1. Digitale-fotografie-tips Ivo De Haes
Mei 2013-05-17 Met dank aan nieuwsbrief.digitalefotografietips.nl
10 fotografie tips
1. maak oogcontact
Wanneer een foto maakt van een persoon, is
het ook van belang dat je die persoon in de
ogen kijkt. Want net als in het dagelijks leven is
oogcontact ook belangrijk voor een foto.
Daarvoor zul je soms ook door je knieën
moeten om de best mogelijke foto te maken.
Zo leg je die ondeugende blik
waarheidsgetrouw vast.
2. let op de achtergrond
Let op de achtergrond wanneer je foto’s van
mensen maakt. Een drukke achtergrond leidt
af van het onderwerp. Bovendien moet je
ervoor zorgen dat het niet lijkt alsof het
buurjongetje een plant uit zijn hoofd heeft
groeien. Ga dus op zoek naar een rustige
achtergrond, maar maak geen foto met een
onderwerp recht voor een muur. Daarmee
haal je de mogelijke diepte uit de foto.
3. een kader creëren
Creëer een natuurlijk kader om een foto
spannender te maken. Gebruik dat klimrek
bijvoorbeeld voor de foto van de kinderen of
de herfstachtige bladeren om een mooi
uitzicht net dat beetje extra te geven. Het
kader creëert meer diepte in het beeld,
waardoor de foto interessanter wordt.
4. gebruik je flitser buiten
Als de zon schijnt, kunnen er op foto’s
schaduwen komen die je met het blote oog
niet ziet. Ogen kunnen daardoor bijvoorbeeld
in het donker verdwijnen. Dit kun je voorkomen
door de flitser te gebruiken. Daarnaast krijgt
een foto meer contrast, wanneer je buiten
flitst.
extra tip: camera’s hebben vaak een
corrigerende en een volledige flits. Bevind je je
binnen anderhalve meter van het onderwerp
dat je wilt fotograferen, kies dan de
corrigerende flits. Sta je verderaf, dan werkt de
volledige flits goed. Om het zo goed mogelijk
onder de knie te krijgen, moet je het vooral
vaak proberen.
5. details maken het verschil
Een mooi gebouw is vaak een mooie foto
waard. Probeer eens om je ook te richten op
de details van een gebouw, zoals de
ornamenten van een kerk. Om die details
goed vast te kunnen leggen, moet je het
vanuit het juiste perspectief fotograferen.
Wanneer je een foto maakt vanuit dezelfde
plek als waar vandaan jij de kerk bekijkt, levert
dit niet het meest mooie beeld op. Doe
daarom eens een stapje naar achteren en
zoom op een detail in. Daardoor lijkt het alsof
je meer voor bijvoorbeeld het ornament hebt
gezweefd.
Als je de foto’s van het totale gebouw met die
van de details samenvoegt in je fotoalbum,
vertel je het volledige verhaal.
6. stel eens handmatig scherp
Als je een foto maakt volgens de ‘gulden
snede’ en daardoor een onderwerp niet in het
midden zet, moet je de automatische focus
van jouw camera uitzetten. Een automatische
focust gaat namelijk bij het merendeel van de
camera’s uit van het midden van het beeld.
Om het onderwerp scherp in beeld te
brengen, stel je handmatig scherp en
verander je de uitsnede alvorens de foto
neemt.
7. zonsopgang of -ondergang
Wanneer de zon onder of opgaat, is het licht
van seconde tot seconde anders. Het licht
wordt warmer, naarmate de zon dichter bij de
horizon staat. Daarom is het van belang om
zoveel mogelijk foto’s te maken en er echt de
tijd voor te nemen. Als je eenmaal thuis in alle
rust achter de computer de foto’s bekijkt, kun
je een selectie maken. Als je bijvoorbeeld een
eiland of gebouw op de voorgrond van de
foto plaatst, krijgt de foto een mooi contrast.
Wil je de foto zo spannend mogelijk maken,
plaats de zon dan niet in het midden van het
beeld.
8. onaangekondigd fotograferen
Je kent ze wel, die ‘geposeerde’ foto’s,
waarop het groepje verzameld is voor een
bepaald monument en lacht naar de
camera. Het kan nu juist eens leuk zijn om een
groepje mensen onaangekondigd te
fotograferen. Dat de mensen eens niet in de
camera kijken, geeft een leuker effect. Zulke
foto’s leggen het moment vaak beter vast en
stralen een ontspannen sfeer uit.
9. verschillende perspectieven
Foto’s kunnen vrij statische beelden tonen.
Daarom kan het leuk zijn om de onderwerpen
op verschillende wijzen te benaderen. Een
stapje naar links of naar rechts doen of
meerdere foto’s nemen, maakt al een groot
verschil. Maak eens een foto terwijl je op een
kruk staat of fotografeer hoge gebouwen juist
wanneer je plat op de grond ligt. Het resultaat
zijn foto’s met een heel andere dimensie.
10. de tijd nemen
Foto’s maken, gebeurt vaak ‘even
tussendoor’. Zeer zeker met een digitale
camera is het steeds makkelijker over snel het
knopje in te drukken. Er zijn altijd voldoende
foto’s om herinneringen mee op te halen,
maar het kan ook anders.
Maar als je even de tijd neemt om te kijken en
bedenken hoe dat uitzicht of het onderwerp
het beste tot zijn recht komt, zul je zien dat de
beelden net dat beetje extra hebben
waardoor je die herinnering echt kunt
herbeleven.
2. Digitale-fotografie-tips Ivo De Haes
Mei 2013-05-17 Met dank aan nieuwsbrief.digitalefotografietips.nl
Extra tip: Denk aan de snelheid van je geheugenkaart
“Naast de grootte van het geheugen is bij de sd-kaart ook de snelheid belangrijk. Dit zorgt ervoor
dat je zo snel mogelijk foto’s kunt maken. De minimale (constante) snelheid van een kaart wordt
aangegeven met de letter C. Voor een ‘eenvoudige compactcamera’ is 20mb/s voldoende. Voor
spiegelreflexcamera’s moet je op zoek naar minimaal 30mb/s (200x). ”
Korte (actuele) praktische tips.
Bron: http://www.digitalefotografietips.nl/kort
Composities
Lenskeuze in composities
De keuze van de lens (of zoominstelling bij
kleine camera’s) heeft een groot effect op je
compositie.
Wissel van positie
Door te experimenteren met standpunten, de
gemaakte beelden te analyseren en steeds bij
te stellen kom je uiteindelijk tot die ene foto die
je wilt delen met de wereld.
Compositie op zijn kop
Bij het beoordelen van de balans van een
landschapsfoto wordt je oog soms afgeleid
door de kleinere details in het landschap,
waardoor de compositie, balans en energie
van de foto soms lastig te beoordelen is. Door
de foto op dat moment om te draaien wordt je
gedwongen naar de algehele compositie en
de balans te kijken, in plaats van de kleine
details waar je oog anders naar op zoek gaat.
Composities met een S
Rondingen en bochten geven een prettig,
sierlijk en impactvol effect aan het beeld. Het is
een natuurlijke vorm die je vaak in
landschappen kunt vinden, maar ook de veren
van een vogel, moderne auto’s of de vormen
van je model. Een ronding leidt het oog in een
vloeiendere en vrijere manier door de foto dan
een diagonale lijn.
Diepte creëren
Zoek het hogerop
Zoek daarom altijd naar een ander standpunt,
ga door de hurken of klim op een hoger
standpunt en probeer zo een ander standpunt
te vinden waarop je onderwerp het beste naar
voren komt.
Groothoeklens ook voor macro
Een groothoeklens is niet alleen heel geschikt
voor het vastleggen van grote en spectaculaire
landschappen, maar je kunt een groothoeklens
ook goed gebruiken voor meer macro-achtige
foto’s, waarbij je ook nog iets van de omgeving
wilt laten zien.
Voorgrond-achtergrond
Als je een landschap fotografeert, probeer een
boom / kerk / rotsen, etc. te vinden die je op de
voorgrond kunt plaatsen om meer
dieptewerking in de foto te krijgen.
Reflecties in water
Het is altijd weer een klein feestje als je gebruik
kan maken van een reflectie om de compositie
te versterken. Met een reflectie kun je een
onderwerp kaderen, abstract maken of extra
diepte toevoegen in de foto.
Waar de horizon plaatsen
Volgens de ‘compositieregels’ plaats je de
horizon bij een foto op 1/3e vanaf de
bovenkant of 1/3e van de onderkant. Hierdoor
wordt je compositie interessanter dan wanneer
je de horizon precies in het midden zou
plaatsen. Maar wat bepaalt waar je de horizon
in je foto plaatst?
Elementen vrij houden in het beeld
Instellingen
Alle aapjes kijken
Ter plekke leren en experimenteren heeft
digitale fotografie met het LCD scherm
achterop de camera een stuk makkelijker
gemaakt. Je ziet direct het resultaat van de
gekozen instellingen en kunt indien nodig
corrigerende actie ondernemen. Maar als je na
elke foto naar het scherm kijkt kun je belangrijke
momenten missen.
Belichtingscompensatie
De camera lichtmeter is zo ingesteld dat een
gemiddelde foto altijd 18% grijs gereflecteerd
licht bevat. De mogelijkheid om
een belichtingscompensatie in te stellen is één
van de eenvoudigste methoden om een
creatieve invloed uit te oefenen op een foto en
betere resultaten te bereiken.
Vergeet de ISO waarde niet
Door de ISO waarde te verhogen kun je er toch
voor zorgen dat je bij een wijd open diafragma
de minimale sluitertijd kunt halen.
Landschappen
Zonnestralen door de bomen
De grootste kans op zonnestralen heb je als je in
de ochtend of avond op pad gaat en het is
een beetje vochtig of stoffig in de lucht.
Tegenlicht
Tegen- of zijlicht helpt om het onderwerp en
achtergrond van elkaar te scheiden en geeft
meer diepte aan de foto, waardoor een meer
3D effect ontstaat.
Grondmist fotograferen
Als de eerste zonnestralen op het landschap
verschijnen warmt de lucht op en kan er mist
ontstaan. Grondmist is een hele vluchtige vorm
van mist die soms maar een paar minuten
stand houdt, maar soms ook uren stand kan
houden.
3. Digitale-fotografie-tips Ivo De Haes
Mei 2013-05-17 Met dank aan nieuwsbrief.digitalefotografietips.nl
Fotograferen met tegenlicht
Door het onderwerp direct tussen camera en
lichtbron te plaatsen krijg je de lichtbron te zien
als een heldere vlek of een sterke gloed rond
het onderwerp, in mooi avondlicht kan
tegenlicht het onderwerp helemaal omhullen.
Het belang van voorgrond in een landschap
Door op zoek te gaan naar een element om in
de voorgrond te plaatsen creëer je diepte in je
foto. Dit kunnen één of meer stenen zijn, maar
ook een boom, riet, een muurtje, een boot, etc.
Natuurlijk is het prettiger om met een
strakblauwe lucht in de zon op pad te gaan,
maar voor een landschapsfotograaf is dat
helemaal geen feest. Juist op die grens
momenten tussen droog en nat kan er iets
bijzonders gebeuren en verandert de sfeer in
iets unieks.
Portret
Maak contact
Belangrijk bij het fotograferen van mensen bij
een evenement is dat je contact met hen
maakt. Probeer jezelf zo te positioneren dat het
onderwerp je opmerkt en geef met een
glimlach aan dat je graag een foto wilt maken.
Als het onderwerp je aankijkt, dan is de kijker
van de foto meer betrokken bij het portret.
Portretten midden op de dag
Door je onderwerp in de schaduw te plaatsen
krijg je gelijkmatig licht, waardoor je minder
risico loopt dat bijvoorbeeld de oogkassen of
de helft van het gezicht te donker wordt. Ook
hoeft je onderwerp dan niet de ogen dicht te
knijpen voor het felle licht, waardoor je alleen
maar spleetjes ziet.
Portretten op een bewolkte dag
Fotografeer je op dagen met hoge
sluierbewolking, een bewolkte lucht of in de
schaduw dan heb je geen last van de harde
schaduwen en kun je alle fijne details van je
model vastleggen.
Portretten in zwart-wit
Als je in JPG formaat fotografeert adviseer ik
toch om foto’s te nemen met alle
kleurinformatie intact. De camera registreert
dan namelijk niet de 16 miljoen kleuren zoals in
normale kleurenfoto’s, maar legt slechts 256
grijstonen vast.
Privacy en fotografie
Mag je zomaar mensen op straat fotograferen?
Op straat geldt in principe de regel “Publicatie
mag, tenzij dit een redelijk belang van de
geportretteerde schendt.”
Praktijk Kort
Google Maps voor fotolocaties
Een onmisbaar hulpmiddel is Google Maps, met
name de Streetview beelden die Google met
rondrijdende auto’s opneemt bieden veel
inzicht in een fotolocatie.
Bewolkte dagen
Onder bewolkte omstandigheden komen de
natuurlijke kleuren beter uit, doordat de lucht
een grote softbox vormt die het licht verzacht.
Bewolkte dagen zijn perfecte om bijvoorbeeld
bloemen of watervallen vast te leggen. Door
het ontbreken van de felle zon heb je geen
schaduwen en kunnen de lichte delen ook
door de camera worden vastgelegd, waardoor
je de bloem in zijn volle glorie kunt laten zien.
Fotograferen in de regen
Over het algemeen kunnen camera’s namelijk
beter tegen de regen dan mensen, zo lang je
er maar voorzichtig mee om gaat. Een
wolkbreuk zoals in de middag zal de camera
niet overleven, maar motregen is geen enkel
probleem.
Schemering
Na zonsondergang is het niet direct zwart, maar
heb je nog een periode dat er kleur in de lucht
is. Dit verdient de voorkeur boven een puur
zwarte lucht.
Invulflits
De TTL functie van de flitser zorgt er automatisch
voor dat het silhouet wordt ingevuld, terwijl het
licht in de lucht ook nog steeds wordt
vastgelegd. Door met de flitscompensatie en
het diafragma te spelen kun je de hardheid
van het licht beïnvloeden.
Landschap in de regen
In de regen krijgt het landschap een geheel
nieuwe aanblik. Kleuren worden veel duidelijker
door het zachte verstrooide licht, waardoor ze
veel beter uit komen, zeker in de herfstperiode.
De kleur spat soms van het scherm.
Blijf fotograferen na zonsondergang
Ondanks dat de zon onder de horizon is kan de
lucht nog steeds worden verlicht door de zon
en door de invalshoek van het licht ontstaan
mooie kleuren in de aanwezige wolken. Zo kun
je nog prima 1-1,5 uur na zonsondergang of
voor de zonsopkomst (door) fotograferen.
Fotograferen uit de hand bij weinig licht
Zonder statief is het niet meteen einde oefening
in een situatie met weinig licht, met goede
techniek kun je ook in niet-ideale
omstandigheden nog een bruikbare foto
krijgen.(Gebruik ook de zelfontspanner ... helpt!)
De kracht van de beperking = Less is More
Tijd: Wachten is soms nodig (wolk). Kinderen en
dieren vragen dan weer snel handelen.
4. Digitale-fotografie-tips Ivo De Haes
Mei 2013-05-17 Met dank aan nieuwsbrief.digitalefotografietips.nl
Gulden snede als gouden basisregel
Wanneer we foto's maken, eindigt het
onderwerp veelal precies in het midden. Het
resultaat is vaak een wat saaie foto. Dat kun je
voorkomen als je onderwerpen op andere
manieren in beeld probeert te brengen.
Hiervoor kan de 'gulden snede' van pas
komen.
De ‘gulden snede’ vindt zijn oorsprong in
de oudheid, en wordt tegenwoordig
toegepast in verschillende vakgebieden,
waaronder fotografie. De 'gulden regel'
staat bekend onder verschillende namen zoals
de ‘regel van drieën' of de ‘regel van derden’.
Het werkt zo: Je verdeelt het beeld in het
zoekscherm van je camera in negen gelijke
vlakken, door er twee verticale en twee
horizontale lijnen door te trekken. Waar de
lijnen elkaar kruisen, ontstaan dan vier
snijvlakken die belangrijk zijn voor het maken
van mooie foto’s.
Als je het onderwerp in plaats van in het
midden, op één van de vier snijvlakken
plaatst, wordt de foto gelijk spannender.
Geef de foto ook een beter perspectief te
geven door de horizon in je foto te
plaatsen op de onderste of de bovenste lijn.
Tips voor betere vakantiefoto’s
DOOR KENNETH VERBURG
De vakantie is voor de meeste mensen de
belangrijkste gebeurtenis in het jaar om met
een camera op stap te gaan. De thuisblijvers
worden steevast verrast met mooie verhalen,
maar ook ellenlange presentaties. Hoe zorg je
er nu voor dat jouw vakantiefoto’s er zo
uitspringen dat de thuisblijvers de volgende
vakantie ook richting die bestemming boeken
en niet halverwege het verhaal afhaken.
Voorbereiding/voorpret
De voorpret is een belangrijk onderdeel van
de vakantie. Vooraf probeer ik ruwweg te
noteren welke plekjes ik wil gaan bezoeken.
Het is niet een planning die een hele dag
inclusief datum vastlegt, maar ik wil er wel voor
zorgen dat de dingen die interessant zijn en
dicht bij elkaar liggen op dezelfde dag
bezocht worden, dat ik geen dingen mis die
de moeite waard zijn.
Belangrijke hulpmiddelen zijn onder andere de
sites van de lokale VVV, boekjes over de
bestemming (de Rough Guides vind ik over
het algemeen interessanter dan Lonely
Planet), maar ook Wikipedia, Google Maps en
Flickr. Via Flickr Places krijg je snel een idee van
de fotografische mogelijkheden van een
plaats. De Free Photo Guides beschrijven voor
fotografen interessante plekken, hoewel nog
lang niet alle landen worden gedekt.
Ik heb gemerkt dat meer dan twee dingen
plannen per dag eigenlijk niet te doen is, vaak
ben ik toch wel 4-5 uur in een bepaald gebied
of op een bepaalde locatie, hangt een beetje
af van hoeveel er te doen is, en fotograferen is
ondanks dat het ontspannend is ook wel een
intensieve bezigheid. Zeker als je ook zelf aan
het autorijden bent van en naar locatie.
Als je een nieuwe camera hebt gekocht voor
je vakantie, zorg er dan voor dat je er thuis al
mee hebt gespeeld en dat je weet wat de
belangrijkste functies doen. Niets is zo
vervelend als halverwege de vakantie te
constateren dat je al de hele tijd met de
verkeerde instellingen aan het fotograferen
bent. Neem de handleiding mee, vaak zijn ze
klein en wegen bijna niets.
Laat details van de omgeving zien…
Afhankelijk van of je bijvoorbeeld een laptop
meeneemt en in RAW of JPG fotografeert heb
je een andere behoefte aan
geheugenkaartjes. Van geheugenkaartjes kun
je er nooit genoeg hebben, beter te veel dan
dat je aan het eind van de vakantie foto’s
moet gaan wissen. Dit moest ik één keer doen
aan het eind van een week in San Francisco,
net die avond was het mooiste licht en moest
ik uiteindelijk tijd verspillen aan het verwijderen
van foto’s.
Ik heb nu altijd mijn laptop bij me op vakantie,
niet voor werk, maar omdat ik elke dag een
foto op mijn fotoblog wil plaatsen en alvast de
foto’s wil organiseren zodat ik details van de
5. Digitale-fotografie-tips Ivo De Haes
Mei 2013-05-17 Met dank aan nieuwsbrief.digitalefotografietips.nl
dag kan onthouden. Ik heb ongeveer 20-30GB
aan vrije ruimte, genoeg voor behoorlijk wat
RAW foto’s, maar daarnaast heb ik ook een
160GB USB schijf die ik direct op mijn laptop
kan aansluiten als extra backup. Heb je geen
laptop (bij je), probeer dan in ieder geval zo
veel mogelijk geheugenkaartjes mee te
nemen of bijvoorbeeld een imagetank (een
harde schijf met een geheugenkaartlezer)
zodat je niet voor de keuze komt om dierbare
vakantieherinneringen te wissen.
Vergeet ook niet extra batterijen mee te
nemen. Niets zo vervelend als tijdens
schitterend licht in de avond te moeten
constateren dat de batterij op is. Ik heb altijd
twee batterijen bij me, waarvan er in ieder
geval één volledig opgeladen is, genoeg voor
ruim 600 foto’s. Bedenk ook dat batterijen
onder hele warme omstandigheden minder
lang mee gaan dan onder gematigde
omstandigheden. Hetzelfde geldt voor hele
koude omstandigheden.
Denk na over verzekeringen. Ik heb een
doorlopende reisverzekering (voor enkele
euro’s per jaar) die het grootste gedeelte van
mijn camera-apparatuur dekt. Ik zou niet
graag mijn Canon EOS 5D met bijbehorende
lenzen opnieuw moeten aanschaffen. Zorg er
voor dat je thuis opschrijft wat de
serienummers van je lenzen en camera zijn en
neem het telefoonnummer van de verzekering
mee (ook handig om eventueel bankpassen
of creditcards te laten blokkeren bij diefstal).
Let op voor een overlap, maar ook
uitsluitingen, bij een kostbaarheden- en
reisverzekering. Ik heb er voor gekozen die bij
dezelfde verzekeringsmaatschappij af te
sluiten zodat men niet naar elkaar gaat wijzen.
Op locatie
Van vrijwel elk land of stad kun je een beeld
voor de geest halen van de belangrijkste
monumenten en attracties, vaak überhaupt
een reden om een bepaalde plaats te gaan
bezoeken. Deze onderwerpen zijn al miljoenen
keren gefotografeerd. Vaak vanuit dezelfde
hoek (er zijn plekken waar mensen in de rij
staan om vanuit dezelfde hoek een foto te
maken), bij de eerste blik, met een medium
lens van ooghoogte en onder dezelfde
lichtomstandigheden.
En zo voor alle attracties. Zo’n overzicht van
gelijke hoeken gaat snel vervelen. Daarnaast
grote kans dat mensen die je foto’s bekijken
deze plekken ook zo kennen. De kunst is om
toch een apart beeld te geven van die plek
en een afwisselende serie foto’s te
produceren.
Toon een ander beeld van een bekende
locatie…
Dit betekent niet dat je het geijkte beeld maar
gewoon moet laten voor wat het is. Vaak
probeer ik systematisch van het grote beeld
naar de details te werken. De eerste beelden
zijn dan een soort ‘safety shots’, vastleggen
hoe de omgeving er uit ziet en mezelf vrij
maken om snel door te kunnen om andere
invalshoeken te zoeken en de foto’s meer
onderscheidend te maken.
Gebruik foto’s genomen van afstand om de
omgeving te tonen, ga vervolgens dichter bij
voor een krapper kader en detailfoto’s. Loop
rond de locatie voor een andere blik. Wissel
horizontaal en verticaal af, probeer andere
hoeken te vinden, juist hoger of lager te gaan
staan en dan weer op ooghoogte, gebruik
groothoek- en telelenzen door elkaar en
probeer door de afwisseling en de opbouw
een verhaal te vertellen.
Eén of meerdere dagen
Afhankelijk van of je één of meerdere dagen
op een locatie bent zul je het fotograferen
anders benaderen. Kom je maar één keer op
een plek, dan heb je het niet voor het kiezen.
Midden op de dag, het weer zit niet mee, veel
drukker dan verwacht, etc. Dan komt het er
gewoon op aan het beste te maken van de
situatie, niet te veel te denken aan ‘wat als…’
en gewoon te genieten van de vakantie en
het gezelschap. Soms zit het mee en soms zit
het tegen. Het valt me altijd weer mee wat er
uit een slechte situatie valt te slepen.
Simpelweg wat geduld hebben helpt ook,
even wachten tot het groepje weer verder is
getrokken of de zon net weer uit de wolken
komt.
Zit je iets langer in het gebied of in een stad,
dan heb je kans om op een ander moment
nog een keer terug te komen om een
bepaalde scène onder betere
omstandigheden vast te leggen. Let dan op
waar de zon staat om te bepalen of je beter ‘s
ochtends, ‘s avonds of juist midden op de dag
terug kunt komen en houd het weerbericht in
de gaten. Een tweede keer terug gaan naar
een plek kan ook helpen om nieuwe
gezichtspunten te vinden.
Kijk ook in de rekken met ansichtkaarten welke
gezichtspunten andere fotografen hebben
genomen en onder welke omstandigheden.
Dat is een goed startpunt om uiteindelijk je
eigen draai aan een foto te geven. Met
behulp van een kaart probeer ik ook
interessante locaties te zoeken, soms heb je
betere mogelijkheden om een interessante
compositie te maken van een grotere afstand,
bijvoorbeeld als je de Eiffeltoren gaat
fotograferen.
6. Digitale-fotografie-tips Ivo De Haes
Mei 2013-05-17 Met dank aan nieuwsbrief.digitalefotografietips.nl
Belichting
Tijdens hoogzomer midden op de dag, als de
zon erg hoog aan de horizon staat en er
weinig wolken zijn worden alle delen van een
scène gelijk belicht, er is weinig
contrastverschil tussen de schaduwen en de
lichte delen waardoor de foto als saai wordt
ervaren. Of de zon is juist zo fel dat er
diepzwarte schaduwen ontstaan, waardoor je
allerlei belichtingsproblemen krijgt. Dit is het
moment waarop veel toeristen fotograferen in
de zomervakantie, tussen 10/11u en 16/17u.
Ook op zonnige dagen zijn er mooie plaatjes
te maken…
Vroeger of later op de dag, als de zon lager
aan de horizon staat heb je meer
mogelijkheden om met het licht te spelen.
Door jezelf en je onderwerp in een bepaalde
hoek met de zon te plaatsen kun je
verschillende effecten bereiken. Als je mensen
fotografeert, probeer ze dan volledig in de
schaduw te plaatsen zodat je een gelijke
belichting kunt krijgen, ga in ieder geval niet
met je rug direct naar de zon staan, dan loop
je grote kans dat degene die je fotografeert
met dichtgeknepen ogen de lens in kijkt.
Tips
Let op dat er geen zaken in de foto zitten die
afleiden en de aandacht van de kijker van het
eigenlijke onderwerp kunnen weghalen.
Dingen zoals spiegels, ramen, felle kleding in
de groepen mensen, etc. Probeer afleidingen
te reduceren door een paar stappen naar
links of rechts te doen. Alles wat de aandacht
van het hoofdonderwerp kan weghalen moet
zo veel mogelijk uit de foto weg. Kijk met je
oog langs alle randen van het kader, zoom
waar nodig in.
Veel mensen werken erg hard om geen
mensen in het beeld te krijgen. Dit geldt vooral
voor toeristen (die zijn overal), maar vooral de
lokale bevolking kan juist dat extra aan de
‘rapportage’ geven en de sfeer van het land
of de stad tonen. Bij de Toren van Pisa houden
veel mensen hun hand tegen de toren om te
voorkomen dat hij omvalt, dat is een bekend
plaatje. Dan kan het juist weer interessanter
zijn om de mensen vast te leggen die de
andere mensen vastleggen.
Foto’s van reisgenoten of van jezelf geven een
persoonlijk tintje aan het overzicht, probeer
alleen te voorkomen dat je er op elke foto als
een Japanse toerist bij staat. Probeer
spontane momenten te vinden om vast te
leggen, laat zien hoe leuk het was op vakantie
en wat jullie samen hebben gedaan.
…en vergeet de compositieregels niet.
Ga van het gebaande pad af, stop op
interessante plekjes richting je
eindbestemming, neem de toeristische route.
Als je wandelt zie je meer dan wanneer je
fietst, als je fietst zie je meer dan wanneer je
met de auto rijdt. Een langzamer ritme zorgt er
voor dat je meer gaat zien. Soms is het zonde
van de tijd, een andere keer vind je de
verborgen schatten van een gebied.
Je bent op vakantie, vul niet de hele dag met
fotografie (tenzij je expliciet op een fotografie
reisje bent en je reisgenoten dit ook zijn), maar
ga iets vroeger op stap of ga er ‘s avonds nog
even op uit om de foto’s te maken. In elke
dag zijn wel 1-2 uur te vinden die je kunt
besteden aan het fotograferen zonder je
reisgenoten tot last te zijn. Parkeer de kinderen
bij het zwembad, laat de wederhelft
‘shoppen’, creëer speciale tijd voor je
fotografie, maar geniet er ook van dat je met
je mensen die je (hopelijk) aardig vindt op
stap bent in een interessante omgeving,
plaats of cultuur.
Aansluitend op dat punt, vergeet niet te
genieten van waar je op dat moment bent.
Beleef niet de hele vakantie door de camera,
waardoor je pas achteraf via de foto’s ziet
waar je geweest bent.
Weer thuis
Ben je weer thuis, dan begint het grote
uitzoeken (als je dit niet zoals ik al gedeeltelijk
op locatie doet). Foto’s naar de computer
verplaatsen en backuppen zijn de eerste
handelingen, pas als de backup er is gaan de
foto’s van de geheugenkaart. Vervolgens
selecteren welke foto’s het meest interessant
zijn en eventueel bewerkingen toepassen.
Probeer een afwisselend geheel te maken, 20
foto’s van dezelfde locatie voegen meestal
weinig toe aan de indruk die iemand krijgt van
de locatie. Niemand is geïnteresseerd in al je
foto’s, probeer de beste er uit te pikken.
Je foto’s kun je op je computer laten staan,
maar leuker is deze met anderen te delen,
bijvoorbeeld door ze op een online fotodienst
te plaatsen (Flickr, Smugmug, Mijnalbum,
Zoom.nl gallery, etc.). Je kunt ze dan vaak ook
groeperen en van tags voorzien zodat je een
organisatie kunt aanbrengen en mensen
commentaar kunnen achterlaten.
Een leuke manier om je foto’s te presenteren is
in een foto-album. Bij veel winkels kun je online
je foto’s doorsturen en een fotoboek
ontwerpen. Probeer met je foto’s een verhaal
te vertellen, door bijvoorbeeld 3-4 foto’s van
een locatie te plaatsen waarbij je de
omgeving laat zien, maar ook detailfoto’s en
andere dingen die opvallen.
Ben ik echt heel erg tevreden over een foto,
dan laat ik soms ook een canvasdoek maken
7. Digitale-fotografie-tips Ivo De Haes
Mei 2013-05-17 Met dank aan nieuwsbrief.digitalefotografietips.nl
voor aan de muur. Bij bezoek is dat vaak een
mooie aanleiding om het over de vakantie of
je fotografie te hebben.
Ik hoop dat ik je een goed idee heb gegeven
van waar je aan kunt denken voor, tijdens en
na je vakantie. Geniet ervan en vergeet ook
niet nadat je weer thuis bent tijd te maken
voor je fotografie, nu je de ‘groove’ weer te
pakken hebt.
Woordenboekje:
A
AA Veelgebruikte afkorting waarmee de
gewone penlite-batterij bedoeld wordt.
AAA Het kleinere zusje van de penlite, ook
wel mini-penlite genoemd, wordt meestal
gebruikt voor afstandsbedieningen, maar
ook voor sommige camera's.
AE (Auto Exposure) Automatische
belichting.
AF (Auto Focus) Automatisch scherpstellen.
Afdrukvertraging De tijd tussen het drukken
op de knop en het werkelijk maken van de
foto.
Aperture Engelse term voor diafragma
B
Beeldruis Ontstaat vooral als je bij weinig
licht hogere ISO-waarden gebruikt. De foto
wordt grover en je ziet willekeurig gekleurde
pixels in de foto.
Beeldsensor (beeldchip) Het onderdeel in
de digitale camera dat het licht dat door
de lens naar binnenvalt, registreert via
miljoenen lichtgevoelige elementen.
Beeldstabilisatie Systeem dat ervoor moet
zorgen dat foto's bij langere sluitertijden of
ver inzoomen niet ‘bewogen’ zijn. Een
mechanisch of optisch systeem heeft de
voorkeur. Een digitaal/elektronisch systeem
heeft namelijk impact op de beeldkwaliteit.
Een optisch of mechanisch systeem
vermindert (als het goed is) de onscherpte
die veroorzaakt wordt door de beweging
van je hand. Als je onderwerp beweegt,
helpt zo’n systeem niet om de onscherpte te
verminderen.
Beeldstabilisatie, digitaal of elektronisch Bij
digitale beeldstabilisatie, aangegeven met
verschillende namen (bijv. digital shake
reduction) wordt bijvoorbeeld de ISO-
waarde automatisch verhoogd, zodat ook
een kortere sluitertijd ingesteld kan worden.
Dan wordt je plaatje inderdaad minder
onscherp, maar een hogere ISO-waarde
zorgt voor meer beeldruis. Om dat weer te
verminderen, voeren veel camera’s die
deze functie hebben, ook softwarematige
verscherping en ruisonderdrukking uit. Maar
het algehele kwaliteitsverlies is aanzienlijk.
Soms zien de foto’s er wel wat scherper uit,
maar het effect is: minder ruis (een ‘zachter’
plaatje) en minder goede resolutie in de
fijne details (door de verscherping). Maar in
veel gevallen is de overblijvende ruis
duidelijk zichtbaar en erger dan wanneer
de ‘stabilisatie’ functie uit staat.
Beeldstabilisatie, mechanisch Een
mechanisch beeldstabilisatiesysteem zit bij
de beeldsensor. Met sensoren wordt de
horizontale en verticale snelheid
gedetecteerd die meteen door beweging
van de beeldsensor wordt gecompenseerd.
Beeldstabilisatie, optisch Een optisch
beeldstabilisatiesysteem maakt deel uit van
de lens. Met sensoren wordt de horizontale
en verticale snelheid gedetecteerd die
meteen door het lenselement wordt
gecompenseerd.
Belichtingscorrectie Hiermee kun je een foto
wat donkerder of lichter maken dan met de
dan geldende instellingen. Op de camera
meestal aangegeven met een vierkant
plus/min symbooltje en/of de afkorting EV
(Exposure Value).
Belichtingsprogramma Bij digitale camera's
kun je fotograferen in de automatische
stand en bij meer geavanceerde camera's
ook volledig handmatig. Daartussenin
hebben fabrikanten de mogelijkheid
gecreëerd om zonder fotografische kennis
zelf instellingen te doen die passen bij de
situatie waarin gefotografeerd wordt. Je
kunt kiezen tussen verschillende
belichtingsprogramma's, bijvoorbeeld
sneeuw & strand, kaarslicht, vuurwerk.
Brandpuntafstand Afstand van het
brandpunt tot het midden van de lens- of
spiegelpunt, waarin lichtstralen na breking
elkaar snijden.
Bridge-camera Een compactcamera die
qua gewicht, formaat en
instelmogelijkheden in de buurt komt van
een spiegelreflexcamera, maar niet het
spiegelsysteem heeft, geen verwisselbare
lenzen en een kleinere beeldsensor.
BSS (Best Shot Selector) Als u deze functie
inschakelt, maakt de camera snel maximaal
10 foto’s achter elkaar en kiest daar de
beste uit.
Bulb Als je camera in de bulb stand staat,
kun je de sluitertijd handmatig beinvloeden.
De sluiter blijft net zo lang open als je de
knop ingedrukt houdt.
8. Digitale-fotografie-tips Ivo De Haes
Mei 2013-05-17 Met dank aan nieuwsbrief.digitalefotografietips.nl
C
CCD (Charge-Coupled Device) CCD
(Charge-Coupled Device): Type
beeldsensor. In een CCD wordt de
hoeveelheid licht geregistreerd, maar om
een digitaal signaal te maken is een apart
onderdeel in de camera nodig. Nadelen
t.o.v. CMOS: duurdere productie,
afwezigheid digitaal signaal, dus extra
elektronica nodig en hoger energiegebruik.
CF (CompactFlash) Type geheugenkaart
dat vooral gebruikt wordt voor
spiegelreflexcamera’s, hoewel ook daarin
steeds vaker SD(HC) kaartjes gebruikt
worden. CF I is 3,3 mm dik, II 5 mm.
CMOS (Complementary Metal Oxide
Semiconductor) Type beeldsensor. In een
CMOS-sensor wordt het licht niet alleen
geregistreerd, maar ook omgezet in een
digitaal signaal. Voordelen t.o.v. CCD zijn:
goedkopere productie, direct digitaal
signaal, dus geen extra elektronica nodig en
lager energiegebruik. Inmiddels verholpen
nadelen waren: ruispatroon en lagere
lichtgevoeligheid.
Compactcamera Een camera uit één
geheel.
Compressie Een ongecomprimeerde
digitale afbeelding neemt veel ruimte in
beslag; een lage-resolutieafbeelding van
640x480 pixels en 24-bits kleurweergave kan
makkelijk een megabyte ruimte in beslag
nemen. Door toepassing van compressie
(zoals JPEG) wordt deze beeldinformatie
samengepakt en opgeslagen in minder
ruimte.
Continu-opnamen zie Serie-opnamen
Contrast Het verschil tussen de lichtste en
donkerste delen van een foto. Bij veel zon
krijgt je foto vaak een hoog contrast tussen
schaduw- en lichte delen. Als het contrast te
hoog is, gaan details verloren in de lichtste
en/of donkerste delen van een foto.
D
Diafragma-opening De opening waardoor
het licht op de beeldsensor valt. De grootte
ervan is afhankelijk van de instellingen. Bij
een kleinere opening is de sluitertijd langer
en de scherptediepte groter.
Diafragma-prioriteit/Voorkeur Op de
camera meestal aangeduid met A of Av. In
deze stand kies je zelf de diafragma-
opening en de camera kiest de
bijbehorende sluitertijd.
Diafragma-waarde De waarde waarmee
de grootte van de diafragma-opening
wordt aangegeven. Hoe lager de waarde,
des te groter de opening. Op de lens van
een camera staat meestal achter een één
met een dubbele punt aangegeven wat de
grootst mogelijke opening is in
groothoekstand en in telestand,
bijvoorbeeld 1:2.8-5.6.
Digitale zoom Bij digitaal zoomen wordt
ingezoomd op de foto zelf (een kleiner deel
van de sensor wordt gebruikt). Optische
effecten zoals het 'platter' worden van het
beeld bij een telelens zijn er niet. Het is
vergelijkbaar met het achteraf bijsnijden
van een foto. Bij een groot aantal pixels is
enigszins digitaal zoomen geen probleem.
Doorzichthoeker Dat deel van de camera
waar je doorheen kan kijken om te bepalen
wat er op de foto komt. De meeste
compactcamera’s hebben geen
doorzichtzoeker meer, maar alleen nog een
LCD-scherm. (zie ook zoekertype).
Dpi Aanduiding voor de resolutie van een
printer. Het aantal inktdruppeltjes dat een
printer per inch kan afdrukken. Voor de
beste print gebruik je de hoogste resolutie
van je printer, maar de foto zelf kan een
lagere resolutie hebben (zie ppi). Met
150dpi kun je al goede afdrukken maken en
hoger dan 300 dpi hoef je eigenlijk niet te
gaan.
DSLR (Digital Single Lens Reflex) Aanduiding
voor digitale spiegelreflexcamera.
E
EXIF (Exchangeble ImageFile
Format) Formaat waarin bij het jpeg- of RAW
bestand van de foto informatie wordt
opgeslagen (o.a. cameratype, datum,
diafragma, sluitertijd en zoomfactor).
F
Foto-sites De lichtgevoelige elementen op
de beeldsensor.
Fotodiodes De lichtgevoelige elementen op
de beeldsensor.
FourThirds Aanduiding voor een systeem van
spiegelreflexcamera's, waarbij de sensor
een beeldverhouding heeft van 4:3, in
plaats van de conventionele 3:2
beeldverhouding. Daardoor kunnen lenzen
en camera iets kleiner zijn.
Full frame sensor Full frame sensoren zijn 36 x
24 mm (kleinbeeldformaat) en worden
gebruikt in dure, professionele camera’s. De
beelddiagonaal is ongeveer 43 mm. Ter
vergelijking: Sensoren in compactcamera’s
hebben een diagonaal van ongeveer 6 tot
11 mm. Bij instapmodellen voor
spiegelreflexcamera’s is dat ongeveer 22 tot
28 mm.
G
Groothoeklens Een lens met een
9. Digitale-fotografie-tips Ivo De Haes
Mei 2013-05-17 Met dank aan nieuwsbrief.digitalefotografietips.nl
(zoom)bereik van 24 tot 35 mm, waarbij er
meer op de foto komt dan bij een
standaard lens. Het zoombereik van
compactcamera’s begint meestal bij 35 tot
38 mm, maar er zijn ook redelijk wat
camera’s met een startwaarde van 27 of 28
mm.
H
HD High Definition. Aanduiding voor een
hoge resolutie van videobeelden. In feite is
HD 2,1 megapixel.
Histogram Grafiek die je in
fotobewerkingssoftware, maar ook in steeds
meer camera’s zichtbaar kunt maken. Als
de grafiek helemaal links uitschiet, zit er veel
zwart in de foto en is de foto deels
onderbelicht. Als de grafiek naar rechts
uitschiet, is een deel van de foto juist
overbelicht.
I
IPTC-gegevens Standaard van de
International Press Telecommunications
Council. Bedoeld om extra gegevens aan
de foto toe te voegen naast de EXIf
gegevens die door de camera aan het
bestand meegegeven worden.
IS Afkorting voor Image Stabilisation, ofwel
beeldstabilisatie.
ISO-waarde Lichtgevoeligheid. Bij mooi
weer is een ISO-waarde van 100-200
normaal en bij slecht weer of weinig licht
gebruik je meestal 400 of hoger. Bij een
sommige camera’s kun je de ISO-waarde
instellen van 50 tot 6400. Andere camera’s
hebben een kleiner bereik. Hoe hoger de
ISO-waarde, des te meer beeldruis. Soms zijn
nog hogere waarden mogelijk, maar dan is
het aantal megapixels beperkt.
J
JPEG Het meest gebruikte en kleinste
formaat om foto’s in op te slaan, waarbij
altijd kwaliteitsverlies ontstaat. Er wordt
minder kleurinformatie opgeslagen omdat
het menselijk oog toch niet alles kan zien.
De manier waarop dat wordt gedaan
verschilt per camera en is van invloed op de
beeldkwaliteit. Elke keer als je iets aan een
Jpeg-bestand verandert en opslaat, gaat
de kwaliteit iets achteruit omdat het na een
verandering helemaal opnieuw berekend
wordt.
K
Kleinbeeldformaat 36 x 24 mm. Afmeting
van kleinbeeldnegatief (analoge
fotografie). Zie ook Full frame sensor.
Kleurbalans De nauwkeurigheid waarmee
kleuren van een opname overeenkomen
met de oorspronkelijke scène.
Kleurcorrectie Aanpassen van kleur in een
foto om een optimale kleurinstelling te
bereiken of kleurzweem te verwijderen.
Kleurweergave De nauwkeurigheid
waarmee kleuren van een opname
overeenkomen met de oorspronkelijke
situatie.
L
Lens In onze teksten praten wij voor het
gemak meestal over de ‘lens’ die bij een
camera zit (of er deel van uitmaakt). Dit is
niet helemaal correct, want zo’n ‘lens’
bestaat uit meerdere lenzen, en dat heet
officieel een ‘objectief’. Een lens is officieel
maar één stuk geslepen glas.
Live-view Een functie op
spiegelreflexcamera’s die het mogelijk
maakt om de foto die je gaat maken op het
scherm te zien. Bij spiegelreflexcamera’s kon
je voorheen de foto pas op het scherm zien
als deze in het geheugen opgeslagen is.
M
Macro Officieel betekent ‘macro’ dat het
onderwerp van de foto op ware grootte of
groter op het oppervlak van de sensor
terecht komt. Macrofotografie gaat van
ware grootte (1:1) tot een vergroting van 50
keer. Bij ‘close-up’ fotografie denken
fotografen aan ware grootte tot een
vergroting van 10 keer. De macrofunctie
van een camera zorgt ervoor dat het
autofocus systeem veel dichterbij probeert
scherp te stellen.
Megapixel Resolutie van 1 miljoen pixels.
Een megapixel digitale camera zou
bijvoorbeeld een resolutie van 1152x864
pixels hebben.
Megazoom zie ‘bridge camera’
Metadata / Metagegevens Gegevens over
‘informatie’, in dit geval gegevens over
digitale foto’s (zie ook EXIF-gegevens).
MFT Micro FourThirds. Aanduiding voor een
systeem van spiegelloze camera's met
verwisselbare lenzen. Dit wordt gebruikt door
Olympus en Panasonic. In dit systeem wordt
dezelfde sensor gebruikt als in het FourThirds-
systeem, maar de lenzen en camera's zijn
kleiner door het ontbreken van het
spiegelsysteem.
MOS (Metal Oxide Semiconductor): Type
beeldsensor. Zie ook CCD en CMOS. MOS-
beeldsensoren worden gebruikt door
Panasonic, Olympus en Leica. MOS-
sensoren lijken op CMOS-sensoren, maar
Panasonic heeft bij de ontwikkeling
geprobeerd om meer licht op elk
10. Digitale-fotografie-tips Ivo De Haes
Mei 2013-05-17 Met dank aan nieuwsbrief.digitalefotografietips.nl
sensorelementje te laten vallen, o.a.door
meer ruimte te creëren op het
sensoroppervlak.
O
Objectief Het totaal van meerdere lenzen
(zie ook lens).
Optisch zoombereik Het zoombereik dat
gerealiseerd wordt door de lenzen in de
camera, zonder gebruik te maken van
digitale zoom
P
Pictbridge PictBridge is een open standaard,
waarmee een digitale camera direct aan
een printer gekoppeld kan worden om
foto’s te printen. De computer zelf is daarbij
niet nodig.
Ppi Het aantal pixels per inch. Aanduiding
voor de resolutie van een beeld. Hoe hoger
de waarde, des te kleiner wordt het beeld
op het scherm of op papier. Voor
beeldschermweergave is 72 ppi voldoende.
Priority mode Een meer geavanceerde
camera beschikt over priority modes. Je
kunt daarmee sluitertijd óf diafragma zelf
bepalen en zo 'voorrang geven'. Als de
sluitertijd voorrang heeft, wordt het
diafragma daaraan aangepast en vice
versa. Dit is makkelijker dan volledig
handmatig instellen, waarbij je beide
instellingen zelf moet bepalen.
R
RAW-formaat Alle spiegelreflexcamera’s en
sommige megazooms kunnen foto’s
onbewerkt, dus zonder compressie in RAW-
formaat opslaan. In dit RAW-formaat zijn
nog geen pixels berekend, maar is alleen
vastgelegd hoeveel licht elke fotodiode op
de sensor heeft opgevangen. RAW-
bestanden zijn véél groter dan JPEG-
bestanden, kunnen niet zomaar door alle
software gelezen worden en moeten bijna
altijd bewerkt worden.
Resolutie De resolutie van een digitale foto
geeft aan hoe gedetailleerd hij is. Resolutie
wordt uitgedrukt in beeldpuntjes per inch
(zie ook: dpi of ppi). Hier geldt altijd: hoe
meer puntjes, des te hoger de resolutie
en des te groter het bestand.
RGB Rood, groen en blauw, de basiskleuren
waaruit alle andere kleuren op
computerbeeldschermen samengesteld
kunnen worden.
Richtgetal Aanduiding voor de hoeveelheid
licht die een flitser kan produceren.
Voorbeeld: als je met een flits met richtgetal
32 iets wilt fotograferen op 4 meter afstand,
moet je diafragmawaarde 8 gebruiken
(32/4=8). Een richtgetal geldt bij ISO waarde
100.
Ruis zie Beeldruis.
S
Scannen Het omzetten van een beeld op
papier naar een digitaal beeld met een
scanner.
Scene Instelling op de camera waarbinnen
je kunt kiezen voor verschillende
belichtingsprogramma's, geschikt voor
verschillende situaties/scenes.
Scherptediepte Welk deel van de foto
scherp weergegeven wordt en welk deel als
achter- of voorgrond: Veel scherptediepte:
uitzoomen, verder weg gaan staan en een
kleine diafragma-opening (=hogere
waarde). Weinig scherptediepte:
inzoomen, dichterbij gaan staan
(scherpstellen mogelijk probleem) en een
grote diafragma-opening (=lagere waarde).
SCN Veel voorkomende afkorting op
camera's voor 'scènes'. Zie ook:
belichtingsprogramma.
SD-kaart (Secure Digital) Het meest
populaire type geheugenkaart, gebaseerd
op het oudere type Multi Media Card
(MMC), maar dikker en een hogere schrijf-
en leessnelheid. De oude MMC-kaarten
passen en werken ook in een SD-gleuf, maar
niet omgekeerd.
SDHC-kaart (SD High Capacity) SD-kaarten
van 4 tot 32 GB. In oudere apparaten met
alleen het SD-logo zijn SDHC-kaarten niet te
gebruiken. SD heeft de strijd onder de
geheugenkaarten qua populariteit (en prijs)
gewonnen.
SDXC SD-geheugenkaart met een
capaciteit vanaf 32 GB. Kan niet gebruikt
worden in SD- of SDHC-kaartlezer.
Sensor Zie Beeldsensor.
Serie-opnamen Als je de camera instelt op
serie-opname, dan maakt de camera
meerdere foto’s snel achter elkaar als je de
afdrukknop ingedrukt blijft houden. De
snelheid en het maximum aantal opnamen
achter elkaar verschilt per camera.
Shutter Engelse term voor sluiter(tijd).
SLR (Single Lens Reflex) Aanduiding voor
spiegelreflexcamera.
Sluitertijd Een foto heeft een bepaalde
hoeveelheid licht nodig voor een goed
resultaat. De sluitertijd bepaalt hoe lang het
licht door de beeldsensor wordt vastgelegd:
Sluitertijd korter: donkerder foto en minder
kans op onscherp beeld door
beweging; Sluitertijd langer: lichtere foto en
meer kans op onscherp beeld.
Sluitertijd-prioriteit / voorkeur Op de camera
meestal aangeduid met S of Tv. In deze
11. Digitale-fotografie-tips Ivo De Haes
Mei 2013-05-17 Met dank aan nieuwsbrief.digitalefotografietips.nl
stand kies je zelf de sluitertijd en de camera
kiest de bijbehorende diafragma-opening
Spiegelreflexcamera Een camera heet een
spiegelreflexcamera als het licht dat door
de lens naar binnen valt, via een spiegel en
een zogenoemd pentaprisma zichtbaar
wordt in de (doorzicht)zoeker. Op het
moment dat je op de knop drukt, klapt de
spiegel naar boven en opent de sluiter,
waardoor het beeld gedurende de
vastgestelde belichtingstijd op de sensor
komt.
Supergroothoeklens Een lens met een
(zoom) bereik van 13-20 mm. Komt niet voor
bij compactcamera’s.
Supertelelens Een lens met een
(zoom)bereik van 400 mm of meer.
Systeemcamera Camera met verwisselbare
lenzen, die uitgebreid kan worden met een
externe flitser en vele andere accessoires.
Een spiegelreflexcamera is een
systeemcamera, maar er zijn tegenwoordig
ook spiegelloze systeemcamera's.
T
Tegenlicht Doordat het onderwerp een felle
lichtbron op de achtergrond heeft, kan het
gebeuren dat de foto “onderbelicht” raakt:
de voorgrond wordt te donker.
Telelens Een lens waarmee je onderwerpen
die ver weg staan, op de foto 'dichterbij
kunt halen'. De foto wordt wel 'platter':
objecten lijken dichter bij elkaar te staan
dan wanneer je de foto van dichterbij
maakt.
Thumbnail Afbeelding op postzegelformaat:
een kleine, lage-resolutieafbeelding van
een groter beeldbestand voor het snel
opzoeken en bekijken van afbeeldingen.
V
Vertekening Vooral als je helemaal in- of
uitzoomt kunnen horizontale of
verticale lijnen aan de randen van de foto
vervormen.
Verzadiging Bij felle kleuren spreek je over
verzadigde kleuren. Bij een lage verzadiging
zijn kleuren fletser. Bij zwart-witfoto's is de
verzadiging nul.
Vibratiereductie Zie: beeldstabilisatie
W
Wifi Een bepaalde standaard om draadloos
(via radiofrequenties) samen te werken met
andere producten met WiFi-logo.
X
xD-kaart (eXtreme Digital) Type
geheugenkaart dat nog gebruikt wordt
door Olympus en voorheen door Fujifilm.
Minder gangbaar dan SD(HC)-kaartjes.
Z
Zoeker (type) Bij de meeste
compactcamera’s gebruik je het scherm op
de achterkant als zoeker: daar ‘zoek’ je tot
je in beeld hebt wat je op de foto wilt
zetten. In onze testen kom je 3 soorten
zoekers tegen. Bij een spiegelreflexcamera
kijk je via een spiegel echt door de lens, bij
compactcamera’s met een doorsnee
zoombereik kijk je wel echt door de camera
heen, maar niet via de lens en bij
compactcamera’s met een groot
zoombereik kijk je niet écht door de camera
heen, maar zie je in de camera een heel
klein LCD-schermpje zitten.
Zoom reflector Zorgt ervoor dat het bereik
van de flits aangepast wordt als je in- of
uitzoomt.
Zoombereik Het zoombereik geeft aan hoe
ver u in- en uit kunt zoomen. De
Consumentenbond rekent dit altijd om
zodat alle camera’s vergelijkbaar zijn. Op
een camera staat bijvoorbeeld f=6.3-
18.9mm, maar in ons overzicht vind je dan
bijvoorbeeld terug: optische zoom 36-108
mm = 3x.
Zoomfactor Geeft aan hoeveel keer het
beeld dichterbij te halen is met de
zoomlens. De factor wordt berekend door
de hoogste waarde van het zoombereik te
delen door de laagste waarde van het
zoombereik. Zo heeft een zoombereik van
35 tot 105 mm een zoomfactor van 3(x).
Beste fotoliefhebber,
Zoals je kon lezen, er zit wel wat herhaling in de tips, maar ik moest ook het warm water niet
heruitvinden. Het WWW staat vol van deze, soms slecht verwoorde, fotografietips. De foto’s heb ik
er van tussen gehaald, anders zou het te veel papierverspilling zijn. Het is met fotograferen niet
anders dan met andere hobby’s of ambachten: DOEN. Proefondervindelijk dingen uitproberen, ja
toestel leren kennen en dan met het beeld honderden woorden vervangen. Een visueel verhaal
vertellen. Het is zo veel gemakkelijker en goedkoper geworden dat het onzin zou zijn om geen
foto’s te maken. Ik heb zo een tweede geheugen verzameld, dat ik niet allen nog op mijn oude
dag kan raadplegen, maar dat ook door anderen kan worden bekeken in de meest universele
taal ... afbeeldingen. ivo