2. Het kan, en het gaat volgens deskundigen niet lang meer duren voor
consumenten massaal dergelijke technieken hebben omarmd.
Grote doorbraak
De zorg is daarmee na de reiswereld, de uitgeefwereld en de muziekbranche de
volgende sector die door een digitale revolutie op zijn kop zal worden gezet,
verwacht Lucien Engelen, directeur van het innovatiecentrum van het
Nijmeegse Radboud UMC. Het hing al lang in de lucht, maar 2015 wordt
volgens hem het jaar van de grote doorbraak van medische
consumententechnologie. ‘De ontwikkelingen gaan nu echt extreem snel.
Innovatie in deze branche voltrekt zich nu in weken, niet eens in maanden.’
Dat giganten als Google en Apple, wiens producten bijna iedereen weleens
gebruikt, naar verwachting komend jaar hun eigen technologieën voor
gezondheidsmetingen lanceren, brengt de ontwikkeling al helemaal in een
stroomversnelling. Het veelbesproken horloge waar Apple waarschijnlijk mee
gaat komen zal bijvoorbeeld, zo verwachten ‘Apple-watchers’, helemaal worden
volgestopt met snufjes die de drager ervan helpen zijn lichamelijke wel en wee
te meten.
'Deprofessionalisering'
Het zal snel de gewoonste zaak van de wereld zijn om zelf voortdurend je
gezondheid te monitoren. En dat zal de verhouding tussen artsen en patiënten
ingrijpend veranderen, stelt Engelen. ‘Consumenten hebben al heel lang de
wens mede de regie te voeren over hun behandeling en niet helemaal
overgeleverd te zijn aan de arts’, zegt hij. ‘Dat lukte vroeger niet erg, omdat het
technisch en financieel niet haalbaar was. Maar die factoren zijn steeds minder
een belemmering. Je krijgt een heel andere, veel gelijkwaardiger verhouding.’
Artsen zien de trend van de meepratende patiënt met lede ogen aan, merkt Bert
Mulder, lector innovatie, techniek en samenleving aan de Haagse Hogeschool.
‘De zorgsector denkt nu nog dat het monopolie op kennis en techniek te
3. hebben. Maar het gevolg van de massale adoptie van dit soort technieken door
consumenten is 'deprofessionalisering'. Allerlei zaken waar nu nog een arts of
verpleegkundige voor nodig is, die kan de patiënt straks zelf.’
De realiteit
Mulder noemt als voorbeeld het vaststellen van een urineweginfectie. ‘Nu doet
een verpleegkundige dat nog aan de hand van een protocol met vragen en een
test. Nou, die test kun je voor een paar euro bestellen en thuis doen. Je telefoon
kan het testresultaat lezen en interpreteren. En de computer helpt je wel door
het protocol heen.’
De Haagse lector voorspelde onlangs bij een instelling voor revalidatiezorg dat
over tien jaar de meeste patiënten prima met behulp van apparatuur thuis
kunnen revalideren. Dan zijn ook veel minder artsen nodig. ‘Dat vonden ze daar
echt onvoorstelbaar en onwenselijk. Maar het is wel de realiteit.’
Grote veranderingen
Net als Mulder vindt Engelen dat de medische sector zich terdege bewust moet
zijn van de grote veranderingen die aanstaande zijn. Artsen moeten zich op de
hoogte stellen van de technologie die beschikbaar komt, want chaos in de
spreekkamer dreigt. ‘Straks melden zich patiënten die zeggen dat hun telefoon
aangeeft dat hun bloeddruk te hoog is. Maar hoe werken die meters? En heeft
de patiënt die dan wel goed gebruikt? Dat moet de arts wel weten’, zegt
Engelen.
Daar komt nog bij dat de hoeveelheid apps en toepassingen onoverzichtelijk is.
Patiënten kunnen straks tien verschillende apparaten aan hun telefoon hangen
om verschillende zaken te meten, die niet met elkaar communiceren.
Medische apps
De zorgsector zou moeten reflecteren wat goede apps zijn en wat niet, adviseert
Mulder. Artsen kunnen dan zelf een selectie maken en patiënten die gebruik
van dergelijke technologie willen maken kunnen adviseren. ‘De arts moet weten
4. hoe een app werkt als de patiënt ermee komt. Dan is het wel handig als er niet
honderd verschillende apps zijn die worden gebruikt’, aldus Mulder.
In de Verenigde Staten is de markt voor medische apps al meer gestructureerd,
ziet Mulder. Daar is voor apps die medische gegevens registreren, of zelfs
claimen diagnoses te kunnen stellen, al een certificaat van de toezichthouder in
de zorg benodigd. Engelen stelt juist dat de sector zich niet te veel moet
blindstaren en laten afleiden door kwesties als certificering. ‘Een bedrijf als
Google trekt zich weinig van dat soort discussies aan. Dat blijft gewoon
producten lanceren.’