SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 20
Specificity and Vantage Perspective 
of Autobiographical Memories in 
Borderline Pathology 
Kris Van den Broeck 
17 september 2014 
Supervisor: Prof. dr. Filip Raes 
Co-supervisors: Prof. dr. Laurence Claes 
and Prof. dr. Guido Pieters
Amy 
• Eetprobleem, drugs en 
alcohol, zelf-verwondend 
gedrag 
• Opleiding afgebroken, 
wisselende jobs 
• Conflicten thuis, 
dakloos 
• Abortussen 
• Schommelend tussen 
extreme emoties
Borderline Persoonlijkheidsstoornis 
• Prevalentie: 
– 0.4 – 5.9% in de algemene populatie 
– 15 – 25% in de residentiële psychiatrie 
• Drie symptomenclusters: 
– Verstoorde emotieregulatie 
– Interpersoonlijke moeilijkheden 
– Gedragsproblemen
Autobiografisch Geheugen 
Beheer persoonlijke herinneringen 
????? 
“Arm” 
“Bemiddeld”
Bij MDS en PTSS 
• Verminderde specificiteit 
• Relatief groter aandeel 3de-persoonsherinneringen
Autobiografische Geheugentaak 
“Vermoeiend” 
Specifieke herinnering Categorische herinnering
Autobiografische Geheugentaak 
1ste persoon 3de persoon
Bij MDS en PTSS 
• Verminderde specificiteit 
• Relatief groter aandeel 3de-persoonsherinneringen 
Rol in 
emotie-regulatie?
Bij MDS en PTSS 
• Verminderde specificiteit 
• Relatief groter aandeel 3de-persoonsherinneringen 
????? 
“Be“mAirdmd”eld” 
Rol in 
emotie-regulatie?
En wat met BPS-patiënten? 
• Co-morbiditeit (afgelopen jaar): 
– 19.3% heeft een majeure depressieve stoornis (MDS) 
– 31.6% heeft een post-traumatische stress-stoornis (PTSS) 
• Bevindingen inzake specificiteit zijn 
inconsistent 
• Perspectiefname is nog nooit onderzocht
Hypothesen 
1. Specificiteit is verlaagd 
a. Bij BPS+MDS in vergelijking met BPSMDS 
b. Bij BPS+PTSS in vergelijking met BPSPTSS 
2. Meer 3de-persoonsperspectief 
a. Bij BPS+MDS in vergelijking met BPSMDS 
b. Bij BPS+PTSS in vergelijking met BPSPTSS
Resultaten - Specificiteit 
16 
14 
12 
10 
8 
6 
4 
2 
0 
1a. BPS met/zonder MDS 
Specifieke 
herinneringen 
Categorische 
herinneringen 
BPS + MDS (n = 18) BPS  MDS (n = 36) 
16 
14 
12 
10 
8 
6 
4 
2 
0 
1b. BPS met/zonder PTSS 
Specifieke 
herinneringen 
Categorische 
herinneringen 
BPS + PTSS (n = 19) BPS  PTSS (n = 35) 
ns 
ns 
ns 
ns
Resultaten - Perspectief 
100 
90 
80 
70 
60 
50 
40 
30 
20 
10 
0 
2a. BPS met/zonder MDS 
% 3de-persoonsperspectief 
BPS + MDS (n = 11) BPS  MDS (n = 23) 
100 
90 
80 
70 
60 
50 
40 
30 
20 
10 
0 
2b. BPS met/zonder PTSS 
% 3de-persoonsperspectief 
BPS + PTSS (n = 10) BPS  PTSS (n = 24) 
ns 
p < .05
Conclusies 
• De aanwezigheid van BPS leidt tot afwijkende 
observaties. 
Verminderde 
specificiteit 
3de-persoons-perspectief 
BPS + MDS - - 
BPS + PTSS - +
Conclusies 
• De aanwezigheid van BPS leidt tot afwijkende 
observaties. 
Verminderde 
specificiteit 
3de-persoons-perspectief 
BPS + MDS - - Andere soort 
depressie? 
BPS + PTSS - +
Conclusies 
• De aanwezigheid van BPS leidt tot afwijkende 
observaties. 
Verminderde 
specificiteit 
3de-persoons-perspectief 
BPS + MDS - - Andere soort 
depressie? 
BPS + PTSS - + 
Emotieregulatie 
vooral via 
perspectief?
Conclusies 
• De aanwezigheid van BPS leidt tot afwijkende 
observaties. 
Verminderde 
specificiteit 
3de-persoons-perspectief 
BPS + MDS - - Andere soort 
depressie? 
BPS + PTSS - + 
Emotieregulatie 
vooral via 
perspectief? 
Emotie-regulerende 
functie voor BPS-patiënten 
beperkt
Conclusies 
• De aanwezigheid van BPS leidt tot afwijkende 
observaties. 
Verminderde 
specificiteit 
3de-persoons-perspectief 
BPS + MDS - - Andere soort 
depressie? 
BPS + PTSS - + 
Emotieregulatie 
vooral via 
perspectief? 
Emotie-regulerende 
functie voor BPS-patiënten 
beperkt 
Mogelijk ook 
andere functies 
binnen BPS
Specificity and Vantage Perspective 
of Autobiographical Memories in 
Borderline Pathology 
Kris Van den Broeck 
17 september 2014
Vanaf 1/10/2014: 
kris.vandenbroeck@gza.be

Weitere ähnliche Inhalte

Empfohlen

How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
ThinkNow
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Kurio // The Social Media Age(ncy)
 

Empfohlen (20)

2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot2024 State of Marketing Report – by Hubspot
2024 State of Marketing Report – by Hubspot
 
Everything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPTEverything You Need To Know About ChatGPT
Everything You Need To Know About ChatGPT
 
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage EngineeringsProduct Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
Product Design Trends in 2024 | Teenage Engineerings
 
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental HealthHow Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
How Race, Age and Gender Shape Attitudes Towards Mental Health
 
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdfAI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
AI Trends in Creative Operations 2024 by Artwork Flow.pdf
 
Skeleton Culture Code
Skeleton Culture CodeSkeleton Culture Code
Skeleton Culture Code
 
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
PEPSICO Presentation to CAGNY Conference Feb 2024
 
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
Content Methodology: A Best Practices Report (Webinar)
 
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
How to Prepare For a Successful Job Search for 2024
 
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie InsightsSocial Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
Social Media Marketing Trends 2024 // The Global Indie Insights
 
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
Trends In Paid Search: Navigating The Digital Landscape In 2024
 
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
5 Public speaking tips from TED - Visualized summary
 
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
ChatGPT and the Future of Work - Clark Boyd
 
Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next Getting into the tech field. what next
Getting into the tech field. what next
 
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search IntentGoogle's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
Google's Just Not That Into You: Understanding Core Updates & Search Intent
 
How to have difficult conversations
How to have difficult conversations How to have difficult conversations
How to have difficult conversations
 
Introduction to Data Science
Introduction to Data ScienceIntroduction to Data Science
Introduction to Data Science
 
Time Management & Productivity - Best Practices
Time Management & Productivity -  Best PracticesTime Management & Productivity -  Best Practices
Time Management & Productivity - Best Practices
 
The six step guide to practical project management
The six step guide to practical project managementThe six step guide to practical project management
The six step guide to practical project management
 
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
Beginners Guide to TikTok for Search - Rachel Pearson - We are Tilt __ Bright...
 

20140917 PhD presentatie

  • 1. Specificity and Vantage Perspective of Autobiographical Memories in Borderline Pathology Kris Van den Broeck 17 september 2014 Supervisor: Prof. dr. Filip Raes Co-supervisors: Prof. dr. Laurence Claes and Prof. dr. Guido Pieters
  • 2. Amy • Eetprobleem, drugs en alcohol, zelf-verwondend gedrag • Opleiding afgebroken, wisselende jobs • Conflicten thuis, dakloos • Abortussen • Schommelend tussen extreme emoties
  • 3. Borderline Persoonlijkheidsstoornis • Prevalentie: – 0.4 – 5.9% in de algemene populatie – 15 – 25% in de residentiële psychiatrie • Drie symptomenclusters: – Verstoorde emotieregulatie – Interpersoonlijke moeilijkheden – Gedragsproblemen
  • 4. Autobiografisch Geheugen Beheer persoonlijke herinneringen ????? “Arm” “Bemiddeld”
  • 5. Bij MDS en PTSS • Verminderde specificiteit • Relatief groter aandeel 3de-persoonsherinneringen
  • 6. Autobiografische Geheugentaak “Vermoeiend” Specifieke herinnering Categorische herinnering
  • 8. Bij MDS en PTSS • Verminderde specificiteit • Relatief groter aandeel 3de-persoonsherinneringen Rol in emotie-regulatie?
  • 9. Bij MDS en PTSS • Verminderde specificiteit • Relatief groter aandeel 3de-persoonsherinneringen ????? “Be“mAirdmd”eld” Rol in emotie-regulatie?
  • 10. En wat met BPS-patiënten? • Co-morbiditeit (afgelopen jaar): – 19.3% heeft een majeure depressieve stoornis (MDS) – 31.6% heeft een post-traumatische stress-stoornis (PTSS) • Bevindingen inzake specificiteit zijn inconsistent • Perspectiefname is nog nooit onderzocht
  • 11. Hypothesen 1. Specificiteit is verlaagd a. Bij BPS+MDS in vergelijking met BPSMDS b. Bij BPS+PTSS in vergelijking met BPSPTSS 2. Meer 3de-persoonsperspectief a. Bij BPS+MDS in vergelijking met BPSMDS b. Bij BPS+PTSS in vergelijking met BPSPTSS
  • 12. Resultaten - Specificiteit 16 14 12 10 8 6 4 2 0 1a. BPS met/zonder MDS Specifieke herinneringen Categorische herinneringen BPS + MDS (n = 18) BPS MDS (n = 36) 16 14 12 10 8 6 4 2 0 1b. BPS met/zonder PTSS Specifieke herinneringen Categorische herinneringen BPS + PTSS (n = 19) BPS PTSS (n = 35) ns ns ns ns
  • 13. Resultaten - Perspectief 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2a. BPS met/zonder MDS % 3de-persoonsperspectief BPS + MDS (n = 11) BPS MDS (n = 23) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2b. BPS met/zonder PTSS % 3de-persoonsperspectief BPS + PTSS (n = 10) BPS PTSS (n = 24) ns p < .05
  • 14. Conclusies • De aanwezigheid van BPS leidt tot afwijkende observaties. Verminderde specificiteit 3de-persoons-perspectief BPS + MDS - - BPS + PTSS - +
  • 15. Conclusies • De aanwezigheid van BPS leidt tot afwijkende observaties. Verminderde specificiteit 3de-persoons-perspectief BPS + MDS - - Andere soort depressie? BPS + PTSS - +
  • 16. Conclusies • De aanwezigheid van BPS leidt tot afwijkende observaties. Verminderde specificiteit 3de-persoons-perspectief BPS + MDS - - Andere soort depressie? BPS + PTSS - + Emotieregulatie vooral via perspectief?
  • 17. Conclusies • De aanwezigheid van BPS leidt tot afwijkende observaties. Verminderde specificiteit 3de-persoons-perspectief BPS + MDS - - Andere soort depressie? BPS + PTSS - + Emotieregulatie vooral via perspectief? Emotie-regulerende functie voor BPS-patiënten beperkt
  • 18. Conclusies • De aanwezigheid van BPS leidt tot afwijkende observaties. Verminderde specificiteit 3de-persoons-perspectief BPS + MDS - - Andere soort depressie? BPS + PTSS - + Emotieregulatie vooral via perspectief? Emotie-regulerende functie voor BPS-patiënten beperkt Mogelijk ook andere functies binnen BPS
  • 19. Specificity and Vantage Perspective of Autobiographical Memories in Borderline Pathology Kris Van den Broeck 17 september 2014

Hinweis der Redaktion

  1. Welkom op de verdediging van mijn proefschrift met als titel ‘Specificity and Vantage Perspective of Autobiographical Memories in Borderline Pathology’. In deze presentatie schets ik eerst kort de belangrijkste concepten van mijn onderzoeksveld. Vervolgens licht ik enkele resultaten toe.
  2. Maak kennis met Amy. Amy is 20 jaar wanneer ik haar ontmoet in het ziekenhuis. In het verleden had ze periodes van restrictief eten en eetbuien, maar dat is nu onder controle. Ze kende ook een periode waarin ze veel drugs nam, en overdag dronk. Ook dat is nu beter. De littekens op haar armen verraden echter dat ze zich recent nog heeft gesneden. Op haar zeventiende stopte Amy van de ene dag op de andere met school. Sindsdien werkte ze in verschillende horeca-gelegenheden, maar geen enkele job houdt ze lang vol. Het onderbreken van haar opleiding en haar middelengebruik hebben thuis tot ernstige ruzies geleid. Op een dag zette moeder haar aan de deur. Ze is toen een tijdje dakloos geweest, tot ze bij een vriend mocht intrekken. Het was niet de bedoeling, maar ze raakte zwanger. Recent onderging ze een tweede abortus, van alweer een andere vriend. Vaak weet Amy niet goed waar ze het heeft. Ze kan plots erg boos worden, of zich intens verdrietig voelen. Om weer rustig te worden, kiest ze soms impulsief voor zelfverwonding, en een keer zelfs had ze er bijna een einde aan gemaakt. Ze komt in therapie omdat ze – terecht – denkt dat deze schommelingen haar relaties en dagdagelijkse bezigheden ernstig bemoeilijken. Echter, ook de therapie loopt niet van een leien dakje. Na een paar weken komt ze niet meer terug uit weekend. Twee weken later meldt ze zich weer aan, maar weer vier weken later is ze plots spoorloos verdwenen. Via mail laat ze weten dat ze met nieuwe moed aan een nieuwe job begonnen is en een nieuwe vriend heeft…
  3. Amy heeft een borderline persoonlijkheidsstoornis. Dit is een ernstige, veel voorkomende, complexe persoonlijkheidsstoornis die veel lijden veroorzaakt bij de patiënt in kwestie én bij zijn/haar omgeving. BPD-patiënten hebben dikwijls een kort lontje, en ze voelen ook intenser dan de meeste andere mensen. Op relationeel vlak vertaalt zich dat in relaties die nu eens passioneel zijn, en dan weer op springen staan. Om hun gevoelswereld te kalmeren, kiezen ze, soms zeer impulsief, hun toevlucht tot zelfverwondend gedrag of suicidepogingen.
  4. Ons onderzoek spitste zich toe op het autobiografisch geheugen van deze patiënten, d.i. dat deel van het geheugen dat instaat voor het beheer van herinneringen aan persoonlijk meegemaakte gebeurtenissen. Deze – simplistische – schematische weergave toont hoe persoonlijke herinneringen bij kunnen dragen aan de ontwikkeling van ons zelfconcept. Als iemand bijvoorbeeld veel van deze herinneringen heeft, kan je je voorstellen dat hij zichzelf gaat beschouwen als arm. Misschien stelt hij zich tot doel rijk te worden, en onderneemt hij stappen in die richting. Nieuwe ervaringen worden geëncodeerd tot nieuwe autobiografische herinneringen. Hierdoor zullen onze opvattingen over onszelf aangepast worden. Verder neemt men aan dat autobiografische herinneringen ook gebruikt worden wanneer we met problemen worden geconfronteerd. Stel dat deze persoon door een gokverslaving weer aan lager wal geraakt. Hij kan dan zoeken in zijn databank van herinneringen wat hij in soortgelijke situaties wel en niet heeft gedaan, en hoe succesvol elke actie was. In functie daarvan kan hij dan beslissen hoe hij de nieuwe problemen zal benaderen.
  5. Onderzoek van de afgelopen 30 jaar toont aan de patiënten met een majeure depressieve stoornis - kortweg MDS of simpelweg depressie - en mensen met een post-traumatische stressstoornis of PTSS - zeg maar een gecompliceerde verwerking van traumatische ervaringen - in vergelijking met gezonde mensen, minder goed specifieke herinneringen kunnen ophalen, en ook vaker een observatorperspectief hanteren wanneer ze herinneringen ophalen. Om dit toe te lichten, leg ik graag even uit hoe we dit meten.
  6. We doen dit met de autobiografische geheugentaak. In deze taak krijgen proefpersonen woorden aangeboden, bijvoorbeeld ‘vermoeiend’. Ze worden vervolgens uitgenodigd om bij elk woord een herinnering op te halen. Die mag verwijzen naar iets wat lang geleden is, of iets recents, naar iets belangrijks of iets triviaals. We vragen echter wel dat ze een specifieke herinnering ophalen, d.i. een herinnering aan een welbepaalde gebeurtenis die één keer als dusdanig is gebeurd en korter geduurd heeft dan één dag. Bij ‘vermoeiend’ zou Jasper zo kunnen verwijzen naar de voorbereidingen van zijn 4de verjaardagsfeest. Depressieve en getraumatiseerde patiënten falen vaker in de opdracht dan gezonde controleproefpersonen. Zij halen vaker categorieën van gebeurtenissen op, bijvoorbeeld, bij ‘vermoeiend’, ‘elke keer als ik werk’.
  7. Als alle herinneringen opgehaald zijn, vragen we hen om te oordelen welk perspectief men hanteerde bij het ophalen van herinneringen. Er zijn twee mogelijkheden. Soms herinneren we onze ervaringen vanuit het derde-persoonspectief, maar vaak gebruiken we spontaan het eerste-persoonspectief. Als men het eerste-persoonsperspectief gebruikt, ‘ziet’ men ahw alles wat men toen ook zag, vanuit de positie die men had in de ruimte tijdens het encoderen. Wanneer men het derde-persoonsperspectief gebruikt, ‘aanschouwt’ men de gebeurtenis vanuit een andere positie in de ruimte, en dan ziet men ook zichzelf. Met betrekking tot het perspectief geldt dat 1ste-persoonsherinneringen vaak in sterkere mate emoties ontlokken, terwijl men veelal minder voelt wanneer men het 3de-persoonsperspectief hanteert. Trauma-patiënten gebruiken vaker dit laatste perspectief wanneer ze verhalen over hun trauma, maar ook depressieve patiënten hanteren vaker een 3de-persoonsperspectief.
  8. Mogelijk is het soms zinvol om minder gedetailleerd herinneringen op te halen, en om het 3de-persoonsperspectief te gebruiken. Immers, zo wordt je niet steeds overspoeld door emoties als je aan een pijnlijke gebeurtenis terugdenkt. Maar onderzoek suggereert dat depressieve en trauma-patiënten dit ook bij niet-pijnlijke herinneringen doen, wat hen relatief kwetsbaar maakt. Zo iemand is minder goed in staat om problemen op te lossen, op te volgen in welke mate doelen bereikt zijn, en zijn/haar zelfconcept te actualiseren. Kortom, zo iemand is minder goed aangepast, en loopt daardoor meer risico om psychische klachten te ontwikkelen. Ook dat wordt ondersteund door onderzoek.
  9. Mogelijk is het soms zinvol om minder gedetailleerd te zijn bij het ophalen van sommige herinneringen. Immers, zo wordt je niet steeds overspoeld door emoties als je aan een pijnlijke gebeurtenis terugdenkt. Maar onderzoek suggereert dat depressieve en trauma-patiënten dit ook bij niet-pijnlijke herinneringen doen, wat hen relatief kwetsbaar maakt. Zo iemand is minder goed in staat om problemen op te lossen, op te volgen in welke mate doelen bereikt zijn, en zijn/haar zelfconcept te actualiseren. Kortom, zo iemand is minder goed aangepast, en loopt daardoor meer risico om psychische klachten te ontwikkelen. Ook dat wordt ondersteund door onderzoek. Met betrekking tot het perspectief geldt iets soortgelijk. 1ste-persoonsherinneringen ontlokken vaak in sterkere mate emoties, terwijl men vaak neutraler kan blijven wanneer men het 3de-persoonsperspectief hanteert. Trauma-patiënten gebruiken vaker dit laatste perspectief wanneer ze verhalen over hun trauma, maar ook depressieve patiënten hanteren vaker een 3de-persoonsperspectief.
  10. Hoe zit het nu met die borderline-patiënten? Wel, gegeven dat mensen met BPS vaak depressieve episodes doormaken, en dat veel van hen PTSS vertonen, zou je kunnen verwachten dat ook deze patiënten, tenminste wanneer ze depressief zijn of PTSS hebben, minder specifiek zijn en vaker het derde-persoonsperspectief hanteren bij het ophalen van herinneringen. Ze hebben bovendien duidelijk een verstoord probleemoplossend vermogen, en hun zelfconcept is instabiel. De studies rond specificiteit zijn beperkt in deze doelgroep, en hun bevindingen zijn niet eenduidig. Perspectiefname tijdens het ophalen van herinneringen is nog nooit onderzocht bij BPS-patiënten.
  11. Net zoals aangetoond bij depressieve en trauma-patiënten zonder BPS, verwachtten we minder specifieke en meer categorische herinneringen zullen worden opgehaald indien BPS-patiënten actueel depressief zijn, of PTSS hebben. Bovendien verwachten we dat die patiënten ook vaker een 3de-persoonsperspectief zullen gebruiken wanneer ze herinneringen ophalen.
  12. We onderzochten deze hypothesen in een groep van 54 BPS-patiënten. 18 van hen was depressief ten tijde van het onderzoek. Van iedereen werd de Autobiografische Geheugentaak afgenomen. Gemiddeld halen depressieve BPS-patiënten ongeveer 14 specifieke herinneringen op, maar dit is niet significant verschillend van wat niet-depressieve BPS-patiënten ophalen. Ook het aantal categorische herinneringen verschilt niet in beide groepen. 19 BPS-patiënten hadden PTSS ten tijde van testing. Deze patiënten verschillen niet inzake specificiteit in vergelijking met BPS-patiënten zonder PTSS.
  13. Data inzake het perspectief waarmee herinneringen worden opgehaald, zijn beschikbaar voor 34 BPS-patiënten, onder wie 11 ook een depressie hadden ten tijde van testing. We vonden geen verschil tussen deze patiënten en de BPS-patiënten zonder depressie; beide groepen gebruikten ongeveer de helft van de tijd een 3de-persoonsperspectief. 10 BPS-patiënten leden aan PTSS. Zoals verwacht, gebruikten deze patiënten significant vaker het 3de-persoonsperspectief bij het ophalen van herinneringen in vergelijking met BPS-patiënten zonder PTSS.
  14. Ondanks de kleine steekproef – dat is belangrijk, gezien de grote waaier van verschijningsvormen die BPS kan hebben – suggereren onze bevindingen dat de aanwezigheid van BPS resulteert in afwijkende observaties. Een co-morbide depressie lijkt niet samen te hangen met een verminderde geheugenspecificiteit, noch met een toename in het aantal 3de-persoonsherinneringen. Dit doet ons vermoeden dat een depressie bij BPS-patiënten misschien verschilt van een depressie bij niet-BPS-patiënten. Een co-morbide PTSS lijkt niet samen te hangen met een verminderde geheugenspecificiteit, maar wel – zoals verwacht op grond van bevindingen bij trauma-ptn zonder BPS – met meer herinneringen vanuit een 3de-persoonsperspectief. Dit doet ons vermoeden dat emotieregulatie in geval van PTSS bij BPS-ptn eerder verloopt via perspectiefname dan via het manipuleren van de specificiteit. Meer in het algemeen concludeerden we – op basis van deze en andere onderzoeksbevindingen – dat BPS-patiënten niet of slechts zeer beperkt gebruik maken van specificiteit om hun emoties te reguleren. We vermoeden verder dat perspectief binnen de BPS-pathologie ook nog andere functies kan dienen. In essentie denken we dat BPS-patiënten eerst tot een beter geïntegreerd zelf-concept moeten komen, alvorens ze deze strategieën op een flexibele manier kunnen aanwenden. Dank u voor uw aandacht.
  15. Ondanks de kleine steekproef – dat is belangrijk, gezien de grote waaier van verschijningsvormen die BPS kan hebben – suggereren onze bevindingen dat de aanwezigheid van BPS resulteert in afwijkende observaties. Een co-morbide depressie lijkt niet samen te hangen met een verminderde geheugenspecificiteit, noch met een toename in het aantal 3de-persoonsherinneringen. Dit doet ons vermoeden dat een depressie bij BPS-patiënten misschien verschilt van een depressie bij niet-BPS-patiënten. Een co-morbide PTSS lijkt niet samen te hangen met een verminderde geheugenspecificiteit, maar wel – zoals verwacht op grond van bevindingen bij trauma-ptn zonder BPS – met meer herinneringen vanuit een 3de-persoonsperspectief. Dit doet ons vermoeden dat emotieregulatie in geval van PTSS bij BPS-ptn eerder verloopt via perspectiefname dan via het manipuleren van de specificiteit. Meer in het algemeen concludeerden we – op basis van deze en andere onderzoeksbevindingen – dat BPS-patiënten niet of slechts zeer beperkt gebruik maken van specificiteit om hun emoties te reguleren. We vermoeden verder dat perspectief binnen de BPS-pathologie ook nog andere functies kan dienen. In essentie denken we dat BPS-patiënten eerst tot een beter geïntegreerd zelf-concept moeten komen, alvorens ze deze strategieën op een flexibele manier kunnen aanwenden. Dank u voor uw aandacht.
  16. Ondanks de kleine steekproef – dat is belangrijk, gezien de grote waaier van verschijningsvormen die BPS kan hebben – suggereren onze bevindingen dat de aanwezigheid van BPS resulteert in afwijkende observaties. Een co-morbide depressie lijkt niet samen te hangen met een verminderde geheugenspecificiteit, noch met een toename in het aantal 3de-persoonsherinneringen. Dit doet ons vermoeden dat een depressie bij BPS-patiënten misschien verschilt van een depressie bij niet-BPS-patiënten. Een co-morbide PTSS lijkt niet samen te hangen met een verminderde geheugenspecificiteit, maar wel – zoals verwacht op grond van bevindingen bij trauma-ptn zonder BPS – met meer herinneringen vanuit een 3de-persoonsperspectief. Dit doet ons vermoeden dat emotieregulatie in geval van PTSS bij BPS-ptn eerder verloopt via perspectiefname dan via het manipuleren van de specificiteit. Meer in het algemeen concludeerden we – op basis van deze en andere onderzoeksbevindingen – dat BPS-patiënten niet of slechts zeer beperkt gebruik maken van specificiteit om hun emoties te reguleren. We vermoeden verder dat perspectief binnen de BPS-pathologie ook nog andere functies kan dienen. In essentie denken we dat BPS-patiënten eerst tot een beter geïntegreerd zelf-concept moeten komen, alvorens ze deze strategieën op een flexibele manier kunnen aanwenden. Dank u voor uw aandacht.
  17. Ondanks de kleine steekproef – dat is belangrijk, gezien de grote waaier van verschijningsvormen die BPS kan hebben – suggereren onze bevindingen dat de aanwezigheid van BPS resulteert in afwijkende observaties. Een co-morbide depressie lijkt niet samen te hangen met een verminderde geheugenspecificiteit, noch met een toename in het aantal 3de-persoonsherinneringen. Dit doet ons vermoeden dat een depressie bij BPS-patiënten misschien verschilt van een depressie bij niet-BPS-patiënten. Een co-morbide PTSS lijkt niet samen te hangen met een verminderde geheugenspecificiteit, maar wel – zoals verwacht op grond van bevindingen bij trauma-ptn zonder BPS – met meer herinneringen vanuit een 3de-persoonsperspectief. Dit doet ons vermoeden dat emotieregulatie in geval van PTSS bij BPS-ptn eerder verloopt via perspectiefname dan via het manipuleren van de specificiteit. Meer in het algemeen concludeerden we – op basis van deze en andere onderzoeksbevindingen – dat BPS-patiënten niet of slechts zeer beperkt gebruik maken van specificiteit om hun emoties te reguleren. We vermoeden verder dat perspectief binnen de BPS-pathologie ook nog andere functies kan dienen. In essentie denken we dat BPS-patiënten eerst tot een beter geïntegreerd zelf-concept moeten komen, alvorens ze deze strategieën op een flexibele manier kunnen aanwenden. Dank u voor uw aandacht.
  18. Ondanks de kleine steekproef – dat is belangrijk, gezien de grote waaier van verschijningsvormen die BPS kan hebben – suggereren onze bevindingen dat de aanwezigheid van BPS resulteert in afwijkende observaties. Een co-morbide depressie lijkt niet samen te hangen met een verminderde geheugenspecificiteit, noch met een toename in het aantal 3de-persoonsherinneringen. Dit doet ons vermoeden dat een depressie bij BPS-patiënten misschien verschilt van een depressie bij niet-BPS-patiënten. Een co-morbide PTSS lijkt niet samen te hangen met een verminderde geheugenspecificiteit, maar wel – zoals verwacht op grond van bevindingen bij trauma-ptn zonder BPS – met meer herinneringen vanuit een 3de-persoonsperspectief. Dit doet ons vermoeden dat emotieregulatie in geval van PTSS bij BPS-ptn eerder verloopt via perspectiefname dan via het manipuleren van de specificiteit. Meer in het algemeen concludeerden we – op basis van deze en andere onderzoeksbevindingen – dat BPS-patiënten niet of slechts zeer beperkt gebruik maken van specificiteit om hun emoties te reguleren. We vermoeden verder dat perspectief binnen de BPS-pathologie ook nog andere functies kan dienen. In essentie denken we dat BPS-patiënten eerst tot een beter geïntegreerd zelf-concept moeten komen, alvorens ze deze strategieën op een flexibele manier kunnen aanwenden. Dank u voor uw aandacht.
  19. Welkom op de verdediging van mijn proefschrift met als titel ‘Specificity and Vantage Perspective of Autobiographical Memories in Borderline Pathology’. In deze presentatie schets ik eerst kort de belangrijkste concepten van mijn onderzoeksveld. Vervolgens licht ik enkele resultaten toe.