3. De vraag van Philip Wagner
• Is management een sociale of een economische
wetenschap?
4. Het antwoord van Huibert de Man
• Management is geen wetenschap en kan dat ook
nooit worden
▫ Dus geen economische wetenschap
▫ En ook geen sociale wetenschap
• Management is een praktische activiteit zoals
koken, voetballen, muziek maken en kinderen
opvoeden. En daarbij kun je wel wat
kennis gebruiken! Ook wetenschappelijke.
5. Herformulering vraag
• Welke wetenschapsgebieden dragen bij aan de
praktische activiteit ‘management’? Wat is de
aard van hun bijdrage?
• Hoe heeft deze bijdrage zich in de loop der tijd
ontwikkeld? Met welke invloed op management?
• Wat zijn hedendaagse uitdagingen voor de
bijdrage van de wetenschap aan management?
6. Welke kennis gebruiken jullie
(bewust)?
• Welke begrippen, theorieën of resultaten van
onderzoek heb je in het afgelopen jaar gebruikt
in je werk?
▫ Wat in deze kennis is nuttig of inspirerend?
▫ Wat is de bron (boek, website, lezing, cursus)?
▫ Wat doe je er feitelijk mee en wat levert dit op?
▫ Speelt het ‘wetenschappelijke’ karakter van deze
kennis een rol? Zo ja, welke?
• Bespreek deze vraag in subgroep. Daarna
plenaire discussie van de antwoorden.
7. Kennis in management
• Analytische kennis: wiskunde, logica, formele
modellen; zijn ‘empirisch leeg’. Bijv. modellen in
operations management en logistiek,
(bedrijfs)economie. Idealisering.
• Empirische kennis, op basis van waarneming en
toetsing. Bijv. (sociale)psychologie over
groepsprocessen, besluitvorming e.d.
• Procedurele kennis: handelingsrecepten die
kennelijk werken (gesystematiseerde ervaring) en
instrumenten
• Persoonlijke of gedeelde overtuigingen en
stilzwijgende kennis.
10. Stadia in kennisontwikkeling
Stadium Van Naar Opmerking
Pre-modern Manager Manager Leren van goede
voorbeelden
Modern Deskundige Manager Overbrengen
‘management-leer’
Post-modern Manager en
deskundige
Manager en
deskundige
Lerende organisaties,
innovatie
11. Gevangenen van het verleden!
• Mensen in de praktijk die denken dat hun
denken volstrekt niet beïnvloed is door enige
intellectuele stroming, zijn meestal de slaven
van een of andere econoom die al lang dood is
(Maynard Keynes) (Practical men, who believe
themselves to be quite exempt from any
intellectual influence, are usually the slaves of
some defunct economist.)
12. Modern management
• Vanaf 1920
• Er bestaan optimale oplossingen en die zijn
wetenschappelijk vast te stellen
• Voornaamste instrumenten:
▫ Structuur van de organisatie: functies,
verantwoordelijkheden en bevoegdheden
▫ Systemen van planning, beheersing en budgetering
▫ Wetenschappelijk personeelsmanagement
• Achterliggend paradigma: de machine
• Kernwaarde: beheersing van bovenaf
13. ‘Scientific Management’ 1920
• Orde in de fabriek (alles op zijn plaats en een plaats
voor alles)
• Ondubbelzinnige hierarchie (eenheid bevel)
• Eenheid van beleid
• Scheiding planning en uitvoering
• Buitensluiten verstoringen door verticale integratie
en internalisering functies gesloten systeem
• Motivatie en gedrag van mensen worden
managementprobleem! Hoe motiveer ik mensen?
16. De fundamenten van ons management
Franse
mijnen
Ford: fabriek
Formele
hierarchie
US: verticale
integratie
Standaardisa
tie
M-form:
managers en
control-
systemen
Machine-
bureaucratie
17. Verwetenschappelijking na 1950
• Oog voor diversiteit van organisaties:
‘contingentietheorie’
• Aandacht voor menselijke (groepsgedrag)
• Aandacht voor sociale processen zoals macht en
conflict
• Verwetenschappelijking opleidingen
(Amerikaanse business schools, later
bedrijfskunde)
• Groeiende rol research
• Bloeitijd managementtheorie
18. Paradigma rond 1980
• Management is een wetenschappelijk
gefundeerde activiteit
▫ Evidence-based profession!
• Planning, structuur en beheersing vormen nog
steeds de kern van het managementvak
• Empirisch onderzoek aan universiteiten vormt
de basis van vernieuwing
• Je kunt managers opleiden aan universiteiten
• Tekstboeken op basis van academisch onderzoek
vormen de basiskennis voor managers.
19. Standaard-kennisgebieden (MBA)
• Strategie/planning
• Inrichting van de organisatie (structuur, control)
• Menselijk gedrag in organisaties (sociale en
organisatiepsychologie; organisatiesociologie)
• Kennis van functionele gebieden
• Wiskunde, statistiek
• Praktische vaardigheden (communicatie,
schrijven, ICT vaardigheden).
20. Wat onderwijzen opleidingen nog
steeds?
• Stand van zaken rond 1980 op het gebied van
▫ Strategie
▫ Structuur
▫ Motivatie en individueel gedrag
▫ Samenwerking en conflict in groepen
▫ Organisatieverandering en –ontwikkeling
• Nog steeds staat de (beheersbare) eenheid
‘organisatie’ centraal.
• Maar wereld is fundamenteel veranderd…
• En ook onze kennis van menselijk gedrag
21. Barsten in het paradigma (1980--)
• Onderzoek naar feitelijk management
▫ Mintzberg (1971): geen planmatig werk; emergent
strategy (1978)
▫ Kets de Vries (1984) : neurotische managers
▫ Pfeffer (1981) : politiek gedrag.
• Universiteiten verliezen initiatief
▫ Grote adviesbureaus worden leidend in
kennisontwikkeling
• Opkomst van de managementhypes: management is
marketing geworden
▫ BPR, Lean, Six Sigma etc.
22. Managementparadigma onder druk
• Child (2005)
▫ Globalisering
▫ Nieuwe technologie (ICT)
▫ Kenniseconomie
▫ Hyperconcurrentie
▫ Toenemende druk op verantwoording
• Gevolgen
▫ Huidig management voldoet niet meer
▫ We moeten anders organiseren
23. Basis ‘nieuwe economie’
• Goedkope informatie
• Internet, integratie telefoon, tv en
datacommunicatie
• Hoogopgeleide werknemers
• Mass customization
• Individualisering klant
• Individualisering arbeidsverhoudingen en
terugtredende overheid
24. Nieuwe organisatievormen (1/2)
• Van hiërarchie naar procesgericht organiseren
▫ Concurrerende supply chains ipv organisaties
• Besturing door ICT
• Decentralisatie en ‘empowerment’; ‘ontbazen’
• Zelfsturing in teams
• Verbreding van rollen en verantwoordelijkheden
• ‘Coachend’ leiderschap
• Nadruk op cultuur en gedeelde waarden
▫ Visiegestuurd in plaats van doelgestuurd
25. Nieuwe organisatievormen (2/2)
• Scheiding van merk, eigendom en productie
• Veel mensen in retail
• Kleinere eenheden
• Vaste kern en variabele schil in personeel
• Minder interne carrièremogelijkheden
▫ Groter belang externe arbeidsmarkt:
employability
• Nieuwe mogelijkheden van beheersin
▫ ‘electronic sweatshops’ (bijv. callcenters)
26. Managementconcepten:
management als handel
• Nieuw woord als etiket op een verzameling
oplossingen
• Emotioneel appeal: we gaan alles anders doen
• Veel propaganda door goeroes, op congressen en
in vakpers
• Daarna teleurstellingen in implementatie
• Kritische onderzoeksliteratuur van academici
• Consultants creëren nieuw concept
• En cyclus begint opnieuw…
27. Voorbeelden van concepten
• Lean Management
• Business Process Redesign/Reengineering
• Total Quality Management
• Six Sigma
• Unit Management
• Competentiemanagement
• Employability
• Lerende Organisatie
• Leiderschap (bijv. Transformationeel- )
28. Positieve functie concepten
• Verwoording onbehagen met bestaande situatie
• Bijeen brengen van aantal nuttige instrumenten
met gemeenschappelijke zingeving
• Mensen motiveren en mobiliseren
• Creëren gemeenschappelijke toekomstbeelden
• Legitimatie van lastige beslissingen
29. Beperkingen concepten
• Monddood maken medewerkers als concept
ideologie wordt
• Gevaar van gezelschapsspel voor managers los
van de werkvloer
• Blijven hangen in woorden en kreten
• Onvoldoende opbouwen cumulatieve kennis
▫ Steeds wiel opnieuw uitvinden
▫ Overbelasting met veranderingsinitiatieven.
30. Vraag
• Klopt mijn indruk dat mensen in de praktijk
steeds minder warm kunnen lopen voor
concepten die door adviesbureaus met veel
lawaai naar binnen worden gebracht?
• Zo ja, wat is daarvan de oorzaak
• Zo nee, waaraan zie ik de blijvende populariteit
van de concepten? En waardoor wordt deze
verklaard?
31. Na de crisis 2008: reflectie en
inkeer?
• Verschillende crisisverschijnselen
▫ Vastgoedmarkten
▫ Kapitaalmarkt
▫ Eurocrisis
▫ Crisis van EU, stagnatie US met Obama
• Vertrouwen in management krijgt deuk
▫ Governance, ethiek
▫ Planning en control
▫ Leiderschap: teveel leiders? Narcistische leiders…
▫ Neoliberalisme doorgeschoten?
• Behoefte aan reflectie!
32. Waarover zou deze reflectie moeten
gaan?
• Over de betekenis en de rol van management
▫ Bijv.: ‘ontbazen’
▫ Hamel: ‘first fire all the managers’ (Hamel)
• Over hoe we naar organisaties kijken en de begrippen die
we gebruiken
▫ Zit de machine nog in ons hoofd?
▫ Is het ‘brein’ geen beter beeld?
• Reflectie op de filosofische grondslagen
▫ Grenzen van rationaliteit
▫ Beperkingen van het vooruitgangsdenken van Verlichting
• Reflectie op de ethische grondslagen van ons handelen.
33. Slow management in een vrije ruimte
• Los komen van de clichés van de commerciële
managementconcepten
• Ontdekken van onze conditionering door
managementtheorie van 100 jaar geleden
• Ontwikkelen nieuwe metaforen vanuit
wetenschap
• Oog voor nieuwe kennis over mens, economie,
maatschappij
• Verheldering van ethische dilemma’s.
34. Post-managerial management?
• De ‘manager’ niet meer de spil van de
organisatie, maar de ‘medewerker’
• Management taak van iedereen
▫ Self management
▫ Samenwerking
▫ Gemeenschappelijke verantwoordelijkheden
• Proces van organiseren centraal
▫ Creativiteit, innovatie, ondernemerschap
▫ Beheersing in processen.
• Maatschappelijke verantwoordelijkheid
35. Technieken blijven nodig
• Bedrijfseconomische methoden
• Kwaliteitsmanagement
• Planning- en controlinstrumenten
• Etc.
36. Nieuwe bijdrage wetenschap
• Inzicht in technologische doorbraken en
gevolgen
▫ Bijv. de ‘disruptive technologies’ zoals door
McKinsey benoemd.
• Ontwerpen nieuwe organisatievormen
• Begrijpen van menselijke gedrag
▫ Evolutionaire biologie/psychologie
▫ Neurowetenschappen
• Inzicht in complexiteit
• Verheldering ethische vraagstukken
37. Voorbeelden (1/3)
• Lees over het menselijk: om mensen te begrijpen
maar ook als model voor organiseren.
39. Voorbeeld 3 (Piketty)
• Verdiep je
in centrale
economi-
sche dis-
cussies,
zoals die
over de
kloof
tussen arm
en rijk.
40. Voorbeeld 4 (De Waal)
• Lees de boeken van De Waal over apen om beter
inzicht te krijgen in groepsgedrag in organisaties
41. Het gaat om innovatie
• Oude concepten voldoen niet meer
• Nieuwe zijn er nog niet
• We moeten ons begrip van management en
organisatie vernieuwen en daarvoor hebben we
nieuwe taal nodig
• Daarvoor is verbreding van het denken van
hedendaagse managers en hun adviseurs hard
nodig…
43. Waar het wel gebeurt
• Netwerken van innovatieve managers,
ondernemers en onderzoekers
• Praktijkgerichte opleidingen zoals SIOO, AOG
en opleidingen binnen overheid
• Onderzoeksafdelingen van adviesbureaus.
45. Hierop nu een paar antwoorden…
• Welke wetenschapsgebieden dragen bij aan de
praktische activiteit ‘management’? Wat is de
aard van hun bijdrage?
• Hoe heeft deze bijdrage zich in de loop der tijd
ontwikkeld? Met welke invloed op management?
• Wat zijn hedendaagse uitdagingen voor de
bijdrage van de wetenschap aan management?
46. Veel succes
• Veel succes in de intellectuele zoektocht in dit
deel van jullie opleiding!