5. Onderzoeksmethoden (2)
Een experiment omvat:
• Definitie van een theoretische hypothese
• Een keuze van steekproeven uit bekende populaties
• Willekeurige toekenning van steekproeven
• Geplande wijziging of manipulatie
• Het meten van een klein aantal afhankelijke variabelen
• Controle van de overige variabelen
7. Onderzoeksmethoden (4)
De enquête: kenmerken
• Populair in het bedrijfsleven
• Wordt gezien als gezaghebbend
• Voor het verzamelen van kwantitatieve gegevens
• Gegevens kunnen kwantitatief worden geanalyseerd
• Steekproeven moeten representatief zijn
• Geeft de onderzoeker onafhankelijkheid
• Gestructureerde observatie en vraaggesprekken
mogelijk
8. Onderzoeksmethoden (5)
De casestudy: kenmerken
• Goed beeld van real-life events
• Triangulatie van meerdere gegevensbronnen
Er zijn vier casestudymethoden, gebaseerd op
twee dimensies:
Enkelvoudige versus meervoudige case
Holistische versus ingebedde case
Yin (2003)
9. Onderzoeksmethoden (6)
Action research: kenmerken
• Onderzoek IN actie – niet OVER actie
• Omvat mensen uit de praktijk
• De onderzoeker wordt onderdeel van de organisatie
• Bevordert verandering in de organisatie
• Kan twee focussen hebben (Schein, 1999): het doel van
het onderzoek en de vereisten van de sponsor
11. Onderzoeksmethoden (8)
Grounded theory: kenmerken
• Theorie wordt opgebouwd door inductie en
deductie
• Helpt gedrag te voorspellen en te verklaren
• Theorie wordt opgebouwd met gegevens uit
observatie
• Interpreterend proces, geen logisch-deductief
proces
12. Onderzoeksmethoden (9)
Etnografie: kenmerken
• Gericht op het beschrijven en verklaren van de
sociale omgeving van de onderzoeker
• Vindt plaats gedurende langere tijd
• Is naturalistisch
• Omvat uitgebreide observatie van deelnemers
13. Onderzoeksmethoden (10)
Archiefonderzoek: kenmerken
• Gebruikt administratieve documenten als
belangrijkste gegevensbron
• Maakt aan het verleden gerelateerde
onderzoeksvragen mogelijk
• Wordt beperkt door de aard en inhoud van de
documenten
14. Enquête (onderzoek)
• Een enquête of bevraging is een manier
van onderzoek doen, waarbij gebruik wordt gemaakt van
een vragenlijst, die aan meerdere personen wordt voorgelegd. Deze
personen kunnen de hele doelgroep vormen, of zijn gehaald uit een
representatieve steekproef. Het onderzoek kan gaan om zowel
feiten als meningen (zoals bij een opiniepeiling). De uitslag van een
enquête kan op zichzelf gehouden worden, maar dient meestal ter
ondersteuning van andere gegevens.
• Een enquête is meestal anoniem en het resultaat is een gemiddelde
van meningen. Een al dan niet geslaagd resultaat is afhankelijk van
de mate waarin de steekproef van een doelgroep representatief
is, en in hoeverre de antwoorden op de enquêtevragen bijdragen
aan het onderzoek.
15. Wijze van enquêteren
Een enquête kan bestaan uit open vragen, meerkeuzevragen of een
combinatie van beiden. Bij onderzoek naar feiten
(kwantitatief onderzoek) wordt met name van meerkeuzevragen
gebruikgemaakt, terwijl in onderzoek naar meningen (kwalitatief
onderzoek) eerder van open vragen gebruikgemaakt zal worden. De
klassieke manieren om een enquête te houden zijn met de komst
van de Informatie- en Communicatie technologie aanzienlijk
uitgebreid. Men onderscheidt onder meer:
mondeling (interview)
schriftelijk
elektronisch (telefonisch of via internet)
via SMS
via fax
16. Drie niveaus
• De term enquête wordt op drie niveaus gebruikt.
1. Op het laagste niveau is de term enquête synoniem aan de term vragenlijst.
2. Op het middelste niveau heeft de term enquête de betekenis van vragenlijst plus
alles wat er bij komt kijken voor het afnemen ervan. Bij een persoonlijke (face to
face) afname spelen andere zaken een rol dan bij een telefonische of een
schriftelijke afname of een afname via internet. Een spreker of auteur gebruikt
nu zinsneden als een enquête afnemen of een enquête opsturen, een
telefonische enquête, schriftelijke enquête of webenquête. Dit is de meest
gebruikelijke betekenis van het begrip enquête.
3. Op het hoogste niveau verstaat men onder een enquête een onderzoeksvorm.
De spreker of auteur gebruikt dan termen als: een enquête uitvoeren of een
enquête doen.
In de onderzoeksliteratuur worden de termen enquête en interview nogal eens
door elkaar gebruikt. De auteur kan het hebben over een telefonisch interview of
een telefonische enquête. Een verslaggever van een krant die mensen op straat
een paar vragen stelt is aan het interviewen; een onderzoeker die ook een paar
vragen stelt is aan het enquêteren. Het onderscheid tussen interviewen en
enquêteren is gradueel en hangt samen met de mate van gestructureerdheid van
de vragenlijst en de noodzaak dat er een interviewer aanwezig moet zijn.