9. psalm 146 psalm 147 psalm 148 psalm 149
psalm 150
Genesis Exodus Leviticus Numeri
Deutero-
nomium
de onderliggende structuur van
de Pentateuch!
10. Hallelujah! 1
het heiligdom 1
JAHWEH's machtige daden 2
JAHWEH's veelvuldige grootheid 2
instrumenten van het heiligdom 3 t/m 5
Hallelujah! 6
structuur van psalm 150
11. Psalm 150
1 Hallelujah.
Looft God in zijn heiligdom.
Looft Hem in zijn machtig uitspansel.
hallel = lofprijst
JAH = JAHWHE
12. Psalm 150
1 Hallelujah.
Looft God in zijn heiligdom.
Looft Hem in zijn machtig uitspansel.
danken =
God erkentelijk zijn
om wat Hij geeft
Loven =
God prijzen
om wie Hij is
13. Psalm 150
1 Hallelujah.
Looft God in zijn heiligdom.
Looft Hem in zijn machtig uitspansel.
in Jeruzalem (zie de instrumenten)
een type van de hemelen (Hebr.9)
14. Psalm 150
1 Hallelujah.
Looft God in zijn heiligdom.
Looft Hem in zijn machtig uitspansel.
Genesis 1:8
En God noemde het uitspansel 'hemelen'.
15. Psalm 150
2 Looft Hem in zijn machtige daden.
Looft Hem naar de veelvuldigheid
van zijn grootheid.
vergl. Ps.145 >
17. Psalm 150
2 Looft Hem in zijn machtige daden.
Looft Hem naar de veelvuldigheid
van zijn grootheid.
= grootheid in vele opzichten
• als God
• in macht
• in glorie
• zijn naam
• in wonderen
• goedertierenheid
• enz.
18. = de ramshoorn, geblazen...
op de derde dag bij Sinaï
Gen.19:16
op de 7e dag bij Jericho
na de 13e ronde viel de stad
Joz.6:5,6,8
bij de overwinning van Ehud
Richt.3:27
en van Gideon; Richt.6:34
bij nieuwe maan; Ps.81:3
Psalm 150
3 Looft Hem in het blazen van [de] sjofar.
Looft Hem in citer en harp.
19. Psalm 150 noemt in totaal zeven instrumenten:
1. de sjofar
2. de citer
3. de harp
4. de tamboerijn
5. het snarenspel
6. de fluit
7. de cymbalen
2 blaasinstrumenten
3 snaarinstrumenten
2 slaginstrumenten
Deze deden allen dienst in het heiligdom >
20. 1Kronieken 23
5 ... en vierduizend zullen JAHWEH prijzen
op de instrumenten,
die ik (=David)
voor het lofprijzen heb laten maken.
21. 2Kronieken 5
12 stonden al de levitische zangers (...)
met cimbalen, harpen en citers;
bij hen waren honderd twintig priesters,
die op de trompetten bliezen.
13 Toen zij tezamen trompetten
en eenstemmig een lied lieten horen,
om JAHWEH te loven en te prijzen,
en de stem verhieven bij trompetten,
cimbalen en andere muziekinstrumenten,
en JAHWEH aldus prezen:
Want Hij is goed,
want zijn goedertierenheid
is tot in de aeon...
22. Psalm 150
3 Looft Hem in het blazen van [de] sjofar.
Looft Hem in citer en harp.
vaak in één adem genoemd met de harp >
23. Psalm 150
3 Looft Hem in het blazen van [de] sjofar.
Looft Hem in citer en harp.
Psalm 49:4
ik zal mijn verborgene rede
openen op de harp.
24. Psalm 150
4 Looft Hem in tamboerijn en reidans.
Looft Hem in snarenspel en fluit.
beter: handtrom (zonder belletjes)
25. Psalm 150
4 Looft Hem in tamboerijn en reidans.
Looft Hem in snarenspel en fluit.
= rondedans
Psalm 30:11
Mijn rouwklacht hebt U
veranderd in een reidans
26. Psalm 150
4 Looft Hem in tamboerijn en reidans.
Looft Hem in snarenspel en fluit.
lett. meervoud:
snaarinstrumenten
27. Psalm 150
4 Looft Hem in tamboerijn en reidans.
Looft Hem in snarenspel en fluit.
St.Vert.
looft Hem met snarenspel en orgel!
28. Psalm 150
4 Looft Hem in tamboerijn en reidans.
Looft Hem in snarenspel en fluit.
St.Vert.
looft Hem met snarenspel en orgel!
fluit > blazen, ademen
29. Psalm 150
5 Looft Hem in klinkende cymbalen.
Looft in Hem cymbalen van gejuich.
klinkende > weerklinkende?
30. Psalm 150
5 Looft Hem in weerklinkende cymbalen.
Looft Hem in cymbalen van gejuich.
bij overwinning en vreugde
cymbaal > lawaai
= om volume te produceren
31. muziek hoort thuis in het heiligdom
• als type van het woord dat GOD laat klinken
• de uitdrukking van zijn machtige daden
in de heilshistorie
Enkele overeenkomende karakteristieken van muziek
en "de machtige daden" van God:
ritme - patroon van regelmaat
melodie:
opeenvolging van tonen met een begin en einde
zeven stamtonen (A t/m G)
contrasten: mineur & majeur
= grote terts > grote derde (>opstanding!)
het raakt direct het hart (1Sam.16:23)
akkoorden, harmonie
32. Psalm 150
6 Alles wat adem heeft looft JAH.
Hallelujah!
een oproep:
... love JAH
love = leven (=ademen)
love = liefde
leven = loven = lieven
33. Psalm 150
6 Alles wat adem heeft looft JAH.
Hallelujah!
niet slechts een oproep maar een profetie!
Filippi 2
11 en alle tong zou toejuichen
dat Jezus Christus Heer is,
tot heerlijkheid van God, de Vader.