1. Centraal en
decentraal: always
the twain shall meet.
Presentatie: drs. Leneke Visser, adviseur
facultair alumnibeleid Universiteit Utrecht
Chair: mr. Han van Manen, oud-bestuurslid
Utrechts Universiteitsfonds
NAFF Conferentie, mei 2010
2. I. Definitie alumnibeleid
centraal/decentraal
- Universitair strategisch programma
- Facultair strategisch programma
3. II Voor de universiteit is centraal en
decentraal alumnibeleid complementair
Centraal
- Belangenbehartiger àlle alumni
- Leverancier voor de faculteiten
- Uitvoerder universiteitsbreed programma
- Minder directe binding met onderwijs & onderzoek
Decentraal
- Alumnistrategie in relatie tot onderwijs & onderzoek
- Binding student en opleiding
- Feedback alumni op curriculum
- Post Academisch Onderwijs
- Arbeidsmarktoriëntatie
4. III Voor de alumnus begint de binding bij de
opleiding, en eindigt bij de universiteit
Opleiding
Directe
omgeving/
faculteit
Universiteit
5. IV. Leeftijdsopbouw cohorten
Universiteit Utrecht
20 jaar of jonger 165 0%
21 - 30 jaar 25.605 21%
31 - 40 jaar 28.563 23%
41 - 50 jaar 20.311 16%
51 - 60 jaar 13.781 11%
61 - 70 jaar 8.048 6%
71 jaar en ouder 5.715 5%
Geen geboortedatum
bekend 22.021 18%
Totaal 124.209 (cijfers april 2010)
6. V Kenmerken leeftijds-cohorten
> Van student naar alumnus
> Pas afgestudeerd (tot 30 jaar)
> Carrière (30 tot 40 jaar)
> Gesetteld (40-50 jaar)
> Laatste fase werkend leven (50-60 jaar)
> Afbouw carrière, nieuwe levensvulling (60-75 jaar)
7. VI. Taakverdeling universiteit /
opleiding (1)
Universiteit
> infrastructuur (bestand, website, blad)
> Analyse bestand, selecties
> opbouw en overdracht expertise
> ontwikkeling universitaire visie en strategie
> minimaal één programma voor àlle alumni
> programma voor alumnisegmenten die niet gedekt
worden op het niveau van de opleiding & vereniging
8. VI. Taakverdeling universiteit /
opleiding (2)
Faculteit / opleiding
> Van student naar alumnus: bewustwording
> Binding student opleiding: loyaliteit!
> Introductie alumni als rolmodel (welkom,
arbeidsmarkt, mentor)
> Feestelijk afstuderen vieren als overgangsrite
> Alumni betrekken bij evaluatie O&O
> Alumni betrekken als afnemend veld, recruitment
9. VII.1
Praktijkvoorbeeld: faculteit Recht,
Economie en Bestuur (Universiteit
Utrecht)
Facultaire problematiek uitgangspunt
> Slechte binding student & opleiding (m.n. RGL)
> Studenten klagen over gebrekkige oriëntatie op de
arbeidsmarkt
> Afnemend veld heeft ander verwachtingspatroon van
de afgestudeerden
> Faculteit is weinig verankerd in zijn omgeving
> Faculteit heeft een dreigend structureel probleem om
in het eigen onderhoud te voorzien
> Internationale instroom speerpunt facultair beleid
10. VII.2
Praktijkvoorbeeld: faculteit Recht,
Economie en Bestuur (Universiteit
Utrecht)
Facultaire strategie: alumnibeleid ontwikkelen vanuit de
facultaire problematiek
> Alumni betrekken bij loyalty programma
> Alumni betrekken bij oriëntatie op de arbeidsmarkt
> Feed back curriculum alumni organiseren
> Alumni regelmatig informeren over de ‘state of the
art’ van de opleiding
> Een ontwikkeld ‘eigenaar’-gevoel (dit is mìjn
opleiding) draagt bij aan de overlevingsstrategie van
de opleiding
> Internationale afgestudeerden betrekken bij
wervingsprogramma’s.
11. VIII SPONSORING !!
Typen fondsenwerving
> Derde geldstroom: publieke sector
> Vierde geldstroom: private sector
Formulering rol sponsorbeleid centraal
> coördinerend en adviserend
> universiteitsbrede werving
Formulering rol sponsorbeleid decentraal
> Inhoudelijk: ‘Cases for support’
> Opleiding: ‘eigen’ onderzoeksprojecten
12. IX SPONSORING !!
Voorwaarden & reacties vanuit universiteit & opleiding
> Kent de organisatie de cultuur van
relatiegerichte fondsenwerving (= 4e geldstroom)?
> Heeft de organisatie een fondsenwervings-traditie
opgebouwd?
> Heeft de organisatie een lange termijn visie
ontwikkeld?
> Wordt fondsenwerving gezien als marketing?
> Is de organisatie extern georiënteerd?
> Heeft de organisatie zicht op de markt?
> Leeft de omgeving bij de organisatie en omgekeerd?
> Is de externe omgeving betrokken bij het bestuur van
de organisatie?
13. X Conclusie
1.
Samenwerking centraal & decentraal in het alumnibeleid
is natuurlijk
2.
Samenwerking centraal & decentraal in de
fondsenwerving – met name vierde geldstroom - is een
conditio sine qua non