3. ifm blog uitknijpen, wringen en mangelen 141030
Public mission special zsm werkwijze
1. special significant
special PBLQ
Snellere justitiële reactie door parallelle processen
ZSM-werkwijze
bespoedigt afdoening
jeugdzaken
special significant
voor ZSM-jeugd werkte vanuit een landelijk procesontwerp. Wouter Jongebreur, partner bij dviesbureau
a
S
ignificant, legt uit waarom er eerst een ontwerp
is emaakt voor ZSM-jeugd: ‘Jeugdstrafrecht is zo
g
s
pecialistisch en eperkt in omvang dat de expertise
b
op landelijk niveau is belegd. Het pedagogisch aspect is
van groot belang. Dat moesten we dan ook nadrukkelijk
borgen in het procesontwerp.’
De ketenwerkgroep benoemde eerst de uitgangspunten. ‘Van daar uit hebben we een “ideaaltypisch”
procesontwerp opgesteld,’ vertelt Jongebreur. ‘Telkens
hebben we getoetst of de keuzes in lijn waren met de
geformuleerde uitgangspunten en of we tot de noodzakelijke landelijke uniformiteit in werkwijze konden
komen. Daarnaast hebben we rekening gehouden met de
ruimte die professionals in de regio graag willen hebben
in hun werk. Het was een kwestie van zoeken naar de
juiste balans.’
Verfijnen
Het Openbaar Ministerie werkt met de ZSM-aanpak, een
m
ethode om veelvoorkomende criminaliteit Zo Snel, Slim,
S
electief, impel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk af
S
te doen. De aanpak wordt nu ook toegepast voor jongeren
die isdrijven plegen. Linda Dubbelman, voorzitter van de
m
b
etrokken landelijke ketenwerkgroep, en Wouter Jongebreur
van adviesbureau Significant vertellen hoe het proces werd
o
ntworpen en geïmplementeerd.
S
inds april 2011 werkt het Openbaar inisterie
M
aan de ZSM-werkwijze, wat staat voor Zo
Snel, Slim, Selectief, Simpel, Samen en
Samenlevingsgericht Mogelijk. Politie en
justitie werken daarbij nauw samen met
de partners in de strafrechtketen om tot een snelle
a
fdoening van het delict te komen. De bedoeling is om
waar dit kan bij veelvoorkomende criminaliteit sneller
te besluiten. Vijf regioparketten voerden pilots uit om
een werkwijze te ontwikkelen voor een betekenisvolle
en snellere afdoening van dit soort zaken. Vervolgens
o
ntwikkelde het OM samen met de ketenpartners een
landelijke ketenbrede werkwijze.
Tijdens dat proces rees de vraag of deze aanpak ook
voor jeugdzaken geschikt zou zijn. Onder voorzitter-
‘Licht waar het kan, zwaar waar het moet’
schap van landelijk jeugdofficier Linda Dubbelman
ging een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers
van politie, Openbaar Ministerie, Raad voor de Kinder
bescherming, Halt en het ministerie van Veiligheid en
Justitie, hiermee aan de slag. De werkgroep kwam tot het
ketenproces ZSM jeugd, waarin rekening is gehouden
met de specifieke kenmerken van het jeugdstrafrecht.
14
Wouter Jongebreur, partner van Significant
De justitiële partners in de jeugdketen werkten al met een
landelijk ketenprocesmodel, maar de ZSM-aanpak sloot
volgens jeugdofficier Dubbelman aan op een discussie
die in de jeugdstrafrechtketen al langer gaande was.
Daarin stond de vraag centraal of in het jeugdstrafrecht
wel de goede zaken voorkwamen, of de sturing voldoende was en of processen niet beter en sneller onden. ‘De
k
komst van ZSM viel ook samen met een nieuwe manier
van risicotaxatie (het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrecht, LIJ) en het nieuwe proces-verbaal minderjarigen,’ vervolgt ze. ‘Verkennende gesprekken met het OM
en de keten wezen uit dat ook hier de overtuiging leefde
dat de ZSM-werkwijze kon bijdragen aan de effectiviteit
van het jeugdstrafrecht.’
De ZSM-werkwijze bij volwassenen is bottom up
vormgegeven, maar de landelijke ketenwerkgroep
Om het procesontwerp te verfijnen en te verbeteren
en de implementatie gecontroleerd te laten verlopen
is er itgebreid getest op twee pilotlocaties in Utrecht
u
en Rotterdam. Jongebreur: ‘Dagelijkse monitoring en
b
ijsturing waren nodig om de gekozen werkwijze goed
te testen en praktische problemen op te lossen. Hierin
hebben de zogenaamde floor managers een belangrijke
rol vervuld.’ De aanpak leverde een helder beeld op van
de uitvoerbaarheid en de benodigde randvoorwaarden,
vertelt hij. Daaruit kon een top 4 van randvoorwaarden worden opgesteld. De risicotaxatie moet tijdig
b
eschikbaar zijn en de ketenpartners (politie, Openbaar
M
inisterie en Raad voor de Kinderbescherming) moeten
voor continuïteit in de bezetting zorgen. Verder moeten
de ketenpartners voldoende jeugdexpertise beschikbaar
stellen en dient de ict-ondersteuning op orde te zijn.
Door de pilots kon de belasting voor het werkveld
tot een minimum beperkt blijven. Daarnaast konden
ze de kinderziektes er in de kleinschalige testomgeving
u
itfilteren, vertelt Jongebreur. ‘Na enkele ijstellingen
b
lag er een procesontwerp dat geschikt was voor
toepassing op grotere schaal en dat ook aan andere ZSMlocaties kon worden overgedragen.’
Effectiviteit
‘Licht waar het kan en zwaar waar het moet, is het
u
itgangspunt in de ZSM-aanpak,’ aldus Dubbelman.
‘Jeugdcriminaliteit bestaat voor een belangrijk deel
uit grensoverschrijdend gedrag van pubers. Van de
e
ffectiviteit van het jeugdstrafrecht met het oog op
het
tegengaan van herhalingscriminaliteit (recidive)
valt het meest te verwachten als de inzet van zwaardere
i
nterventies zich richt op de doelgroep met het hoogste
risico. Bij een laag risico en lichte delicten is een terughoudende snelle afdoening geboden. Deze selectiviteit
streeft ZSM na.’
Met ZSM kunnen jeugdigen nu kort na het trafbare
s
feit een justitiële reactie ontvangen. Op de inmiddels
tien ZSM-locaties werken de ketenpartners met
Linda Dubbelman, landelijk jeugdofficier en
voorzitter van de landelijke ketenwerkgroep
v
erruimde openingstijden en worden processen parallel
uitgevoerd. Daardoor is het vaak mogelijk om een
j
ongere binnen zes uur na aanhouding of ontbieding
naar huis te sturen met duidelijkheid over het vervolgtraject. Politie, Openbaar Ministerie en Raad voor de
Kinderbescherming verzamelen in die korte tijd zowel
zaaks- als persoonsinformatie en leggen die op tafel bij
het afstemmingsoverleg. Op basis daarvan neemt de
officier van justitie een esluit over het vervolgtraject.
b
Dit kan betekenen dat hij de jongere naar Halt verwijst
(waardoor deze geen trafblad krijgt) of dat deze een
s
uitnodiging krijgt voor een zitting binnen een aantal
weken bij de Officier van Justitie of de kinderrechter.
‘Het is een kwestie van zoeken
naar de juiste balans’
De Raad voor de Kinderbescherming kan in de tussentijd een strafonderzoek uitvoeren naar de jongere en zijn
omstandigheden.
‘Ondanks de veranderingen in werkwijze, locatie
en werktijden zijn de ketenpartners enthousiast,’ zegt
J
ongebreur. ‘De uitvoering is nog wel een uitdaging.
Het snel delen van alle beschikbare informatie vraagt
veel van de mensen in de uitvoering. We zien dat er op
onderdelen uniformiteit is, maar tegelijkertijd zien we
ook een neiging eigen oplossingen te bedenken. Dat mag
zolang de uitgangspunten en cruciale randvoorwaarden
overeind blijven, maar sturing blijft belangrijk.’
Ondertussen worden ook bredere toepassings
mogelijkheden van de ZSM-aanpak onderzocht. ‘Zo zal
er de komende periode aandacht zijn voor de inpassing
van het adolescentenstrafrecht op ZSM, de aansluiting
tussen ZSM en de veiligheidshuizen en meer focus op
herstelbemiddeling tussen dader en slachtoffer,’ aldus
Dubbelman.
15