2. Ongeduldig sta ik van mijn ene voet op
de andere te hupsen, terwijl ik om de
paar seconden naar het einde van de
straat kijk. Komt ze er al aan?
Ik sta voor het appartementencomplex te
wachten op Tirza, die gisteravond –
eindelijk - weer thuis gekomen is van
vakantie. Ik heb haar gemist, maar ik
moet toegeven dat het de laatste twee
weken toch een stuk minder is geweest,
maar ja, ik heb afleiding gehad.
3. En wat voor een afleiding. Het is nu twee
dagen geleden dat Danny mij in het park
gevraagd heeft, en sindsdien leef ik op
een roze wolk. Als we elkaar niet zien
smsen we constant, en ik kan de glimlach
op mijn gezicht maar niet laten
verdwijnen. Dus ja, ik ben blij dat Tirza
weer terug is, maar ik ben er nog niet
helemaal uit hoe ik mijn tijd nu moet
verdelen tussen Danny en haar. Ik zal in
ieder geval niet veel thuis meer zijn.
4. Ik word opgewekt uit mijn gedachten
doordat ik iemand mijn naam hoor
roepen. Als ik kijk waar het vandaan
komt zie ik dat Tirza aan komt lopen, met
een grote glimlach op haar gebruinde
gezicht, en haar haar blonder dan ooit
tevoren. Ik grijns en zwaai, waarna ik
naar haar toe loop.
5. “Hee,” zegt ze vrolijk en ze omhelst me
stevig. “Hoe is het?”
“Goed,” antwoord ik en meteen
verschijnt de grote glimlach weer op mijn
gezicht.
Tirza knijpt haar ogen tot spleetjes. “Wat
heeft die jongen met je gedaan?” vraagt
ze lachend.
Ik lach ook en bloos een beetje. “Ik weet
het niet, maar wat het ook is, ik vind het
geweldig.”
6. “Ik ook,” zegt Tirza. “Je lijkt niet eens
meer op de Lynn die ik drie weken
geleden heb achtergelaten.”
“Gelukkig niet,” antwoord ik. “Dat was
verschrikkelijk.”
“En hoe zit het nu met je moeder? Nog
steeds een eerste klas bitch?”
Ik knik. “Ja, dat is niet veranderd. Maar
door die roze wolk van me trek ik me er
steeds minder van aan.”
7. Tirza lacht. “Zo ken ik je weer. Enne,
wanneer krijg ik die prins op het witte
paard van je te zien? Ik moet hem
natuurlijk wel even goedkeuren.”
Ik schiet in de lach. “Zo snel mogelijk dan
maar.”
“Mooi zo.” Tirza knikt tevreden.
“Wanneer zie je hem weer?”
“Morgenavond gaan we naar de film. En
nee, je mag niet mee,” voeg ik er lachend
aan toe, en ik steek mijn tong naar haar
uit.
8. “Ook niet op dubbeldate?” vraagt Tirza
dan.
Ik frons mijn wenkbrauwen.
“Dubbeldate? Wie wil je daar voor
meenemen dan?”
Tirza begint te blozen en mijn ogen
worden groot. “Wat? En daar heb je me
niks over verteld?”
“Wie zegt dat er iemand is?” vraagt Tirza,
proberend om nonchalant te lijken.
9. Ik lach. “Ik ken je langer dan vandaag, en
bovendien ben je een vreselijke slechte
leugenaar. Kom, we gaan naar binnen,
dan kan je het me uitgebreid vertellen.”
Tirza twijfelt. “En je moeder dan?”
“Die is aan het werk, maak je maar geen
zorgen, we hebben het rijk voor ons
alleen.”
“Oké, mooi zo,” zegt ze opgelucht, en
samen lopen we de trap op en het
appartement binnen.
10. Binnen maak ik gauw een kan met
limonade klaar – het is afgekoeld, maar
nog steeds erg warm – terwijl Tirza op de
bank neerploft. Ondertussen barst ik
bijna van nieuwsgierigheid en gauw loop
ik naar de woonkamer, waar ik de kan en
twee glazen op tafel neerzet, met zo’n
haast dat een deel van de limonade over
de rand gutst.
“Dus,” zeg ik als ik naast Tirza ga zitten.
“Vertel!”
11. Tirza haalt even diep adem en begint dan
haar verhaal. Blijkbaar heeft ze op
vakantie een jongen ontmoet, die
toevallig in een dorpje dicht bij onze stad
blijkt te wonen. Ze hebben de vakantie
met elkaar opgetrokken, eerst gewoon
als vrienden, maar later bleek dat ze
elkaar eigenlijk wel heel erg leuk vonden.
“En nu hebben we afgesproken om
elkaar te blijven zien,” beëindigt Tirza
haar verhaal blij.
12. “Wauw,” zeg ik. “Wat ontzettend leuk
voor je! Dan wordt het zeker nodig om
eens op een dubbeldate te gaan! Ik moet
die Martijn van jou nu natuurlijk ook wel
eens ontmoeten.”
“Ja, en ik Danny. Maar laten we er nog
wel even mee wachten, oké? Het is
tussen mij en Martijn nog maar heel pril,”
zegt Tirza met een klein glimlachje.
Ik knik met een grijns. “Zoals je wilt.”
13. De rest van de middag kletsen we non-
stop, we hebben een hoop bij te praten.
Het is heerlijk om Tirza weer te zien, ik
heb haar echt gemist. Ook al is Danny nu
in mijn leven, ik besluit die middag om
ook nog zo veel mogelijk tijd door te
brengen met Tirza, ze is me namelijk veel
te dierbaar om dat niet te doen. Als zij er
niet was geweest was ik de afgelopen
weken waarschijnlijk een stuk minder
goed doorgekomen.
14. We vergeten de tijd helemaal en
schrikken pas weer op uit ons gesprek als
we een sleutel in het slot horen.
“Shit, m’n moeder,” mompel ik. “Net
waar we op zitten te wachten.”
Mijn moeder komt binnenlopen en ziet
ons dan op de bank zitten. “Ah, je bent
ook eens een keertje thuis,” zegt ze
tegen me. Dan wendt ze zich tot Tirza.
“En jou heb ik eerder gezien…”
15. “Dat is Tirza,” zeg ik kortaf.
Mijn moeder knikt. “O ja, Tirza, dat wist
ik nog wel.” Ze glimlacht schijnheilig.
“Ik denk dat ik maar eens ga,” zegt Tirza,
en ze staat op. “Mijn moeder zal zich wel
afvragen waar ik blijf.”
“Nou, leuk je weer eens gezien te
hebben, Tirza.” Weer die schijnheilige
glimlach.
Tirza knikt maar zegt verder niets.
16. Samen lopen we naar de balustrade, en
daar trek ik de deur achter me dicht,
zodat mijn moeder niet mee kan
luisteren.
“Pfft.” Tirza blaast haar ingehouden
adem uit. “Ik moest erg mijn best doen
om geen valse opmerking te maken.”
Ik glimlach als een boer met kiespijn.
“Dat effect heeft ze wel eens,
inderdaad.”
17. “Wat een figuur, zeg… Ik kan nog steeds
niet geloven dat zij familie van jou is,”
zegt Tirza met gefronste wenkbrauwen.
“Dat moet ik maar opvatten als een
compliment, denk ik,” antwoord ik, half
lachend.
“Ja, doe dat maar, dat is de meest
positieve manier om er naar te kijken.”
Tirza lacht ook. “Zeg, ik ga nu, maar ik zie
je snel weer.”
18. Ik knik en omhels Tirza even. “Ja, we
bellen.”
“Zeker, en die dubbeldate moet niet al te
lang op zich laten wachten.” Tirza
knipoogt en loopt daarna de stenen trap
af naar beneden, op weg naar huis.
19. Even blijf ik op de balustrade staan, in
gedachten verzonken. Soms zou ik wel
eens willen dat ik Tirza was, met een
liefhebbende, normale familie… Ik zucht
en loop het appartement weer in. Helaas
kan het leven niet altijd meezitten.