Frederik Smit & Geert Driessen (2007) ITSInfo Brood en spelen.pdf
1. Het overblijven op basisscholen is
een belangrijke schakel voor een slui-
tende dagindeling voor kinderen en
hun ouders. Op r augustus zoo6 is
de wetswijziging (artikel 45 WPO) in
werking getreden die de verantwoor-
delijkheid voor het overblijven ('tus-
senschoolse opvang') formeel vastlegt.
Schoolbesturen zijn verantwoordelijk
voor het (laten) organiseren van een
overbl ijfvoorziening, krijgen middelen
voor ondersteuning van de organisatie
van de tussenschoolse opvang en scho-
ling van overblijfmedewerkers. Het ITS
deed onderzoek naar de gevolgen van die
wetswijziging.
Vraag naar tussenschoolse opvang
Op bijna alle scholen blijven kinderen tussen
de middag over. De overgrote meerderheid
(85.2f van de scholen verzorgt zelf de tus-
senschoolse opvang en de rest van de scho-
len besteedt de opvang uit aan een externe
organisatie voor kinderopvang.
De vraag naar opvang wordt voornamelijk
bepaald door werk of studie van ouders (met
name door hoger opgeleide ouders). Verder
noemen ouders ook vaak de te grote afstand
tussen school en thuis, de behoefte aan tijd
voor zichzelf, het beleid van school en inci-
dentele afwezigheid van ouders rond lunch-
tijd. Opvallend is dat in stedelijke gebieden
bij na a I le overbl ijvers'vaste' overbl ijvers zij n.
Ouders
Ouders zijn vrij positief over de tussen-
schoolse opvang. Ruim 8o.u. van hen geeft
aan dat de kwaliteit van de tussenschoolse
opvang na de wetswijziging niet of nauwe-
lijks is veranderd. Minder dan roozo geeft aan
dat de kwaliteit is verbeterd, terwijl ruim
rov" aangeeft dat deze juist is verslechterd.
Lager opgeleide ouders oordelen negatiever
over de veranderde kwaliteit dan middelbaar
en hoger opgeleide ouders.
Ontwikkelingen
Er valt op bijna tweederde van de scholen in
de afgelopen 5 jaar een toename te consta-
teren wat betreft het aantal overblijvende
leerlingen en iets meer dan de helft van de
schoolleiders verwacht dat deze trend zich
in de komende 5jaar zal doorzetten. De
gevolgen van de wetswijziging zijn beperkt
gebleven. Op minder dan een tiende van de
scholen zijn, met het oog op de wetswijzi-
ging, maatregelen genomen. Op eenderde
van de scholen zijn de kosten voor de ouders
voor het overblijven verhoogd. De prijsstij-
ging heeft tot gevolg gehad dat het aantal
overblijvende kinderen is gedaald; dit geldt
met name voor die kinderen die overblijven
terwijl hun ouders thuis zijn ('pretoverblij-
vers').
Duidelijkheid
Het optimaal functioneren van het partner-
schap tussen schoolteams, overblijfkrachten
c.q. externe organisaties en ouders wordt
bevorderd als afspraken, overlegstructuren
en verantwoordelijkheden duidelijk zijn,
overblijfcoörd i natoren en overbl ijfkrachten
zich hebben laten bijscholen, leerkrachten
en overblijfkrachten als 'professionals' met
elkaar omgaan en betrokkenen bereid zijn
van de tussenschoolse opvang een succes
te maken. Grote verschillen tussen scholen
op het platteland en in de stad, met veel en
weinig achterstandsleerlingen/allochtone
leerlingen zijn er niet. De organisatie van
het overblijven Ín achterstandswijken én op
platteland besteedt relatief veel aandacht
aan het oplossen van conflicten tussen Ieer-
lingen, aan beweging en aan het langdurig
bi nden van kwa litatief sterke overblijfkrach-
ten aan de school via scholing, betaling en
extra'incentives'.
Nederlandse moeders
Nederlandse kinderen lunchen geheel
anders dan in andere Europese landen,
omdat een deel van de ouders zelf de
opvang tussen de middag en de lunch (wil-
len blijven) verzorgen en er geen cultuur
is om een deel van de zorg voor het gezin
naar collectieve instellingen over te hevelen
('uitbestedingsscenario'). Sterker dan in ons
omringende landen vinden Nederlandse
moeders dat zij het best zelf voor hun kin-
deren kunnen zorgen en een parttimebaan
kunnen nemen ('combinatiescenario'). Of
zoals een moeder opmerkte:'Zoals het thee-
zakje thuis trekt, trekt het nergens'.
Voorwaarde
Het onderzoek laat zien dat een goede
kwaliteit van de tussenschoolse opvang een
voorwaarde is voor moeders om zich op de
arbeidsmarkt te begeven, maar ook voor
vrijwilligers om als overblijíkracht te willen
(blijven) werken.
RAPPoRT:
Smit, F., Driessen, G., Sluiter, R. &
Meijvogel, R (zoo7). Brood en spelen.
Condities voor een optimale tussenschoolse
opvang. Nijmegen: lTS.
Mrrn rNronmarte:
Frederik Smit I f.smit@its.ru.nl
Geert Driessen I G.Driessen@its.ru.nl
trs-rNFo I
OKTOBER 2OO7 3