5. ELKE DREAMERKRIJGT:
- 30 seconden
- microfoon
- podium (plek voor krukjes)
- scherm boven
Je moet niet alles gebruiken, maar mag hier een keuze in maken.
6. WAT ISBELANGRIJKVOOR JE RECITALPITCH
1. Zeg je naam
2. Zeg wat je beginstaat was (wat je deed beslissen om mee te doen):
- ik had geen idee
- Ik startte met een verre droom
- Ik wist gewoon dat ik mijn eigen baas was.
3. Zeg waar je nu mee bezig bent / waar je onderneming nu staat.
à Denk goed na over wat je aan het publiek wil overbrengen!! Je gaan
duizend mensen bereiken op 1 dag dus eindig met een duidelijk doel
à bv. like nu allemaal mijn facebookpagina
à bv. kom allemaal naar mijn feestje
à bv. boek jouw afspraak op mijn website.
7. WORKSHOP
Bedenk hoe jij de recital zou willen aanpakken.
! Let op, je hebt 30 seconden.
Denk breed en ver. Als je nog een logo/website/filmpje nodig hebt, bespreek
het met Eline. Dit kan absoluut nog tegen dan gemaakt worden.
9. DE BESTE TIP OOIT =
VOORBEREIDEN VOORBEREIDEN
VOORBEREIDEN VOORBEREIDEN
10. VOORBEREIDEN
1. Weet heel goed tegen wie je gaat praten. Weet wat ze
verwachten en weet wat je van hen wil gedaan krijgen.
2. Weet perfect hoe je presentatie gaat gebeuren en wat je
wanneer wil zeggen/doen.
11. 1. Sta stil. Bewegen mag, maar spring en loop niet in het rond.
2. Handen zijn enkel supporting, gebruik ze niet te veel.
3. Je kan niet té traag spreken. Gebruik variatie in je stem om
het publiek opgewekt te houden.
4. Oogcontact: kijk niet alsof je iemand wil kussen of
vermoorden.
5. Denk aan het gevoel dat je mensen wil geven: glimlach,
wees open en vriendelijk.
HOUDING
12. EXTRALEUKE TIPS
- Gebruik een grappige en/of persoonlijke anecdote in het
begin = zo win je de sympathie van het publiek.
- Eindig met 1 krachtige en memorabele zin, waarvan je wil
dat het publiek dit onthoudt.
- Probeer zo veel mogelijk vanbuiten te kunnen vertellen. Dat
doet wonderen voor je naturel.
14. Je idee van op afstand beoordelen kan perfect door iemand
die niets met je toekomstig bedrijf te maken heeft.
Je legt je idee in 1 minuut uit aan je buddy en hij/zij moet dit
herhalen in zijn/haar eigen woorden. Als je idee meteen duidelijk is
voor je buddy zal hij/zij dit zonder veel problemen kunnen
uitleggen. Indien niet zal je je idee opnieuw moeten formuleren en
je buddy opnieuw vragen dit op zijn/haar beurt uit te leggen.
17. 1. MISSIE
Een missie definieert de
reden van
bestaan van
jouw bedrijf.
Het
is
een vast
gegeven
in
die
zin
dat het
niet voortdurend wijzigt.
Waar wil je
met
je
onderneming voor
staan?
Waarom bestaat je
onderneming?
Schrijf jouw missie neer.
18. 2. VISIE
Om
je
bedrijfsstrategie te bepalen,
dien je
eerst je
visie te formuleren.
Waar wil je
naartoe groeien?
Waar zie je
jezelf binnen x
aantal jaar?
Meestal wordt een
tijdspanne voor ogen gesteld van
3
jaar.
Een visie is
dus steeds
een meetbare
doelstelling en speelt voor een bedrijf een cruciale rol:
richting geven.
Je
visie omschrijft dus wat
je
wil bereiken en je strategie bepaalt hoe
je
er zal geraken.
21. 1.KLANTEN
GEOGRAFISCH
1.Hoeveel mensen uit je doelgroep bevinden zich in de directe omgeving van jouw
vestigingsplaats?
2.Hoeveel mensen uit de doelgroep bevinden zich in je klantengebied?
3.Waar ga je de mensen bereiken? Rond hun woonplaats/werkplaats of tijdens
verplaatsingen?
4.Zijn ze bereid zich te verplaatsen om jouw goederen of diensten aan te kopen?
22. 1.KLANTEN
SOCIO-ECONOMISCH
1. Wat
is
het
opleidingsniveau
van
je doelgroep en
hoeveel
mensen
bevinden
zich
in
deze
doelgroep?
2. Hoe
vult
je doelgroep zijn
tijd
in?
En
in
welk
tijdsegment
kunnen
ze
jouw
product
en
dienst
gebruiken
en
hoe
veel
tijd
hebben
ze
om
dit
aan
te
kopen?
En
wanneer
kunnen
ze
jouw
producten
en/of
diensten
aankopen?
3. Hoe
ziet
het
bestedingspatroon
van
je doelgroep er
uit?
Hoeveel
inkomsten
hebben
ze
en
waaraan
geven
ze
hun
inkomen
uit?
En
hoeveel
%
van
het
inkomen
wordt
er
besteed
aan
zaken
waar
jouw
producten
en/of
diensten
onder
vallen?
4. Wat
zijn
de
interesses
van
je
doelgroep?
Naar
welke
radio
en
tv
programma’s
luisteren
en
kijken
ze?
Wat
lezen
ze?
Wat
zijn
hun
hobby’s?
23. 1.KLANTEN
KOOPGEDRAG
1. Wat
voor
soort
goederen
en/of
diensten
ga
je
aanbieden
op
de
markt?
2. Waar,
wanneer
en
met
welke
frequentie
zullen
klanten
jouw
producten
en/diensten
aankopen?
Hoe
verplaatsen
je
klanten
zich
plus
waar
kopen
ze
het
liefst
jouw
soort
producten
en/of
diensten
aan.
3. Wie
beslist
over
de
aankopen?
4. Is
de
klant
uit
je doelgroep service
gevoelig?
5. Is
de
klant
uit
je doelgroep prijsbewust?
6. Is
de
klant
merkentrouw?
7. Zijn
je
producten
en/of
diensten
seizoensgeboden?
8. Zijn
je
producten
en/of
diensten
onderhevig
aan
trends
of
mode
grillen?
24. 2. CONCURRENTEN
1.
Wie
zijn
volgens
jou
je
meest
voorname
concurrenten?
+
maak een uitgebreid profiel per
concurrent.
Denk zekeraan:
-‐ Activiteit:
Wat
is
hun exacte activiteit?
-‐ Financieel Hoe
verdienen zij geld?
-‐ Promotie:
Hoe
promoten ze zichzelf?
-‐ Extra:
Verkoopt het
bedrijf nog
andere producten/diensten?
25. 2. CONCURRENTEN
1. Wie
zijn
volgens
jou
je
meest
voorname
concurrenten?
2. Lijst
per
concurrent
enkele
sterktes
en
zwaktes
op.
26. 2. CONCURRENTEN
1. Wie
zijn
volgens
jou
je
meest
voorname
concurrenten?
2. Lijst
per
concurrent
enkele
sterktes
en
zwaktes
op.
3. Kan
je
per
concurrent
opportuniteiten
of
bedreigingen
voor
jouw
bedrijf
spotten?
28. nextweeks
20/04 = workshop financiering met Jonathan Struyven
27/04 = final try-out pitches voor recital met sprekerscoach
3/05 = lezing intellectuele eigendommen & start marketingplan
10/05 = workshop mijn marketingplan
17/05 = presentatie marketingplan & financieel plan
24/05 = last take in & doorverwijzing mentor en partners