SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 47
Downloaden Sie, um offline zu lesen
omslag Metaal-Machine+rug5mm 17-02-2005 09:53 Pagina 1




                                                         @#



                                                                   THEMASTUDIE
                                                              Succesvol produceren in Nederland
Succesvol produceren in Nederland




                       Economisch Bureau ING
                       februari 2005
2                                            Colofon
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                                                                             Auteur
                                                                                                mw. drs. A. Geerts - ING Economisch Bureau


                                                                                             Redactie
                                                                                                G.P.M. van Nieuwland - ING Bank
                                                                                                drs. M.J.P.M. Peek- ING Economisch Bureau
                                                                                                mr. R.J. Schuitema - Koninklijke Metaalunie
                                                                                                drs. ing. V. Tunzi - Koninklijke Metaalunie
                                                                                                R.H. van der Werff - Koninklijke Metaalunie
                                                                                                L.G. Woltheus - ING Bank


                                                                                             Branchemanagers ING Bank
                                                                                                G.P.M. van Nieuwland     020 - 652 3724
                                                                                                drs. D.J.J. Kemps        020 - 652 3702


                                                                                             Koninklijke Metaalunie
                                                                                                mr. R.J. Schuitema       030 - 605 3344


                                                                                             Informatiemanagement
                                                                                                mw. I. Sievers


                                                                                             Cover
                                                                                                H. Grol, grafische vormgeving & fotografie


                                                                                             Opmaak en druk
                                                                                                Papyrus B.V., Diemen


                                    ISBN                                                     Bestellingen
                                      90-6919-1199                                              www.ingbank.nl/grootzakelijk
                                                                                                www.metaalunie.nl
                                      © Economisch Bureau ING, 2005
                                      Overneming met bronvermelding toegestaan.


                                      Hoewel de uitgave met uiterste zorg is samengesteld,
                                      kan Economisch Bureau ING voor de eventuele aan-
                                      wezigheid van (zet)fouten en onvolledigheden geen
                                      aansprakelijkheid aanvaarden. De tekst is afgesloten
                                      op 3 februari 2005.
Inhoud                    3




                                                      SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
Voorwoord                                         5


Samenvatting en conclusies                        6


1. Inleiding                                      9


2. De industrie in Nederland                     10
   2.1 Industrie: sector van formaat?            10
   2.2 Globalisering zowel kans als bedreiging 12
   2.3 Metaalsector in een uitdagende
           omgeving                              18
   2.4 Industrie is hoeksteen van de economie 23


3. Strategische succesfactoren Nederlandse
   metaalindustrie                               24
   3.1 Innovatieve specialisten                  25
   3.2 Kostengerichte specialisten               28
   3.3 Innovatieve bedrijven met een
           diversificatiestrategie               32
   3.4 Kostengerichte bedrijven met een
           diversificatiestrategie               36
   3.5 Overige bevindingen                       39
   3.6 Conclusies                                40


Bijlage:
   Geraadpleegde bronnen                         45
4
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                    Reeds eerder in de reeks ING Sectorstudies zijn verschenen:


                                    ■   Autoretail, februari 2005                     ■   Ritplanning, juni 2003
                                    ■   Elektrotechnische groothandel, januari 2005   ■   Hotellerie, mei 2003
                                    ■   Themastudie woninginrichting (van aanbod-     ■   Transport & logistiek "Strategisch op weg
                                        naar vraagketen), december 2004                   naar een beter rendement", maart 2003
                                    ■   Gemeenten, november 2004                      ■   Bouw, februari 2003
                                    ■   Incassobureaus en gerechtsdeurwaarders-       ■   Chemie, december 2002
                                        kantoren, november 2004                       ■   Woninginrichting, november 2002
                                    ■   Pensioenfondsen, november 2004                ■   Fysieke distributie, november 2002
                                    ■   Melkveehouderij, september 2004               ■   Woningcorporaties, oktober 2002
                                    ■   Financiële bemiddeling, juni 2004             ■   Mode, oktober 2002
                                    ■   Sierteeltgroothandel, juni 2004               ■   Verpakkingsindustrie, september 2002
                                    ■   Onderwijs, februari 2004                      ■   Transport & logistiek 2002, juli 2002
                                    ■   Levensmiddelendistributie groot- en detail-   ■   Koeriers, expres- en pakketdiensten, juli 2002
                                        handel, februari 2004                         ■   Metaalproducten- en machine-industrie,
                                    ■   Internationale groupage, januari 2004             juni 2002
                                    ■   Bouwmaterialen, november 2003                 ■   Groothandel AGF, mei 2002
                                    ■   Touroperators en reisbureaus, oktober 2003    ■   Accountancy, mei 2002
                                    ■   Aanbieders facilitaire diensten,              ■   Autoretail, april 2002
                                        september 2003                                ■   Leisure deelmarkten, januari 2002
                                    ■   Advocatuur en notariaat, juli 2003            ■   Grafimedia, januari 2002
                                    ■   Farmaceutische groothandel en apotheken,      ■   Tank Bulk vervoer, oktober 2001
                                        juni 2003                                     ■   Geconditioneerd vervoer, juni 2001
Voorwoord                    5




                                                                                                         SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
Voor u ligt de themastudie “Succesvol               Voor deze studie is gesproken met een groot
Produceren in Nederland”. Aanleiding voor deze      aantal bedrijven. Tevens heeft een uitgebreide
studie is het feit dat op dit moment bij veel       deskresearch plaatsgevonden en zijn de ervarin-
bedrijven “outsourcing” en “offshoring” hoog op     gen van ING Bank en de Metaalunie gebundeld.
de agenda staan. Een belangrijk argument hierbij    In gesprekken hebben ondernemers inzicht
is het kostenvoordeel dat behaald kan worden        gegeven in hun strategie. Voorts is gebruik
door productie te verplaatsen naar “lagelonen-      gemaakt van een enquête onder de leden van de
landen” om de concurrentie het hoofd te bieden.     Metaalunie. Wij danken al onze gesprekspartners
Enkel een focus op kosten is echter niet voldoen-   en de bedrijven die meegewerkt hebben aan de
de. In opdracht van Marktmanagement Bedrijven       enquête voor hun bijdrage.
van ING Bank en de Koninklijke Metaalunie
heeft het Economisch Bureau van ING een studie      Wij verwachten dat de studie u een interessante
verricht om de factoren voor het voetlicht te       leeservaring biedt. Wij spreken daarbij de wens
krijgen die “het succesvol produceren in            uit dat deze studie voor onze relaties, voor onze
Nederland” ondersteunen.                            potentiële relaties en voor andere geïnteresseer-
                                                    den van nut zal zijn en kan dienen als vertrekpunt
ING Bank kiest in haar marktbenadering voor een     voor een goede, strategische discussie. ING Bank
branchegerichte aanpak. ING wil als bank de         en Metaalunie denken daarbij graag met u mee!
ondernemer en de markt waarin hij opereert
kunnen begrijpen en volgen om hem zo nog beter      Wij wensen u veel leesplezier.
van dienst te kunnen zijn. Wij streven er niet
alleen naar om een duurzame relatie met de
ondernemer op te bouwen, maar willen tevens een
sparringpartner voor hem zijn.                      ING Marktmanagement Bedrijven


Voor ondernemers in de metaalsector wordt het       Koninklijke Metaalunie
steeds belangrijker hun plaats in de keten te
bepalen. Dit rapport onderstreept het belang van
een goede ondernemingsstrategie. De Metaalunie
ondersteunt haar leden bij het ontwikkelen van
een toekomstvisie. Daartoe zullen toekomst-
verkenningen worden ontwikkeld en voorlich-
tingsbijeenkomsten en workshops over strategie
worden georganiseerd.
6                                   Samenvatting en conclusies
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                            Nederlandse industrie in dynamische omgeving          van de industrie. Ten slotte zorgt de industrie
                                            Industriële bedrijven bevinden zich in een zeer       voor een breed scala van banen die bijdragen aan
                                            dynamische omgeving waarin de internationale          een veelzijdige werkgelegenheidsstructuur.
                                            concurrentie sterk toeneemt. Steeds meer handels-     Om deze redenen is het voor Nederland van
                                            en productieactiviteiten van bedrijven overschrij-    cruciaal belang om een industriële sector van een
                                            den de nationale grenzen. Structureel vertonen de     relevante omvang en diversiteit te houden.
                                            ontwikkeling van de internationale handel en de
                                            internationale directe investeringen dan ook een      Omgaan met concurrentie

                                            stijgende lijn. De achterblijvende productiviteits-   In de metaalsector is de (inter)nationale concur-
                                            ontwikkeling in combinatie met sterk gestegen         rentie inmiddels zo hevig geworden dat bedrijven
                                            loonkosten en een inflexibele arbeidsmarkt            al bij voorbaat buitenspel staan als ze niet ten-
                                            hebben onze internationale concurrentiepositie        minste de gevraagde kwaliteit kunnen leveren,
                                            voor verschillende, vooral arbeidsintensieve,         klachten adequaat kunnen afhandelen en in staat
                                            activiteiten verzwakt. Samen met een verder-          zijn om oplossingen op maat te bieden. Samen
                                            gaande liberalisatie van het internationale           met goed ondernemerschap en ambitie zijn dit de
                                            handelsverkeer heeft dat ertoe geleid dat de          basisvoorwaarden om in de huidige tijd op korte
                                            verplaatsing van bedrijfsactiviteiten naar lage-      termijn te overleven. Op de langere termijn is er
                                            lonenlanden sterk in de belangstelling is             echter meer nodig om succesvol te kunnen blijven
                                            gekomen. Dit geldt zeker voor de metaalketen,         produceren. Los van de waan van de dag zal ieder
                                            waar meer dan één op de acht bedrijven de             bedrijf, onafhankelijk van zijn plaats in de keten,
                                            afgelopen tien jaar productie heeft verplaatst naar   na moeten gaan denken over een heldere en
                                            het (goedkopere) buitenland.                          offensieve strategie om dat doel te bereiken.


                                            Grenzen aan deïndustrialisatie                        Strategische keuzes noodzakelijk

                                            Productiviteitsgroei, het overhevelen van niet-       Uit de respons van ondernemers blijkt de meest
                                            kerntaken naar de dienstensector en, zij het in       relevante strategische keuze die tussen
                                            beperkte mate, de verplaatsing van productie naar     concurreren op basis van:
                                            lagelonenlanden hebben er toe geleid dat de           ■   productinnovatie of geen productinnovatie (en
                                            industriële werkgelegenheid in Nederland en               daarmee overwegend op kosten); en
                                            andere westerse landen al decennia lang terug         ■   specialisatie of diversificatie.
                                            loopt. Gezien het substantiële belang voor groei,
                                            innovatie en export blijft onzes inziens de           Een keuze voor een van deze combinaties is alleen
                                            industrie een belangrijke pijler onder de econo-      succesvol als die gepaard gaat met een aantal
                                            mie. Bovendien kan een economie met een               andere strategische beslissingen op onderliggende
                                            gediversifieerde sectorstructuur conjuncturele        bedrijfsactiviteiten. Op basis van de enquête-
                                            schokken beter opvangen dan een eenzijdig             resultaten ontstaat zo een viertal sterke profielen
                                            samengestelde economie. Gezien de sterke onder-       van metaalbedrijven die op de markt en in de
                                            linge verwevenheid heeft ook de dienstensector        keten een duidelijke positie innemen (figuur 1).
                                            belang bij een meer dan marginale aanwezigheid
7




                                                                                                                                    SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
Figuur 1 Specifieke strategische succesfactoren, ingedeeld naar groep(en) met hoogste score


                                               Specialisatie                                  Diversificatie


                                ■   productinnovatie                          ■   productinnovatie
        Productinnovatie




                                ■   beschikbaarheid laatste technologie       ■   creativiteit en kennis personeel
                                ■   nichemarkten                              ■   productontwikkeling
                                ■   export                                    ■   samenwerking afnemers
                                ■   samenwerking afnemers                     ■   korte ontwikkeldoorlooptijd
                                ■   OEM’ers sterk vertegenwoordigd            ■   OEM’ers sterk vertegenwoordigd
        Geen productinnovatie




                                ■   korte productiedoorlooptijd               ■   korte productiedoorlooptijd
                                ■   procesinnovatie                           ■   brede klantenkring
                                ■   parts suppliers sterk vertegen-           ■   process suppliers en system
                                    woordigd                                      suppliers sterk vertegenwoordigd




Bron: Economisch Bureau ING



Aanbevelingen                                                                     of –verbetering versterkt de band met klanten
Naast de onontkoombaarheid van het nadenken                                       en biedt de mogelijkheid op het bieden van
over de langere termijn en het maken van                                          meer toegevoegde waarde. Ook als dat niet zo
strategische keuzes, kan een aantal aanbevelingen                                 voor de hand ligt, biedt een (meer) klant-
gedaan worden die voor de toekomst van alle                                       gerichte, proactieve houding het beste per-
bedrijven van belang zijn.                                                        spectief.
                                                                          ■       Als gevolg van fusies en overnames worden
■   Prijs is en blijft een belangrijk wapen in de                                 leveranciers en afnemers steeds groter. Voor
    concurrentiestrijd, bij gelijke kwaliteit geeft                               metaalbedrijven zal de strategische keuze
    de prijs de doorslag. Dat vereist dus een per-                                tussen doorgroeien (meegroeien met afnemers)
    manente aandacht voor kostenbeheersing                                        en hierdoor een ‘allround’ partner voor de
    in het algemeen en procesinnovatie in het                                     afnemer zijn, of juist ‘relatief’ klein en
    bijzonder.                                                                    flexibel blijven of worden, zich steeds nadruk-
■   De klant komt steeds meer centraal te staan,                                  kelijker gaan stellen.
    de keten steeds meer op z’n kop. Gevraagd en                          ■       Om ook attractief voor grote opdrachtgevers te
    ongevraagd meedenken, ook voor bedrijven                                      zijn, zullen kleine bedrijven, veel meer dan
    die uitsluitend op specificatie werken, met                                   nu, samenwerking moeten gaan zoeken met
    afnemers over product- en procesvernieuwing                                   collegabedrijven. Experimenten met samen-
8
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                        werking op projectbasis moeten de koudwater-          waarbij concrete ondersteuning door middel
                                        vrees die bij veel bedrijven nog heerst, weg-         van gezamenlijke beursstands voor
                                        nemen. Brancheorganisaties en dienstverleners         Nederlandse bedrijven en sectorgewijze
                                        (adviseurs, banken, accountants) zouden               handelsmissies de drempel kan verlagen.
                                        daarbij een proactieve en faciliterende rol           Zuid-Duitsland biedt bijvoorbeeld nog kansen,
                                        kunnen spelen. Bij goede ervaringen kan over          terwijl Nederlandse bedrijven daar nog nauwe-
                                        worden gegaan tot structurele samenwerking,           lijks vertegenwoordigd zijn.
                                        waardoor hechte clusters van bedrijven            ■   Gekwalificeerde vakmensen zullen in de toe-
                                        ontstaan met een sterke marktpositie.                 komst nog schaarser worden dan ze nu al zijn.
                                    ■   Veel meer dan nu zullen bedrijven (structu-           Om de beperkte beschikbaarheid van
                                        reel) moeten gaan samenwerken met kennis-             gekwalificeerd (en gemotiveerd) personeel te
                                        instellingen bij het omzetten van nieuwe              verbeteren, zou de betrokkenheid van
                                        kennis in innovatieve producten en processen          individuele bedrijven met scholen (met name
                                        om op die manier de broodnodige verhoging             VMBO en MBO) moeten toenemen. Door
                                        van de kennisintensiteit van de productie te          meer wisselwerking in de vorm van bijvoor-
                                        realiseren. Ook hier geldt dat men zich over          beeld stages, bedrijfsbezoeken en gastlessen
                                        argwaan en koudwatervrees heen moet zetten,           verbetert de aansluiting tussen school en
                                        aangezien de internationale concurrentie niet         bedrijf.
                                        stil zit. De middelen zijn voor handen            ■   Het centraal stellen van de behoefte van de
                                        (bijvoorbeeld kennisvouchers, het ACP), dus           klant pakt goed uit voor toeleveranciers.
                                        het is aan de ondernemers om de stap te               Flexibel inspelen op klantenwensen wat
                                        zetten. Bij de overheid ligt de taak om het           betreft ontwerp, maatwerk, levertijd (korte
                                        aandeel vraaggestuurd onderzoek verder te             ontwikkel- en productiedoorlooptijd)
                                        vergroten en zo de barrière verder te verlagen.       en service is bij uitstek een succesfactor van
                                    ■   Vooral kleinere bedrijven zijn vaak nog teveel        Nederlandse metaalbedrijven. Dit geeft aan
                                        afhankelijk van één of enkele klanten of              dat er een omslag gaande is van productgericht
                                        markten, met alle risico’s van dien voor hun          denken naar marktgericht denken. Het is hier-
                                        continuïteit. Het noodzakelijke streven naar          bij van belang dat deze omslag structureel op
                                        voldoende spreiding in geografische markten           alle niveaus in de organisatie wordt ingebed.
                                        en in marktsegmenten is eenvoudiger bij een
                                        zekere schaalgrootte, al dan niet bereikt via
                                        structurele vormen van samenwerking.
                                    ■   Exporteren is het middel om de afhankelijk-
                                        heid van geografische markten te reduceren.
                                        Nog veel meer dan nu zullen bedrijven de
                                        buitenlandse markt moeten betreden. Om met
                                        name het MKB op buitenlandse markten op
                                        weg te helpen blijft exportbeleid noodzakelijk.
                                        Ook (of juist) voor export naar nabije landen,
1 Inleiding                    9




                                                                                                           SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
De toegenomen (inter)nationale concurrentie            Om inzicht te krijgen in de mogelijke succes-
heeft grote gevolgen voor veel ondernemingen.          factoren hebben we naast deskresearch twaalf
Dit speelt nog sterker in de industrie dan in          gesprekken gevoerd met succesvolle ondernemers
andere sectoren. De huidige zwakke economische         op verschillende plaatsen in de metaalketen en
omstandigheden werken ook niet mee. De over-           een enquête uitgezet onder leden van de
heersende toon in de media is een negatieve.           Koninklijke Metaalunie. Omdat het de bedoeling
‘Industrie EU luidt de noodklok’, ‘Veel banen in       is om dieper te gaan dan meer algemene termen
industrie naar lagelonenlanden’ zijn voorbeelden       als innovatie en productiviteit ligt de nadruk in
van krantenkoppen waarmee de krantenlezer              het rapport op de uitkomsten uit de gevoerde
regelmatig wordt geconfronteerd. Het algemene          gesprekken. De enquêteresultaten gelden als
beeld is dat de Nederlandse industrie het moeilijk     ondersteuning hierbij.
heeft, maar dit is niet het hele verhaal. Gelukkig
zijn in Nederland talrijke industriële bedrijven       De studie is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2
zeer succesvol in de huidige concurrentiestrijd.       wordt een korte maatschappelijke inkadering van
Dit geldt zowel voor de grotere bedrijven als voor     het onderzoek gegeven: wat is de huidige plaats
bedrijven in het MKB. De bedrijven die de markt-       van de industrie in de economie en welke belang-
dynamiek van tegenwoordig aankunnen doen               rijke trends en ontwikkelingen zijn hier gaande?
blijkbaar een aantal zaken goed, ondanks een           In hoofdstuk 3 komen de (potentiële) succes-
tegenzittende conjunctuur en een tot op heden          factoren aan de orde, waarbij in de laatste
(nog) weinig stimulerend overheidsbeleid. Het is       paragraaf conclusies worden getrokken.
belangrijk om scherp te krijgen wat die zaken          Deze studie probeert zoveel mogelijk aan te
precies zijn om bedrijven de kans te geven om          sluiten bij de in de markt gehanteerde terminolo-
van elkaar te leren. Welke factoren zijn bepalend      gie. Het is vaak lastig om bedrijven met een
voor het succes van een bedrijf? Dit is de centrale    diversiteit aan activiteiten in een hokje van een
vraagstelling in het voorliggende onderzoek.           standaardbedrijfsindelingscode (SBI-code) te
Ondernemers in de metaalketen (specifiek de            plaatsen. Door de ontwikkeling van processen en
producenten van metaalproducten en machine-            producten en de combinaties van dienstverlening
bouwers) staan centraal in dit onderzoek, maar de      in de vorm van service met het aanbieden van een
resultaten kunnen voor de gehele maakindustrie         fysiek product zijn SBI-codes vaak niet geheel
aanknopingspunten bieden.                              representatief voor de bedrijfstak.
                                                       Branchegegevens van het CBS zijn echter alleen
Succesfactoren (of kritieke succesfactoren)            naar SBI-code beschikbaar, waardoor in voor-
definiëren we in dit rapport als factoren die door     komende gevallen deze indelingsmethodiek in het
de onderneming zelf zijn te beïnvloeden en die         rapport moet worden gehanteerd.
cruciaal zijn voor continuïteit in de relatie tussen
de onderneming en de markt.
10                                  De industrie in Nederland 2
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                            Alvorens op de succesfactoren voor industriële               Definitie industrie

                                            bedrijven in wordt gegaan, geeft dit hoofdstuk               Met industrie wordt in dit rapport zowel de maak-
                                            een analyse van de Nederlandse industrie. Een                industrie als de procesindustrie bedoeld. Anders
                                            duidelijk beeld van de huidige omvang en                     dan in de Industriebrief van oktober 2004 van de
                                            ‘conditie’ van de industrie kan het belang van               Staatssecretaris van Economische Zaken wordt
                                            verbetering op bedrijfsniveau in de industrie                de dienstverlening hier dus niet tot de industrie
                                            ondersteunen.                                                gerekend. Bij de uitwerking van de succes-
                                            De Nederlandse industrie heeft te maken met een              factoren is specifiek naar een deel van de maak-
                                            aantal uitdagingen van formaat. Meer dan andere              industrie (de metaalketen) gekeken.
                                            sectoren worden industriële bedrijven geconfron-
                                            teerd met de gevolgen van globalisering; het                 2.1 Industrie: sector van formaat?
                                            opengaan van markten met als gevolg toegeno-
                                            men concurrentie, veranderingen in de productie-             Al decennialang is deïndustrialisatie in Nederland
                                            keten en verplaatsing van activiteiten. In dit               een onderwerp van gesprek. Met deïndustrialisatie
                                            hoofdstuk wordt eerst op het belang van de                   wordt bedoeld dat het aandeel van de industrie in
                                            industrie in Nederland ingegaan en vervolgens op             de totale productie in de Nederlandse economie
                                            globalisering en de gevolgen hiervan. Daarna                 afneemt. De mate waarin sprake is van deïndus-
                                            wordt de focus gericht op de metaalindustrie en              trialisatie hangt af van de gehanteerde maatstaf:
                                            afgesloten met enkele conclusies.                            werkgelegenheid, toegevoegde waarde of
                                                                                                         productievolume ■.
                                                                                                                         1




                                            Figuur 2.1 Aandeel industrie in totale productie, aandeel industrie in totale toegevoegde waarde (TW), aandeel
                                            industrie in totale werkgelegenheid, 1970-2002

                                            40%

                                            35%

                                            30%

                                            25%

                                            20%

                                            15%

                                            10%

                                                  1970       1974         1978         1982       1986        1990        1994         1998       2002


                                                          Aandeel industrie in totale productie                  Aandeel industrie in totale TW
                                                          Aandeel industrie in totale werkgelegenheid


                                            Bron: Stan-database OECD

                                            ■
                                            1
                                                Berekeningen Economisch Bureau ING o.b.v. STAN-database OECD, tenzij anders aangegeven
11




                                                                                                                         SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
Aandeel industriële werkgelegenheid loopt sterk terug             menten. Dit is ook de belangrijkste oorzaak van
Wanneer naar de werkgelegenheid in de industrie                   de afname van het aandeel van de industrie in de
wordt gekeken is het duidelijkst sprake van                       totale Nederlandse productie (van 37% tot 25%).
deïndustrialisatie. Het aantal werknemers in de                   In absolute termen groeide het industriële
industrie is tussen 1970 en 2002 met een half                     productievolume namelijk tussen 1970 en 2003
miljoen afgenomen, terwijl de totale werkgele-                    jaarlijks met 2,3% (SEO, 2004). Doordat vooral
genheid steeg met ruim 2 miljoen. Het aandeel in                  de dienstensector sneller groeide, nam het aandeel
de totale werkgelegenheid is hierdoor terug-                      van de industrie evenwel af.
gelopen met 25% tot 13% (figuur 2.1). De
belangrijkste oorzaak van deze daling is terug te                 Vervlechting industrie en dienstverlening neemt toe

voeren op arbeidsproductiviteitgroei. De arbeids-                 Anno 2004 zijn nog steeds bijna 1 miljoen
productiviteit is aanzienlijk sneller gegroeid in de              personen in de industrie werkzaam en zijn er
industrie dan in rest van de economie. Door                       minstens zoveel (o.m. door uitbesteding van niet
investeringen in arbeidsbesparende technologieën                  kernactiviteiten) werkzaam bij bedrijven die
kon de productie toenemen met minder mensen.                      indirect afhankelijk zijn van de industrie. Het aan-
Om de werkgelegenheid niet te laten dalen had de                  deel intermediaire leveringen door bedrijven in
productiegroei in deze sector dus erg hoog                        andere sectoren ■ is vanwege deze uitbestedingen
                                                                                  2


moeten zijn. Een klein deel van terugloop van de                  tussen 1987 en 2003 licht toegenomen van 11%
industriële werkgelegenheid heeft te maken met het                tot 14%. De uitstralingseffecten van de industrie
uitbesteden van niet-kernactiviteiten als catering,               naar andere sectoren nemen dus toe, resulterend in
schoonmaak, financiële diensten en dergelijke. Nu                 een sterker wordende verwevenheid en afhanke-
deze diensten bij externe partijen worden ingekocht               lijkheid tussen industrie en dienstverlening.
gelden ze niet langer als werkgelegenheid van de
industrie zelf. In de meeste Westerse landen is een               Internationaal sterke verschillen in productiegroei

vergelijkbare terugloop in de industriële werkgele-               Een historisch overzicht van de industriële
genheid zichtbaar (m.u.v. Finland, waar zelfs spra-               productiegroei in verschillende ontwikkelde
ke is van een lichte toename).                                    landen geeft duidelijke groeiverschillen weer
                                                                  (figuur 2.2). De VS laat in de jaren negentig de
Alhoewel de productie toeneemt, daalt het aandeel van             sterkste groei zien. Vanaf de jaren negentig komt
de industrie                                                      de productiegroei van Japan juist tot stilstand, na
Het aandeel van de toegevoegde waarde (TW)                        in de jaren tachtig hoge groeicijfers te hebben
van de industrie in de Nederlandse economie is                    gerealiseerd. De Europese landen, waaronder
eveneens gedaald (van 25% in 1970 tot 15% in                      Nederland, laten een redelijk gelijke ontwikkeling
2002). Hiervoor geldt eveneens dat een deel                       zien, met gematigde groei die het hoge groeitempo
wordt veroorzaakt door uitbesteding van niet-                     van de VS niet kunnen volgen. Dit heeft onder
kernactiviteiten, veelal diensten. De tweede reden                meer te maken met het achterblijven van de
is dat de TW van de industrie minder snel is toe-                 arbeidsproductiviteitsontwikkeling bij die in de VS.
genomen dan in andere sectoren. De oorzaak hier-                  Nederland neemt qua groei een middenpositie in,
van is een verschuiving in de vraag van consu-                    vooral de laatste jaren blijft Nederland achter.
■
2
    nutsbedrijven, bouw, handel, horeca, reparatie, vervoer, communicatie en financiële en zakelijke dienstverlening
12
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                    Figuur 2.2 Groei productievolume industrie in Nederland, Duitsland, België, de VS en Japan, 1970-2004 ■
                                                                                                                                          *



                                    6%
                                                                                                                       Duitsland
                                    5%                                                                                 België
                                    4%                                                                                 Nederland
                                                                                                                       VS
                                    3%
                                                                                                                       Japan
                                    2%
                                    1%
                                    0%
                                    -1%
                                    -2%

                                          1975-1980 1980-1985 1985-1990     1990-1995 1995-2000 2000-2004

                                    Bron: OEF
                                    ■
                                    *   t/m tweede kwartaal 2004



                                    In de VS geldt ook dat de productie van laagwaardige        vaak betreft het assemblagewerk dat ter plekke
                                    producten met een hoge arbeidskostencomponent niet          gebeurt om invoerbelemmeringen of hoge ver-
                                    behouden blijft, maar hier laat de productie van hoog-      voerkosten voor het eindproduct te vermijden.
                                    waardige complexe producten een aanhoudende groei        5) De multinationale onderneming heeft volledige
                                    zien. Echter, sinds 2000 groeit de Amerikaanse              productie-eenheden in verschillende landen en
                                    industriële productie ook niet meer zo hard.                speelt in op de voorkeuren van de lokale mark-
                                                                                                ten. Zij maakt ook gebruik van lokale kennis en
                                    2.2 Globalisering zowel kans als bedreiging                 toeleveranciers of onderaannemers.
                                                                                             6) De transnationale onderneming is een netwerk
                                    Wat houdt globalisering in?                                 van organisaties waarbij synergie een belang-
                                    Globalisering (internationalisering) kan worden             rijke rol speelt. De productie gebeurt in
                                    omschreven als activiteiten van het bedrijfsleven           wereldproductie-centra, vooral als de schaal-
                                    die nationale grenzen overschrijden. De ontwik-             voordelen groot zijn, de vervoerskosten gering
                                    keling van globalisering voor bedrijven zelf                en de markt homogeen is.
                                    verloopt in verschillende fasen:
                                    1) De lokale onderneming produceert en verkoopt          Een groot deel van de bedrijven komt zelf niet verder
                                        alleen in eigen land.                                dan stap één of stap twee, maar heeft daarnaast wél
                                    2) De lokale onderneming produceert en verkoopt          veel met de voortgaande globalisering van andere
                                        in eigen land en exporteert vanuit de bestaande      bedrijven te maken. Bijvoorbeeld omdat men toe-
                                        locatie.                                             levert aan (leveranciers van) dergelijke bedrijven.
                                    3) De internationale onderneming opent verkoop-
                                        punten en eventueel een distributienetwerk op        Concurrentieverschillen en de ontwikkeling van
                                        andere markten                                       (groei)markten voeden globalisering

                                    4) De globale onderneming brengt een deel van            De drijvende krachten achter globalisering zijn het
                                        het productieproces over naar het buitenland:        streven om aanwezig te zijn op (groei)markten voor
13




                                                                                                                                   SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
Figuur 2.3 Ontwikkeling inkoopmanagerindices in de industrie in Nederland, Duitsland en Frankrijk, 2000-2005 ■
                                                                                                             *



70%

65%

60%

55%

50%

45%

40%

35%

30%

      jan 00 mei 00 sept 00 jan 01 mei 01 sept 01 jan 02 mei 02 sept 02 jan 03 mei 03 sept 03 jan 04 mei 04 sept 04 jan 05

                NEVI PMI                 Duitsland PMI/DEMA 1                    Frankrijk/FRMA 1


Bron: Reuters, Nevi
■
*   t/m januari 2005



eindproducten en het benutten van verschillen in con-              Internationale handel als maatstaf voor globalisering

currentievoordelen tussen landen (loonkosten, investe-             De mate van globalisering kan worden gemeten
ringsbeleid, etc.). Door de toenemende mogelijkheden               door te kijken naar de internationale handel.
en dalende kosten van transport en communicatie en                 Als percentage van de toegevoegde waarde is de
de liberalisering van de internationale handel is de               internationale goederenhandel meer dan verdub-
globalisering de afgelopen halve eeuw in een stroom-               beld voor de meeste Westerse landen. Dit geeft de
versnelling geraakt. Hierdoor zijn veel markten                    sterke stijging van de internationale arbeidsver-
wereldmarkten geworden. De internationale concur-                  deling en opdeling van productieprocessen weer.
rentie en dynamiek van het bedrijfsleven nemen hier-               De sterke toename van het aandeel van de export
door toe, maar ook de onderlinge verwevenheid.                     van de industriesector in de totale productie-
Binnen Europa is de sterke samenhang tussen de                     waarde (van 40% in 1970 tot 82% in 2002,
industrieën in verschillende landen onder meer zicht-              OECD) geeft aan dat het buitenland in toenemen-
baar bij een vergelijking van de inkoop-                           de mate een belangrijke afzetmarkt voor
managerindices van Nederland met die van Frankrijk                 Nederland vormt ■. Overigens is de handel van
                                                                                   3


en Duitsland (figuur 2.3).                                         Nederland in toenemende mate geconcentreerd op
                                                                   de partners binnen de EU (dit wordt ook wel

■
3   Echter, in dit cijfer zit mogelijk tevens een deel van de wederuitvoer (zie figuur 2.4), bovendien is de toerekening naar de
    sector industrie aanzienlijk hoger dan bij het CBS. Op basis van de input-output tabellen van het CBS wordt namelijk een
    exportquote van 52% in 2002 (en 2003) verkregen, maar is niettemin tevens een duidelijke stijging zichtbaar.
14
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                    Figuur 2.4 Ontwikkeling Nederlandse uitvoer totaal en uitgesplitst naar uitvoer van binnenlandse producten en
                                    wederuitvoer, 1970-2003 (1995=100)

                                    200


                                    160


                                    120


                                     80


                                     40


                                        0

                                            1970            1975        1980           1985          1990          1995          2000

                                                      uitvoer           binnenlands geproduceerde uitvoer             wederuitvoer


                                    Bron: CPB



                                    regionalisering van de economie genoemd).                     industriële sector in deze landen nog duidelijk in
                                                                                                  opbouw is.
                                    Export-import ratio voor Nederland op peil

                                    Een indicator voor de concurrentiepositie van de              Toename aandeel wederuitvoer versnelt

                                    Nederlandse industrie is de export-import ratio               Binnen de totale Nederlandse export van binnen-
                                    die rond de 100% ligt: er wordt dus evenveel                  lands geproduceerde producten heeft de industrie
                                    geëxporteerd als geïmporteerd. Dit is vergelijk-              in 2003 een aandeel van 65% ■. De export van
                                                                                                                              4


                                    baar met Frankrijk, maar ligt iets onder de Duitse            binnenlands geproduceerde producten groeit
                                    ratio. In landen als Polen, Hongarije en Tsjechië             echter het laatste decennium beduidend minder
                                    ligt deze ratio anno 2001 nog aanzienlijk onder de            snel dan de wederuitvoer (figuur 2.4). Van de
                                    Nederlandse. Dit heeft ermee te maken dat de                  totale Nederlandse export is het aandeel goederen


                                    Tabel 2.1 Ontwikkeling aandeel wederuitvoer in totale export, 1970-2004


                                                                                1970          1974          1984          1994            2004


                                            Aandeel wederuitvoer                 26%           25%           27%           31%            44%


                                    Bron: CPB

                                    ■
                                    4
                                            input-output tabellen CBS
15




                                                                                                                           SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
die niet of nauwelijks hier worden bewerkt                        2003 ■. Het merendeel van deze investeringen
                                                                       6


daardoor de laatste jaren snel toegenomen van                     wordt ontvangen door ontwikkelde landen. Ter
26% in 1970 en tot 44% in 2004 (tabel 2.1).                       vergelijking; de in 2003 ontvangen FDI in
Het aandeel van de maakindustrie in de export                     Nederland ($ 19 miljard) liggen maar iets onder
neemt dus af.                                                     de FDI ontvangen door Midden- en Oost-Europa
                                                                  als geheel (bijna $ 21 miljard) (figuur 2.5).
Nederlandse specialisatie in low tech export biedt                Nederland is echter in veel gevallen niet het
weinig perspectief                                                ontvangende land, maar speelt door de aanwezig-
Uit een nadere uitsplitsing van de export in de                   heid van relatief veel hoofdkantoren van multi-
categorieën:                                                      nationals een grote rol in het doorgeven van FDI.
■   high   tech ■
                5
                    (bijv. communicatieapparatuur,                Gecorrigeerd voor de uitgaande FDI ontstaat dan
    medische instrumenten),                                       ook een ander beeld; namelijk dat van een netto
■   medium tech (bijv. machines, cosmetica) en                    investeerder in het buitenland (figuur 2.6). Voor
■   low tech (bijv. voedingsmiddelen, papier-                     Nederland geldt daarnaast dat meer dan de helft
    producten)                                                    van de buitenlandse investeringen door niet-
blijkt dat het high tech aandeel beperkt blijft tot               industriële sectoren (bijvoorbeeld banken,
27% in 2002 en de import in dat jaar maar liefst                  verzekeraars) worden gedaan. Overigens fluc-
36% uit high tech producten bestaat. Als wordt                    tueren de ontvangen FDI jaarlijks sterk en is, met
gekeken naar de toegevoegde waarde zit Nederland                  uitzondering van China, in alle getoonde landen
onder het EU-gemiddelde (9,8% versus 12,6% voor                   sinds 2001 sprake van een terugloop. Al met al
de EU-25) voor wat betreft het aandeel dat door                   vindt het gros van de investeringsstromen nog
high tech industrie wordt behaald. Ook het aandeel                steeds binnen de ontwikkelde wereld plaats, al
van medium tech blijft achter. In Nederland blijkt                groeit het aandeel van de opkomende landen snel.
dus vooral de export van relatief laag technologi-
sche producten sterk vertegenwoordigd. Echter,                    Internationale concurrentieverschillen leiden tot

aangezien toegevoegde waarde steeds belangrijker                  outsourcing en offshoring

wordt in de internationale concurrentiestrijd, lijkt              De laatste decennia staan met name Midden- en
de huidige Nederlandse specialisatie in low tech                  Oost-Europese en Aziatische landen goed op de
weinig perspectief voor de toekomst te bieden.                    wereldkaart als lagelonenlanden. De lage lonen
                                                                  maken deze landen vooral geschikt als locatie
Buitenlandse directe investeringen groeien spectaculair,          voor het voortbrengen van (al dan niet laag-
Nederland doorvoerland FDI                                        waardige) arbeidsintensieve producten. Voor
Een andere belangrijke graadmeter voor globali-                   Nederland heeft dit onder meer tot gevolg gehad
sering is de groei van de buitenlandse directe                    dat in het verleden de textielindustrie en de
investeringen (foreign direct investments, FDI).                  scheepsbouw grotendeels zijn vertrokken. Echter,
Wereldwijd namen deze investeringsstromen toe                     sinds enige tijd hebben ook OEM’ers (en toe-
van $ 14 miljard in 1970 tot $ 612 miljard in                     leveranciers) in de metaalketen hun blik steeds

■
5
    high tech export: SBI bedrijfscategorieën 30, 32 en 33, medium high tech SBI bedrijfscategorieën 24, 29, 31, 34, 35,
    low tech de overige categorieën
■
6
    Unctad, www.unctad.org
16
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                    Figuur 2.5 Ontwikkeling inkomende FDI naar land/regio, 1993-2003 (in miljoenen dollars)

                                    10000                                                     70000
                                                                                              60000
                                     8000
                                                                                              50000
                                     6000                                                     40000

                                     4000                                                     30000
                                                                                              20000
                                     2000
                                                                                              10000
                                        0                                                          0

                                            1993   1995       1997   1999    2001   2003               1993   1995    1997    1999    2001   2003


                                                   Tsjechië           Hongarije                               China             Nederland
                                                   Polen                                                      Midden- en Oost-Europa


                                    Bron: Unctad



                                    Figuur 2.6 Ontwikkeling netto inkomende FDI naar land/regio, 1993-2003 (in miljoenen dollars)

                                    10000                                                     60000
                                                                                              50000
                                     8000
                                                                                              40000

                                     6000                                                     30000
                                                                                              20000
                                     4000                                                     10000
                                                                                                   0
                                     2000
                                                                                              -10000
                                        0                                                     -20000

                                            1993   1995       1997   1999    2001   2003               1993   1995    1997    1999    2001   2003


                                                   Tsjechië           Hongarije                               China             Nederland
                                                   Polen                                                      Midden- en Oost-Europa


                                    Bron: Unctad



                                    meer oostwaarts gericht. Met name landen als            genoemde landen, waarbij eventueel sprake is van
                                    China en India bieden naast goedkope arbeids-           samenwerking met deze lokale bedrijven. Het
                                    krachten en kennis (bijv. op IT-gebied in India)        openen van een eigen vestiging in een lagelonen-
                                    immers ook een enorm groeipotentieel. Bedrijven         land (offshoring) is een tweede optie. Deze wordt
                                    die voornamelijk geïnteresseerd zijn in het             nog interessanter indien naast het behalen van
                                    behalen van kostenvoordelen kunnen kiezen voor          kostenvoordelen ook het betreden van een groei-
                                    het uitbesteden aan derden in de hiervoor               markt als doel wordt gesteld.
17




                                                                                                                  SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
Wat betreft offshoring is er een verschil tussen:           Hoewel verplaatsingen grote effecten hebben voor
■   de uitbreiding van de onderneming met een               de desbetreffende bedrijven, is het directe effect
    buitenlandse vestiging, die niet per sé gepaard         op de totale werkgelegenheidsontwikkeling tot op
    gaat met een krimp van binnenlandse produc-             heden dus beperkt. Het indirecte effect op
    tie maar juist de onderneming in het binnen-            Nederlandse toeleveranciers is evenwel niet mee-
    land sterker kan maken (indien het voldoende            genomen, zodat de totale gevolgen groter zullen
    zorgvuldig is afgewogen en voorbereid);                 zijn. Bovendien kan een geleidelijke ontwikkeling
■   het verplaatsen van (een deel van) de produc-           van offshoring op de lange termijn leiden tot een
    tiecapaciteit, met een krimp in de binnenland-          sluipend verdwijnen van banen.
    se productie als gevolg.
                                                            Met arbeidskosten per eenheid product neemt

20% bedrijven denkt aan offshoring                          Nederland middenpositie in

Diverse instituten hebben door middel van                   Lagelonenlanden zijn vooral aantrekkelijk van-
enquêtes onderzocht hoe de omvang van off-                  wege de lage lonen, in meer of mindere mate
shoring zich in Nederland ontwikkeld. Het aan-              gecombineerd met de aanwezigheid van aantrek-
deel respondenten met een gerealiseerde of een              kelijke groeimarkten en de aanwezigheid van
geplande (of vermoede) offshoring liep hierbij              industriële afnemers (volgen van de markt).
uiteen van 11% (MKB Nederland) tot 22% (EZ                  Opvallend is dat in krantenartikelen over offsho-
samen met FME-CWM). Recent onderzoek van                    ring vaak wordt verwezen naar de arbeidskosten
Berenschot (in opdracht van EZ) geeft aan dat               per uur, terwijl het eigenlijk gaat om de arbeids-
10% van de bedrijven de afgelopen jaren produc-             kosten per eenheid product (dus na correctie voor
tie heeft verplaatst en dat 6% plannen heeft om             arbeidsproductiviteit). Uit figuur 2.7 blijkt dat
dit het komende jaar te gaan doen. Binnen de                Nederland in 2001 een middenpositie inneemt wat
metalektro liggen deze percentages enkele                   betreft de arbeidskosten per eenheid product.
procentpunten hoger. Voor wat betreft de bedrij-            Het duurste land is Duitsland, terwijl Polen het
ven met plannen is in de onderzoeken mogelijk               voordeligst uit de bus komt (alhoewel het cijfer
sprake van enige overschatting van het werkelijke           voor dit land een voorlopig cijfer is). In een
vertrek: tussen plannen en realisatie zit immers            aantal landen met lage lonen is de arbeids-
vaak een verschil. Toch geven de uitkomsten                 productiviteit blijkbaar zo laag dat bedrijven daar
duidelijk aan dat bedrijven zich oriënteren op de           per eenheid product meer aan arbeidskosten kwijt
mogelijkheden van offshoring.                               zijn. Hierbij moet worden opgemerkt dat het
Op macroniveau is de verplaatsing van productie             cijfers over het jaar 2001 betreft en sindsdien in
naar lagelonenlanden tot op heden nog niet duide-           de Oost- en Midden-Europese landen nog veel is
lijk zichtbaar in de meeste    statistieken ■
                                            7
                                                aangezien   geïnvesteerd: tussen 2001 en 2003 in totaal bijna
cijfers pas met een vertraging beschikbaar komen.           € 17 miljard in Tsjechië, € 14 miljard in Polen en
Uit de meest actuele berekeningen van                       € 9 miljard in Hongarije. Bij bedrijven met
Berenschot blijkt dat ca. 1 à 1,5% van de in de             recente investeringen zal de productiviteit aan-
afgelopen jaren verdwenen banen direct is toe te            zienlijk hoger zijn dan gemiddeld in het land.
schrijven aan de verplaatsing van productie.
■
7
    SEO, juni 2004
18
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                    Figuur 2.7 Arbeidskosten per eenheid product, 2001


                                    Duitsland                                                                             118

                                     Frankrijk                                                                       115

                                     Litouwen                                                                       112

                                         EU15                                                                  108

                                           DK                                                                 106

                                        Belgie                                                            104

                                     Portugal                                                           101

                                      Tsjechie                                                          101

                                    Nederland                                                           100

                                           UK                                                           99

                                    Slowakije                                                83

                                       Finland                                              82

                                    Roemenie                                                81

                                    Hongarije                                          70

                                      Letland                                58

                                        Polen                                58


                                                 0      20          40            60         80           100                   120

                                    Bron: Eurostat



                                    2.3 Metaalsector in een uitdagende                           in het aandeel in de toegevoegde waarde zijn
                                    omgeving                                                     vooral zichtbaar in de textielsector en de basis-
                                                                                                 metaal, terwijl het aandeel van de voedings-
                                    Aandeel metaalsector in totale industrie toegenomen          middelenindustrie, de producenten van papier- en
                                    In de onderverdeling van de industrie naar de                karton(waren) en de elektrotechnische industrie
                                    verschillende branches (figuur 2.8 en figuur 2.9),           zijn toegenomen. Voor de voedingsmiddelen-
                                    is duidelijk zichtbaar dat zowel in 1980 als in              industrie en de elektrotechnische industrie geldt
                                    2002 de voedingsmiddelenindustrie, de chemische              overigens dat het aandeel in de werkgelegenheid
                                    industrie en de metaalindustrie de grootste                  is afgenomen. Dit geeft een indicatie van de toe-
                                    sectoren in Nederland zijn. Opvallende dalingen              genomen arbeidsproductiviteit in deze sectoren.
19




                                                                                                                                      SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
Figuur 2.8 Industrie; aandeel in toegevoegde waarde per industriebranche, 1980 en 2002

                 1980                                          2002
                8%                                            7%
                                                                                                     Voedings- en genotmiddelen
          4%                   18%                      5%                                           Textiel, leer e.d.
                                                                              23%
                                                   9%                                                Hout
    11%
                                      4%
                                            1%                                                       Papier, karton(waren)
                                                                                           2%        Chemische producten, kunststof
                                                                                           2%
                                      11%        16%                                                 Glas, aardewerk
    14%
                                                                                13%
                                                                                                     Basismetaal
                                                                                                     Metaalproducten en machines
          6%                                            4%
                4%        19%                    1%                                                  Elektrotechnische industrie
                                                                   18%
                                                                                                     Transportmiddelen
                                                                                                     Meubels en overig n.e.g.

Bron: CBS



Figuur 2.9 Industrie; aandeel werkgelegenheid per industriebranche, 1980 en 2002 (in fte’s ■)
                                                                                           8




                 1980                                          2002
          12%                                          14%
                                                                                                     Voedings- en genotmiddelen
                           15%                                           14%
                                                                                       3%            Textiel, leer e.d.
     7%                                           6%                                     2%          Hout
                                      5%
                                            2%                                                       Papier, karton(waren)
 12%                                             10%                                 12%             Chemische producten, kunststof
                                      11%        16%                                                 Glas, aardewerk
                                                                                                     Basismetaal
                                11%                                            12%                   Metaalproducten en machines
          18%                                           20%
                          4%                                             4%                          Elektrotechnische industrie
                                                                                                     Transportmiddelen
                     3%                                             3%
                                                                                                     Meubels en overig n.e.g.

Bron: CBS



Bovendien geeft een vergelijking tussen het                                     OEM’ers en toeleveranciers

omzetaandeel en werkgelegenheidsaandeel inzicht                                 In de metaal kunnen OEM’ers (Original
in het verschil in productiviteit per werknemer                                 Equipment Manufacturers ■) en toeleveranciers ■
                                                                                                        9                     10


per sector. In het vervolg van dit onderzoek is de                              worden onderscheiden (figuur 2.10). In de figuur
focus op de metaalproducten- en machine-                                        is te zien dat de verdeling toeleverancier en
industrie (metaalsector) gericht. Het aandeel van                               OEM’er door de branchelijnen heenlopen. De
deze sector is zowel in toegevoegde waarde als in                               metaalproductenindustrie bestaat uit zowel
werkgelegenheid gestegen tussen 1980 en 2002.                                   OEM’ers als toeleveranciers. Deze laatsten
                                                                                leveren zowel toe aan de machine-industrie als

■
8
   Fulltime equivalents, d.w.z. omgerekend naar volledige werkweken
■
9
   Bedrijven die voor eigen rekening en risico producten ontwikkelen, (laten) produceren en op de markt brengen.
■ Bedrijven die onderdelen of modules van eindproducten maken of bewerken.
10
20
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                    Figuur 2.10 Terminologie



                                                                  Toeleveranciers                                   OEM’ers

                                                         Overige toeleveranciers
                                                                                                    Machine-industrie
                                                         (veel overig metalektro)


                                                                                                    Overige OEM’ers (elektronica,
                                                             Metaalproductenindustrie
                                                                                                     transportmiddelenindustrie)




                                    aan andere OEM’ers. De machine-industrie               typen toeleveranciers worden onderscheiden:
                                    bestaat eveneens uit OEM’ers en toeleveranciers,
                                    waarbij wordt geleverd aan de eigen branche            Process suppliers

                                    maar ook aan andere OEM’ers.                           Process suppliers voeren één of meerdere
                                                                                           bewerking uit (verspanen, draaien, frezen, buigen,
                                    De metaalbranche is dan ook een ketenbranche bij       zetten, etc.). Het leveren van (in meer of mindere
                                    uitstek. OEM’ers ontwikkelen zich veelal tot kop-      mate gespecialiseerde) capaciteit oftewel het
                                    staart bedrijven, die zich met name richten op het     proces staat centraal.
                                    op de markt brengen van producten. De feitelijke
                                    productie en assemblage wordt door deze bedrijven      Parts suppliers

                                    uitbesteed aan toeleveranciers (bijv. system sup-      Parts suppliers vervaardigen metaalproducten die
                                    pliers of DCM’ers (design contract manufacturers) ),   worden verwerkt in modules of eindproducten
                                    die eveneens steeds vaker ook het ontwerp en de        (veren, schroeven, rollen, omkasting, etc.). Parts
                                    functionele specificaties voor hun rekening nemen.     suppliers hebben veel specifieke kennis van het
                                                                                           door hun voortgebrachte product en zetten tech-
                                    Toch blijken deze toegenomen uitbestedingen niet       nologieën in op basis van productspecificaties.
                                    duidelijk tot uitdrukking te komen in de statistie-
                                    ken over onderlinge leveringen in de metalektro-       System suppliers

                                    industrie. Deze liggen al ruim 15 jaren rond de        System suppliers zijn verantwoordelijk voor een
                                    17,5% van de totale    productie ■.
                                                                     11
                                                                                           systeem, module of halffabrikaat en nemen steeds
                                    Voordat een eindproduct tot stand komt, worden         meer taken over van OEM’ers, zoals het opstellen
                                    onderdelen veelal over verschillende schijven          van de specificaties en ontwikkelen van nieuwe
                                    bewerkt en geassembleerd (fig. 2.11). De plaats        producten. System suppliers kunnen verder
                                    in de keten is van invloed op de activiteiten en       worden onderverdeeld in applicatie system
                                    naar verwachting ook de mogelijke succesfacto-         suppliers of generieke system suppliers, deze
                                    ren van een bedrijf. Hierbij kunnen de volgende        verdeling wordt in het rapport niet gemaakt.

                                    ■ CBS, input-outputtabellen
                                    11
21




                                                                                                                             SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
Figuur 2.11 Stroomschema metaalketen


    Process                    Parts                   System              OEM’ers                    Handels-
    suppliers                  suppliers               suppliers                                      kanaal/eindgebruiker




Bron: ING



Sterke positie machine-industrie op internationaal vlak            metaalproductenindustrie onder het gemiddelde
In internationaal perspectief laat de metaal-                      voor de industrie (52%).
branche een wisselend beeld zien. Voor machines
is de export/importquote sterk opgelopen tussen                    Toename uitbestedingen?

1980 en 2002, van 80% naar 107% (figuur 2.12).                     Het invoeraandeel in de productie (grond- en
Dit betekent dat de export zich aanzienlijk sterker                hulpstoffen en halffabrikaten betrokken uit het
heeft ontwikkeld dan de import, hetgeen dus een                    buitenland) beweegt zich van 1987 tot 2003 tussen
positieve ontwikkeling weergeeft. De cijfers van                   de 29% en de 32% en vertoont sinds 1997 een
het CBS geven aan dat de export/importquote na                     voorzichtig stijgende tendens. Het aandeel van de
2002 zelfs nog verder is gestegen tot 118% eind                    totale toegevoegde waarde van de Metalektro-
2004. Metaalproducten laten echter een andere                      industrie is echter in deze periode afgenomen van
ontwikkeling zien, sinds 1998 blijft de import-                    34% tot 29% (al fluctueert deze ook sterk en kan
waarde hoger dan de exportwaarde. Als percen-                      dus nog niet met zekerheid worden gezegd of van
tage van de totale omzet exporteert de metaal-                     een structurele trend sprake is), maar dit komt
productenindustrie ca. 36% en de machine-                          voornamelijk door de uitbesteding van activiteiten
industrie ca. 51%. Hiermee ligt met name de                        aan dienstverleners ■: hun aandeel in totale produc-
                                                                                       12



■ nutsbedrijven, bouw, handel, horeca, reparatie, vervoer, communicatie en financiële en zakelijke dienstverlening
12
22
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                    Figuur 2.12 export/importquote machines en metaalproducten, 1980-2004 ■
                                                                                                          *




                                    130%

                                    120%

                                    110%

                                    100%

                                     90%

                                     80%

                                     70%

                                           1980   1982     1984     1986   1988    1990    1992    1994    1996      1998   2000   2002    2004

                                                   machines OECD                   metaalproducten OECD
                                                   machines CBS                    metaalproducten CBS


                                    Bron: Stan database OECD, CBS
                                    ■ t/m september 2004
                                    *




                                    tie is in deze periode gestegen van 7,6% naar 11,3%.          meeste andere sectoren. In onderzoek van
                                    De verplaatsing van activiteiten naar het buiten-             Berenschot werd gevonden dat 12% van de
                                    land ligt in de metaalsector hoger dan in de                  bedrijven in de basismetaal en metaalproducten-


                                    Box 2.1 Bedreigingen van diverse kanten


                                       In de metaalsector zijn naast de toenemende internationalisering en uitbesteding nog enkele ontwikkelingen
                                       van invloed op ondernemingen. Dit zijn met name:
                                       ■   Sterke conjuncturele afhankelijkheid; door de functie als toeleverancier aan sectoren die rechtstreeks te maken
                                           hebben met conjunctuurgevoelige afzet schommelt de omzet sterk mee met de (inter)nationale conjunctuur.
                                       ■   Kopieergedrag; de in Nederland ontwikkelde producten worden in lagelonenlanden gebruikt om het te kopiëren.
                                       ■   Schaalgrootte; schaalvergroting van afnemers kan leiden tot portefeuilleconcentratie waardoor een te sterke
                                           afhankelijkheid ontstaat.
                                       ■   Personeelstekort; het tekort aan gekwalificeerd personeel is vooral voelbaar in hoogconjunctuur en bij
                                           bedrijven die het minder goed doen.
                                       ■   Overheidsmaatregelen; arbo- en milieumaatregelen kunnen tot hoge kosten leiden.
                                       ■   Technologische ontwikkelingen; substituutproducten (composiet, andere kunststoffen) kunnen met name
                                           bij een aanhoudend hoge staalprijs aantrekkelijk worden.
                                       ■   Congestie; het vollopen van het wegennet is ongunstig voor de internationale concurrentiepositie.


                                    Bron: ING Economisch Bureau, Sectorstudie Metaalproducten en Machine-industrie
23




                                                                                                            SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
industrie de afgelopen 10 jaren activiteiten heeft     profiteren van internationalisatie, aangezien de
verplaatst en dat 8% plannen heeft om dit komend       export van goederen in deze sector sterker is
jaar te doen. Voor de machinebouw, elektro- en         gestegen dan de import.
transportmiddelensector komen deze percentages
op respectievelijk 14% en 6%.                          Als gevolg van verdergaande liberalisatie van het
In de Economische Barometer van de Koninklijke         internationale handelsverkeer en grote internatio-
Metaalunie van het najaar van 2004 gaf ruim            nale concurrentieverschillen is de afgelopen jaren
eenderde van de respondenten aan dat hun               (voor sommige bedrijfstakken decennia) verplaat-
afnemers in toenemende mate uitbesteden aan het        sing van bedrijfsactiviteiten naar lagelonenlanden
buitenland, terwijl eenvijfde van de bedrijven zelf    sterk in de belangstelling gekomen. Dit geldt
in het buitenland uitbesteed.                          zeker voor de metaalketen, waar meer dan één op
                                                       de acht bedrijven de afgelopen tien jaar productie
2.4 Industrie is hoeksteen van de economie             heeft verplaatst naar het (goedkopere) buitenland.
                                                       Een voortgaand proces van productieverplaatsing
De afgelopen decennia hebben een afnemend              naar het buitenland bergt het niet denkbeeldige
belang van de industrie in de economie als geheel      gevaar van een sluipende deïndustrialisatie van de
voor wat betreft werkgelegenheid, toegevoegde          Nederlandse economie in zich.
waarde en productie laten zien. De productie van
de industrie is minder hard gegroeid dan de rest       Deze deïndustrialisatietendens is niet zonder
van de economie als gevolg van een sterke              risico’s. Gezien het substantiële belang voor
productiviteitsgroei, uitbesteding van diensten en     groei, innovatie en export blijft de industrie een
een verschuiving van de vraag richting vooral de       essentiële pijler onder de economie. Bovendien
dienstensector. Er is vooralsnog geen sprake van       kan een economie met een gediversifieerde
een structurele daling van de industriële productie.   sectorstructuur conjuncturele schokken beter
                                                       opvangen dan een eenzijdig samengestelde econo-
Industriële bedrijven bevinden zich in een zeer        mie. Gezien de sterke onderlinge verwevenheid
dynamische omgeving, waarin de internationale          heeft ook de dienstensector belang bij een meer
concurrentie sterk toeneemt. Steeds meer handels-      dan marginale aanwezigheid van de industrie.
en productieactiviteiten van bedrijven overschrij-     Ten slotte zorgt de industrie voor een breed scala
den de nationale grenzen. Structureel vertonen de      van banen die bijdraagt aan een veelzijdige werk-
ontwikkeling van de internationale handel en de        gelegenheidsstructuur. Om deze redenen is het
internationale directe investeringen dan ook een       voor Nederland van cruciaal belang om een
stijgende lijn. Ook de Nederlandse export groeit.      industriële sector van een relevante omvang en
Twee belangrijke kanttekeningen hierbij zijn dat       diversiteit te houden.
het Nederlandse exportpakket relatief sterk
gespecialiseerd is in low-tech goederen en dat de
wederuitvoer sneller groeit dan de export van
binnenlands geproduceerde goederen. Binnen de
metaalsector weet vooral de machine-industrie te
24                                  Strategische succesfactoren Nederlandse metaalindustrie 3
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                            Nu in het vorige hoofdstuk de omgeving voor de          24% van de ondernemingen deelden zichzelf in
                                            industrie in het algemeen en de metaalindustrie in      als system suppliers, 11% als parts suppliers en
                                            het bijzonder is geschetst, werpt de vraag zich op      23% als process suppliers.
                                            hoe bedrijven denken met deze dynamische, maar
                                            lastige omstandigheden om te kunnen gaan. Om            Indeling bedrijven naar strategische focus
                                            bedrijven hierbij te helpen is er vanzelfsprekend       Succesfactoren verschillen van bedrijf tot bedrijf
                                            een rol weggelegd voor de overheid en branche-          en hebben onder meer te maken met de gekozen
                                            organisaties, maar het belangrijkste is toch wat        strategie en de positie in de keten. Dit laatste
                                            bedrijven zelf doen om mee te gaan in de concur-        heeft betrekking op de indeling in tabel 3.1, naar
                                            rentiestrijd. Wat zijn de (kritische) succesfactoren    process supplier, parts supplier, system supplier
                                            die ook in de toekomst voor een bestendige              en OEM’er. Toch blijken ondernemers binnen
                                            relatie tussen de onderneming en de markt kunnen        deze groepen ook sterk van elkaar te verschillen
                                            zorgen en die bovendien door de onderneming             voor wat betreft succesfactoren. Daarom is een
                                            zelf zijn te beïnvloeden? De kwaliteit van de           nieuwe indeling gemaakt, waarbij op basis van
                                            ondernemer of manager is hierbij een dusdanig           een tweetal strategische keuzes vier categorieën
                                            belangrijke factor dat deze als alles overkoepe-        bedrijven zijn onderscheiden (tabel 3.2).
                                            lende factor wordt beschouwd en dus niet meer
                                            apart wordt behandeld.                                  Ten eerste is ingedeeld op de keuze voor product-
                                                                                                    innovatie of kostenleiderschap. Als maatstaf hier-
                                            Onderzoek middels interviews en enquête                 voor is het belang dat wordt gehecht aan product-
                                            Om inzicht te krijgen in de strategische succes-        innovatie gekozen. De keuze voor product-
                                            factoren voor metaalondernemingen zijn 12               innovatie is gemaakt omdat dit naar verwachting
                                            gesprekken gevoerd met partijen op verschillende        de meest bepalende succesfactor is voor de toe-
                                            plaatsen in de keten. Aanvullend is een enquête         komst. De tweede schifting van groepen heeft
                                            ingevuld door 260 metaalbedrijven, met een              betrekking op de keuze voor specialisatie of
                                            gemiddelde bedrijfsomvang van 35 werknemers.            diversificatie. Op deze manier zijn vier groepen
                                            De grootste categorie (ingedeeld naar hoofdacti-        ontstaan, met ieder verschillende voorkeuren voor
                                            viteit) in de steekproef bleek OEM’ers (43%),           succesfactoren.


                                            Tabel 3.1 Steekproef enquête naar type bedrijf


                                               Type bedrijf                        Aandeel in steekproef            Gemiddelde personeelsomvang


                                               Process suppliers                             23%                                   31
                                               Parts suppliers                               11%                                   37
                                               System suppliers                              24%                                   43
                                               OEM’ers                                       43%                                   30


                                            Bron: Economisch Bureau ING
25




                                                                                                              SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
Tabel 3.2 Steekproef enquête naar strategische focus


   Type bedrijf                      Aandeel in        Aandeel        Aandeel        Aandeel       Aandeel
                                       totale          process          parts         system      OEM’ers
                                     steekproef        suppliers      suppliers      suppliers


   Innovatieve specialisten             26%              21%               4%          15%          60%
   Kostengerichte specialisten          19%              24%            22%            27%          29%
   Innovatieve gediversifieerde         27%              13%            10%            17%          60%
   bedrijven
   Kostengerichte                       28%              33%            10%            36%          21%
   gediversifieerde bedrijven
   Totaal                              100%              23%            11%            24%          43%


Bron: Economisch Bureau ING



3.1 Innovatieve specialisten                             innovativiteit onderscheiden van de rest. Een
                                                         aantal bedrijven in deze groep weet zich, doordat
Deze categorie onderscheidt zich van de andere           zij iets redelijk unieks bieden, verzekerd van een
drie doordat een duidelijke strategische keuze           zeer sterke marktpositie, waardoor prijs een min-
wordt gemaakt voor productinnovatie en speciali-         der belangrijke rol speelt. Het doel is natuurlijk
satie. Deze specialisatie kan zich zowel uiten in        om deze positie vast te houden en uit te bouwen.
specialisatie in een bepaald product als speciali-       Toch moeten vrijwel alle bedrijven met een
satie in bepaalde activiteiten. In de categorie          innovatiestrategie ook op de kosten letten, anders
innovatieve specialisten blijken OEM’ers relatief        dreigen klanten alsnog weg te lopen. Er bestaat
zeer sterk vertegenwoordigd en parts suppliers           vrijwel altijd een zekere mate van uitruil tussen
opvallend weinig aanwezig.                               kostenconcurrentie en onderscheidingsvermogen
De succesfactoren die het hoogst scoren in deze          door innovatie.
categorie zijn specialisatie, het leveren van
kwaliteit, de ontwikkeling van nieuwe producten,             Een OEM’er: “Het ten uitvoer brengen
goede klachtenafhandeling en het leveren van                 van strategische keuzes houdt voor ons
maatwerk (figuur 3.1).                                           in dat bepaalde uitontwikkelde
                                                                 producten met een lage marge
Sterke innovatiestrategie aanwezig                                     worden afgestoten”
De door ondernemingen in deze categorie aange-
houden strategie is één waarbij overwegend               Focus op kernactiviteiten

gekozen wordt voor productinnovatie in plaats            De innovatieve specialisten hebben allemaal
van kostenconcurrentie. Dit betekent dat produc-         gekozen voor specialisatie door zich te richten op
ten geboden worden die zich, met name door               één of enkele specifieke (kern)activiteiten. Een
26
SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND




                                    grote meerderheid van de geïnterviewde bedrijven           (of uitbesteed aan binnenlandse bedrijven of
                                    geeft aan dat een specialisatiestrategie voor hen          lagelonenlanden) als deze niet langer passen
                                    een belangrijke succesfactor is, met als belang-           binnen de gekozen strategie. Voor wat betreft de
                                    rijke reden dat gespecialiseerde bedrijven een             organisatorische invulling van de strategie zien zij
                                    betere prijs-kwaliteit verhouding kunnen bieden.           over het algemeen weinig heil in voorwaartse of
                                    Men geeft aan dat activiteiten worden afgestoten           achterwaartse integratie. Schaalvergroting door het


                                    Figuur 3.1 Gemiddelde score potentiële succesfactoren innovatieve specialisten (0-10)

                                                       voorwaartse integratie
                                                     achterwaartse integratie
                                                  overnemen collegabedrijven
                                                        samenwerking collega
                                                                  diversificatie
                                                          laag voorraadniveau
                                             samenwerking kennisinstellingen
                                                             standaardisering
                                                                  uitbesteding
                                                samenwerking toeleveranciers
                                                  korte ontwikkeldoorlooptijd
                                                       korte productielooptijd
                                                           brede klantenkring
                                                  verbetering productieproces
                                                       kennisniveau personeel
                                                                    exporteren
                                    beschikbaarheid kennis laatste technologie
                                                         creativiteit personeel
                                                      samenwerking afnemers
                                                                nichemarkten
                                                brede inzetbaarheid personeel
                                                        leverbetrouwbaarheid
                                                         onderhoud en service
                                                                     maatwerk
                                                          klachtenafhandeling
                                               ontwikkeling nieuwe producten
                                                             kwaliteit leveren
                                                                  specialisatie


                                                                                   0   1   2   3   4     5     6     7      8   9    10
                                    Bron: Economisch Bureau ING
27




                                                                                                           SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND
overnemen van collegabedrijven scoort,               Inspelen op klantenwensen door maatwerk en korte

vergeleken met andere succesfactoren, tevens laag.   ontwikkeltijd

Niettemin wordt dit door eenderde van de onder-      Flexibiliteit is voor deze bedrijven vooral belang-
nemers als belangrijke tot zeer belangrijke          rijk waar het gaat om het flexibel kunnen inspelen
succesfactor gezien. De meerderheid kiest dus        op klantenwensen door maatwerk te bieden en het
hooguit voor schaalvergroting door autonome          realiseren van een korte ontwikkel- en productie-
groei. In enkele gevallen is sprake van autonome     doorlooptijd. Productiedoorlooptijden blijken
groei door het starten van productievestigingen in   echter minder cruciaal dan bij de andere catego-
lagelonenlanden om via deze locatie meer kosten-     rieën, die het hier dus nog sterker van moeten
gevoelige en minder tijdkritische onderdelen of      hebben. Het inbouwen van flexibiliteit in de
producten te leveren of afnemers te volgen.          organisatie gebeurt, evenals bij ondernemingen in
                                                     de andere categorieën, vooral door een brede
Hoge marktgerichtheid met sterke nichefocus          inzetbaarheid van werknemers. In mindere mate
Innovatieve specialisten zijn van alle categorieën   (maar meer dan bij bedrijven zonder innovatie-
het sterkst gefocust op nichemarkten. De sterke      strategie) is sprake van uitbesteding van werk-
focus op bepaalde klantengroepen met een             zaamheden. Het uitbesteden van (niet-kern)-
gespecialiseerd productaanbod heeft mede tot         activiteiten aan binnenlandse of buitenlandse
gevolg dat men veel inzicht heeft in de bedrijfs-    partijen kan de netto-omzetafhankelijkheid van
processen van klanten. Bedrijven die tot de          afnemers verlagen en voor een buffer zorgen in
innovatieve specialisten behoren zijn sterker dan    de productiecapaciteit. De belangrijkste reden
hun collegabedrijven bezig met marktontwikke-        voor uitbesteding blijft natuurlijk dat een ander
ling. Samenhangend met de nichefocus, blijken        bedrijf een bepaald product of activiteit goedko-
zij minder waarde te hechten aan een brede           per kan leveren (bijvoorbeeld in een lagelonen-
klantenkring. De innovatieve specialisten zijn       land), waardoor de totale productkosten dalen.
echter wel het sterkst op export gericht, met name
de OEM’ers behalen veel van hun omzet in het                Een OEM’er: “Co-makership met
buitenland, waarbij de geografische spreiding            fabrikanten die ons product inbouwen
veelal hoog is. Hiermee kan de afhankelijkheid          zorgt ervoor dat wij tijdig op de hoogte
van enkele (in dit geval geografische) markten           zijn van hun nieuwe modellen en daar
worden verkleind.                                        met ons product op kunnen inspelen”

    Een parts supplier: “Om ‘smoel’ in de            Samenwerking met afnemers bij productinnovatie
    markt te houden vind ik het belangrijk           Innovatieve specialisten vinden allemaal product-
       om regelmatig lezingen te geven               innovatie voor een bedrijf met hun positie in de
      en aanwezig te zijn op beurzen en              markt cruciaal om in de toekomst de concurren-
                in vakbladen”                        tiestrijd aan te kunnen. Hun klantgerichtheid
                                                     komt terug in het relatief sterke belang van
                                                     samenwerking met de afnemer bij productontwik-
                                                     keling. Door met de klant een sterke relatie te
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005
ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005

Weitere ähnliche Inhalte

Andere mochten auch

ABN AMRO rapport social media in de industrie, 8 april 2013 (ZIE UPDATED VERS...
ABN AMRO rapport social media in de industrie, 8 april 2013 (ZIE UPDATED VERS...ABN AMRO rapport social media in de industrie, 8 april 2013 (ZIE UPDATED VERS...
ABN AMRO rapport social media in de industrie, 8 april 2013 (ZIE UPDATED VERS...ABN AMRO
 
Infographic 3D printing market in The Netherlands
Infographic 3D printing market in The NetherlandsInfographic 3D printing market in The Netherlands
Infographic 3D printing market in The NetherlandsABN AMRO
 
Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...
Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...
Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...ABN AMRO
 
ABN AMRO Rapport Raising the bars oktober 2008
ABN AMRO Rapport Raising the bars oktober 2008ABN AMRO Rapport Raising the bars oktober 2008
ABN AMRO Rapport Raising the bars oktober 2008ABN AMRO
 
20140814 volkskrant 3 d-printer in duikvlucht
20140814 volkskrant   3 d-printer in duikvlucht20140814 volkskrant   3 d-printer in duikvlucht
20140814 volkskrant 3 d-printer in duikvluchtABN AMRO
 
Rubber: vandaag zwart, morgen groen (Kunststof Magazine, mei 2013)
Rubber: vandaag zwart, morgen groen (Kunststof Magazine, mei 2013)Rubber: vandaag zwart, morgen groen (Kunststof Magazine, mei 2013)
Rubber: vandaag zwart, morgen groen (Kunststof Magazine, mei 2013)ABN AMRO
 
ING rapport Productieverplaatsing: gevolgen globalisering voor de metalektro-...
ING rapport Productieverplaatsing: gevolgen globalisering voor de metalektro-...ING rapport Productieverplaatsing: gevolgen globalisering voor de metalektro-...
ING rapport Productieverplaatsing: gevolgen globalisering voor de metalektro-...ABN AMRO
 
ING My Industry: Dutch Manufacturing 2010, nov 2006
ING My Industry: Dutch Manufacturing 2010, nov 2006ING My Industry: Dutch Manufacturing 2010, nov 2006
ING My Industry: Dutch Manufacturing 2010, nov 2006ABN AMRO
 
ING rapport Waarde van flexibiliteit, de praktijk in de hi-tech systems indus...
ING rapport Waarde van flexibiliteit, de praktijk in de hi-tech systems indus...ING rapport Waarde van flexibiliteit, de praktijk in de hi-tech systems indus...
ING rapport Waarde van flexibiliteit, de praktijk in de hi-tech systems indus...ABN AMRO
 
Nederlandse 3D-printing markt in 2017
Nederlandse 3D-printing markt in 2017Nederlandse 3D-printing markt in 2017
Nederlandse 3D-printing markt in 2017ABN AMRO
 
Abn amro rapport visie op industrie, mei 2014
Abn amro rapport visie op industrie, mei 2014Abn amro rapport visie op industrie, mei 2014
Abn amro rapport visie op industrie, mei 2014ABN AMRO
 
ABN AMRO Raising The Bars: strategische agenda voor de Nederlandse toeleverin...
ABN AMRO Raising The Bars: strategische agenda voor de Nederlandse toeleverin...ABN AMRO Raising The Bars: strategische agenda voor de Nederlandse toeleverin...
ABN AMRO Raising The Bars: strategische agenda voor de Nederlandse toeleverin...ABN AMRO
 
ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013
ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013
ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013ABN AMRO
 
ABN AMRO Industrie Trends, cijfers & prognoses, nov 2013
ABN AMRO Industrie Trends, cijfers & prognoses, nov 2013ABN AMRO Industrie Trends, cijfers & prognoses, nov 2013
ABN AMRO Industrie Trends, cijfers & prognoses, nov 2013ABN AMRO
 
ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013
ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013
ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013ABN AMRO
 
ABN AMRO rapport industriele cocreatie & 3d printing, maart 2012
ABN AMRO rapport industriele cocreatie & 3d printing, maart 2012ABN AMRO rapport industriele cocreatie & 3d printing, maart 2012
ABN AMRO rapport industriele cocreatie & 3d printing, maart 2012ABN AMRO
 
ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO Visie op Industrie 2013ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO Visie op Industrie 2013ABN AMRO
 
Social media in de industrie, ABN AMRO 9 april 2013
Social media in de industrie, ABN AMRO 9 april 2013Social media in de industrie, ABN AMRO 9 april 2013
Social media in de industrie, ABN AMRO 9 april 2013ABN AMRO
 
Abn amro rapport toeleverancier blijven of eigen product gaan maken, jan 2016
Abn amro rapport toeleverancier blijven of eigen product gaan maken, jan 2016Abn amro rapport toeleverancier blijven of eigen product gaan maken, jan 2016
Abn amro rapport toeleverancier blijven of eigen product gaan maken, jan 2016ABN AMRO
 

Andere mochten auch (19)

ABN AMRO rapport social media in de industrie, 8 april 2013 (ZIE UPDATED VERS...
ABN AMRO rapport social media in de industrie, 8 april 2013 (ZIE UPDATED VERS...ABN AMRO rapport social media in de industrie, 8 april 2013 (ZIE UPDATED VERS...
ABN AMRO rapport social media in de industrie, 8 april 2013 (ZIE UPDATED VERS...
 
Infographic 3D printing market in The Netherlands
Infographic 3D printing market in The NetherlandsInfographic 3D printing market in The Netherlands
Infographic 3D printing market in The Netherlands
 
Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...
Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...
Industrial Internet of Things; noodzaak voor industrie, kans voor IT-sector f...
 
ABN AMRO Rapport Raising the bars oktober 2008
ABN AMRO Rapport Raising the bars oktober 2008ABN AMRO Rapport Raising the bars oktober 2008
ABN AMRO Rapport Raising the bars oktober 2008
 
20140814 volkskrant 3 d-printer in duikvlucht
20140814 volkskrant   3 d-printer in duikvlucht20140814 volkskrant   3 d-printer in duikvlucht
20140814 volkskrant 3 d-printer in duikvlucht
 
Rubber: vandaag zwart, morgen groen (Kunststof Magazine, mei 2013)
Rubber: vandaag zwart, morgen groen (Kunststof Magazine, mei 2013)Rubber: vandaag zwart, morgen groen (Kunststof Magazine, mei 2013)
Rubber: vandaag zwart, morgen groen (Kunststof Magazine, mei 2013)
 
ING rapport Productieverplaatsing: gevolgen globalisering voor de metalektro-...
ING rapport Productieverplaatsing: gevolgen globalisering voor de metalektro-...ING rapport Productieverplaatsing: gevolgen globalisering voor de metalektro-...
ING rapport Productieverplaatsing: gevolgen globalisering voor de metalektro-...
 
ING My Industry: Dutch Manufacturing 2010, nov 2006
ING My Industry: Dutch Manufacturing 2010, nov 2006ING My Industry: Dutch Manufacturing 2010, nov 2006
ING My Industry: Dutch Manufacturing 2010, nov 2006
 
ING rapport Waarde van flexibiliteit, de praktijk in de hi-tech systems indus...
ING rapport Waarde van flexibiliteit, de praktijk in de hi-tech systems indus...ING rapport Waarde van flexibiliteit, de praktijk in de hi-tech systems indus...
ING rapport Waarde van flexibiliteit, de praktijk in de hi-tech systems indus...
 
Nederlandse 3D-printing markt in 2017
Nederlandse 3D-printing markt in 2017Nederlandse 3D-printing markt in 2017
Nederlandse 3D-printing markt in 2017
 
Abn amro rapport visie op industrie, mei 2014
Abn amro rapport visie op industrie, mei 2014Abn amro rapport visie op industrie, mei 2014
Abn amro rapport visie op industrie, mei 2014
 
ABN AMRO Raising The Bars: strategische agenda voor de Nederlandse toeleverin...
ABN AMRO Raising The Bars: strategische agenda voor de Nederlandse toeleverin...ABN AMRO Raising The Bars: strategische agenda voor de Nederlandse toeleverin...
ABN AMRO Raising The Bars: strategische agenda voor de Nederlandse toeleverin...
 
ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013
ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013
ABN AMRO Aantal faillissementen blijft erg hoog, 10 juni 2013
 
ABN AMRO Industrie Trends, cijfers & prognoses, nov 2013
ABN AMRO Industrie Trends, cijfers & prognoses, nov 2013ABN AMRO Industrie Trends, cijfers & prognoses, nov 2013
ABN AMRO Industrie Trends, cijfers & prognoses, nov 2013
 
ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013
ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013
ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013
 
ABN AMRO rapport industriele cocreatie & 3d printing, maart 2012
ABN AMRO rapport industriele cocreatie & 3d printing, maart 2012ABN AMRO rapport industriele cocreatie & 3d printing, maart 2012
ABN AMRO rapport industriele cocreatie & 3d printing, maart 2012
 
ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO Visie op Industrie 2013ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO Visie op Industrie 2013
 
Social media in de industrie, ABN AMRO 9 april 2013
Social media in de industrie, ABN AMRO 9 april 2013Social media in de industrie, ABN AMRO 9 april 2013
Social media in de industrie, ABN AMRO 9 april 2013
 
Abn amro rapport toeleverancier blijven of eigen product gaan maken, jan 2016
Abn amro rapport toeleverancier blijven of eigen product gaan maken, jan 2016Abn amro rapport toeleverancier blijven of eigen product gaan maken, jan 2016
Abn amro rapport toeleverancier blijven of eigen product gaan maken, jan 2016
 

Ähnlich wie ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005

Magazine Het Ondernemersbelang IJmond 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang IJmond 05 2011Magazine Het Ondernemersbelang IJmond 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang IJmond 05 2011HetOndernemersBelang
 
Magazine het ondernemersbelang tilburg 0312Magazine Het Ondernemersbelang Til...
Magazine het ondernemersbelang tilburg 0312Magazine Het Ondernemersbelang Til...Magazine het ondernemersbelang tilburg 0312Magazine Het Ondernemersbelang Til...
Magazine het ondernemersbelang tilburg 0312Magazine Het Ondernemersbelang Til...HetOndernemersBelang
 
Magazine Het Ondernemersbelang Haarlemmermeerlanden 0312
Magazine Het Ondernemersbelang Haarlemmermeerlanden 0312Magazine Het Ondernemersbelang Haarlemmermeerlanden 0312
Magazine Het Ondernemersbelang Haarlemmermeerlanden 0312HetOndernemersBelang
 
R070 0410 Hob Moerdijk
R070 0410 Hob MoerdijkR070 0410 Hob Moerdijk
R070 0410 Hob Moerdijkmanagerbob
 
Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant noord 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant noord 05 2011Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant noord 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant noord 05 2011HetOndernemersBelang
 
R070 0511 Hob Wbn
R070 0511 Hob WbnR070 0511 Hob Wbn
R070 0511 Hob Wbnmanagerbob
 
R065 0512 Hob Limburg Zuid
R065 0512 Hob Limburg ZuidR065 0512 Hob Limburg Zuid
R065 0512 Hob Limburg Zuidmanagerbob
 
Magazine het ondernemersbelang hoeksche waard 01 2012
Magazine het ondernemersbelang hoeksche waard 01 2012Magazine het ondernemersbelang hoeksche waard 01 2012
Magazine het ondernemersbelang hoeksche waard 01 2012HetOndernemersBelang
 
Magazine Het Ondernemersbelang Peelland 01 2012
Magazine Het Ondernemersbelang Peelland  01 2012Magazine Het Ondernemersbelang Peelland  01 2012
Magazine Het Ondernemersbelang Peelland 01 2012HetOndernemersBelang
 
R065 0112 Hob Limburg Zuid
R065 0112 Hob Limburg ZuidR065 0112 Hob Limburg Zuid
R065 0112 Hob Limburg Zuidmanagerbob
 
Magazine Het Ondernemersbelang de Noordelijke Maasvallei 0212
Magazine Het Ondernemersbelang de Noordelijke Maasvallei 0212Magazine Het Ondernemersbelang de Noordelijke Maasvallei 0212
Magazine Het Ondernemersbelang de Noordelijke Maasvallei 0212HetOndernemersBelang
 
Magazine Het Ondernemersbelang Zaanstreek 0212
Magazine Het Ondernemersbelang Zaanstreek 0212Magazine Het Ondernemersbelang Zaanstreek 0212
Magazine Het Ondernemersbelang Zaanstreek 0212HetOndernemersBelang
 
Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 0312
Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 0312Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 0312
Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 0312HetOndernemersBelang
 
Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant Noord 0312
Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant Noord 0312Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant Noord 0312
Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant Noord 0312HetOndernemersBelang
 
R065 0211 Hob Limburg Zuid
R065 0211 Hob Limburg ZuidR065 0211 Hob Limburg Zuid
R065 0211 Hob Limburg Zuidmanagerbob
 
Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 05 2011Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 05 2011HetOndernemersBelang
 
Magazine Het Ondernemersbelang De Graafschap Liemers 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang De Graafschap Liemers 05 2011Magazine Het Ondernemersbelang De Graafschap Liemers 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang De Graafschap Liemers 05 2011HetOndernemersBelang
 
R070 0312 Hob Wbn
R070 0312 Hob WbnR070 0312 Hob Wbn
R070 0312 Hob Wbnmanagerbob
 
R070 0110 Hob Moerdijk
R070 0110 Hob MoerdijkR070 0110 Hob Moerdijk
R070 0110 Hob Moerdijkmanagerbob
 
Magazine Het Ondernemersbelang 't Gooi 0312
Magazine Het Ondernemersbelang 't Gooi 0312Magazine Het Ondernemersbelang 't Gooi 0312
Magazine Het Ondernemersbelang 't Gooi 0312HetOndernemersBelang
 

Ähnlich wie ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005 (20)

Magazine Het Ondernemersbelang IJmond 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang IJmond 05 2011Magazine Het Ondernemersbelang IJmond 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang IJmond 05 2011
 
Magazine het ondernemersbelang tilburg 0312Magazine Het Ondernemersbelang Til...
Magazine het ondernemersbelang tilburg 0312Magazine Het Ondernemersbelang Til...Magazine het ondernemersbelang tilburg 0312Magazine Het Ondernemersbelang Til...
Magazine het ondernemersbelang tilburg 0312Magazine Het Ondernemersbelang Til...
 
Magazine Het Ondernemersbelang Haarlemmermeerlanden 0312
Magazine Het Ondernemersbelang Haarlemmermeerlanden 0312Magazine Het Ondernemersbelang Haarlemmermeerlanden 0312
Magazine Het Ondernemersbelang Haarlemmermeerlanden 0312
 
R070 0410 Hob Moerdijk
R070 0410 Hob MoerdijkR070 0410 Hob Moerdijk
R070 0410 Hob Moerdijk
 
Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant noord 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant noord 05 2011Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant noord 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant noord 05 2011
 
R070 0511 Hob Wbn
R070 0511 Hob WbnR070 0511 Hob Wbn
R070 0511 Hob Wbn
 
R065 0512 Hob Limburg Zuid
R065 0512 Hob Limburg ZuidR065 0512 Hob Limburg Zuid
R065 0512 Hob Limburg Zuid
 
Magazine het ondernemersbelang hoeksche waard 01 2012
Magazine het ondernemersbelang hoeksche waard 01 2012Magazine het ondernemersbelang hoeksche waard 01 2012
Magazine het ondernemersbelang hoeksche waard 01 2012
 
Magazine Het Ondernemersbelang Peelland 01 2012
Magazine Het Ondernemersbelang Peelland  01 2012Magazine Het Ondernemersbelang Peelland  01 2012
Magazine Het Ondernemersbelang Peelland 01 2012
 
R065 0112 Hob Limburg Zuid
R065 0112 Hob Limburg ZuidR065 0112 Hob Limburg Zuid
R065 0112 Hob Limburg Zuid
 
Magazine Het Ondernemersbelang de Noordelijke Maasvallei 0212
Magazine Het Ondernemersbelang de Noordelijke Maasvallei 0212Magazine Het Ondernemersbelang de Noordelijke Maasvallei 0212
Magazine Het Ondernemersbelang de Noordelijke Maasvallei 0212
 
Magazine Het Ondernemersbelang Zaanstreek 0212
Magazine Het Ondernemersbelang Zaanstreek 0212Magazine Het Ondernemersbelang Zaanstreek 0212
Magazine Het Ondernemersbelang Zaanstreek 0212
 
Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 0312
Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 0312Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 0312
Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 0312
 
Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant Noord 0312
Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant Noord 0312Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant Noord 0312
Magazine Het Ondernemersbelang West Brabant Noord 0312
 
R065 0211 Hob Limburg Zuid
R065 0211 Hob Limburg ZuidR065 0211 Hob Limburg Zuid
R065 0211 Hob Limburg Zuid
 
Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 05 2011Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang Waterland 05 2011
 
Magazine Het Ondernemersbelang De Graafschap Liemers 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang De Graafschap Liemers 05 2011Magazine Het Ondernemersbelang De Graafschap Liemers 05 2011
Magazine Het Ondernemersbelang De Graafschap Liemers 05 2011
 
R070 0312 Hob Wbn
R070 0312 Hob WbnR070 0312 Hob Wbn
R070 0312 Hob Wbn
 
R070 0110 Hob Moerdijk
R070 0110 Hob MoerdijkR070 0110 Hob Moerdijk
R070 0110 Hob Moerdijk
 
Magazine Het Ondernemersbelang 't Gooi 0312
Magazine Het Ondernemersbelang 't Gooi 0312Magazine Het Ondernemersbelang 't Gooi 0312
Magazine Het Ondernemersbelang 't Gooi 0312
 

Mehr von ABN AMRO

ABN AMRO rapport Bouwrobots winnen terrein, maart 2022
ABN AMRO rapport Bouwrobots winnen terrein, maart 2022ABN AMRO rapport Bouwrobots winnen terrein, maart 2022
ABN AMRO rapport Bouwrobots winnen terrein, maart 2022ABN AMRO
 
ABN AMRO rapport Ondernemers onderschatten het risico op cybercriminaliteit, ...
ABN AMRO rapport Ondernemers onderschatten het risico op cybercriminaliteit, ...ABN AMRO rapport Ondernemers onderschatten het risico op cybercriminaliteit, ...
ABN AMRO rapport Ondernemers onderschatten het risico op cybercriminaliteit, ...ABN AMRO
 
ABN AMRO rapport Services als verdienmodel voor de industrie, sept 2021
ABN AMRO rapport Services als verdienmodel voor de industrie, sept 2021ABN AMRO rapport Services als verdienmodel voor de industrie, sept 2021
ABN AMRO rapport Services als verdienmodel voor de industrie, sept 2021ABN AMRO
 
ABN AMRO AgriTech, Battle for agricultural robots begins, oct 2020 (en)
ABN AMRO AgriTech, Battle for agricultural robots begins, oct 2020 (en)ABN AMRO AgriTech, Battle for agricultural robots begins, oct 2020 (en)
ABN AMRO AgriTech, Battle for agricultural robots begins, oct 2020 (en)ABN AMRO
 
BN AMRO Nederland na corona in vier scenarios (industrie), juli 2020
BN AMRO Nederland na corona in vier scenarios (industrie), juli 2020BN AMRO Nederland na corona in vier scenarios (industrie), juli 2020
BN AMRO Nederland na corona in vier scenarios (industrie), juli 2020ABN AMRO
 
ABN AMRO rapport Winstmarge onder druk in tijden van hoogconjunctuur, maart 2019
ABN AMRO rapport Winstmarge onder druk in tijden van hoogconjunctuur, maart 2019ABN AMRO rapport Winstmarge onder druk in tijden van hoogconjunctuur, maart 2019
ABN AMRO rapport Winstmarge onder druk in tijden van hoogconjunctuur, maart 2019ABN AMRO
 
ABN AMRO rapport Aandrijftechniek, sept 2019
ABN AMRO rapport Aandrijftechniek, sept 2019ABN AMRO rapport Aandrijftechniek, sept 2019
ABN AMRO rapport Aandrijftechniek, sept 2019ABN AMRO
 
BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008
BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008
BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008ABN AMRO
 
3D printing groeit gestaag door
3D printing groeit gestaag door3D printing groeit gestaag door
3D printing groeit gestaag doorABN AMRO
 
Metaalprinten maakt ultiem maatwerk mogelijk
Metaalprinten maakt ultiem maatwerk mogelijkMetaalprinten maakt ultiem maatwerk mogelijk
Metaalprinten maakt ultiem maatwerk mogelijkABN AMRO
 
3D-printing in Nederland: klein in omzet, groot in ideeën
3D-printing in Nederland: klein in omzet, groot in ideeën3D-printing in Nederland: klein in omzet, groot in ideeën
3D-printing in Nederland: klein in omzet, groot in ideeënABN AMRO
 
Vraag naar metaalpoeder groeit door 3D-printing
Vraag naar metaalpoeder groeit door 3D-printingVraag naar metaalpoeder groeit door 3D-printing
Vraag naar metaalpoeder groeit door 3D-printingABN AMRO
 
Wonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot stand
Wonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot standWonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot stand
Wonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot standABN AMRO
 
3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen
3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen
3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoenABN AMRO
 
Smart Future: slimme technologie raakt ons hele leven
Smart Future: slimme technologie raakt ons hele levenSmart Future: slimme technologie raakt ons hele leven
Smart Future: slimme technologie raakt ons hele levenABN AMRO
 
ABN AMRO Stand van de industrie, feb 2014
ABN AMRO Stand van de industrie, feb 2014ABN AMRO Stand van de industrie, feb 2014
ABN AMRO Stand van de industrie, feb 2014ABN AMRO
 

Mehr von ABN AMRO (16)

ABN AMRO rapport Bouwrobots winnen terrein, maart 2022
ABN AMRO rapport Bouwrobots winnen terrein, maart 2022ABN AMRO rapport Bouwrobots winnen terrein, maart 2022
ABN AMRO rapport Bouwrobots winnen terrein, maart 2022
 
ABN AMRO rapport Ondernemers onderschatten het risico op cybercriminaliteit, ...
ABN AMRO rapport Ondernemers onderschatten het risico op cybercriminaliteit, ...ABN AMRO rapport Ondernemers onderschatten het risico op cybercriminaliteit, ...
ABN AMRO rapport Ondernemers onderschatten het risico op cybercriminaliteit, ...
 
ABN AMRO rapport Services als verdienmodel voor de industrie, sept 2021
ABN AMRO rapport Services als verdienmodel voor de industrie, sept 2021ABN AMRO rapport Services als verdienmodel voor de industrie, sept 2021
ABN AMRO rapport Services als verdienmodel voor de industrie, sept 2021
 
ABN AMRO AgriTech, Battle for agricultural robots begins, oct 2020 (en)
ABN AMRO AgriTech, Battle for agricultural robots begins, oct 2020 (en)ABN AMRO AgriTech, Battle for agricultural robots begins, oct 2020 (en)
ABN AMRO AgriTech, Battle for agricultural robots begins, oct 2020 (en)
 
BN AMRO Nederland na corona in vier scenarios (industrie), juli 2020
BN AMRO Nederland na corona in vier scenarios (industrie), juli 2020BN AMRO Nederland na corona in vier scenarios (industrie), juli 2020
BN AMRO Nederland na corona in vier scenarios (industrie), juli 2020
 
ABN AMRO rapport Winstmarge onder druk in tijden van hoogconjunctuur, maart 2019
ABN AMRO rapport Winstmarge onder druk in tijden van hoogconjunctuur, maart 2019ABN AMRO rapport Winstmarge onder druk in tijden van hoogconjunctuur, maart 2019
ABN AMRO rapport Winstmarge onder druk in tijden van hoogconjunctuur, maart 2019
 
ABN AMRO rapport Aandrijftechniek, sept 2019
ABN AMRO rapport Aandrijftechniek, sept 2019ABN AMRO rapport Aandrijftechniek, sept 2019
ABN AMRO rapport Aandrijftechniek, sept 2019
 
BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008
BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008
BN AMRO rapport Raising the bars, oktober 2008
 
3D printing groeit gestaag door
3D printing groeit gestaag door3D printing groeit gestaag door
3D printing groeit gestaag door
 
Metaalprinten maakt ultiem maatwerk mogelijk
Metaalprinten maakt ultiem maatwerk mogelijkMetaalprinten maakt ultiem maatwerk mogelijk
Metaalprinten maakt ultiem maatwerk mogelijk
 
3D-printing in Nederland: klein in omzet, groot in ideeën
3D-printing in Nederland: klein in omzet, groot in ideeën3D-printing in Nederland: klein in omzet, groot in ideeën
3D-printing in Nederland: klein in omzet, groot in ideeën
 
Vraag naar metaalpoeder groeit door 3D-printing
Vraag naar metaalpoeder groeit door 3D-printingVraag naar metaalpoeder groeit door 3D-printing
Vraag naar metaalpoeder groeit door 3D-printing
 
Wonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot stand
Wonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot standWonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot stand
Wonderplastics: bioplastic komt niet vanzelf tot stand
 
3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen
3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen
3D printing in Nederland een groeimarkt van 45 miljoen
 
Smart Future: slimme technologie raakt ons hele leven
Smart Future: slimme technologie raakt ons hele levenSmart Future: slimme technologie raakt ons hele leven
Smart Future: slimme technologie raakt ons hele leven
 
ABN AMRO Stand van de industrie, feb 2014
ABN AMRO Stand van de industrie, feb 2014ABN AMRO Stand van de industrie, feb 2014
ABN AMRO Stand van de industrie, feb 2014
 

ING rapport Succesvol produceren in Nederland, febr 2005

  • 1. omslag Metaal-Machine+rug5mm 17-02-2005 09:53 Pagina 1 @# THEMASTUDIE Succesvol produceren in Nederland
  • 2. Succesvol produceren in Nederland Economisch Bureau ING februari 2005
  • 3. 2 Colofon SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Auteur mw. drs. A. Geerts - ING Economisch Bureau Redactie G.P.M. van Nieuwland - ING Bank drs. M.J.P.M. Peek- ING Economisch Bureau mr. R.J. Schuitema - Koninklijke Metaalunie drs. ing. V. Tunzi - Koninklijke Metaalunie R.H. van der Werff - Koninklijke Metaalunie L.G. Woltheus - ING Bank Branchemanagers ING Bank G.P.M. van Nieuwland 020 - 652 3724 drs. D.J.J. Kemps 020 - 652 3702 Koninklijke Metaalunie mr. R.J. Schuitema 030 - 605 3344 Informatiemanagement mw. I. Sievers Cover H. Grol, grafische vormgeving & fotografie Opmaak en druk Papyrus B.V., Diemen ISBN Bestellingen 90-6919-1199 www.ingbank.nl/grootzakelijk www.metaalunie.nl © Economisch Bureau ING, 2005 Overneming met bronvermelding toegestaan. Hoewel de uitgave met uiterste zorg is samengesteld, kan Economisch Bureau ING voor de eventuele aan- wezigheid van (zet)fouten en onvolledigheden geen aansprakelijkheid aanvaarden. De tekst is afgesloten op 3 februari 2005.
  • 4. Inhoud 3 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Voorwoord 5 Samenvatting en conclusies 6 1. Inleiding 9 2. De industrie in Nederland 10 2.1 Industrie: sector van formaat? 10 2.2 Globalisering zowel kans als bedreiging 12 2.3 Metaalsector in een uitdagende omgeving 18 2.4 Industrie is hoeksteen van de economie 23 3. Strategische succesfactoren Nederlandse metaalindustrie 24 3.1 Innovatieve specialisten 25 3.2 Kostengerichte specialisten 28 3.3 Innovatieve bedrijven met een diversificatiestrategie 32 3.4 Kostengerichte bedrijven met een diversificatiestrategie 36 3.5 Overige bevindingen 39 3.6 Conclusies 40 Bijlage: Geraadpleegde bronnen 45
  • 5. 4 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Reeds eerder in de reeks ING Sectorstudies zijn verschenen: ■ Autoretail, februari 2005 ■ Ritplanning, juni 2003 ■ Elektrotechnische groothandel, januari 2005 ■ Hotellerie, mei 2003 ■ Themastudie woninginrichting (van aanbod- ■ Transport & logistiek "Strategisch op weg naar vraagketen), december 2004 naar een beter rendement", maart 2003 ■ Gemeenten, november 2004 ■ Bouw, februari 2003 ■ Incassobureaus en gerechtsdeurwaarders- ■ Chemie, december 2002 kantoren, november 2004 ■ Woninginrichting, november 2002 ■ Pensioenfondsen, november 2004 ■ Fysieke distributie, november 2002 ■ Melkveehouderij, september 2004 ■ Woningcorporaties, oktober 2002 ■ Financiële bemiddeling, juni 2004 ■ Mode, oktober 2002 ■ Sierteeltgroothandel, juni 2004 ■ Verpakkingsindustrie, september 2002 ■ Onderwijs, februari 2004 ■ Transport & logistiek 2002, juli 2002 ■ Levensmiddelendistributie groot- en detail- ■ Koeriers, expres- en pakketdiensten, juli 2002 handel, februari 2004 ■ Metaalproducten- en machine-industrie, ■ Internationale groupage, januari 2004 juni 2002 ■ Bouwmaterialen, november 2003 ■ Groothandel AGF, mei 2002 ■ Touroperators en reisbureaus, oktober 2003 ■ Accountancy, mei 2002 ■ Aanbieders facilitaire diensten, ■ Autoretail, april 2002 september 2003 ■ Leisure deelmarkten, januari 2002 ■ Advocatuur en notariaat, juli 2003 ■ Grafimedia, januari 2002 ■ Farmaceutische groothandel en apotheken, ■ Tank Bulk vervoer, oktober 2001 juni 2003 ■ Geconditioneerd vervoer, juni 2001
  • 6. Voorwoord 5 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Voor u ligt de themastudie “Succesvol Voor deze studie is gesproken met een groot Produceren in Nederland”. Aanleiding voor deze aantal bedrijven. Tevens heeft een uitgebreide studie is het feit dat op dit moment bij veel deskresearch plaatsgevonden en zijn de ervarin- bedrijven “outsourcing” en “offshoring” hoog op gen van ING Bank en de Metaalunie gebundeld. de agenda staan. Een belangrijk argument hierbij In gesprekken hebben ondernemers inzicht is het kostenvoordeel dat behaald kan worden gegeven in hun strategie. Voorts is gebruik door productie te verplaatsen naar “lagelonen- gemaakt van een enquête onder de leden van de landen” om de concurrentie het hoofd te bieden. Metaalunie. Wij danken al onze gesprekspartners Enkel een focus op kosten is echter niet voldoen- en de bedrijven die meegewerkt hebben aan de de. In opdracht van Marktmanagement Bedrijven enquête voor hun bijdrage. van ING Bank en de Koninklijke Metaalunie heeft het Economisch Bureau van ING een studie Wij verwachten dat de studie u een interessante verricht om de factoren voor het voetlicht te leeservaring biedt. Wij spreken daarbij de wens krijgen die “het succesvol produceren in uit dat deze studie voor onze relaties, voor onze Nederland” ondersteunen. potentiële relaties en voor andere geïnteresseer- den van nut zal zijn en kan dienen als vertrekpunt ING Bank kiest in haar marktbenadering voor een voor een goede, strategische discussie. ING Bank branchegerichte aanpak. ING wil als bank de en Metaalunie denken daarbij graag met u mee! ondernemer en de markt waarin hij opereert kunnen begrijpen en volgen om hem zo nog beter Wij wensen u veel leesplezier. van dienst te kunnen zijn. Wij streven er niet alleen naar om een duurzame relatie met de ondernemer op te bouwen, maar willen tevens een sparringpartner voor hem zijn. ING Marktmanagement Bedrijven Voor ondernemers in de metaalsector wordt het Koninklijke Metaalunie steeds belangrijker hun plaats in de keten te bepalen. Dit rapport onderstreept het belang van een goede ondernemingsstrategie. De Metaalunie ondersteunt haar leden bij het ontwikkelen van een toekomstvisie. Daartoe zullen toekomst- verkenningen worden ontwikkeld en voorlich- tingsbijeenkomsten en workshops over strategie worden georganiseerd.
  • 7. 6 Samenvatting en conclusies SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Nederlandse industrie in dynamische omgeving van de industrie. Ten slotte zorgt de industrie Industriële bedrijven bevinden zich in een zeer voor een breed scala van banen die bijdragen aan dynamische omgeving waarin de internationale een veelzijdige werkgelegenheidsstructuur. concurrentie sterk toeneemt. Steeds meer handels- Om deze redenen is het voor Nederland van en productieactiviteiten van bedrijven overschrij- cruciaal belang om een industriële sector van een den de nationale grenzen. Structureel vertonen de relevante omvang en diversiteit te houden. ontwikkeling van de internationale handel en de internationale directe investeringen dan ook een Omgaan met concurrentie stijgende lijn. De achterblijvende productiviteits- In de metaalsector is de (inter)nationale concur- ontwikkeling in combinatie met sterk gestegen rentie inmiddels zo hevig geworden dat bedrijven loonkosten en een inflexibele arbeidsmarkt al bij voorbaat buitenspel staan als ze niet ten- hebben onze internationale concurrentiepositie minste de gevraagde kwaliteit kunnen leveren, voor verschillende, vooral arbeidsintensieve, klachten adequaat kunnen afhandelen en in staat activiteiten verzwakt. Samen met een verder- zijn om oplossingen op maat te bieden. Samen gaande liberalisatie van het internationale met goed ondernemerschap en ambitie zijn dit de handelsverkeer heeft dat ertoe geleid dat de basisvoorwaarden om in de huidige tijd op korte verplaatsing van bedrijfsactiviteiten naar lage- termijn te overleven. Op de langere termijn is er lonenlanden sterk in de belangstelling is echter meer nodig om succesvol te kunnen blijven gekomen. Dit geldt zeker voor de metaalketen, produceren. Los van de waan van de dag zal ieder waar meer dan één op de acht bedrijven de bedrijf, onafhankelijk van zijn plaats in de keten, afgelopen tien jaar productie heeft verplaatst naar na moeten gaan denken over een heldere en het (goedkopere) buitenland. offensieve strategie om dat doel te bereiken. Grenzen aan deïndustrialisatie Strategische keuzes noodzakelijk Productiviteitsgroei, het overhevelen van niet- Uit de respons van ondernemers blijkt de meest kerntaken naar de dienstensector en, zij het in relevante strategische keuze die tussen beperkte mate, de verplaatsing van productie naar concurreren op basis van: lagelonenlanden hebben er toe geleid dat de ■ productinnovatie of geen productinnovatie (en industriële werkgelegenheid in Nederland en daarmee overwegend op kosten); en andere westerse landen al decennia lang terug ■ specialisatie of diversificatie. loopt. Gezien het substantiële belang voor groei, innovatie en export blijft onzes inziens de Een keuze voor een van deze combinaties is alleen industrie een belangrijke pijler onder de econo- succesvol als die gepaard gaat met een aantal mie. Bovendien kan een economie met een andere strategische beslissingen op onderliggende gediversifieerde sectorstructuur conjuncturele bedrijfsactiviteiten. Op basis van de enquête- schokken beter opvangen dan een eenzijdig resultaten ontstaat zo een viertal sterke profielen samengestelde economie. Gezien de sterke onder- van metaalbedrijven die op de markt en in de linge verwevenheid heeft ook de dienstensector keten een duidelijke positie innemen (figuur 1). belang bij een meer dan marginale aanwezigheid
  • 8. 7 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Figuur 1 Specifieke strategische succesfactoren, ingedeeld naar groep(en) met hoogste score Specialisatie Diversificatie ■ productinnovatie ■ productinnovatie Productinnovatie ■ beschikbaarheid laatste technologie ■ creativiteit en kennis personeel ■ nichemarkten ■ productontwikkeling ■ export ■ samenwerking afnemers ■ samenwerking afnemers ■ korte ontwikkeldoorlooptijd ■ OEM’ers sterk vertegenwoordigd ■ OEM’ers sterk vertegenwoordigd Geen productinnovatie ■ korte productiedoorlooptijd ■ korte productiedoorlooptijd ■ procesinnovatie ■ brede klantenkring ■ parts suppliers sterk vertegen- ■ process suppliers en system woordigd suppliers sterk vertegenwoordigd Bron: Economisch Bureau ING Aanbevelingen of –verbetering versterkt de band met klanten Naast de onontkoombaarheid van het nadenken en biedt de mogelijkheid op het bieden van over de langere termijn en het maken van meer toegevoegde waarde. Ook als dat niet zo strategische keuzes, kan een aantal aanbevelingen voor de hand ligt, biedt een (meer) klant- gedaan worden die voor de toekomst van alle gerichte, proactieve houding het beste per- bedrijven van belang zijn. spectief. ■ Als gevolg van fusies en overnames worden ■ Prijs is en blijft een belangrijk wapen in de leveranciers en afnemers steeds groter. Voor concurrentiestrijd, bij gelijke kwaliteit geeft metaalbedrijven zal de strategische keuze de prijs de doorslag. Dat vereist dus een per- tussen doorgroeien (meegroeien met afnemers) manente aandacht voor kostenbeheersing en hierdoor een ‘allround’ partner voor de in het algemeen en procesinnovatie in het afnemer zijn, of juist ‘relatief’ klein en bijzonder. flexibel blijven of worden, zich steeds nadruk- ■ De klant komt steeds meer centraal te staan, kelijker gaan stellen. de keten steeds meer op z’n kop. Gevraagd en ■ Om ook attractief voor grote opdrachtgevers te ongevraagd meedenken, ook voor bedrijven zijn, zullen kleine bedrijven, veel meer dan die uitsluitend op specificatie werken, met nu, samenwerking moeten gaan zoeken met afnemers over product- en procesvernieuwing collegabedrijven. Experimenten met samen-
  • 9. 8 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND werking op projectbasis moeten de koudwater- waarbij concrete ondersteuning door middel vrees die bij veel bedrijven nog heerst, weg- van gezamenlijke beursstands voor nemen. Brancheorganisaties en dienstverleners Nederlandse bedrijven en sectorgewijze (adviseurs, banken, accountants) zouden handelsmissies de drempel kan verlagen. daarbij een proactieve en faciliterende rol Zuid-Duitsland biedt bijvoorbeeld nog kansen, kunnen spelen. Bij goede ervaringen kan over terwijl Nederlandse bedrijven daar nog nauwe- worden gegaan tot structurele samenwerking, lijks vertegenwoordigd zijn. waardoor hechte clusters van bedrijven ■ Gekwalificeerde vakmensen zullen in de toe- ontstaan met een sterke marktpositie. komst nog schaarser worden dan ze nu al zijn. ■ Veel meer dan nu zullen bedrijven (structu- Om de beperkte beschikbaarheid van reel) moeten gaan samenwerken met kennis- gekwalificeerd (en gemotiveerd) personeel te instellingen bij het omzetten van nieuwe verbeteren, zou de betrokkenheid van kennis in innovatieve producten en processen individuele bedrijven met scholen (met name om op die manier de broodnodige verhoging VMBO en MBO) moeten toenemen. Door van de kennisintensiteit van de productie te meer wisselwerking in de vorm van bijvoor- realiseren. Ook hier geldt dat men zich over beeld stages, bedrijfsbezoeken en gastlessen argwaan en koudwatervrees heen moet zetten, verbetert de aansluiting tussen school en aangezien de internationale concurrentie niet bedrijf. stil zit. De middelen zijn voor handen ■ Het centraal stellen van de behoefte van de (bijvoorbeeld kennisvouchers, het ACP), dus klant pakt goed uit voor toeleveranciers. het is aan de ondernemers om de stap te Flexibel inspelen op klantenwensen wat zetten. Bij de overheid ligt de taak om het betreft ontwerp, maatwerk, levertijd (korte aandeel vraaggestuurd onderzoek verder te ontwikkel- en productiedoorlooptijd) vergroten en zo de barrière verder te verlagen. en service is bij uitstek een succesfactor van ■ Vooral kleinere bedrijven zijn vaak nog teveel Nederlandse metaalbedrijven. Dit geeft aan afhankelijk van één of enkele klanten of dat er een omslag gaande is van productgericht markten, met alle risico’s van dien voor hun denken naar marktgericht denken. Het is hier- continuïteit. Het noodzakelijke streven naar bij van belang dat deze omslag structureel op voldoende spreiding in geografische markten alle niveaus in de organisatie wordt ingebed. en in marktsegmenten is eenvoudiger bij een zekere schaalgrootte, al dan niet bereikt via structurele vormen van samenwerking. ■ Exporteren is het middel om de afhankelijk- heid van geografische markten te reduceren. Nog veel meer dan nu zullen bedrijven de buitenlandse markt moeten betreden. Om met name het MKB op buitenlandse markten op weg te helpen blijft exportbeleid noodzakelijk. Ook (of juist) voor export naar nabije landen,
  • 10. 1 Inleiding 9 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND De toegenomen (inter)nationale concurrentie Om inzicht te krijgen in de mogelijke succes- heeft grote gevolgen voor veel ondernemingen. factoren hebben we naast deskresearch twaalf Dit speelt nog sterker in de industrie dan in gesprekken gevoerd met succesvolle ondernemers andere sectoren. De huidige zwakke economische op verschillende plaatsen in de metaalketen en omstandigheden werken ook niet mee. De over- een enquête uitgezet onder leden van de heersende toon in de media is een negatieve. Koninklijke Metaalunie. Omdat het de bedoeling ‘Industrie EU luidt de noodklok’, ‘Veel banen in is om dieper te gaan dan meer algemene termen industrie naar lagelonenlanden’ zijn voorbeelden als innovatie en productiviteit ligt de nadruk in van krantenkoppen waarmee de krantenlezer het rapport op de uitkomsten uit de gevoerde regelmatig wordt geconfronteerd. Het algemene gesprekken. De enquêteresultaten gelden als beeld is dat de Nederlandse industrie het moeilijk ondersteuning hierbij. heeft, maar dit is niet het hele verhaal. Gelukkig zijn in Nederland talrijke industriële bedrijven De studie is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 2 zeer succesvol in de huidige concurrentiestrijd. wordt een korte maatschappelijke inkadering van Dit geldt zowel voor de grotere bedrijven als voor het onderzoek gegeven: wat is de huidige plaats bedrijven in het MKB. De bedrijven die de markt- van de industrie in de economie en welke belang- dynamiek van tegenwoordig aankunnen doen rijke trends en ontwikkelingen zijn hier gaande? blijkbaar een aantal zaken goed, ondanks een In hoofdstuk 3 komen de (potentiële) succes- tegenzittende conjunctuur en een tot op heden factoren aan de orde, waarbij in de laatste (nog) weinig stimulerend overheidsbeleid. Het is paragraaf conclusies worden getrokken. belangrijk om scherp te krijgen wat die zaken Deze studie probeert zoveel mogelijk aan te precies zijn om bedrijven de kans te geven om sluiten bij de in de markt gehanteerde terminolo- van elkaar te leren. Welke factoren zijn bepalend gie. Het is vaak lastig om bedrijven met een voor het succes van een bedrijf? Dit is de centrale diversiteit aan activiteiten in een hokje van een vraagstelling in het voorliggende onderzoek. standaardbedrijfsindelingscode (SBI-code) te Ondernemers in de metaalketen (specifiek de plaatsen. Door de ontwikkeling van processen en producenten van metaalproducten en machine- producten en de combinaties van dienstverlening bouwers) staan centraal in dit onderzoek, maar de in de vorm van service met het aanbieden van een resultaten kunnen voor de gehele maakindustrie fysiek product zijn SBI-codes vaak niet geheel aanknopingspunten bieden. representatief voor de bedrijfstak. Branchegegevens van het CBS zijn echter alleen Succesfactoren (of kritieke succesfactoren) naar SBI-code beschikbaar, waardoor in voor- definiëren we in dit rapport als factoren die door komende gevallen deze indelingsmethodiek in het de onderneming zelf zijn te beïnvloeden en die rapport moet worden gehanteerd. cruciaal zijn voor continuïteit in de relatie tussen de onderneming en de markt.
  • 11. 10 De industrie in Nederland 2 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Alvorens op de succesfactoren voor industriële Definitie industrie bedrijven in wordt gegaan, geeft dit hoofdstuk Met industrie wordt in dit rapport zowel de maak- een analyse van de Nederlandse industrie. Een industrie als de procesindustrie bedoeld. Anders duidelijk beeld van de huidige omvang en dan in de Industriebrief van oktober 2004 van de ‘conditie’ van de industrie kan het belang van Staatssecretaris van Economische Zaken wordt verbetering op bedrijfsniveau in de industrie de dienstverlening hier dus niet tot de industrie ondersteunen. gerekend. Bij de uitwerking van de succes- De Nederlandse industrie heeft te maken met een factoren is specifiek naar een deel van de maak- aantal uitdagingen van formaat. Meer dan andere industrie (de metaalketen) gekeken. sectoren worden industriële bedrijven geconfron- teerd met de gevolgen van globalisering; het 2.1 Industrie: sector van formaat? opengaan van markten met als gevolg toegeno- men concurrentie, veranderingen in de productie- Al decennialang is deïndustrialisatie in Nederland keten en verplaatsing van activiteiten. In dit een onderwerp van gesprek. Met deïndustrialisatie hoofdstuk wordt eerst op het belang van de wordt bedoeld dat het aandeel van de industrie in industrie in Nederland ingegaan en vervolgens op de totale productie in de Nederlandse economie globalisering en de gevolgen hiervan. Daarna afneemt. De mate waarin sprake is van deïndus- wordt de focus gericht op de metaalindustrie en trialisatie hangt af van de gehanteerde maatstaf: afgesloten met enkele conclusies. werkgelegenheid, toegevoegde waarde of productievolume ■. 1 Figuur 2.1 Aandeel industrie in totale productie, aandeel industrie in totale toegevoegde waarde (TW), aandeel industrie in totale werkgelegenheid, 1970-2002 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 1970 1974 1978 1982 1986 1990 1994 1998 2002 Aandeel industrie in totale productie Aandeel industrie in totale TW Aandeel industrie in totale werkgelegenheid Bron: Stan-database OECD ■ 1 Berekeningen Economisch Bureau ING o.b.v. STAN-database OECD, tenzij anders aangegeven
  • 12. 11 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Aandeel industriële werkgelegenheid loopt sterk terug menten. Dit is ook de belangrijkste oorzaak van Wanneer naar de werkgelegenheid in de industrie de afname van het aandeel van de industrie in de wordt gekeken is het duidelijkst sprake van totale Nederlandse productie (van 37% tot 25%). deïndustrialisatie. Het aantal werknemers in de In absolute termen groeide het industriële industrie is tussen 1970 en 2002 met een half productievolume namelijk tussen 1970 en 2003 miljoen afgenomen, terwijl de totale werkgele- jaarlijks met 2,3% (SEO, 2004). Doordat vooral genheid steeg met ruim 2 miljoen. Het aandeel in de dienstensector sneller groeide, nam het aandeel de totale werkgelegenheid is hierdoor terug- van de industrie evenwel af. gelopen met 25% tot 13% (figuur 2.1). De belangrijkste oorzaak van deze daling is terug te Vervlechting industrie en dienstverlening neemt toe voeren op arbeidsproductiviteitgroei. De arbeids- Anno 2004 zijn nog steeds bijna 1 miljoen productiviteit is aanzienlijk sneller gegroeid in de personen in de industrie werkzaam en zijn er industrie dan in rest van de economie. Door minstens zoveel (o.m. door uitbesteding van niet investeringen in arbeidsbesparende technologieën kernactiviteiten) werkzaam bij bedrijven die kon de productie toenemen met minder mensen. indirect afhankelijk zijn van de industrie. Het aan- Om de werkgelegenheid niet te laten dalen had de deel intermediaire leveringen door bedrijven in productiegroei in deze sector dus erg hoog andere sectoren ■ is vanwege deze uitbestedingen 2 moeten zijn. Een klein deel van terugloop van de tussen 1987 en 2003 licht toegenomen van 11% industriële werkgelegenheid heeft te maken met het tot 14%. De uitstralingseffecten van de industrie uitbesteden van niet-kernactiviteiten als catering, naar andere sectoren nemen dus toe, resulterend in schoonmaak, financiële diensten en dergelijke. Nu een sterker wordende verwevenheid en afhanke- deze diensten bij externe partijen worden ingekocht lijkheid tussen industrie en dienstverlening. gelden ze niet langer als werkgelegenheid van de industrie zelf. In de meeste Westerse landen is een Internationaal sterke verschillen in productiegroei vergelijkbare terugloop in de industriële werkgele- Een historisch overzicht van de industriële genheid zichtbaar (m.u.v. Finland, waar zelfs spra- productiegroei in verschillende ontwikkelde ke is van een lichte toename). landen geeft duidelijke groeiverschillen weer (figuur 2.2). De VS laat in de jaren negentig de Alhoewel de productie toeneemt, daalt het aandeel van sterkste groei zien. Vanaf de jaren negentig komt de industrie de productiegroei van Japan juist tot stilstand, na Het aandeel van de toegevoegde waarde (TW) in de jaren tachtig hoge groeicijfers te hebben van de industrie in de Nederlandse economie is gerealiseerd. De Europese landen, waaronder eveneens gedaald (van 25% in 1970 tot 15% in Nederland, laten een redelijk gelijke ontwikkeling 2002). Hiervoor geldt eveneens dat een deel zien, met gematigde groei die het hoge groeitempo wordt veroorzaakt door uitbesteding van niet- van de VS niet kunnen volgen. Dit heeft onder kernactiviteiten, veelal diensten. De tweede reden meer te maken met het achterblijven van de is dat de TW van de industrie minder snel is toe- arbeidsproductiviteitsontwikkeling bij die in de VS. genomen dan in andere sectoren. De oorzaak hier- Nederland neemt qua groei een middenpositie in, van is een verschuiving in de vraag van consu- vooral de laatste jaren blijft Nederland achter. ■ 2 nutsbedrijven, bouw, handel, horeca, reparatie, vervoer, communicatie en financiële en zakelijke dienstverlening
  • 13. 12 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Figuur 2.2 Groei productievolume industrie in Nederland, Duitsland, België, de VS en Japan, 1970-2004 ■ * 6% Duitsland 5% België 4% Nederland VS 3% Japan 2% 1% 0% -1% -2% 1975-1980 1980-1985 1985-1990 1990-1995 1995-2000 2000-2004 Bron: OEF ■ * t/m tweede kwartaal 2004 In de VS geldt ook dat de productie van laagwaardige vaak betreft het assemblagewerk dat ter plekke producten met een hoge arbeidskostencomponent niet gebeurt om invoerbelemmeringen of hoge ver- behouden blijft, maar hier laat de productie van hoog- voerkosten voor het eindproduct te vermijden. waardige complexe producten een aanhoudende groei 5) De multinationale onderneming heeft volledige zien. Echter, sinds 2000 groeit de Amerikaanse productie-eenheden in verschillende landen en industriële productie ook niet meer zo hard. speelt in op de voorkeuren van de lokale mark- ten. Zij maakt ook gebruik van lokale kennis en 2.2 Globalisering zowel kans als bedreiging toeleveranciers of onderaannemers. 6) De transnationale onderneming is een netwerk Wat houdt globalisering in? van organisaties waarbij synergie een belang- Globalisering (internationalisering) kan worden rijke rol speelt. De productie gebeurt in omschreven als activiteiten van het bedrijfsleven wereldproductie-centra, vooral als de schaal- die nationale grenzen overschrijden. De ontwik- voordelen groot zijn, de vervoerskosten gering keling van globalisering voor bedrijven zelf en de markt homogeen is. verloopt in verschillende fasen: 1) De lokale onderneming produceert en verkoopt Een groot deel van de bedrijven komt zelf niet verder alleen in eigen land. dan stap één of stap twee, maar heeft daarnaast wél 2) De lokale onderneming produceert en verkoopt veel met de voortgaande globalisering van andere in eigen land en exporteert vanuit de bestaande bedrijven te maken. Bijvoorbeeld omdat men toe- locatie. levert aan (leveranciers van) dergelijke bedrijven. 3) De internationale onderneming opent verkoop- punten en eventueel een distributienetwerk op Concurrentieverschillen en de ontwikkeling van andere markten (groei)markten voeden globalisering 4) De globale onderneming brengt een deel van De drijvende krachten achter globalisering zijn het het productieproces over naar het buitenland: streven om aanwezig te zijn op (groei)markten voor
  • 14. 13 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Figuur 2.3 Ontwikkeling inkoopmanagerindices in de industrie in Nederland, Duitsland en Frankrijk, 2000-2005 ■ * 70% 65% 60% 55% 50% 45% 40% 35% 30% jan 00 mei 00 sept 00 jan 01 mei 01 sept 01 jan 02 mei 02 sept 02 jan 03 mei 03 sept 03 jan 04 mei 04 sept 04 jan 05 NEVI PMI Duitsland PMI/DEMA 1 Frankrijk/FRMA 1 Bron: Reuters, Nevi ■ * t/m januari 2005 eindproducten en het benutten van verschillen in con- Internationale handel als maatstaf voor globalisering currentievoordelen tussen landen (loonkosten, investe- De mate van globalisering kan worden gemeten ringsbeleid, etc.). Door de toenemende mogelijkheden door te kijken naar de internationale handel. en dalende kosten van transport en communicatie en Als percentage van de toegevoegde waarde is de de liberalisering van de internationale handel is de internationale goederenhandel meer dan verdub- globalisering de afgelopen halve eeuw in een stroom- beld voor de meeste Westerse landen. Dit geeft de versnelling geraakt. Hierdoor zijn veel markten sterke stijging van de internationale arbeidsver- wereldmarkten geworden. De internationale concur- deling en opdeling van productieprocessen weer. rentie en dynamiek van het bedrijfsleven nemen hier- De sterke toename van het aandeel van de export door toe, maar ook de onderlinge verwevenheid. van de industriesector in de totale productie- Binnen Europa is de sterke samenhang tussen de waarde (van 40% in 1970 tot 82% in 2002, industrieën in verschillende landen onder meer zicht- OECD) geeft aan dat het buitenland in toenemen- baar bij een vergelijking van de inkoop- de mate een belangrijke afzetmarkt voor managerindices van Nederland met die van Frankrijk Nederland vormt ■. Overigens is de handel van 3 en Duitsland (figuur 2.3). Nederland in toenemende mate geconcentreerd op de partners binnen de EU (dit wordt ook wel ■ 3 Echter, in dit cijfer zit mogelijk tevens een deel van de wederuitvoer (zie figuur 2.4), bovendien is de toerekening naar de sector industrie aanzienlijk hoger dan bij het CBS. Op basis van de input-output tabellen van het CBS wordt namelijk een exportquote van 52% in 2002 (en 2003) verkregen, maar is niettemin tevens een duidelijke stijging zichtbaar.
  • 15. 14 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Figuur 2.4 Ontwikkeling Nederlandse uitvoer totaal en uitgesplitst naar uitvoer van binnenlandse producten en wederuitvoer, 1970-2003 (1995=100) 200 160 120 80 40 0 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 uitvoer binnenlands geproduceerde uitvoer wederuitvoer Bron: CPB regionalisering van de economie genoemd). industriële sector in deze landen nog duidelijk in opbouw is. Export-import ratio voor Nederland op peil Een indicator voor de concurrentiepositie van de Toename aandeel wederuitvoer versnelt Nederlandse industrie is de export-import ratio Binnen de totale Nederlandse export van binnen- die rond de 100% ligt: er wordt dus evenveel lands geproduceerde producten heeft de industrie geëxporteerd als geïmporteerd. Dit is vergelijk- in 2003 een aandeel van 65% ■. De export van 4 baar met Frankrijk, maar ligt iets onder de Duitse binnenlands geproduceerde producten groeit ratio. In landen als Polen, Hongarije en Tsjechië echter het laatste decennium beduidend minder ligt deze ratio anno 2001 nog aanzienlijk onder de snel dan de wederuitvoer (figuur 2.4). Van de Nederlandse. Dit heeft ermee te maken dat de totale Nederlandse export is het aandeel goederen Tabel 2.1 Ontwikkeling aandeel wederuitvoer in totale export, 1970-2004 1970 1974 1984 1994 2004 Aandeel wederuitvoer 26% 25% 27% 31% 44% Bron: CPB ■ 4 input-output tabellen CBS
  • 16. 15 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND die niet of nauwelijks hier worden bewerkt 2003 ■. Het merendeel van deze investeringen 6 daardoor de laatste jaren snel toegenomen van wordt ontvangen door ontwikkelde landen. Ter 26% in 1970 en tot 44% in 2004 (tabel 2.1). vergelijking; de in 2003 ontvangen FDI in Het aandeel van de maakindustrie in de export Nederland ($ 19 miljard) liggen maar iets onder neemt dus af. de FDI ontvangen door Midden- en Oost-Europa als geheel (bijna $ 21 miljard) (figuur 2.5). Nederlandse specialisatie in low tech export biedt Nederland is echter in veel gevallen niet het weinig perspectief ontvangende land, maar speelt door de aanwezig- Uit een nadere uitsplitsing van de export in de heid van relatief veel hoofdkantoren van multi- categorieën: nationals een grote rol in het doorgeven van FDI. ■ high tech ■ 5 (bijv. communicatieapparatuur, Gecorrigeerd voor de uitgaande FDI ontstaat dan medische instrumenten), ook een ander beeld; namelijk dat van een netto ■ medium tech (bijv. machines, cosmetica) en investeerder in het buitenland (figuur 2.6). Voor ■ low tech (bijv. voedingsmiddelen, papier- Nederland geldt daarnaast dat meer dan de helft producten) van de buitenlandse investeringen door niet- blijkt dat het high tech aandeel beperkt blijft tot industriële sectoren (bijvoorbeeld banken, 27% in 2002 en de import in dat jaar maar liefst verzekeraars) worden gedaan. Overigens fluc- 36% uit high tech producten bestaat. Als wordt tueren de ontvangen FDI jaarlijks sterk en is, met gekeken naar de toegevoegde waarde zit Nederland uitzondering van China, in alle getoonde landen onder het EU-gemiddelde (9,8% versus 12,6% voor sinds 2001 sprake van een terugloop. Al met al de EU-25) voor wat betreft het aandeel dat door vindt het gros van de investeringsstromen nog high tech industrie wordt behaald. Ook het aandeel steeds binnen de ontwikkelde wereld plaats, al van medium tech blijft achter. In Nederland blijkt groeit het aandeel van de opkomende landen snel. dus vooral de export van relatief laag technologi- sche producten sterk vertegenwoordigd. Echter, Internationale concurrentieverschillen leiden tot aangezien toegevoegde waarde steeds belangrijker outsourcing en offshoring wordt in de internationale concurrentiestrijd, lijkt De laatste decennia staan met name Midden- en de huidige Nederlandse specialisatie in low tech Oost-Europese en Aziatische landen goed op de weinig perspectief voor de toekomst te bieden. wereldkaart als lagelonenlanden. De lage lonen maken deze landen vooral geschikt als locatie Buitenlandse directe investeringen groeien spectaculair, voor het voortbrengen van (al dan niet laag- Nederland doorvoerland FDI waardige) arbeidsintensieve producten. Voor Een andere belangrijke graadmeter voor globali- Nederland heeft dit onder meer tot gevolg gehad sering is de groei van de buitenlandse directe dat in het verleden de textielindustrie en de investeringen (foreign direct investments, FDI). scheepsbouw grotendeels zijn vertrokken. Echter, Wereldwijd namen deze investeringsstromen toe sinds enige tijd hebben ook OEM’ers (en toe- van $ 14 miljard in 1970 tot $ 612 miljard in leveranciers) in de metaalketen hun blik steeds ■ 5 high tech export: SBI bedrijfscategorieën 30, 32 en 33, medium high tech SBI bedrijfscategorieën 24, 29, 31, 34, 35, low tech de overige categorieën ■ 6 Unctad, www.unctad.org
  • 17. 16 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Figuur 2.5 Ontwikkeling inkomende FDI naar land/regio, 1993-2003 (in miljoenen dollars) 10000 70000 60000 8000 50000 6000 40000 4000 30000 20000 2000 10000 0 0 1993 1995 1997 1999 2001 2003 1993 1995 1997 1999 2001 2003 Tsjechië Hongarije China Nederland Polen Midden- en Oost-Europa Bron: Unctad Figuur 2.6 Ontwikkeling netto inkomende FDI naar land/regio, 1993-2003 (in miljoenen dollars) 10000 60000 50000 8000 40000 6000 30000 20000 4000 10000 0 2000 -10000 0 -20000 1993 1995 1997 1999 2001 2003 1993 1995 1997 1999 2001 2003 Tsjechië Hongarije China Nederland Polen Midden- en Oost-Europa Bron: Unctad meer oostwaarts gericht. Met name landen als genoemde landen, waarbij eventueel sprake is van China en India bieden naast goedkope arbeids- samenwerking met deze lokale bedrijven. Het krachten en kennis (bijv. op IT-gebied in India) openen van een eigen vestiging in een lagelonen- immers ook een enorm groeipotentieel. Bedrijven land (offshoring) is een tweede optie. Deze wordt die voornamelijk geïnteresseerd zijn in het nog interessanter indien naast het behalen van behalen van kostenvoordelen kunnen kiezen voor kostenvoordelen ook het betreden van een groei- het uitbesteden aan derden in de hiervoor markt als doel wordt gesteld.
  • 18. 17 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Wat betreft offshoring is er een verschil tussen: Hoewel verplaatsingen grote effecten hebben voor ■ de uitbreiding van de onderneming met een de desbetreffende bedrijven, is het directe effect buitenlandse vestiging, die niet per sé gepaard op de totale werkgelegenheidsontwikkeling tot op gaat met een krimp van binnenlandse produc- heden dus beperkt. Het indirecte effect op tie maar juist de onderneming in het binnen- Nederlandse toeleveranciers is evenwel niet mee- land sterker kan maken (indien het voldoende genomen, zodat de totale gevolgen groter zullen zorgvuldig is afgewogen en voorbereid); zijn. Bovendien kan een geleidelijke ontwikkeling ■ het verplaatsen van (een deel van) de produc- van offshoring op de lange termijn leiden tot een tiecapaciteit, met een krimp in de binnenland- sluipend verdwijnen van banen. se productie als gevolg. Met arbeidskosten per eenheid product neemt 20% bedrijven denkt aan offshoring Nederland middenpositie in Diverse instituten hebben door middel van Lagelonenlanden zijn vooral aantrekkelijk van- enquêtes onderzocht hoe de omvang van off- wege de lage lonen, in meer of mindere mate shoring zich in Nederland ontwikkeld. Het aan- gecombineerd met de aanwezigheid van aantrek- deel respondenten met een gerealiseerde of een kelijke groeimarkten en de aanwezigheid van geplande (of vermoede) offshoring liep hierbij industriële afnemers (volgen van de markt). uiteen van 11% (MKB Nederland) tot 22% (EZ Opvallend is dat in krantenartikelen over offsho- samen met FME-CWM). Recent onderzoek van ring vaak wordt verwezen naar de arbeidskosten Berenschot (in opdracht van EZ) geeft aan dat per uur, terwijl het eigenlijk gaat om de arbeids- 10% van de bedrijven de afgelopen jaren produc- kosten per eenheid product (dus na correctie voor tie heeft verplaatst en dat 6% plannen heeft om arbeidsproductiviteit). Uit figuur 2.7 blijkt dat dit het komende jaar te gaan doen. Binnen de Nederland in 2001 een middenpositie inneemt wat metalektro liggen deze percentages enkele betreft de arbeidskosten per eenheid product. procentpunten hoger. Voor wat betreft de bedrij- Het duurste land is Duitsland, terwijl Polen het ven met plannen is in de onderzoeken mogelijk voordeligst uit de bus komt (alhoewel het cijfer sprake van enige overschatting van het werkelijke voor dit land een voorlopig cijfer is). In een vertrek: tussen plannen en realisatie zit immers aantal landen met lage lonen is de arbeids- vaak een verschil. Toch geven de uitkomsten productiviteit blijkbaar zo laag dat bedrijven daar duidelijk aan dat bedrijven zich oriënteren op de per eenheid product meer aan arbeidskosten kwijt mogelijkheden van offshoring. zijn. Hierbij moet worden opgemerkt dat het Op macroniveau is de verplaatsing van productie cijfers over het jaar 2001 betreft en sindsdien in naar lagelonenlanden tot op heden nog niet duide- de Oost- en Midden-Europese landen nog veel is lijk zichtbaar in de meeste statistieken ■ 7 aangezien geïnvesteerd: tussen 2001 en 2003 in totaal bijna cijfers pas met een vertraging beschikbaar komen. € 17 miljard in Tsjechië, € 14 miljard in Polen en Uit de meest actuele berekeningen van € 9 miljard in Hongarije. Bij bedrijven met Berenschot blijkt dat ca. 1 à 1,5% van de in de recente investeringen zal de productiviteit aan- afgelopen jaren verdwenen banen direct is toe te zienlijk hoger zijn dan gemiddeld in het land. schrijven aan de verplaatsing van productie. ■ 7 SEO, juni 2004
  • 19. 18 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Figuur 2.7 Arbeidskosten per eenheid product, 2001 Duitsland 118 Frankrijk 115 Litouwen 112 EU15 108 DK 106 Belgie 104 Portugal 101 Tsjechie 101 Nederland 100 UK 99 Slowakije 83 Finland 82 Roemenie 81 Hongarije 70 Letland 58 Polen 58 0 20 40 60 80 100 120 Bron: Eurostat 2.3 Metaalsector in een uitdagende in het aandeel in de toegevoegde waarde zijn omgeving vooral zichtbaar in de textielsector en de basis- metaal, terwijl het aandeel van de voedings- Aandeel metaalsector in totale industrie toegenomen middelenindustrie, de producenten van papier- en In de onderverdeling van de industrie naar de karton(waren) en de elektrotechnische industrie verschillende branches (figuur 2.8 en figuur 2.9), zijn toegenomen. Voor de voedingsmiddelen- is duidelijk zichtbaar dat zowel in 1980 als in industrie en de elektrotechnische industrie geldt 2002 de voedingsmiddelenindustrie, de chemische overigens dat het aandeel in de werkgelegenheid industrie en de metaalindustrie de grootste is afgenomen. Dit geeft een indicatie van de toe- sectoren in Nederland zijn. Opvallende dalingen genomen arbeidsproductiviteit in deze sectoren.
  • 20. 19 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Figuur 2.8 Industrie; aandeel in toegevoegde waarde per industriebranche, 1980 en 2002 1980 2002 8% 7% Voedings- en genotmiddelen 4% 18% 5% Textiel, leer e.d. 23% 9% Hout 11% 4% 1% Papier, karton(waren) 2% Chemische producten, kunststof 2% 11% 16% Glas, aardewerk 14% 13% Basismetaal Metaalproducten en machines 6% 4% 4% 19% 1% Elektrotechnische industrie 18% Transportmiddelen Meubels en overig n.e.g. Bron: CBS Figuur 2.9 Industrie; aandeel werkgelegenheid per industriebranche, 1980 en 2002 (in fte’s ■) 8 1980 2002 12% 14% Voedings- en genotmiddelen 15% 14% 3% Textiel, leer e.d. 7% 6% 2% Hout 5% 2% Papier, karton(waren) 12% 10% 12% Chemische producten, kunststof 11% 16% Glas, aardewerk Basismetaal 11% 12% Metaalproducten en machines 18% 20% 4% 4% Elektrotechnische industrie Transportmiddelen 3% 3% Meubels en overig n.e.g. Bron: CBS Bovendien geeft een vergelijking tussen het OEM’ers en toeleveranciers omzetaandeel en werkgelegenheidsaandeel inzicht In de metaal kunnen OEM’ers (Original in het verschil in productiviteit per werknemer Equipment Manufacturers ■) en toeleveranciers ■ 9 10 per sector. In het vervolg van dit onderzoek is de worden onderscheiden (figuur 2.10). In de figuur focus op de metaalproducten- en machine- is te zien dat de verdeling toeleverancier en industrie (metaalsector) gericht. Het aandeel van OEM’er door de branchelijnen heenlopen. De deze sector is zowel in toegevoegde waarde als in metaalproductenindustrie bestaat uit zowel werkgelegenheid gestegen tussen 1980 en 2002. OEM’ers als toeleveranciers. Deze laatsten leveren zowel toe aan de machine-industrie als ■ 8 Fulltime equivalents, d.w.z. omgerekend naar volledige werkweken ■ 9 Bedrijven die voor eigen rekening en risico producten ontwikkelen, (laten) produceren en op de markt brengen. ■ Bedrijven die onderdelen of modules van eindproducten maken of bewerken. 10
  • 21. 20 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Figuur 2.10 Terminologie Toeleveranciers OEM’ers Overige toeleveranciers Machine-industrie (veel overig metalektro) Overige OEM’ers (elektronica, Metaalproductenindustrie transportmiddelenindustrie) aan andere OEM’ers. De machine-industrie typen toeleveranciers worden onderscheiden: bestaat eveneens uit OEM’ers en toeleveranciers, waarbij wordt geleverd aan de eigen branche Process suppliers maar ook aan andere OEM’ers. Process suppliers voeren één of meerdere bewerking uit (verspanen, draaien, frezen, buigen, De metaalbranche is dan ook een ketenbranche bij zetten, etc.). Het leveren van (in meer of mindere uitstek. OEM’ers ontwikkelen zich veelal tot kop- mate gespecialiseerde) capaciteit oftewel het staart bedrijven, die zich met name richten op het proces staat centraal. op de markt brengen van producten. De feitelijke productie en assemblage wordt door deze bedrijven Parts suppliers uitbesteed aan toeleveranciers (bijv. system sup- Parts suppliers vervaardigen metaalproducten die pliers of DCM’ers (design contract manufacturers) ), worden verwerkt in modules of eindproducten die eveneens steeds vaker ook het ontwerp en de (veren, schroeven, rollen, omkasting, etc.). Parts functionele specificaties voor hun rekening nemen. suppliers hebben veel specifieke kennis van het door hun voortgebrachte product en zetten tech- Toch blijken deze toegenomen uitbestedingen niet nologieën in op basis van productspecificaties. duidelijk tot uitdrukking te komen in de statistie- ken over onderlinge leveringen in de metalektro- System suppliers industrie. Deze liggen al ruim 15 jaren rond de System suppliers zijn verantwoordelijk voor een 17,5% van de totale productie ■. 11 systeem, module of halffabrikaat en nemen steeds Voordat een eindproduct tot stand komt, worden meer taken over van OEM’ers, zoals het opstellen onderdelen veelal over verschillende schijven van de specificaties en ontwikkelen van nieuwe bewerkt en geassembleerd (fig. 2.11). De plaats producten. System suppliers kunnen verder in de keten is van invloed op de activiteiten en worden onderverdeeld in applicatie system naar verwachting ook de mogelijke succesfacto- suppliers of generieke system suppliers, deze ren van een bedrijf. Hierbij kunnen de volgende verdeling wordt in het rapport niet gemaakt. ■ CBS, input-outputtabellen 11
  • 22. 21 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Figuur 2.11 Stroomschema metaalketen Process Parts System OEM’ers Handels- suppliers suppliers suppliers kanaal/eindgebruiker Bron: ING Sterke positie machine-industrie op internationaal vlak metaalproductenindustrie onder het gemiddelde In internationaal perspectief laat de metaal- voor de industrie (52%). branche een wisselend beeld zien. Voor machines is de export/importquote sterk opgelopen tussen Toename uitbestedingen? 1980 en 2002, van 80% naar 107% (figuur 2.12). Het invoeraandeel in de productie (grond- en Dit betekent dat de export zich aanzienlijk sterker hulpstoffen en halffabrikaten betrokken uit het heeft ontwikkeld dan de import, hetgeen dus een buitenland) beweegt zich van 1987 tot 2003 tussen positieve ontwikkeling weergeeft. De cijfers van de 29% en de 32% en vertoont sinds 1997 een het CBS geven aan dat de export/importquote na voorzichtig stijgende tendens. Het aandeel van de 2002 zelfs nog verder is gestegen tot 118% eind totale toegevoegde waarde van de Metalektro- 2004. Metaalproducten laten echter een andere industrie is echter in deze periode afgenomen van ontwikkeling zien, sinds 1998 blijft de import- 34% tot 29% (al fluctueert deze ook sterk en kan waarde hoger dan de exportwaarde. Als percen- dus nog niet met zekerheid worden gezegd of van tage van de totale omzet exporteert de metaal- een structurele trend sprake is), maar dit komt productenindustrie ca. 36% en de machine- voornamelijk door de uitbesteding van activiteiten industrie ca. 51%. Hiermee ligt met name de aan dienstverleners ■: hun aandeel in totale produc- 12 ■ nutsbedrijven, bouw, handel, horeca, reparatie, vervoer, communicatie en financiële en zakelijke dienstverlening 12
  • 23. 22 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Figuur 2.12 export/importquote machines en metaalproducten, 1980-2004 ■ * 130% 120% 110% 100% 90% 80% 70% 1980 1982 1984 1986 1988 1990 1992 1994 1996 1998 2000 2002 2004 machines OECD metaalproducten OECD machines CBS metaalproducten CBS Bron: Stan database OECD, CBS ■ t/m september 2004 * tie is in deze periode gestegen van 7,6% naar 11,3%. meeste andere sectoren. In onderzoek van De verplaatsing van activiteiten naar het buiten- Berenschot werd gevonden dat 12% van de land ligt in de metaalsector hoger dan in de bedrijven in de basismetaal en metaalproducten- Box 2.1 Bedreigingen van diverse kanten In de metaalsector zijn naast de toenemende internationalisering en uitbesteding nog enkele ontwikkelingen van invloed op ondernemingen. Dit zijn met name: ■ Sterke conjuncturele afhankelijkheid; door de functie als toeleverancier aan sectoren die rechtstreeks te maken hebben met conjunctuurgevoelige afzet schommelt de omzet sterk mee met de (inter)nationale conjunctuur. ■ Kopieergedrag; de in Nederland ontwikkelde producten worden in lagelonenlanden gebruikt om het te kopiëren. ■ Schaalgrootte; schaalvergroting van afnemers kan leiden tot portefeuilleconcentratie waardoor een te sterke afhankelijkheid ontstaat. ■ Personeelstekort; het tekort aan gekwalificeerd personeel is vooral voelbaar in hoogconjunctuur en bij bedrijven die het minder goed doen. ■ Overheidsmaatregelen; arbo- en milieumaatregelen kunnen tot hoge kosten leiden. ■ Technologische ontwikkelingen; substituutproducten (composiet, andere kunststoffen) kunnen met name bij een aanhoudend hoge staalprijs aantrekkelijk worden. ■ Congestie; het vollopen van het wegennet is ongunstig voor de internationale concurrentiepositie. Bron: ING Economisch Bureau, Sectorstudie Metaalproducten en Machine-industrie
  • 24. 23 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND industrie de afgelopen 10 jaren activiteiten heeft profiteren van internationalisatie, aangezien de verplaatst en dat 8% plannen heeft om dit komend export van goederen in deze sector sterker is jaar te doen. Voor de machinebouw, elektro- en gestegen dan de import. transportmiddelensector komen deze percentages op respectievelijk 14% en 6%. Als gevolg van verdergaande liberalisatie van het In de Economische Barometer van de Koninklijke internationale handelsverkeer en grote internatio- Metaalunie van het najaar van 2004 gaf ruim nale concurrentieverschillen is de afgelopen jaren eenderde van de respondenten aan dat hun (voor sommige bedrijfstakken decennia) verplaat- afnemers in toenemende mate uitbesteden aan het sing van bedrijfsactiviteiten naar lagelonenlanden buitenland, terwijl eenvijfde van de bedrijven zelf sterk in de belangstelling gekomen. Dit geldt in het buitenland uitbesteed. zeker voor de metaalketen, waar meer dan één op de acht bedrijven de afgelopen tien jaar productie 2.4 Industrie is hoeksteen van de economie heeft verplaatst naar het (goedkopere) buitenland. Een voortgaand proces van productieverplaatsing De afgelopen decennia hebben een afnemend naar het buitenland bergt het niet denkbeeldige belang van de industrie in de economie als geheel gevaar van een sluipende deïndustrialisatie van de voor wat betreft werkgelegenheid, toegevoegde Nederlandse economie in zich. waarde en productie laten zien. De productie van de industrie is minder hard gegroeid dan de rest Deze deïndustrialisatietendens is niet zonder van de economie als gevolg van een sterke risico’s. Gezien het substantiële belang voor productiviteitsgroei, uitbesteding van diensten en groei, innovatie en export blijft de industrie een een verschuiving van de vraag richting vooral de essentiële pijler onder de economie. Bovendien dienstensector. Er is vooralsnog geen sprake van kan een economie met een gediversifieerde een structurele daling van de industriële productie. sectorstructuur conjuncturele schokken beter opvangen dan een eenzijdig samengestelde econo- Industriële bedrijven bevinden zich in een zeer mie. Gezien de sterke onderlinge verwevenheid dynamische omgeving, waarin de internationale heeft ook de dienstensector belang bij een meer concurrentie sterk toeneemt. Steeds meer handels- dan marginale aanwezigheid van de industrie. en productieactiviteiten van bedrijven overschrij- Ten slotte zorgt de industrie voor een breed scala den de nationale grenzen. Structureel vertonen de van banen die bijdraagt aan een veelzijdige werk- ontwikkeling van de internationale handel en de gelegenheidsstructuur. Om deze redenen is het internationale directe investeringen dan ook een voor Nederland van cruciaal belang om een stijgende lijn. Ook de Nederlandse export groeit. industriële sector van een relevante omvang en Twee belangrijke kanttekeningen hierbij zijn dat diversiteit te houden. het Nederlandse exportpakket relatief sterk gespecialiseerd is in low-tech goederen en dat de wederuitvoer sneller groeit dan de export van binnenlands geproduceerde goederen. Binnen de metaalsector weet vooral de machine-industrie te
  • 25. 24 Strategische succesfactoren Nederlandse metaalindustrie 3 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Nu in het vorige hoofdstuk de omgeving voor de 24% van de ondernemingen deelden zichzelf in industrie in het algemeen en de metaalindustrie in als system suppliers, 11% als parts suppliers en het bijzonder is geschetst, werpt de vraag zich op 23% als process suppliers. hoe bedrijven denken met deze dynamische, maar lastige omstandigheden om te kunnen gaan. Om Indeling bedrijven naar strategische focus bedrijven hierbij te helpen is er vanzelfsprekend Succesfactoren verschillen van bedrijf tot bedrijf een rol weggelegd voor de overheid en branche- en hebben onder meer te maken met de gekozen organisaties, maar het belangrijkste is toch wat strategie en de positie in de keten. Dit laatste bedrijven zelf doen om mee te gaan in de concur- heeft betrekking op de indeling in tabel 3.1, naar rentiestrijd. Wat zijn de (kritische) succesfactoren process supplier, parts supplier, system supplier die ook in de toekomst voor een bestendige en OEM’er. Toch blijken ondernemers binnen relatie tussen de onderneming en de markt kunnen deze groepen ook sterk van elkaar te verschillen zorgen en die bovendien door de onderneming voor wat betreft succesfactoren. Daarom is een zelf zijn te beïnvloeden? De kwaliteit van de nieuwe indeling gemaakt, waarbij op basis van ondernemer of manager is hierbij een dusdanig een tweetal strategische keuzes vier categorieën belangrijke factor dat deze als alles overkoepe- bedrijven zijn onderscheiden (tabel 3.2). lende factor wordt beschouwd en dus niet meer apart wordt behandeld. Ten eerste is ingedeeld op de keuze voor product- innovatie of kostenleiderschap. Als maatstaf hier- Onderzoek middels interviews en enquête voor is het belang dat wordt gehecht aan product- Om inzicht te krijgen in de strategische succes- innovatie gekozen. De keuze voor product- factoren voor metaalondernemingen zijn 12 innovatie is gemaakt omdat dit naar verwachting gesprekken gevoerd met partijen op verschillende de meest bepalende succesfactor is voor de toe- plaatsen in de keten. Aanvullend is een enquête komst. De tweede schifting van groepen heeft ingevuld door 260 metaalbedrijven, met een betrekking op de keuze voor specialisatie of gemiddelde bedrijfsomvang van 35 werknemers. diversificatie. Op deze manier zijn vier groepen De grootste categorie (ingedeeld naar hoofdacti- ontstaan, met ieder verschillende voorkeuren voor viteit) in de steekproef bleek OEM’ers (43%), succesfactoren. Tabel 3.1 Steekproef enquête naar type bedrijf Type bedrijf Aandeel in steekproef Gemiddelde personeelsomvang Process suppliers 23% 31 Parts suppliers 11% 37 System suppliers 24% 43 OEM’ers 43% 30 Bron: Economisch Bureau ING
  • 26. 25 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND Tabel 3.2 Steekproef enquête naar strategische focus Type bedrijf Aandeel in Aandeel Aandeel Aandeel Aandeel totale process parts system OEM’ers steekproef suppliers suppliers suppliers Innovatieve specialisten 26% 21% 4% 15% 60% Kostengerichte specialisten 19% 24% 22% 27% 29% Innovatieve gediversifieerde 27% 13% 10% 17% 60% bedrijven Kostengerichte 28% 33% 10% 36% 21% gediversifieerde bedrijven Totaal 100% 23% 11% 24% 43% Bron: Economisch Bureau ING 3.1 Innovatieve specialisten innovativiteit onderscheiden van de rest. Een aantal bedrijven in deze groep weet zich, doordat Deze categorie onderscheidt zich van de andere zij iets redelijk unieks bieden, verzekerd van een drie doordat een duidelijke strategische keuze zeer sterke marktpositie, waardoor prijs een min- wordt gemaakt voor productinnovatie en speciali- der belangrijke rol speelt. Het doel is natuurlijk satie. Deze specialisatie kan zich zowel uiten in om deze positie vast te houden en uit te bouwen. specialisatie in een bepaald product als speciali- Toch moeten vrijwel alle bedrijven met een satie in bepaalde activiteiten. In de categorie innovatiestrategie ook op de kosten letten, anders innovatieve specialisten blijken OEM’ers relatief dreigen klanten alsnog weg te lopen. Er bestaat zeer sterk vertegenwoordigd en parts suppliers vrijwel altijd een zekere mate van uitruil tussen opvallend weinig aanwezig. kostenconcurrentie en onderscheidingsvermogen De succesfactoren die het hoogst scoren in deze door innovatie. categorie zijn specialisatie, het leveren van kwaliteit, de ontwikkeling van nieuwe producten, Een OEM’er: “Het ten uitvoer brengen goede klachtenafhandeling en het leveren van van strategische keuzes houdt voor ons maatwerk (figuur 3.1). in dat bepaalde uitontwikkelde producten met een lage marge Sterke innovatiestrategie aanwezig worden afgestoten” De door ondernemingen in deze categorie aange- houden strategie is één waarbij overwegend Focus op kernactiviteiten gekozen wordt voor productinnovatie in plaats De innovatieve specialisten hebben allemaal van kostenconcurrentie. Dit betekent dat produc- gekozen voor specialisatie door zich te richten op ten geboden worden die zich, met name door één of enkele specifieke (kern)activiteiten. Een
  • 27. 26 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND grote meerderheid van de geïnterviewde bedrijven (of uitbesteed aan binnenlandse bedrijven of geeft aan dat een specialisatiestrategie voor hen lagelonenlanden) als deze niet langer passen een belangrijke succesfactor is, met als belang- binnen de gekozen strategie. Voor wat betreft de rijke reden dat gespecialiseerde bedrijven een organisatorische invulling van de strategie zien zij betere prijs-kwaliteit verhouding kunnen bieden. over het algemeen weinig heil in voorwaartse of Men geeft aan dat activiteiten worden afgestoten achterwaartse integratie. Schaalvergroting door het Figuur 3.1 Gemiddelde score potentiële succesfactoren innovatieve specialisten (0-10) voorwaartse integratie achterwaartse integratie overnemen collegabedrijven samenwerking collega diversificatie laag voorraadniveau samenwerking kennisinstellingen standaardisering uitbesteding samenwerking toeleveranciers korte ontwikkeldoorlooptijd korte productielooptijd brede klantenkring verbetering productieproces kennisniveau personeel exporteren beschikbaarheid kennis laatste technologie creativiteit personeel samenwerking afnemers nichemarkten brede inzetbaarheid personeel leverbetrouwbaarheid onderhoud en service maatwerk klachtenafhandeling ontwikkeling nieuwe producten kwaliteit leveren specialisatie 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Bron: Economisch Bureau ING
  • 28. 27 SUCCESVOL PRODUCEREN IN NEDERLAND overnemen van collegabedrijven scoort, Inspelen op klantenwensen door maatwerk en korte vergeleken met andere succesfactoren, tevens laag. ontwikkeltijd Niettemin wordt dit door eenderde van de onder- Flexibiliteit is voor deze bedrijven vooral belang- nemers als belangrijke tot zeer belangrijke rijk waar het gaat om het flexibel kunnen inspelen succesfactor gezien. De meerderheid kiest dus op klantenwensen door maatwerk te bieden en het hooguit voor schaalvergroting door autonome realiseren van een korte ontwikkel- en productie- groei. In enkele gevallen is sprake van autonome doorlooptijd. Productiedoorlooptijden blijken groei door het starten van productievestigingen in echter minder cruciaal dan bij de andere catego- lagelonenlanden om via deze locatie meer kosten- rieën, die het hier dus nog sterker van moeten gevoelige en minder tijdkritische onderdelen of hebben. Het inbouwen van flexibiliteit in de producten te leveren of afnemers te volgen. organisatie gebeurt, evenals bij ondernemingen in de andere categorieën, vooral door een brede Hoge marktgerichtheid met sterke nichefocus inzetbaarheid van werknemers. In mindere mate Innovatieve specialisten zijn van alle categorieën (maar meer dan bij bedrijven zonder innovatie- het sterkst gefocust op nichemarkten. De sterke strategie) is sprake van uitbesteding van werk- focus op bepaalde klantengroepen met een zaamheden. Het uitbesteden van (niet-kern)- gespecialiseerd productaanbod heeft mede tot activiteiten aan binnenlandse of buitenlandse gevolg dat men veel inzicht heeft in de bedrijfs- partijen kan de netto-omzetafhankelijkheid van processen van klanten. Bedrijven die tot de afnemers verlagen en voor een buffer zorgen in innovatieve specialisten behoren zijn sterker dan de productiecapaciteit. De belangrijkste reden hun collegabedrijven bezig met marktontwikke- voor uitbesteding blijft natuurlijk dat een ander ling. Samenhangend met de nichefocus, blijken bedrijf een bepaald product of activiteit goedko- zij minder waarde te hechten aan een brede per kan leveren (bijvoorbeeld in een lagelonen- klantenkring. De innovatieve specialisten zijn land), waardoor de totale productkosten dalen. echter wel het sterkst op export gericht, met name de OEM’ers behalen veel van hun omzet in het Een OEM’er: “Co-makership met buitenland, waarbij de geografische spreiding fabrikanten die ons product inbouwen veelal hoog is. Hiermee kan de afhankelijkheid zorgt ervoor dat wij tijdig op de hoogte van enkele (in dit geval geografische) markten zijn van hun nieuwe modellen en daar worden verkleind. met ons product op kunnen inspelen” Een parts supplier: “Om ‘smoel’ in de Samenwerking met afnemers bij productinnovatie markt te houden vind ik het belangrijk Innovatieve specialisten vinden allemaal product- om regelmatig lezingen te geven innovatie voor een bedrijf met hun positie in de en aanwezig te zijn op beurzen en markt cruciaal om in de toekomst de concurren- in vakbladen” tiestrijd aan te kunnen. Hun klantgerichtheid komt terug in het relatief sterke belang van samenwerking met de afnemer bij productontwik- keling. Door met de klant een sterke relatie te