3. INLEIDING
“Het platteland, een dorp, een akker. Boeren en
Beesten. Een ploeger, zijn vrouw, een molenaar.
Achterdocht en venijn. Het perfecte stereotiepe van
het middeleeuwse landleven. Een wereld, beperkt tot
wat de boer kent, onder een gesloten horizon die niet
verder reikt dan zijn neus lang is. Een bestaan in louter
nacht.”
4. SCHRIJVER EN VERHAAL
- Messen in hennen
> geschreven door David Harrower
> 1995
- Driehoeksrelatie op het platteland
> vrouw onderdanig aan man. Ze ontdekt wereld
van de taal bij molenaar.
11. EIGENSCHAPPEN PERSONAGES
DE PLOEGER
- hardwerkende man
- obsessie: paarden
- man, maar vooral baas van vrouw
DE MOLENAAR
- obsessie: taal
- haat het platteland
DE VROUW
- evolutie: naïef zelfstandig
13. VERBALE TAAL
A) HOREN EN LUISTEREN
- Metaforen (benadrukt evolutie van de vrouw)
- Vrouw
- levendige regie
B) INTERACTIE MET HET PUBLIEK
- vrouw vraagt om applaus
18. OPMAAK
A) KOSTUMERING
- An de Mol (kostuumatelier NTGent)
- mannen: specifiek voor hun werk
- vrouw: kleedje leek op short + botjes
- soms ondergoed
B) GRIME
- geen grime
C) HAARTOOI
- contrast tussen boer en molenaar
19. GELUIDSDECOR
A) MUZIEK
- accordeon
- let’s burn down the cornfield – Etta James
B) ANDER GELUID
- geschreeuw
- molen
- paard