Presentatie over de samenwerking van mediawijsheid & Nederlands binnen het Koning Willem I College en Jeroen Clemens voor het CvI Congres 2016 (Groningen).
3. Doel van de workshop
Handvatten geven om van nochalante denkers
bewust consumerende, participerende en
producerende studenten te maken.
Daartoe belichten wij:
• de rol van mediawijsheid in de klas
• de verschillende soorten informatie op internet
• de didactiek van het omgaan met online
bronnen
April 2016 | 3
4. Taal, rekenen en mediawijsheid
hebben elkaar nodig ;-)
April 2016 | 4
6. Wat is mediawijsheid?
April 2016 | 6
“Het geheel van kennis, vaardigheden
en mentaliteit waarmee burgers zich
bewust, kritisch en actief kunnen
bewegen in een complexe, veranderlijke
en fundamenteel gemedialiseerde
wereld.”
10. Leren zoeken
April 2016 | 10
’In Nederland gebruikt meer dan 95% van de
jongeren Google als online informatiebron.
Google is ook een fantastische zoekmachine,
maar zoeken met een andere zoekmachine levert
andere resultaten op. Daar komt bij dat
zoekmachines niet de enige informatiebronnen
zijn. Er zijn diverse andere soorten bronnen, zoals
woordenboeksites, denk aan vandale.nl,
videosites, als YouTube en digitale
encyclopedieën zoals Wikipedia.
11. Het internet bevat een enorme hoeveelheid
informatie:
April 2016 | 11
In juni 2014 schatte de weblog Uptime dat het om
672 exabytes aan data gaat, oftwel:
972.000.000.000 gigabyte.
‘Creatieve mensen leven zich graag uit op
internet:
• Per minuut wordt honderd uur video geüpload
op YouTube.
• Per dag worden 60 miljoen foto’s geplaatst op
Instagram.
• En dan worden er op Facebook nog eens 4,5
miljard status updates, foto’s, video’s e.d.
geüpload.’
16. Samenwerking
Aanleiding:
• Zijn verbazing over het ontbreken van
aandacht voor het lezen van online teksten,
terwijl jongeren dit steeds vaker (moeten)
doen.
Visie:
• Het lezen van online teksten moet een
onderdeel vormen van het curriculum
Nederlands, maar is nodig bij alle vakken.
• Elke docent moet aandacht hebben voor
het lezen van online teksten.
April 2016 | 16
Jeroen Clemens
Promovendus
onlinegeletterdheid
17. Werken met ICT-bronnen zorgt NIET automatisch
voor diepe en betekenisvolle mentale verwerking.
Er zijn aanvullende vaardigheden nodig zoals het
vermogen om kwaliteit te beoordelen van de
oppervlakkige informatie op het web.
10 december 2015 | 17
18. Het beoordelen van informatie:
April 2016 | 18
- Wie is de maker van de website
- Is de maker bereikbaar via e-mail, telefoon
en/of als de adresgegevens
- Wat is het doel van de website? Verkopen
of informeren?
- Verwijst de website naar gerenommeerde
bronnen?
- Wordt de informatie op de website
up-to-date gehouden?
19. Wat gebeurt er in de klas?
• Als leerlingen goed overweg kunnen met zoekmachines op
internet, kunnen ze gelikte presentaties maken van opvallend hoog
niveau.
• Het internet maakt dat wij het verwerven van kennis dus zien als
het samenstellen van informatie op basis van enkele minuten
intensief zoeken op het web.
• Zoeken op internet is vluchtig, er worden veel fouten gemaakt en
leerlingen gebruiken geen strategie. Snel tevreden met het
resultaat.
• Leerlingen ervaren het niet als probleem, pas wanneer een
werkstuk wordt afgekeurd door een docent.
• Het gevoel van: ‘op papier kan ik een toets beter maken’. Terwijl
leerlingen de gehele dag online zijn. Online zijn kleine stukjes tekst.
Overzicht is belangrijk.
April 2016 | 19
20. Wil je dat studenten gaan produceren,
dan heb je houvast aan Bloom
April 2016 | 20
21. Mediawijze
docent
Hoe maak je jongeren mediawijs?
[images: Creative Stall, MikaDo Nguyen, Noun Project]
Middel
“Mediawijsheid in de vak- en
beroepscontext vraagt
een actieve inzet van de
lerende jongere.”
22. Kraanwater in de horeca. Gratis?
Werk in tweetallen:
1. Zoek 3 bronnen op internet over dit thema.
2. Bepaal bij elke bron het doel en het publiek.
3. Zoek overeenkomsten en verschillen tussen de 3 bronnen.
4. Bepaal je eigen mening.
5. Schrijf een artikel mbv de 3 bronnen voor een online nieuwsbrief.
Werk in viertallen:
1. De teksten worden beoordeeld mbv een checklist.
2. Elk groepje rapporteert aan de klas welk artikel het beste is en
waarom.
April 2016 | 22
23. April 2016 | 23
“Laat jongeren al
consumerend, participerend
en producerend experts
worden in onderwerpen
25. Wat is er nodig?
Leerlingen
• Goede opdrachten
• Strategietraining
• Groei in mate van zelfsturing
• In tweetallen werken
• Hardop denken
• ….
• ….
April 2016 | 25
Docenten
• Coachende rol
• Modelling in de klas gebruiken
• Inzetten van checklists
• Van deelvaardigheden naar
grote opdrachten
• …..
• …..
26. Eerste bevindingen
• Maken van een mindmap om betere zoekresultaten te krijgen
• Geef 2 bronnen, laat er een 3e bij zoeken door de studenten en
vraag waarom ze voor deze bron hebben gekozen.
• Juf, ik heb een bron uit Zweden gevonden, zou dit een goede bron
zijn?
• We krijgen hier de toepassing van wat we bij mediawijsheid hebben
geleerd.
• Denkopdrachten (zet in volgorde, zoek een soortgelijke tekst)
werken.
April 2016 | 26
27. Terugblik op eerste dia
Maakt internet nonchalante denkers van
onze studenten?
• Ja, als….
• Nee, als ….
april 2016 | 27
28. April 2016 | 28
Ga als docent het
experiment aan met jongeren.
Bedenk dat #fail niet bestaat.
Het is slechts een
First Attempt In Learning.”
29. Bedenk een opdracht voor studenten die
je morgen al zou kunnen inzetten in de
klas.
April 2016 | 29
Hinweis der Redaktion
Kinderen worden geboren in een internettijdperk. We nemen aan dat ze digitaal vaardig zijn. Toch is dat nog niet altijd zo. De taak van het onderwijs is om ze wijs en bewust te maken.
Netjes uitgewerkt in het boek: kansen en bedreigingen.
Maar ook kennis, vaardigheden EN gedrag.
En: competenties beschreven.
Het kiezen van de juiste bron of zoeken in meerdere bronnen levert je een completer en beter overzicht van informatie die over een onderwerp beschikbaar is.’
Betrouwbaarheid
Leerlingen nemen informatie al snel voor waar aan
…
Bruikbaarheid:
Kritisch lezen ivm afwezigheid redactie
Informatie op internet is makkelijk toegankelijk, maar slecht geordend
Niet laten afleiden door hyperlinks vergt discipline
Juiste zoektermen of zoekvraag gebruiken
Hoe kunnen we het ze aanleren?
Tips /webdetective
Bekend zijn met de digitale wereld
Goed kunnen omgaan met de smartphone
Weten hoe je moet zoeken op internet
Hoe je grafische pakketten moet gebruiken
≠
Kennisverwerving
Het idee dat het gebruik van internet op zich voor veranderingen of verslechteringen zorgt in de cognitieve capaciteiten wordt niet ondersteund in de wetenschappelijke literatuur.
Het basisconcept over de verbindingen in de hersenen wordt bepaald door het genetische programma en de biochemische wisselwerking die hun werk allang hebben gedaan voor een kind het bestaan van zaken als Facebook en Twitter leert kennen.
Leidt een tekst op papier tot meer of minder begrip dan een tekst op een scherm?
De krachtige variabelen die bepalend zijn voor begrip zijn bekend en hebben te maken met de toegankelijkheid van woorden en de veronderstelde kennis.
Lettertype, grootte, accentuering in principe niet van belang voor het begrip, voor zover de tekst gewoon leesbaar is, de lezer geconcentreerd is, op zijn gemak is en ook weet wat hij moet doen
Onderwijs is meer dan alleen kennis reproduceren.
Leerlingen moeten ook kennis kunnen vertalen naar een andere situatie of kunnen zeggen waarom ze sommige informatie belangrijker vinden dan andere.
Er is geen normatief onderscheid tussen de zes denkniveaus: het hogere niveau is niet beter dan het lagere niveau. Wel is het belangrijk om leerlingen zo veel mogelijk op alle niveaus aan te spreken, van groep 1 van de basisschool tot en met het eindexamenjaar van het voortgezet onderwijs. Hoe hoger in de boom des te moeilijker de denkvaardigheid.
Onthouden: noem de 3 lidwoorden, noem de 3 manieren om een pv te vinden in een zin
Begrijpen:
Toepassen: bedenk een ander woord met spellingregel X
Analyseren: overeenkomsten en verschillen
Evalueren: wat is de beste …
Creeren: vorm is eenvoudig, inhoud is moeilijker…
Pre-internet tijdperk was docent actief en aan het consumeren, participeren en produceren.
Mediavaardig, mediabewust en mediawijs hart onder de riem.