2. In de les heb je geleerd wat Landeskunde nu
eigenlijk precies inhoud.
Naar welke opzichten kijk je in de
Landeskunde?
A. relatief, sociaal, kunstzinnig en cultureel
B. historisch, economisch, sociaal en cultureel
C. politisch, economisch, historisch en sociaal
3. Je antwoord is niet goed. Probeer de vraag
opnieuw te beantwoorden.
TIP:
Denk aan de belangrijkste opzichten van een
land. Waar werkt een land vaak aan?
Ga terug naar de vraag
4. Je antwoord is GOED.
Het is inderdaad historisch, economisch, sociaal
en cultureel.
Verdieping van de lesstof:
De opzichten historisch, economisch, sociaal en
cultureel zijn het belangijkste voor een land en
dus kijken we bij de Landeskunde naar deze
opzichten.
Ga door naar de volgende
vraag
5. Duitsland heeft een totale
oppervlakte van:
A. 99.362 km²
B. 357.022 km²
C. 119.158 km²
6. Je antwoord is niet goed. Probeer de vraag
opnieuw te beantwoorden.
TIP:
Probeer je te bedenken hoe groot Duitsland
eigenlijk is. Probeer ook om Duitsland met
Nederland te vergelijken.
Ga terug naar de vraag
7. Je antwoord is GOED.
Het is inderdaad 357.022 km².
Verdieping van de lesstof:
Nederland past zo’n 8,5 keer in Duitsland.
Duitsland is dus in vergelijking met Nederland
heel groot!
Ga door naar de volgende
vraag
9. Je antwoord is niet goed. Probeer de vraag
opnieuw te beantwoorden.
TIP:
Probeer te denken aan de verdeling tijdens de
Tweede Wereldoorlog.
Ga terug naar de vraag
10. Je antwoord is GOED.
Het is inderdaad Berlijn.
Verdieping van de lesstof:
Berlijn is sinds 1990 (na het vallen van de muur
en de vereniging) officieel de hoofdstad van
Duitsland.
Ga door naar de volgende
vraag
11. Berlijn is bijna net zo groot als
de Nederlandse provincie:
A. Noord-Holland
B. Utrecht
C. Friesland
12. Je antwoord is niet goed. Probeer de vraag
opnieuw te beantwoorden.
TIP:
Probeer te denken aan de grootte van
Berlijn, Duitsland, Nederland en de provincies
van Nederland.
Ga terug naar de vraag
13. Je antwoord is GOED.
Het is inderdaad Utrecht.
Ga door naar de volgende
vraag
14. Vul in wat er op de puntjes
moet komen te staan.
Duitsland telt … Bundesländer.
A. 32
B. 16
C. 9
15. Je antwoord is niet goed.
Probeer de vraag opnieuw te
beantwoorden.
Ga terug naar de vraag
16. Je antwoord is GOED.
Het is inderdaad 16.
Verdieping van de lesstof:
Duitsland telt 16 Bundesländer. Dit komt ook
omdat er Bundesländer zijn, die als hoofdstad
en Bundesland fungeren. Een goed voorbeeld
hiervan is de Duitse hoofdstad Berlijn.
Ga door naar de volgende
vraag
17. Düsseldorf is de hoofdstad van:
A. Nordrhein-Westfalen
B. Rheinland-Pfalz
C. Hessen
18. Je antwoord is niet goed.
Probeer de vraag opnieuw
te beantwoorden.
Ga terug naar de vraag
19. Je antwoord is GOED.
Het is inderdaad Nordrhein-Westfalen.
Ga door naar de volgende
vraag
20. Magdeburg is de hoofdstad van:
A. Sachsen-Anhalt
B. Sachsen
C. Saarland
21. Je antwoord is niet goed.
Probeer de vraag opnieuw te
beantwoorden.
Ga terug naar de vraag
22. Je antwoord is GOED.
Het is inderdaad Sachsen-Anhalt.
Ga door naar de volgende
vraag
23. Potsdam is de hoofdstad van:
A. Potsdam
B. Berlin
C. Brandenburg
24. Je antwoord is niet goed.
Probeer de vraag opnieuw te
beantwoorden.
Ga terug naar de vraag
25. Je antwoord is GOED.
Het is inderdaad Brandenburg.
Ga door naar de volgende
vraag
26. De hoofdstad van Baden-
Württemberg is:
A. Schwerin
B. Mainz
C. Stuttgart
27. Je antwoord is niet goed.
Probeer de vraag opnieuw te
beantwoorden.
Ga terug naar de vraag
28. Je antwoord is GOED.
Het is inderdaad Stuttgart.
Ga door naar de volgende
vraag
30. Je antwoord is niet goed.
Probeer de vraag opnieuw te
beantwoorden.
Ga terug naar de vraag
31. Je antwoord is GOED.
Het is inderdaad Hamburg.
Verdieping van de lesstof:
Hamburg is zowel een Bundesland als een
hoofdstad.
Ga door naar de volgende
vraag