SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 185
“Verlos ons, Heer, van de furie van de Noormannen!”
• Studeerde archeologie aan de 
K.U. Leuven 
• Docent en opleidingshoofd in 
de lerarenopleiding van 
MAD-faculty, hogeschool 
voor de kunsten, Limburg 
• Leerkracht cultuurvakken in 
het CVO Leuven 
• Amarantdocent sinds 2002 
• Auteur van jeugdthrillers 
www.erwinclaes.com
Dat kan! U hoeft enkel te surfen naar: 
slideshare.net 
 gebruik zoektermen: 
erwinclaes7, Vikingen, Amarant
Vikingen 
1. Inleiding 
2. Historische 
Situering 
3. Maatschappij 
4. Religie 
5. Materiële 
Cultuur
5.1 Wooncultuur 
5.1.1 Huizen 
5.1.2 Versterkingen 
5.1.3 Nederzettingen 
5.2 Schepen 
5.2.1 Voorlopers van het 
Vikingschip 
5.2.2 Het Vikingschip 
5.3 Wapentuig 
5.3.1 Algemeen 
5.3.2 Krijgsmacht 
5.3.3 Houwzwaard 
5.3.4 Sax 
5.3.5 Speren (Ango) 
5.3.6 Lansen 
5.3.7 Bijl 
5.3.8 Pijl en boog 
5.3.9 Schild 
5.4 Toegepaste Kunsten
Huizen en dorpen verschilden vanzelfsprekend van 
streek tot streek  gebruikte bouwmateriaal 
typische Vikinghuis  Langhuis: 
Langgerekt 
min of meer rechthoekig  wanden vaak wat gebogen 
één enkel vertrek  +/- 12 m lang 
Wanden uit twijgen en leem 
Vaak (zeker in meer noordelijke streken) half ingegraven 
 schuine dak tot tegen grond 
Dakbedekking uit stro, houtschalies en/of graszoden
Huizen meestal in kleine 
groepjes bij elkaar 
vooral in Denemarken en 
Zweden groepen van 
Langhuizen die volgens 
een duidelijk grondplan 
zijn geordend 
Zelfde patroon ook in de 
grotere nederzettingen 
en in de forten
In een Langhuis woonde een 
uitgebreide familie met haar 
slaven en dieren 
grote families  Langhuis 
uitgebreid met bijgebouwen 
en schuurtjes 
Opvallend is hier vooral de 
aanwezigheid van een apart 
toilet en een heuse sauna 
De Vikingen kenden dan ook 
een uitgebreide badcultuur.
Het woonvertrek moet relatief warm zijn geweest door de opvallend 
dikke muren zonder ramen 
Vensters verschijnen pas in late Vikingtijd (importproduct uit het 
zuiden) 
rook van de centrale haard kon via 2 gaten in het dak wegtrekken. 
De centrale haard  stookplaats van aangestampte aarde omgeven met 
krans van stenen 
Vuur  zowel licht als warmte en om op te koken. 
Langs de wanden  verhoging van aarde en hout als zit- en slaapbank 
Enkel rijkere families  bedden die s’ avonds werden neergezet en s’ 
morgens rechtop werden geplaatst om plaats te maken.
Koning Harald Blauwtand was als koning van het 
eengemaakte Denemarken bijzonder actief: 
liet wegen en bruggen aanleggen  bvb: 700 m lange 
brug van Ravning Enge (978), ten zuiden van Vejle 
meest opmerkelijk constructie  enkele enorme 
ringwalburchten 
bekendste ringwalburchten  Fyrkat en Trelleborg 
(beide gebouwd rond 980)
Mogelijk rol in de politiek van de koning om het land 
een te maken? 
rol in de bestuurlijke administratie? 
forten zien er militair uit  toch amper 
archeologische bewijzen dat ze ook een militaire 
functie hadden 
opgravingen  huizen betrokken door ambachtslui 
forten eerder dienst als mobilisatiecentra voor het 
geval van oorlog met de Karolingen?
Omwalling  grote 
kisten van op elkaar 
gestapelde 
boomstammen die 
werden opgevuld met 
turfplaggen.
Grote gelijkenis qua constructie met ringwalburchten 
kustverdediging Lage Landen van Karel de Grote en 
zijn nazaten 
Bvb: Oost-Souburg (een wijk in Vlissingen) 
De Karolingische ringwalburchten worden allen 
gedateerd in de 2e helft van de 9e eeuw 
Deense varianten zijn ruim eeuw ouder
Gesticht in 866 
was in de 10e eeuw een van de 
grootste en rijkste steden van 
Engeland 
dicht bevolkt 
grote populatie ambachtslui die 
werkzaam was in de handel 
1069: in 2 dagen door brand 
verwoest toen Normandische 
troepen plaats wilden maken 
voor een nieuw kasteel  vuur 
sloeg over naar gehele stad
In meeste huizen werd zowel geleefd als gewerkt in 
hetzelfde vertrek 
huizen van hout en leem stonden dicht op elkaar 
Huizen stonden parallel op de wegen van aangestampte 
aarde 
Het straten plan van Jorvik volgde heel opvallend het 
stratenplan van de vroegere Romeinse stad Eboracum 
Stallen, latrines, waterputten en afvalkuilen stonden allen 
dicht op elkaar 
Het moet er vreselijk gestonken hebben.
huizen waren lang en smal (7,5 
m op 4m) 
in één ruimte leefden ouders, 
grootouders, kinderen en 
personeel 
ook hier een centrale haard die 
was afgeboord met stenen 
Meubilair was er amper: tafel, 
kruk, enkele planken, … 
Achter de huizen  klein erf 
met een moestuintje voor 
groenten en enkele dieren.
de inwoners van Jorvik 
zijn niet rijk 
toch tijd voor 
ontspanning  veel 
vondsten die verwijzen 
naar dans, muziek, 
schaatsen, spel, …
Zowel mannen als vrouwen droegen sieraden (vooral 
mantelspelden) uit koper, lood, zilver, goud, glas, … 
Vikingen houden van felgekleurde stoffen die worden versierd met 
gouden banden 
mannen dragen lange tunieken met lange mouwen en daaronder 
wollen broeken 
Vrouwen dragen lange jurken met daarover kokervormige 
overjurken met schouderbanden die met een speld worden 
vastgezet 
Vaak dragen vrouwen een warme omslagdoek of een zijden kapje 
Veel van deze stoffen worden door de vrouwen thuis geweven.
Kleding mannen Kleding vrouwen
Op basis van de archeologische opgravingen mogelijk 
om de voedingsgewoonten van de inwoners van Jorvik 
te reconstrueren: 
Granen 
Groenten: bonen en erwten 
Vruchten: pruimen, kersen, bosbessen, appels 
Vlees: vooral rundsvlees, maar ook varkens en kippen 
Vis: vooral zoetwatervissen en haring 
Drank: vooral licht bier en heel soms geïmporteerde 
wijn
Net als alle andere handelscentra uit die tijd lag 
Haithabu op een kruispunt van water- en landwegen: 
40 km van het Oostzeeverkeer 
16 km van de bevaarbare rivier Treene en Eider 
enkele kilometers van de heirbanen die vanuit Jutland 
naar het zuiden liepen 
de stad lag nog binnen de Danewirke 
goed bereikbaar voor schepen + goed verdedigbaar.
ongeveer 25 ha groot 
omringd door een halfcirkelvormige wal met torens. 
haven werd beschermd door een palissade 
haven voorzien van een reeks scheepsbruggen die het 
in- en uitladen van schepen vergemakkelijkte 
Haithabu ook de belangrijkste oorlogshaven van de 
Deense koning.
Walrusivoor uit de Noordzee 
Ijzerbaren uit Zweden 
Spekstenen en wetstenen uit Noorwegen 
Glaswerk en keramiek uit het Rijngebied 
Molenstenen uit de Eiffel 
Vaten van dennenhout uit het Boven-Rijngebied 
Bergkristal uit de Zwarte Zee-kusten 
Kwik uit Spanje 
Houtteer uit het Oostzeegebied 
Sieraden en sierbeslag uit Ierland 
Een zegel uit Byzantiumwijst op contacten met die 
illustere stad
Heel veel vergankelijke 
goederen (enkel gekend via 
tollijsten): 
Slaven 
(krijgsgevangenen) 
Vikingbuit (dit moet erg 
lucratief geweest zijn, 
want er moest belasting 
op betaald worden) 
Kruiden, linnen, zout, 
honing, was wijn, 
gezouten vis, …
De Vikingscheepsbouw 
ligt in een oude traditie 
van scheepsconstructie 
die vermoedelijk 
helemaal teruggaat tot 
de bronstijd.
vermoedelijk een oorlogsschip dat met opzet 
verzonken werd in een veen als offer voor de goden 
een open vaartuig  voortbewogen door 20 of 24 
peddels (geen roeispanen!) 
geen ruimte voor een mast 
19 m lang 
ongeveer 2 meter breed  leek wel grote kano
bodem  een brede half-uitgeholde boomstam van een 
lindenboom (soort kielplank, zonder dat het een echte kiel 
was) 
Weerszijden  twee planken als boorden van het vaartuig 
kielplank en de bovenste planken eindigden in 
karakteristieke sprieten 
wandplanken  dun, maar breed + van lindenhout 
binnenwerk  skelet van bundels hazelaartwijgen, die op 
hun plaats gehouden werden door een dwarsbalk waarop de 
roeier kon zitten.
sluit aan bij het Hjortsping-schip, maar staat toch al een 
stapje verder in de evolutie 
gebouwd uit dennenhoutenplanken, die aan elkaar zijn 
genaaid met touwen van plantenwortels 
kieren tussen de planken  dichtgestopt met stroken rode 
stof, die in teer van hars waren gedrenkt 
Roeispanen rusten in roeiklampen (geen peddels!) 
Kielplank en boeg lopen in elkaar over  karakteristieke 
vorm latere Vikingschip is geboren
Gaat om 3 schepen die samen in een moeras zijn gevonden 
in 1863 
Vooral Nydam 2-schip  grote vooruitgang ten opzichte 
van de voorgaande periode 
met zekerheid klinkergebouwd 
Niet meer genaaid  wel met ijzeren nagels vastge-klonken 
door uiteinde om te slaan over een metalen plaatje 
geen lindehout meer  wel eikenhout of dennenhout.
nog steeds geen echte kiel  wel een kielplank 
voordeel kiel  kan druk doorgolfbewegingen op 
scheepsbodem opvangen omdat ene kiel hoger is en dus 
ook stijver 
kielplank echter niet sterk genoeg om golfbewegingen op 
te vangen 
andere tekortkoming  enkel roeiriemen 
roeiriemen zo kort dat het roeien het midden hield tussen 
roeien en peddelen.
lag in het centrum van een grote grafheuvel 
klinker-gebouwd 
opvallend grote voor- en achtersteven 
geen aanwijzing dat er een mast zou hebben gestaan (dus 
ook geen zeil) 
Toch  zeewaardig genoeg om grote stukken zee over te 
steken 
hiermee waren de Zuid-Germaanse volkeren in staat om 
Romeins Brittannië binnen te vallen + piraterij te bedrijven 
ver van eigen thuislanden.
 Ondanks zelfde leeftijd als Sutton Hoo-schip toch een 
volgend stadium in de evolutie van zeewaardigheid! 
18 m lang 
3 m breed 
diepgang van 80 cm 
10 paar roeiriemen 
gebouwd volgens zelfde principes als Nydam 2-schip 
Onderaan  uitwendige kiel die uit één stuk was gemaakt 
(groot verschil met Nydam 2!)
dankzij kiel  vaartuig breder  meer mensen 
vervoeren 
planken niet meer uit een geheel  korte plankjes die 
in de lengte samen werden geklonken. 
gebruik van een zij-roer of stuurriem 
Kvalund-schip  eerste archeologische bewijs voor 
gebruik zeil in Scandinavië 
Lijkt al erg op klassiek Vikingschip
uit de Schelde opgevist 
exemplaar in het MAS 
niet van een Vikingschip 
gedateerd rond het jaar 
600.
Term afkomstig uit saga’s 
Een zeewaardig oorlogschip 
lang en smal 
met de nodige roeiriemen 
snel en machtig wapen 
kon ook op een eerder klein 
schip slaan
Termen komen uit de saga’s 
en skaldenverhalen 
Namen stellen volgens 
specialisten niet veel voor 
verzinsels die hielpen om 
een bepaalde tekst volgens 
de metrische principes van 
de dichtkunst te laten 
kloppen
term zou verwijzen naar 
verschillende soorten 
handelsvaartuigen 
werd ook regelmatig als 
oorlogsschip 
gerecupereerd 
was belangrijkste boot op 
de Atlantische Oceaan 
tot in Ijsland en 
Groenland toe  eerste 
kolonisten!
zijn breder in verhouding tot lengte (anders dan bij 
Langschip) 
rondere vorm 
groter vrij-boord 
grotere diepgang 
Mast  vastgezet omdat men bijna uitsluitend het zeil 
gebruikte 
enkel vooraan en achteraan  plaats om te roeien
in totaal 5 Vikingschepen 
in 1962 opgegraven in de 
Roskildefjord 
lagen er op elkaar en waren 
met stenen gevuld 
Moesten barrière vormen 
om vijandelijke schepen te 
verhinderen Roskilde (rijke 
koninklijke hoofdstad) te 
bereiken.
Zeewaardig 
handelsschip 
vooral ingezet op de 
lokale kustwateren 
Gemaakt van hout uit 
de Noorse Sognefjord 
16,5 m lang 
4,8 m breed
Tot 30 m lang 
3,8 m breed 
112 m2 zeil-oppervlak 
80 tot 100 
bemanningsleden 
opvallend lang en smal 
met een hoge boeg 
gemaakt van hout uit de 
omgeving van Dublin
Klein oorlogsschip 
17,5 m lang 
in totaal 13 paar 
roeiers (+ uitkijk en 
stuurman) 
mogelijk in Roskilde 
zelf gebouwd
Vissersboot 
12 m lang 
2,5 m breed 
in een latere fase 
omgebouwd tot een 
klein vrachtschip
best bewaarde Vikingschip van Scandinavië 
in 1904 ontdekt (90 % nog origineel!) 
dateert uit de periode 850 à 900  scheepskamergraf voor twee 
welstellende vrouwen. 
22 m lang + 5 m breed 
15 paar roeigaten  30 roeiers + een stuurman + een uitkijk 
(mogelijk nog drukker aan boord) 
In midden schip  mastblok met mastgat om mast recht te zetten 
 vastgeklonken met een houten blok, het mastslot. 
sinds 1926 tentoongesteld in een speciaal hiervoor gebouwd museum 
in Oslo
bouwproces  ongeveer 6 maanden 
1e stap  uitkiezen van het hout 
dicht begroeid bos nodig met hoge, rechte stammen 
ook bomen nodig die enkele specifieke stukken konden 
leveren  bvb: de gebogen blokken hout voor de boeg en 
de ribben 
scheepsbouwer kiest zelf de bomen uit 
hout moest niet drogen  werd meteen verwerkt
Gebruik kiel  een van de essentiële kenmerken van een 
Vikingschip 
hierdoor boot hoger op het water  minder weerstand, dus 
sneller 
kiel helpt ook schip stabiliseren: 
Wanneer wind in de zeilen schip erg schuin door winddruk 
Kiel dan functie van een scheepszwaard  met behulp van 
waterdruk voor tegendruk zorgen. 
Een ander voordeel van hoger op water liggen  geringe 
diepgang, dus dieper landinwaarts trekken over de 
waterwegen.
Worden ook boegen 
genoemd 
tijdens de kiellegging 
voorbereid om er de 
beplanking op aan te sluiten 
hadden een karakteristieke 
hoge vorm  esthetisch 
mooi, maar wel eerder 
stremmend omdat ze veel 
wind vangen.
Stammen, gekapt om 
planken van te maken 
voor de scheepsbouw: 
eerst in tweeën splijten 
dan iedere helft nog 
eens in tweeën splijten 
zo opnieuw tot de plank 
nog 1/16 was van de 
oorspronkelijke stam.
Voordelen van deze 
methode: 
Planken zeer sterk van 
structuur 
Planken plooibaar 
Planken krimpen niet 
Planken zetten niet uit 
 verklaring: de loop van de 
houtvezels werd gevolgd
Eigenschappen van de planken  maken schip erg flexibel 
Enkel eikenhouten planken werden op deze manier gevormd 
dennenhout  stammen worden gewoon gehalveerd en 
vervolgens met een dissel of bijl in de vorm van een plank 
gehakt. 
scheepshuid  karakteristieke klinkerwerk van elkaar 
overlappende plankenlijnen 
samengehouden met platte, rondhoofdige klinknagels  langs 
buiten door 2 elkaar overlappenplanken gedreven om dan aan de 
binnenkant over een klein plaatje plat geklopt te worden
ribben plaatsen  als planken opgebouwd tot aan de 
waterlijn 
moeilijkste onderdeel bij de bouw! 
in de bossen houtblokken uitgezocht die reeds de juist 
vorm hadden 
afstand tussen de ribben in het vaartuig  steeds constant 
 de slag van een roeiriem groot 
om de ribben te verstevigen  verbonden met een 
dwarsbalk
In het midden van een schip  mastblok 
in mastblok  mastgat 
In mastgat  mogelijkheid om mast recht te zetten 
vastklinken met een houten blok, het mast-slot 
Voordeel: naar believen mast rechtzetten of juist 
neergelaten 
Opmerking: bij kleinere kustvaarders enkel een vaste 
mast
brief van Romeinse aristocraat Sidonius Apollinaris 
beschrijft Saksische raid op de Gallische kust in 475  zou 
gaan om schepen met zeilen 
Echter  rotstekeningen uit Gotland  pas vanaf 7e eeuw 
schepen met zeilen 
Daarom  nog onzeker wanneer zeil in Scandinavië werd 
gebruikt 
Vikingperiode  goede kennis was van het gebruik van het 
zeil.
Zeilen meestal gekleurd 
Zeilen  lijn- of 
ruitpatroon 
Gemaakt van heel vette, 
waterafstotende wol 
Bronnen hiervoor  
saga’s + wandtapijt van 
Bayeux
was belangrijkste sterkte van de oorlogsschepen van de 
Vikingen 
Geheim van het roeivermogen: 
lange dolboord over de hele lengte van het schip 
dolboord ter hoogte van de waterlijn 
Gevolg: roeiriemen over het volledige schip gebruiken 
Ieder element in het schip was zo ontworpen dat het 
gebruik van de riemen vlot moest kunnen gebeuren 
Een schip telde één paar riemen per 2 ribben, wat dus 
overeen kwam met de afstand van de slag van een riem.
Bij opgraving van het 
Gokstadschip zijn riemen 
teruggevonden: 
uit dennenhout 
varieerden in lengte tussen 
5,30 m en 5,85 m 
Verklaring variatie: lengte 
roeiriemen bepaald door 
de plaats waar ze werden 
gebruikt. 
Roeiriemen aan uiteinde 
van boot  langer omdat 
ze daar hoger boven de 
waterlijn lagen.
Vikingschip  eerder 
apart roer 
roer lijkt op een te grote 
roeiriem die aan de 
buitenkant van het schip 
hing 
stuurriem  uit één stuk 
eikenhout: ongeveer 3 m 
lang en 50 cm breed
soort wolachtige plukken dierenhaar die tot een dik koord 
werden gesponnen 
dit koord  in soort (hout)teer gedipt 
het in teer gedompelde koord  aangebracht op de plaats 
waar twee planken tegen elkaar werden geklonken (dus 
niet achteraf!) 
Voordeel: het touw stevig tussen beide planken persen om het 
niet alleen goed vast te zetten, maar ook om de 
waterdichtheid te bevorderen 
Op einde bouwproces  hele schip nog eens geteerd, 
inclusief de naden.
Alles bij elkaar was Vikingschip een knap staaltje 
technologie: 
Schip aan zijkanten laag genoeg om nog te kunnen roeien 
schip was breed genoeg om stabiel te kunnen zielen 
schip was licht genoeg om door de bemanning op het strand 
getrokken te worden 
technische vernieuwingen als de kiel, het gebruik van spanten 
en de overnaadse planken  mogelijk om schepen van meer 
dan 25 m te bouwen 
Door geringe diepgang  overal aanleggen 
Snelheid bij roeien  3 tot 4 knopen (+/- 5 tot 7 km/u) 
Snelheid bij zeilen  10 tot 11 knopen (+/- 18 tot 20 km/u)
Technologische vernieuwingen  stellen Vikingen in 
staat om dodelijk hit-and-run-tactiek te ontwikkelen. 
Bovendien konden Vikingen navigeren op zee 
(weliswaar op basisniveau): 
Ze kenden geen kompas 
Wel navigeren op basis van de zon en de sterren 
Ze hadden een goede kennis van de zeestromingen 
Ze hadden een goede kennis van het gedrag van 
zeedieren 
Hun zuidelijke tijdgenoten konden dit allemaal niet
weinig organisatie in de vroegmiddeleeuwse manier van vechten 
slagkracht van een leger  in grote mate afhankelijk van de 
individuele kracht, moed en behendigheid 
legers stormden als groep op elkaar af  dan verzameling van 
man-tegen-man-gevechten 
wie de meeste duels won  won ook de veldslag 
in de loop van de Vikingtijd verandert deze manier van vechten 
 meer ruimte voor organisatie, discipline en strategie: 
Lindisfarne (793): groepje onbekende piraten 
Hastings (1066): goed georganiseerd leger met een politiek en 
economisch netwerk
iedere krijger moest voor 
eigen wapenuitrusting 
zorgen 
rijkere krijger  betere 
uitrusting 
de armen vochten vaak 
enkel met een (alledaagse) 
bijl 
meeste wapens  erg duur 
Gevolg: in het leger soort 
klassenverschil
Enkel voor elite  paarden 
erg duur 
Ruiters genoten hoog 
aanzien 
Ruiters liepen relatief gezien 
ook minder kansen om te 
sneuvelen 
De rijke ruiters: 
maliënkolder, helm, schild 
en een speer of lans  in 
gevechten van dichtbij: 
zwaard of sax (kort 
steekzwaard)
Vikingen namen geen 
paarden mee op hun lange 
zeereizen 
Uitzondering  Willem 
de Veroveraar die met 
paarden het Kanaal 
overstak
Droegen enkel een leren 
bescherming 
Vochten met een bijl
Droegen meestal geen 
bescherming 
Slechts licht bewapend
Dit is het gebruikelijk aan 2 
zijden snijdende zwaard. 
bestond in diverse kwaliteit, 
van uiterst praktisch tot 
zuiver pronkzwaard 
zwaarden waren ook een 
symbool van macht. 
De greep van een zwaard mat 
meestal 8 à 10 cm en bestond 
meestal uit massief ijzer dat 
eindigde in een knop. 
De kling mat meestal 
ongeveer 80 cm
Kling werd verstevigd d.m.v. damasceren: 
techniek waarbij staven koolstofarm ijzer met 
ingewikkelde techniek werden versmolten met 
koolstofrijk ijzer 
het geheel werd vervolgens uitgesmeed 
resultaat  zowel een sterke als elastische kling. 
Frankische wapensmeden zijn de beste: 
beheersen techniek van het afkoelen van fosfaatrijk ijzer 
een soort staal 
week niet veel af van ons modern staal 
gaven zwaarden ook iets andere vorm, waardoor je er 
enkel mee kon slaan
Frankische klingen waren erg 
gewild 
Worden in heel Scandinavië 
gevonden 
werden vaak ruw geïmporteerd 
om ze lokaal volgens eigen 
smaak af te werken 
Keizer Karel de Kale zag het 
gevaar van deze export  
vaardigde verbod uit op uitvoer, 
maar zonder veel succes …
soort zwaard-mes 
werd gebruikt om van 
dichtbij te steken 
of zelfs om mee te gooien 
was slechts aan één zijde 
scherp 
vaak ook minder 
gedecoreerd
is in principe een 
werpwapen 
vanop een paard ook wel 
gebruikt om mee te steken 
waren venijnige wapens 
met een dunne, spitse 
speer ging je vlot doorheen 
een maliënkolder.
is familie van een speer 
wel veel zwaarder 
vooral gebruikt als 
jachtwapen 
gekenmerkt door de twee 
uitsteeksels onderaan de 
lans-punt 
In Frankische wereld was de 
lans een privilege van de 
elite.
Was meest gebruikte 
wapen van het voetvolk 
iedereen kon zich wel 
een bijl kon veroorloven 
ook speciale strijdbijlen 
vervaardigd 
wapen voor alle sociale 
klassen  ook in de 
koningsgraven worden 
strijdbijlen gevonden
ideale wapen voor doelen 
op afstand 
Basiskennis gebruik van 
pijl en boog ook wijd 
verspreid onder de 
bevolking door gebruik 
als jachtwapen
vooral veel oefening om 
zoveel mogelijk pijlen na 
elkaar te kunnen afvuren 
beste schutters haalden 
een ritme van 20 pijlen 
per minuut 
er werd vooral op de 
borst gemikt  meeste 
krijgers droegen nu 
eenmaal een lichte 
bepantsering
opgraving van Haithabu: 
een perfect bewaarde boog van 
taxushout 
191 cm lang 
bereik van ongeveer 200 m 
. 
Pijlen: ongeveer 70 à 80 cm lang 
Pijlpunten  soms met 
weerhaken: 
pijl niet zomaar uit de wonde 
trekken  weggesneden  
grotere kans op infecties
karakteristieke ronde 
schilden 
goed bewaard exemplaar 
gevonden in Gokstad-schip 
Tijdens naderen van de 
vijandelijke kusten werden 
de schilden langs de boord 
van het schip geplaatst om 
de roeiers te beschermen 
meestal wordt enkel de 
metalen knop 
teruggevonden
De kunst van de 
Vikingen is in de eerste 
plaats toegepaste kunst 
laat zich kenmerken 
door haar kracht, 
vitaliteit en rijke 
dierenornamentiek
De basis van de Viking-stijl 
is de Noordse dierenstijl 
die vanaf 600 n.Chr. werd 
ontwikkeld. 
De ornamenten kwamen 
voort uit: 
Figuren: dieren en mensen 
Planten: ranken, bladeren, 
bloemen 
Geometrische patronen: 
driehoeken, cirkels, 
spiralen, slangen
zogeheten grijpdier een 
vaak voorkomend 
stijlfiguur 
fabeldier dat met een poot 
grijpt naar zijn eigen nek 
Het grijpdier kan erg 
verschillen in uitvoering: 
2 of 4 poten 
meer of minder volume 
langgerekt of juist 
gedrongen
De Vikingkunst wordt 
ingedeeld in 3 grote 
perioden: 
Vroege Vikingperiode: late 
8e eeuw tot late 9e eeuw 
Midden-Vikingperiode: 
late 9e eeuw tot 2e helft 10e 
eeuw 
Late Vikingperiode: 2e 
helft 10e eeuw tot begin 12e 
eeuw
Ontwikkeld in de late 
Vikingperiode 
Laatste hoogtepunt in 
het houtsnijwerk van de 
staafkerken in 
Noorwegen (11e eeuw) 
Deze stijl wordt de 
Urnes-stijl genoemd naar 
de stafkerk van Urnes in 
Noorwegen.
in een christelijke context 
scènes uit de 
Vikingmythologie afgebeeld 
onder meer scènes uit het 
verhaal van Sigurd en de 
draak 
Sigurd wordt afgebeeld met 
de typische conische 
Vikinghelm 
op zich heel bijzonder omdat 
in Vikingkunst sowieso 
weinig mensen worden 
afgebeeld
Een van de bekendste 
Vikingkunstwerken staat in 
het Deense Jelling  
enkele zwerfkeien naast 
een kerkje waarop een 
kunstig reliëf is 
aangebracht met een 
opschrift in runentekens. 
Het reliëf en de inscripties 
dateren uit de 10e eeuw 
Inscriptie verwijst naar 
koning Gorm van 
Denemarken.
De kleinste steen is 
ongeveer 1,5 m hoog en de 
grootste steen ongeveer 2,5 
m. 
Op de kleine steen wordt 
Christus afgebeeld in een 
patroon van in elkaar 
vervlochten ranken 
een typisch christelijke 
voorstelling in een al even 
typisch Scandinavisch 
decoratiepatroon
een schrift dat bestaat uit 
een reeks rechte lijnen met 
hoekige dwarsstreepjes 
zou ontstaan zijn om in 
steen of hout te kerven 
opschriften werden vooral 
aangebracht langs de 
zogeheten Haervejen 
(heirwegen)
oudste stenen met inscripties 
worden gedateerd in 400 
n.Chr. 
Vanaf de 8e eeuw ook 
aangebracht in decoraties, 
veelal monsters in reliëf 
Soms worden ze zelfs 
ingekleurd 
Vaak bedoeld om rovers en 
demonen af te schrikken

Weitere ähnliche Inhalte

Andere mochten auch

Vikingen 4: Religie
Vikingen 4: ReligieVikingen 4: Religie
Vikingen 4: ReligieErwin Claes
 
Vikingen 3: maatschappij en economie
Vikingen 3: maatschappij en economieVikingen 3: maatschappij en economie
Vikingen 3: maatschappij en economieErwin Claes
 
Vikingen 1: inleiding
Vikingen 1: inleidingVikingen 1: inleiding
Vikingen 1: inleidingErwin Claes
 
Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen
Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen
Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen Erwin Claes
 
Diapresentatie keltische natuurgodsdienst
Diapresentatie keltische natuurgodsdienstDiapresentatie keltische natuurgodsdienst
Diapresentatie keltische natuurgodsdienstErwin Claes
 
Diapresentatie keltische kunst
Diapresentatie keltische kunstDiapresentatie keltische kunst
Diapresentatie keltische kunstErwin Claes
 
Diapresentatie materiële cultuur van de kelten
Diapresentatie materiële cultuur van de keltenDiapresentatie materiële cultuur van de kelten
Diapresentatie materiële cultuur van de keltenErwin Claes
 

Andere mochten auch (9)

Vikingen 4: Religie
Vikingen 4: ReligieVikingen 4: Religie
Vikingen 4: Religie
 
Vikingen 3: maatschappij en economie
Vikingen 3: maatschappij en economieVikingen 3: maatschappij en economie
Vikingen 3: maatschappij en economie
 
Vikingen 1: inleiding
Vikingen 1: inleidingVikingen 1: inleiding
Vikingen 1: inleiding
 
De vikingen
De vikingenDe vikingen
De vikingen
 
Mu m vikingen
Mu m vikingenMu m vikingen
Mu m vikingen
 
Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen
Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen
Begraving en rituelen bij Kelten en Vikingen
 
Diapresentatie keltische natuurgodsdienst
Diapresentatie keltische natuurgodsdienstDiapresentatie keltische natuurgodsdienst
Diapresentatie keltische natuurgodsdienst
 
Diapresentatie keltische kunst
Diapresentatie keltische kunstDiapresentatie keltische kunst
Diapresentatie keltische kunst
 
Diapresentatie materiële cultuur van de kelten
Diapresentatie materiële cultuur van de keltenDiapresentatie materiële cultuur van de kelten
Diapresentatie materiële cultuur van de kelten
 

Ähnlich wie Vikingen 5: materiële cultuur

UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...
UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...
UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...Marc Kocken
 
Brochure-Grote Hoorn Toer 2015
Brochure-Grote Hoorn Toer 2015Brochure-Grote Hoorn Toer 2015
Brochure-Grote Hoorn Toer 2015Kitty Wiegert
 
Werkboek polder dijk en volksmuseum colins plaet v7.2
Werkboek polder dijk en volksmuseum colins plaet v7.2 Werkboek polder dijk en volksmuseum colins plaet v7.2
Werkboek polder dijk en volksmuseum colins plaet v7.2 Hendrikjan Hoffman
 
Geschiedenis Hoofdstuk 1
Geschiedenis Hoofdstuk 1Geschiedenis Hoofdstuk 1
Geschiedenis Hoofdstuk 1ChristadeKoning
 
Handel en handelstechnieken
Handel en handelstechniekenHandel en handelstechnieken
Handel en handelstechniekentinevandevijvere
 
De middeleeuwen 500 1500 deel 2
De middeleeuwen 500 1500 deel 2De middeleeuwen 500 1500 deel 2
De middeleeuwen 500 1500 deel 2tinevandevijvere
 
In het zog van erik de rode 1
In het zog van erik de rode 1In het zog van erik de rode 1
In het zog van erik de rode 1Erwin Claes
 
Presentatie boek wolwevershaven 21
Presentatie boek wolwevershaven 21Presentatie boek wolwevershaven 21
Presentatie boek wolwevershaven 21Dordrechtmonumenteel
 
Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"
Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"
Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"Frank Stroeken
 
Achtergrondinformatie leerkracht
Achtergrondinformatie leerkrachtAchtergrondinformatie leerkracht
Achtergrondinformatie leerkrachtCamilleFryges
 
Kastelen in de middeleeuwen
Kastelen in de middeleeuwenKastelen in de middeleeuwen
Kastelen in de middeleeuwentinevandevijvere
 
Bij de tijd samenvattingen groep 6
Bij de tijd samenvattingen groep 6Bij de tijd samenvattingen groep 6
Bij de tijd samenvattingen groep 6ChristadeKoning
 
Het land van Leeghwater - Laag Holland
Het land van Leeghwater - Laag HollandHet land van Leeghwater - Laag Holland
Het land van Leeghwater - Laag HollandArthur Verhulst
 
De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...
De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...
De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...Torgrim Titlestad
 

Ähnlich wie Vikingen 5: materiële cultuur (20)

De vikingen
De vikingenDe vikingen
De vikingen
 
UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...
UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...
UIT DE ACHTERHOEK - verhalen in de bodem (door Linda Dielemans, Kelvin Wilson...
 
Brochure-Grote Hoorn Toer 2015
Brochure-Grote Hoorn Toer 2015Brochure-Grote Hoorn Toer 2015
Brochure-Grote Hoorn Toer 2015
 
Werkbladen
WerkbladenWerkbladen
Werkbladen
 
Oostmahorn, Ezumazijl en Ezonstad
Oostmahorn, Ezumazijl en EzonstadOostmahorn, Ezumazijl en Ezonstad
Oostmahorn, Ezumazijl en Ezonstad
 
Werkboek polder dijk en volksmuseum colins plaet v7.2
Werkboek polder dijk en volksmuseum colins plaet v7.2 Werkboek polder dijk en volksmuseum colins plaet v7.2
Werkboek polder dijk en volksmuseum colins plaet v7.2
 
Geschiedenis Hoofdstuk 1
Geschiedenis Hoofdstuk 1Geschiedenis Hoofdstuk 1
Geschiedenis Hoofdstuk 1
 
Stadswandeling Harderwijk Aaltjesdagen
Stadswandeling Harderwijk AaltjesdagenStadswandeling Harderwijk Aaltjesdagen
Stadswandeling Harderwijk Aaltjesdagen
 
v.pptx
v.pptxv.pptx
v.pptx
 
Handel en handelstechnieken
Handel en handelstechniekenHandel en handelstechnieken
Handel en handelstechnieken
 
De middeleeuwen 500 1500 deel 2
De middeleeuwen 500 1500 deel 2De middeleeuwen 500 1500 deel 2
De middeleeuwen 500 1500 deel 2
 
In het zog van erik de rode 1
In het zog van erik de rode 1In het zog van erik de rode 1
In het zog van erik de rode 1
 
Presentatie boek wolwevershaven 21
Presentatie boek wolwevershaven 21Presentatie boek wolwevershaven 21
Presentatie boek wolwevershaven 21
 
Van snik naar smak, Nykle Dijkstra
Van snik naar smak, Nykle DijkstraVan snik naar smak, Nykle Dijkstra
Van snik naar smak, Nykle Dijkstra
 
Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"
Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"
Vouwbrochure "Dijk van een geschiedenis"
 
Achtergrondinformatie leerkracht
Achtergrondinformatie leerkrachtAchtergrondinformatie leerkracht
Achtergrondinformatie leerkracht
 
Kastelen in de middeleeuwen
Kastelen in de middeleeuwenKastelen in de middeleeuwen
Kastelen in de middeleeuwen
 
Bij de tijd samenvattingen groep 6
Bij de tijd samenvattingen groep 6Bij de tijd samenvattingen groep 6
Bij de tijd samenvattingen groep 6
 
Het land van Leeghwater - Laag Holland
Het land van Leeghwater - Laag HollandHet land van Leeghwater - Laag Holland
Het land van Leeghwater - Laag Holland
 
De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...
De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...
De vikingen: Barbaren of verdedigers van een moderne beschaving? Een nieuw be...
 

Mehr von Erwin Claes

In het zog van erik de rode 6
In het zog van erik de rode 6In het zog van erik de rode 6
In het zog van erik de rode 6Erwin Claes
 
In het zog van erik de rode 5
In het zog van erik de rode 5In het zog van erik de rode 5
In het zog van erik de rode 5Erwin Claes
 
In het zog van erik de rode 4
In het zog van erik de rode 4In het zog van erik de rode 4
In het zog van erik de rode 4Erwin Claes
 
In het zog van erik de rode 3
In het zog van erik de rode 3In het zog van erik de rode 3
In het zog van erik de rode 3Erwin Claes
 
In het zog van erik de rode 2
In het zog van erik de rode 2In het zog van erik de rode 2
In het zog van erik de rode 2Erwin Claes
 
Geschiedenis van Schotland
Geschiedenis van SchotlandGeschiedenis van Schotland
Geschiedenis van SchotlandErwin Claes
 
Geschiedenis Ierland
Geschiedenis IerlandGeschiedenis Ierland
Geschiedenis IerlandErwin Claes
 
Diapresentatie over de keltische maatschappij
Diapresentatie over de keltische maatschappijDiapresentatie over de keltische maatschappij
Diapresentatie over de keltische maatschappijErwin Claes
 
Diapresentatie geschiedenis van de keltische wereld
Diapresentatie geschiedenis van de keltische wereldDiapresentatie geschiedenis van de keltische wereld
Diapresentatie geschiedenis van de keltische wereldErwin Claes
 

Mehr von Erwin Claes (12)

In het zog van erik de rode 6
In het zog van erik de rode 6In het zog van erik de rode 6
In het zog van erik de rode 6
 
In het zog van erik de rode 5
In het zog van erik de rode 5In het zog van erik de rode 5
In het zog van erik de rode 5
 
In het zog van erik de rode 4
In het zog van erik de rode 4In het zog van erik de rode 4
In het zog van erik de rode 4
 
In het zog van erik de rode 3
In het zog van erik de rode 3In het zog van erik de rode 3
In het zog van erik de rode 3
 
In het zog van erik de rode 2
In het zog van erik de rode 2In het zog van erik de rode 2
In het zog van erik de rode 2
 
Keltische kerk
Keltische kerkKeltische kerk
Keltische kerk
 
Geschiedenis van Schotland
Geschiedenis van SchotlandGeschiedenis van Schotland
Geschiedenis van Schotland
 
Geschiedenis Ierland
Geschiedenis IerlandGeschiedenis Ierland
Geschiedenis Ierland
 
De picten
De pictenDe picten
De picten
 
Malta
MaltaMalta
Malta
 
Diapresentatie over de keltische maatschappij
Diapresentatie over de keltische maatschappijDiapresentatie over de keltische maatschappij
Diapresentatie over de keltische maatschappij
 
Diapresentatie geschiedenis van de keltische wereld
Diapresentatie geschiedenis van de keltische wereldDiapresentatie geschiedenis van de keltische wereld
Diapresentatie geschiedenis van de keltische wereld
 

Vikingen 5: materiële cultuur

  • 1. “Verlos ons, Heer, van de furie van de Noormannen!”
  • 2. • Studeerde archeologie aan de K.U. Leuven • Docent en opleidingshoofd in de lerarenopleiding van MAD-faculty, hogeschool voor de kunsten, Limburg • Leerkracht cultuurvakken in het CVO Leuven • Amarantdocent sinds 2002 • Auteur van jeugdthrillers www.erwinclaes.com
  • 3. Dat kan! U hoeft enkel te surfen naar: slideshare.net  gebruik zoektermen: erwinclaes7, Vikingen, Amarant
  • 4. Vikingen 1. Inleiding 2. Historische Situering 3. Maatschappij 4. Religie 5. Materiële Cultuur
  • 5. 5.1 Wooncultuur 5.1.1 Huizen 5.1.2 Versterkingen 5.1.3 Nederzettingen 5.2 Schepen 5.2.1 Voorlopers van het Vikingschip 5.2.2 Het Vikingschip 5.3 Wapentuig 5.3.1 Algemeen 5.3.2 Krijgsmacht 5.3.3 Houwzwaard 5.3.4 Sax 5.3.5 Speren (Ango) 5.3.6 Lansen 5.3.7 Bijl 5.3.8 Pijl en boog 5.3.9 Schild 5.4 Toegepaste Kunsten
  • 6.
  • 7. Huizen en dorpen verschilden vanzelfsprekend van streek tot streek  gebruikte bouwmateriaal typische Vikinghuis  Langhuis: Langgerekt min of meer rechthoekig  wanden vaak wat gebogen één enkel vertrek  +/- 12 m lang Wanden uit twijgen en leem Vaak (zeker in meer noordelijke streken) half ingegraven  schuine dak tot tegen grond Dakbedekking uit stro, houtschalies en/of graszoden
  • 8. Huizen meestal in kleine groepjes bij elkaar vooral in Denemarken en Zweden groepen van Langhuizen die volgens een duidelijk grondplan zijn geordend Zelfde patroon ook in de grotere nederzettingen en in de forten
  • 9. In een Langhuis woonde een uitgebreide familie met haar slaven en dieren grote families  Langhuis uitgebreid met bijgebouwen en schuurtjes Opvallend is hier vooral de aanwezigheid van een apart toilet en een heuse sauna De Vikingen kenden dan ook een uitgebreide badcultuur.
  • 10. Het woonvertrek moet relatief warm zijn geweest door de opvallend dikke muren zonder ramen Vensters verschijnen pas in late Vikingtijd (importproduct uit het zuiden) rook van de centrale haard kon via 2 gaten in het dak wegtrekken. De centrale haard  stookplaats van aangestampte aarde omgeven met krans van stenen Vuur  zowel licht als warmte en om op te koken. Langs de wanden  verhoging van aarde en hout als zit- en slaapbank Enkel rijkere families  bedden die s’ avonds werden neergezet en s’ morgens rechtop werden geplaatst om plaats te maken.
  • 11.
  • 12.
  • 13.
  • 14.
  • 15.
  • 16.
  • 17.
  • 18. Koning Harald Blauwtand was als koning van het eengemaakte Denemarken bijzonder actief: liet wegen en bruggen aanleggen  bvb: 700 m lange brug van Ravning Enge (978), ten zuiden van Vejle meest opmerkelijk constructie  enkele enorme ringwalburchten bekendste ringwalburchten  Fyrkat en Trelleborg (beide gebouwd rond 980)
  • 19.
  • 20.
  • 21.
  • 22. Mogelijk rol in de politiek van de koning om het land een te maken? rol in de bestuurlijke administratie? forten zien er militair uit  toch amper archeologische bewijzen dat ze ook een militaire functie hadden opgravingen  huizen betrokken door ambachtslui forten eerder dienst als mobilisatiecentra voor het geval van oorlog met de Karolingen?
  • 23.
  • 24.
  • 25.
  • 26.
  • 27.
  • 28.
  • 29. Omwalling  grote kisten van op elkaar gestapelde boomstammen die werden opgevuld met turfplaggen.
  • 30. Grote gelijkenis qua constructie met ringwalburchten kustverdediging Lage Landen van Karel de Grote en zijn nazaten Bvb: Oost-Souburg (een wijk in Vlissingen) De Karolingische ringwalburchten worden allen gedateerd in de 2e helft van de 9e eeuw Deense varianten zijn ruim eeuw ouder
  • 31.
  • 32.
  • 33. Gesticht in 866 was in de 10e eeuw een van de grootste en rijkste steden van Engeland dicht bevolkt grote populatie ambachtslui die werkzaam was in de handel 1069: in 2 dagen door brand verwoest toen Normandische troepen plaats wilden maken voor een nieuw kasteel  vuur sloeg over naar gehele stad
  • 34. In meeste huizen werd zowel geleefd als gewerkt in hetzelfde vertrek huizen van hout en leem stonden dicht op elkaar Huizen stonden parallel op de wegen van aangestampte aarde Het straten plan van Jorvik volgde heel opvallend het stratenplan van de vroegere Romeinse stad Eboracum Stallen, latrines, waterputten en afvalkuilen stonden allen dicht op elkaar Het moet er vreselijk gestonken hebben.
  • 35. huizen waren lang en smal (7,5 m op 4m) in één ruimte leefden ouders, grootouders, kinderen en personeel ook hier een centrale haard die was afgeboord met stenen Meubilair was er amper: tafel, kruk, enkele planken, … Achter de huizen  klein erf met een moestuintje voor groenten en enkele dieren.
  • 36.
  • 37. de inwoners van Jorvik zijn niet rijk toch tijd voor ontspanning  veel vondsten die verwijzen naar dans, muziek, schaatsen, spel, …
  • 38. Zowel mannen als vrouwen droegen sieraden (vooral mantelspelden) uit koper, lood, zilver, goud, glas, … Vikingen houden van felgekleurde stoffen die worden versierd met gouden banden mannen dragen lange tunieken met lange mouwen en daaronder wollen broeken Vrouwen dragen lange jurken met daarover kokervormige overjurken met schouderbanden die met een speld worden vastgezet Vaak dragen vrouwen een warme omslagdoek of een zijden kapje Veel van deze stoffen worden door de vrouwen thuis geweven.
  • 40. Op basis van de archeologische opgravingen mogelijk om de voedingsgewoonten van de inwoners van Jorvik te reconstrueren: Granen Groenten: bonen en erwten Vruchten: pruimen, kersen, bosbessen, appels Vlees: vooral rundsvlees, maar ook varkens en kippen Vis: vooral zoetwatervissen en haring Drank: vooral licht bier en heel soms geïmporteerde wijn
  • 41. Net als alle andere handelscentra uit die tijd lag Haithabu op een kruispunt van water- en landwegen: 40 km van het Oostzeeverkeer 16 km van de bevaarbare rivier Treene en Eider enkele kilometers van de heirbanen die vanuit Jutland naar het zuiden liepen de stad lag nog binnen de Danewirke goed bereikbaar voor schepen + goed verdedigbaar.
  • 42.
  • 43. ongeveer 25 ha groot omringd door een halfcirkelvormige wal met torens. haven werd beschermd door een palissade haven voorzien van een reeks scheepsbruggen die het in- en uitladen van schepen vergemakkelijkte Haithabu ook de belangrijkste oorlogshaven van de Deense koning.
  • 44.
  • 45.
  • 46.
  • 47. Walrusivoor uit de Noordzee Ijzerbaren uit Zweden Spekstenen en wetstenen uit Noorwegen Glaswerk en keramiek uit het Rijngebied Molenstenen uit de Eiffel Vaten van dennenhout uit het Boven-Rijngebied Bergkristal uit de Zwarte Zee-kusten Kwik uit Spanje Houtteer uit het Oostzeegebied Sieraden en sierbeslag uit Ierland Een zegel uit Byzantiumwijst op contacten met die illustere stad
  • 48.
  • 49. Heel veel vergankelijke goederen (enkel gekend via tollijsten): Slaven (krijgsgevangenen) Vikingbuit (dit moet erg lucratief geweest zijn, want er moest belasting op betaald worden) Kruiden, linnen, zout, honing, was wijn, gezouten vis, …
  • 50.
  • 51. De Vikingscheepsbouw ligt in een oude traditie van scheepsconstructie die vermoedelijk helemaal teruggaat tot de bronstijd.
  • 52. vermoedelijk een oorlogsschip dat met opzet verzonken werd in een veen als offer voor de goden een open vaartuig  voortbewogen door 20 of 24 peddels (geen roeispanen!) geen ruimte voor een mast 19 m lang ongeveer 2 meter breed  leek wel grote kano
  • 53.
  • 54.
  • 55.
  • 56. bodem  een brede half-uitgeholde boomstam van een lindenboom (soort kielplank, zonder dat het een echte kiel was) Weerszijden  twee planken als boorden van het vaartuig kielplank en de bovenste planken eindigden in karakteristieke sprieten wandplanken  dun, maar breed + van lindenhout binnenwerk  skelet van bundels hazelaartwijgen, die op hun plaats gehouden werden door een dwarsbalk waarop de roeier kon zitten.
  • 57.
  • 58.
  • 59. sluit aan bij het Hjortsping-schip, maar staat toch al een stapje verder in de evolutie gebouwd uit dennenhoutenplanken, die aan elkaar zijn genaaid met touwen van plantenwortels kieren tussen de planken  dichtgestopt met stroken rode stof, die in teer van hars waren gedrenkt Roeispanen rusten in roeiklampen (geen peddels!) Kielplank en boeg lopen in elkaar over  karakteristieke vorm latere Vikingschip is geboren
  • 60.
  • 61.
  • 62.
  • 63. Gaat om 3 schepen die samen in een moeras zijn gevonden in 1863 Vooral Nydam 2-schip  grote vooruitgang ten opzichte van de voorgaande periode met zekerheid klinkergebouwd Niet meer genaaid  wel met ijzeren nagels vastge-klonken door uiteinde om te slaan over een metalen plaatje geen lindehout meer  wel eikenhout of dennenhout.
  • 64.
  • 65.
  • 66.
  • 67.
  • 68.
  • 69.
  • 70.
  • 71. nog steeds geen echte kiel  wel een kielplank voordeel kiel  kan druk doorgolfbewegingen op scheepsbodem opvangen omdat ene kiel hoger is en dus ook stijver kielplank echter niet sterk genoeg om golfbewegingen op te vangen andere tekortkoming  enkel roeiriemen roeiriemen zo kort dat het roeien het midden hield tussen roeien en peddelen.
  • 72.
  • 73.
  • 74.
  • 75. lag in het centrum van een grote grafheuvel klinker-gebouwd opvallend grote voor- en achtersteven geen aanwijzing dat er een mast zou hebben gestaan (dus ook geen zeil) Toch  zeewaardig genoeg om grote stukken zee over te steken hiermee waren de Zuid-Germaanse volkeren in staat om Romeins Brittannië binnen te vallen + piraterij te bedrijven ver van eigen thuislanden.
  • 76.
  • 77.
  • 78.
  • 79.
  • 80.  Ondanks zelfde leeftijd als Sutton Hoo-schip toch een volgend stadium in de evolutie van zeewaardigheid! 18 m lang 3 m breed diepgang van 80 cm 10 paar roeiriemen gebouwd volgens zelfde principes als Nydam 2-schip Onderaan  uitwendige kiel die uit één stuk was gemaakt (groot verschil met Nydam 2!)
  • 81.
  • 82.
  • 83. dankzij kiel  vaartuig breder  meer mensen vervoeren planken niet meer uit een geheel  korte plankjes die in de lengte samen werden geklonken. gebruik van een zij-roer of stuurriem Kvalund-schip  eerste archeologische bewijs voor gebruik zeil in Scandinavië Lijkt al erg op klassiek Vikingschip
  • 84.
  • 85. uit de Schelde opgevist exemplaar in het MAS niet van een Vikingschip gedateerd rond het jaar 600.
  • 86.
  • 87. Term afkomstig uit saga’s Een zeewaardig oorlogschip lang en smal met de nodige roeiriemen snel en machtig wapen kon ook op een eerder klein schip slaan
  • 88. Termen komen uit de saga’s en skaldenverhalen Namen stellen volgens specialisten niet veel voor verzinsels die hielpen om een bepaalde tekst volgens de metrische principes van de dichtkunst te laten kloppen
  • 89. term zou verwijzen naar verschillende soorten handelsvaartuigen werd ook regelmatig als oorlogsschip gerecupereerd was belangrijkste boot op de Atlantische Oceaan tot in Ijsland en Groenland toe  eerste kolonisten!
  • 90. zijn breder in verhouding tot lengte (anders dan bij Langschip) rondere vorm groter vrij-boord grotere diepgang Mast  vastgezet omdat men bijna uitsluitend het zeil gebruikte enkel vooraan en achteraan  plaats om te roeien
  • 91.
  • 92.
  • 93.
  • 94.
  • 95. in totaal 5 Vikingschepen in 1962 opgegraven in de Roskildefjord lagen er op elkaar en waren met stenen gevuld Moesten barrière vormen om vijandelijke schepen te verhinderen Roskilde (rijke koninklijke hoofdstad) te bereiken.
  • 96.
  • 97.
  • 98.
  • 99. Zeewaardig handelsschip vooral ingezet op de lokale kustwateren Gemaakt van hout uit de Noorse Sognefjord 16,5 m lang 4,8 m breed
  • 100.
  • 101.
  • 102. Tot 30 m lang 3,8 m breed 112 m2 zeil-oppervlak 80 tot 100 bemanningsleden opvallend lang en smal met een hoge boeg gemaakt van hout uit de omgeving van Dublin
  • 103.
  • 104.
  • 105. Klein oorlogsschip 17,5 m lang in totaal 13 paar roeiers (+ uitkijk en stuurman) mogelijk in Roskilde zelf gebouwd
  • 106. Vissersboot 12 m lang 2,5 m breed in een latere fase omgebouwd tot een klein vrachtschip
  • 107.
  • 108. best bewaarde Vikingschip van Scandinavië in 1904 ontdekt (90 % nog origineel!) dateert uit de periode 850 à 900  scheepskamergraf voor twee welstellende vrouwen. 22 m lang + 5 m breed 15 paar roeigaten  30 roeiers + een stuurman + een uitkijk (mogelijk nog drukker aan boord) In midden schip  mastblok met mastgat om mast recht te zetten  vastgeklonken met een houten blok, het mastslot. sinds 1926 tentoongesteld in een speciaal hiervoor gebouwd museum in Oslo
  • 109.
  • 110.
  • 111.
  • 112. bouwproces  ongeveer 6 maanden 1e stap  uitkiezen van het hout dicht begroeid bos nodig met hoge, rechte stammen ook bomen nodig die enkele specifieke stukken konden leveren  bvb: de gebogen blokken hout voor de boeg en de ribben scheepsbouwer kiest zelf de bomen uit hout moest niet drogen  werd meteen verwerkt
  • 113.
  • 114.
  • 115. Gebruik kiel  een van de essentiële kenmerken van een Vikingschip hierdoor boot hoger op het water  minder weerstand, dus sneller kiel helpt ook schip stabiliseren: Wanneer wind in de zeilen schip erg schuin door winddruk Kiel dan functie van een scheepszwaard  met behulp van waterdruk voor tegendruk zorgen. Een ander voordeel van hoger op water liggen  geringe diepgang, dus dieper landinwaarts trekken over de waterwegen.
  • 116.
  • 117.
  • 118. Worden ook boegen genoemd tijdens de kiellegging voorbereid om er de beplanking op aan te sluiten hadden een karakteristieke hoge vorm  esthetisch mooi, maar wel eerder stremmend omdat ze veel wind vangen.
  • 119.
  • 120.
  • 121. Stammen, gekapt om planken van te maken voor de scheepsbouw: eerst in tweeën splijten dan iedere helft nog eens in tweeën splijten zo opnieuw tot de plank nog 1/16 was van de oorspronkelijke stam.
  • 122. Voordelen van deze methode: Planken zeer sterk van structuur Planken plooibaar Planken krimpen niet Planken zetten niet uit  verklaring: de loop van de houtvezels werd gevolgd
  • 123. Eigenschappen van de planken  maken schip erg flexibel Enkel eikenhouten planken werden op deze manier gevormd dennenhout  stammen worden gewoon gehalveerd en vervolgens met een dissel of bijl in de vorm van een plank gehakt. scheepshuid  karakteristieke klinkerwerk van elkaar overlappende plankenlijnen samengehouden met platte, rondhoofdige klinknagels  langs buiten door 2 elkaar overlappenplanken gedreven om dan aan de binnenkant over een klein plaatje plat geklopt te worden
  • 124.
  • 125.
  • 126.
  • 127.
  • 128. ribben plaatsen  als planken opgebouwd tot aan de waterlijn moeilijkste onderdeel bij de bouw! in de bossen houtblokken uitgezocht die reeds de juist vorm hadden afstand tussen de ribben in het vaartuig  steeds constant  de slag van een roeiriem groot om de ribben te verstevigen  verbonden met een dwarsbalk
  • 129.
  • 130.
  • 131. In het midden van een schip  mastblok in mastblok  mastgat In mastgat  mogelijkheid om mast recht te zetten vastklinken met een houten blok, het mast-slot Voordeel: naar believen mast rechtzetten of juist neergelaten Opmerking: bij kleinere kustvaarders enkel een vaste mast
  • 132.
  • 133.
  • 134. brief van Romeinse aristocraat Sidonius Apollinaris beschrijft Saksische raid op de Gallische kust in 475  zou gaan om schepen met zeilen Echter  rotstekeningen uit Gotland  pas vanaf 7e eeuw schepen met zeilen Daarom  nog onzeker wanneer zeil in Scandinavië werd gebruikt Vikingperiode  goede kennis was van het gebruik van het zeil.
  • 135. Zeilen meestal gekleurd Zeilen  lijn- of ruitpatroon Gemaakt van heel vette, waterafstotende wol Bronnen hiervoor  saga’s + wandtapijt van Bayeux
  • 136.
  • 137.
  • 138. was belangrijkste sterkte van de oorlogsschepen van de Vikingen Geheim van het roeivermogen: lange dolboord over de hele lengte van het schip dolboord ter hoogte van de waterlijn Gevolg: roeiriemen over het volledige schip gebruiken Ieder element in het schip was zo ontworpen dat het gebruik van de riemen vlot moest kunnen gebeuren Een schip telde één paar riemen per 2 ribben, wat dus overeen kwam met de afstand van de slag van een riem.
  • 139.
  • 140.
  • 141. Bij opgraving van het Gokstadschip zijn riemen teruggevonden: uit dennenhout varieerden in lengte tussen 5,30 m en 5,85 m Verklaring variatie: lengte roeiriemen bepaald door de plaats waar ze werden gebruikt. Roeiriemen aan uiteinde van boot  langer omdat ze daar hoger boven de waterlijn lagen.
  • 142. Vikingschip  eerder apart roer roer lijkt op een te grote roeiriem die aan de buitenkant van het schip hing stuurriem  uit één stuk eikenhout: ongeveer 3 m lang en 50 cm breed
  • 143.
  • 144. soort wolachtige plukken dierenhaar die tot een dik koord werden gesponnen dit koord  in soort (hout)teer gedipt het in teer gedompelde koord  aangebracht op de plaats waar twee planken tegen elkaar werden geklonken (dus niet achteraf!) Voordeel: het touw stevig tussen beide planken persen om het niet alleen goed vast te zetten, maar ook om de waterdichtheid te bevorderen Op einde bouwproces  hele schip nog eens geteerd, inclusief de naden.
  • 145.
  • 146. Alles bij elkaar was Vikingschip een knap staaltje technologie: Schip aan zijkanten laag genoeg om nog te kunnen roeien schip was breed genoeg om stabiel te kunnen zielen schip was licht genoeg om door de bemanning op het strand getrokken te worden technische vernieuwingen als de kiel, het gebruik van spanten en de overnaadse planken  mogelijk om schepen van meer dan 25 m te bouwen Door geringe diepgang  overal aanleggen Snelheid bij roeien  3 tot 4 knopen (+/- 5 tot 7 km/u) Snelheid bij zeilen  10 tot 11 knopen (+/- 18 tot 20 km/u)
  • 147. Technologische vernieuwingen  stellen Vikingen in staat om dodelijk hit-and-run-tactiek te ontwikkelen. Bovendien konden Vikingen navigeren op zee (weliswaar op basisniveau): Ze kenden geen kompas Wel navigeren op basis van de zon en de sterren Ze hadden een goede kennis van de zeestromingen Ze hadden een goede kennis van het gedrag van zeedieren Hun zuidelijke tijdgenoten konden dit allemaal niet
  • 148.
  • 149. weinig organisatie in de vroegmiddeleeuwse manier van vechten slagkracht van een leger  in grote mate afhankelijk van de individuele kracht, moed en behendigheid legers stormden als groep op elkaar af  dan verzameling van man-tegen-man-gevechten wie de meeste duels won  won ook de veldslag in de loop van de Vikingtijd verandert deze manier van vechten  meer ruimte voor organisatie, discipline en strategie: Lindisfarne (793): groepje onbekende piraten Hastings (1066): goed georganiseerd leger met een politiek en economisch netwerk
  • 150.
  • 151. iedere krijger moest voor eigen wapenuitrusting zorgen rijkere krijger  betere uitrusting de armen vochten vaak enkel met een (alledaagse) bijl meeste wapens  erg duur Gevolg: in het leger soort klassenverschil
  • 152. Enkel voor elite  paarden erg duur Ruiters genoten hoog aanzien Ruiters liepen relatief gezien ook minder kansen om te sneuvelen De rijke ruiters: maliënkolder, helm, schild en een speer of lans  in gevechten van dichtbij: zwaard of sax (kort steekzwaard)
  • 153. Vikingen namen geen paarden mee op hun lange zeereizen Uitzondering  Willem de Veroveraar die met paarden het Kanaal overstak
  • 154. Droegen enkel een leren bescherming Vochten met een bijl
  • 155.
  • 156. Droegen meestal geen bescherming Slechts licht bewapend
  • 157. Dit is het gebruikelijk aan 2 zijden snijdende zwaard. bestond in diverse kwaliteit, van uiterst praktisch tot zuiver pronkzwaard zwaarden waren ook een symbool van macht. De greep van een zwaard mat meestal 8 à 10 cm en bestond meestal uit massief ijzer dat eindigde in een knop. De kling mat meestal ongeveer 80 cm
  • 158. Kling werd verstevigd d.m.v. damasceren: techniek waarbij staven koolstofarm ijzer met ingewikkelde techniek werden versmolten met koolstofrijk ijzer het geheel werd vervolgens uitgesmeed resultaat  zowel een sterke als elastische kling. Frankische wapensmeden zijn de beste: beheersen techniek van het afkoelen van fosfaatrijk ijzer een soort staal week niet veel af van ons modern staal gaven zwaarden ook iets andere vorm, waardoor je er enkel mee kon slaan
  • 159. Frankische klingen waren erg gewild Worden in heel Scandinavië gevonden werden vaak ruw geïmporteerd om ze lokaal volgens eigen smaak af te werken Keizer Karel de Kale zag het gevaar van deze export  vaardigde verbod uit op uitvoer, maar zonder veel succes …
  • 160. soort zwaard-mes werd gebruikt om van dichtbij te steken of zelfs om mee te gooien was slechts aan één zijde scherp vaak ook minder gedecoreerd
  • 161. is in principe een werpwapen vanop een paard ook wel gebruikt om mee te steken waren venijnige wapens met een dunne, spitse speer ging je vlot doorheen een maliënkolder.
  • 162.
  • 163. is familie van een speer wel veel zwaarder vooral gebruikt als jachtwapen gekenmerkt door de twee uitsteeksels onderaan de lans-punt In Frankische wereld was de lans een privilege van de elite.
  • 164. Was meest gebruikte wapen van het voetvolk iedereen kon zich wel een bijl kon veroorloven ook speciale strijdbijlen vervaardigd wapen voor alle sociale klassen  ook in de koningsgraven worden strijdbijlen gevonden
  • 165. ideale wapen voor doelen op afstand Basiskennis gebruik van pijl en boog ook wijd verspreid onder de bevolking door gebruik als jachtwapen
  • 166. vooral veel oefening om zoveel mogelijk pijlen na elkaar te kunnen afvuren beste schutters haalden een ritme van 20 pijlen per minuut er werd vooral op de borst gemikt  meeste krijgers droegen nu eenmaal een lichte bepantsering
  • 167. opgraving van Haithabu: een perfect bewaarde boog van taxushout 191 cm lang bereik van ongeveer 200 m . Pijlen: ongeveer 70 à 80 cm lang Pijlpunten  soms met weerhaken: pijl niet zomaar uit de wonde trekken  weggesneden  grotere kans op infecties
  • 168. karakteristieke ronde schilden goed bewaard exemplaar gevonden in Gokstad-schip Tijdens naderen van de vijandelijke kusten werden de schilden langs de boord van het schip geplaatst om de roeiers te beschermen meestal wordt enkel de metalen knop teruggevonden
  • 169.
  • 170. De kunst van de Vikingen is in de eerste plaats toegepaste kunst laat zich kenmerken door haar kracht, vitaliteit en rijke dierenornamentiek
  • 171. De basis van de Viking-stijl is de Noordse dierenstijl die vanaf 600 n.Chr. werd ontwikkeld. De ornamenten kwamen voort uit: Figuren: dieren en mensen Planten: ranken, bladeren, bloemen Geometrische patronen: driehoeken, cirkels, spiralen, slangen
  • 172. zogeheten grijpdier een vaak voorkomend stijlfiguur fabeldier dat met een poot grijpt naar zijn eigen nek Het grijpdier kan erg verschillen in uitvoering: 2 of 4 poten meer of minder volume langgerekt of juist gedrongen
  • 173. De Vikingkunst wordt ingedeeld in 3 grote perioden: Vroege Vikingperiode: late 8e eeuw tot late 9e eeuw Midden-Vikingperiode: late 9e eeuw tot 2e helft 10e eeuw Late Vikingperiode: 2e helft 10e eeuw tot begin 12e eeuw
  • 174. Ontwikkeld in de late Vikingperiode Laatste hoogtepunt in het houtsnijwerk van de staafkerken in Noorwegen (11e eeuw) Deze stijl wordt de Urnes-stijl genoemd naar de stafkerk van Urnes in Noorwegen.
  • 175.
  • 176. in een christelijke context scènes uit de Vikingmythologie afgebeeld onder meer scènes uit het verhaal van Sigurd en de draak Sigurd wordt afgebeeld met de typische conische Vikinghelm op zich heel bijzonder omdat in Vikingkunst sowieso weinig mensen worden afgebeeld
  • 177.
  • 178.
  • 179. Een van de bekendste Vikingkunstwerken staat in het Deense Jelling  enkele zwerfkeien naast een kerkje waarop een kunstig reliëf is aangebracht met een opschrift in runentekens. Het reliëf en de inscripties dateren uit de 10e eeuw Inscriptie verwijst naar koning Gorm van Denemarken.
  • 180.
  • 181.
  • 182. De kleinste steen is ongeveer 1,5 m hoog en de grootste steen ongeveer 2,5 m. Op de kleine steen wordt Christus afgebeeld in een patroon van in elkaar vervlochten ranken een typisch christelijke voorstelling in een al even typisch Scandinavisch decoratiepatroon
  • 183. een schrift dat bestaat uit een reeks rechte lijnen met hoekige dwarsstreepjes zou ontstaan zijn om in steen of hout te kerven opschriften werden vooral aangebracht langs de zogeheten Haervejen (heirwegen)
  • 184.
  • 185. oudste stenen met inscripties worden gedateerd in 400 n.Chr. Vanaf de 8e eeuw ook aangebracht in decoraties, veelal monsters in reliëf Soms worden ze zelfs ingekleurd Vaak bedoeld om rovers en demonen af te schrikken

Hinweis der Redaktion

  1. Fyrkat
  2. Trelleborg
  3. Toegang reconstructie bij Trelleborg
  4. Gotland steen