SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 21
Downloaden Sie, um offline zu lesen
Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg
Regio Rivierenland
Procesplan
Regio Rivierenland, september 2012
Verbindingsfunctionaris ondersteuning na jeugdzorg: Mara Frank
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
2
Inhoudsopgave
1 Inleiding 3
2 Kaders 4
3 Ingrediënten voor de nieuwe werkwijze 9
4 Procesplan en draagvlak in 2012 13
5 Praktijkateliers in 2013 14
6 Implementatie en borging van de afspraken in 2014 16
7 Financiering 17
Bijlage 1: Primair proces na provinciale jeugdzorg uit provinciaal Basiskader 18
Bijlage 2: Planning in tabel 19
Bijlage 3: Inzet verbindingsfunctionaris 20
Bijlage 4: Subsidievoorwaarden provincie Gelderland 21
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
3
1 Inleiding
Jongeren die een intensief jeugdhulp traject beëindigen gaan zelfstandig wonen, keren terug
naar een (plaatsvervangend) gezin en/of krijgen verdere jeugdhulp dicht bij huis. Nazorg
behoort tot de reguliere taken van jeugdzorg instellingen. De tweedelijns jeugdzorg,
momenteel nog provinciaal georganiseerd, en de ondersteuning in het lokale veld1
in
Rivierenland zijn echter niet altijd even goed op elkaar aangesloten. Daardoor kan het
gebeuren dat jongeren na afronding van een jeugdzorg traject tussen wal en schip terecht
komen. Regio Rivierenland heeft besloten de verbinding tussen jeugdzorg en de
ondersteuning na jeugdzorg de komende jaren te verbeteren. Door middel van een
tweejarige proeftuin waar alle gemeenten in de regio aan deelnemen, wordt, vanuit de
praktijk en met het aanbod dat er al is, een ondersteuningsstructuur opgebouwd. De nadruk
ligt op het verbeteren van de samenwerking tussen de verschillende partijen/organisaties die
betrokken zijn (of kunnen zijn) bij het jeugdzorgtraject van een jongere. Het provinciaal
basiskader ondersteuning na jeugdzorg, dat ontwikkeld is door BMC, wordt als uitgangspunt
genomen voor de te ontwikkelen werkwijze en afspraken2
.
Voorliggend procesplan bestaat uit twee onderdelen. Het eerste deel, hoofdstukken twee en
drie, bestaan uit inhoudelijke ingrediënten voor de ondersteuningsstructuur na jeugdzorg.
Het doel van deze hoofdstukken is eenduidigheid te creëren in de visie van waaruit verder
gewerkt wordt in de proeftuin. Het tweede deel, de hoofdstukken 4 t/m 7, bestaan uit het
procesplan zelf: De inrichting van de proeftuin, het tijdpad en de verwachte inzet van
betrokken organisaties.
De quotes die zijn opgenomen in dit procesplan zijn afkomstig uit een filmpje over nazorg in
de jeugdzorg van provincie Utrecht (http://www.youtube.com/watch?v=B3jyQ9yB5Kk).
Professionele ruimte en verantwoordelijkheid
De ondersteuningsstructuur na jeugdzorg wordt ontwikkeld in een proeftuin. Dat betekent dat
gedurende de looptijd van de proeftuin in de praktijk wordt ontwikkeld, geëxperimenteerd en
bijgesteld. We kunnen niet verwachten dat er één keer een werkwijze ligt die perfect werkt.
We zijn niet bang dat dingen fout gaan. Dat dingen fout gaan is juist goed, daardoor weet je
waar de hobbels zitten in de praktijk. Ruimte om fouten te maken ontstaat wanneer
professionals die experimenteren in de praktijk regelmatig bij elkaar komen om te bespreken
hoe het gaat. Daar waar het goed gaat, wordt dit gevierd en daar waar het nog niet soepel
loopt, wordt het werkproces aangepast zodat het wel goed gaat. Wanneer je bovenop het
praktijkproces zit, is het maken van fouten niet erg, omdat je ziet wanneer je de fout maakt
en omdat je het proces op tijd kunt bijstellen. Het is de verantwoordelijkheid van de
professional het proces op het eigen werken kritisch te volgen, knelpunten te signaleren en
op te lossen. Deze manier van werken vraagt een open en reflectieve houding van de
professionals die experimenteren in de praktijk.
Oplossingsgericht
De werkwijze in de proeftuin is oplossingsgericht. Uitgaan van wat nu niet goed gaat en wat
nu niet werkt, inspireert niet. In de proeftuin kijken we naar wat wél goed gaat, wat er al wél
is, hoe we dat kunnen versterken en wat georganiseerd moet worden om een goede
ondersteuning op touw te zetten.
1
Het gaat bij ondersteuning in het lokale veld niet alleen om zorg, maar ook om wonen, financiën,
sociaal netwerk, etcetera.
2
Het basiskader is terug te vinden via www.gelderland.nl, tabblad jeugd, plannen en programma’s,
nazorg. In Bijlage 1 is een schema opgenomen van het werkproces volgens het basiskader.
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
4
2 Kaders
In dit hoofdstuk wordt kort de aanleiding voor de proeftuin ondersteuning na jeugdzorg
geschetst. Ook wordt de doelgroep in kaart gebracht.
Het provinciale programma 'Nazorg na jeugdzorg' maakt onderdeel uit van het provinciale
beleidskader jeugd 2009-2012. In alle Gelderse regio’s worden plannen gemaakt om de
'warme overdracht' en de begeleiding van jongeren uit de jeugdzorg goed te regelen. Voor
de financiering van de projectleiding heeft de provincie aan (samenwerkende)
gemeenten subsidie beschikbaar gesteld. Alle regio's in de provincie Gelderland zijn in de
gelegenheid gesteld een subsidieaanvraag te doen voor ondersteuning na jeugdzorg.
In juni 2011 heeft de programmaraad zelfredzaam ingestemd met de subsidieaanvraag voor
het project versterking van begeleiding na jeugdzorg, onderdeel van de programmalijn jeugd.
Als bijlage bij de subsidieaanvraag is een projectplan opgesteld. Het projectplan geeft inzicht
in de aanleiding en de totstandkoming van het project ondersteuning na jeugdzorg in
Rivierenland.
Aanleiding
In het convenant over de aansluiting jeugdbeleid – jeugdzorg is de nazorg na jeugdzorg één
van de onderdelen/afspraken. Tijdens de werkconferentie 'Pak ’t samen op' op 19 november
2009 is door de deelnemende gemeenten en instellingen gevraagd om een provinciaal
kader. BMC heeft in oktober 2010 in opdracht van de provincie het concept basiskader
'Begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg in Gelderland' opgesteld. In het basiskader staat
kort geformuleerd wat het doel is: 'Vervolghulp en zorg aan jongeren die
uitstromen uit geïndiceerde jeugdzorg. Het gaat om zorg en ondersteuning gericht op
maatschappelijke en economische zelfstandigheid' (uit: Projectplan versterken begeleiding
na jeugdzorg).
Totstandkoming
Input voor het projectplan is geleverd door diverse partners in regio Rivierenland in een
aantal gezamenlijke overleggen. Als eerste de bijeenkomst georganiseerd door Spectrum op
3 februari 2011 waarin partners van woningstichting tot Patch aanwezig waren. De Kopgroep
CJG heeft begin februari 2011 besloten dit onderwerp op te willen pakken met een
aanvulling van (nog) niet-CJG-partners. Op 20 april heeft input voor het projectplan
plaatsgevonden (uit: Projectplan versterken begeleiding na jeugdzorg).
Ambitie
Regio Rivierenland beoogt een soepele en warme doorstroom van jongeren terug naar een
zelfstandig leven in hun gemeente. Het gaat hierbij niet om één specifiek
overdrachtsmoment, maar om een periode van meerdere maanden waarbij jongeren worden
voorbereid op een zelfstandig leven na hun zorgtraject (uit: Projectplan versterken
begeleiding na jeugdzorg).
Doel
Doel van het project ondersteuning na jeugdzorg is tweeledig (uit: Projectplan versterken
begeleiding na jeugdzorg):
 Het versterken van het netwerk van collega’s van de verschillende organisaties
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
5
onderling.
 Het versterken van systeemgericht werken en het versterken van het werken volgens
eigen kracht methodieken, zodat jongeren na het traject van geïndiceerde jeugdzorg
hun plek vinden, gericht op economische en maatschappelijke zelfstandigheid.
Doelgroep
Wanneer we spreken over ondersteuning na jeugdzorg, dan gaat het over:
 Jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar.
 Jongeren die uitstromen uit (nu nog) provinciaal gefinancierde jeugdzorg, jeugd-ggz
of jeugd-lvb. De zorg kan zowel residentieel zijn als ambulant. Ondersteuning na
jeugddetentie wordt in dit kader buiten beschouwing gelaten.
Daar waar in dit document jeugdzorg genoemd wordt, spreken we ook over jeugd-ggz en
jeugd-lvb.
Niet iedere vorm van terugkeer uit jeugdzorg zal ondersteuning behoeven. Er zal wel altijd
een check moeten plaatsvinden op een ondersteuningsbehoefte. Iedere jongere kan
ondersteuning of hulp krijgen als hij of zij dat nodig heeft. De focus ligt vooral op de
doelgroep 16-23 jaar en vooral op de integrale aanpak van leefgebieden. Het gaat met name
om jongeren die worden voorbereid op een zelfstandig leven na hun zorgtraject of worden
voorbereid op volledige terugkeer in het (plaatsvervangend) gezin.
Spectrum CMO Gelderland heeft het huidige gebruik van de provinciale jeugdhulpverlening,
jeugdzorgPlus, jeugd-ggz en jeugd-lvb in beeld gebracht. De cijfers die hieronder vermeld
worden zijn afkomstig uit het rapport 'Cijfers jeugdzorg in de regio Rivierenland.. Spectrum
CMO Gelderland, juni 2012'.
Bij deze cijfers zijn kanttekeningen te plaatsen. In het rapport van Spectrum staat daarover:
"Helaas is het, ondanks de medewerking van veel organisaties, niet gelukt om een
totaalbeeld van het gebruik van jeugdzorg te geven. De reden hiervan is dat de organisaties
niet in staat zijn om de gevraagde cijfers gedetailleerd te leveren. Deels is dit te verklaren
doordat registratiesystemen zijn ingericht op andere beleidsinformatie dan die met deze
dataset wordt gevraagd. Deels is dit ook te verklaren door het gebruik van zeer verschillende
definities die gebruikt worden in de diverse sectoren. Wel bevatten de cijfers
aanknopingspunten om vervolgstappen te maken in het transitieproces."
Cijfers provinciaal gefinancierde jeugdzorg
Bijna 2.600 jongeren in de regio Rivierenland hebben in 2010 een indicatie voor jeugdzorg:
2.185 jongeren voor jeugdhulpverlening, 338 voor jeugdbescherming, 103 voor
jeugdreclassering en 5 voor jeugdbescherming/jeugdreclassering. In onderstaande figuur zijn
deze cijfers uitgesplitst per gemeente.
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
6
Uit: Cijfers Jeugdzorg in de regio Rivierenland: Deel 1. Spectrum CMO Gelderland.
Als het gaat om het aantal cliënten in de jeugdhulpverlening, dan hebben 480 jongeren bij
een van de aangesloten partners van de branche Jeugdzorg daadwerkelijk zorg gekregen
(peildatum: 1 oktober 2011). Deze cijfers zijn niet te vergelijken met het aantal indicaties voor
jeugdhulpverlening (2.631 jongeren). De peildatum verschilt en jongeren kunnen ook
jeugdzorg krijgen bij een aanbieder die niet is aangesloten bij de branche3
. Daarnaast besluit
niet iedere jongere die recht heeft op jeugdzorg daadwerkelijk hulp te zoeken. Tot slot komen
jongeren vaak eerst op een wachtlijst (26 jongeren in 2011), omdat bijvoorbeeld
groepsaanbod op een vastgestelde datum van start gaat.
3
Het gaat om Bureau Jeugdzorg, CWZW-Gelderland, Entréa, Joozt, Lijn5, Nové, Lindenhout, Pactum,
Trajectum, SGJ.
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
7
Uit: Cijfers Jeugdzorg in de regio Rivierenland: Deel 1. Spectrum CMO Gelderland.
Cijfers jeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg)
In regio Rivierenland krijgen in 2012 negen jongeren hulp in een jeugdzorgPlus instelling.
Cijfers jeugd-ggz
Er is geen volledig beeld van het aantal jeugdige cliënten in de jeugd-ggz, doordat niet van
alle instellingen cijfers beschikbaar zijn.
Het aantal cliënten jeugd-ggz in de leeftijd van 0 t/m 17 jaar dat in 2010 zorg ontvangen heeft
in de regio Rivierenland, ligt op basis van gegevens van Pro Persona en Eleos op 934.
Doordat cijfers van Karakter ontbreken, is dit een onderschatting van het reële aantal
cliënten.
Cijfers jeugd-lvb
Het aantal cliënten jeugd-lvb in de leeftijd van 0 t/m 17 jaar ligt in de regio Rivierenland,
volgens de door Spectrum verkregen gegevens in 2011 op 34 op peildatum 31 december
2011. Daarnaast zijn negen cliënten uitgestroomd. Hierdoor komt het totaal aantal cliënten
dat zorg heeft ontvangen in 2011 uit op 43.
Resultaten
Met de proeftuin ondersteuning na jeugdzorg wordt een bijdrage geleverd aan het versterken
van het netwerk van collega's van verschillende organisaties onderling en aan het versterken
van systeemgericht / volgens eigen kracht gerichte methodieken. Concreet worden de
volgende resultaten behaald (Projectplan versterking begeleiding na jeugdzorg):
 Implementatie van het provinciaal basiskader (zie bijlage 1);
 In de tien gemeenten is de gemeentelijke routing voor jongeren die terugkeren na
een jeugdzorgtraject ingericht. Eenvoud voorbij het ingewikkelde: gestreefd wordt
naar één integrale en heldere gemeentelijke handelingswijze;
 De gemeentelijke routing wordt gebaseerd op en sluit aan bij wat er al beschikbaar is
binnen gemeenten (CJG, jeugdpreventienetwerken, AMW, gebiedsteams).
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
8
 Het lokale aanbod wordt aanvullend en/of vervangend al tijdens het geïndiceerde
jeugdzorgtraject ingevoegd.
 De samenwerkende organisaties waaronder BJZ, CJG en aanbieders zijn bekend
met deze routing en er zijn afspraken gemaakt over hun eigen rol, taken en
verantwoordelijkheden hierin.
 De sociale kaart voor hulpverleners in de regio is helder, inclusief eigen kracht gericht
werken. Hier wordt ook in het kader van het CJG aan gewerkt.
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
9
3 Ingrediënten voor de nieuwe werkwijze
Uit gesprekken die zijn gevoerd met diverse organisaties is al een aantal ingrediënten voor
de nieuwe werkwijze naar voren gekomen. Deze ingrediënten vormen de basis voor de
werkwijze die in de praktijkateliers ontwikkeld wordt.
Aantrekkelijk
De beëindiging van een intensief zorgtraject is een mijlpaal. Het is spannend om zelfstandig
te gaan wonen of om terug te keren naar een gezin. Sommige jongeren hebben jarenlang in
een instelling gewoond. Ineens is dat afgelopen. Ondersteuning na jeugdzorg wordt ingezet
om de jongere zo veel mogelijk te coachen in deze belangrijke stap naar een zelfstandig
leven. Het is belangrijk dat de jongere daar niet alleen in staat, dat hij het gevoel heeft dat
ook anderen het belangrijk vinden dat hij het gaat redden en dat hij gesteund wordt.
Er zijn jongeren die na afronding van het zorgtraject geen verdere ondersteuning nodig
hebben. De check of een jongere ondersteuning nodig heeft, zal wel altijd moeten
plaatsvinden. Naast de vraag of iedere jeugdige ondersteuning nodig heeft, speelt ook de
vraag of iedere jeugdige verdere ondersteuning wenselijk acht. Niet alle jongeren lijken
behoefte te hebben aan ondersteuning na afronding van het intensieve zorgtraject. We
kunnen deze jongeren loslaten en hen hun eigen gang laten gaan. Wie weet kloppen ze later
weer aan voor ondersteuning. We kunnen er ook voor kiezen deze houding van jongeren
een signaal en een uitdaging te laten zijn voor de proeftuin. Wat is de reden dat jongeren
geen ondersteuning willen? Is dat omdat zij geen ondersteuning wensen of is dat omdat het
beeld dat zij hebben van de ondersteuning (wijze van) hen niet aanspreekt? De uitdaging
aan de proeftuin is het ondersteuningsaanbod aantrekkelijk te laten zijn voor jongeren. Dat
betekent dat we uitgaan van de vraag van de jongere. Het ondersteuningsaanbod is geen
vastomlijnd 'product', maar bestaat uit datgene wat voor de jongere nodig is om zelfstandig
verder te kunnen.
Allesomvattend
Ondersteuning na jeugdzorg gaat niet alleen over zorg. Het gaat over zorgen dat alles in
orde is om een mooie toekomst op te kunnen bouwen. Het gaat over het vinden van een
woning, het leren op jezelf te wonen, het vinden van werk en/of een opleiding, het leren
aangaan van positieve relaties met anderen, het leren invulling geven aan je vrije tijd, het
kunnen organiseren van je administratie en financiële situatie, etcetera! Ondersteuning na
jeugdzorg is allesomvattend.
"Je hebt altijd jongeren erbij zitten die schreeuwen en roepen van 'als de dag komt dat
ik hier weg ben, is dat de mooiste dag van mijn leven', maar ook die jongeren zullen
toch zoiets hebben van 'ja.... het is wel gek als alles in één keer weg is'".
"Ik weet niet altijd hoe ik mijn kamer moet opruimen. Of hoe ik boodschappen moet
doen. Of wat ik moet eten. Ik heb gewoon een coach nodig die mij dat leert, die mij leert
opruimen en die mij leert boodschappen doen en die mij leert... whatever, wat dat dan
ook maar is."
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
10
Koesteren van de basisstructuur en aanhaken op de ontwikkelingen
In de proeftuin ondersteuning na jeugdzorg worden de organisaties, producten en projecten
die al aanwezig zijn in Rivierenland als uitgangspunt genomen. Ondersteuning na jeugdzorg
sluit naar verwachting deels aan bij wat al bestaat, deels brengt de proeftuin naar voren wat
er nog ontbreekt of wat er ontwikkeld moet worden. ‘Nazorg’ is geen apart project dat los
staat van andere ontwikkelingen, zoals de doorontwikkeling van het CJG, ontwikkeling van
de gebiedsteams, versterking van de basisstructuur en de omslag en vernieuwing in de
werkwijze van de professionals. De proeftuin ondersteuning na jeugdzorg haakt aan bij
bestaande netwerkstructuren zoals de in ontwikkeling zijnde gebiedsteams en de
jeugdpreventienetwerken. De proeftuin verbindt dat wat er al is.
Eenvoud voorbij het ingewikkelde
Nederland, projectenland. Vraag een professional wat hij vandaag nodig heeft om zijn of
haar werk goed te kunnen doen en het antwoord is een ‘sociale kaart’. Er zijn tal van
organisaties die van betekenis kunnen zijn in het leven van een jongere. Alleen al de
jeugdzorg is een doolhof met een enorm uitgebreid zorgaanbod verspreid over meerdere
organisaties en meerdere financieringsbronnen. Voor iedere vraag is weer een ander
aanbod, deze organisatie heeft dit te bieden, die organisatie heeft dat te bieden. En ondanks
al dat verschillende aanbod, is dat wat je nu echt nodig hebt niet te vinden of niet
beschikbaar. Geen wonder dat veel jongeren na een jeugdzorg traject tussen wal en schip
belanden.
Een ondersteuningsstructuur na jeugdzorg gaat alleen werken wanneer dit een eenvoudige
structuur wordt. Van alle verschillende stofjes die Rivierenland rijk is wordt als het ware een
tapijt geweven. Ondersteuning na jeugdzorg bestaat uit een eenvoudige werkwijze die door
iedereen eenvoudig te onthouden is en eenvoudig is in de uitvoering. Bij voorkeur en indien
mogelijk wordt binnen de proeftuin één eenduidige werkwijze ontwikkeld, die binnen alle
gemeenten in Rivierenland wordt geïmplementeerd. Voor aanbieders die in meerdere
gemeenten werkzaam zijn, is dit het meest eenvoudig.
Afstemming in de keten
Doordat meerdere partijen betrokken kunnen zijn bij het ondersteuningsaanbod van een
jeugdige, is afstemming in de keten cruciaal voor het slagen van een traject. Het CJG en/of
het jeugdpreventienetwerk en/of de gebieds/wijkteams vormen hierin belangrijke partners. In
de proeftuin wordt hierop aangesloten.
In de werkwijze van ondersteuning na jeugdzorg zal een jeugdprofessional de rol van
casemanager krijgen. De casemanager voert niet per se zelf alle onderdelen van het
ondersteuningsaanbod uit, maar zorgt er wel voor dat afstemming plaatsvindt tussen de
jeugdige / het gezin en de instellingen die een rol spelen in de nazorg. De casemanager is
de centrale contactpersoon voor de jeugdige en coördineert de zorg en het netwerk. De
casemanager heeft de mogelijkheid een casus op te schalen naar de procesmanager
Jeugdpreventienetwerken. De procesmanager JPN voert de procesregie en heeft zo nodig
doorzettingsmacht.
Vanuit de proeftuin vindt doorlopend afstemming plaats met het regionaal ambtelijk
jeugdoverleg en managers/teamleiders van de betrokken organisaties (zie hoofdstuk 4;
praktijkateliers in 2013). De verbindingsfunctionaris constateert knelpunten, genereert
beleidsinformatie en koppelt dit terug naar het ambtelijk jeugdoverleg.
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
11
Ondersteuning na jeugdzorg staat niet los van eerder traject
Het woord ‘nazorg’ impliceert dat dit een apart zorgonderdeel is, dat plaatsvindt ná het
jeugdzorg traject. Het jeugdzorg traject eindigt en vervolgens wordt nazorg ingezet. Dit is niet
wat we beogen. De terugkeer naar het ‘gewone’ leven vormt onderdeel van het totale
zorgtraject (van hulpvraag tot zelfredzaamheid) van de jongere. Dit betekent dat
ondersteuning na jeugdzorg zich niet beperkt tot ná afronding van het jeugdzorg traject,
maar dat deze ondersteuning juist parallel verloopt aan het zorgtraject. Dat betekent dat
geruime tijd voor afronding van het tweedelijns traject een plan wordt opgesteld voor de
periode daarna. Gedurende het hele zorgtraject is sprake van één gezin, één plan, één
eigenaar. Dit betekent dat een procesmatige uitvoerder een rol zal spelen in het proces van
terugkeer/normalisatie na afronding van het zorgtraject. Deze 'casemanager' levert niet per
definitie zelf zorg, hij of zij bewaakt het totale ondersteuningsaanbod.
Leeftijdsgrens loslaten
Volgens de Wet op de jeugdzorg kan een jeugdige tot zijn 21e jaar in een JeugdzorgPlus
(gesloten) instelling verblijven. Tot zijn 18e verjaardag kan een kind gesloten geplaatst
worden ongeacht zijn toestemming, met een OTS, Voogdij, of toestemming van de
gezaghebbende ouder, als er een geldig indicatiebesluit is en een machtiging gesloten
jeugdzorg. Na het 18e jaar kan de jeugdige gesloten blijven, als hij voor het bereiken van de
meerderjarigheid al gesloten zat, met de "al lopende machtiging gesloten jeugdzorg" tot zijn
21e jaar. Bureau Jeugdzorg kan een jeugdige wel begeleiden na zijn 18e jaar, maar niet
langer via de gezinsvoogd. Die wordt vervangen door een casemanager.
De magische leeftijdsgrens van 18 jaar voor geïndiceerde jeugdzorg wordt door veel
organisaties als belemmerend ervaren. Uitgangspunt voor de proeftuin is dat jongeren die
zorg nodig hebben, zorg moeten krijgen. De leeftijdsgrens van 18 jaar wordt hiervoor
losgelaten.
Zelfregie
Uitgangspunt voor de proeftuin is dat jongeren zelf de regie hebben over hun eigen leven. Er
wordt niet gesproken óver jongeren, maar mét jongeren en het gezin waarvan hij/zij deel
uitmaakt. De focus in de ondersteuning ligt op oplossingen: Wat is nodig om zelfstandig te
leven en hoe kan dat georganiseerd worden. De jongere denkt hier zelf actief in mee en
neemt zelf beslissingen of en welke ondersteuning hij of zij krijgt.
Eigen netwerk
Iedereen heeft (tijdelijk) iemand nodig die hem of haar ondersteunt. Het netwerk is onderdeel
van de ondersteuning zowel tijdens als na het jeugdzorgtraject. Het is prettig wanneer er
"Ik zit hier uit nood. Het plan is uit nood. Waarom? Omdat mijn groep veel te laat begon
met inschrijvingen. Dus ik had geen vervolgplek. Maar ik moest wel op die datum weg
zijn.”
"Ze moeten niet die stop erop zetten van je bent 18 jaar en dan moet je dat en dat
bereikt hebben”.
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
12
iemand in de directe omgeving van de jongere is die hem of haar kan helpen grip te krijgen
en te houden op zijn leven.
Transitie-proef
Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Het gaat om provinciale
jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering, jeugd geestelijke gezondheidszorg
(jeugd-ggz), zorg aan licht verstandelijk beperkte jeugdigen (jeugd-lvb) en JeugdzorgPlus
(gesloten jeugdzorg). Met de decentralisatie van de jeugdzorg verdwijnt het huidige ‘schot’
tussen preventie en lichte voorzieningen voor opvoed- en opgroeiondersteuning waar
gemeenten deels verantwoordelijk voor zijn en zwaardere vormen van zorg en
ondersteuning, dat onder de verantwoordelijkheid van provincies valt.
In de proeftuin wordt geëxperimenteerd met de wijze waarop de eerste- en de
tweedelijnszorg op elkaar aan kunnen haken en hoe de voortgang van het hele
ondersteuningstraject (op de verschillende leefdomeinen) bewaakt kan worden. Daarnaast is
het ook een oefening in lokale en regionale samenwerking en afstemming tussen aanbieders
en gemeenten. Een argument voor de transitie jeugdzorg is dat de jongere en het gezin
centraal staan en dat binnen het gemeentelijk jeugdbeleid diversiteit en aanpassing aan de
lokale situatie het vertrekpunt vormen, zodat er meer maatwerk geleverd kan worden. De
transitie van de jeugdzorg betekent ook dat zorgaanbieders die vaak provinciaal werken, te
maken krijgen met meerdere opdrachtgevers. Dit vraagt om afstemming tussen
zorgaanbieder en gemeente, maar ook om afstemming tussen gemeenten onderling. Voor
ondersteuning na jeugdzorg krijgt de regio bijvoorbeeld te maken met provinciale
jeugdzorgaanbieders, die diensten leveren in meerdere Gelderse regio's. De vraag dient zich
aan waar de werkwijze voor ondersteuning na jeugdzorg lokaal per gemeente verschillend
kan zijn en waar het handig is regionaal of provinciaal afstemming of overeenstemming te
zoeken.
Dergelijke vraagstukken die worden verkend in de proeftuin, komen straks ook terug in het
transitieproces van de jeugdzorg. Te meer omdat ook de jeugd-ggz en de jeugd-lvb
onderdeel uitmaken van de proeftuin, kan de proeftuin gezien worden als een startpunt
richting de transitie van de jeugdzorg.
"Lang leven mijn netwerk! Echt waar. Die hebben geholpen. Die hebben alles gedaan."
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
13
4 Procesplan en draagvlak in 2012
In november 2012 vindt een bijeenkomst plaats met managers/teamleiders van organisaties
die mogelijk een rol kunnen vervullen in het ondersteuningsaanbod na jeugdzorg. Het gaat
nadrukkelijk niet alleen om zorg organisaties, juist ook om organisaties die van betekenis
kunnen zijn voor wonen, werk, opleiding, vrije tijd, etcetera (allesomvattend).Tijdens deze
bijeenkomst wordt voorliggend procesplan voorgelegd, besproken, verfijnd, aangepast. Na
afloop van de bijeenkomst committeren organisaties zich aan deelname aan de proeftuin.
Binnen de eigen organisatie geven zij één of meerdere professionals de ruimte deel te
nemen aan de proeftuin.Indien mogelijk wordt de proeftuin georganiseerd binnen de
bestaande overlegstructuren van de gebiedsteams en de jeugdpreventienetwerken. Een
praktijkatelier maakt in dat geval deel uit van reguliere bijeenkomsten van een gebiedsteam
of een jeugdpreventienetwerk. In de proeftuin wordt gewerkt met praktijkateliers, deze gaan
van start in januari 2013.
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
14
5 Praktijkateliers in 2013
In 2013 wordt eens in de maand een praktijkatelier georganiseerd, bij voorkeur als onderdeel
van bestaande samenwerkingsverbanden zoals de gebiedsteams of de
jeugdpreventienetwerken. In het praktijkatelier komen professionals van de verschillende
organisaties bij elkaar. In de praktijkateliers wordt de ondersteuningsstructuur na jeugdzorg
vanuit de praktijk ontwikkeld. De praktijkateliers zijn ingedeeld in vier fasen.
Januari t/m maart: ontwikkelen concept werkwijze
De ondersteuningsstructuur na jeugdzorg wordt opgebouwd vanuit de praktijk. In de eerste
drie maanden van de proeftuin (3 bijeenkomsten) wordt aan de hand van casussen op papier
een eerste concept werkwijze ontwikkeld voor het bieden van ondersteuning na afronding
van jeugdzorg trajecten. In de werkwijze worden afspraken vastgelegd over samenwerking
tussen organisaties en het ondersteuningsaanbod dat door organisaties wordt aangeboden.
Het provinciaal basiskader ondersteuning na jeugdzorg dat ontwikkeld is door BMC wordt als
uitgangspunt gehanteerd. De concept werkwijze wordt voorgelegd aan het regionaal
ambtelijk jeugdoverleg en aan managers/teamleiders van de betrokken organisaties. De
reacties op de concept werkwijze resulteren in een eerste werkwijze/afsprakenset op papier.
april t/m juni: oefenen met concept werkwijze en aanpassen
Na drie maanden is er een eerste werkwijze/afsprakenset op papier ontwikkeld. De volgende
drie maanden gaat iedere professional die deelneemt aan de proeftuin de werkwijze met één
casus in de praktijk oefenen. De casus waarmee geoefend wordt is een 'werkbare' casus.
Het gaat in deze fase om het uittesten van de ontwikkelde werkwijze. De kans is groot dat de
werkwijze in de praktijk anders blijkt te werken dan gedacht. De professional komt
knelpunten en hobbels tegen die werkende weg opgelost dienen te worden. Dat gaat beter
met een relatief eenvoudige casus en met een jongere die graag deel wil uitmaken van de
proeftuin. Het toepassen van de werkwijze in meer ingewikkelde casussen, komt in een
latere fase.
De verbindingsfunctionaris is in deze fase bereikbaar voor consultatie en advies. In de
praktijkateliers worden de casussen gevolgd en besproken aan de hand van intervisie. Aan
de hand van de ervaringen in de praktijk met de nieuwe werkwijze, wordt de werkwijze
bijgesteld. De bijgestelde werkwijze wordt wederom voorgelegd aan het regionaal ambtelijk
jeugdoverleg en aan de managers/teamleiders van de betrokken instellingen.
September t/m november: schaalvergroting
In deze fase ligt er een in de praktijk werkbare werkwijze. Nu is het zaak de werkwijze op
grotere schaal toe te passen in de praktijk. Uitgangspunt is dat iedere organisatie die
deelneemt aan de proeftuin werkt met vijf casussen. Na drie maanden ligt er een
aangescherpte werkwijze/afsprakenset die na een 'feedbackronde' door het regionaal
ambtelijk jeugdoverleg en de managers/teamleiders van de betrokken organisaties, definitief
wordt vastgesteld.
December: Afsluiting van de praktijkateliers
Tot deze fase waren alleen professionals verbonden aan de proeftuin bekend met de
opgebouwde ondersteuningsstructuur na jeugdzorg. Nadat uitgebreid is geoefend met de
nieuwe werkwijze en de werkwijze is vastgesteld, is het zaak dat ook andere professionals
en (indien nodig) andere organisaties bekend worden met de werkwijze. In een afsluitende
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
15
bijeenkomst in december wordt de werkwijze gepresenteerd en wordt geïnventariseerd wat
nodig is voor een goede implementatie van de werkwijze.
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
16
6 Implementatie en borging van de afspraken in 2014
De ervaring in Rotterdam met het opzetten van een ondersteuningsstructuur na intensieve
gezinscoaching leert dat de implementatie van een nieuwe werkwijze veel aandacht vergt.
Het blijkt toch lastig om onderling contact te leggen, de juiste uitwisseling te doen en volgens
afspraak te rapporteren over de voortgang, aanmelding en afronding. De professionals die
betrokken waren bij de ontwikkeling van de werkwijze, weten het vaak wel. Maar hoe weten
anderen ook wat de werkwijze is, hoe weten zij bij wie je moet zijn bij welke organisatie, hoe
weten zij wat er allemaal te bieden is aan jongeren die uitstromen uit een jeugdzorg traject?
In de kast staat een map met het werkproces, het blijkt om een verouderde versie te gaan. In
de adressenlijst staat het telefoonnummer van Juliet, wanneer je haar probeert te bellen,
blijkt ze van baan te zijn veranderd. Een jeugdzorg traject eindigt, je zoekt op wat de
volgende stap is en dan blijkt dat je daar 3 maanden geleden al over na had moeten
denken....De verbindingsfunctionaris is in de implementatiefase beschikbaar als coach in de
nieuwe werkwijze, om organisaties te ondersteunen in het zich eigen maken van de nieuwe
afspraken. Bij alle betrokken organisaties worden presentaties gehouden over de nieuwe
werkwijze. Naar verwachting zal binnen de jeugdpreventienetwerken en/of de gebiedsteams
afstemming plaatsvinden over het ondersteuningsaanbod aan een jeugdige.
Na een jaar van implementatie is de werkwijze dusdanig ingesleten, dat de opgebouwde
structuur voor ondersteuning na jeugdzorg een stevig fundament heeft in Rivierenland.
“Ik word volgende week 19 en ik ben er ook wel aan toe dat ik mijn eigen vleugels uit
sla. Ik ben ervan overtuigd dat ik het kan. Met hulp die ik heb van mijn vriendenkring en
van mijn ouders. Daar ben ik van overtuigd. Er vallen veel mensen terug. Met mij komt
het wel goed.”
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
17
7 Financiering
Ondersteuning na jeugdzorg behoort tot de reguliere taken van aanbieders. Voor de
uitvoering van deze ondersteuning is geen extra budget beschikbaar. Voor training van
professionals is een budget beschikbaar van €7.600.
Gemeenten co-financieren het project in uren. Het aantal uren is verdeeld naar rato van
omvang van de gemeente. Er zijn 4 categorieën gemaakt.
1: >40.000 inwoners
2: tussen 25.000- 40.000 inwoners
3: tussen 15.000-25.000 inwoners
4: <15.000 inwoners
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
18
Bijlage 1: Primair proces na provinciale jeugdzorg uit provinciaal
Basiskader
In het provinciaal basiskader 'Begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg in Gelderland', is
een schema opgenomen van het ontwikkelde werkproces ondersteuning na jeugdzorg. Dit
basiskader dient als uitgangspunt voor de proeftuin ondersteuning na jeugdzorg in
Rivierenland. Afwijkingen van het werkproces is in overleg met de provincie mogelijk. Het
volledige document is te vinden via www.gelderland.nl, tabblad jeugd, plannen en
programma’s, nazorg.
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
19
Bijlage 2: Planning in tabel
Voor de praktijkateliers wordt waar mogelijk aangesloten bij bestaande netwerkstructuren
(jeugdpreventienetwerken, gebiedsteams).
Jaartal Activiteiten Inzetbetrokken partijen
2012  Maart t/m september:
Gesprekken met organisaties
 Een uur per gesprek
 September:
Concept procesplan
 Betrokken partijen krijgen
gelegenheid feedback te geven
op concept procesplan
 November:
Startbijeenkomst
 Aanwezigheid bij
startbijeenkomst, committeren
aan proeftuin, vrijstellen van
professionals om deel te nemen
aan proeftuin.
2013  Januari t/m maart: ontwikkelen
concept werkwijze
 Deelname professionals aan
proeftuin 3 x 2 uur.
 April t/m juni: oefenen met
concept werkwijze en aanpassen
 Deelname professionals aan
proeftuin 3 x 2 uur.
 Per deelnemende professional
experimenteren met 1 casus in
de praktijk
 September t/m november:
schaalvergroting
 Deelname professionals aan
proeftuin 3 x 2 uur.
 Per deelnemende organisatie
experimenteren met 5 casussen
in de praktijk
 December:
Afsluiting van praktijkateliers
 Deelname aan afsluitende
bijeenkomst praktijkateliers.
2014  Implementatie en borging van de
afspraken
 Toepassen van de vastgestelde
werkwijze.
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
20
Bijlage 3: Inzet verbindingsfunctionaris
Voor het realiseren van een ondersteuningsstructuur na jeugdzorg heeft regio Rivierenland
een verbindingsfunctionaris aangetrokken.
De functie van verbindingsfunctionaris ondersteuning na jeugdzorg wordt ingevuld door Mara
Frank. Zij is bereikbaar via email: Frank@regiorivierenland.nl of telefoon: 06-15026477.
Gekozen is voor een intensieve inzet in de eerste fase van procesplan en draagvlak
ontwikkeling. In de uitvoeringsfase en borgingsfase is de beschikbare inzet gelijkmatig
verdeeld. De ervaring leert dat voldoende tijd beschikbaar dient te zijn voor implementatie en
borging.
Jaar Fase Inzet
2012 Procesplan & draagvlak 12 uur per week
2013 Praktijkateliers (uitvoering) 6 uur per week
2014 Implementatie en borging 6 uur per week
Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012.
21
Bijlage 4: Subsidievoorwaarden provincie Gelderland
De provincie heeft een aantal voorwaarden gesteld aan de subsidieverstrekking voor
ondersteuning na jeugdzorg, waaronder twee inhoudelijke voorwaarden:
 Uitgangspunt voor vormgeving van ondersteuning na jeugdzorg is het basiskader
begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg.
 Daarnaast is het van belang dat er een integrale aanpak van jeugdigen op de
verschillendeleefgebieden is. Deze leefgebieden zijn: wonen, onderwijs, werk, vrije
tijd en sociaal netwerk.

Weitere ähnliche Inhalte

Was ist angesagt?

Veranderen van het zorglandschap, L van Schuylenburg, jan 2012
Veranderen van het zorglandschap, L van Schuylenburg, jan 2012Veranderen van het zorglandschap, L van Schuylenburg, jan 2012
Veranderen van het zorglandschap, L van Schuylenburg, jan 2012Lowine van Schuylenburg
 
Notitie_Medezeggenschap_Kinderenenjongeren
Notitie_Medezeggenschap_KinderenenjongerenNotitie_Medezeggenschap_Kinderenenjongeren
Notitie_Medezeggenschap_KinderenenjongerenMarion Welling
 
Leveranciersbijeenkomst jeugdzorg
Leveranciersbijeenkomst jeugdzorgLeveranciersbijeenkomst jeugdzorg
Leveranciersbijeenkomst jeugdzorgKING
 
De burger centraal in de zorg
De burger centraal in de zorgDe burger centraal in de zorg
De burger centraal in de zorgAgnes Jonkman
 
Artikel Bewegen naar Werk
Artikel Bewegen naar WerkArtikel Bewegen naar Werk
Artikel Bewegen naar WerkArno Molegraaf
 
Rib tussenrapportage 3 d definitief
Rib   tussenrapportage 3 d definitiefRib   tussenrapportage 3 d definitief
Rib tussenrapportage 3 d definitiefRamon Testroote
 
preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)
preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)
preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)Karin Boode
 
Samenwerking van zorgverzekeraar Agis en de gemeente Amsterdam
Samenwerking van zorgverzekeraar Agis en de gemeente AmsterdamSamenwerking van zorgverzekeraar Agis en de gemeente Amsterdam
Samenwerking van zorgverzekeraar Agis en de gemeente AmsterdamPRIMOnh
 
Workshop: thema veranderingen langdurige zorg/WMO/AWBZ
Workshop: thema veranderingen langdurige zorg/WMO/AWBZWorkshop: thema veranderingen langdurige zorg/WMO/AWBZ
Workshop: thema veranderingen langdurige zorg/WMO/AWBZDovenschap
 
Verslag vip ontbijt 16 januari 2013
Verslag vip ontbijt 16 januari 2013Verslag vip ontbijt 16 januari 2013
Verslag vip ontbijt 16 januari 2013Amsterdam en land
 
Presentatie masterclass duurzame financiering in de ggz Zilveren kruis en vgz
Presentatie masterclass duurzame financiering in de ggz Zilveren kruis en vgzPresentatie masterclass duurzame financiering in de ggz Zilveren kruis en vgz
Presentatie masterclass duurzame financiering in de ggz Zilveren kruis en vgzNieuwe wegen ggz en opvang
 

Was ist angesagt? (15)

Veranderen van het zorglandschap, L van Schuylenburg, jan 2012
Veranderen van het zorglandschap, L van Schuylenburg, jan 2012Veranderen van het zorglandschap, L van Schuylenburg, jan 2012
Veranderen van het zorglandschap, L van Schuylenburg, jan 2012
 
Notitie_Medezeggenschap_Kinderenenjongeren
Notitie_Medezeggenschap_KinderenenjongerenNotitie_Medezeggenschap_Kinderenenjongeren
Notitie_Medezeggenschap_Kinderenenjongeren
 
Leveranciersbijeenkomst jeugdzorg
Leveranciersbijeenkomst jeugdzorgLeveranciersbijeenkomst jeugdzorg
Leveranciersbijeenkomst jeugdzorg
 
De burger centraal in de zorg
De burger centraal in de zorgDe burger centraal in de zorg
De burger centraal in de zorg
 
Artikel Bewegen naar Werk
Artikel Bewegen naar WerkArtikel Bewegen naar Werk
Artikel Bewegen naar Werk
 
Rib tussenrapportage 3 d definitief
Rib   tussenrapportage 3 d definitiefRib   tussenrapportage 3 d definitief
Rib tussenrapportage 3 d definitief
 
preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)
preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)
preventieve_zorg_voor_jeugddef (4)
 
Samenwerking van zorgverzekeraar Agis en de gemeente Amsterdam
Samenwerking van zorgverzekeraar Agis en de gemeente AmsterdamSamenwerking van zorgverzekeraar Agis en de gemeente Amsterdam
Samenwerking van zorgverzekeraar Agis en de gemeente Amsterdam
 
LPK brochure
LPK brochureLPK brochure
LPK brochure
 
Workshop: thema veranderingen langdurige zorg/WMO/AWBZ
Workshop: thema veranderingen langdurige zorg/WMO/AWBZWorkshop: thema veranderingen langdurige zorg/WMO/AWBZ
Workshop: thema veranderingen langdurige zorg/WMO/AWBZ
 
Verslag vip ontbijt 16 januari 2013
Verslag vip ontbijt 16 januari 2013Verslag vip ontbijt 16 januari 2013
Verslag vip ontbijt 16 januari 2013
 
Heden en toekomst van de zorg
Heden en toekomst van de zorgHeden en toekomst van de zorg
Heden en toekomst van de zorg
 
Toekomst van de zorg 3 juni 2015
Toekomst van de zorg 3 juni 2015Toekomst van de zorg 3 juni 2015
Toekomst van de zorg 3 juni 2015
 
Toekomstvisie thuiszorg
Toekomstvisie thuiszorgToekomstvisie thuiszorg
Toekomstvisie thuiszorg
 
Presentatie masterclass duurzame financiering in de ggz Zilveren kruis en vgz
Presentatie masterclass duurzame financiering in de ggz Zilveren kruis en vgzPresentatie masterclass duurzame financiering in de ggz Zilveren kruis en vgz
Presentatie masterclass duurzame financiering in de ggz Zilveren kruis en vgz
 

Andere mochten auch

Rapport Begrensd Kansen Bieden
Rapport Begrensd Kansen BiedenRapport Begrensd Kansen Bieden
Rapport Begrensd Kansen BiedenMara Frank
 
Boekje 'Het geheim van Thaiboksschool Oude Westen'
Boekje 'Het geheim van Thaiboksschool Oude Westen'Boekje 'Het geheim van Thaiboksschool Oude Westen'
Boekje 'Het geheim van Thaiboksschool Oude Westen'Mara Frank
 
Visiedocument Jongerenwerk IJsselmonde
Visiedocument Jongerenwerk IJsselmondeVisiedocument Jongerenwerk IJsselmonde
Visiedocument Jongerenwerk IJsselmondeMara Frank
 
Boekje Zorg Na Intensieve Gezinscoaching Het Recept Van De Warme Overdracht
Boekje Zorg Na Intensieve Gezinscoaching   Het Recept Van De Warme OverdrachtBoekje Zorg Na Intensieve Gezinscoaching   Het Recept Van De Warme Overdracht
Boekje Zorg Na Intensieve Gezinscoaching Het Recept Van De Warme OverdrachtMara Frank
 
Boekje \'we doen het zelf!\' Over Talenthouse
Boekje \'we doen het zelf!\' Over TalenthouseBoekje \'we doen het zelf!\' Over Talenthouse
Boekje \'we doen het zelf!\' Over TalenthouseMara Frank
 
Visie jongerenwerk zoetermeer 2010
Visie jongerenwerk zoetermeer 2010Visie jongerenwerk zoetermeer 2010
Visie jongerenwerk zoetermeer 2010Mara Frank
 
Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3
Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3
Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3KoenWiegman
 

Andere mochten auch (7)

Rapport Begrensd Kansen Bieden
Rapport Begrensd Kansen BiedenRapport Begrensd Kansen Bieden
Rapport Begrensd Kansen Bieden
 
Boekje 'Het geheim van Thaiboksschool Oude Westen'
Boekje 'Het geheim van Thaiboksschool Oude Westen'Boekje 'Het geheim van Thaiboksschool Oude Westen'
Boekje 'Het geheim van Thaiboksschool Oude Westen'
 
Visiedocument Jongerenwerk IJsselmonde
Visiedocument Jongerenwerk IJsselmondeVisiedocument Jongerenwerk IJsselmonde
Visiedocument Jongerenwerk IJsselmonde
 
Boekje Zorg Na Intensieve Gezinscoaching Het Recept Van De Warme Overdracht
Boekje Zorg Na Intensieve Gezinscoaching   Het Recept Van De Warme OverdrachtBoekje Zorg Na Intensieve Gezinscoaching   Het Recept Van De Warme Overdracht
Boekje Zorg Na Intensieve Gezinscoaching Het Recept Van De Warme Overdracht
 
Boekje \'we doen het zelf!\' Over Talenthouse
Boekje \'we doen het zelf!\' Over TalenthouseBoekje \'we doen het zelf!\' Over Talenthouse
Boekje \'we doen het zelf!\' Over Talenthouse
 
Visie jongerenwerk zoetermeer 2010
Visie jongerenwerk zoetermeer 2010Visie jongerenwerk zoetermeer 2010
Visie jongerenwerk zoetermeer 2010
 
Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3
Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3
Presentatie convenant VRK reddingsbrigade Kennemerlands v1 3
 

Ähnlich wie Procesplan proeftuin ondersteuning na jeugdzorg Regio Rivierenland

Leerplichtadministratie RMC
Leerplichtadministratie RMCLeerplichtadministratie RMC
Leerplichtadministratie RMCkarin taselaar
 
Onderzoek naar passend onderwijs
Onderzoek naar passend onderwijsOnderzoek naar passend onderwijs
Onderzoek naar passend onderwijsBart Litjens
 
Frederik Smit, Geert Driessen, Jos van Kuijk & Cees de Wit (2009) VVE en oude...
Frederik Smit, Geert Driessen, Jos van Kuijk & Cees de Wit (2009) VVE en oude...Frederik Smit, Geert Driessen, Jos van Kuijk & Cees de Wit (2009) VVE en oude...
Frederik Smit, Geert Driessen, Jos van Kuijk & Cees de Wit (2009) VVE en oude...Driessen Research
 
Inkoopstrategie en bezuinigingen jeugd rotterdam def
Inkoopstrategie en bezuinigingen jeugd rotterdam defInkoopstrategie en bezuinigingen jeugd rotterdam def
Inkoopstrategie en bezuinigingen jeugd rotterdam defMichel de Visser
 
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docxStand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docxAndereTijden
 
Ouders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetOuders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetDouwe Van Den Berg
 
Sport & Gemeenten nr 2-2014 Over je schaduw heenstappen
Sport & Gemeenten nr 2-2014 Over je schaduw heenstappenSport & Gemeenten nr 2-2014 Over je schaduw heenstappen
Sport & Gemeenten nr 2-2014 Over je schaduw heenstappenTom van Vliet
 
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.Martijn Verhagen
 
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie Driessen Research
 
Decentralisaties en informatievoorziening
Decentralisaties en informatievoorzieningDecentralisaties en informatievoorziening
Decentralisaties en informatievoorzieningHenk Blindenbach
 
Handleiding Qsuite | Wat is een plan opstellen en hoe doe ik dat?
Handleiding Qsuite | Wat is een plan opstellen en hoe doe ik dat?Handleiding Qsuite | Wat is een plan opstellen en hoe doe ik dat?
Handleiding Qsuite | Wat is een plan opstellen en hoe doe ik dat?Evelien Verkade
 
Werkconferentie 3D: Informatievoorziening zorg en ondersteuning (IZO) door mi...
Werkconferentie 3D: Informatievoorziening zorg en ondersteuning (IZO) door mi...Werkconferentie 3D: Informatievoorziening zorg en ondersteuning (IZO) door mi...
Werkconferentie 3D: Informatievoorziening zorg en ondersteuning (IZO) door mi...KING
 
Kansen voor Kinderen
Kansen voor KinderenKansen voor Kinderen
Kansen voor KinderenRia de Jong
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefAndereTijden
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefAndereTijden
 

Ähnlich wie Procesplan proeftuin ondersteuning na jeugdzorg Regio Rivierenland (20)

Jeugdagenda Gouda 2011 - 2014
Jeugdagenda Gouda 2011 - 2014Jeugdagenda Gouda 2011 - 2014
Jeugdagenda Gouda 2011 - 2014
 
Leerplichtadministratie RMC
Leerplichtadministratie RMCLeerplichtadministratie RMC
Leerplichtadministratie RMC
 
Voortgangsbericht hatert 2.0 april 2013
Voortgangsbericht hatert 2.0 april 2013Voortgangsbericht hatert 2.0 april 2013
Voortgangsbericht hatert 2.0 april 2013
 
Onderzoek naar passend onderwijs
Onderzoek naar passend onderwijsOnderzoek naar passend onderwijs
Onderzoek naar passend onderwijs
 
Frederik Smit, Geert Driessen, Jos van Kuijk & Cees de Wit (2009) VVE en oude...
Frederik Smit, Geert Driessen, Jos van Kuijk & Cees de Wit (2009) VVE en oude...Frederik Smit, Geert Driessen, Jos van Kuijk & Cees de Wit (2009) VVE en oude...
Frederik Smit, Geert Driessen, Jos van Kuijk & Cees de Wit (2009) VVE en oude...
 
Inkoopstrategie en bezuinigingen jeugd rotterdam def
Inkoopstrategie en bezuinigingen jeugd rotterdam defInkoopstrategie en bezuinigingen jeugd rotterdam def
Inkoopstrategie en bezuinigingen jeugd rotterdam def
 
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docxStand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
Stand van zaken integrale kindcentra februari 2013 docx
 
170420 no
170420 no170420 no
170420 no
 
Ouders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moetOuders waar het kan, hulp als het moet
Ouders waar het kan, hulp als het moet
 
Deelanalyse
DeelanalyseDeelanalyse
Deelanalyse
 
Sport & Gemeenten nr 2-2014 Over je schaduw heenstappen
Sport & Gemeenten nr 2-2014 Over je schaduw heenstappenSport & Gemeenten nr 2-2014 Over je schaduw heenstappen
Sport & Gemeenten nr 2-2014 Over je schaduw heenstappen
 
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
Zelfonderhoudend netwerk voor mantelzorgers: Een toolkit voor gemeenten.
 
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
Geert Driessen (2012) Variatie in Voor- en Vroegschoolse Educatie
 
Decentralisaties en informatievoorziening
Decentralisaties en informatievoorzieningDecentralisaties en informatievoorziening
Decentralisaties en informatievoorziening
 
Handleiding Qsuite | Wat is een plan opstellen en hoe doe ik dat?
Handleiding Qsuite | Wat is een plan opstellen en hoe doe ik dat?Handleiding Qsuite | Wat is een plan opstellen en hoe doe ik dat?
Handleiding Qsuite | Wat is een plan opstellen en hoe doe ik dat?
 
Werkconferentie 3D: Informatievoorziening zorg en ondersteuning (IZO) door mi...
Werkconferentie 3D: Informatievoorziening zorg en ondersteuning (IZO) door mi...Werkconferentie 3D: Informatievoorziening zorg en ondersteuning (IZO) door mi...
Werkconferentie 3D: Informatievoorziening zorg en ondersteuning (IZO) door mi...
 
Kansen voor Kinderen
Kansen voor KinderenKansen voor Kinderen
Kansen voor Kinderen
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitief
 
Reader 121022 definitief
Reader 121022 definitiefReader 121022 definitief
Reader 121022 definitief
 
Sectorplannen 2e tranche zorg en welzijn 17feb 2014
Sectorplannen 2e tranche zorg en welzijn  17feb 2014Sectorplannen 2e tranche zorg en welzijn  17feb 2014
Sectorplannen 2e tranche zorg en welzijn 17feb 2014
 

Procesplan proeftuin ondersteuning na jeugdzorg Regio Rivierenland

  • 1. Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg Regio Rivierenland Procesplan Regio Rivierenland, september 2012 Verbindingsfunctionaris ondersteuning na jeugdzorg: Mara Frank
  • 2. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Kaders 4 3 Ingrediënten voor de nieuwe werkwijze 9 4 Procesplan en draagvlak in 2012 13 5 Praktijkateliers in 2013 14 6 Implementatie en borging van de afspraken in 2014 16 7 Financiering 17 Bijlage 1: Primair proces na provinciale jeugdzorg uit provinciaal Basiskader 18 Bijlage 2: Planning in tabel 19 Bijlage 3: Inzet verbindingsfunctionaris 20 Bijlage 4: Subsidievoorwaarden provincie Gelderland 21
  • 3. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 3 1 Inleiding Jongeren die een intensief jeugdhulp traject beëindigen gaan zelfstandig wonen, keren terug naar een (plaatsvervangend) gezin en/of krijgen verdere jeugdhulp dicht bij huis. Nazorg behoort tot de reguliere taken van jeugdzorg instellingen. De tweedelijns jeugdzorg, momenteel nog provinciaal georganiseerd, en de ondersteuning in het lokale veld1 in Rivierenland zijn echter niet altijd even goed op elkaar aangesloten. Daardoor kan het gebeuren dat jongeren na afronding van een jeugdzorg traject tussen wal en schip terecht komen. Regio Rivierenland heeft besloten de verbinding tussen jeugdzorg en de ondersteuning na jeugdzorg de komende jaren te verbeteren. Door middel van een tweejarige proeftuin waar alle gemeenten in de regio aan deelnemen, wordt, vanuit de praktijk en met het aanbod dat er al is, een ondersteuningsstructuur opgebouwd. De nadruk ligt op het verbeteren van de samenwerking tussen de verschillende partijen/organisaties die betrokken zijn (of kunnen zijn) bij het jeugdzorgtraject van een jongere. Het provinciaal basiskader ondersteuning na jeugdzorg, dat ontwikkeld is door BMC, wordt als uitgangspunt genomen voor de te ontwikkelen werkwijze en afspraken2 . Voorliggend procesplan bestaat uit twee onderdelen. Het eerste deel, hoofdstukken twee en drie, bestaan uit inhoudelijke ingrediënten voor de ondersteuningsstructuur na jeugdzorg. Het doel van deze hoofdstukken is eenduidigheid te creëren in de visie van waaruit verder gewerkt wordt in de proeftuin. Het tweede deel, de hoofdstukken 4 t/m 7, bestaan uit het procesplan zelf: De inrichting van de proeftuin, het tijdpad en de verwachte inzet van betrokken organisaties. De quotes die zijn opgenomen in dit procesplan zijn afkomstig uit een filmpje over nazorg in de jeugdzorg van provincie Utrecht (http://www.youtube.com/watch?v=B3jyQ9yB5Kk). Professionele ruimte en verantwoordelijkheid De ondersteuningsstructuur na jeugdzorg wordt ontwikkeld in een proeftuin. Dat betekent dat gedurende de looptijd van de proeftuin in de praktijk wordt ontwikkeld, geëxperimenteerd en bijgesteld. We kunnen niet verwachten dat er één keer een werkwijze ligt die perfect werkt. We zijn niet bang dat dingen fout gaan. Dat dingen fout gaan is juist goed, daardoor weet je waar de hobbels zitten in de praktijk. Ruimte om fouten te maken ontstaat wanneer professionals die experimenteren in de praktijk regelmatig bij elkaar komen om te bespreken hoe het gaat. Daar waar het goed gaat, wordt dit gevierd en daar waar het nog niet soepel loopt, wordt het werkproces aangepast zodat het wel goed gaat. Wanneer je bovenop het praktijkproces zit, is het maken van fouten niet erg, omdat je ziet wanneer je de fout maakt en omdat je het proces op tijd kunt bijstellen. Het is de verantwoordelijkheid van de professional het proces op het eigen werken kritisch te volgen, knelpunten te signaleren en op te lossen. Deze manier van werken vraagt een open en reflectieve houding van de professionals die experimenteren in de praktijk. Oplossingsgericht De werkwijze in de proeftuin is oplossingsgericht. Uitgaan van wat nu niet goed gaat en wat nu niet werkt, inspireert niet. In de proeftuin kijken we naar wat wél goed gaat, wat er al wél is, hoe we dat kunnen versterken en wat georganiseerd moet worden om een goede ondersteuning op touw te zetten. 1 Het gaat bij ondersteuning in het lokale veld niet alleen om zorg, maar ook om wonen, financiën, sociaal netwerk, etcetera. 2 Het basiskader is terug te vinden via www.gelderland.nl, tabblad jeugd, plannen en programma’s, nazorg. In Bijlage 1 is een schema opgenomen van het werkproces volgens het basiskader.
  • 4. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 4 2 Kaders In dit hoofdstuk wordt kort de aanleiding voor de proeftuin ondersteuning na jeugdzorg geschetst. Ook wordt de doelgroep in kaart gebracht. Het provinciale programma 'Nazorg na jeugdzorg' maakt onderdeel uit van het provinciale beleidskader jeugd 2009-2012. In alle Gelderse regio’s worden plannen gemaakt om de 'warme overdracht' en de begeleiding van jongeren uit de jeugdzorg goed te regelen. Voor de financiering van de projectleiding heeft de provincie aan (samenwerkende) gemeenten subsidie beschikbaar gesteld. Alle regio's in de provincie Gelderland zijn in de gelegenheid gesteld een subsidieaanvraag te doen voor ondersteuning na jeugdzorg. In juni 2011 heeft de programmaraad zelfredzaam ingestemd met de subsidieaanvraag voor het project versterking van begeleiding na jeugdzorg, onderdeel van de programmalijn jeugd. Als bijlage bij de subsidieaanvraag is een projectplan opgesteld. Het projectplan geeft inzicht in de aanleiding en de totstandkoming van het project ondersteuning na jeugdzorg in Rivierenland. Aanleiding In het convenant over de aansluiting jeugdbeleid – jeugdzorg is de nazorg na jeugdzorg één van de onderdelen/afspraken. Tijdens de werkconferentie 'Pak ’t samen op' op 19 november 2009 is door de deelnemende gemeenten en instellingen gevraagd om een provinciaal kader. BMC heeft in oktober 2010 in opdracht van de provincie het concept basiskader 'Begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg in Gelderland' opgesteld. In het basiskader staat kort geformuleerd wat het doel is: 'Vervolghulp en zorg aan jongeren die uitstromen uit geïndiceerde jeugdzorg. Het gaat om zorg en ondersteuning gericht op maatschappelijke en economische zelfstandigheid' (uit: Projectplan versterken begeleiding na jeugdzorg). Totstandkoming Input voor het projectplan is geleverd door diverse partners in regio Rivierenland in een aantal gezamenlijke overleggen. Als eerste de bijeenkomst georganiseerd door Spectrum op 3 februari 2011 waarin partners van woningstichting tot Patch aanwezig waren. De Kopgroep CJG heeft begin februari 2011 besloten dit onderwerp op te willen pakken met een aanvulling van (nog) niet-CJG-partners. Op 20 april heeft input voor het projectplan plaatsgevonden (uit: Projectplan versterken begeleiding na jeugdzorg). Ambitie Regio Rivierenland beoogt een soepele en warme doorstroom van jongeren terug naar een zelfstandig leven in hun gemeente. Het gaat hierbij niet om één specifiek overdrachtsmoment, maar om een periode van meerdere maanden waarbij jongeren worden voorbereid op een zelfstandig leven na hun zorgtraject (uit: Projectplan versterken begeleiding na jeugdzorg). Doel Doel van het project ondersteuning na jeugdzorg is tweeledig (uit: Projectplan versterken begeleiding na jeugdzorg):  Het versterken van het netwerk van collega’s van de verschillende organisaties
  • 5. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 5 onderling.  Het versterken van systeemgericht werken en het versterken van het werken volgens eigen kracht methodieken, zodat jongeren na het traject van geïndiceerde jeugdzorg hun plek vinden, gericht op economische en maatschappelijke zelfstandigheid. Doelgroep Wanneer we spreken over ondersteuning na jeugdzorg, dan gaat het over:  Jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar.  Jongeren die uitstromen uit (nu nog) provinciaal gefinancierde jeugdzorg, jeugd-ggz of jeugd-lvb. De zorg kan zowel residentieel zijn als ambulant. Ondersteuning na jeugddetentie wordt in dit kader buiten beschouwing gelaten. Daar waar in dit document jeugdzorg genoemd wordt, spreken we ook over jeugd-ggz en jeugd-lvb. Niet iedere vorm van terugkeer uit jeugdzorg zal ondersteuning behoeven. Er zal wel altijd een check moeten plaatsvinden op een ondersteuningsbehoefte. Iedere jongere kan ondersteuning of hulp krijgen als hij of zij dat nodig heeft. De focus ligt vooral op de doelgroep 16-23 jaar en vooral op de integrale aanpak van leefgebieden. Het gaat met name om jongeren die worden voorbereid op een zelfstandig leven na hun zorgtraject of worden voorbereid op volledige terugkeer in het (plaatsvervangend) gezin. Spectrum CMO Gelderland heeft het huidige gebruik van de provinciale jeugdhulpverlening, jeugdzorgPlus, jeugd-ggz en jeugd-lvb in beeld gebracht. De cijfers die hieronder vermeld worden zijn afkomstig uit het rapport 'Cijfers jeugdzorg in de regio Rivierenland.. Spectrum CMO Gelderland, juni 2012'. Bij deze cijfers zijn kanttekeningen te plaatsen. In het rapport van Spectrum staat daarover: "Helaas is het, ondanks de medewerking van veel organisaties, niet gelukt om een totaalbeeld van het gebruik van jeugdzorg te geven. De reden hiervan is dat de organisaties niet in staat zijn om de gevraagde cijfers gedetailleerd te leveren. Deels is dit te verklaren doordat registratiesystemen zijn ingericht op andere beleidsinformatie dan die met deze dataset wordt gevraagd. Deels is dit ook te verklaren door het gebruik van zeer verschillende definities die gebruikt worden in de diverse sectoren. Wel bevatten de cijfers aanknopingspunten om vervolgstappen te maken in het transitieproces." Cijfers provinciaal gefinancierde jeugdzorg Bijna 2.600 jongeren in de regio Rivierenland hebben in 2010 een indicatie voor jeugdzorg: 2.185 jongeren voor jeugdhulpverlening, 338 voor jeugdbescherming, 103 voor jeugdreclassering en 5 voor jeugdbescherming/jeugdreclassering. In onderstaande figuur zijn deze cijfers uitgesplitst per gemeente.
  • 6. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 6 Uit: Cijfers Jeugdzorg in de regio Rivierenland: Deel 1. Spectrum CMO Gelderland. Als het gaat om het aantal cliënten in de jeugdhulpverlening, dan hebben 480 jongeren bij een van de aangesloten partners van de branche Jeugdzorg daadwerkelijk zorg gekregen (peildatum: 1 oktober 2011). Deze cijfers zijn niet te vergelijken met het aantal indicaties voor jeugdhulpverlening (2.631 jongeren). De peildatum verschilt en jongeren kunnen ook jeugdzorg krijgen bij een aanbieder die niet is aangesloten bij de branche3 . Daarnaast besluit niet iedere jongere die recht heeft op jeugdzorg daadwerkelijk hulp te zoeken. Tot slot komen jongeren vaak eerst op een wachtlijst (26 jongeren in 2011), omdat bijvoorbeeld groepsaanbod op een vastgestelde datum van start gaat. 3 Het gaat om Bureau Jeugdzorg, CWZW-Gelderland, Entréa, Joozt, Lijn5, Nové, Lindenhout, Pactum, Trajectum, SGJ.
  • 7. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 7 Uit: Cijfers Jeugdzorg in de regio Rivierenland: Deel 1. Spectrum CMO Gelderland. Cijfers jeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg) In regio Rivierenland krijgen in 2012 negen jongeren hulp in een jeugdzorgPlus instelling. Cijfers jeugd-ggz Er is geen volledig beeld van het aantal jeugdige cliënten in de jeugd-ggz, doordat niet van alle instellingen cijfers beschikbaar zijn. Het aantal cliënten jeugd-ggz in de leeftijd van 0 t/m 17 jaar dat in 2010 zorg ontvangen heeft in de regio Rivierenland, ligt op basis van gegevens van Pro Persona en Eleos op 934. Doordat cijfers van Karakter ontbreken, is dit een onderschatting van het reële aantal cliënten. Cijfers jeugd-lvb Het aantal cliënten jeugd-lvb in de leeftijd van 0 t/m 17 jaar ligt in de regio Rivierenland, volgens de door Spectrum verkregen gegevens in 2011 op 34 op peildatum 31 december 2011. Daarnaast zijn negen cliënten uitgestroomd. Hierdoor komt het totaal aantal cliënten dat zorg heeft ontvangen in 2011 uit op 43. Resultaten Met de proeftuin ondersteuning na jeugdzorg wordt een bijdrage geleverd aan het versterken van het netwerk van collega's van verschillende organisaties onderling en aan het versterken van systeemgericht / volgens eigen kracht gerichte methodieken. Concreet worden de volgende resultaten behaald (Projectplan versterking begeleiding na jeugdzorg):  Implementatie van het provinciaal basiskader (zie bijlage 1);  In de tien gemeenten is de gemeentelijke routing voor jongeren die terugkeren na een jeugdzorgtraject ingericht. Eenvoud voorbij het ingewikkelde: gestreefd wordt naar één integrale en heldere gemeentelijke handelingswijze;  De gemeentelijke routing wordt gebaseerd op en sluit aan bij wat er al beschikbaar is binnen gemeenten (CJG, jeugdpreventienetwerken, AMW, gebiedsteams).
  • 8. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 8  Het lokale aanbod wordt aanvullend en/of vervangend al tijdens het geïndiceerde jeugdzorgtraject ingevoegd.  De samenwerkende organisaties waaronder BJZ, CJG en aanbieders zijn bekend met deze routing en er zijn afspraken gemaakt over hun eigen rol, taken en verantwoordelijkheden hierin.  De sociale kaart voor hulpverleners in de regio is helder, inclusief eigen kracht gericht werken. Hier wordt ook in het kader van het CJG aan gewerkt.
  • 9. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 9 3 Ingrediënten voor de nieuwe werkwijze Uit gesprekken die zijn gevoerd met diverse organisaties is al een aantal ingrediënten voor de nieuwe werkwijze naar voren gekomen. Deze ingrediënten vormen de basis voor de werkwijze die in de praktijkateliers ontwikkeld wordt. Aantrekkelijk De beëindiging van een intensief zorgtraject is een mijlpaal. Het is spannend om zelfstandig te gaan wonen of om terug te keren naar een gezin. Sommige jongeren hebben jarenlang in een instelling gewoond. Ineens is dat afgelopen. Ondersteuning na jeugdzorg wordt ingezet om de jongere zo veel mogelijk te coachen in deze belangrijke stap naar een zelfstandig leven. Het is belangrijk dat de jongere daar niet alleen in staat, dat hij het gevoel heeft dat ook anderen het belangrijk vinden dat hij het gaat redden en dat hij gesteund wordt. Er zijn jongeren die na afronding van het zorgtraject geen verdere ondersteuning nodig hebben. De check of een jongere ondersteuning nodig heeft, zal wel altijd moeten plaatsvinden. Naast de vraag of iedere jeugdige ondersteuning nodig heeft, speelt ook de vraag of iedere jeugdige verdere ondersteuning wenselijk acht. Niet alle jongeren lijken behoefte te hebben aan ondersteuning na afronding van het intensieve zorgtraject. We kunnen deze jongeren loslaten en hen hun eigen gang laten gaan. Wie weet kloppen ze later weer aan voor ondersteuning. We kunnen er ook voor kiezen deze houding van jongeren een signaal en een uitdaging te laten zijn voor de proeftuin. Wat is de reden dat jongeren geen ondersteuning willen? Is dat omdat zij geen ondersteuning wensen of is dat omdat het beeld dat zij hebben van de ondersteuning (wijze van) hen niet aanspreekt? De uitdaging aan de proeftuin is het ondersteuningsaanbod aantrekkelijk te laten zijn voor jongeren. Dat betekent dat we uitgaan van de vraag van de jongere. Het ondersteuningsaanbod is geen vastomlijnd 'product', maar bestaat uit datgene wat voor de jongere nodig is om zelfstandig verder te kunnen. Allesomvattend Ondersteuning na jeugdzorg gaat niet alleen over zorg. Het gaat over zorgen dat alles in orde is om een mooie toekomst op te kunnen bouwen. Het gaat over het vinden van een woning, het leren op jezelf te wonen, het vinden van werk en/of een opleiding, het leren aangaan van positieve relaties met anderen, het leren invulling geven aan je vrije tijd, het kunnen organiseren van je administratie en financiële situatie, etcetera! Ondersteuning na jeugdzorg is allesomvattend. "Je hebt altijd jongeren erbij zitten die schreeuwen en roepen van 'als de dag komt dat ik hier weg ben, is dat de mooiste dag van mijn leven', maar ook die jongeren zullen toch zoiets hebben van 'ja.... het is wel gek als alles in één keer weg is'". "Ik weet niet altijd hoe ik mijn kamer moet opruimen. Of hoe ik boodschappen moet doen. Of wat ik moet eten. Ik heb gewoon een coach nodig die mij dat leert, die mij leert opruimen en die mij leert boodschappen doen en die mij leert... whatever, wat dat dan ook maar is."
  • 10. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 10 Koesteren van de basisstructuur en aanhaken op de ontwikkelingen In de proeftuin ondersteuning na jeugdzorg worden de organisaties, producten en projecten die al aanwezig zijn in Rivierenland als uitgangspunt genomen. Ondersteuning na jeugdzorg sluit naar verwachting deels aan bij wat al bestaat, deels brengt de proeftuin naar voren wat er nog ontbreekt of wat er ontwikkeld moet worden. ‘Nazorg’ is geen apart project dat los staat van andere ontwikkelingen, zoals de doorontwikkeling van het CJG, ontwikkeling van de gebiedsteams, versterking van de basisstructuur en de omslag en vernieuwing in de werkwijze van de professionals. De proeftuin ondersteuning na jeugdzorg haakt aan bij bestaande netwerkstructuren zoals de in ontwikkeling zijnde gebiedsteams en de jeugdpreventienetwerken. De proeftuin verbindt dat wat er al is. Eenvoud voorbij het ingewikkelde Nederland, projectenland. Vraag een professional wat hij vandaag nodig heeft om zijn of haar werk goed te kunnen doen en het antwoord is een ‘sociale kaart’. Er zijn tal van organisaties die van betekenis kunnen zijn in het leven van een jongere. Alleen al de jeugdzorg is een doolhof met een enorm uitgebreid zorgaanbod verspreid over meerdere organisaties en meerdere financieringsbronnen. Voor iedere vraag is weer een ander aanbod, deze organisatie heeft dit te bieden, die organisatie heeft dat te bieden. En ondanks al dat verschillende aanbod, is dat wat je nu echt nodig hebt niet te vinden of niet beschikbaar. Geen wonder dat veel jongeren na een jeugdzorg traject tussen wal en schip belanden. Een ondersteuningsstructuur na jeugdzorg gaat alleen werken wanneer dit een eenvoudige structuur wordt. Van alle verschillende stofjes die Rivierenland rijk is wordt als het ware een tapijt geweven. Ondersteuning na jeugdzorg bestaat uit een eenvoudige werkwijze die door iedereen eenvoudig te onthouden is en eenvoudig is in de uitvoering. Bij voorkeur en indien mogelijk wordt binnen de proeftuin één eenduidige werkwijze ontwikkeld, die binnen alle gemeenten in Rivierenland wordt geïmplementeerd. Voor aanbieders die in meerdere gemeenten werkzaam zijn, is dit het meest eenvoudig. Afstemming in de keten Doordat meerdere partijen betrokken kunnen zijn bij het ondersteuningsaanbod van een jeugdige, is afstemming in de keten cruciaal voor het slagen van een traject. Het CJG en/of het jeugdpreventienetwerk en/of de gebieds/wijkteams vormen hierin belangrijke partners. In de proeftuin wordt hierop aangesloten. In de werkwijze van ondersteuning na jeugdzorg zal een jeugdprofessional de rol van casemanager krijgen. De casemanager voert niet per se zelf alle onderdelen van het ondersteuningsaanbod uit, maar zorgt er wel voor dat afstemming plaatsvindt tussen de jeugdige / het gezin en de instellingen die een rol spelen in de nazorg. De casemanager is de centrale contactpersoon voor de jeugdige en coördineert de zorg en het netwerk. De casemanager heeft de mogelijkheid een casus op te schalen naar de procesmanager Jeugdpreventienetwerken. De procesmanager JPN voert de procesregie en heeft zo nodig doorzettingsmacht. Vanuit de proeftuin vindt doorlopend afstemming plaats met het regionaal ambtelijk jeugdoverleg en managers/teamleiders van de betrokken organisaties (zie hoofdstuk 4; praktijkateliers in 2013). De verbindingsfunctionaris constateert knelpunten, genereert beleidsinformatie en koppelt dit terug naar het ambtelijk jeugdoverleg.
  • 11. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 11 Ondersteuning na jeugdzorg staat niet los van eerder traject Het woord ‘nazorg’ impliceert dat dit een apart zorgonderdeel is, dat plaatsvindt ná het jeugdzorg traject. Het jeugdzorg traject eindigt en vervolgens wordt nazorg ingezet. Dit is niet wat we beogen. De terugkeer naar het ‘gewone’ leven vormt onderdeel van het totale zorgtraject (van hulpvraag tot zelfredzaamheid) van de jongere. Dit betekent dat ondersteuning na jeugdzorg zich niet beperkt tot ná afronding van het jeugdzorg traject, maar dat deze ondersteuning juist parallel verloopt aan het zorgtraject. Dat betekent dat geruime tijd voor afronding van het tweedelijns traject een plan wordt opgesteld voor de periode daarna. Gedurende het hele zorgtraject is sprake van één gezin, één plan, één eigenaar. Dit betekent dat een procesmatige uitvoerder een rol zal spelen in het proces van terugkeer/normalisatie na afronding van het zorgtraject. Deze 'casemanager' levert niet per definitie zelf zorg, hij of zij bewaakt het totale ondersteuningsaanbod. Leeftijdsgrens loslaten Volgens de Wet op de jeugdzorg kan een jeugdige tot zijn 21e jaar in een JeugdzorgPlus (gesloten) instelling verblijven. Tot zijn 18e verjaardag kan een kind gesloten geplaatst worden ongeacht zijn toestemming, met een OTS, Voogdij, of toestemming van de gezaghebbende ouder, als er een geldig indicatiebesluit is en een machtiging gesloten jeugdzorg. Na het 18e jaar kan de jeugdige gesloten blijven, als hij voor het bereiken van de meerderjarigheid al gesloten zat, met de "al lopende machtiging gesloten jeugdzorg" tot zijn 21e jaar. Bureau Jeugdzorg kan een jeugdige wel begeleiden na zijn 18e jaar, maar niet langer via de gezinsvoogd. Die wordt vervangen door een casemanager. De magische leeftijdsgrens van 18 jaar voor geïndiceerde jeugdzorg wordt door veel organisaties als belemmerend ervaren. Uitgangspunt voor de proeftuin is dat jongeren die zorg nodig hebben, zorg moeten krijgen. De leeftijdsgrens van 18 jaar wordt hiervoor losgelaten. Zelfregie Uitgangspunt voor de proeftuin is dat jongeren zelf de regie hebben over hun eigen leven. Er wordt niet gesproken óver jongeren, maar mét jongeren en het gezin waarvan hij/zij deel uitmaakt. De focus in de ondersteuning ligt op oplossingen: Wat is nodig om zelfstandig te leven en hoe kan dat georganiseerd worden. De jongere denkt hier zelf actief in mee en neemt zelf beslissingen of en welke ondersteuning hij of zij krijgt. Eigen netwerk Iedereen heeft (tijdelijk) iemand nodig die hem of haar ondersteunt. Het netwerk is onderdeel van de ondersteuning zowel tijdens als na het jeugdzorgtraject. Het is prettig wanneer er "Ik zit hier uit nood. Het plan is uit nood. Waarom? Omdat mijn groep veel te laat begon met inschrijvingen. Dus ik had geen vervolgplek. Maar ik moest wel op die datum weg zijn.” "Ze moeten niet die stop erop zetten van je bent 18 jaar en dan moet je dat en dat bereikt hebben”.
  • 12. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 12 iemand in de directe omgeving van de jongere is die hem of haar kan helpen grip te krijgen en te houden op zijn leven. Transitie-proef Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Het gaat om provinciale jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering, jeugd geestelijke gezondheidszorg (jeugd-ggz), zorg aan licht verstandelijk beperkte jeugdigen (jeugd-lvb) en JeugdzorgPlus (gesloten jeugdzorg). Met de decentralisatie van de jeugdzorg verdwijnt het huidige ‘schot’ tussen preventie en lichte voorzieningen voor opvoed- en opgroeiondersteuning waar gemeenten deels verantwoordelijk voor zijn en zwaardere vormen van zorg en ondersteuning, dat onder de verantwoordelijkheid van provincies valt. In de proeftuin wordt geëxperimenteerd met de wijze waarop de eerste- en de tweedelijnszorg op elkaar aan kunnen haken en hoe de voortgang van het hele ondersteuningstraject (op de verschillende leefdomeinen) bewaakt kan worden. Daarnaast is het ook een oefening in lokale en regionale samenwerking en afstemming tussen aanbieders en gemeenten. Een argument voor de transitie jeugdzorg is dat de jongere en het gezin centraal staan en dat binnen het gemeentelijk jeugdbeleid diversiteit en aanpassing aan de lokale situatie het vertrekpunt vormen, zodat er meer maatwerk geleverd kan worden. De transitie van de jeugdzorg betekent ook dat zorgaanbieders die vaak provinciaal werken, te maken krijgen met meerdere opdrachtgevers. Dit vraagt om afstemming tussen zorgaanbieder en gemeente, maar ook om afstemming tussen gemeenten onderling. Voor ondersteuning na jeugdzorg krijgt de regio bijvoorbeeld te maken met provinciale jeugdzorgaanbieders, die diensten leveren in meerdere Gelderse regio's. De vraag dient zich aan waar de werkwijze voor ondersteuning na jeugdzorg lokaal per gemeente verschillend kan zijn en waar het handig is regionaal of provinciaal afstemming of overeenstemming te zoeken. Dergelijke vraagstukken die worden verkend in de proeftuin, komen straks ook terug in het transitieproces van de jeugdzorg. Te meer omdat ook de jeugd-ggz en de jeugd-lvb onderdeel uitmaken van de proeftuin, kan de proeftuin gezien worden als een startpunt richting de transitie van de jeugdzorg. "Lang leven mijn netwerk! Echt waar. Die hebben geholpen. Die hebben alles gedaan."
  • 13. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 13 4 Procesplan en draagvlak in 2012 In november 2012 vindt een bijeenkomst plaats met managers/teamleiders van organisaties die mogelijk een rol kunnen vervullen in het ondersteuningsaanbod na jeugdzorg. Het gaat nadrukkelijk niet alleen om zorg organisaties, juist ook om organisaties die van betekenis kunnen zijn voor wonen, werk, opleiding, vrije tijd, etcetera (allesomvattend).Tijdens deze bijeenkomst wordt voorliggend procesplan voorgelegd, besproken, verfijnd, aangepast. Na afloop van de bijeenkomst committeren organisaties zich aan deelname aan de proeftuin. Binnen de eigen organisatie geven zij één of meerdere professionals de ruimte deel te nemen aan de proeftuin.Indien mogelijk wordt de proeftuin georganiseerd binnen de bestaande overlegstructuren van de gebiedsteams en de jeugdpreventienetwerken. Een praktijkatelier maakt in dat geval deel uit van reguliere bijeenkomsten van een gebiedsteam of een jeugdpreventienetwerk. In de proeftuin wordt gewerkt met praktijkateliers, deze gaan van start in januari 2013.
  • 14. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 14 5 Praktijkateliers in 2013 In 2013 wordt eens in de maand een praktijkatelier georganiseerd, bij voorkeur als onderdeel van bestaande samenwerkingsverbanden zoals de gebiedsteams of de jeugdpreventienetwerken. In het praktijkatelier komen professionals van de verschillende organisaties bij elkaar. In de praktijkateliers wordt de ondersteuningsstructuur na jeugdzorg vanuit de praktijk ontwikkeld. De praktijkateliers zijn ingedeeld in vier fasen. Januari t/m maart: ontwikkelen concept werkwijze De ondersteuningsstructuur na jeugdzorg wordt opgebouwd vanuit de praktijk. In de eerste drie maanden van de proeftuin (3 bijeenkomsten) wordt aan de hand van casussen op papier een eerste concept werkwijze ontwikkeld voor het bieden van ondersteuning na afronding van jeugdzorg trajecten. In de werkwijze worden afspraken vastgelegd over samenwerking tussen organisaties en het ondersteuningsaanbod dat door organisaties wordt aangeboden. Het provinciaal basiskader ondersteuning na jeugdzorg dat ontwikkeld is door BMC wordt als uitgangspunt gehanteerd. De concept werkwijze wordt voorgelegd aan het regionaal ambtelijk jeugdoverleg en aan managers/teamleiders van de betrokken organisaties. De reacties op de concept werkwijze resulteren in een eerste werkwijze/afsprakenset op papier. april t/m juni: oefenen met concept werkwijze en aanpassen Na drie maanden is er een eerste werkwijze/afsprakenset op papier ontwikkeld. De volgende drie maanden gaat iedere professional die deelneemt aan de proeftuin de werkwijze met één casus in de praktijk oefenen. De casus waarmee geoefend wordt is een 'werkbare' casus. Het gaat in deze fase om het uittesten van de ontwikkelde werkwijze. De kans is groot dat de werkwijze in de praktijk anders blijkt te werken dan gedacht. De professional komt knelpunten en hobbels tegen die werkende weg opgelost dienen te worden. Dat gaat beter met een relatief eenvoudige casus en met een jongere die graag deel wil uitmaken van de proeftuin. Het toepassen van de werkwijze in meer ingewikkelde casussen, komt in een latere fase. De verbindingsfunctionaris is in deze fase bereikbaar voor consultatie en advies. In de praktijkateliers worden de casussen gevolgd en besproken aan de hand van intervisie. Aan de hand van de ervaringen in de praktijk met de nieuwe werkwijze, wordt de werkwijze bijgesteld. De bijgestelde werkwijze wordt wederom voorgelegd aan het regionaal ambtelijk jeugdoverleg en aan de managers/teamleiders van de betrokken instellingen. September t/m november: schaalvergroting In deze fase ligt er een in de praktijk werkbare werkwijze. Nu is het zaak de werkwijze op grotere schaal toe te passen in de praktijk. Uitgangspunt is dat iedere organisatie die deelneemt aan de proeftuin werkt met vijf casussen. Na drie maanden ligt er een aangescherpte werkwijze/afsprakenset die na een 'feedbackronde' door het regionaal ambtelijk jeugdoverleg en de managers/teamleiders van de betrokken organisaties, definitief wordt vastgesteld. December: Afsluiting van de praktijkateliers Tot deze fase waren alleen professionals verbonden aan de proeftuin bekend met de opgebouwde ondersteuningsstructuur na jeugdzorg. Nadat uitgebreid is geoefend met de nieuwe werkwijze en de werkwijze is vastgesteld, is het zaak dat ook andere professionals en (indien nodig) andere organisaties bekend worden met de werkwijze. In een afsluitende
  • 15. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 15 bijeenkomst in december wordt de werkwijze gepresenteerd en wordt geïnventariseerd wat nodig is voor een goede implementatie van de werkwijze.
  • 16. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 16 6 Implementatie en borging van de afspraken in 2014 De ervaring in Rotterdam met het opzetten van een ondersteuningsstructuur na intensieve gezinscoaching leert dat de implementatie van een nieuwe werkwijze veel aandacht vergt. Het blijkt toch lastig om onderling contact te leggen, de juiste uitwisseling te doen en volgens afspraak te rapporteren over de voortgang, aanmelding en afronding. De professionals die betrokken waren bij de ontwikkeling van de werkwijze, weten het vaak wel. Maar hoe weten anderen ook wat de werkwijze is, hoe weten zij bij wie je moet zijn bij welke organisatie, hoe weten zij wat er allemaal te bieden is aan jongeren die uitstromen uit een jeugdzorg traject? In de kast staat een map met het werkproces, het blijkt om een verouderde versie te gaan. In de adressenlijst staat het telefoonnummer van Juliet, wanneer je haar probeert te bellen, blijkt ze van baan te zijn veranderd. Een jeugdzorg traject eindigt, je zoekt op wat de volgende stap is en dan blijkt dat je daar 3 maanden geleden al over na had moeten denken....De verbindingsfunctionaris is in de implementatiefase beschikbaar als coach in de nieuwe werkwijze, om organisaties te ondersteunen in het zich eigen maken van de nieuwe afspraken. Bij alle betrokken organisaties worden presentaties gehouden over de nieuwe werkwijze. Naar verwachting zal binnen de jeugdpreventienetwerken en/of de gebiedsteams afstemming plaatsvinden over het ondersteuningsaanbod aan een jeugdige. Na een jaar van implementatie is de werkwijze dusdanig ingesleten, dat de opgebouwde structuur voor ondersteuning na jeugdzorg een stevig fundament heeft in Rivierenland. “Ik word volgende week 19 en ik ben er ook wel aan toe dat ik mijn eigen vleugels uit sla. Ik ben ervan overtuigd dat ik het kan. Met hulp die ik heb van mijn vriendenkring en van mijn ouders. Daar ben ik van overtuigd. Er vallen veel mensen terug. Met mij komt het wel goed.”
  • 17. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 17 7 Financiering Ondersteuning na jeugdzorg behoort tot de reguliere taken van aanbieders. Voor de uitvoering van deze ondersteuning is geen extra budget beschikbaar. Voor training van professionals is een budget beschikbaar van €7.600. Gemeenten co-financieren het project in uren. Het aantal uren is verdeeld naar rato van omvang van de gemeente. Er zijn 4 categorieën gemaakt. 1: >40.000 inwoners 2: tussen 25.000- 40.000 inwoners 3: tussen 15.000-25.000 inwoners 4: <15.000 inwoners
  • 18. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 18 Bijlage 1: Primair proces na provinciale jeugdzorg uit provinciaal Basiskader In het provinciaal basiskader 'Begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg in Gelderland', is een schema opgenomen van het ontwikkelde werkproces ondersteuning na jeugdzorg. Dit basiskader dient als uitgangspunt voor de proeftuin ondersteuning na jeugdzorg in Rivierenland. Afwijkingen van het werkproces is in overleg met de provincie mogelijk. Het volledige document is te vinden via www.gelderland.nl, tabblad jeugd, plannen en programma’s, nazorg.
  • 19. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 19 Bijlage 2: Planning in tabel Voor de praktijkateliers wordt waar mogelijk aangesloten bij bestaande netwerkstructuren (jeugdpreventienetwerken, gebiedsteams). Jaartal Activiteiten Inzetbetrokken partijen 2012  Maart t/m september: Gesprekken met organisaties  Een uur per gesprek  September: Concept procesplan  Betrokken partijen krijgen gelegenheid feedback te geven op concept procesplan  November: Startbijeenkomst  Aanwezigheid bij startbijeenkomst, committeren aan proeftuin, vrijstellen van professionals om deel te nemen aan proeftuin. 2013  Januari t/m maart: ontwikkelen concept werkwijze  Deelname professionals aan proeftuin 3 x 2 uur.  April t/m juni: oefenen met concept werkwijze en aanpassen  Deelname professionals aan proeftuin 3 x 2 uur.  Per deelnemende professional experimenteren met 1 casus in de praktijk  September t/m november: schaalvergroting  Deelname professionals aan proeftuin 3 x 2 uur.  Per deelnemende organisatie experimenteren met 5 casussen in de praktijk  December: Afsluiting van praktijkateliers  Deelname aan afsluitende bijeenkomst praktijkateliers. 2014  Implementatie en borging van de afspraken  Toepassen van de vastgestelde werkwijze.
  • 20. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 20 Bijlage 3: Inzet verbindingsfunctionaris Voor het realiseren van een ondersteuningsstructuur na jeugdzorg heeft regio Rivierenland een verbindingsfunctionaris aangetrokken. De functie van verbindingsfunctionaris ondersteuning na jeugdzorg wordt ingevuld door Mara Frank. Zij is bereikbaar via email: Frank@regiorivierenland.nl of telefoon: 06-15026477. Gekozen is voor een intensieve inzet in de eerste fase van procesplan en draagvlak ontwikkeling. In de uitvoeringsfase en borgingsfase is de beschikbare inzet gelijkmatig verdeeld. De ervaring leert dat voldoende tijd beschikbaar dient te zijn voor implementatie en borging. Jaar Fase Inzet 2012 Procesplan & draagvlak 12 uur per week 2013 Praktijkateliers (uitvoering) 6 uur per week 2014 Implementatie en borging 6 uur per week
  • 21. Procesplan ‘Proeftuin ondersteuning na jeugdzorg’. September 2012. 21 Bijlage 4: Subsidievoorwaarden provincie Gelderland De provincie heeft een aantal voorwaarden gesteld aan de subsidieverstrekking voor ondersteuning na jeugdzorg, waaronder twee inhoudelijke voorwaarden:  Uitgangspunt voor vormgeving van ondersteuning na jeugdzorg is het basiskader begeleiding en ondersteuning na jeugdzorg.  Daarnaast is het van belang dat er een integrale aanpak van jeugdigen op de verschillendeleefgebieden is. Deze leefgebieden zijn: wonen, onderwijs, werk, vrije tijd en sociaal netwerk.