2. 1. humanisme & renaissance
2. maarten luther & calvijn
3. reformatie van de zestiende eeuw
4. de 3 ontdekkingreizigers
5. kolonien
3. De renaissance (letterlijk: wedergeboorte) is een periode in de Europese
cultuurgeschiedenis die volgde op de middeleeuwen. De term kwam in
de 19e eeuw ook in omloop als historisch periodebegrip. De renaissance
als laatmiddeleeuwse culturele beweging begon in Italië in de veertiende
eeuw en verspreidde zich in de volgende eeuwen over de rest van
Europa. De Italiaanse humanisten die de term renaissance
introduceerden, meenden dat na een periode van verval, de
middeleeuwen, een nieuwe gouden eeuw was aangebroken, die niets
minder was dan een 'wedergeboorte' van de verworvenheden van de
klassieke oudheid. De acceptatie van renaissance als periodebegrip had
niet alleen te maken met de herleving van de klassieke oudheid en de
wijze waarop deze periode werd gecontrasteerd met de tijd die daaraan
voorafging. De term verwijst ook naar de 'geboorte' van belangrijke
nieuwe ontwikkelingen in deze periode, zoals de teloorgang van het
feodale stelsel, de ontdekking van nieuwe continenten, het copernicaanse
stelsel in de astronomie en de uitvinding of introductie in Europa van
drukpers, papier, kompas en buskruit. Moderne historici zien echter op
heel wat gebieden geen scherpe breuk met de middeleeuwen, en
benadrukken dat er eerder sprake was van continuïteit en verdere
ontwikkeling van processen die reeds in de middeleeuwen waren
begonnen.
4. Maarten Luther (Duits: Martin Luther) (Eisleben, 10
november 1483 – aldaar 18 februari 1546) was een zeer
belangrijke Duitse protestantse theoloog en reformator.
Begonnen als augustijner monnik (1506) die het
sacrament van de priesterwijding ontvangen had
(1507), ontwikkelde hij zich na zijn benoeming in 1508
tot hoogleraar in de moraaltheologie aan de
Universiteit van Wittenberg tot dé leidende
persoonlijkheid van de Reformatie in het Duitse Rijk.
De publicatie van zijn academische stellingen tegen de
handel in aflaten op 31 oktober 1517 is het symbolische
begin van het protestantisme. In 1521 werd Luther
geëxcommuniceerd door paus Leo X. Luthers naam
wordt dikwijls in één adem genoemd met de
reformatoren Huldrych Zwingli en Johannes Calvijn
5. Volgens sommigen begon de Reformatie al in de 15e eeuw onder Johannes Hus. Andere
vroege aanzetten tot verandering waren er al voor de 15e eeuw, gezien onder andere de
opkomst van de Moderne Devotie van Geert Grote. Belangrijke vertegenwoordigers van de
Reformatie waren Maarten Luther (Duitsland), Huldrych Zwingli (Zwitserland) en Johannes
Calvijn (Frankrijk). Ze hadden de bedoeling om de katholieke Kerk van binnenuit te
hervormen. Door de paus en andere leiders binnen de Katholieke Kerk werd de Reformatie
echter afgewezen en bestreden, hierbij gesteund door rooms-katholieke vorsten onder
leiding van de jonge keizer Karel V. Hierdoor kwam het tot een breuk tussen de
gereformeerden en de rooms-katholieken. Ondanks het verzet groeide de aanhang van de
hervormingsgezinden snel, onder meer dankzij de verbreiding van de boekdrukkunst; ook
voedde de Reformatie de politieke tegenstellingen tussen Europese vorsten en edelen, met
als gevolg verschillende godsdienstoorlogen en opstanden. De invloed van de Reformatie
strekt(e) zich uit over vele landen en is tot op de dag van vandaag merkbaar in kerk en
samenleving over een groot deel van de wereld. De zestiende-eeuwse Reformatie wordt door
protestanten gezien als een grote en diep ingrijpende opwekking in de kerk.
Op het Concilie van Trente (1545-1563) werd in 126 stellingen (zgn. canones) onderdelen van
de protestantse leer als dwaling gekenmerkt. Voor katholieken die van de leer van de
Rooms-katholieke Kerk afwijken en deze punten onderschrijven, gold en geldt het
"Anathema Sit" = In de ban is hij. Daarbij moet worden aangetekend dat de anathema's alleen
voor katholieken gelden, en dus niet voor het overgrote deel van de protestanten van
tegenwoordig, die niet katholiek gedoopt zijn. Met dit concilie werd een contrareformatie
ingezet, die zich onder meer richtte op verbetering van priesteropleidingen, tegengaan van
misstanden, invloed op het onderwijs, geloofspropaganda en bestrijding van de protestantse
'ketterij'. Vooral de jezuïeten en de inquisitie waren actief in het bestrijden van de Reformatie.
6. Al vroeg begonnen ontdekkingsreizen diverse delen van de aarde met elkaar te
verbinden. Zo waren er al rond 3000 v.Chr. contacten tussen de Soemeriërs en de
Indusbeschaving. Het land Dilmun (het huidige Bahrein) speelde hierin een belangrijke
rol.
Een belangrijk handelsvolk werd gevormd door de Feniciërs. Zij voeren over de gehele
Middellandse Zee, en stichtten kolonies zoals Gades (Cádiz). Na verloop van tijd werden
de Fenicische stadstaten overvleugeld door de voormalige kolonie Carthago. De
Carthagers breidden hun handelsnetwerk uit tot aan Engeland (Himilco) en langs de
Atlantische kust van Afrika (Hanno). Ook zijn er aanwijzingen dat ze de Azoren hebben
bezocht.
Ook de Grieken bezochten vele nieuwe gebieden. Scylax van Caryanda voer rond Arabië
van Perzië naar Egypte, Pytheas onderzocht noordwest-Europa, en sprak over een
'verste land' dat hij Thule noemde en Alexander de Grote veroverde het toen in Europa
nog grotendeels onbekende Midden-Oosten en India (325-280 v.Chr.).
Ook in de Romeinse tijd waren het vooral de Grieken die verre reizen maakten. Met
behulp van de passaatwinden werd over de Indische Oceaan naar India en Zuidoost-
Azië gevaren, misschien zelfs tot China. Vanuit China zelf werd, vooral door de reizen
van Zhang Qian, de zijderoute geopend, die het Chinese en het Romeinse wereldrijk met
elkaar verbond.
7. Christoffel Columbus (Italiaans Cristoforo Colombo, Spaans Cristóbal Colón, Portugees
Cristóvão Colombo, Latijn Christophorus Columbus; Genua, 1451 - Valladolid, 20 mei 1506)
is de beroemdste ontdekkingsreiziger uit het tijdperk van de grote ontdekkingen. Hij
maakte naam door zijn 'ontdekking' van Amerika onder Spaanse vlag in 1492. Columbus
dacht na het oversteken van de Atlantische Oceaan Indië bereikt te hebben, maar was in
werkelijkheid gestuit op een Nieuwe Wereld. Zijn ontdekking vormt een keerpunt in de
wereldgeschiedenis, waarvan de betekenis nauwelijks overschat kan worden. Europese
machten koloniseerden de beide Amerikaanse continenten. De ruime hoeveelheden land
en grondstoffen speelden een rol bij de opkomst van Europa als het overheersende
continent in de wereld. De zogenaamde Columbiaanse uitwisseling zorgde voor een
wereldwijde uitwisseling van gewassen, dieren en ziektes. De besmettelijke ziektes van
de Oude Wereld hadden een verwoestende uitwerking op de inheemse bevolkingen.
Even opmerkelijk als de ontdekkingen van Columbus is diens eigen levensloop.
Ondanks zijn eenvoudige komaf wist hij zich toegang te verschaffen tot de koninklijke
hoven van Portugal en Spanje om daar zijn plannen voor een westwaartse route naar
Azië te bepleiten. Op basis van zijn praktische ervaringen op zee en - foutieve -
geografische veronderstellingen argumenteerde hij dat dit een korte oversteek zou zijn.
Na jaren lobbyen kreeg hij groen licht van koningin Isabella van Castilië. In vier
ontdekkingsreizen bracht hij een groot deel van het Caraïbisch gebied in kaart.
Columbus werd tevens gouverneur van de Spaanse kolonie op Hispaniola, maar was als
bestuurder geen succes. Hij bleek niet in staat een effectief gezag op te bouwen en werd
in 1500 ontheven uit zijn functie. Op Hispaniola zette Columbus wel de toon voor de
Spaanse overheersing van de inheemse volken van de Nieuwe Wereld door de plaatselijke
Taíno gewelddadig te onderwerpen. Na een laatste tocht naar Midden-Amerika stierf hij
in 1506, nog steeds ervan overtuigd dat hij Azië had bereikt.
8. Over het vroege leven van Vasco da Gama is
weinig bekend. Hij was afkomstig uit een adellijke
familie. Zijn vader was Estêvão da Gama,
gouverneur van Sines en Silves. Deze had goede
connecties aan het Portugese hof. Da Gama’s eerste
wapenfeit dateert uit 1492. Koning João II belastte
hem met de taak represailles tegen de Franse
koopvaardijschepen in de haven van Setúbal en
havens in de Algarve uit te voeren. De reden voor
deze represailles waren aanvallen van Franse
piraten op Portugese schepen aan de West-
Afrikaanse kust.
9. Willem Barentsz (Formerum, ±1550 - Nova
Zembla, 20 juni 1597) was een Nederlandse
zeevaarder en ontdekkingsreiziger
(poolonderzoeker), die drie reizen maakte om de
Noordoostelijke Doorvaart te vinden, waarbij hij
de kusten van Nova Zembla verkende en
Bereneiland en Spitsbergen ontdekte.
Dat van de vele ontdekkingsreizen juist het
verhaal van Willem Barentsz bekendheid verwierf
binnen de Nederlandse geschiedenis is, behalve
een bijdrage van de dichter Hendrik Tollens die in
1819 Tafereel van de overwintering op Nova Zembla
publiceerde, natuurlijk vooral zijn belang voor de
cartografie van de Noordoostelijke Doorvaart.
10. Een kolonie is een gebied buiten het eigen land. Dat gebied
is bedoeld om in cultuur te brengen of om winst mee te
maken. Het land dat een gebied tot kolonie maakt, wordt de
kolonisator genoemd. Wanneer een land bezig is met een
kolonie (of meerdere kolonies) te stichten, wordt dat
kolonisatie genoemd.
Veel West-Europese landen als Portugal, Spanje, Engeland
en Frankrijk veroverden vanaf de 16e eeuw overzeese
gebieden, die ze vervolgens koloniën noemden.
Ook Nederland had koloniën: Nederlands-Indië (nu
Indonesië), Suriname, Nederlandse Antillen en Nieuw-
Guinea. Daarnaast heeft Nederland nog koloniale
bezittingen gehad in New York, Brazilië, langs de kust van
Guinee en in Zuid-Afrika.