SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 73
Docentencursus 
relativiteitstheorie 
Tweede college 
Marcel Vonk 
8 oktober 2014
2/112 
Inhoud 2e hoorcollege 
1. Hoofdpunten eerste hoorcollege 
2. Eenheden in de ruimtetijd 
3. Tijdsdilatatie 
4. Lorentzconractie 
5. Lorentztransformaties 
6. De ladderparadox 
7. De tweelingparadox
1. Hoofdpunten eerste 
hoorcollege
4/112 
Eerste hoorcollege 
We hebben de eigenschappen van 
ruimte en tijd bekeken. 
Klassiek zijn dit twee onafhankelijke 
begrippen; in de relativiteitstheorie 
zijn ze nauw met elkaar verbonden.
5/112 
Eerste hoorcollege 
Klassiek: als de waarnemers hun 
onderlinge snelheid (v) kennen, 
kunnen ze hun coördinaten in die van 
de ander omrekenen. 
' Galileï-transformaties 
x  x  
vt 
t ' 
 
t
6/112 
Eerste hoorcollege 
Klassiek: als de waarnemers hun 
onderlinge snelheid (v) kennen, 
kunnen ze hun coördinaten in die van 
de ander omrekenen. 
x x vt 
'   
Veranderlijk 
t ' 
 
t 
Absoluut
7/112 
Eerste hoorcollege 
In het relativistische beeld van ruimte 
en tijd staan staan twee postulaten 
centraal. Het relativiteitsbeginsel… 
Elke natuurwet is in elk 
inertiaalstelsel geldig. 
(Inertiaalstelsel = eenparig bewegend 
referentiekader)
8/112 
Eerste hoorcollege 
…en de onveranderlijke lichtsnelheid: 
Als ik vanuit een slee met snelheid v 
licht met snelheid c naar iemand 
straal, komt dat niet met snelheid 
u=c+v aan… maar met snelheid u=c!
9/112 
Eerste hoorcollege 
Einstein gebruikte deze twee 
postulaten om te laten zien hoe de 
ruimte- en tijdlijnen lopen.
10/112 
Eerste hoorcollege 
Het eindresultaat: in Einsteins 
wereldbeeld ziet de ruimtetijd er zo uit: 
Gelijktijdigheid is waarnemerafhankelijk!
11/112 
Eerste hoorcollege 
De ruimtetijd, bestaande uit alle 
gebeurtenissen, vormt één geheel. 
Elke inertiële waarnemer verdeelt 
dit geheel op zijn eigen manier in 
ruimte en tijd.
2. Eenheden in de ruimtetijd
Eenheden in de ruimtetijd 
In het onderstaande plaatje zijn de 
lijnen x’=1, t’=1, enzovoort, al op de 
juiste afstand van x’=0 en t’=0 gezet. 
Maar hoe weten we waar deze lijnen 
moeten staan? 
13/112
Eenheden in de ruimtetijd 
Een voor de hand liggende keuze lijkt 
misschien om de lijn x’=1 door het 
punt (x,t)=(1,0) te laten lopen, en idem 
voor t’=1. 
14/112
Eenheden in de ruimtetijd 
Als we de situatie vanuit de groene 
waarnemer bekijken zien we echter 
dat dit in strijd is met het relativiteits-beginsel. 
15/112
Eenheden in de ruimtetijd 
Als we de situatie vanuit de groene 
waarnemer bekijken zien we echter 
dat dit in strijd is met het relativiteits-beginsel. 
16/112
Eenheden in de ruimtetijd 
17/112 
De zwarte lijnen in het 
groene frame staan op 
afstand 1-β2 van de 
oorsprong. (β=v/c) 
BORD
Eenheden in de ruimtetijd 
Als we de groene lijnen links een 
afstand x uit elkaar zetten, staan de 
zwarte lijnen rechts een factor 1/x 
verder uit elkaar. 
18/112
Eenheden in de ruimtetijd 
Als we de groene lijnen links een 
afstand x uit elkaar zetten, staan de 
zwarte lijnen rechts een factor 1/x 
verder uit elkaar. 
19/112
Eenheden in de ruimtetijd 
20/112 
• De zwarte lijnen in het groene 
referentiekader staan op een 
afstand1-β2 van de oorsprong. 
• Als we de groene lijnen een afstand 
x uit elkaar zetten, staan de zwarte 
lijnen een factor 1/x verder uit 
elkaar. 
We moeten dus de groene 
lijnen een afstand √(1-β2) 
uit elkaar zetten.
Eenheden in de ruimtetijd 
21/112 
In een animatie zien we dat dit 
inderdaad werkt:
Eenheden in de ruimtetijd 
22/112 
In een animatie zien we dat dit 
inderdaad werkt:
Eenheden in de ruimtetijd 
De ruimte- en tijdlijnen van een 
referentiekader dat met snelheid 
v beweegt, staan een afstand 
23/112 
√(1-β2) uit elkaar. (β=v/c)
3. Tijdsdilatatie
25/112 
Tijdsdilatatie 
Bekijk de volgende twee 
gebeurtenissen in de ruimtetijd:
26/112 
Tijdsdilatatie 
• Voor de groene waarnemer gaat 
het om twee gebeurtenissen die op 
plaats x’=0 op tijden t’=0 en t’=1 
gebeuren.
27/112 
Tijdsdilatatie 
• We kunnen de gebeurtenissen dus 
zien als twee “tikken op zijn klok” 
die (voor hem) een seconde na 
elkaar plaatsvinden.
28/112 
Tijdsdilatatie 
• Voor de zwarte waarnemer 
gebeuren de twee tikken, omdat de 
groene waarnemer beweegt, zo’n 
0,6 ls uit elkaar.
29/112 
Tijdsdilatatie 
• Verrassender: voor de zwarte 
waarnemer gebeuren de twee 
tikken met een tijdsinterval van 
ongeveer 1,2 s.
30/112 
Tijdsdilatatie 
• De klok van de groene waarnemer 
lijkt voor de zwarte waarnemer dus 
langzamer te lopen!
31/112 
Tijdsdilatatie 
Dit langzamer lopen van bewegende 
klokken wordt tijdsdilatatie genoemd. 
Voor de taalpuristen: 
Nederlands: tijd(s)dilatatie 
Engels: time dilation 
NiNa: tijdrek
32/112 
Tijdsdilatatie 
We kunnen aan de hand van het 
diagram een formule voor de 
tijdsdilatatie uitrekenen, maar er is 
een meer inzichtelijke manier.
33/112 
Tijdsdilatatie 
We bekijken de onderstaande 
“lichtklok”, die voor een stilstaande 
waarnemer eenmaal per seconde tikt.
34/112 
Tijdsdilatatie 
Zodra we de klok in beweging 
brengen, zien we het licht tussen twee 
tikken een langere, diagonale afstand 
afleggen.
35/112 
Tijdsdilatatie 
We zien de klok dus (zoals verwacht) 
langzamer lopen dan een waarnemer 
die ten opzichte van de klok stilstaat!
36/112 
Tijdsdilatatie 
Met de stelling van Pythagoras 
rekenen we nu eenvoudig de tijd 
tussen twee tikken uit.
37/112 
Tijdsdilatatie 
Δt : Tijdsduur voor de meebe-wegende 
waarnemer 
(“tijd op de stilstaande klok”) 
Δt’ : Tijdsduur voor de niet mee-bewegende 
waarnemer 
(“tijd op de bewegende klok”) 
1 
t t BORD 
 
  
2 1 
' 

38/112 
Tijdsdilatatie 
De Lorentzfactor 
1 
 
2 1 
 
 
 
(met β=v/c) komt in de relativiteits-theorie 
veel voor. De formule wordt 
dus vaak geschreven als 
t' t
39/112 
Tijdsdilatatie 
Opmerking: dit is geen gevolg van de 
speciale keuze van de gebruikte klok! 
1) We zagen de tijdsdilatatie al in het 
ruimtetijddiagram, voor we een type 
klok kozen.
40/112 
Tijdsdilatatie 
Opmerking: dit is geen gevolg van de 
speciale keuze van de gebruikte klok! 
2) We kunnen een ander type klok 
naast de lichtklok houden; de klokken 
lopen voor beide waarnemers gelijk.
41/112 
Tijdsdilatatie 
Opmerking: dit is geen gevolg van de 
speciale keuze van de gebruikte klok! 
3) Experimentele bevestiging: Hafele 
en Keating (1971).
42/112 
Tijdsdilatatie 
Een klok die in rust met 
tijdsintervallen Δt tikt, tikt als hij 
met een snelheid v beweegt, met 
grotere tijdsintervallen Δt’ = γ Δt.
4. Lorentzcontractie
44/112 
Lorentzcontractie 
Bekijk de volgende twee wereldlijnen 
in de ruimtetijd:
45/112 
Lorentzcontractie 
• Voor de groene waarnemer gaat 
het om de wereldlijnen van twee 
objecten die zich in rust op plaatsen 
x’=0 en x’=1 bevinden.
46/112 
Lorentzcontractie 
• We kunnen de objecten dus zien 
als twee “uiteinden van een meet-lat” 
die (voor hem) een lichtseconde 
(300.000 km) lang is.
47/112 
Lorentzcontractie 
• Voor de zwarte waarnemer bevin-den 
zich de uiteinden zo’n 0,8 ls uit 
elkaar.
48/112 
Lorentzcontractie 
• De meetlat van de groene 
waarnemer lijkt voor de zwarte 
waarnemer dus korter te zijn!
49/112 
Tijdsdilatatie 
Dit korter zijn van bewegende 
meetlatten wordt Lorentzcontractie 
genoemd. 
(Ook wel Lorentz-Fitzgeraldcontractie 
of lengtecontractie.) 
NiNa: ruimtekrimp
50/112 
Lorentzcontractie 
We weten al hoe ver de groene 
ruimtelijnen in het zwarte referentie-kader 
uit elkaar staan, dus we kunnen 
onmiddellijk de formule opschrijven.
51/112 
Lorentzcontractie 
L : Lengte van de meetlat in rust. 
L’ : Lengte van de bewegende 
meetlat. 
L L 2 ' 1
52/112 
Lorentzcontractie 
Met behulp van de lorentzfactor 
2 1 
wordt dit ook vaak geschreven als 
L 
 
L' 
1 
 
 
 

53/112 
Lorentzcontractie 
Een intuïtieve manier om de 
Lorentzcontractie af te leiden is aan 
de hand van muonen die ontstaan als 
kosmische straling de dampkring 
binnenkomt.
54/112 
Lorentzcontractie 
Een muon heeft een halfwaardetijd 
van 2,2 μs. 
Zelfs als het met de lichtsnelheid reist, 
zou een gemiddeld muon dus na zo’n 
660m vervallen.
55/112 
Lorentzcontractie 
Toch bereiken veel muonen het 
aardoppervlak, ondanks het feit dat ze 
op tientallen kilometers hoogte 
ontstaan!
56/112 
Lorentzcontractie 
We kunnen dit resultaat op twee 
manieren begrijpen. 
1) Tijdsdilatatie: doordat we het muon 
zo snel zien bewegen, lijkt zijn “klok” 
veel langzamer te lopen. De vervaltijd 
lijkt voor ons dus γ maal zo lang.
57/112 
Lorentzcontractie 
We kunnen dit resultaat op twee 
manieren begrijpen. 
2) Lorentzcontractie: voor het muon 
zelf is zijn vervaltijd gewoon 2,2 μs. 
De op hem af komende atmosfeer lijkt 
echter veel dunner.
58/112 
Lorentzcontractie 
Kortom: om hetzelfde effect te 
bereiken, moet de atmosfeer een 
zelfde factor γ dunner lijken: 
L 
 
t' t L'
59/112 
Lorentzcontractie 
Een meetlat die in rust een lengte 
L heeft, heeft als hij met een 
snelheid v beweegt een kortere 
lengte L’ = L/γ.
5. Lorentztransformaties
61/112 
Lorentztransformaties 
We hebben nu ook kwantitatief gezien 
wat de effecten van de relativiteits-theorie 
zijn op ruimte en tijd. 
Lorentzcontractie tijdsdilatatie
62/112 
Lorentztransformaties 
Aangezien we weten hoe de ruimte-en 
tijdlijnen van de bewegende 
waarnemer lopen, kunnen we natuur-lijk 
ook willekeurige coördinaten van 
gebeurtenissen in elkaar omrekenen.
63/112 
Lorentztransformaties 
Deze Lorentztransformaties behoren 
niet tot de exameneisen, maar het kan 
voor de docent nuttig zijn ze toch te 
kennen: 
t t x 
'   (  
 
) 
x '   ( x  
 
t 
)
64/112 
Lorentztransformaties 
t t x 
'   (  
 
) 
x '   ( x  
 
t 
) 
• De transformaties zijn in deze 
eenvoudige vorm geldig als we als 
eenheden seconden en licht-seconden 
gebruiken.
65/112 
Lorentztransformaties 
t t x 
'   (  
 
) 
x '   ( x  
 
t 
) 
• Als we meters en seconden 
gebruiken verschijnt een aantal 
extra factoren c.
66/112 
Lorentztransformaties 
t '   
( t  
v x / c 
2 
) x '   
( x  
vt 
) 
• Als we meters en seconden 
gebruiken verschijnt een aantal 
extra factoren c.
67/112 
Lorentztransformaties 
t '   
( t  
v x / c 
2 
) x '   
( x  
vt 
) 
• Een voordeel van deze vorm is dat 
we voor lage snelheden de Galileï-transformaties 
terug zien. 
BORD
68/112 
Lorentztransformaties 
t t x 
'   (  
 
) 
x '   ( x  
 
t 
) 
• Tijdsdilatatie en Lorentzcontractie 
zijn twee speciale gevallen van 
deze vergelijking. 
BORD
69/112 
Lorentztransformaties 
Een veel voorkomende verwarring: als 
ruimte en tijd zo symmetrisch 
voorkomen… 
t t x 
'   (  
 
) 
x x t 
'   (  
 
) 
Hoe kan het dan dat tijd oprekt en 
ruimte krimpt?
70/112 
Lorentztransformaties 
Het antwoord zien we het duidelijkst in 
een plaatje: 
AB geeft de lengtecontractie weer, AC 
de tijdsdilatatie.
71/112 
Lorentztransformaties 
Om AD te meten zouden we een 
nogal vreemd experiment moeten 
verzinnen, waarin de bewegende 
waarnemer als zijn klok tikt ook iets op 
een andere plaats laat gebeuren.
72/112 
Lorentztransformaties 
Dit experiment zou het “tijds-equivalent” 
van het meten van 
Lorentzcontractie zijn.
73/112 
Lorentztransformaties 
Willekeurige ruimtetijdcoördina-ten 
kunnen we omrekenen met 
t t x 
'   (  
 
) 
x '   ( x  
 
t 
)

Weitere ähnliche Inhalte

Was ist angesagt?

121210 quantumfysica
121210   quantumfysica121210   quantumfysica
121210 quantumfysicaMarcel Vonk
 
Van Heisenberg naar Entropische Zwaartekracht
Van Heisenberg naar Entropische ZwaartekrachtVan Heisenberg naar Entropische Zwaartekracht
Van Heisenberg naar Entropische ZwaartekrachtMarcel Vonk
 
141007 quantumfysica
141007   quantumfysica141007   quantumfysica
141007 quantumfysicaMarcel Vonk
 
130117 heisenberg
130117 heisenberg130117 heisenberg
130117 heisenbergMarcel Vonk
 
151227 doemscenario's
151227   doemscenario's151227   doemscenario's
151227 doemscenario'sMarcel Vonk
 
Oerknal - Lecture 2
Oerknal - Lecture 2Oerknal - Lecture 2
Oerknal - Lecture 2Marcel Vonk
 
Oerknal - Lecture 1
Oerknal - Lecture 1Oerknal - Lecture 1
Oerknal - Lecture 1Marcel Vonk
 
Een nieuwe kijk op de zwaartekracht
Een nieuwe kijk op de zwaartekrachtEen nieuwe kijk op de zwaartekracht
Een nieuwe kijk op de zwaartekrachtMarcel Vonk
 
Oerknal - Lecture 5
Oerknal - Lecture 5Oerknal - Lecture 5
Oerknal - Lecture 5Marcel Vonk
 
Oerknal - Lecture 0
Oerknal - Lecture 0Oerknal - Lecture 0
Oerknal - Lecture 0Marcel Vonk
 
Op zoek naar een quantumbeschrijving van de zwaartekracht
Op zoek naar een quantumbeschrijving van de zwaartekrachtOp zoek naar een quantumbeschrijving van de zwaartekracht
Op zoek naar een quantumbeschrijving van de zwaartekrachtMarcel Vonk
 
130423 quantumfysica en elemtaire deeltjes
130423   quantumfysica en elemtaire deeltjes130423   quantumfysica en elemtaire deeltjes
130423 quantumfysica en elemtaire deeltjesMarcel Vonk
 
Quantumraadsels rond zwarte gaten
Quantumraadsels rond zwarte gatenQuantumraadsels rond zwarte gaten
Quantumraadsels rond zwarte gatenMarcel Vonk
 
Oerknal - Lecture 3
Oerknal - Lecture 3Oerknal - Lecture 3
Oerknal - Lecture 3Marcel Vonk
 
Gouden eeuw college 3 vincent icke - huygens
Gouden eeuw college 3   vincent icke - huygensGouden eeuw college 3   vincent icke - huygens
Gouden eeuw college 3 vincent icke - huygensVeenMedia
 
Elektriciteit (Natuurkunde V3)
Elektriciteit (Natuurkunde V3) Elektriciteit (Natuurkunde V3)
Elektriciteit (Natuurkunde V3) Jonas Voorzanger
 

Was ist angesagt? (20)

121210 quantumfysica
121210   quantumfysica121210   quantumfysica
121210 quantumfysica
 
Van Heisenberg naar Entropische Zwaartekracht
Van Heisenberg naar Entropische ZwaartekrachtVan Heisenberg naar Entropische Zwaartekracht
Van Heisenberg naar Entropische Zwaartekracht
 
141007 quantumfysica
141007   quantumfysica141007   quantumfysica
141007 quantumfysica
 
130117 heisenberg
130117 heisenberg130117 heisenberg
130117 heisenberg
 
151227 doemscenario's
151227   doemscenario's151227   doemscenario's
151227 doemscenario's
 
Oerknal - Lecture 2
Oerknal - Lecture 2Oerknal - Lecture 2
Oerknal - Lecture 2
 
Oerknal - Lecture 1
Oerknal - Lecture 1Oerknal - Lecture 1
Oerknal - Lecture 1
 
oerknal
oerknaloerknal
oerknal
 
Een nieuwe kijk op de zwaartekracht
Een nieuwe kijk op de zwaartekrachtEen nieuwe kijk op de zwaartekracht
Een nieuwe kijk op de zwaartekracht
 
Oerknal - Lecture 5
Oerknal - Lecture 5Oerknal - Lecture 5
Oerknal - Lecture 5
 
Oerknal - Lecture 0
Oerknal - Lecture 0Oerknal - Lecture 0
Oerknal - Lecture 0
 
Snaartheorie
SnaartheorieSnaartheorie
Snaartheorie
 
Op zoek naar een quantumbeschrijving van de zwaartekracht
Op zoek naar een quantumbeschrijving van de zwaartekrachtOp zoek naar een quantumbeschrijving van de zwaartekracht
Op zoek naar een quantumbeschrijving van de zwaartekracht
 
130423 quantumfysica en elemtaire deeltjes
130423   quantumfysica en elemtaire deeltjes130423   quantumfysica en elemtaire deeltjes
130423 quantumfysica en elemtaire deeltjes
 
Quantumraadsels rond zwarte gaten
Quantumraadsels rond zwarte gatenQuantumraadsels rond zwarte gaten
Quantumraadsels rond zwarte gaten
 
Oerknal - Lecture 3
Oerknal - Lecture 3Oerknal - Lecture 3
Oerknal - Lecture 3
 
Gouden eeuw college 3 vincent icke - huygens
Gouden eeuw college 3   vincent icke - huygensGouden eeuw college 3   vincent icke - huygens
Gouden eeuw college 3 vincent icke - huygens
 
Lezing Quantummechanica voor beginners 2014-04-30
Lezing Quantummechanica voor beginners 2014-04-30Lezing Quantummechanica voor beginners 2014-04-30
Lezing Quantummechanica voor beginners 2014-04-30
 
Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...
Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...
Kwantumfysica / prof. dr. em. D. Van Dyck, electron microscopy for material s...
 
Elektriciteit (Natuurkunde V3)
Elektriciteit (Natuurkunde V3) Elektriciteit (Natuurkunde V3)
Elektriciteit (Natuurkunde V3)
 

Andere mochten auch

Oerknal - Lecture 4
Oerknal - Lecture 4Oerknal - Lecture 4
Oerknal - Lecture 4Marcel Vonk
 
130516 snaartheorie
130516   snaartheorie130516   snaartheorie
130516 snaartheorieMarcel Vonk
 
121117 firewalls
121117   firewalls121117   firewalls
121117 firewallsMarcel Vonk
 
Oerknal - Lecture 6
Oerknal - Lecture 6Oerknal - Lecture 6
Oerknal - Lecture 6Marcel Vonk
 
130930 - De Oerknal
130930  - De Oerknal130930  - De Oerknal
130930 - De OerknalMarcel Vonk
 
130308 zwarte gaten
130308   zwarte gaten130308   zwarte gaten
130308 zwarte gatenMarcel Vonk
 
Donkere Materie, Donkere Energie en Entropische Zwaartekracht
Donkere Materie, Donkere Energie en Entropische ZwaartekrachtDonkere Materie, Donkere Energie en Entropische Zwaartekracht
Donkere Materie, Donkere Energie en Entropische ZwaartekrachtMarcel Vonk
 
140801 Zwarte Gaten - Bestaan ze eigenlijk wel?
140801 Zwarte Gaten - Bestaan ze eigenlijk wel?140801 Zwarte Gaten - Bestaan ze eigenlijk wel?
140801 Zwarte Gaten - Bestaan ze eigenlijk wel?Marcel Vonk
 
131127 van heisenberg naar quantumzwaartekracht
131127   van heisenberg naar quantumzwaartekracht131127   van heisenberg naar quantumzwaartekracht
131127 van heisenberg naar quantumzwaartekrachtMarcel Vonk
 
UvA-matching natuurkunde 2014
UvA-matching natuurkunde 2014UvA-matching natuurkunde 2014
UvA-matching natuurkunde 2014Marcel Vonk
 

Andere mochten auch (10)

Oerknal - Lecture 4
Oerknal - Lecture 4Oerknal - Lecture 4
Oerknal - Lecture 4
 
130516 snaartheorie
130516   snaartheorie130516   snaartheorie
130516 snaartheorie
 
121117 firewalls
121117   firewalls121117   firewalls
121117 firewalls
 
Oerknal - Lecture 6
Oerknal - Lecture 6Oerknal - Lecture 6
Oerknal - Lecture 6
 
130930 - De Oerknal
130930  - De Oerknal130930  - De Oerknal
130930 - De Oerknal
 
130308 zwarte gaten
130308   zwarte gaten130308   zwarte gaten
130308 zwarte gaten
 
Donkere Materie, Donkere Energie en Entropische Zwaartekracht
Donkere Materie, Donkere Energie en Entropische ZwaartekrachtDonkere Materie, Donkere Energie en Entropische Zwaartekracht
Donkere Materie, Donkere Energie en Entropische Zwaartekracht
 
140801 Zwarte Gaten - Bestaan ze eigenlijk wel?
140801 Zwarte Gaten - Bestaan ze eigenlijk wel?140801 Zwarte Gaten - Bestaan ze eigenlijk wel?
140801 Zwarte Gaten - Bestaan ze eigenlijk wel?
 
131127 van heisenberg naar quantumzwaartekracht
131127   van heisenberg naar quantumzwaartekracht131127   van heisenberg naar quantumzwaartekracht
131127 van heisenberg naar quantumzwaartekracht
 
UvA-matching natuurkunde 2014
UvA-matching natuurkunde 2014UvA-matching natuurkunde 2014
UvA-matching natuurkunde 2014
 

Relativiteitstheorie 2014, hoorcollege 2

  • 1. Docentencursus relativiteitstheorie Tweede college Marcel Vonk 8 oktober 2014
  • 2. 2/112 Inhoud 2e hoorcollege 1. Hoofdpunten eerste hoorcollege 2. Eenheden in de ruimtetijd 3. Tijdsdilatatie 4. Lorentzconractie 5. Lorentztransformaties 6. De ladderparadox 7. De tweelingparadox
  • 3. 1. Hoofdpunten eerste hoorcollege
  • 4. 4/112 Eerste hoorcollege We hebben de eigenschappen van ruimte en tijd bekeken. Klassiek zijn dit twee onafhankelijke begrippen; in de relativiteitstheorie zijn ze nauw met elkaar verbonden.
  • 5. 5/112 Eerste hoorcollege Klassiek: als de waarnemers hun onderlinge snelheid (v) kennen, kunnen ze hun coördinaten in die van de ander omrekenen. ' Galileï-transformaties x  x  vt t '  t
  • 6. 6/112 Eerste hoorcollege Klassiek: als de waarnemers hun onderlinge snelheid (v) kennen, kunnen ze hun coördinaten in die van de ander omrekenen. x x vt '   Veranderlijk t '  t Absoluut
  • 7. 7/112 Eerste hoorcollege In het relativistische beeld van ruimte en tijd staan staan twee postulaten centraal. Het relativiteitsbeginsel… Elke natuurwet is in elk inertiaalstelsel geldig. (Inertiaalstelsel = eenparig bewegend referentiekader)
  • 8. 8/112 Eerste hoorcollege …en de onveranderlijke lichtsnelheid: Als ik vanuit een slee met snelheid v licht met snelheid c naar iemand straal, komt dat niet met snelheid u=c+v aan… maar met snelheid u=c!
  • 9. 9/112 Eerste hoorcollege Einstein gebruikte deze twee postulaten om te laten zien hoe de ruimte- en tijdlijnen lopen.
  • 10. 10/112 Eerste hoorcollege Het eindresultaat: in Einsteins wereldbeeld ziet de ruimtetijd er zo uit: Gelijktijdigheid is waarnemerafhankelijk!
  • 11. 11/112 Eerste hoorcollege De ruimtetijd, bestaande uit alle gebeurtenissen, vormt één geheel. Elke inertiële waarnemer verdeelt dit geheel op zijn eigen manier in ruimte en tijd.
  • 12. 2. Eenheden in de ruimtetijd
  • 13. Eenheden in de ruimtetijd In het onderstaande plaatje zijn de lijnen x’=1, t’=1, enzovoort, al op de juiste afstand van x’=0 en t’=0 gezet. Maar hoe weten we waar deze lijnen moeten staan? 13/112
  • 14. Eenheden in de ruimtetijd Een voor de hand liggende keuze lijkt misschien om de lijn x’=1 door het punt (x,t)=(1,0) te laten lopen, en idem voor t’=1. 14/112
  • 15. Eenheden in de ruimtetijd Als we de situatie vanuit de groene waarnemer bekijken zien we echter dat dit in strijd is met het relativiteits-beginsel. 15/112
  • 16. Eenheden in de ruimtetijd Als we de situatie vanuit de groene waarnemer bekijken zien we echter dat dit in strijd is met het relativiteits-beginsel. 16/112
  • 17. Eenheden in de ruimtetijd 17/112 De zwarte lijnen in het groene frame staan op afstand 1-β2 van de oorsprong. (β=v/c) BORD
  • 18. Eenheden in de ruimtetijd Als we de groene lijnen links een afstand x uit elkaar zetten, staan de zwarte lijnen rechts een factor 1/x verder uit elkaar. 18/112
  • 19. Eenheden in de ruimtetijd Als we de groene lijnen links een afstand x uit elkaar zetten, staan de zwarte lijnen rechts een factor 1/x verder uit elkaar. 19/112
  • 20. Eenheden in de ruimtetijd 20/112 • De zwarte lijnen in het groene referentiekader staan op een afstand1-β2 van de oorsprong. • Als we de groene lijnen een afstand x uit elkaar zetten, staan de zwarte lijnen een factor 1/x verder uit elkaar. We moeten dus de groene lijnen een afstand √(1-β2) uit elkaar zetten.
  • 21. Eenheden in de ruimtetijd 21/112 In een animatie zien we dat dit inderdaad werkt:
  • 22. Eenheden in de ruimtetijd 22/112 In een animatie zien we dat dit inderdaad werkt:
  • 23. Eenheden in de ruimtetijd De ruimte- en tijdlijnen van een referentiekader dat met snelheid v beweegt, staan een afstand 23/112 √(1-β2) uit elkaar. (β=v/c)
  • 25. 25/112 Tijdsdilatatie Bekijk de volgende twee gebeurtenissen in de ruimtetijd:
  • 26. 26/112 Tijdsdilatatie • Voor de groene waarnemer gaat het om twee gebeurtenissen die op plaats x’=0 op tijden t’=0 en t’=1 gebeuren.
  • 27. 27/112 Tijdsdilatatie • We kunnen de gebeurtenissen dus zien als twee “tikken op zijn klok” die (voor hem) een seconde na elkaar plaatsvinden.
  • 28. 28/112 Tijdsdilatatie • Voor de zwarte waarnemer gebeuren de twee tikken, omdat de groene waarnemer beweegt, zo’n 0,6 ls uit elkaar.
  • 29. 29/112 Tijdsdilatatie • Verrassender: voor de zwarte waarnemer gebeuren de twee tikken met een tijdsinterval van ongeveer 1,2 s.
  • 30. 30/112 Tijdsdilatatie • De klok van de groene waarnemer lijkt voor de zwarte waarnemer dus langzamer te lopen!
  • 31. 31/112 Tijdsdilatatie Dit langzamer lopen van bewegende klokken wordt tijdsdilatatie genoemd. Voor de taalpuristen: Nederlands: tijd(s)dilatatie Engels: time dilation NiNa: tijdrek
  • 32. 32/112 Tijdsdilatatie We kunnen aan de hand van het diagram een formule voor de tijdsdilatatie uitrekenen, maar er is een meer inzichtelijke manier.
  • 33. 33/112 Tijdsdilatatie We bekijken de onderstaande “lichtklok”, die voor een stilstaande waarnemer eenmaal per seconde tikt.
  • 34. 34/112 Tijdsdilatatie Zodra we de klok in beweging brengen, zien we het licht tussen twee tikken een langere, diagonale afstand afleggen.
  • 35. 35/112 Tijdsdilatatie We zien de klok dus (zoals verwacht) langzamer lopen dan een waarnemer die ten opzichte van de klok stilstaat!
  • 36. 36/112 Tijdsdilatatie Met de stelling van Pythagoras rekenen we nu eenvoudig de tijd tussen twee tikken uit.
  • 37. 37/112 Tijdsdilatatie Δt : Tijdsduur voor de meebe-wegende waarnemer (“tijd op de stilstaande klok”) Δt’ : Tijdsduur voor de niet mee-bewegende waarnemer (“tijd op de bewegende klok”) 1 t t BORD    2 1 ' 
  • 38. 38/112 Tijdsdilatatie De Lorentzfactor 1  2 1    (met β=v/c) komt in de relativiteits-theorie veel voor. De formule wordt dus vaak geschreven als t' t
  • 39. 39/112 Tijdsdilatatie Opmerking: dit is geen gevolg van de speciale keuze van de gebruikte klok! 1) We zagen de tijdsdilatatie al in het ruimtetijddiagram, voor we een type klok kozen.
  • 40. 40/112 Tijdsdilatatie Opmerking: dit is geen gevolg van de speciale keuze van de gebruikte klok! 2) We kunnen een ander type klok naast de lichtklok houden; de klokken lopen voor beide waarnemers gelijk.
  • 41. 41/112 Tijdsdilatatie Opmerking: dit is geen gevolg van de speciale keuze van de gebruikte klok! 3) Experimentele bevestiging: Hafele en Keating (1971).
  • 42. 42/112 Tijdsdilatatie Een klok die in rust met tijdsintervallen Δt tikt, tikt als hij met een snelheid v beweegt, met grotere tijdsintervallen Δt’ = γ Δt.
  • 44. 44/112 Lorentzcontractie Bekijk de volgende twee wereldlijnen in de ruimtetijd:
  • 45. 45/112 Lorentzcontractie • Voor de groene waarnemer gaat het om de wereldlijnen van twee objecten die zich in rust op plaatsen x’=0 en x’=1 bevinden.
  • 46. 46/112 Lorentzcontractie • We kunnen de objecten dus zien als twee “uiteinden van een meet-lat” die (voor hem) een lichtseconde (300.000 km) lang is.
  • 47. 47/112 Lorentzcontractie • Voor de zwarte waarnemer bevin-den zich de uiteinden zo’n 0,8 ls uit elkaar.
  • 48. 48/112 Lorentzcontractie • De meetlat van de groene waarnemer lijkt voor de zwarte waarnemer dus korter te zijn!
  • 49. 49/112 Tijdsdilatatie Dit korter zijn van bewegende meetlatten wordt Lorentzcontractie genoemd. (Ook wel Lorentz-Fitzgeraldcontractie of lengtecontractie.) NiNa: ruimtekrimp
  • 50. 50/112 Lorentzcontractie We weten al hoe ver de groene ruimtelijnen in het zwarte referentie-kader uit elkaar staan, dus we kunnen onmiddellijk de formule opschrijven.
  • 51. 51/112 Lorentzcontractie L : Lengte van de meetlat in rust. L’ : Lengte van de bewegende meetlat. L L 2 ' 1
  • 52. 52/112 Lorentzcontractie Met behulp van de lorentzfactor 2 1 wordt dit ook vaak geschreven als L  L' 1    
  • 53. 53/112 Lorentzcontractie Een intuïtieve manier om de Lorentzcontractie af te leiden is aan de hand van muonen die ontstaan als kosmische straling de dampkring binnenkomt.
  • 54. 54/112 Lorentzcontractie Een muon heeft een halfwaardetijd van 2,2 μs. Zelfs als het met de lichtsnelheid reist, zou een gemiddeld muon dus na zo’n 660m vervallen.
  • 55. 55/112 Lorentzcontractie Toch bereiken veel muonen het aardoppervlak, ondanks het feit dat ze op tientallen kilometers hoogte ontstaan!
  • 56. 56/112 Lorentzcontractie We kunnen dit resultaat op twee manieren begrijpen. 1) Tijdsdilatatie: doordat we het muon zo snel zien bewegen, lijkt zijn “klok” veel langzamer te lopen. De vervaltijd lijkt voor ons dus γ maal zo lang.
  • 57. 57/112 Lorentzcontractie We kunnen dit resultaat op twee manieren begrijpen. 2) Lorentzcontractie: voor het muon zelf is zijn vervaltijd gewoon 2,2 μs. De op hem af komende atmosfeer lijkt echter veel dunner.
  • 58. 58/112 Lorentzcontractie Kortom: om hetzelfde effect te bereiken, moet de atmosfeer een zelfde factor γ dunner lijken: L  t' t L'
  • 59. 59/112 Lorentzcontractie Een meetlat die in rust een lengte L heeft, heeft als hij met een snelheid v beweegt een kortere lengte L’ = L/γ.
  • 61. 61/112 Lorentztransformaties We hebben nu ook kwantitatief gezien wat de effecten van de relativiteits-theorie zijn op ruimte en tijd. Lorentzcontractie tijdsdilatatie
  • 62. 62/112 Lorentztransformaties Aangezien we weten hoe de ruimte-en tijdlijnen van de bewegende waarnemer lopen, kunnen we natuur-lijk ook willekeurige coördinaten van gebeurtenissen in elkaar omrekenen.
  • 63. 63/112 Lorentztransformaties Deze Lorentztransformaties behoren niet tot de exameneisen, maar het kan voor de docent nuttig zijn ze toch te kennen: t t x '   (   ) x '   ( x   t )
  • 64. 64/112 Lorentztransformaties t t x '   (   ) x '   ( x   t ) • De transformaties zijn in deze eenvoudige vorm geldig als we als eenheden seconden en licht-seconden gebruiken.
  • 65. 65/112 Lorentztransformaties t t x '   (   ) x '   ( x   t ) • Als we meters en seconden gebruiken verschijnt een aantal extra factoren c.
  • 66. 66/112 Lorentztransformaties t '   ( t  v x / c 2 ) x '   ( x  vt ) • Als we meters en seconden gebruiken verschijnt een aantal extra factoren c.
  • 67. 67/112 Lorentztransformaties t '   ( t  v x / c 2 ) x '   ( x  vt ) • Een voordeel van deze vorm is dat we voor lage snelheden de Galileï-transformaties terug zien. BORD
  • 68. 68/112 Lorentztransformaties t t x '   (   ) x '   ( x   t ) • Tijdsdilatatie en Lorentzcontractie zijn twee speciale gevallen van deze vergelijking. BORD
  • 69. 69/112 Lorentztransformaties Een veel voorkomende verwarring: als ruimte en tijd zo symmetrisch voorkomen… t t x '   (   ) x x t '   (   ) Hoe kan het dan dat tijd oprekt en ruimte krimpt?
  • 70. 70/112 Lorentztransformaties Het antwoord zien we het duidelijkst in een plaatje: AB geeft de lengtecontractie weer, AC de tijdsdilatatie.
  • 71. 71/112 Lorentztransformaties Om AD te meten zouden we een nogal vreemd experiment moeten verzinnen, waarin de bewegende waarnemer als zijn klok tikt ook iets op een andere plaats laat gebeuren.
  • 72. 72/112 Lorentztransformaties Dit experiment zou het “tijds-equivalent” van het meten van Lorentzcontractie zijn.
  • 73. 73/112 Lorentztransformaties Willekeurige ruimtetijdcoördina-ten kunnen we omrekenen met t t x '   (   ) x '   ( x   t )