2. terugblik
'rond de wederkomst' -
parousia (=presentie)
en apocalyps (=onthulling)
3. terugblik
'rond de wederkomst' -
parousia (=presentie)
en apocalyps (=onthulling)
de vestiging/openbaring van het Koninkrijk...
1. in de hemel
de wegrukking van de mannelijke zoon
naar Gods troon in Openb.12;
satan c.s. uit de hemel op aarde geworpen;
4. terugblik
'rond de wederkomst' -
parousia (=presentie)
en apocalyps (=onthulling)
de vestiging/openbaring van het Koninkrijk...
1. in de hemel
de wegrukking van de mannelijke zoon
naar Gods troon in Openb.12;
satan c.s. uit de hemel op aarde geworpen;
2. de inbezitneming van het land (Israël)
de opening van boekrol
- de zeven zegels in Openb.6 en 7
5. terugblik
'rond de wederkomst' -
parousia (=presentie)
en apocalyps (=onthulling)
de vestiging/openbaring van het Koninkrijk...
1. in de hemel
de wegrukking van de mannelijke zoon
naar Gods troon in Openb.12;
satan c.s. uit de hemel op aarde geworpen;
2. de inbezitneming van het land (Israël)
de opening van boekrol
- de zeven zegels in Openb.6 en 7
3. de proclamatie van het Koninkrijk wereldwijd
de zeven bazuinen in Openb.8 t/m 11
parallel lopend aan de uitgieting van zeven
schalen van Gods gramschap in Openb.16
6. Openbaring 13
1 En hij stond op het zand van de zee.
En ik nam waar, vanuit de zee
kwam een beest op.
Het had tien hoorns
en zeven koppen,
en op zijn hoorns tien diademen
en op zijn koppen namen van lastering.
wanneer de lezing hier "hij" is, dan hoort deze
zin bij het voorgaande vers (hij = de draak)
is de lezing hier "ik" (zie SV) dan is de
schrijver Johannes het onderwerp.
7. Openbaring 13
1 En hij stond op het zand van de zee.
En ik nam waar, vanuit de zee
kwam een beest op.
Het had tien hoorns
en zeven koppen,
en op zijn hoorns tien diademen
en op zijn koppen namen van lastering.
in tegenstelling tot het tweede beest,
dat uit "het land" opkomt >
8. Openbaring 17
15 En hij zei tegen mij:
de wateren die je waarnam waarop de hoer zat,
zijn volken en scharen en menigten en talen.
9. Openbaring 13
1 En hij stond op het zand van de zee.
En ik nam waar, vanuit de zee
kwam een beest op.
Het had tien hoorns
en zeven koppen,
en op zijn hoorns tien diademen
en op zijn koppen namen van lastering.
een compositie van de vier beesten in Daniël 7
= vier opeenvolgende koninkrijken; 7:23,27
synchroon met de vier koninkrijken in
Daniël 2 - goud, zilver, koper en ijzer/leem
12. leeuw
Dan.7:4
1 kop 0 hoorns
beer
Dan.7:5
1 kop 0 hoorns
luipaard
Dan.7:6
4 koppen 0 hoorns
13. leeuw
Dan.7:4
1 kop 0 hoorns
beer
Dan.7:5
1 kop 0 hoorns
luipaard
Dan.7:6
4 koppen 0 hoorns
beest zonder
naam
Dan.7:7,8
1 kop 10 hoorns
14. leeuw
Dan.7:4
1 kop 0 hoorns
beer
Dan.7:5
1 kop 0 hoorns
luipaard
Dan.7:6
4 koppen 0 hoorns
beest zonder
naam
Dan.7:7,8
1 kop 10 hoorns
totaal 7 koppen 10 hoorns
15. Openbaring 13
1 En hij stond op het zand van de zee.
En ik nam waar, vanuit de zee
kwam een beest op.
Het had tien hoorns
en zeven koppen,
en op zijn hoorns tien diademen
en op zijn koppen namen van lastering.
uitgelegd in Dan.7 en Openb.17 >
16. Daniël 7
24 En de tien hoorns;
uit dat koninkrijk
zullen tien koningen opstaan...
Openbaring 17
12 En de tien hoorns die je waarnam
zijn tien koningen,
die nog geen koninkrijk ontvingen
maar als koningen
één uur autoriteit ontvangen met het Beest.
17. Openbaring 13
1 En hij stond op het zand van de zee.
En ik nam waar, vanuit de zee
kwam een beest op.
Het had tien hoorns
en zeven koppen,
en op zijn hoorns tien diademen
en op zijn koppen namen van lastering.
uitgelegd in Openb.17 >
18. Openbaring 17
9 Hier is het verstand
dat wijsheid heeft:
de zeven koppen zijn zeven bergen
waarop de vrouw zit,
10 en zij zijn zeven koningen.
Vijf ervan vallen,
één is er [nog],
de andere kwam nog niet
en wanneer hij zou komen,
moet hij korte tijd blijven.
11 En het Beest dat [wel] was en niet is,
is zelf ook de achtste
en hij is vanuit de zeven
en hij gaat ten onder.
19. Openbaring 17
9 Hier is het verstand
dat wijsheid heeft:
de zeven koppen zijn zeven bergen
waarop de vrouw zit,
10 en zij zijn zeven koningen.
Vijf ervan vallen,
één is er [nog],
de andere kwam nog niet
en wanneer hij zou komen,
moet hij korte tijd blijven.
11 En het Beest dat [wel] was en niet is,
is zelf ook de achtste
en hij is vanuit de zeven
en hij gaat ten onder.
20. Openbaring 17
9 Hier is het verstand
dat wijsheid heeft:
de zeven koppen zijn zeven bergen
waarop de vrouw zit,
10 en zij zijn zeven koningen.
Vijf ervan vallen,
één is er [nog],
de andere kwam nog niet
en wanneer hij zou komen,
moet hij korte tijd blijven.
11 En het Beest dat [wel] was en niet is,
is zelf ook de achtste
en hij is vanuit de zeven
en hij gaat ten onder.
23. 7 koppen
en 1 komt voor korte tijd
5 vallen, 1 is
het Beest is de 8e
omdat één van de 7 koppen herleeft
24. Openbaring 13
1 En hij stond op het zand van de zee.
En ik nam waar, vanuit de zee
kwam een beest op.
Het had tien hoorns
en zeven koppen,
en op zijn hoorns tien diademen
en op zijn koppen namen van lastering.
hoorn > koninklijke kracht
diadeem=
koninklijk hoofdversiersel, sierlint om het
hoofd gebonden
embleem van koninklijke waardigheid
25. Openbaring 13
1 En hij stond op het zand van de zee.
En ik nam waar, vanuit de zee
kwam een beest op.
Het had tien hoorns
en zeven koppen,
en op zijn hoorns tien diademen
en op zijn koppen namen van lastering.
lett. blasfemie -
even later uitgelegd in 13:5,6
26. Openbaring 13
2 En het beest dat ik waarnam,
geleek op een luipaard
en zijn voeten als van een beer
en zijn muil als de muil van een leeuw.
En de draak geeft aan hem zijn macht
en zijn troon en zijn grote autoriteit.
of panter
Eng. leopard = leeuw-paard
27. Openbaring 13
2 En het beest dat ik waarnam,
geleek op een luipaard
en zijn voeten als van een beer
en zijn muil als de muil van een leeuw.
En de draak geeft aan hem zijn macht
en zijn troon en zijn grote autoriteit.
het beest als geheel doet het meest denken aan
het derde koninkrijk in Dan.7:
= Griekse wereldrijk van Alexander de Grote
Alexander stierf in Babylon dat hij tot
hoofdstad van zijn rijk had verklaard...
viel nadien uiteen in vier delen (8:8; 11:4)
28. Openbaring 13
2 En het beest dat ik waarnam,
geleek op een luipaard
en zijn voeten als van een beer
en zijn muil als de muil van een leeuw.
En de draak geeft aan hem zijn macht
en zijn troon en zijn grote autoriteit.
= het tweede koninkrijk in Dan.7:
het Medo-Perzische rijk
29. Openbaring 13
2 En het beest dat ik waarnam,
geleek op een luipaard
en zijn voeten als van een beer
en zijn muil als de muil van een leeuw.
En de draak geeft aan hem zijn macht
en zijn troon en zijn grote autoriteit.
= het eerste koninkrijk in Dan.7:
het Babylonische rijk
• Daniël kreeg dit visioen tijdens Belsassar,
Nebukadnezars zoon; 7:1, 5:2
30. Openbaring 13
2 En het beest dat ik waarnam,
geleek op een luipaard
en zijn voeten als van een beer
en zijn muil als de muil van een leeuw.
En de draak geeft aan hem zijn macht
en zijn troon en zijn grote autoriteit.
uit de hemel is geworpen; Openb.12:7-9
31. Openbaring 13
3 En één van zijn koppen
was afgeslacht ten dode
en de [aan]slag van zijn dood
werd genezen
en heel het land ging
verwonderd achter het beest aan.
zelfde woord als in 13:8; 5:6,9
waar het gaat over het Lammetje...
32. Openbaring 13
3 En één van zijn koppen
was afgeslacht ten dode
en de [aan]slag van zijn dood
werd genezen
en heel het land ging
verwonderd achter het beest aan.
= een dodelijke aanslag overleeft hij; 13:9
33. Openbaring 13
3 En één van zijn koppen
was afgeslacht ten dode
en de [aan]slag van zijn dood
werd genezen
en heel het land ging
verwonderd achter het beest aan.
in Openb.13 staat 'het land' (Israël)
tegenover 'de zee'
een aanwijzing dat we hier bij 'het land'
niet aan heel de aarde hebben te denken
34. Openbaring 13
3 En één van zijn koppen
was afgeslacht ten dode
en de [aan]slag van zijn dood
werd genezen
en heel het land ging
verwonderd achter het beest aan.
één van de zeven koppen wordt hier
geïdentificeerd met het beest/het rijk
de kop representeert het geheel
35. Openbaring 13
4 en zij aanbaden de draak
dat de autoriteit aan het beest had gegeven
en zij aanbaden het beest zeggende:
wie lijkt op het beest
en wie kan er oorlog voeren tegen hem?
36. Openbaring 13
4 en zij aanbaden de draak
dat de autoriteit aan het beest had gegeven
en zij aanbaden het beest zeggende:
wie lijkt op het beest
en wie kan er oorlog voeren tegen hem?
"en" is hier verklarend: namelijk
door religieus eerbetoon te geven aan
het beest aanbidt men feitelijk de draak
37. Openbaring 13
4 en zij aanbaden de draak
dat de autoriteit aan het beest had gegeven
en zij aanbaden het beest zeggende:
wie lijkt op het beest
en wie kan er oorlog voeren tegen hem?
= politiek en militair oppermachtig
38. Openbaring 13
5 En het werd een mond gegeven,
grote [woorden] en lasteringen sprekend
en aan hem werd autoriteit gegeven
dit twee en veertig maanden te doen.
uitgelegd in de volgende verzen
39. Openbaring 13
5 En het werd een mond gegeven,
grote [woorden] en lasteringen sprekend
en aan hem werd autoriteit gegeven
dit twee en veertig maanden te doen.
= 1260 dagen = 3,5 jaar
tijdsperiode niet aangeduid door de zon
(> dag) maar door de maan (>de nacht)
42 maanden wordt de heilige stad
vertreden; 11:2
40. Openbaring 13
6 En hij opent zijn mond
tot lasteringen tegen God,
om te lasteren zijn naam
en zijn tent en degenen die in de hemel
[als] in een tent wonen.
het is in de tijd dat de twee getuigen in
Jeruzalem optreden; 11:2,3
de offerdienst is gestaakt; Math.24:15
41. Openbaring 13
6 En hij opent zijn mond
tot lasteringen tegen God,
om te lasteren zijn naam
en zijn tent en degenen die in de hemel
[als] in een tent wonen.
degenen die de draak uit de hemel hebben
geworpen - de mannelijke zoon!
42. Openbaring 13
7 En hem werd gegeven
oorlog te voeren tegen de heiligen
en hen te overwinnen
en hem werd autoriteit gegeven
over elke stam en volk en taal en natie.