatie met betrekking tot risico’s. De respon-denten 
lijken met deze uitkomsten te vragen om 
een duidelijke richting en sturing door de overheid. 
Extra controle door diezelfde overheid wordt echter 
niet noodzakelijk geacht.
november 2014 
Vraag Antwoord opties % 
In welke branche bent u werkzaam? Luchthavens 1% 
Havens 1% 
Telecom/ datacenters/ ICT 9% 
Onderwijs 7% 
Pharmacie 1% 
Gezondheidszorg 17% 
Petrochemie/chemie 6% 
Defensie 2% 
Energie 5% 
Industriële productie 5% 
Openbare orde en veiligheid 4% 
Transport en logistiek 2% 
Bouw/installatie/architectuur 9% 
Adviseurs/consulting 11% 
Anders 20% 
Figuur 12: Verdeling van de respondenten over maatschappelijke sectoren. 
21 
De status van Business Continuity Management in Nederland 
Onderzoeksverantwoording 
Dit onderzoek is uitgevoerd door Siemens Building Technologies. Het is eerder 
uitgevoerd in 2012. Het doel van dit onderzoek is om na te gaan hoe organisaties 
omgaan met continuïteitsmanagement. Door het vergelijken van de resultaten 
van de twee uitgevoerde onderzoeken kan een beeld worden gegeven van de 
ontwikkelingen in deze periode. 
8 
Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een 
online enquête. Deze enquête bestond uit 21 
vragen en stellingen waarvan 14 identiek waren 
aan het onderzoek uit 2012. De online enquête 
is uitgevoerd in samenwerking met het bureau 
MWM2. 
Uitnodigingen tot deelname aan dit onderzoek zijn 
via e-mail aankondigingen verstuurd aan 1926 
Siemens relaties. Daarnaast is de uitnodiging via 
social media (Linkedin, Twitter, Facebook) gedeeld. 
Dit heeft geleid tot 82 volledig ingevulde enquêtes 
(616 personen hebben de link geopend). Deze 
respons is te laag om wetenschappelijke pretenties 
aan dit onderzoek te verbinden. Het is echter 
wel een weergave van de huidige status van conti-nuïteitsmanagement. 
In figuur 12 is weergegeven in welke sector of 
branche de respondenten werkzaam zijn. Figuur13 
geeft weer hoe groot de organisaties zijn waarin 
de respondenten werkzaam zijn. Door het aantal 
volledig ingevulde enquêtes zijn de resultaten van 
de respondenten gebundeld in grotere organisaties 
(meer dan 1000 werknemers) en kleinere organi-saties 
(minder dan 1000 werknemers). Ten slotte 
zijn in figuur 14 de functies van de respondenten 
weergegeven.
november 2014 
Dit onderzoek is uitgevoerd door Siemens Building Technologies. Het 
rapport is opgesteld door J.J. de Wit, Solution Manager Enterprise 
Security. 
Voor vragen, opmerkingen en discussie kunt u zich tot hem wenden via 
johan.de.wit@siemens.com. 
Dit rapport is te downloaden via: www.siemens.nl/bcmonderzoek 
Siemens Building Technologies en de onderzoekers willen alle 
respondenten hartelijk danken voor de geleverde bijdrage aan dit 
onderzoek. Voor iedere volledig ingevulde reactie heeft Siemens een 
bedrag overgemaakt aan de stichting kinderen kankervrij (KIKA). 
Vraag Antwoord opties % 
Wat is uw functie? 
Directie 13% 
business continuity Managers 2% 
Gebouwbeheerder 12% 
Facilitair Manager 6% 
Operationeel Manager 7% 
Controller 0% 
Security/ Safety Manager 12% 
Risico Manager 6% 
Informatie (beveiliging)/ ICT Manager 4% 
Hoofd Communicatie 0% 
Hoofd Bedrijfshulpverlening 1% 
QA/QC, KAM of Kwaliteits Manager 3% 
Anders 34% 
Figuur 14: Functie van de respondenten. 
22 
De status van Business Continuity Management in Nederland 
Vraag Aantal werknemers in dienst % 
Hoeveel werknemers heeft uw 
organisatie in dienst? 
Klein: tot 1000 medewerkers 42% 
Groot: meer dan 1000 medewerkers 58% 
1-10 10% 
11-50 9% 
51-250 12% 
251-500 5% 
501-1000 6% 
Meer dan 1000 58% 
Figuur 13: Organisatieomvang in aantal werknemers van de respondenten.
november 2014 
Literatuuroverzicht 
Accenture (2011) Report on the Accenture 2011 Global Risk Management Study, /www.accenture.com/ 
sitecollectiondocuments/pdf/accenture-global-risk-management-study-2011.pdf 
Accenture (2013) Accenture 2013 global risk management study, www.accenture.com/Microsites/risk-management- 
research/2013/Pages/home.aspx 
Beck, U. (1992) Risk Society, Towards a new modernity, Thousand Oaks: Sage publications Ltd 
CA Technologies (2011) IT downtime costs $26.5 billion in lost revenue, Information week, www. 
informationweek.com 
CMI (Chartered Management Institute) in association with The cabinet office, AON, BCI, BSI (2011) 
Managing Threats in a dangerous world, London 
Gartner (2014) ‘2015 will see emergence of digital risk’, Continuity, Q3 2014 
Mensah, P., Merkuryev, Y. (2014) ‘The flow of information’, Continuity, Q3 2014 
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BiZa), Commissie Holtslag (1998) De ministeriële 
verantwoordelijkheid ondersteund, Den Haag 
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BiZa) (2010) Informatie vitale sectoren, Den Haag 
Nationaal Cyber Security Centrum, NCSC (2012) Beveiligingsrisico’s van on-line SCADA systemen, Den Haag 
Needham-Bennet, C. (2014) ‘BIA-To survey or not to survey?’, Continuity, Q2 2014 
NEN-ISO (2009) NEN/ISO 31000 (nl) Risicomanagement – principes en richtlijnen (ISO 31000:2009, IDT), 
Delft 
RIVM (2014) Technologieverkenning nationale Veiligheid, Bilthoven 
Rumsfeld (2002) US Department of Defense news briefing, en.wikipedia.org/wiki/There_are_known_ 
knowns 
Siemens (2012) Aandacht voor Business Continuity, Den Haag, www.siemens.nl/bcmonderzoek 
Siemens (2013) ‘Verfrissend debat rond Veiligheid’, Dimensions, 12/2013, 
www.onlinepublisher.nl/Siemens/2013/Dimensions_December.php 
Vollenhoven, van, P. (2014) Duidelijkheid over de verantwoordelijkheid voor veiligheid en het functioneren 
van het interne en externe toezicht, Stichting Maatschappij en Veiligheid, Den Haag 
Vries, de, G. (2006) ‘Politiek, expertise en individuele verantwoordelijkheid in een risicosamenleving’, in: 
Drayer, E., Gude, R., Leven in een risicosamenleving, Amsterdam: Salome 
Wildring, R. (2014) ‘All pulling together’, Continuity, Q3 2014 
World Economic Forum, WEF (2014a) Risk and responsibility in a hyperconnected world, Geneva 
World Economic Forum, WEF (2014b) Global Risks 2014, Geneva 
9 
23 
De status van Business Continuity Management in Nederland
www.siemens.nl/sbt 
Siemens Nederland N.V. 
Building Technologies 
Postbus 16068 
2500 BB Den Haag 
Tel. (070) 333 1236 
© Siemens Nederland N.V., 2014 SBT146/112014/200/TGdurend toe. De uitdaging hierbij is het vinden van een optimale balans. Dit bepaalt het succes van onze klanten. Siemens heeft de antwoorden. 
“Wij zijn uw partner, als het gaat om energie- 
efficiënte, veilige en betrouwbare gebouwen en infrastructuur.” 
Siemens Building Technologies 
De wereld om ons heen verandert. Deze veranderingen dwingen ons anders te denken: demografische veranderingen, de verstedelijking, de opwarming van de aarde, hulpbronnen die opraken. We streven naar maximale efficiëntie op alle fronten, dit gaat verder dan energie alleen. Tegelijkertijd neemt de behoefte aan meer 
comfort in een veilige en betrouwbare omgeving voort

Weitere ähnliche Inhalte

Andere mochten auch (7)

Metrics & Beheer
Metrics & BeheerMetrics & Beheer
Metrics & Beheer
 
Aandacht voor Business Continuity
Aandacht voor Business ContinuityAandacht voor Business Continuity
Aandacht voor Business Continuity
 
Introductie Strategic Planning
Introductie Strategic PlanningIntroductie Strategic Planning
Introductie Strategic Planning
 
S2B Programma Opleiding 2011
S2B Programma Opleiding 2011S2B Programma Opleiding 2011
S2B Programma Opleiding 2011
 
Benned Lean Thinking
Benned Lean ThinkingBenned Lean Thinking
Benned Lean Thinking
 
BCM presentatie 12 maart 2013
BCM presentatie 12 maart 2013BCM presentatie 12 maart 2013
BCM presentatie 12 maart 2013
 
It crisis management
It crisis managementIt crisis management
It crisis management
 

Ähnlich wie siemens_bcm_rapport_nl_2014

Benchmarkonderzoek Inbraakpreventie mobiele medewerkers web
Benchmarkonderzoek Inbraakpreventie mobiele medewerkers webBenchmarkonderzoek Inbraakpreventie mobiele medewerkers web
Benchmarkonderzoek Inbraakpreventie mobiele medewerkers web
Irma Schaap
 
Digitaliseren zonder weerstand
Digitaliseren zonder weerstandDigitaliseren zonder weerstand
Digitaliseren zonder weerstand
Yorrick Mentink
 
Artikel Banking Review next generation performance management
Artikel Banking Review next generation performance managementArtikel Banking Review next generation performance management
Artikel Banking Review next generation performance management
Finext
 
Finext Financial Services - Integrale besturing benchmark
Finext Financial Services - Integrale besturing benchmarkFinext Financial Services - Integrale besturing benchmark
Finext Financial Services - Integrale besturing benchmark
Finext Customer Value
 
Magazine nationale Duurzaamheidsmonitor 2015
Magazine nationale Duurzaamheidsmonitor 2015Magazine nationale Duurzaamheidsmonitor 2015
Magazine nationale Duurzaamheidsmonitor 2015
Gerard Van der Werf
 
De Wendbare Oganisatie
De Wendbare OganisatieDe Wendbare Oganisatie
De Wendbare Oganisatie
berrjaco
 
Visie_Connected_Health_Digi
Visie_Connected_Health_DigiVisie_Connected_Health_Digi
Visie_Connected_Health_Digi
jorisarts
 
Principled performance
Principled performancePrincipled performance
Principled performance
Koen Smit
 

Ähnlich wie siemens_bcm_rapport_nl_2014 (20)

Benchmarkonderzoek Inbraakpreventie mobiele medewerkers web
Benchmarkonderzoek Inbraakpreventie mobiele medewerkers webBenchmarkonderzoek Inbraakpreventie mobiele medewerkers web
Benchmarkonderzoek Inbraakpreventie mobiele medewerkers web
 
Yacht Rapport Wendbaarheid [Q1 2012]
Yacht Rapport Wendbaarheid [Q1 2012]Yacht Rapport Wendbaarheid [Q1 2012]
Yacht Rapport Wendbaarheid [Q1 2012]
 
Trends In Controlling 2011
Trends In Controlling 2011Trends In Controlling 2011
Trends In Controlling 2011
 
Digitaliseren zonder weerstand
Digitaliseren zonder weerstandDigitaliseren zonder weerstand
Digitaliseren zonder weerstand
 
Artikel Banking Review next generation performance management
Artikel Banking Review next generation performance managementArtikel Banking Review next generation performance management
Artikel Banking Review next generation performance management
 
Finext Financial Services - Integrale besturing benchmark
Finext Financial Services - Integrale besturing benchmarkFinext Financial Services - Integrale besturing benchmark
Finext Financial Services - Integrale besturing benchmark
 
thesis_def_1
thesis_def_1thesis_def_1
thesis_def_1
 
Magazine nationale Duurzaamheidsmonitor 2015
Magazine nationale Duurzaamheidsmonitor 2015Magazine nationale Duurzaamheidsmonitor 2015
Magazine nationale Duurzaamheidsmonitor 2015
 
Whitepaper digitalisering in de zorg
Whitepaper digitalisering in de zorgWhitepaper digitalisering in de zorg
Whitepaper digitalisering in de zorg
 
Cloud en IT outsourcing in de zorg marktonderzoek 2019
Cloud en IT outsourcing in de zorg marktonderzoek 2019Cloud en IT outsourcing in de zorg marktonderzoek 2019
Cloud en IT outsourcing in de zorg marktonderzoek 2019
 
DDMA Data Driven Marketing Onderzoek 2021 Rapport
DDMA Data Driven Marketing Onderzoek 2021 RapportDDMA Data Driven Marketing Onderzoek 2021 Rapport
DDMA Data Driven Marketing Onderzoek 2021 Rapport
 
Duurzaamheid - een Facilitaire bijdrage
Duurzaamheid - een Facilitaire bijdrageDuurzaamheid - een Facilitaire bijdrage
Duurzaamheid - een Facilitaire bijdrage
 
De kracht van een sociale organisatie
De kracht van een sociale organisatieDe kracht van een sociale organisatie
De kracht van een sociale organisatie
 
De Wendbare Oganisatie
De Wendbare OganisatieDe Wendbare Oganisatie
De Wendbare Oganisatie
 
Pioniers swot analyse sociale media Politie Gent
Pioniers swot analyse sociale media Politie GentPioniers swot analyse sociale media Politie Gent
Pioniers swot analyse sociale media Politie Gent
 
Visie_Connected_Health_Digi
Visie_Connected_Health_DigiVisie_Connected_Health_Digi
Visie_Connected_Health_Digi
 
Hays Heartbeat Finance
Hays Heartbeat FinanceHays Heartbeat Finance
Hays Heartbeat Finance
 
Instrumenten voor duurzame inzetbaarheid
Instrumenten voor duurzame inzetbaarheidInstrumenten voor duurzame inzetbaarheid
Instrumenten voor duurzame inzetbaarheid
 
Principled performance
Principled performancePrincipled performance
Principled performance
 
Whitepaper Lean
Whitepaper LeanWhitepaper Lean
Whitepaper Lean
 

siemens_bcm_rapport_nl_2014

  • 1. www.siemens.nl/bcmonderzoek Aandacht voor Business Continuity Onderzoek naar de status van Business Continuity Management in Nederland 2014
  • 2.
  • 3. november 2014 Inhoud 1 Voorwoord 5 2 Managementsamenvatting 6 3 Inleiding 8 4 Het belang van continuïteitsmanagement 12 5 Hoe wordt continuïteitsmanagement in organisaties vormgegeven? 13 6 Business continuity: risico’s, maatregelen en kansen 14 7 Welke rol speelt de overheid bij continuïteitsmanagement? 19 8 Onderzoeksverantwoording 21 9 Literatuuroverzicht 23 3 De status van Business Continuity Management in Nederland
  • 4. 4 november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland
  • 5. november 2014 Voorwoord Beste Lezers, Onze wereld verandert in een rap tempo. Megatrends zoals demografische verandering, urbanisatie, globalisering en klimaatverandering spelen daarbij een stuwende rol. Zowel de groeiende wereldbevolking als de stijgende welvaart ervan leiden tot een toenemende vraag naar grondstoffen en energie. Technologie speelt een zeer belangrijke rol bij het vormgeven van een duurzame en leefbare wereld. Siemens levert al ruim 160 jaar vooruitstrevende en innovatieve technologie. Al sinds haar ontstaan staan de uitdagingen van de toekomst bij deze ontwikkelingen centraal. Duurzaamheid en continuïteit zijn leidende principes binnen de hedendaagse maatschappij en de organisaties die daarin functioneren. Dit leidt tot een groeiende aandacht voor continuïteitsmanagement in het algemeen en daarbinnen voor de rol die Safety- en Security oplossingen daarbij kunnen spelen. Voor u ligt het rapport dat is opgesteld naar aanleiding van het tweede onderzoek dat Siemens heeft gedaan naar de status van Business Continuity Management in Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd onder het management van gebruikers van gebouwen- en infratechnologie. De steeds verdergaande automatisering en digitalisering van de (ondersteuning) van het primaire proces, biedt nieuwe mogelijkheden én creëert nieuwe kwetsbaarheden. De aandacht voor business continuity management helpt om de voorwaarden te scheppen waaronder uw organisatie haar doelstellingen kan blijven realiseren, of het nu ten faveure van de eigen stakeholders is of, zoals bij de vitale infrastructuur, ook voor de continuïteit van de BV Nederland. Ik wens u veel leesplezier en ga graag met u in gesprek over de rol van technologie bij het borgen van de continuïteit van uw faciliteiten. Met vriendelijke groet, Roel Aldenkamp Manager Enterprise Security 1 5 De status van Business Continuity Management in Nederland
  • 6. november 2014 Managementsamenvatting De tegenwoordige maatschappij kenmerkt zich door een toenemende (technische) verbondenheid van systemen en organisaties. Het World Economic Forum heeft het over ‘digital hyperconnectivity’. Naast vele voordelen leidt deze verbondenheid ook tot nieuwe risico’s. Niet alleen zijn organisaties steeds afhankelijker geworden van technische infrastructuur, het herkennen en beheersen van hun risico’s is daardoor steeds complexer geworden. In de Technologieverkenning Nationale Veiligheid wordt hiervoor door het RIVM gewaarschuwd. Verstoringen kunnen door de verregaande samenhang leiden tot ‘van te voren onbekende’ consequenties. 2 Een van de belangrijkste maatregelen voor organi-saties om risico’s te beperken is het voeren van continuïteitsmanagement of business continuity management. Siemens Building Technologies helpt haar relaties door oplossingen en diensten te leveren die incidenten voorkomen en beheersen op het gebied van branddetectie, blussing en ont-ruiming, security, klimaat- en energiebeheersing en incident- en crisismanagement. Vanuit deze positie doet Siemens regelmatig onderzoek naar de behoeften van haar relaties. Dit onderzoek naar de status van business continuity in Nederland is daar een voorbeeld van. Met dit onderzoek wil Siemens haar relaties informeren en inspireren en de mogelijkheid geven om zichzelf te vergelijken met andere organisaties. Dit onderzoek is eerder uitgevoerd in 2012. De resultaten van dit onderzoek worden vergeleken met het eerder uitgevoerde onderzoek. Continuïteitsmanagement staat nog steeds hoog op de agenda binnen organisaties. Maar liefst 70% van de respondenten geeft aan dat het structureel op de agenda staat bij het hoogste management. Dit resulteert bij 70% van de grotere organisaties ook in de aanwezigheid van een business continuity plan. Kleinere organisaties (minder dan 1000 werknemers) hebben in 50% van de gevallen een plan en blijven daarmee duidelijk achter. Uit de resultaten van dit jaar blijkt dat de verant-woordelijkheden voor continuïteitsmanagement duidelijk zijn belegd. Bij 93% van de respondenten is dit namelijk het geval. Dit is een forse stijging ten opzichte van het onderzoek uit 2012 waar het percentage 79% was. De verantwoordelijkheid voor de continuïteit wordt voornamelijk geacht in de ‘lijn’ te liggen. De directie (63%) en het operationele management (32%) worden door de respondenten het meest genoemd. Ook safety en security managers worden veel genoemd als (mede)verantwoordelijk (29%). In tweederde van de gevallen is de verantwoordelijkheid over meer dan één functie verdeeld. De beantwoording van de vraag waarop de focus van continuïteitsmanagement ligt is wezenlijk anders in vergelijking met de resultaten uit 2012. In 2012 werd aangegeven dat de focus voorname-lijk ligt op het beschermen van het productiepro-ces en werd het beschermen van informatie en informatiesystemen nauwelijks genoemd. Dit jaar ligt de focus overduidelijk op het beschermen van informatie en informatiesystemen. Deze focus wordt door 72% van de respondenten genoemd. Tweederde van de respondenten geeft aan dat de continuïteit van hun organisatie afhankelijk is van andere organisaties. 70% van de respondenten vindt dat het beschermen van de continuïteit van hun organisatie (daardoor) complexer geworden is. Met betrekking tot beschermingsmaatregelen zijn de uitkomsten vergelijkbaar met de uitkomsten uit 2012. IT security wordt het meest als belangrijk tot zeer belangrijk genoemd (89%). In dit onder-zoek zijn proces control of SCADA systemen voor het eerst als aparte categorie gevraagd. 62% van de respondenten vindt de security van dergelijke systemen belangrijk tot zeer belangrijk. De andere maatregelen zoals brandbeveiliging, security en klimaatregeling worden, net als twee jaar geleden, voornamelijk als belangrijk tot zeer belangrijk gezien. Een zeer belangrijk onderdeel van business continuity is het vaststellen van de consequenties van een mogelijke verstoring. Dit wordt Business Impact Analyse (BIA) genoemd. In eerdere publica-ties is vastgesteld dat als er geen inzicht is in de impact van een verstoring er ook veelal geen maatregelen worden genomen. Dit jaar geven 6 De status van Business Continuity Management in Nederland
  • 7. november 2014 minder respondenten aan niet te weten wat de impact van een dag downtime is (35%). Dit percentage is nog steeds relatief hoog maar in 2012 was het 52%. Er lijkt zich op dit punt een duidelijke verbetering af te tekenen. Dit jaar heeft het onderzoek een speciale focus gehad op de rol van de overheid bij business continuity. De overheid wordt gezien als een van de belangrijkste bronnen van informatie met betrekking tot risico’s die organisaties lopen. Er wordt daarnaast meer verwacht van de over-heid. Maar liefst 73% van de respondenten geeft aan dat de overheid door middel van het stellen van normen de continuïteit van (vitale) infrastruc-tuur dient af te dwingen. Ook respondenten uit deze vitale sectoren zijn hier in ruime meerder-heid voorstander van. 62% van de respondenten vindt zelfs dat de overheid verantwoordelijk zou moeten zijn voor de continuïteit van deze infra-structuur. Op de vraag of de overheid voldoende toezicht houdt, vindt slechts 21% van de respondenten het toezicht van de overheid onvoldoende. Wellicht is dat typisch Nederlands, de responden-ten verwachten meer sturing door normen van de overheid maar willen vervolgens niet te veel op de naleving ervan worden aangesproken. In de volgende hoofdstukken van dit rapport worden de resultaten uitgebreid beschreven en verbonden met maatschappelijke ontwikkelingen. Siemens nodigt u van harte uit om dit rapport verder te lezen en hoopt dat het een bijdrage mag leveren aan het vergroten van uw inzicht in continuïteitsmanagement. Wat is BCM? Business Continuity Management is een proces waarmee getracht wordt de continuïteit van een organisatie te waarborgen. Dit betekent het in stand houden van de belangrijkste, primaire of kritische processen. Allereerst betekent dit dat een organisatie zich-zelf goed moet kennen: wat zijn de belangrijkste en/of kritische processen? Wat is de relatie met andere interne of externe processen? Waarvan zijn ze afhankelijk? Vervolgens kan worden be-paald wat er gebeurt als deze verstoord worden: Wat voor verstoringen kunnen er optreden? Hoe groot is de kans op een verstoring? Wat kunnen de gevolgen zijn van een verstoring? Voordat er maatregelen en beleid kunnen worden geformuleerd dient er een dergelijke grondige ‘Business Impact Analyse’ (BIA) plaats te vinden. Op basis van de uitkomsten van een BIA kunnen maatregelen worden geformuleerd op het gebied van preventie (beperking van de kans dat een verstoring optreedt), detectie (het tijdig detecte-ren van een verstoring), mitigatie (het beperken van schade) en herstel (het zo snel mogelijk her-stellen van de processen). Risico’s kenmerken zich door een mate van onzekerheid, immers als iets zeker is, is het geen risico. Wat wel zeker is aan risico’s, is dat ze continu veranderen onder invloed van vele in-en externe factoren en omstandigheden. Het eenmalig vaststellen van risico’s en maatregelen biedt daarmee maar een tijdelijke bescherming. Business Continuity Management (BCM) is een continu proces van het inventariseren van bedreigingen en risico’s en het vaststellen, implementeren en evalueren van maatregelen. Sinds jaren geldt de British Standard 25999 als veruit meest gebruikte methodiek hiervoor (BCI 2012, Taylor 2012). Het biedt zowel een solide raamwerk als concrete ‘best practices’. Sinds begin 2012 is de ISO 22301 uitgebracht die deel 2 van de BS 25999 zal vervangen. 7 De status van Business Continuity Management in Nederland
  • 8. november 2014 Inleiding Risicomanagement vs Business continuity Business continuity en risicomanagement zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Binnen een risicomanagementproces, zoals beschreven in de NEN 31000 (NEN_ISO 2009) zie figuur 1, worden risico’s geïdentificeerd, geanalyseerd en gewogen. Daarna worden maatregelen gedefinieerd om onaanvaardbare risico’s te beperken. Figuur 1: Risicomanagementproces conform NEN-ISO 31000 Risicomanagement – principes en richtlijnen Business Continuity Management (BCM) is een proces dat als een van de maatregelen wordt inge-zet om risico’s te beperken. BCM richt zich daarbij met name op het beperken van de gevolgen van Het beheersen van risico’s is voor organisaties van levensbelang. Huidige maatschappelijke ontwikkelingen maken het beheersen van risico’s enerzijds belangrijker dan ooit en ander-zijds ook steeds complexer. Eén van de maatregelen voor het beheersen van risico’s is het voeren van continuïteitsbeleid of business continuity Management. In 2012 heeft Siemens hier voor het eerst een onderzoek naar gedaan (Siemens 2012). Dit rapport beschrijft de resultaten van het tweede onderzoek en vergelijkt deze met de eerdere resultaten. Siemens hoopt haar relaties een beeld te geven van de status van business continuity in Nederland. De informatie uit dit rapport is bedoeld om organisaties te informeren en te inspireren en kan gebruikt worden om het eigen organisatiebeleid te vergelijken met dat van anderen. Vaststellen van de context Communicatie en overleg Monitoring en beoordeling RISICOBEOORDELING Risico-identificatie Risicoanalyse Risico-evaluatie Risicobehandeling 3 verstoringen. Om de gevolgen van een verstoring te kunnen beperken is het evident dat deze gevol-gen allereerst goed in kaart gebracht moeten zijn. Een zogenaamde Business Impact Analyse (BIA) is daarom een belangrijk onderdeel van business continuity. Hier ligt een direct verband met het risicomanagement proces. Tijdens de risico identificatie fase worden de gevolgen, de conse-quenties, van de verschillende risico’s eveneens in kaart gebracht. In de hoofdstukken 4 en 5 worden de resultaten van dit onderzoek met betrekking tot respectievelijk het belang van continuïteitsmanagement en de wijze waarop dit vormgegeven wordt beschreven. Hierbij kunnen relaties worden gelegd tussen continuïteits-management en andere organisatorische functies die bepaalde risico’s voor organisaties behandelen. Door de steeds veranderende omstandigheden waarin organisaties opereren zijn zowel risicomanagement als business continuity management geen eenmalige acties maar doorlopende processen. In de huidige samenleving, waarin geopolitieke, technologische, sociologische en klimatologische veranderingen elkaar steeds sneller opvolgen, beïnvloeden en versterken, worden deze doorlopen-de risicoprocessen des te belangrijker. Verantwoording in een risicomaatschappij De socioloog Ulrich Beck heeft in 1986 de term risico-samenleving geïntroduceerd (Beck 1992). Hij bedoel-de daarmee niet dat de (westerse) samenleving onveiliger zou zijn geworden of dat we in een derge-lijke samenleving meer risico’s lopen. Het tegendeel 8 De status van Business Continuity Management in Nederland
  • 9. november 2014 is waar, we leven langer, gezonder, veiliger en welvarender dan ooit. Deze levenswijze betekent echter dat we ons veel bewuster zijn geworden van de risico’s die we lopen. Een voorbeeld daarvan is de vaststelling dat de Nederlandse bevolking zich onveiliger voelt terwijl het aantal incidenten afneemt. Dit risicobewustzijn in de samenleving leidt tot andere verhoudingen tussen overheid, burgers en organisaties. De veiligheidsrelatie tussen deze partijen dient (opnieuw) gedefinieerd te worden (Siemens 2013, Van Vollenhoven 2014). Binnen dit onderzoek is dan ook de rol van de overheid rond business continuity onderzocht. In hoofdstuk 7 worden de resultaten van het onderzoek met betrek-king tot de rol van de overheid beschreven. Daarnaast zijn we onze wereld steeds meer als ‘maakbaar’ gaan beschouwen. Vrijwel alle oorzaken van incidenten zijn bekend of worden achteraf bekend. ‘Domme pech’ bestaat daarmee niet meer. Alles is een risico geworden en risico’s kunnen worden vermeden of beheerst. Daarmee wordt verantwoordelijkheid geïntroduceerd. Immers als alles een risico is dat door middel van management kan worden vermeden of beheerst is er altijd een natuurlijk of juridisch persoon verantwoordelijk voor. Binnen organisaties leidt dit tot steeds meer aan-dacht voor risicomanagement (Accenture 2013). Risicomanagement verandert van een ‘showstopper’ in een ‘business enabler’. Moderne professionals die zich met risicomanagement bezig houden, zoals safety & security managers, business continuity managers, corporate risk officers e.d., staan steeds meer midden in de organisatie en beslissen mee over strategische bedrijfsprocessen. Het kennen van risico’s en risicomanagement ver-sterkt de mogelijkheden van organisaties en biedt kansen. Duidelijkheid en transparantie over risico’s en de behandeling ervan is steeds meer een vereiste in onze samenleving. Het afleggen van verantwoordelijkheid en compliancy nemen aan belang toe en staan hoog op de agenda binnen de meeste organisaties. In hoofdstuk 6 is beschreven hoe de respondenten in dit onderzoek hun kennis van risico’s beoordelen en hoe ze aan deze kennis komen. Risico’s in een ‘hyperconnected’ samenleving Zoals ook al in het Siemens rapport uit 2012 beschre-ven zijn personen, organisaties en overheden in toe-nemende mate met elkaar verbonden en van elkaar afhankelijk. Deze ontwikkeling zet zich versneld voort. Naast vele voordelen van deze ‘hyperconnectiviteit’ levert dat ook risico’s op: “Vitale processen en systemen raken steeds meer verknoopt, zowel onderling als met niet-vitale processen en systemen. De systeemsamenhang wordt complex. Eén kleine verstoring kan verstrek-kende – van te voren onbekende – consequenties hebben, die in vele andere systemen doorwerken.” (Technologieverkenning Nationale Veiligheid, RIVM, 2014) Het World Economic Forum noemt deze ontwikke-ling ‘digital hyperconnectivity’. Waar digitalisering van processen oorspronkelijk is gestart om de efficiency van bestaande processen te verhogen zijn we er inmiddels totaal afhankelijk van geworden (WEF 2014a). 9 De status van Business Continuity Management in Nederland
  • 10. november 2014 Een voorbeeld van deze afhankelijkheid is bijvoorbeeld een fysieke ‘supply chain’. Zonder de bijbehorende ‘data flow chain’ stopt deze fysieke keten (Mensah, Merkuryev 2014, Wildring 2014). In dit onderzoek hebben we de respondenten gevraagd naar de afhankelijkheid van hun organi-satie van anderen. In hoeverre is het voortbestaan van organisaties, de continuïteit, afhankelijk van anderen? De antwoorden op deze vraag zijn opgenomen in hoofdstuk 6. Het Siemens onderzoek Siemens Building Technologies is wereldwijd een van de grootste leveranciers op het gebied van systemen, oplossingen en diensten op het gebied van fysieke veiligheid, comfort en energiemanage-ment. Het beheersen van risico’s bij haar relaties door het juist inzetten van technologie en diensten ziet Siemens Building Technologies als haar kern-taak. Door de vele veranderingen in de maatschappij en de invloeden daarvan op organisaties wordt de portfolio van Siemens continu aangepast en ontwikkeld. Siemens richt zich daarbij op langdurige relaties met haar afnemers en stelt zich meer en meer op als ‘trusted partner’ in plaats van leverancier. Binnen deze rol neemt het informeren, adviseren en prikkelen een belangrijke positie in. Naast het leveren, implementeren en langdurig in stand houden van brandbeveiligingssystemen, security oplossingen, incident & crisismanagement systemen, klimaatregelingen en energiemanage-ment levert Siemens een belangrijke bijdrage in maatschappelijke ontwikkelingen en debat. In dit kader heeft Siemens het onderzoek naar business continuity herhaald. Siemens hoopt dat de inhoud van dit rapport kan bijdragen in het verhogen van kennis en bewustzijn en het daadwerkelijk beheersen van (continuïteits)risico’s. Siemens staat open voor discussie, vragen en commentaar. Daarnaast kan Siemens assisteren bij het invullen van conti-nuïteitsmanagement binnen organisaties door het bieden van advies, (crisismanagement) trainingen en het implementeren van business continuity oplossingen. 10 De status van Business Continuity Management in Nederland
  • 11. november 2014 Het belang van continuïteitsmanagement De uitkomsten van het onderzoek uit 2012 lieten een duidelijke relatie zien tussen de omvang van een organisatie (in aantal medewerkers) en de aandacht voor continuïteitsmanagement. Dit jaar zijn de verschillen kleiner, de aandacht binnen kleinere organisaties is duidelijk gestegen. Continuïteitsmanagement staat duidelijk in de be-langstelling van het topmanagement. Voor vrijwel alle organisaties is het voortbestaan gedurende langere tijd een van de hoofddoelen. Het is daar-om geen verrassing dat continuïteitsmanagement, aandacht voor risico’s die de continuïteit mogelijk in gevaar brengen, de aandacht heeft. Slechts bij één op de zes organisaties is dit niet het geval (figuur 2). Kijkend naar de totaalresultaten lijkt het erop dat deze aandacht zich direct vertaalt in de aanwezigheid van een business continuity plan. Hier is echter een duidelijk onderscheid tussen kleinere en grotere organisaties. Circa 50% van de kleinere organisaties heeft een business continuity plan (30% niet) tegen 70% van de grotere organisaties (slechts 8% niet). Dit is overigens een vergelijkbaar resultaat met het onderzoek uit 2012. Naast de aandacht van het topmanagement en het hebben van een plan, vinden organisaties dan dat ze genoeg aan business continuity doen? Het ant-woord uit dit onderzoek geeft een bijna 50/50% verdeling te zien. Circa 50% van de respondenten vindt dat er genoeg gedaan wordt, en de andere 50% dat ze meer zouden moeten doen. Hier is nauwelijks verschil zichtbaar tussen grote en kleine organisaties. Wel zijn er duidelijke verschil-len tussen verschillende branches zichtbaar. De branches die structureel bezig zijn met business 4 continuity zoals luchthavens, farmaceutische industrie, (petro)chemie, industriële productie en openbare orde en veiligheid vinden dat ze niet meer hoeven doen dan ze al doen. De branches die vinden dat ze meer moeten doen bestaan uit een aantal branches die al structureel veel aan business continuity doen zoals: energie, havens, transport & logistiek en defensie. Zij zullen waarschijnlijk beseffen dat ze nooit genoeg doen. Daarnaast is er een groep branches waar de aan-dacht voor business continuity laag is er waar dus veel te winnen valt. De branches bouw-, en installatiebedrijven, advies- en architectenbureaus en onderwijs zijn hier voorbeelden van. Ondanks het feit dat ze minder dan gemiddeld aandacht hebben voor continuïteitsmanagement vinden ze toch dat ze niet meer hoeven doen. Dit lijkt te duiden op een lager bewustzijn van het belang van continuïteitsmanagement in deze sectoren. 11 De status van Business Continuity Management in Nederland Bij 70% van de organisaties staat business continuity structureel op de agenda van het hoogste management. Vraag Antwoord opties % klein* groot* Staat business continuity in uw organisatie structureel op de agenda bij overleg op het hoogste managementniveau? Ja 70% 65% 73% Nee 17% 23% 12% Weet niet 13% 12% 15% Beschikt uw organisatie over een business continuity Plan? Ja 62% 50% 71% Nee 17% 29% 8% Weet niet 21% 21% 21% Zou uw organisatie meer moeten doen om business continuity te waarborgen? Ja 54% 50% 56% Nee 46% 50% 44% Figuur 2: Aandacht voor business continuity. * klein: organisaties < 1000 medewerkers; groot: organisaties > 1000 medewerkers.
  • 12. november 2014 Hoe wordt continuïteitsmanagement in organisaties vormgegeven? Het is interessant om te zien hoe de verantwoordelijkheden voor business continuity binnen organisaties zijn belegd. Opvallend is dat er een groot aantal verschillende functies en afdelingen verantwoordelijk zijn voor business continuity. Hieruit blijkt dat continuïteitsmanagement een onderwerp is dat betrekking heeft op de hele organisatie. Op de vraag of de verantwoordelijkheid voor business continuity aanwijsbaar is belegd binnen de organisatie geeft maar liefst 93% van de res-pondenten een positief antwoord (figuur 3). In het onderzoek uit 2012 was dit percentage 79%. Het lijkt erop dat het bewustzijn rond business continuity is gestegen. Twee van de drie respon-denten geeft aan dat de verantwoordelijkheid bij meer dan één verantwoordelijke is belegd. Gemiddeld worden hier bijna drie verantwoordelij-ke functies of afdelingen genoemd, het maximum aantal genoemde verantwoordelijken is zes. Er is een klein verschil zichtbaar tussen grote en kleine organisaties. Kleinere organisaties hebben de verantwoordelijkheid wat vaker bij slechts één verantwoordelijke belegd dan grotere. Opvallend is dat er bij 93% van de organisaties wel een verantwoordelijke is aangewezen maar dat er slechts in 62% van de organisaties een business continuity plan aanwezig is. Dit zou betekenen dat er veel verantwoordelijken zijn die zonder vast-omlijnd plan hun verantwoordelijkheid vormgeven. Mogelijk staat het onderwerp op de agenda en is de verantwoordelijkheid belegd maar is de aanpak niet concreet gemaakt. De verantwoordelijkheid voor de continuïteit ligt voornamelijk bij de directie volgens de responden-ten. Daarna worden de operationeel managers het vaakst genoemd. Hiermee ligt de verantwoordelijk-heid voornamelijk in de ‘lijn’. Dit lijkt de juiste plaats voor de verantwoordelijkheid voor risico’s in het algemeen, zo ook voor risico’s gerelateerd aan de continuïteit van de organisaties. Binnen de branches telecom/datacenters/ICT, farmacie, (petro)chemie, energie, industriële productie en transport & logistiek, traditioneel Vraag Antwoord opties % Is er binnen uw organisatie iemand aanwijsbaar verantwoordelijk voor business continuity? Ja, meerdere verantwoordelijken 67% Ja, één verantwoordelijke 26% Nee 7% Figuur 3: Aantal verantwoordelijken voor business continuity. 5 branches waar veel aandacht is voor continuïteits-management, wordt een specifieke business continuity manager net zo vaak genoemd als de eindverantwoordelijke directie. Binnen deze branches wordt business continuity vaker gezien als een belangrijke functie met specifieke expertise. Opvallend is verder dat binnen de gezondheids-zorg, onderwijs en industriële productie de facilitair manager meer dan gemiddeld wordt ge-noemd. Dit lijkt te duiden op het feit dat in deze branches de fysieke locatie en faciliteiten een meer dan gemiddelde rol spelen bij de continuïteit van de organisatie. Security en safety managers worden in alle branches genoemd als medeverantwoordelijk voor continuïteitsmanagement. Zij spelen daarin blijkbaar een belangrijke rol. Een meer algemene risicomanager wordt maar in één op de zes gevallen genoemd. Dit sluit aan op eerder onderzoek van Accenture waarin de opkomst van een Corporate Risk Officer (CRO) wordt voorspeld. Uit dit onder-zoek bleek dat een vergelijkbaar percentage van de, voornamelijk grotere, organisaties een dergelijke functie heeft gecreëerd (Accenture 2011). 12 De status van Business Continuity Management in Nederland In 62% van de organisaties wordt de directie verantwoordelijk geacht voor business continuity. In 2012 was dit 41%.
  • 13. november 2014 Figuur 4: Bij welke functie of afdeling is de verantwoordelijkheid voor business continuity binnen organisaties belegd? Vraag Antwoord opties % Welke van de onderstaande afdeling(en) is verantwoordelijk voor de Business Continuïty van uw organisatie? Directie 63% Operationeel Manager 32% Security/Safety Manager 29% Facilitair Manager 27% Informatie (beveiliging)/ICT Manager 26% Business Continuïty Managers 21% Gebouwbeheerder 18% Risico Manager 15% Hoofd bedrijfshulpverlening 15% QA/QC, KAM of Kwaliteits Manager 15% Controller 11% Hoofd Communicatie 7% Anders, namelijk 4% 13 De status van Business Continuity Management in Nederland
  • 14. 14 november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland Business continuity: risico’s, maatregelen en kansen Ten opzichte van het onderzoek uit 2012 heeft er met betrekking tot de focus van business continuity activiteiten een aardverschuiving plaatsgevonden. Het beschermen van informa-tie en informatiesystemen wordt nu veruit als belangrijkste focus gezien. Met betrekking tot informatie over risico’s worden experts en de overheid nog steeds als belangrijkste bronnen van informatie gezien. Meer organisaties dan in 2012 hebben inzicht in mogelijke schade van verstoringen. Vraag Antwoord opties % Waarop ligt binnen uw organisatie de focus van de business continuity activiteiten? Beschermen van informatie/informatiesystemen 72% Beschermen productie/operationeel proces 60% Beschermen van imago 50% Het voorkomen van compliance/juridische verstoringen 37% Het beschermen van asssets 34% Figuur 5: Focus van de business continuity activiteiten. Als focus van de business continuity activiteiten wordt het beschermen van informatie en informatie-systemen veruit het meeste genoemd. 6 Risico’s Business continuity is het proces dat de gevolgen van verstoringen zo veel mogelijk tracht te beper-ken. De vraag waar de aandacht van organisaties zich met betrekking tot continuïteitsmanagement op richt geeft daarmee aan waar de grootste risi-co’s voor organisaties zich bevinden. Ten opzichte van het onderzoek uit 2012 hebben zich hier enor-me verschuivingen voor gedaan. In 2012 werd het beschermen van het productieproces het meeste genoemd. Dit jaar is dat het beschermen van infor-matie en informatiesystemen (72%, figuur 5). In 2012 werd het beschermen van informatie en informatiesystemen slechts door 2% van de res-pondenten genoemd. Informatiebeveiliging neemt een steeds belangrijker plaats in binnen organisa-ties. Onderzoeksbureau Gartner ziet de opkomst van een ‘Digital Risk Officer’ die op ‘C’ niveau gaat opereren (Gartner 2014). De volgorde van de overige doelen is gelijk aan de uitkomsten van het vorige onderzoek. Er is geen noemenswaardig verschil in de beantwoording tus-sen grotere en kleinere organisaties. Dit jaar is de antwoordmogelijkheid ‘het voorko-men van compliance/juridische verstoringen’ voor het eerst opgenomen. Dit wordt door éénderde van de respondenten genoemd als mogelijk focus gebied. Vanwege incidenten zoals de brand bij Chemie Pack is het toezicht van de overheid niet alleen verscherpt maar wordt er ook eerder opge-treden bij onvolkomenheden. Het stilleggen van de werkzaamheden bij de tankterminal van Odfjell is hier een direct gevolg van. Het ligt in de verwach-ting dat zich vaker dit soort maatregelen van con-trolerende instanties zullen voordoen. Uit de glo-bal risk management study van Accenture blijkt dat het topmanagement de juridische risico’s in de komende jaren het meest ziet stijgen (Accenture 2013).
  • 15. november 2014 15 De status van Business Continuity Management in Nederland Zijn organisaties goed op de hoogte van de risico’s die ze lopen? 70% van de organisaties vindt van wel (dit was 65% in 2012). Van de overige respon-denten vindt 12% van niet en 18% weet het niet. Hoewel de maatschappij steeds complexer wordt en de afhankelijkheden toenemen, denken de res-pondenten nog steeds in een grote meerderheid dat ze goed op de hoogte zijn van de risico’s die ze lopen. Dit is opmerkelijk, in de Technologieverkenning Nationale Veiligheid wordt juist gewaarschuwd voor ‘van te voren onbekende’ consequenties (Technologieverkenning Nationale Veiligheid, RIVM, 2014). 67% van de organisaties is voor hun continuïteit afhankelijk van andere organisaties (zie figuur 6). Hoewel dit een ruime meerderheid is lijkt dit per-centage in het licht van de eerder beschreven maatschappelijke ontwikkelingen toch aan de lage kant. De afhankelijkheden van andere organisaties ver-hogen de complexiteit en verlagen het inzicht in ri-sico’s. Toch vindt, zoals eerder gemeld, 70% van de respondenten dat ze goed op de hoogte is van de risico’s die ze lopen. Dit is een verrassende en ver-ontrustende uitkomst, immers niet beseffen dat je risico’s niet kent, de zogenaamde ‘unknown un-knowns’ (Rumsfeld 2002) kan leiden tot een vals gevoel van veiligheid. Door de eerder beschreven veranderingen in de maatschappij, toenemende connectiviteit en af-hankelijkheden worden risico´s lastiger te herken- Stelling Antwoord opties % De continuïteit van mijn organisatie is afhankelijk van prestaties, diensten en/of voorzieningen van andere organisaties Helemaal eens 15% Eens 52% Niet eens / niet oneens 21% Oneens 11% Helemaal oneens 1% Figuur 6: Afhankelijkheid van andere organisaties. Stelling Antwoord opties totaal klein* groot* Ontwikkelingen in de hedendaagse maatschappij maken het beschermen van de continuïteit van mijn organisatie: Eenvoudiger 12% 18% 8% Complexer 70% 62% 75% Niet eenvoudiger, niet complexer 18% 20% 17% Figuur 7: Invloed van de ontwikkelingen in de maatschappij op business continuity. * klein: organisaties < 1000 medewerkers; groot: organisaties > 1000 medewerkers. nen en te beheersen. Maken deze ontwikkelingen het beschermen van de continuïteit van organisa-ties complexer? Een ruime meerderheid van de res-pondenten denkt van wel. Hierbij valt op dat grote-re organisaties deze complexiteit meer zien dan kleinere organisaties. Het percentage responden-ten dat denkt dat het beschermen van de continuï-teit eenvoudiger wordt is bij kleinere organisaties zelfs twee maal zo hoog als bij van grotere organi-saties (figuur 7). De respondenten noemen voor de informatie over hun risico’s als belangrijkste informatiebronnen wederom (externe) experts en de overheid. Brancheverenigingen staan deze keer op de derde plaats en worden als informatiebron aanmerkelijk belangrijker gevonden dan twee jaar geleden. Tussen grotere en kleinere organisaties zijn duide-lijke verschillen zichtbaar bij de informatiebronnen leveranciers en vakmedia (figuur 8). Maatregelen Met betrekking tot de meer gebouwgebonden technische beschermingsmaatregelen hebben we de respondenten wederom gevraagd het belang van de verschillende maatregelen aan te geven. Niet onverwacht wordt IT security weer gezien als belangrijkste technische beschermingsmaatregel. 89% van de respondenten geeft aan dat dit be-langrijk tot heel erg belangrijk is (figuur 9). Dit was in 2012 nog 92%.
  • 16. 16 november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland Vraag Antwoord opties Klein Groot 2012 Waar moet volgens u de benodigde informatie vandaan komen om de veranderende risico‘s in uw branche in te kunnen schatten? Experts 62% 65% 65% Overheid 44% 56% 53% Branchevereniging 47% 46% 5% Training 32% 42% 31% Leveranciers 26% 44% 51% Vakmedia 44% 23% – Eigen (interne) kennis 12% 8% 7% Anders 3% 25% 3% Figuur 8: Informatiebronnen voor veranderende risico’s in de branche. In dit onderzoek is IT security gesplitst in IT in kan-tooromgeving en IT in de vorm van proces control systemen (SCADA). De laatste jaren zien we een toenemend bewustzijn voor de kwetsbaarheid van proces control systemen. Proces control systemen bestaan in vele vormen, toepassingen en omvang. Van de besturing van bijvoorbeeld automatische deuren tot aan complete procesbesturingen van productieprocessen. Vele organisaties verkeren in de veronderstelling dat ze geen proces control sys-temen binnen hun organisatie hebben. Dit is ech-ter een misvatting. Als voorbeeld kan de klimaat-en temperatuurregeling van dataruimtes worden aangehaald. Dit is een vorm van een proces control systeem dat binnen vrijwel iedere organisatie aan-wezig is. Het is tevens een goed voorbeeld van een systeem dat, als het uitvalt, al na enige minuten zal leiden tot de uitval van IT systemen. Juist de onbekendheid van de aanwezigheid van dergelijke systemen, de impact als ze uitvallen en de mate waarin ze met het internet zijn verbonden leidt tot ongemerkte onveiligheid. Uit de uitkomsten bij dit onderzoek blijkt een lager bewustzijn met betrek-king tot deze systemen ten opzichte van IT in kan-tooromgevingen. 62% van de respondenten vindt het beschermen van proces control systemen be-langrijk tot heel erg belangrijk. Er is wel een ver-schil zichtbaar tussen de verschillende branches. Binnen de sectoren luchthavens, gezondheidszorg, (petro)chemie, energie en industriële productie is het bewustzijn voor de kwetsbaarheid en afhanke-lijkheid van dergelijke systemen beduidend hoger dan het gemiddelde. Er wordt door het Nationaal Cyber Security Centre geconstateerd dat de aandacht van hackers en on-derzoekers voor dit soort systemen toeneemt (NCSC 2012).
  • 17. november 2014 Antwoord per onderdeel Klimaatbeheersing Heel erg belangrijk 28% 100% – 43% 17% – 72% 40% – – 25% 34% 50% – – Belangrijk 28% – 100% – 67% 100% 14% 20% – 50% 25% 33% 50% 43% 22% Niet belangrijk/niet onbelangrijk 27% – – 57% – – 14% – 50% 50% 25% 33% – 28% 33% Onbelangrijk 12% – – – – – – 20% 50% – – – – 29% 34% Heel erg onbelangrijk 5% – – – 16% – – 20% – – 25% – – – 11% Brandbeveiliging Heel erg belangrijk 50% 100% 100% 71% 17% – 72% 60% – 50% 50% 67% 100% 29% 34% Belangrijk 34% – – 29% 67% 100% 14% 20% 100% 50% 25% – – 57% 22% Niet belangrijk/niet onbelangrijk 10% – – – – – 14% – – – 25% 33% – 14% 22% Onbelangrijk 4% – – – – – – – – – – – – – 22% Heel erg onbelangrijk 2% – – – 16% – – 20% – – – – – – – Toegangsbeveiliging/security Heel erg belangrijk 31% 100% 100% 57% 17% 100% 22% 40% 100% 25% 50% – 100% 29% 22% Belangrijk 51% – – 43% 67% – 64% 60% – 75% – 67% – 43% 45% Niet belangrijk/niet onbelangrijk 12% – – – – – 14% – – – – 33% – 28% – Onbelangrijk 5% – – – – – – – – – 50% – – – 33% Heel erg onbelangrijk 1% – – – 16% – – – – – – – – – – IT in kantooromgeving Heel erg belangrijk 37% 100% 100% 29% 33% 100% 36% 40% – – 25% 33% 100% 57% 33% Belangrijk 52% – – 71% 33% – 50% 60% 50% 100% 50% 67% – 43% 67% Niet belangrijk/niet onbelangrijk 9% – – – 17% – 14% – 50% – 25% – – – – Onbelangrijk 1% – – – – – – – – – – – – – – Heel erg onbelangrijk 1% – – – 17% – – – – – – – – – – Process control systemen (SCADA) Heel erg belangrijk 38% 100% 100% 57% 17% – 36% 80% – – 25% 33% 100% 57% 33% Belangrijk 24% – – 14% 50% 100% 50% – 50% 100% 50% 67% – 43% 67% Niet belangrijk/niet onbelangrijk 17% – – 14% 17% – 7% – 50% – 25% – – – – Onbelangrijk 10% – – – – – 7% – – – – – – – – Heel erg onbelangrijk 11% – – 15% 16% – – 20% – – – – – – – Figuur 9: Het belang van klimaatbeheersing, brandbeveiliging, toegangsbeveiliging/security, IT in kantooromgeving en process control systemen (SCADA) voor continuïteit per sector. Totaal Zakelijke dienstverlening Bouw Transport en logistiek Openbare orde en veiligheid Industtriële productie Energie Defensie Petrochemie/chemie Gezondheidszorg Pharmacie Onderwijs Telecom/datacenters/ICT Havens Luchthavens 17 De status van Business Continuity Management in Nederland
  • 18. 18 november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland Zoals eerder aangegeven is de kennis van de mo-gelijke gevolgen van een verstoring essentieel voor het nemen van maatregelen en de aandacht voor continuïteitsmanagement (CA Technologies 2011, CMI 2011). Vergeleken met de uitkomsten van vorig onderzoek weten meer organisaties wat de financiële gevolgen van een dag downtime zijn (zie figuur 10). Het vaststellen van de gevolgen van een verstoring kan lastig en tijdrovend zijn maar is echter een essentieel onderdeel in de bewustwording van Vraag Antwoord opties 2014 2012 Wat is de mogelijke schade van een dag downtime? 1 miljoen of meer 17% 10% 100.000 - 1 miljoen 21% 12% 1.000 - 100.000,– 22% 14% Minder dan 1.000,– 5% 12% Geen idee/kan ik niet zeggen 35% 52% Figuur 10: Geschatte schade van een dag downtime. 2014 2012 Vraag Antwoord opties Klein Groot Klein Groot Business continuity is een onderwerp waarmee mijn onderneming zich in de beleving van onze klanten kan onderscheiden. Helemaal eens 38% 40% 25% 37% Eens 35% 38% 33% 37% Eens/oneens 10% 22% 34% 21% Oneens 9% 0% 5% 4% Helemaal oneens 8% 0% 3% 0% Figuur 11: Is business continuity een onderwerp waarmee een onderneming zich kan onderscheiden? Steeds meer organisaties hebben inzicht in mogelijke schade, bij 17% van de organisaties is de schade van een dag downtime meer dan 1 mln. euro! Ruim 70% van de organisaties denkt zich met business continuity positief te kunnen onderscheiden. hebben. Ook deze keer lijken de meeste organisa-ties, 76%, zich hiervan bewust te zijn. Slechts 7% denkt zich niet of helemaal niet te kunnen onder-scheiden met business continuity. De uitkomsten laten vooral bij de kleinere bedrijven een verschui-ving zien ten opzichte van de resultaten van het voorgaande onderzoek. Het aantal respondenten dat het ‘helemaal eens’ is met de stelling is met 13% gestegen (figuur 11). risico’s. Deze bewustwording is de eerste stap in de richting van het nemen van maatregelen (Needham-Bennet 2014). Daarnaast kunnen maatregelen meer ‘risk-based’ worden ingezet (WEF 2014). Dit betekent dat de afweging in wel-ke maatregelen het best geïnvesteerd kan worden beter gefundeerd kan worden genomen en beter is afgestemd op de mogelijke risico’s die organisa-ties lopen. Kansen Voor een organisatie is het aantoonbaar maken dat de continuïteit van de organisatie gewaar-borgd wordt door het voeren van een actief continuïteitsmanagement erg belangrijk. Een organisatie kan daarmee aantrekkelijker zijn voor (potentiële) klanten en andere stakeholders dan organisaties die hun zaakjes minder op orde
  • 19. november 2014 19 De status van Business Continuity Management in Nederland Welke rol speelt de overheid bij continuïteitsmanagement? Onze huidige maatschappij is steeds afhankelijker geworden van technologie. Deze technologie is daarnaast steeds vaker met elkaar verbonden. Het optreden van domino effecten, een beperkte verstoring kan een keten van verstoringen in gang zetten, wordt daarmee een steeds realistischer reden voor zorg. Naast de vele voordelen van technologische ontwikkelingen zullen gevolgen van uitval van deze voorzieningen een grotere maatschappelijke impact hebben. De overheid speelt een rol bij het voorkomen van een maatschappelijke ontwrichting. Wat verwachten de respondenten van de overheid op het gebied van continuïteitsmanagement? Ruim 70% wil dat de overheid organisaties uit segmenten van de vitale infrastructuur verplicht de continuïteit te waarborgen. 7 De vraag rijst in hoeverre de overheid verantwoorde-lijk is voor het voortbestaan van organisaties. Over het algemeen kan hierover gezegd worden dat de overheid niet verantwoordelijk is voor de continuïteit van private organisaties. De bankencrisis heeft ons echter geleerd dat de overheid welk degelijk een ver-antwoordelijkheid heeft zodra continuïteitsproble-men van private organisaties kunnen leiden tot systeemfalen en maatschappelijke ontwrichting. De overheid heeft zich genoodzaakt gezien private ban-ken verregaand te steunen. Als gevolg daarvan hou-den nationale en Europese overheden meer toezicht op de continuïteit van de organisaties in deze sector. Het uitvoeren van zogenaamde ‘stresstesten’ is daar een voorbeeld van. De vraag rijst of de overheid dit soort verregaand toezicht ook voor andere sectoren zou moeten organiseren. Hoe er tegen de rol en verantwoordelijkheden van de overheid wordt aangekeken is getoetst door de respondenten een vijftal stellingen voor te leggen. Stelling 1: De overheid zou via regelgeving alle organisaties dienen te verplichten continuïteit te waarborgen. Over het algemeen vinden de respondenten niet dat de overheid zich met de continuïteit van alle organi-saties dient te bemoeien. Circa éénderde van de respondenten is het met de stelling eens. Van de overigen staat circa éénderde neutraal ten opzichte van de stelling en éénderde is het oneens met deze stelling. Er is geen verschil zichtbaar tussen grote en kleinere organisaties. Voornamelijk eens met deze stelling zijn de sectoren gezondheidszorg, (petro) chemie, defensie en energie. Stelling 2: De overheid zou alleen organisaties binnen specifieke segmenten (zoals vitale infrastructuur) moeten verplichten om de continuïteit te waarborgen. De overheid heeft de vitale sectoren gedefinieerd als sectoren waar bij uitval kan leiden tot maat-schappelijke ontwrichting. Hierbij wordt gesproken over potentieel veel slachtoffers en economische schade. Door onder andere de in de afgelopen decennia doorgevoerde liberalisering heeft de overheid nog maar circa 20% van de vitale infra-structuur in handen. 80% is in handen van bedrij-ven. Het waarborgen van de nationale veiligheid vergt dus een nauwe samenwerking tussen de overheid en deze bedrijven (Ministerie van binnen-landse zaken en koninkrijksrelaties 2010). Maar liefst 73% van de respondenten is het met deze stelling eens. Men ziet hier een duidelijke rol voor de overheid weggelegd. Ook de organisaties uit de vitale sectoren zelf zijn het met deze stelling eens. 16% van de respondenten staat neutraal tegenover deze stelling en slechts 11% is er tegen.
  • 20. 20 november 2014 De status van Business Continuity Management in Nederland Stelling 3: De overheid zou verantwoordelijk moeten zijn voor het beschermen van de continuïteit van organisaties in de (vitale) infrastructuur, zoals energiebedrijven. Deze stelling gaat nog iets verder: de overheid dient de continuïteit van de vitale sectoren niet alleen door regels af te dwingen, de overheid zou zelfs de verantwoordelijkheid moeten dragen. In de neoliberale traditie van de afgelopen decennia zijn juist vele organisaties geprivatiseerd met het idee dat de markt in staat is de dienstverlening efficiënter en effectiever uit te voeren. De verant-woordelijkheid voor de continuïteit van deze organisaties en daarmee de continuïteit van (vitale)dienstverlening is daarmee verlegd naar de private sector. 62% van de respondenten is het eens met de stelling en is daarmee tegen de overdracht van deze verantwoordelijkheden. Ze lijken zich daar-mee te keren tegen de privatisering. Slechts 18% is het oneens met de stelling en 20% staat er neutraal tegen over. Stelling 4: Toezicht van de overheid op de continuïteit van organisaties is niet nodig (is niet de verantwoordelijkheid van de overheid). “Toezicht is het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het zich daarna vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan interveniëren.” (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 1998). Deze definitie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geeft aan dat voor toezicht allereerst ‘gestelde eisen’ aanwezig moeten zijn om te kunnen toetsen. Uit de beant-woording van de eerste twee stellingen is duidelijk gebleken dat er over het algemeen geen, maar voor specifieke (vitale) sectoren duidelijk wel regelgeving gewenst is. Enigszins verrassend geeft maar een beperkt deel van de respondenten als reactie op deze stelling aan toezicht nodig is. Vond 73% van de responden-ten regelgeving voor vitale sectoren noodzakelijk, slechts één derde vindt dat er ook toezicht op gehouden dien te worden. Eénderde is het eens met de stelling en vind dat toezicht van de over-heid niet nodig is. Stelling 5: Toezicht van de overheid op de continuïteit van organisaties is voldoende. Van de respondenten is 36% het eens met deze stelling en vindt daarmee dat de overheid voldoen-de toezicht houdt. Met name de respondenten uit de sectoren telecom/data/ICT, gezondheidszorg en de (petro)chemie zijn het overwegend met deze stelling eens. 43% staat neutraal tegenover deze stelling en 21% is het oneens. Slechts één op de vijf respondenten vindt het huidige toezicht onvoldoende. Voornamelijk de respondenten uit de energiesector zijn het oneens met de stelling en vinden het huidige toezicht onvoldoende. Waar bij de beantwoording van overige stellingen geen significante verschillen tussen kleinere en grotere organisaties is geconstateerd, is dat bij deze stelling wel het geval. Vooral de kleinere organisaties vinden het toezicht vaker onvoldoende dan de grotere organisaties. 32% van de kleinere organisaties is het oneens of helemaal oneens met de stelling. Bij grotere organisaties bedraagt dit percentage slechts 12%. Wellicht komt dit omdat kleinere organisaties minder vaak geconfronteerd worden met toezicht. Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat een grote meerderheid van de respondenten regelgeving voor specifieke, vitale, sectoren nood-zakelijk vindt. Ook de vitale sectoren zelf vinden dat. Opvallend is dat er geen behoefte is aan extra toezicht. Het huidige toezicht wordt door een minderheid als onvoldoende beschouwd. De over-heid wordt ook gezien als een belangrijke bron van informatie met betrekking tot risico’s. De respon-denten lijken met deze uitkomsten te vragen om een duidelijke richting en sturing door de overheid. Extra controle door diezelfde overheid wordt echter niet noodzakelijk geacht.
  • 21. november 2014 Vraag Antwoord opties % In welke branche bent u werkzaam? Luchthavens 1% Havens 1% Telecom/ datacenters/ ICT 9% Onderwijs 7% Pharmacie 1% Gezondheidszorg 17% Petrochemie/chemie 6% Defensie 2% Energie 5% Industriële productie 5% Openbare orde en veiligheid 4% Transport en logistiek 2% Bouw/installatie/architectuur 9% Adviseurs/consulting 11% Anders 20% Figuur 12: Verdeling van de respondenten over maatschappelijke sectoren. 21 De status van Business Continuity Management in Nederland Onderzoeksverantwoording Dit onderzoek is uitgevoerd door Siemens Building Technologies. Het is eerder uitgevoerd in 2012. Het doel van dit onderzoek is om na te gaan hoe organisaties omgaan met continuïteitsmanagement. Door het vergelijken van de resultaten van de twee uitgevoerde onderzoeken kan een beeld worden gegeven van de ontwikkelingen in deze periode. 8 Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een online enquête. Deze enquête bestond uit 21 vragen en stellingen waarvan 14 identiek waren aan het onderzoek uit 2012. De online enquête is uitgevoerd in samenwerking met het bureau MWM2. Uitnodigingen tot deelname aan dit onderzoek zijn via e-mail aankondigingen verstuurd aan 1926 Siemens relaties. Daarnaast is de uitnodiging via social media (Linkedin, Twitter, Facebook) gedeeld. Dit heeft geleid tot 82 volledig ingevulde enquêtes (616 personen hebben de link geopend). Deze respons is te laag om wetenschappelijke pretenties aan dit onderzoek te verbinden. Het is echter wel een weergave van de huidige status van conti-nuïteitsmanagement. In figuur 12 is weergegeven in welke sector of branche de respondenten werkzaam zijn. Figuur13 geeft weer hoe groot de organisaties zijn waarin de respondenten werkzaam zijn. Door het aantal volledig ingevulde enquêtes zijn de resultaten van de respondenten gebundeld in grotere organisaties (meer dan 1000 werknemers) en kleinere organi-saties (minder dan 1000 werknemers). Ten slotte zijn in figuur 14 de functies van de respondenten weergegeven.
  • 22. november 2014 Dit onderzoek is uitgevoerd door Siemens Building Technologies. Het rapport is opgesteld door J.J. de Wit, Solution Manager Enterprise Security. Voor vragen, opmerkingen en discussie kunt u zich tot hem wenden via johan.de.wit@siemens.com. Dit rapport is te downloaden via: www.siemens.nl/bcmonderzoek Siemens Building Technologies en de onderzoekers willen alle respondenten hartelijk danken voor de geleverde bijdrage aan dit onderzoek. Voor iedere volledig ingevulde reactie heeft Siemens een bedrag overgemaakt aan de stichting kinderen kankervrij (KIKA). Vraag Antwoord opties % Wat is uw functie? Directie 13% business continuity Managers 2% Gebouwbeheerder 12% Facilitair Manager 6% Operationeel Manager 7% Controller 0% Security/ Safety Manager 12% Risico Manager 6% Informatie (beveiliging)/ ICT Manager 4% Hoofd Communicatie 0% Hoofd Bedrijfshulpverlening 1% QA/QC, KAM of Kwaliteits Manager 3% Anders 34% Figuur 14: Functie van de respondenten. 22 De status van Business Continuity Management in Nederland Vraag Aantal werknemers in dienst % Hoeveel werknemers heeft uw organisatie in dienst? Klein: tot 1000 medewerkers 42% Groot: meer dan 1000 medewerkers 58% 1-10 10% 11-50 9% 51-250 12% 251-500 5% 501-1000 6% Meer dan 1000 58% Figuur 13: Organisatieomvang in aantal werknemers van de respondenten.
  • 23. november 2014 Literatuuroverzicht Accenture (2011) Report on the Accenture 2011 Global Risk Management Study, /www.accenture.com/ sitecollectiondocuments/pdf/accenture-global-risk-management-study-2011.pdf Accenture (2013) Accenture 2013 global risk management study, www.accenture.com/Microsites/risk-management- research/2013/Pages/home.aspx Beck, U. (1992) Risk Society, Towards a new modernity, Thousand Oaks: Sage publications Ltd CA Technologies (2011) IT downtime costs $26.5 billion in lost revenue, Information week, www. informationweek.com CMI (Chartered Management Institute) in association with The cabinet office, AON, BCI, BSI (2011) Managing Threats in a dangerous world, London Gartner (2014) ‘2015 will see emergence of digital risk’, Continuity, Q3 2014 Mensah, P., Merkuryev, Y. (2014) ‘The flow of information’, Continuity, Q3 2014 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BiZa), Commissie Holtslag (1998) De ministeriële verantwoordelijkheid ondersteund, Den Haag Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BiZa) (2010) Informatie vitale sectoren, Den Haag Nationaal Cyber Security Centrum, NCSC (2012) Beveiligingsrisico’s van on-line SCADA systemen, Den Haag Needham-Bennet, C. (2014) ‘BIA-To survey or not to survey?’, Continuity, Q2 2014 NEN-ISO (2009) NEN/ISO 31000 (nl) Risicomanagement – principes en richtlijnen (ISO 31000:2009, IDT), Delft RIVM (2014) Technologieverkenning nationale Veiligheid, Bilthoven Rumsfeld (2002) US Department of Defense news briefing, en.wikipedia.org/wiki/There_are_known_ knowns Siemens (2012) Aandacht voor Business Continuity, Den Haag, www.siemens.nl/bcmonderzoek Siemens (2013) ‘Verfrissend debat rond Veiligheid’, Dimensions, 12/2013, www.onlinepublisher.nl/Siemens/2013/Dimensions_December.php Vollenhoven, van, P. (2014) Duidelijkheid over de verantwoordelijkheid voor veiligheid en het functioneren van het interne en externe toezicht, Stichting Maatschappij en Veiligheid, Den Haag Vries, de, G. (2006) ‘Politiek, expertise en individuele verantwoordelijkheid in een risicosamenleving’, in: Drayer, E., Gude, R., Leven in een risicosamenleving, Amsterdam: Salome Wildring, R. (2014) ‘All pulling together’, Continuity, Q3 2014 World Economic Forum, WEF (2014a) Risk and responsibility in a hyperconnected world, Geneva World Economic Forum, WEF (2014b) Global Risks 2014, Geneva 9 23 De status van Business Continuity Management in Nederland
  • 24. www.siemens.nl/sbt Siemens Nederland N.V. Building Technologies Postbus 16068 2500 BB Den Haag Tel. (070) 333 1236 © Siemens Nederland N.V., 2014 SBT146/112014/200/TGdurend toe. De uitdaging hierbij is het vinden van een optimale balans. Dit bepaalt het succes van onze klanten. Siemens heeft de antwoorden. “Wij zijn uw partner, als het gaat om energie- efficiënte, veilige en betrouwbare gebouwen en infrastructuur.” Siemens Building Technologies De wereld om ons heen verandert. Deze veranderingen dwingen ons anders te denken: demografische veranderingen, de verstedelijking, de opwarming van de aarde, hulpbronnen die opraken. We streven naar maximale efficiëntie op alle fronten, dit gaat verder dan energie alleen. Tegelijkertijd neemt de behoefte aan meer comfort in een veilige en betrouwbare omgeving voort