2. 18 Wat is dan mijn loon? Dit: door mijn
evangelieprediking HET EVANGELIE OM
NIET te mogen brengen, en zo van mijn
bevoegdheid als evangelieprediker geen
gebruik te maken.
1Korinthe 9
2
3. 19 Want hoewel ik vrij sta tegenover allen,
heb ik mij allen dienstbaar gemaakt, om er
zoveel mogelijk te winnen;
1Korinthe 9
nl. als slaaf
3
4. 20 en ik ben voor de Joden geworden als
een Jood, om Joden te winnen; hun, die
onder de wet staan, als onder de wet
(hoewel persoonlijk niet onder de wet) om
hen, die onder de wet staan, te winnen;
1Korinthe 9
4
5. 21 hun, die zonder wet zijn, ben ik
geworden als zonder wet (hoewel niet
zonder de wet van God, want ik sta onder
de wet van Christus) om hen, die zonder
wet zijn, te winnen.
1Korinthe 9
lett. ben wettig van Christus
5
6. 22 Ik ben voor de zwakken zwak geworden,
om de zwakken te winnen; voor allen ben
ik alles geweest, om in elk geval enigen te
redden.
1Korinthe 9
6
7. 23 Alles doe ik ter wille van het evangelie,
om er zelf ook deel aan te verkrijgen.
1Korinthe 9
7
8. 24 Weet gij niet, dat zij, die in de renbaan
lopen, allen wel lopen, doch dat slechts één
DE PRIJS kan ontvangen? Loopt dan zo,
dat gij die behaalt!
1Korinthe 9
8
9. 14 ... één ding doe ik: vergetende hetgeen
achter mij ligt en mij uitstrekkende naar
hetgeen voor mij ligt, jaag ik naar het doel,
om DE PRIJS der roeping Gods, die van
boven is, in Christus Jezus.
Filippi 3
9
10. 15 ... een ontaard en verkeerd geslacht,
waaronder gij schijnt als lichtende
sterren in de wereld,
16 het woord des levens vasthoudende,
mij ten roem tegen de dag van Christus,
dat ik niet vruchteloos [mijn wedloop]
gelopen, noch vruchteloos mij
ingespannen heb.
Filippi 2
10
11. 25 En al wie aan een wedstrijd deelneemt,
beheerst zich in alles; zij om een
vergankelijke erekrans te verkrijgen, wij
om een onvergankelijke.
1Korinthe 9
11
12. 19 Want wie is onze hoop of blijdschap of
EREKRANS voor onze Here Jezus bij zijn
komst, wie anders dan gij?
1Thessalonika 2
12
13. 1 Daarom, mijn geliefde broeders, naar wie
mijn verlangen uitgaat, mijn blijdschap en
KROON, staat alzo vast in de Here,
geliefden!
Filippi 4
13
14. 7 Ik heb de goede strijd gestreden, ik heb
mijn loop ten einde gebracht, ik heb het
geloof behouden;
8 voorts ligt voor mij gereed DE KRANS
DER RECHTVAARDIGHEID, welke te dien
dage de Here, de rechtvaardige rechter,
mij zal geven, doch niet alleen mij maar
ook allen, die zijn verschijning hebben
liefgehad.
2Timotheüs 4
14
15. 10 ... Wees getrouw tot de dood en Ik zal u
geven DE KROON DES LEVENS.
Openbaring 2
lett. gelovende
15
16. 11 Ik kom spoedig; houd vast wat gij hebt,
opdat niemand uw KROON neme.
Openbaring 3
>> vers 10:
"omdat u het Woord bewaard..."
16
17. 10 zullen de vierentwintig oudsten zich
nederwerpen voor Hem, die op de troon
gezeten is en Hem aanbidden, die tot in de
aeonen der aeonen leeft, en zij zullen hun
KRONEN voor de troon werpen,
zeggende:
11 GIJ, onze Here en God, zijt waardig
te ontvangen de heerlijkheid, de eer en
de macht...
Openbaring 4
17