1. 10 T E C H N I E K
Donderdag 5 december 2013
Cobouw 218
Donderdag 5 december 2013
Cobouw 218
TECHNIEK
Stabiel op vier funderingstypen
ECN stelt rendement
windturbines bij
Petten - ECN denkt met zijn Active
Wake Control de elektriciteitsproductie van windturbines met 0,5
tot 5 procent te kunnen vergroten
en de onderhoudskosten met 3
procent te kunnen verlagen. ECN
baseert dat op het resultaat van
proeven in het windpark Wieringermeer. Het systeem zorgt ervoor
dat windturbines minder last
hebben van elkaars windvang. De
regeling draait de stand van de
turbinebladen en de gondel van de
voorste turbine een paar graden
waardoor de turbinewind wordt
afgebogen. De achterliggende
turbines kunnen zo met meer
vermogen en minder belasting
draaien.
Tramviaduct over A4 Midden-Delfland in drie maanden gerealiseerd
Ad Tissink
Schiedam - Vibropalen, een
paalmatras met gewapende
grond, eps-blokken en een
tunneldak. Een nieuw viaduct over de landtunnel van
de A4-Midden-Delfland is
gefundeerd volgens vier
verschillende principes.
De opening van het viaduct Brederoweg was begin deze week een bescheiden mijlpaal in de voortgang van A4
Midden-Delfland.
Projectdirecteur
Jan Pols van aannemer A4all meldde
trots dat de combinatie van Boskalis,
Heijmans en Volker Wessels Stevin
erin geslaagd was de buitendienststelling van het laatste stukje van tramlijn
24 terug te dringen van een jaar naar
drie maanden. Dat lukte door het
nieuwe viaduct langs de bestaande
lijn te leggen en licht te funderen.
Om maandenlang inklinken van de
slappe plaatselijke bodem te voorkomen, werden onder meer eps-blokken
ingezet. Twee secties van 200 meter
van het viaduct zijn gefundeerd op
Het viaduct werd langs
de bestaande tramlijn
gebouwd en licht gefundeerd. Daardoor werd de
buitendienststelling teruggebracht van twaalf
naar drie maanden.
een pakket eps dat oploopt in dikte
van 2 naar 6 meter. De blokken zijn tot
een meter onder de grondwaterspiegel aangebracht om gebruik te kunnen maken van de opwaartse druk
van het water. Daarvoor moest dus bemalen worden tijdens de bouw. In het
midden rust het viaduct over de landtunnel van de A4, die gefundeerd is op
vibropalen. Aan weerszijden rust een
deel van het viaduct via pijlers ook
rechtstreeks op dergelijke palen. Een
vierde sectie is gefundeerd op een
paalmatras met gewapende grond.
De paalmatras is gerealiseerd door
ACHTERGROND SOLAR-BOX
Zonnepaneel gemakkelijk te verhuizen
Dura Vermeer heeft demontabele
modules met zonnepanelen in
gebruik genomen die eenvoudig op
bouwketen kunnen worden
geplaatst. Na afloop van een
project gaan ze op de vrachtwagen
om op een volgende bouwplaats te
worden ingezet.
Jan Sint Nicolaas
Rotterdam - Het modulaire
systeem met zonnepanelen van
Dura Vermeer is uitgedacht in
nauwe samenwerking met Bos
Elektro in Hilversum. Vanuit zijn
duurzaamheidsstreven speelde de
bouwer al langer met de gedachte
de daken van systeemunits op de
bouwplaats te benutten voor de
opwekking van zonne-energie. Het
belangrijkste vraagstuk hierbij
Op een bouwkeet van
3 bij 6 meter passen
precies drie modules
met zonnepanelen.
Foto: Dura Vermeer
was: hoe bescherm je de kwetsbare
panelen tegen beschadiging?
“We waren bang dat we ze al snel
kapot terug zouden krijgen. Je kunt
ze namelijk niet op de units laten
zitten, dan is het geheel te hoog voor
het transport”, schetst directeur
Pieter Stiphout van Dura Vermeer
Materieelservice het probleem.
Diverse brainstormsessies met Bos
Elektro hebben uiteindelijk geleid
tot een flexibel, stapelbaar en
gemakkelijk te transporteren
systeem, dat ook nog eens tegen een
stootje kan: de Solar-Box. Drie
modules, met elk drie hoogrendement zonnepanelen, passen precies
op de keten van 3 bij 6 meter met een
plat dak, aan Dura Vermeer geleverd
door Jan Snel.
Om ze met een kraan op het dak te
kunnen leggen, zijn de modules
voorzien van hijsogen. Zodra de
module op het dak ligt, kan deze
met behulp van een klemsysteem
aan de dakrand worden gezekerd.
Op het moment dat het project is
afgerond gaan de modules, per drie
gestapeld, op een vrachtwagen naar
hun nieuwe bestemming.
Door de 3 meter lange metalen
module met twee ‘knikken’ er in uit
te voeren, passen er precies drie
modules op een keet. “In een platte
uitvoering zouden er maar twee op
passen”, aldus Stiphout. Bovendien
liggen de panelen zo dat ze altijd een
goed rendement opleveren, ongeacht de positie van de bouwkeet. De
knikken zorgen tevens voor een
optimale afwatering.
Het metalen frame van de zonnepa-
nelen is volgens Stiphout zo
ontworpen dat deze waarschijnlijk
twintig jaar meekan. Dat is de
gemiddelde levensduur van een
zonnepaneel. Het rendement van
een set van drie panelen is
berekend op een opbrengst van
1950 kilowattuur per jaar. Via een
omvormer leveren de panelen in
totaal 2295 watt piek. Dura
Vermeer levert de zonne-energie
op de bouwplaatsen terug aan het
net.
Het is de bedoeling dat de modules
geleidelijk hun intrede doen op de
bouwplaatsen van Dura Vermeer.
Momenteel zijn ze al geïnstalleerd
op de bouwplaatsen van de
kantoorbouwprojecten van Fluor
in Hoofddorp en Akzo Nobel in
Amsterdam.
prefabpalen van 50 bij 50 precies op
diepte weg te heien en er prefab betonnen koppen overheen te plaatsen
van 1,5 bij 1,5 meter. Daarover zijn
geotextiel membranen neergelegd
afgewisseld met lagen puingranulaat. Zo ontstaat er volgens Pols gewelfwerking die de krachten van het
betonnen tramviaduct naar de voeten van de heipalen voert. “Het is
goedkoper dan het maken van een
complete onderheide vloer op de
slappe bodem. Funderingsexperts
garanderen dat de zettingen van het
hele kunstwerk gelijkmatig plaats
zullen vinden.“
Nog geen drie maanden nadat tram
24 buiten gebruik, kon hij begin
deze week weer in gebruik worden
genomen. De tram die voorheen
over maaiveld reed klimt nu over de
landtunnel heen die A4all er inmiddels heeft gerealiseerd. Het terugdringen van de buitendienststelling
van de tram van een jaar na drie
maanden was volgens Pols één van
de slimmigheidjes waardoor A4all
vorig jaar de inschrijving won voor
het doortrekken van de A4 waarover
al ruim vijftig jaar werd gesoebat.
Spanplafond regelt
geluid in zwembad
De horizontale krachten worden via de gevel afgedragen op de stabiliteitskernen in het noordelijke gebouwdeel. De verticale krachten worden opgenomen via meerdere parapluconstructies, die de belastingen vanuit de vloervelden terugleiden naar de steunpunten. Op een gegeven moment vond Kraaijvanger
dat er te veel schuine balken in de plattegronden waren terechtgekomen. Foto: Kraaijvanger
Herontwikkeling
verlengt leven van
deels lege kantoren
3D-model van de
hoofddraagconstructie. Beeld: Zonneveld
ingenieurs
Van onze redactie techniek
Den Haag - Twee deels verlaten
kantoorpanden in Zoetermeer worden
de komende vijftien jaar het nieuwe
onderkomen van drinkwaterbedrijf
Dunea. De panden zijn voor een groot
deel gerenoveerd met materialen die
tijdens het werk vrijkwamen.
De twee tegen elkaar aan gebouwde
ronde gebouwen vormen met elkaar één kantoorpand van ruim
10.000 vierkante meter. De koppeling tussen beide panden was nog
niet zo eenvoudig, zegt Petra Snelleman van aannemer Heembouw uit
Berkel Rodenrijs die het werk uitvoerde. “Tussen de gebouwen zit
een hoogteverschil dat moest worden vereffend.” De architecten van
het bureau Graziosi Progetti uit Den
Haag maakten er het plan voor. Habeon Architecten, het architectenbureau van Heembouw, werkte dat
verder uit in BIM. Het driedimensionale model maakte de verschillen
zichtbaar en hielp zo de kans te verkleinen dat onvoorziene zaken pas
tijdens de uitvoering aan het licht
zouden komen.
De renovatie kwam neer op het
strippen van de gebouwen en het
casco opnieuw invullen. Het materiaal dat uit de bestaande panden is
gehaald is voor 70 procent opnieuw
gebruikt. Van de resterende 30 procent is 95 tot 98 procent herverwerkt. Het resultaat valt onder energielabel A. De ruim dertig jaar oude
panden hadden aanvankelijk energielabel D. De transformatie is een
alternatief voor nieuwbouw geweest, zegt Isolde Hamer van Local
uit Amsterdam, de herontwikkelaar
van de twee gebouwen. De aanpak
heeft de gemeente Zoetermeer doen
besluiten om het Plein van de Verenigde Naties waaraan de panden
staan eveneens aan te pakken. Het
plein stond vorig jaar in de top drie
van ‘Lelijkste plekken van Nederland’.
Opdrachtgever voor de herontwikkeling is Syntrus Achmea Real Estate
& Finance.
11
Den Haag - Een spanplafond van
Buitink Technology uit Duiven
helpt het lawaai te dempen in
zwembad Zuiderpark in Den Haag.
Het plafond bestaat uit twaalf
doeken die rondom zijn opgehangen die met elkaar ruim 600
vierkante meter beslaan. Dat
gebeurt met kunststof ogen in het
doek waardoor siliconenkoord is
gestoken. De koorden houden het
doek op spanning. De opspanning
is bevestigd aan dubbelgelakte
aluminium profielen. Het doek is
‘akoestisch doorlatend’. Boven de
spanplafonds is daarom polyesterwol aangebracht. Dit materiaal
absorbeert het geluid dat het doek
doorlaat. Het materiaal is zodanig
aangebracht dat er voldoende
ruimte voor ventilatie is en het
vocht in de lucht geen schimmel
kan veroorzaken.
Afdichting op de rol
sluit bodem af
De stabiliteitsverbanden zijn
duidelijk af te lezen in de polyester gevel - die overigens
een RC-waarde heeft van 11.
Foto: Kraaijvanger
PROJECT STADSKANTOOR UTRECHT
Een kantoorgebouw als een danspaar
Een kantoortoren van 21 verdiepingen die deels boven een bestaand
gebouw zweeft. Dat is een uitdaging die qua gewicht vraagt om
staalbouw. En qua windlasten om
een ingenieuze constructie voor de
afdracht van de horizontale
krachten.
Maartje Henket
Utrecht - Het nieuwe Stadskantoor
van Utrecht ligt op een bijzondere, maar zeer lastige locatie:
half boven de nieuwe openbaarvervoersterminal en het drukste
treinstation van Nederland. Door
de wens om de lucht boven het
station te benutten, ontstaat een
complexe constructie die voor een
groot deel rust op vijf slanke
kolommen.
Projectarchitect Dirk Jan Postel
van architectenbureau Kraaijvanger: “De locatie wordt bepaald
door logistiek. Er zijn twee
kruisende verkeersstromen: de
bussen en treinen, die zich
noord-zuid bewegen; en het
publiek, dat oost-west loopt.
Daartussen zijn er een paar hele
kleine puntjes waarop een deel van
ons gebouw rust, als een balletdanseres. Deze situatie maakt staalbouw tot een noodzaak. Net zoals
we verplicht moesten zorgen dat
alle gebouwdelen, inclusief de
gevelelementen, zo licht mogelijk
waren.”
Door te kiezen voor staal heeft
Postel naar eigen zeggen 22 miljoen
kilo ‘gebouw’ bespaard ten opzichte
van een traditionele betonconstructie. De staalconstructie zelf weegt
7000 kilo, de staalplaat-betonvloeren 30 miljoen kilo, en de rest – inclusief polyester gevelelementen – 14
miljoen kilo.
De beperking in gewicht dient
uitsluitend om de verticale krachten
te verminderen. De horizontale
krachten, die grotendeels worden
veroorzaakt door wind – en die
exponentieel toenemen naarmate
een gebouw hoger wordt – moesten
op een andere manier worden
afgedragen.
In nauwe samenwerking met
constructeurs Jan van der Windt en
Harm Hoorn van Zonneveld
ingenieurs smeedde Postel een plan
Projectgegevens
Opdrachtgever: NS Poort
Architect: Kraaijvanger; Dirk Jan
Postel en Christian Müller
Ingenieur: Zonneveld ingenieurs;
Jan de Wind en Harm Bron
Gevel: Scheldebouw
Bouwers: Boele & van Eesteren en
G&S Bouw
Bouwtijd: 2006 - 2014
Bruto vloeroppervlak: 65.000 m2
dat bestaat uit twee torens als een
danspaar. De noordelijke, mannelijke, helft staat stevig op het
maaiveld, verankerd aan twee
betonnen stabiliteitskernen die met
elkaar zijn verbonden door een
K-spant. De zuidelijke, vrouwelijke
helft danst licht op vijf kolommen.
Haar stabiliteit ontleent zij aan een
diagrid in de gevel, dat horizontale
krachten terugvoert naar het
noordelijke bouwdeel.
Postel: “De gevelconstructie is
ontstaan in een combinatie van
vormgeving, intuïtie en berekening.
Als je alleen maar rekent, krijg je
namelijk een zwaar kruislaag in
het gebouw en verder niet zo veel.
Dat kon niet, want ook de lagere
bouwdelen moesten transparant
zijn. Bovendien wilden we de
constructie over de gehele gevel
zichtbaar maken, als een sculptuur.”
Kraaijvanger deed steeds een
ontwerpstap en dan berekenden
de constructeurs of deze haalbaar
was. Het resultaat is af te lezen
aan de gevel, waar het diagrid
duidelijk in terugkomt. Postel:
“We hebben ervoor gekozen om
de gevelelementen dezelfde
schaal te geven als het gebouw en
niet die van de ruimte erachter.
De grote schoren en openingen
geven het gebouw een geleding
en maken het leesbaar van
buitenaf.”
De openingen zijn niet random
gekozen, maar hebben elk een
betekenis. De belangrijkste
opening is de ‘lichthapper’ aan de
zuidzijde, die zorgt dat het
daglicht door het gebouw heen
kan dringen en in de noordelijk
gelegen publiekshal valt.
Gescher - Huesker Synthetic uit het
Duitse Gescher levert met zijn
Tektoseal een waterdichte afsluiting om grondwater te beschermen tegen vervuiling. Tektoseal
bestaat uit een rekvast onderdoek
en een bovenkant uit vliesstof.
Tussen deze lagen zit bentoniet in
de vorm van granulaat. Een
speciale naaitechniek bindt deze
componenten tot één constructief
geheel met een gelijkblijvende
verdeling. De afdichting is volgens
de opgave van de fabrikant minder
dan een centimeter dik. De
eigenschappen zouden identiek
zijn aan die van conventionele
kleilagen waarmee afdichtingen
worden gemaakt. Huesker levert
het materiaal op rollen van 5,10
meter breed.
Brusselse woning
krijgt ‘Velux-kilmaat’
De Meern - Velux werkt in de praktijk
in een Brusselse sociale huurwoning
de theorie uit van zijn klimaatrenovatie. Het project moet aantonen of
het systeem inderdaad reproduceerbaar, schaalbaar en betaalbaar is. De
woning is een twee-onder-één-kapper van ongeveer negentig jaar oud
en verkeert in een zeer slechte staat.
Corporatie Anderlechtse Haard uit
Brussel schreef als eigenaar een
wedstrijd uit voor de renovatie van
de ruim 100 vierkante meter grote
woning. Het Antwerpse bureau ONO
Architectuur won de competitie met
een plan dat gebaseerd is op het
Active House-principe van Velux voor
‘holistische’ woningen. In het plan
worden de trappen naar het midden
van de woning verplaatst waar ze
verse lucht en daglicht in de woning
brengen. De klimaatrenovatie
begint naar verwacht eind 2014.