2. • Studeerde archeologie aan de
K.U. Leuven
• Docent en opleidingshoofd in
de lerarenopleiding van
MAD-faculty, hogeschool
voor de kunsten, Limburg
• Leerkracht cultuurvakken in
het CVO Leuven
• Amarantdocent sinds 2002
• Auteur van jeugdthrillers
www.erwinclaes.com
3. Dat kan! U hoeft enkel te surfen naar:
slideshare.net
gebruik zoektermen:
erwinclaes7, Vikingen, Amarant
7. Huizen en dorpen verschilden vanzelfsprekend van
streek tot streek gebruikte bouwmateriaal
typische Vikinghuis Langhuis:
Langgerekt
min of meer rechthoekig wanden vaak wat gebogen
één enkel vertrek +/- 12 m lang
Wanden uit twijgen en leem
Vaak (zeker in meer noordelijke streken) half ingegraven
schuine dak tot tegen grond
Dakbedekking uit stro, houtschalies en/of graszoden
8. Huizen meestal in kleine
groepjes bij elkaar
vooral in Denemarken en
Zweden groepen van
Langhuizen die volgens
een duidelijk grondplan
zijn geordend
Zelfde patroon ook in de
grotere nederzettingen
en in de forten
9. In een Langhuis woonde een
uitgebreide familie met haar
slaven en dieren
grote families Langhuis
uitgebreid met bijgebouwen
en schuurtjes
Opvallend is hier vooral de
aanwezigheid van een apart
toilet en een heuse sauna
De Vikingen kenden dan ook
een uitgebreide badcultuur.
10. Het woonvertrek moet relatief warm zijn geweest door de opvallend
dikke muren zonder ramen
Vensters verschijnen pas in late Vikingtijd (importproduct uit het
zuiden)
rook van de centrale haard kon via 2 gaten in het dak wegtrekken.
De centrale haard stookplaats van aangestampte aarde omgeven met
krans van stenen
Vuur zowel licht als warmte en om op te koken.
Langs de wanden verhoging van aarde en hout als zit- en slaapbank
Enkel rijkere families bedden die s’ avonds werden neergezet en s’
morgens rechtop werden geplaatst om plaats te maken.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18. Koning Harald Blauwtand was als koning van het
eengemaakte Denemarken bijzonder actief:
liet wegen en bruggen aanleggen bvb: 700 m lange
brug van Ravning Enge (978), ten zuiden van Vejle
meest opmerkelijk constructie enkele enorme
ringwalburchten
bekendste ringwalburchten Fyrkat en Trelleborg
(beide gebouwd rond 980)
19.
20.
21.
22. Mogelijk rol in de politiek van de koning om het land
een te maken?
rol in de bestuurlijke administratie?
forten zien er militair uit toch amper
archeologische bewijzen dat ze ook een militaire
functie hadden
opgravingen huizen betrokken door ambachtslui
forten eerder dienst als mobilisatiecentra voor het
geval van oorlog met de Karolingen?
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29. Omwalling grote
kisten van op elkaar
gestapelde
boomstammen die
werden opgevuld met
turfplaggen.
30. Grote gelijkenis qua constructie met ringwalburchten
kustverdediging Lage Landen van Karel de Grote en
zijn nazaten
Bvb: Oost-Souburg (een wijk in Vlissingen)
De Karolingische ringwalburchten worden allen
gedateerd in de 2e helft van de 9e eeuw
Deense varianten zijn ruim eeuw ouder
31.
32.
33. Gesticht in 866
was in de 10e eeuw een van de
grootste en rijkste steden van
Engeland
dicht bevolkt
grote populatie ambachtslui die
werkzaam was in de handel
1069: in 2 dagen door brand
verwoest toen Normandische
troepen plaats wilden maken
voor een nieuw kasteel vuur
sloeg over naar gehele stad
34. In meeste huizen werd zowel geleefd als gewerkt in
hetzelfde vertrek
huizen van hout en leem stonden dicht op elkaar
Huizen stonden parallel op de wegen van aangestampte
aarde
Het straten plan van Jorvik volgde heel opvallend het
stratenplan van de vroegere Romeinse stad Eboracum
Stallen, latrines, waterputten en afvalkuilen stonden allen
dicht op elkaar
Het moet er vreselijk gestonken hebben.
35. huizen waren lang en smal (7,5
m op 4m)
in één ruimte leefden ouders,
grootouders, kinderen en
personeel
ook hier een centrale haard die
was afgeboord met stenen
Meubilair was er amper: tafel,
kruk, enkele planken, …
Achter de huizen klein erf
met een moestuintje voor
groenten en enkele dieren.
36.
37. de inwoners van Jorvik
zijn niet rijk
toch tijd voor
ontspanning veel
vondsten die verwijzen
naar dans, muziek,
schaatsen, spel, …
38. Zowel mannen als vrouwen droegen sieraden (vooral
mantelspelden) uit koper, lood, zilver, goud, glas, …
Vikingen houden van felgekleurde stoffen die worden versierd met
gouden banden
mannen dragen lange tunieken met lange mouwen en daaronder
wollen broeken
Vrouwen dragen lange jurken met daarover kokervormige
overjurken met schouderbanden die met een speld worden
vastgezet
Vaak dragen vrouwen een warme omslagdoek of een zijden kapje
Veel van deze stoffen worden door de vrouwen thuis geweven.
40. Op basis van de archeologische opgravingen mogelijk
om de voedingsgewoonten van de inwoners van Jorvik
te reconstrueren:
Granen
Groenten: bonen en erwten
Vruchten: pruimen, kersen, bosbessen, appels
Vlees: vooral rundsvlees, maar ook varkens en kippen
Vis: vooral zoetwatervissen en haring
Drank: vooral licht bier en heel soms geïmporteerde
wijn
41. Net als alle andere handelscentra uit die tijd lag
Haithabu op een kruispunt van water- en landwegen:
40 km van het Oostzeeverkeer
16 km van de bevaarbare rivier Treene en Eider
enkele kilometers van de heirbanen die vanuit Jutland
naar het zuiden liepen
de stad lag nog binnen de Danewirke
goed bereikbaar voor schepen + goed verdedigbaar.
42.
43. ongeveer 25 ha groot
omringd door een halfcirkelvormige wal met torens.
haven werd beschermd door een palissade
haven voorzien van een reeks scheepsbruggen die het
in- en uitladen van schepen vergemakkelijkte
Haithabu ook de belangrijkste oorlogshaven van de
Deense koning.
44.
45.
46.
47. Walrusivoor uit de Noordzee
Ijzerbaren uit Zweden
Spekstenen en wetstenen uit Noorwegen
Glaswerk en keramiek uit het Rijngebied
Molenstenen uit de Eiffel
Vaten van dennenhout uit het Boven-Rijngebied
Bergkristal uit de Zwarte Zee-kusten
Kwik uit Spanje
Houtteer uit het Oostzeegebied
Sieraden en sierbeslag uit Ierland
Een zegel uit Byzantiumwijst op contacten met die
illustere stad
48.
49. Heel veel vergankelijke
goederen (enkel gekend via
tollijsten):
Slaven
(krijgsgevangenen)
Vikingbuit (dit moet erg
lucratief geweest zijn,
want er moest belasting
op betaald worden)
Kruiden, linnen, zout,
honing, was wijn,
gezouten vis, …
50.
51. De Vikingscheepsbouw
ligt in een oude traditie
van scheepsconstructie
die vermoedelijk
helemaal teruggaat tot
de bronstijd.
52. vermoedelijk een oorlogsschip dat met opzet
verzonken werd in een veen als offer voor de goden
een open vaartuig voortbewogen door 20 of 24
peddels (geen roeispanen!)
geen ruimte voor een mast
19 m lang
ongeveer 2 meter breed leek wel grote kano
53.
54.
55.
56. bodem een brede half-uitgeholde boomstam van een
lindenboom (soort kielplank, zonder dat het een echte kiel
was)
Weerszijden twee planken als boorden van het vaartuig
kielplank en de bovenste planken eindigden in
karakteristieke sprieten
wandplanken dun, maar breed + van lindenhout
binnenwerk skelet van bundels hazelaartwijgen, die op
hun plaats gehouden werden door een dwarsbalk waarop de
roeier kon zitten.
57.
58.
59. sluit aan bij het Hjortsping-schip, maar staat toch al een
stapje verder in de evolutie
gebouwd uit dennenhoutenplanken, die aan elkaar zijn
genaaid met touwen van plantenwortels
kieren tussen de planken dichtgestopt met stroken rode
stof, die in teer van hars waren gedrenkt
Roeispanen rusten in roeiklampen (geen peddels!)
Kielplank en boeg lopen in elkaar over karakteristieke
vorm latere Vikingschip is geboren
60.
61.
62.
63. Gaat om 3 schepen die samen in een moeras zijn gevonden
in 1863
Vooral Nydam 2-schip grote vooruitgang ten opzichte
van de voorgaande periode
met zekerheid klinkergebouwd
Niet meer genaaid wel met ijzeren nagels vastge-klonken
door uiteinde om te slaan over een metalen plaatje
geen lindehout meer wel eikenhout of dennenhout.
64.
65.
66.
67.
68.
69.
70.
71. nog steeds geen echte kiel wel een kielplank
voordeel kiel kan druk doorgolfbewegingen op
scheepsbodem opvangen omdat ene kiel hoger is en dus
ook stijver
kielplank echter niet sterk genoeg om golfbewegingen op
te vangen
andere tekortkoming enkel roeiriemen
roeiriemen zo kort dat het roeien het midden hield tussen
roeien en peddelen.
72.
73.
74.
75. lag in het centrum van een grote grafheuvel
klinker-gebouwd
opvallend grote voor- en achtersteven
geen aanwijzing dat er een mast zou hebben gestaan (dus
ook geen zeil)
Toch zeewaardig genoeg om grote stukken zee over te
steken
hiermee waren de Zuid-Germaanse volkeren in staat om
Romeins Brittannië binnen te vallen + piraterij te bedrijven
ver van eigen thuislanden.
76.
77.
78.
79.
80. Ondanks zelfde leeftijd als Sutton Hoo-schip toch een
volgend stadium in de evolutie van zeewaardigheid!
18 m lang
3 m breed
diepgang van 80 cm
10 paar roeiriemen
gebouwd volgens zelfde principes als Nydam 2-schip
Onderaan uitwendige kiel die uit één stuk was gemaakt
(groot verschil met Nydam 2!)
81.
82.
83. dankzij kiel vaartuig breder meer mensen
vervoeren
planken niet meer uit een geheel korte plankjes die
in de lengte samen werden geklonken.
gebruik van een zij-roer of stuurriem
Kvalund-schip eerste archeologische bewijs voor
gebruik zeil in Scandinavië
Lijkt al erg op klassiek Vikingschip
84.
85. uit de Schelde opgevist
exemplaar in het MAS
niet van een Vikingschip
gedateerd rond het jaar
600.
86.
87. Term afkomstig uit saga’s
Een zeewaardig oorlogschip
lang en smal
met de nodige roeiriemen
snel en machtig wapen
kon ook op een eerder klein
schip slaan
88. Termen komen uit de saga’s
en skaldenverhalen
Namen stellen volgens
specialisten niet veel voor
verzinsels die hielpen om
een bepaalde tekst volgens
de metrische principes van
de dichtkunst te laten
kloppen
89. term zou verwijzen naar
verschillende soorten
handelsvaartuigen
werd ook regelmatig als
oorlogsschip
gerecupereerd
was belangrijkste boot op
de Atlantische Oceaan
tot in Ijsland en
Groenland toe eerste
kolonisten!
90. zijn breder in verhouding tot lengte (anders dan bij
Langschip)
rondere vorm
groter vrij-boord
grotere diepgang
Mast vastgezet omdat men bijna uitsluitend het zeil
gebruikte
enkel vooraan en achteraan plaats om te roeien
91.
92.
93.
94.
95. in totaal 5 Vikingschepen
in 1962 opgegraven in de
Roskildefjord
lagen er op elkaar en waren
met stenen gevuld
Moesten barrière vormen
om vijandelijke schepen te
verhinderen Roskilde (rijke
koninklijke hoofdstad) te
bereiken.
96.
97.
98.
99. Zeewaardig
handelsschip
vooral ingezet op de
lokale kustwateren
Gemaakt van hout uit
de Noorse Sognefjord
16,5 m lang
4,8 m breed
100.
101.
102. Tot 30 m lang
3,8 m breed
112 m2 zeil-oppervlak
80 tot 100
bemanningsleden
opvallend lang en smal
met een hoge boeg
gemaakt van hout uit de
omgeving van Dublin
103.
104.
105. Klein oorlogsschip
17,5 m lang
in totaal 13 paar
roeiers (+ uitkijk en
stuurman)
mogelijk in Roskilde
zelf gebouwd
106. Vissersboot
12 m lang
2,5 m breed
in een latere fase
omgebouwd tot een
klein vrachtschip
107.
108. best bewaarde Vikingschip van Scandinavië
in 1904 ontdekt (90 % nog origineel!)
dateert uit de periode 850 à 900 scheepskamergraf voor twee
welstellende vrouwen.
22 m lang + 5 m breed
15 paar roeigaten 30 roeiers + een stuurman + een uitkijk
(mogelijk nog drukker aan boord)
In midden schip mastblok met mastgat om mast recht te zetten
vastgeklonken met een houten blok, het mastslot.
sinds 1926 tentoongesteld in een speciaal hiervoor gebouwd museum
in Oslo
109.
110.
111.
112. bouwproces ongeveer 6 maanden
1e stap uitkiezen van het hout
dicht begroeid bos nodig met hoge, rechte stammen
ook bomen nodig die enkele specifieke stukken konden
leveren bvb: de gebogen blokken hout voor de boeg en
de ribben
scheepsbouwer kiest zelf de bomen uit
hout moest niet drogen werd meteen verwerkt
113.
114.
115. Gebruik kiel een van de essentiële kenmerken van een
Vikingschip
hierdoor boot hoger op het water minder weerstand, dus
sneller
kiel helpt ook schip stabiliseren:
Wanneer wind in de zeilen schip erg schuin door winddruk
Kiel dan functie van een scheepszwaard met behulp van
waterdruk voor tegendruk zorgen.
Een ander voordeel van hoger op water liggen geringe
diepgang, dus dieper landinwaarts trekken over de
waterwegen.
116.
117.
118. Worden ook boegen
genoemd
tijdens de kiellegging
voorbereid om er de
beplanking op aan te sluiten
hadden een karakteristieke
hoge vorm esthetisch
mooi, maar wel eerder
stremmend omdat ze veel
wind vangen.
119.
120.
121. Stammen, gekapt om
planken van te maken
voor de scheepsbouw:
eerst in tweeën splijten
dan iedere helft nog
eens in tweeën splijten
zo opnieuw tot de plank
nog 1/16 was van de
oorspronkelijke stam.
122. Voordelen van deze
methode:
Planken zeer sterk van
structuur
Planken plooibaar
Planken krimpen niet
Planken zetten niet uit
verklaring: de loop van de
houtvezels werd gevolgd
123. Eigenschappen van de planken maken schip erg flexibel
Enkel eikenhouten planken werden op deze manier gevormd
dennenhout stammen worden gewoon gehalveerd en
vervolgens met een dissel of bijl in de vorm van een plank
gehakt.
scheepshuid karakteristieke klinkerwerk van elkaar
overlappende plankenlijnen
samengehouden met platte, rondhoofdige klinknagels langs
buiten door 2 elkaar overlappenplanken gedreven om dan aan de
binnenkant over een klein plaatje plat geklopt te worden
124.
125.
126.
127.
128. ribben plaatsen als planken opgebouwd tot aan de
waterlijn
moeilijkste onderdeel bij de bouw!
in de bossen houtblokken uitgezocht die reeds de juist
vorm hadden
afstand tussen de ribben in het vaartuig steeds constant
de slag van een roeiriem groot
om de ribben te verstevigen verbonden met een
dwarsbalk
129.
130.
131. In het midden van een schip mastblok
in mastblok mastgat
In mastgat mogelijkheid om mast recht te zetten
vastklinken met een houten blok, het mast-slot
Voordeel: naar believen mast rechtzetten of juist
neergelaten
Opmerking: bij kleinere kustvaarders enkel een vaste
mast
132.
133.
134. brief van Romeinse aristocraat Sidonius Apollinaris
beschrijft Saksische raid op de Gallische kust in 475 zou
gaan om schepen met zeilen
Echter rotstekeningen uit Gotland pas vanaf 7e eeuw
schepen met zeilen
Daarom nog onzeker wanneer zeil in Scandinavië werd
gebruikt
Vikingperiode goede kennis was van het gebruik van het
zeil.
135. Zeilen meestal gekleurd
Zeilen lijn- of
ruitpatroon
Gemaakt van heel vette,
waterafstotende wol
Bronnen hiervoor
saga’s + wandtapijt van
Bayeux
136.
137.
138. was belangrijkste sterkte van de oorlogsschepen van de
Vikingen
Geheim van het roeivermogen:
lange dolboord over de hele lengte van het schip
dolboord ter hoogte van de waterlijn
Gevolg: roeiriemen over het volledige schip gebruiken
Ieder element in het schip was zo ontworpen dat het
gebruik van de riemen vlot moest kunnen gebeuren
Een schip telde één paar riemen per 2 ribben, wat dus
overeen kwam met de afstand van de slag van een riem.
139.
140.
141. Bij opgraving van het
Gokstadschip zijn riemen
teruggevonden:
uit dennenhout
varieerden in lengte tussen
5,30 m en 5,85 m
Verklaring variatie: lengte
roeiriemen bepaald door
de plaats waar ze werden
gebruikt.
Roeiriemen aan uiteinde
van boot langer omdat
ze daar hoger boven de
waterlijn lagen.
142. Vikingschip eerder
apart roer
roer lijkt op een te grote
roeiriem die aan de
buitenkant van het schip
hing
stuurriem uit één stuk
eikenhout: ongeveer 3 m
lang en 50 cm breed
143.
144. soort wolachtige plukken dierenhaar die tot een dik koord
werden gesponnen
dit koord in soort (hout)teer gedipt
het in teer gedompelde koord aangebracht op de plaats
waar twee planken tegen elkaar werden geklonken (dus
niet achteraf!)
Voordeel: het touw stevig tussen beide planken persen om het
niet alleen goed vast te zetten, maar ook om de
waterdichtheid te bevorderen
Op einde bouwproces hele schip nog eens geteerd,
inclusief de naden.
145.
146. Alles bij elkaar was Vikingschip een knap staaltje
technologie:
Schip aan zijkanten laag genoeg om nog te kunnen roeien
schip was breed genoeg om stabiel te kunnen zielen
schip was licht genoeg om door de bemanning op het strand
getrokken te worden
technische vernieuwingen als de kiel, het gebruik van spanten
en de overnaadse planken mogelijk om schepen van meer
dan 25 m te bouwen
Door geringe diepgang overal aanleggen
Snelheid bij roeien 3 tot 4 knopen (+/- 5 tot 7 km/u)
Snelheid bij zeilen 10 tot 11 knopen (+/- 18 tot 20 km/u)
147. Technologische vernieuwingen stellen Vikingen in
staat om dodelijk hit-and-run-tactiek te ontwikkelen.
Bovendien konden Vikingen navigeren op zee
(weliswaar op basisniveau):
Ze kenden geen kompas
Wel navigeren op basis van de zon en de sterren
Ze hadden een goede kennis van de zeestromingen
Ze hadden een goede kennis van het gedrag van
zeedieren
Hun zuidelijke tijdgenoten konden dit allemaal niet
148.
149. weinig organisatie in de vroegmiddeleeuwse manier van vechten
slagkracht van een leger in grote mate afhankelijk van de
individuele kracht, moed en behendigheid
legers stormden als groep op elkaar af dan verzameling van
man-tegen-man-gevechten
wie de meeste duels won won ook de veldslag
in de loop van de Vikingtijd verandert deze manier van vechten
meer ruimte voor organisatie, discipline en strategie:
Lindisfarne (793): groepje onbekende piraten
Hastings (1066): goed georganiseerd leger met een politiek en
economisch netwerk
150.
151. iedere krijger moest voor
eigen wapenuitrusting
zorgen
rijkere krijger betere
uitrusting
de armen vochten vaak
enkel met een (alledaagse)
bijl
meeste wapens erg duur
Gevolg: in het leger soort
klassenverschil
152. Enkel voor elite paarden
erg duur
Ruiters genoten hoog
aanzien
Ruiters liepen relatief gezien
ook minder kansen om te
sneuvelen
De rijke ruiters:
maliënkolder, helm, schild
en een speer of lans in
gevechten van dichtbij:
zwaard of sax (kort
steekzwaard)
153. Vikingen namen geen
paarden mee op hun lange
zeereizen
Uitzondering Willem
de Veroveraar die met
paarden het Kanaal
overstak
157. Dit is het gebruikelijk aan 2
zijden snijdende zwaard.
bestond in diverse kwaliteit,
van uiterst praktisch tot
zuiver pronkzwaard
zwaarden waren ook een
symbool van macht.
De greep van een zwaard mat
meestal 8 à 10 cm en bestond
meestal uit massief ijzer dat
eindigde in een knop.
De kling mat meestal
ongeveer 80 cm
158. Kling werd verstevigd d.m.v. damasceren:
techniek waarbij staven koolstofarm ijzer met
ingewikkelde techniek werden versmolten met
koolstofrijk ijzer
het geheel werd vervolgens uitgesmeed
resultaat zowel een sterke als elastische kling.
Frankische wapensmeden zijn de beste:
beheersen techniek van het afkoelen van fosfaatrijk ijzer
een soort staal
week niet veel af van ons modern staal
gaven zwaarden ook iets andere vorm, waardoor je er
enkel mee kon slaan
159. Frankische klingen waren erg
gewild
Worden in heel Scandinavië
gevonden
werden vaak ruw geïmporteerd
om ze lokaal volgens eigen
smaak af te werken
Keizer Karel de Kale zag het
gevaar van deze export
vaardigde verbod uit op uitvoer,
maar zonder veel succes …
160. soort zwaard-mes
werd gebruikt om van
dichtbij te steken
of zelfs om mee te gooien
was slechts aan één zijde
scherp
vaak ook minder
gedecoreerd
161. is in principe een
werpwapen
vanop een paard ook wel
gebruikt om mee te steken
waren venijnige wapens
met een dunne, spitse
speer ging je vlot doorheen
een maliënkolder.
162.
163. is familie van een speer
wel veel zwaarder
vooral gebruikt als
jachtwapen
gekenmerkt door de twee
uitsteeksels onderaan de
lans-punt
In Frankische wereld was de
lans een privilege van de
elite.
164. Was meest gebruikte
wapen van het voetvolk
iedereen kon zich wel
een bijl kon veroorloven
ook speciale strijdbijlen
vervaardigd
wapen voor alle sociale
klassen ook in de
koningsgraven worden
strijdbijlen gevonden
165. ideale wapen voor doelen
op afstand
Basiskennis gebruik van
pijl en boog ook wijd
verspreid onder de
bevolking door gebruik
als jachtwapen
166. vooral veel oefening om
zoveel mogelijk pijlen na
elkaar te kunnen afvuren
beste schutters haalden
een ritme van 20 pijlen
per minuut
er werd vooral op de
borst gemikt meeste
krijgers droegen nu
eenmaal een lichte
bepantsering
167. opgraving van Haithabu:
een perfect bewaarde boog van
taxushout
191 cm lang
bereik van ongeveer 200 m
.
Pijlen: ongeveer 70 à 80 cm lang
Pijlpunten soms met
weerhaken:
pijl niet zomaar uit de wonde
trekken weggesneden
grotere kans op infecties
168. karakteristieke ronde
schilden
goed bewaard exemplaar
gevonden in Gokstad-schip
Tijdens naderen van de
vijandelijke kusten werden
de schilden langs de boord
van het schip geplaatst om
de roeiers te beschermen
meestal wordt enkel de
metalen knop
teruggevonden
169.
170. De kunst van de
Vikingen is in de eerste
plaats toegepaste kunst
laat zich kenmerken
door haar kracht,
vitaliteit en rijke
dierenornamentiek
171. De basis van de Viking-stijl
is de Noordse dierenstijl
die vanaf 600 n.Chr. werd
ontwikkeld.
De ornamenten kwamen
voort uit:
Figuren: dieren en mensen
Planten: ranken, bladeren,
bloemen
Geometrische patronen:
driehoeken, cirkels,
spiralen, slangen
172. zogeheten grijpdier een
vaak voorkomend
stijlfiguur
fabeldier dat met een poot
grijpt naar zijn eigen nek
Het grijpdier kan erg
verschillen in uitvoering:
2 of 4 poten
meer of minder volume
langgerekt of juist
gedrongen
173. De Vikingkunst wordt
ingedeeld in 3 grote
perioden:
Vroege Vikingperiode: late
8e eeuw tot late 9e eeuw
Midden-Vikingperiode:
late 9e eeuw tot 2e helft 10e
eeuw
Late Vikingperiode: 2e
helft 10e eeuw tot begin 12e
eeuw
174. Ontwikkeld in de late
Vikingperiode
Laatste hoogtepunt in
het houtsnijwerk van de
staafkerken in
Noorwegen (11e eeuw)
Deze stijl wordt de
Urnes-stijl genoemd naar
de stafkerk van Urnes in
Noorwegen.
175.
176. in een christelijke context
scènes uit de
Vikingmythologie afgebeeld
onder meer scènes uit het
verhaal van Sigurd en de
draak
Sigurd wordt afgebeeld met
de typische conische
Vikinghelm
op zich heel bijzonder omdat
in Vikingkunst sowieso
weinig mensen worden
afgebeeld
177.
178.
179. Een van de bekendste
Vikingkunstwerken staat in
het Deense Jelling
enkele zwerfkeien naast
een kerkje waarop een
kunstig reliëf is
aangebracht met een
opschrift in runentekens.
Het reliëf en de inscripties
dateren uit de 10e eeuw
Inscriptie verwijst naar
koning Gorm van
Denemarken.
180.
181.
182. De kleinste steen is
ongeveer 1,5 m hoog en de
grootste steen ongeveer 2,5
m.
Op de kleine steen wordt
Christus afgebeeld in een
patroon van in elkaar
vervlochten ranken
een typisch christelijke
voorstelling in een al even
typisch Scandinavisch
decoratiepatroon
183. een schrift dat bestaat uit
een reeks rechte lijnen met
hoekige dwarsstreepjes
zou ontstaan zijn om in
steen of hout te kerven
opschriften werden vooral
aangebracht langs de
zogeheten Haervejen
(heirwegen)
184.
185. oudste stenen met inscripties
worden gedateerd in 400
n.Chr.
Vanaf de 8e eeuw ook
aangebracht in decoraties,
veelal monsters in reliëf
Soms worden ze zelfs
ingekleurd
Vaak bedoeld om rovers en
demonen af te schrikken