De cloud is als deliverymodel niet meer weg te denken. Toch is cloud computing voor velen nog letterlijk een ‘wolk’ van begrippen en concepten. Om onduidelijkheid weg te nemen, werkt het Nederlands Normalisatie-instituut aan een normering voor cloud computing. Aan IT-managers vervolgens de taak om te bepalen welke ‘smaken’ cloud worden ingezet, wat naar de cloud gaat en welke invloed die keuzes hebben op de eigen architectuur en eventueel het eigen datacenter.
8. REALITY
CHECK
Visies, trends en ontwikkelingen in
informatiemanagement en -technologie…
Maak ze tot realiteit.
Lees TITM.
Het magazine voor no-nonsense
IT- en informatiemanagers.
T
ITM – voluit: Tijdschrift IT Management
– is een magazine dat het karakter van
zijn doelgroep perfect weerspiegelt.
TITM is er voor leidinggevenden in de ict. Of
u nu IT-manager, informatiemanager hoofd
ict of nog anders genoemd wordt, u draagt
verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening en neemt dagelijks belangrijke
beslissingen. U slaat de brug tussen de directie, de CIO of de CFO enerzijds en de ITorganisatie anderzijds. U bent dagelijks betrokken bij ict-projecten, maar hebt een open
oog voor de bedrijfsstrategie. TITM is er voor
leidinggevenden in de ict, zoals u. In TITM
vindt u prikkelende columns, no-nonsense
vakinformatie en boeiende interviews met
opinion leaders of collega’s bij andere organisaties. TITM verspilt uw tijd niet, maar is
altijd to-the-point. Net als u. TITM volgt de
belangrijke ontwikkelingen in ict en informatiemanagement over de volle breedte.
Zo bent u altijd in no time up-to-date. TITM
organiseert bovendien tal van events, zoals
rondetafelsessies en studietrips, en biedt u
de gelegenheid uw opinies en projectervaringen te publiceren. Wanneer u ook meer
voor resultaten gaat dan voor loos gepraat,
is TITM het blad voor u. Neem meteen een
abonnement. Uw investering bedraagt
slechts 75 euro per jaar. Welkom bij TITM!
ICT Media BV
Magistratenlaan 184
5223 MA 's-Hertogenbosch
T. 073-6140070
F. 073-6129997
www.cioday.nl
www.cioportal.nl
info@ictmedia.nl
9. redactioneel
Arnoud van Gemeren
Ferry Waterkamp
Eén pot nat
Dit boek is voor een deel voortgekomen uit onvrede.
Op het eerste gezicht een bijzonder uitgangspunt voor het
maken van een boekwerk zoals dit, over ontwikkelingen
op het gebied van datacenters en, daaraan verbonden,
cloud computing.
Wat heeft een gevoel van onvrede met deze onderwerpen
te maken? Dat zit zo: tijdens interviews, rondetafelsessies
en congressen die we de afgelopen jaren bezochten,
viel het op dat door CIO’s en IT-managers regelmatig
werd gesproken over ‘de machinekamer’ als het over het
datacenter ging. Die vergelijking gaat prima op, maar was
niet altijd positief bedoeld. Vaak was het uitgangspunt van
deze uitspraak toch dat het datacenter niet meer zo heel
relevant zou zijn, want immers geheel gestandaardiseerd.
‘Daar kan de IT-organisatie de oorlog niet mee winnen’,
is een andere uitspraak die we mochten vernemen.
We vonden dat we het hier niet bij mochten laten zitten.
Immers, wie weleens rondloopt in een datacenter en zich
eens laat informeren over de uitgangspunten voor ontwerp,
bouw en beheer van zo’n computerpaleis, weet dat we hier
allerminst te maken hebben met een standaard omgeving.
Is het datacenter goed beveiligd? Is het ‘carrier-neutraal’?
Is het personeel goed opgeleid? Is de exploitant voldoende
kapitaalkrachtig? Worden maatregelen voor disaster
recovery terdege getest? Hoeveel energie gebruikt het
datacenter?
Standaard? Het is maar hoe je het bekijkt...
Daar komt bij dat iedere wijziging in de machinekamer
direct invloed heeft op de beschikbaarheid van ‘de busi
ness’, en om die beschikbaarheid draait het uiteindelijk
allemaal. Of zoals Manager ICT Services Erwin van den
Heuvel van het Universitair Medisch Centrum Utrecht
het in het openingsinterview zo treffend formuleert:
“Een arts vraagt niet om een datacenter, maar de dienst
verlening moet wel keihard doorgaan.” En daar is die
machinekamer toch echt cruciaal voor.
Krimpende ICT-budgetten zouden een extra reden moeten
zijn om met zorg naar de machinekamer te kijken. Waar de
afgelopen jaren aan de IT-kant veel besparingen op de
energierekening zijn gerealiseerd door onder andere het
inzetten van energiezuinige servers en virtualisatie, is aan
de ‘facilitaire kant’ nog een hele wereld te winnen. In deze
eerste editie van ‘The big data center book’ komen dan ook
de nodige methoden aan bod die kunnen helpen bij het
realiseren van een kostenbesparing, zoals modulair
bouwen, het strikt scheiden van de koude en warme lucht
stromen en het toepassen van energiezuinige manieren om
te koelen. Met name op het gebied van koeling blijken de
verschillende tussen de diverse concepten – en de
besparingen die zijn te realiseren –
groot en is het zeker niet allemaal één pot nat.
Sterker nog: een standaard ontbreekt volledig.
❉
Arnoud van Gemeren (arnoud@ictmedia.nl),
hoofdredacteur
Ferry Waterkamp (ferry@contactmedia.nl),
projectredacteur
2 0 1 3 / 2 0 1 4
7
10. Inhoudsopgave
❉
Thema: Cloud computing
De cloud is als deliverymodel niet meer weg te denken. Toch is cloud computing voor velen nog letterlijk een ‘wolk’ van
begrippen en concepten. Om onduidelijkheid weg te nemen, werkt het Nederlands Normalisatie-instituut aan een normering voor cloud computing. Aan IT-managers vervolgens de taak om te bepalen welke ‘smaken’ cloud worden ingezet, wat
naar de cloud gaat en welke invloed die keuzes hebben op de eigen architectuur en eventueel het eigen datacenter.
7 Redactioneel
11 Kort nieuws
Datacenter trends
Netwerken
16
Interview
Manager ICT Services Erwin
van den Heuvel van het UMC Utrecht
62
Connect
the cloud
Olav van Doorn
“De dienstverlening moest keihard doorgaan”
breng je connectivity in lijn met de
Hoe
bedrijfsprocessen?
24
De
70
De
Ferry Waterkamp
derde mainport van Nederland
Andries van Dijk en Michiel Peters
Digitale infrastructuur van wereldformaat
28 ndustrieterreinen
I
landschap
in het digitale
Pim Bilderbeek
5313
Jeffrey Gadellaa
Praktijkrichtlijn zorgt voor eenduidige terminologie
Thema: CLOUD COMPUTING
38
Wat draaien we ‘public’ en wat niet?
Dick Schievels
rotondes van het internet
Sytse van der Schaaf
N
etwerkvoorzieningen opwaarderen via internetexchanges
76
Software
Langzaam verplaatsen resources zich naar co-locatie,
hosting of IaaS
31
NPR
defined networking
Sytse van der Schaaf
E
fficiënter gebruik en beheer netwerkapparatuur
voornaamste drijfveren
Beheer
86
DCIM
en de weg naar succes
Henk van den Berg en Elvira Dragstra
D
atacenterinfrastructuurbeheer vraagt om
afstemming
richtlijnen liggen in de cloud verborgen
D
e
92 CIM
D
41
Clouddiensten
te verstoren
Martin van den Berg en Daan Rijsenbrij
Geen cloud zonder architectuur
48
Stapsgewijs
dreigen architectuur
naar een private cloud
Ferry Waterkamp
op fysieke infrastructuur vaak onderschat
Impact
51
Commissie
NEN werkt aan normering
voor cloud computing
Alexandra Schless, Nan Zevenhek en
Maurice van der Woude
5317
NPR
56
De
nieuwe stijl verweeft IT
met facilitair beheer
Ferry Waterkamp
holistisch overzicht van het datacenter
E
en
95
Waardecreatie
sterk afhankelijk van
communicatie en wederzijds begrip
Edward van Leent
Samenwerking tussen business en datacenterpersoneel
Beveiliging
104
Tips
voor het beveiligen van
datacenters
Steven Dondorp, Fook Hwa Tan en Pascal Renckens
Optimalisatie en inrichting datavloer
110
Security
cloud als zwart gat
Sytse van der Schaaf
I
nfrastructuurplatformen oefenen grote
aantrekkingskracht uit
Koos Plegt
van data
niets aan het toeval over
Laat
112 Terug
naar de basis van beveiliging
Henk van der Heijden
Based Security
Time
8
T H E
B I G
d a t a
c e n te r
b o o k
11. 16
62
$
135
Energie
%
84 Alcadis, Alcatel-Lucent
46 BT
120 Colt
54 Dimension Data
68 euNetworks
36 Evoswitch
58 ICTroom
60 Interxion
126 KPN
72 RAM Infotechnology
116 Schleifenbauer
98 Schneider Electric
44 Tata Consultancy Services
14, 80 TelecityGroup
108 T-Systems
154 Verizon Enterprise Solutions
122
Synergie
tussen facility manager en
IT-manager belangrijk ingrediënt
Wim Boone
Energie-efficiëntie in het datacenter
130
De
weg naar een lagere
energierekening
Dick Schievels
Normen en waarden voor datacenters
135
Zeven
energiebesparende tips voor
IT-managers
Dick Schievels
spaarzaam managen van nullen en enen
Het
Koeling
142 CRAC
en CRAH
Dick Schievels
ins en outs van datacenterkoeling
De
148 nnovatieve
I
concepten van
Nederlandse bodem
Dick Schievels
Energiezuinig koelen van datacenters
ServerS Storage
156 IO’s
C
plukken vruchten van innovaties
Jan Wiersma
Serverprestaties in balans met de energieconsumptie
162 eheergemak
B
voornaamste drijfveer
voor adoptie VDI
Arnoud van Gemeren en Sytse van der Schaaf
C
onsequenties voor datacenter staan nog niet overal
op de kaart
Bijdragen van de partners
van the big data center book
2013/2014
Advertentie-index
67 Alcadis
133 Alcatel-Lucent
168 BT
166 Colt
102, 160
CTAC
34 CSC
152 Dimension Data
146 euNetworks
140 Evoswitch
138 ICTroom
128 Interxion
118 IS Group
100 KPN
90 RAM Infotechnology
82 Salesforce.com
13 Schneider Electric
74 Schleifenbauer
20 T-Systems
34 Tata Consultancy Services
22 Verizon Enterprise Solutions
2 0 1 3 / 2 0 1 4
9
12. It’s the
community!
Sourcing is voor steeds meer organisaties een strategisch
onderwerp, waarbij het draait om samenwerken met
leveranciers, interne business units en complete bedrijfsketens.
Als verantwoordelijke manager of sourcing professional
wilt u daarom de nieuwste ontwikkelingen en best practices op het gebied van strategic sourcing niet missen.
Outsource Magazine (OM) is al jaren een autoriteit op het
gebied van sourcing: van IT tot finance en procurement.
OM informeert, faciliteert discussies, deelt best practices, entertaint – en vooral: is de thuisbasis van een
levendige sourcing community!
OM is er voor CIO’s, informatiemanagers, demand- en
supplymanagers, CFO, financieel managers en procurement offiers. Zij zien Outsource Magazine als de belangrijkste bron van informatie voor een van de meest actuele
topics op het gebied van business, finance en IT: strategic
sourcing. U toch ook? Want in samenwerking schuilt uw
kracht: it’s all in the community!
Vraag vandaag nog uw abonnement aan via
info@ictmedia.nl. Of bel 073 614 00 70.
13. kort nieuws
43.3
42.7
Central
America
Peru Chile
Colombia
44.6
43.6
Eastern Europe
49.2
46.7
Argentina
India
53.3
Italy
51.9
55.9
54.3
Turkey
63.2
57.3
60
Russia
67.3
KSA
64.9
71.5
Belgium
68.2
72.7
72.6
Gulf States
82.9
Netherlands
80
79.2
89.5
Japan
85.2
90.4
89.7
Canada
109.4
91.7
UK
100
$US x 1000
40
20
Mexico
Spain
France
Brazil
China
Sinagpore
RSA
Germany
Nordics
0
Alpine
De datacentermarkt blijkt behoorlijk
bestand te zijn tegen de economische
crisis. Halverwege dit jaar waren er
wereldwijd bijna een half miljoen
m
ensen werkzaam in en rond data
centers, een stijging van 13,8 procent
ten opzichte van 2011. Het gemiddelde
jaarsalaris steeg – gemeten over een
periode van twaalf maanden – met
3,9 procent.
Tot deze conclusies komt Data
centerpeople in een ‘Salary White
paper’. De Britse recruiter van data
centerpersoneel baseert zich daarbij op
cijfers die DCD Intelligence in 2012 en
2013 heeft verzameld. De gesignaleerde
stijging van het salaris wordt onder
andere toegeschreven aan het gebrek
aan goed gekwalificeerd personeel.
Ruim 60 procent van de datacenter
eigenaren verwacht dan ook dat die
schaarste de komende twaalf maanden
een probleem gaat opleveren.
Volgens de onderzoekers waren er
begin dit jaar 477.000 mensen werkzaam in en rond datacenters. Daarvan
waren er 270.000 werkzaam aan de
IT-kant, terwijl 207.000 werknemers
waren belast met facilitair beheer.
Hoewel er meer datacenterwerknemers
werkzaam zijn aan de IT-kant, neemt
het aantal facilitaire beheerders wel
sneller toe, zo signaleert Datacenterpeople.
Met een gemiddeld ‘datacentersalaris’
van 105.300 Amerikaanse dollars ligt
de salariëring het hoogst in NoordAmerika. West-Europa volgt op grote
afstand met een gemiddeld jaarsalaris
van 77.200 dollar. In Nederland lag het
gemiddelde jaarsalaris in 2012 op
89.500 dollar (zie ook de grafiek).
De gemiddelde jaarsalarissen zijn
b
erekend op de salarissen van zowel
C-level managers als afdelingshoofden,
projectleiders en specialisten. Wie zich
binnen het datacenter bezighoudt met
het onroerend goed, mag volgens
D
atacenterpeople rekenen op veruit het
hoogste salaris (wereldwijd gemiddeld
105.600 dollar). Bijvoorbeeld netwerk-,
IT- en applicatiebeheerder moeten met
zo’n 40.000 dollar minder genoegen
112.7
Datacentermarkt blijkt
bestand tegen economische
tegenwind
USA
120
111.8
ANZ
Average Sample Salaries by Market 2012 $US x 1000
Source: DCD Intelligence
Het gemiddelde jaarsalaris (in dollars, x 1000) van personeel dat werkzaam is in en rond
datacenters, uitgesplitst per land of regio.
nemen. Ook het aantal jaren dat
iemand werkzaam is in de datacenterbranche, heeft volgens Datacenter
people een grote invloed op het jaar
salaris.
AMS-IX zet Amerikaanse
dochter op
De Amsterdam Internet Exchange
(AMS-IX) zorgde eerder dit jaar voor de
nodige rumoer onder zijn leden met de
aankondiging een internetknooppunt
op te gaan zetten in de Verenigde
S
taten. De angst bestond dat door de
overzeese expansie van de AMS-IX de
Amerikaanse overheid de mogelijkheid
zou krijgen om het verkeer van de
Nederlandse leden af te tappen.
Het bestuur van de AMS-IX heeft nu
gekozen voor een structuur die “de
AMS-IX B.V. en de AMS-IX-vereniging
tegen Amerikaanse wetgeving
beschermt”, zo staat in een pers
verklaring. De Amerikaanse entiteit
wordt een volledige dochteronder
neming van AMS-IX B.V., waarbij de
twee bedrijven onafhankelijk van
elkaar opereren. AMS-IX B.V. zal alleen
fungeren als aandeelhouder. Geen van
de medewerkers of executives die in
Nederland werken, worden geplaatst in
de Amerikaanse entiteit of andersom.
“Een dergelijke structuur dient ervoor
te zorgen dat het Amerikaanse bedrijf
geen bezit, zeggenschap of beheer heeft
over de data of apparatuur van de
AMS-IX B.V.”, zo staat in de persver
klaring. “Daarnaast geldt de Amerikaanse wetgeving, zoals de USA
P
atriot Act, niet voor buitenlandse
e
ntiteiten aarover de VS geen jurisw
dictie heeft. De USA Patriot Act is
d
aarom niet van toepassing op de
AMS-IX B.V. of de AMS-IX vereniging.”
Dataplace koelt servers
met olie
Het carrier-neutrale datacenter
D
ataplace heeft in augustus een proof
of concept afgerond voor submerged
koeling. Het nieuwe revolutionaire
koelsysteem dat in Amerika is ontwikkeld, behaalt volgens Dataplace een
verwachte PUE van 1,03 en zorgt voor
een energiebesparing van 45 tot 85
p
rocent ten opzichte van een traditioneel datacenter.
Het concept bestaat uit grote horizontaal geplaatste koelbakken. Een koelbak wordt vervolgens gevuld met een
elektrisch niet-geleidende minerale
olie. In deze koelbak worden de servers
vervolgens in een rechtopstaande
p
ositie gebracht en zodoende volledig
ondergedompeld in deze vloeistof.
De olie wordt rondgepompt in de bak,
waardoor de warmtelast wordt afgevoerd, de olie op temperatuur blijft
en tevens continu wordt gefilterd.
Om gebruik te kunnen maken van
2 0 1 3 / 2 0 1 4
➼
11
14. kort nieuws
Bedrijven nemen data terug
in huis
Servers ondergedompeld in niet-geleidende olie.
bestaande servers dienen deze echter
wel een aanpassing te ondergaan.
Zo worden alle fans uit de server
gehaald en wordt de processorkoeling
gewijzigd omdat de aanwezige
k
oelpasta op processoren oplost in de
t
oegepaste olie. Het ombouwen van
een server brengt echter ook voordelen
met zich mee. Door het weghalen van
de ventilatoren wordt een traditionele
server gemiddeld al zo’n 20 procent
energiezuiniger. Ook wordt de
l
evensduur van de server verlengd.
Cloud neemt het datacenter
over
Het wereldwijde cloudverkeer zal in
2017 meer dan twee derde uitmaken
van het totale datacenterverkeer.
Waar de cloud in 2012 nog 1,2 zettabyte
aan verkeer genereerde, zal dat in 2017
5,3 zettabyte zijn, zo blijkt uit de derde
editie van de ‘Cisco Global Cloud
Index’ die in oktober werd gepubliceerd. Van dit verkeer zal 76 procent
binnen het datacenter blijven.
De samengestelde jaarlijkse groei
van het cloudverkeer komt daarmee
uit op 35 procent.
Een logisch gevolg van de toename van
het cloudverkeer is dat steeds minder
werklast wordt verwerkt in een ‘traditioneel’ datacenter. In 2012 werd 39 procent van de werklast verwerkt in de
cloud en 61 procent in een traditioneel
12
T H E
B I G
d a t a
c e n te r
datacenter. 2014 is het eerste jaar waarin het grootste deel van de werklast
naar de cloud verschuift. 51 procent
van de totale werklast zal in de cloud
worden verwerkt, de rest op de
t
raditionele manier. In 2017 zal bijna
twee derde (63 procent) van de
w
erklast erwerkt worden door
v
clouddata enters en 37 procent in
c
traditionele omgevingen.
Cisco voorspelt ook dat het jaarlijkse
totale wereldwijde datacenterverkeer
zal verdriedubbelen tot een totaal van
7,7 zettabytes in 2017. Interessant is dat
de grote meerderheid van het data
centerverkeer niet wordt veroorzaakt
door eindgebruikers, maar door de
werklasten binnen de datacenters en
door iets wat voor individuele gebruikers vrijwel onzichtbaar is, namelijk
cloud computing. Cisco voorspelt voor
de periode 2012–2017 dat ruwweg
76 procent van het datacenterverkeer
binnen het datacenter blijft en voor
namelijk wordt gegenereerd door
opslag-, productie- en ontwikkeldata.
Nog eens 7 procent zal worden gegenereerd ussen datacenters, voornamelijk
t
door datareplicatie en software- en
s
ysteemupdates. Slechts de resterende
17 procent van het datacenterverkeer
wordt veroorzaakt door eindgebruikers
die de cloud benaderen voor surfen op
het web, e-mail, videostreaming en
door apparatuur die het “Internet of
Everything” vormt.
b o o k
Steeds meer bedrijven brengen hun
waardevolle gegevens weer onder in
eigen datacenters, zo blijkt uit de
O
racle Next Generation Datacenter
Index die begin dit jaar werd gepubliceerd en waarvoor 952 managers van
grote organisaties werden ondervraagd. In 2012 was nog een duidelijke
stijging te zien in de inzet van externe
datacenters.
Het aandeel respondenten met uitsluitend in-house datafaciliteiten was het
afgelopen jaar gestegen van 45 procent
naar 66 procent (Benelux van 51 naar
56 procent). Het aantal organisaties met
een eigen datacenter steeg van 26 procent in 2011 naar 41 procent in 2012
(Benelux van 32,6 naar 34 procent).
Ook het aantal respondenten met
m
eerdere in-house datacenters steeg
van 19 procent naar 25 procent
(
Benelux van 18,8 naar 22 procent).
Volgens Quocirca, dat het onderzoek in
opdracht van Oracle heeft uitgevoerd,
is deze ‘big data verschuiving’ van
externe naar interne datacenters onder
andere te verklaren door de toegenomen waarde van data voor het bedrijfsleven. Ook speelt mee dat het makkelijker is geworden om data te verplaatsen
tussen publieke en private clouds.
Het percentage organisaties dat aangaf
de komende twaalf maanden op zoek
te gaan naar een nieuw datacenter,
steeg van 22 procent naar 26 procent
(in de Benelux daalde dit percentage
van 24 naar 20 procent). Dit suggereert
dat bedrijven niet verwachten dat er
snel een eind komt aan de huidige
data-explosie.
❉
16. partnerartikel
Op zoek naar een leverancier
In 4 stappen
naar een
datacenter
Een gebouw waarin servers in kasten staan, die continu voorzien worden van stroom en
k
oeling en verbonden zijn met het internet. Droog beschouwd zijn dit de kenmerken van een
d
atacenter. Maar als op deze plek bedrijfskritische data staat opgeslagen en wordt verwerkt,
met de hoogste eisen aan continuïteit, connectiviteit en veiligheid, dan wordt het al een hele
andere zaak. In de digitale economie van nu is het kiezen van de juiste partner cruciaal.
14
T H E
B I G
d a t a
c e n te r
b o o k
17. Tekst: Alexandra Schless
D
e behoefte aan servercapaciteit
en bandbreedte is de laatste
jaren explosief gegroeid.
Het is nauwelijks voor te stellen dat er
anno 2013 in een uur tijd wereldwijd
evenveel data wordt verstuurd over
het internet als in het gehele jaar 2000.
Het groeiende gebruik en de importantie van internet, de opkomst van
mobiele devices en cloud computing
zijn belangrijke factoren die deze
enorme datastroom verklaren.
De conomie is in toenemende mate
e
afhankelijk geworden van internet.
Bij verdienmodellen als online retailing en online trading is internet zelfs
een lifeline, maar ook alle andere
bedrijven zijn in toenemende mate
afhankelijk van het internet waar het
bedrijfskritische applicaties betreft.
Naast capaciteit en bandbreedte zijn
dus connectiviteit en veiligheid
belang ijke factoren. Een bedrijf wil
r
bovendien kunnen rekenen op de
eigen ontinuïteit. En op beheersbaarc
heid. Alles bij elkaar opgeteld wordt
al snel duidelijk dat de IT-organisatie
binnen een bedrijf complexer en
gelaagder is dan vroeger. De datacenterstrategie van een organisatie heeft
dan ook aan importantie gewonnen.
Twee groepen
Ruwweg zijn klantvragen met betrekking tot datacenterdiensten onder te
verdelen in twee categorieën. De eerste groep bestaat uit bedrijven met een
uitdaging die voortkomt uit beperkingen in de bestaande IT-infrastructuur.
Een verouderde eigen datacenteromgeving bijvoorbeeld. Ook kunnen het
compliance-vraagstukken zijn, toe
nemende eisen afkomstig uit de eigen
bedrijvigheid, veranderende wet- en
regelgeving en certificering. Het
bedrijf overweegt dan alle mogelijke
opties om de IT-functies weer toekomstbestendig te maken, waarbij ook
de keuze tussen het in-house blijven
uitvoeren van taken en uitbesteden
aan de orde komt. Aangezien het vaak
gaat om processen die niet tot de core
business van het bedrijf behoren, is
uitbesteden van datacenterdiensten
aan een specialist doorgaans een
aantrekkelijke optie.
De tweede groep bestaat uit organi
saties zonder of met beperkte legacy.
Deze groep, waartoe start-ups en snel
groeiende internetbedrijven behoren,
kan ongehinderd door eerder gedane
investeringen in IT-infrastructuur
beslissingen nemen. Data hoeft voor
hen absoluut niet per se op servers
binnen de eigen muren te staan,
zolang de oplossing maar aan hun
eisen ten opzichte van connectiviteit,
capaciteit en beveiliging voldoet.
Ongeacht wat de uitgangssituatie is,
doorloopt een bedrijf met een datacentervraagstuk doorgaans vier stappen
bij het selecteren van de juiste partner.
Stap 1 – Eisenanalyse
Zoals zo vaak bij de aanschaf van
technologisch ingewikkelde zaken
gaat men ook bij het selecteren van
datacenterdiensten in eerste instantie
uit van de kosten. Uiteraard schuilt
hierin het gevaar, want ook in deze
markt geldt immers dat alle waar zijn
geld kost. De eerste vraag moet eigen-
Zonder referenties moet
je je als klant serieus
a
fvragen of er wel sprake
van een ‘match’ is
rancier heeft over haar eigen infrastructuur en op welke wijze deze
infrastructuur beheerd en onderhouden wordt. Dat bepaalt namelijk of de
garanties en afspraken die worden
neergelegd, kunnen worden waargemaakt. En betreft het een datacenterspecialist? Dan weet je zeker dat alle
resources van het bedrijf continu worden geïnvesteerd in de infrastructuur.
Stap 3 – Toekomstige groei
Zoals al aangegeven in stap 1 speelt
een kostenanalyse bij het selecteren
van een datacenter een grote rol. Als
organisatie maak je uiteraard afwegingen op basis van de eigen kosten,
t
erwijl de financiële situatie van de
leverancier ook van groot belang is.
Is deze gezond genoeg en heeft het de
mogelijkheden te blijven investeren in
de toekomst van het bedrijf en haar
klanten? En is de beoogde leverancier
ook daadwerkelijk bezig met het
financiële plaatje op langere termijn?
Want belangrijk is dat een leverancier
de groei van haar klant kan blijven
faciliteren, met de eisen aan schaalbaarheid en flexibiliteit die daarbij
horen.
Stap 4 – De juiste klik
lijk zijn: Wat heb ik nodig? Bij voorkeur wordt daarin een onderverdeling
gemaakt in eisen en wensen. Op het
gebied van connectiviteit bijvoorbeeld.
Hoe ga ik mijn omgeving verbinden
met de buitenwereld? Bij welk datacenter zijn de netwerkleveranciers van
mijn voorkeur beschikbaar? Daarna
verbreedt de blik zich idealiter naar
het vereiste technische kwaliteits
niveau van een datacenteromgeving.
Hoe bedrijfskritisch zijn de processen
die in het datacenter draaien en hoe
belangrijk is de beschikbaarheid van
die omgeving? De keuze kan dan
v
allen op een hoger of juist lager
kwaliteitsniveau.
Stap 2 – Operationele
vergelijking
Tot op dit moment is er nog sprake
van een grote keuze aan leveranciers.
Op het moment dat een klant al deze
leveranciers operationeel met elkaar
vergelijkt, wordt echter alles anders.
Hier ga je naar de details kijken. Het is
voorafgaand aan een beslissing nuttig
om te weten hoeveel controle een leve-
Bij stap 4 aangekomen komt het aan
op de beslissende factor. Zoals altijd
en overal geldt ook bij IT- en datacenterdiensten het credo “mensen doen
zaken met mensen”. Is de leveranciersorganisatie in staat om te functioneren
als het verlengstuk van de eigen
I
T-organisatie? Een kritiek punt, dat
onder meer betrekking heeft op de
wijze waarop de supportfunctie is
ingericht en op de kennis en ervaring
die aanwezig is in de organisatie.
Veel bedrijven zijn op zoek naar de
juiste klik en hechten waarde aan de
vraag: met welke mensen doen wij
zaken? Essentieel zijn daarbij de aanwezigheid van een trackrecord en
referenties. Vraag naar de ervaringen
van bedrijven die de stap al gemaakt
hebben. De reputatie van het data
center wordt daar immers door gedragen. Alle andere zaken kunnen nog
zo rooskleurig lijken, maar zonder
referenties moet je je serieus afvragen
of er wel sprake van een ‘match’ is.
❉
Alexandra Schless is Algemeen
D
irecteur bij TelecityGroup Nederland.
2 0 1 3 / 2 0 1 4
15
18. datacenter trends
Manager ICT Services Erwin van den Heuvel van het UMC Utrecht:
“De dienst
verlening
moest keihard
doorgaan”
Het Universitair Medisch Centrum Utrecht nam in november 2011 een nieuw primair datacenter
in gebruik, “zonder dat ook maar iemand hinder had ondervonden van de verhuizing van de
I
T-systemen”, zo schetst Manager ICT Services Erwin van den Heuvel. “Dat is misschien wel het
mooiste wapenfeit, want de dienstverlening moet wel gewoon keihard doorgaan.” Twee jaar later
staat de medische instelling aan de vooravond van de verbouwing van het secundaire datacenter.
“Het liefst zou ik ons primaire datacenter kopiëren, maar dat kan niet.”
D
e bouw van een nieuw, primair
datacenter en de aanstaande
verbouwing van het secundaire datacenter maken deel uit van het
omvangrijke UMC-programma
‘
Vernieuwing ICT-infrastructuur’. “Al
voor 2005 zagen we een stijgende lijn
in de vraag naar server- en storagecapaciteit en die trend was niet meer te
stoppen”, vertelt Erwin van den
H
euvel, die als Manager ICT Services
deel uitmaakt van het managementteam Directie Informatie Technologie
van het UMC Utrecht. “Er kwamen
steeds meer digitale toepassingen, die
16
T H E
B I G
d a t a
c e n te r
vaak gebruikmaken van zware beeld
bestanden. Zo ging ook het patiëntendossier digitaal, inclusief beeld.”
Nieuwe ruimte
Het gevolg van de toenemende vraag
naar ICT-voorzieningen was dat er
steeds meer ‘pizzadozen’ de computerruimtes werden binnengedragen.
Om de toename van het aantal servers
enigszins af te remmen, nam het UMC
Utrecht omstreeks 2007 het besluit om
de servers te virtualiseren. “Dit bracht
enige verlichting, maar al snel kwam
het inzicht dat we het met de bestaan-
b o o k
de computerruimtes niet gingen
r
edden. We voerden nog wel enkele
noodgrepen uit, zoals waterkoeling in
de racks om de servers koel te houden,
maar die koeling zorgde weer voor
een zwaardere vloerbelasting waar de
vloer niet op was berekend. Ook de
stroomtoevoer naar de datacenters
en de uninterruptible power supplies
(UPS’en) hielden het niet meer.”
Samen met het bestuur is toen gekeken naar de mogelijkheden om een
nieuwe ruimte te bouwen. “Het geld
daarvoor was echter niet zomaar
beschikbaar en een datacenter is niet
➼
20. datacenter trends
iets waar een arts direct om vraagt”,
zo schetst Van den Heuvel de toen
malige situatie. “We hebben toen
besloten om een brede strategiestudie
uit te laten voeren om aan de hand
van interviews inzicht te krijgen in de
functionele eisen van de business.
Daaruit kun je dan afleiden wat de
eisen zouden moeten zijn van de ICTvoorzieningen, maar ook van telecom.
Zo werd door de ondervraagden één
ding heel helder gesteld: telefonie
moet te allen tijde beschikbaar zijn,
ook als het netwerk uitvalt.”
Vuilverbrandingsoven
De strategiestudie vormde de aanzet
tot het UMC-programma ‘Vernieuwing ICT-infrastructuur’. Binnen dit
programma werden vervolgens deelprojecten geformuleerd zoals het
u
itrollen van een ziekenhuisbreed
Wifi-netwerk, de vernieuwing van
de telecommunicatie-infrastructuur en
de realisatie van een nieuw en duurzaam ‘twin datacenter’.
18
T H E
B I G
d a t a
c e n te r
De volgende stap was het bepalen wat
er zou gebeuren met de twee bestaande computerruimtes van UMC
Utrecht. Omwille van de redundantie
“We denken dat
ons atacenter na
d
zeven jaar weer uit
de kosten is”
moest ook in de nieuwe situatie sprake
zijn van twee datacenters. Een van de
opties was om een van de data enters
c
te plaatsen bij een commerciële aanbieder van datacenterdiensten. “Maar dan
zie je dat de verbindingskosten al snel
enorm hoog oplopen.” Ook is gekeken
naar een samen erkingsverband met
w
de Universiteit Utrecht. In deze optie
zouden beide instellingen hun eigen
b o o k
datacenter bouwen, maar wel de taken
van elkaar kunnen overnemen. “Dit
plan is uiteindelijk gestokt in de
besluitvoering.”
Nadat de keuze was gemaakt voor
twee datacenters op eigen terrein –
zoals ook in de oude situatie het geval
– kwam er een ‘gouden tip’ binnen van
een werknemer. Van den Heuvel: “Hij
had op de campus de ideale ruimte
gevonden, pal naast onze eigen energiecentrale. Dit gebouw had ooit een
bestemming als vuilverbrandingsoven
en was de laatste jaren in gebruik bij
de brandweer, maar was voor ons ideaal. Het bevindt zich in de buurt van
alle voorzieningen en er lag al een goede verbinding naar het ziekenhuis
waardoor we veel op kosten konden
besparen. Ook kon het nieuw te
b
ouwen datacenter gebruikmaken van
de warmte- en koudeopslag die zich al
in de energiecentrale bevond.”
Hoewel de ruimte ‘ideaal’ was, leverde
de bouw van het nieuwe datacenter
ook nog wel enkele uitdagingen op. Zo
21. moest een luchtdichte situatie orden
w
gecreëerd in een pand dat oorspronkelijk was gebouwd voor de huisvesting
van een vuilverbrandingsoven. Ook
moest het aantal verdiepingen worden
uitgebreid van een naar twee.
Vrije koeling
In de nieuwe situatie bevinden de
UPS’en en de generator zich in het
energiegebouw. De datavloeren bevinden zich in het naastgelegen pand,
met op het dak de installaties voor de
koeling. “Voor de koeling zijn we
gekomen tot een oplossing die je nog
niet veel in de markt ziet”, verzekert
Van den Heuvel. Gedurende het grootste gedeelte van het jaar wordt koude
“Het is lastig om
p
artijen met verschillende inzichten bij
e
lkaar te krijgen”
buitenlucht aangezogen en via twee
luchtbehandelingskasten de ruimte in
geblazen. De door de apparatuur
opgewarmde lucht wordt via ‘schoorstenen’ die bovenop de racks zijn
geplaatst weer naar buiten afgevoerd.
Bij dit proces gebruikt alleen de
v
entilator in de luchtbehandelingskast
energie. Als er sprake is van een hoge
luchtvochtigheid of luchtverontreiniging is de procedure iets anders: de
ventilatiekleppen gaan dan dicht en
de opgewarmde lucht van de datavloer wordt door een warmtewisselaar
afgekoeld en direct weer terug op de
vloer gebracht. Als de buitentemperatuur hoger is dan 25 °C wordt de buitenlucht eerst afgekoeld met behulp
van de warmte- en koudeopslag van
de energiecentrale en vervolgens in
het datacenter.
Kostenbesparing
De aanpak van UMC Utrecht heeft
volgens Van den Heuvel meerdere
voordelen. Zo is er voor de koeling
geen verhoogde vloer nodig, maar
nog belangrijker is de betere energie-
efficiëntie die kan worden gerealiseerd
en de kostenbesparing die daaruit
voorkomt. “We denken dat door deze
besparing ons datacenter na zeven jaar
weer uit de kosten is.”
Met de leveranciers is de afspraak
gemaakt dat de Power Usage Effectiveness (PUE) niet boven de 1,25 uit
mag komen. Een PUE van 1,26 levert
een boete op van 35.000 euro, wat
v
olgens Van den Heuvel overeenkomt
met de kostenstijging. Naast de energie-efficiëntie draagt ook de modulariteit van het koelsysteem bij aan een zo
laag mogelijke PUE. “We staan nu niet
vol te koelen, want dat is nog niet
nodig. Als we een groeistap maken,
kunnen we weer nieuwe units
b
ijplaatsen. Ook onze UPS’en die zijn
uitgerust met een dynamisch vliegwiel – en alleen aanslaan als het nodig
is – leveren een enorme besparing op.”
“Sinds de oplevering van het primaire
datacenter op 1 november 2011 zijn we
altijd onder die 1,25 gebleven”, constateert Van den Heuvel tevreden.
“Dit datacenter is nog altijd ‘state-ofthe-art’. Ik kom nog wel eens in
d c
ata enters en hoor dan de verhalen
hoe fantastisch het allemaal is en denk
dan: ‘nou, kom maar eens bij ons
k
ijken’. Het is naar mijn mening
r
evolutionairder dan wat menig
marktpartij oplevert.”
Schuiven en puzzelen
Voor het nieuwe secundaire data
center zal het UMC Utrecht uit een
ander vaatje moeten tappen. Van den
Heuvel: “Het liefst zou ik het primaire
datacenter kopiëren, maar we hebben
geen budget om weer nieuwbouw te
realiseren. Dus moet een van de twee
oude computerruimtes in het pand
van het UMC worden verbouwd en
daar hebben we te maken met een heel
andere situatie. We kunnen daar bijvoorbeeld niet in de hoogte bouwen
en zullen met andere oplossingen
moeten komen om een lage PUE te
realiseren.”
Een andere uitdaging is dat de secundaire ruimte ‘in bedrijf’ zal worden
verbouwd. “Dat betekent veel schui-
Over UMC Utrecht
Het Universitair Medisch Centrum
Utrecht is een van de grootste publieke zorginstellingen van Nederland en
bestaat uit het Academisch Ziekenhuis Utrecht, het Wilhelmina inder
K
Ziekenhuis, het Centraal Militair
H
ospitaal en de Medische Faculteit
van de niversiteit Utrecht. De in
U
t
otaal 11.000 medewerkers werken
verspreid over twintig gebouwen.
Deze gebouwen hebben een totale
vloeropper lakte van 337.500 m2.
v
De zorginstelling telt duizend bedden
en voert jaarlijks 23.000 operaties per
jaar uit.
Dagelijks komen er 1450 patiënten
voor poliklinische behandeling.
ven en puzzelen, maar daar maak ik
me niet zo druk om. We hebben bewezen dat we daar goed in zijn: het nieuwe datacenter hebben we in gebruik
genomen zonder dat iemand er iets
van heeft gemerkt. Dus je gaat systemen verplaatsen en ineens is alles
operationeel en werkt alles vlekkeloos.
Dat is vrij extreem, maar de dienst
verlening gaat dan ook keihard door.”
Volgens Van den Heuvel is het succes
voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de projectleider die het UMC
Utrecht in de arm heeft genomen en
aan ‘een goede dialoog tussen alle
partijen die meedoen’. “Het is lastig
om partijen met verschillende inzichten – zoals een bouwclub die geen
kennis heeft van IT en een IT-club die
geen kennis heeft van bouwen – bij
elkaar te krijgen. Die twee werelden
hebben we bij elkaar gebracht door de
projectleider IT bij te schakelen bij het
bouwteam zodat je weet wat er op de
werkvloer gebeurt. We hebben bovendien wekelijks overleg gevoerd met
alle betrokken partijen zodat je altijd
zicht hebt in de stand van zaken.
Daardoor is er ook op tijd opgeleverd.”
❉
Ferry Waterkamp is freelance journalist.
2 0 1 3 / 2 0 1 4
19
22. data is de
toekomst!
Weet vandaag wat klanten morgen willen:
De analyse van real-time gegevens levert essentiële informatie op over het
gedrag van uw klanten. Door middel van Big Data management, is een snelle
analyse van data mogelijk, waardoor een onderneming snel kan reageren en
meer kansen kan benutten. Dit betekent dat u gericht kunt werken aan de
producten die uw klanten in de toekomst eisen.
www.t-systems.nl/zero-distance
24. advertorial
Verizon:
Cloud Control
Verizon ontwikkelde met Verizon Cloud een platform dat uitgaat van de afnemer.
Die krijgt naast ultieme beschikbaarheid, controleerbare performance en optimale veiligheid een
grote mate van controle over ‘zijn’ cloud.
H
et nieuwe platform heeft een
geheel nieuw opgezette
I
aaS-architectuur die gebruikmaakt van een zeer compacte, op
s
oftware gebaseerde structuur van
zelfhelende redundante componenten.
Het is die fouttolerante omgeving die
het voor de gebruiker mogelijk maakt
meer controle over de infrastructuur
te hebben.
22
T H E
B I G
d a t a
c e n te r
Regelbare performance
Het fundamentele idee achter Verizon
Cloud, dat bestaat uit Verizon Cloud
Compute en Verizon Cloud Storage, is
om de afnemer meer in de driver’s
seat te zetten. Deze heeft ijvoorbeeld
b
directe toegang tot extra rekenkracht
en kan hogere performance reserveren
voor storage en etworking.
n
Dat gebeurt allemaal vanaf een dash
board, de Cloud anager, feitelijk een
M
b o o k
API voor elke virtuele machine die de
applicatie erformance van de gebruip
ker aanpast én zorgt voor correcte facturatie. De business kan dus zelf
beslissen of en wanneer ze extra budget beschikbaar wil stellen om de performance van bijvoorbeeld applicaties
met directe klantcontacten al dan niet
t
ijdelijk te verhogen.
Met de Cloud Manager kunnen ook
virtuele machines worden gecreëerd,
25. verwijderd of gemodificeerd. Voor het
creëren van virtuele machines zijn
templates beschikbaar, maar de
gebruiker kan ook zelf de configuratie
bepalen en eigen templates uploaden.
Ook de gewenste rekenkracht,
s
chijfruimte en performance kan op
de eigen behoefte worden afgestemd.
Het is zelfs mogelijk de karakteristieken van de virtuele machines lokaal
te laten verschillen. Zo krijgt de
v
estiging of klantgroep elk zijn eigen
performance toegewezen, precies
afgestemd op de behoefte.
Bring Your Own Network
De stap naar de cloud plaatst menig
IT-manager voor grote uitdagingen.
Hoe verbindt hij zijn interne netwerk
met de cloud zonder alle applicaties en
netwerkapparatuur te moeten aan
passen? En werken zijn tools en
p
rocedures nog wel in de cloud? Het
speciale nieuwe Layer 2 netwerk dat
Verizon ontwikkelde, is het antwoord
op al deze vragen: het zorgt dat de
afnemer zonder problemen zijn netwerk, policy’s, procedures en tools
naar de cloud kan overbrengen.
Veel aandacht schenkt Verizon aan
security. Van de perimeter van een
datacenter tot aan de meest geavanceerde toegangssystemen bovenin
de stack is de Verizon Cloud een
o
ptimaal veilige omgeving. Bovendien
weet de afnemer zijn omgeving ondersteund door het gehele Verizonnetwerk.
Nieuw: Verizon Cloud Storage
Organisaties zien zich geconfronteerd
met een almaar groeiende hoeveel
heid data, die in een veilige, maar
t
oegankelijke omgeving moet worden
o
pgeslagen. De kosten van een eigen
opslagomgeving en het beheer ervan
worden steeds hoger. Verizon Cloud
Storage biedt de toegankelijkheid en
grip die nodig is om de groeiende
behoefte aan dataopslag te het hoofd
te kunnen bieden. Gemakkelijke en
snelle toegang, moeiteloos op- en
afschalen en kostenefficiency: het zijn
voor veel organisaties erg aantrekkelijk voordelen van storage in de cloud.
Die voordelen wegen echter niet op
tegen de onzekerheid dat de data in de
cloud niet veilig en niet altijd beschikbaar is. Begrijpelijk, want in dit informatietijdperk kan beschadiging,
ontoegankelijkheid of verlies van data
voor organisaties fatale gevolgen
h
ebben. Met die wetenschap heeft
De afnemer heeft
v
olledige controle over
hoe en waar de data
wordt opgeslagen
V
erizon de manier waarop met data
van fnemers wordt omgegaan en
a
opgeslagen in de datacenters totaal
veranderd. ‘Cloud Control’ is ook
hier het uitgangspunt: de afnemer
heeft volledige controle over hoe en
waar de data wordt opgeslagen.
Selfservice Cloud Storage
Ook bij Verizon Cloud Storage is de
Cloud Manager het dashboard van de
afnemer. Dat is gemakkelijk in het
gebruik, biedt controle over en toegang tot selfservice cloud storage en
geeft volledig inzicht in gebruik en
performance. Dat maakt ook geautomatiseerde storage mogelijk. Met de
Verizon Cloud Storage API kan de
afnemer zijn eigen storageomgeving
beheren, gebruiken, monitoren en
erover rapporteren. Met de Open API
kan elke taak worden geprogrammeerd. Dat betekent dat de gebruiker
bestaande applicaties kan integreren
en terugkerende taken kan automatiseren. En omdat de Verizon Cloud
Storage API compatibel is met
A
mazon Web Services S3, kunnen
er zelfs verbindingen worden gelegd
naar andere clouds.
De afnemer betaalt dezelfde prijs, op
welke locatie hij de data ook opslaat.
Verizon berekent geen kosten voor
gebruikte bandbreedte voor data die
de cloud binnenkomt of data die
t
ussen Verizon Cloud Compute en
Verizon Cloud Storage wordt uitgewisseld.
Flexibele
storagemogelijkheden
Verizon Cloud Storage biedt optimale
beschikbaarheid: de data is er als ze
nodig is. Het volledig opnieuw ingerichte storageplatform doet voort
durend integriteitstests en voert
a
utomatische recovery uit bij storingen in disks, servers en netwerken.
De nieuwe software en technologie
zorgen bovendien voor redundantie
tot op het niveau van dataobjecten.
Verizon haalt echt alles uit de kast om
de data van de cloudgebruiker optimaal veilig en beschikbaar te stellen.
De dataobjecten worden opgeslagen in
buckets. Bij elke nieuwe bucket kan de
gebruiker kiezen uit twee mogelijk
heden: lokaal redundant of geografisch redundant. In het eerste geval
wordt de data bij binnenkomst in een
van de datacenters opgesplitst in
d
uizenden kleinere dataobjecten en
verspreid over een groot aantal disks.
De tweede optie is alleen mogelijk als
er drie of meer Verizon Cloud Storage
datacenters in een regio aanwezig zijn.
In dat geval wordt de data verspreid
opgeslagen in de drie afzonderlijke
datacenters.
Alle data versleuteld
Verizon hanteert twee wijzen van
encryptie: voor transport en voor
opslag. Alle data wordt veilig in en
uit Verizon Cloud Storage getransporteerd via een http-verbinding die met
SSL is geëncrypteerd. Data die eenmaal is opgeslagen, wordt versleuteld
met een Symmetric AES-256 bit cipher
(Advanced Encryption Standard).
Cloud Control
Verizon zet de gebruiker aan het
stuur. Dat is de belangrijkste constatering: de afnemer heeft de volledige
controle over ‘zijn’ cloud, over zijn
data, netwerk en applicaties. Op de
belangrijkste aspecten kan de gebruiker kiezen voor de best passende
optie. Daarnaast biedt Verizon optimale beveiliging en beschikbaarheid
in alle datacenters. Met Cloud Com
pute en Cloud Storage brengt Verizon
cloud computing naar een hoger plan.
2 0 1 3 / 2 0 1 4
❉
23
27. Tekst: Andries van Dijk en Michiel Peters
Digitale infrastructuur van wereldformaat
Nederland heeft met de haven van Rotterdam en de luchthaven Schiphol twee mainports in huis
die internationaal op topniveau meedoen. Het effect van die mainports is groot. Niet alleen door
de directe werkgelegenheid die ze bieden, maar meer nog doordat het economische activiteiten en
ondernemerschap aantrekt. Maar Nederland beschikt over nóg een mainport: de digitale infrastructuur
die zich concentreert rondom de Amsterdam Internet Exchange, een knooppunt van wereldformaat.
I
edere Nederlander kent de beelden
van lossende containerschepen en
vertrekkende vliegtuigen. Ken
merkend voor Rotterdam en Schiphol
is dan ook dat het heel zichtbare mainports zijn. Nederlands derde mainport
is echter vrijwel onzichtbaar, omdat de
digitale infrastructuur waaruit hij
bestaat zich onder de grond en in
g
rote anonieme gebouwen bevindt.
Toch is het een mainport van wereldformaat. Sterker nog: waar Rotterdam
en Schiphol wereldwijd respectievelijk
een elfde en veertiende plaats
in emen, staat de Amsterdam Internet
n
Exchange op de eerste plaats in
t
ermen van aangesloten netwerken en
neemt het de tweede positie in termen
van traffic (gigabits per seconde) in.
Het ecosysteem
De digitale infrastructuur die de basis
vormt voor de Amsterdam Internet
Exchange bestaat uit twee poten:
internetconnectiviteit en housing/hosting. In de eerste categorie vinden we
drie soorten spelers. Ten eerste Internet Service Providers (ISP’s) die eind-
gebruikers connectiviteit bieden met
het internet. Iedere ISP vormt eigenlijk
een netwerk op zichzelf. Maar omdat
er internationaal duizenden van die
netwerken zijn, is er ook interconnectiviteit nodig tussen die netwerken om
ervoor te zorgen dat er één wereldwijd
internet, oftewel een netwerk van netwerken, ontstaat. Die interconnectiviteit tussen netwerken vindt plaats op
twee manieren: peering en transit.
Onder peering verstaan we het uitwisselen van internetverkeer tussen twee
gelijkwaardige netwerken. Technisch
wordt dit gefaciliteerd door de tweede
soort speler: Internet Exchanges.
Een Internet Exchange maakt het
mogelijk dat grote aantallen netwerken via peering met elkaar kunnen
koppelen. Op de Amsterdam Internet
Exchange zijn op dit moment bijvoorbeeld ruim zeshonderd netwerken
met elkaar gekoppeld. De aangesloten
netwerken doen dat vaak met gesloten
beurs. Ze routeren het uitgaande
v
erkeer van hun eindgebruikers naar
andere netwerken en ontvangen van
die andere netwerken inkomend
v
erkeer dat ze routeren naar de bij hun
aangesloten eindgebruikers. Een
v
oordeel van peering via een lokale
Internet Exchange is dat verkeer dat
bestemd is voor een geografisch
d
ichtbij gelegen netwerk, daar via een
relatief snelle en goedkope route komt.
Het alternatief voor peering is transit,
het tegen betaling gebruikmaken van
de diensten van één van de wereld
wijde backbone-netwerken. Daarmee
hebben we de derde soort speler
geïdentificeerd: een beperkte groep
grote wereldwijde spelers van Internet
transit-providers en die voor dat doel
uitgebreide wereldomvattende netwerken beheren. De meeste transitproviders (of tier-1 netwerken) zoals
ATT, Verizon en Sprint zijn Amerikaans. Binnen Europa is Deutsche
Telecom (ICSS) een voorbeeld van een
transit-provider.
Housing en hosting
Naast internetconnectiviteit bestaat de
digitale infrastructuur uit housing en
hosting. Het eerste is het aanbieden
van (lege) rack-ruimte in een data
2 0 1 3 / 2 0 1 4
➼
25
28. datacenter trends
center met alle faciliteiten die er bij
horen zoals (nood)stroom, koeling,
toegangsbeveiliging en brandbeveiliging. Klanten zetten hun eigen servers
en storage in die rackruimte. Hosting
gaat weer een stap verder en omvat
het aanbieden van server- of storagecapaciteit die geleverd wordt vanuit
een door de aanbieder geëxploiteerd
datacenter.
De totale Nederlandse markt van
housing (colocatie) en hosting is
v
olgens Gartner meer dan een miljard
euro per jaar. De bloeiende housingmarkt bestaat uit verschillende soorten spelers met verschillende producten/diensten. De markt van wholesale
colocation bestaat uit aanbieders zoals
Consolidatie en schaalvergroting bepalen
de komende jaren de
datacentermarkt
Digital Realty die grote aantallen vierkante meters datacenterruimte via
langdurige easecontracten aanbieden.
l
Hiermee hoeven klanten zelf geen
grote nvesteringen in een datacenter
i
te doen en besteden ze ook het onderhoud aan de faciliteiten uit.
De markt van retail colocation met
spelers als Equinix, Telecity en Inter
xion biedt netwerk-neutrale data
centerruimte (waarbij dus grote aantallen netwerken aanwezig zijn om
aan te koppelen), maar flexibeler qua
contract en in kleinere hoeveelheden.
Deze partijen hebben zelf grote datacenters of leasen ruimte bij een aan
bieder van wholesale colocation.
Een derde categorie spelers zijn de
aanbieders van carrier-biased colocation. Deze partijen, zoals Level3, Colt en
KPN, bieden zowel internetconnectiviteit als datacenterruimte. Naast deze
onderverdeling in producten en diensten zijn er ook enorme verschillen in
grootte van partijen. Aan de ene kant
staan de grote internationale spelers
26
T H E
B I G
d a t a
c e n te r
die wereldwijd honderdduizenden
vierkante meters colocatiecapaciteit
exploiteren. Aan de andere kant zijn er
de kleine lokale aanbieders die enkele
honderden vierkante meters colocatieruimte exploiteren. Natuurlijk zijn er
ook allerlei varianten die daar tussenin zitten.
Diversiteit in de
hosting-markt
Producten en diensten binnen de
h
osting-sector variëren van het hosten
en beheren van dedicated servers tot
het aanbieden van virtuele servers
volgens een Infrastructure-as-a-
Service (IaaS) model. Dus met een
p
ay-per-use kostenmodel, gedeelde
resources (multi-tenant), zeer hoge
flexibiliteit voor op- en afschalen (elke
gewenste hoeveelheid op elk moment)
en volledige automatisering van dat
proces (on-demand self-service).
Op de hosting-markt zijn verschillende typen spelers actief. Tot de cloud
giants behoren partijen als Amazon,
Microsoft en Google. Deze bieden een
hoog gestandaardiseerd aanbod in
enorme volumes. De enterprise hosters zoals HP en BT richten zich op
hosting-contracten met grote onder
nemingen en combineren dat vaak
met andere diensten zoals integratie.
Meer flexibiliteit in volumes bieden de
mass market hosters zoals Leaseweb,
maar ook deze hebben tienduizenden
fysieke servers waarmee de markt
wordt bediend. Ten slotte zijn er de
kleine lokale hosting partijen die veel
kleinere volumes bieden, maar zich
onderscheiden door maatwerk en
rechtstreeks contact met de klant.
Internationale positie
De digitale infrastructuur in Nederland behoort tot de top van de wereld.
De Amsterdam Internet Exchange
(AMS-IX) is wereldwijd de grootste
Internet Exchange in termen van aangesloten netwerken die daar ‘peeren’
(612). Gemeten in aantal Gbs internetverkeer staan DE-CIX in Frankfurt en
AMS-IX onbedreigd aan kop (www.
euro-ix.net). Wanneer we kijken naar
de aansluiting van eindgebruikers op
het internet, zien we dat Nederland
b o o k
volgens Akamai wereldwijd op de
vijfde plaats staat als het gaat om
connectiesnelheid (Mbs).
Op de colocatie markt doet Nederland
in Europa mee in een kopgroep van
vier: Londen, Frankfurt, Parijs en
Amsterdam. De aantallen vierkante
meters tier-1 colocatiecapaciteit zijn
volgens CBRE-cijfers: Londen
(282.000 m2), Frankfurt (155.000 m2),
Parijs (106.000 m2) en Amsterdam
(95.000 m2). Hierbij heeft Amsterdam
in 2012 de hoogste groei (19.5 procent)
gerealiseerd. De afstand van deze
kopgroep van vier tot de rest daar
onder is groot: op de vijfde plaats staat
Madrid met 25.000 m2.
De goede positie van Nederland en
Amsterdam heeft een aantal redenen:
• ederland en Amsterdam zijn zeer
N
goed verbonden met het fysieke
n
etwerk (zeekabels) en alle grote
internet-carriers zijn hier aanwezig.
• MS-IX realiseert een zeer lage
A
latency (rond de 5 ms met de andere
grote centra Londen, Frankfurt en
Parijs), wat essentieel is voor veel
bedrijven zoals in de financiële of
gaming sector.
• e aanwezigheid van bedrijven
D
trekt weer andere bedrijven aan,
door de mogelijkheid om binnen
het datacenter zelf een directe interconnect tot stand te brengen. Als een
regio dus eenmaal een koppositie op
het gebied van internetverkeer en
datacenters heeft, brengt dat een
zichzelf versterkend proces op gang.
• e energiekosten vormen een
D
belangrijk deel van de exploitatiekosten van datacenters. Cijfers van
Eurostat wijzen uit dat Nederland in
2012 een relatief gunstig tarief voor
grootverbruikers had van 80.5 € per
mWh vergeleken met Londen (109.7
euro), Frankfurt (89.5 euro) en Parijs
(80.9 euro).
• e beschikbaarheid van het aantal
D
Megawatt en de continuïteit van de
elektriciteitsvoorziening is zonder
meer gunstig.
• ederland is een centraal gelegen
N
land dat een neutrale positie
inneemt ten opzichte van andere
29. landen die veel groter zijn. Dat
maakt Nederland zeer geschikt
als plaats om te ‘peeren’ tussen
n
etwerken uit grote andere landen.
• ederland heeft een stabiel politiek
N
klimaat en een economie die gericht
is op internationale handel.
• at betreft wet- en regelgeving was
W
Nederland relatief vroeg met wet
geving over netneutraliteit.
Het fundament voor groei
De digitale infrastructuur in Nederland is de basis voor een aantal groeisectoren zoals e-commerce, digitale
media, online advertising, cloud en
gaming. Al die sectoren laten een
s
terke groei zien en dragen bij aan de
Nederlandse economie. Belangrijke
technologietrends zoals Big Data,
cloud en The Internet of Things blijven
de komende jaren zorgen voor een
steeds grotere vraag naar digitale
infrastructuur. Niets wijst erop dat de
groei afvlakt en dat de digitale revolutie ten einde komt. Integendeel,
o
nderzoek van Cisco wijst op een
groei van het totale internetverkeer
met 23 procent per jaar en een groei
van de datacenter-workloads met
gemiddeld 20 procent per jaar. De
industrialisering van het datacenter
gaat de komende jaren verder door
met hoge elektrische vermogens per
vierkante meter. Bedrijven die voor
grote investeringen in hun eigen datacenter komen te staan, kiezen daardoor vaker voor gebruik van een commercieel datacenter dat kan profiteren
van schaalvoordelen. Consolidatie en
schaalvergroting bepalen de komende
jaren de datacentermarkt.
Conclusie
De digitale infrastructuur in Nederland is een grotendeels onzichtbare
sector, maar wel één die wereldwijd
in de kopgroep meedoet. Veel factoren
die Nederland aantrekkelijk maken,
zijn structureel. Daarnaast profiteert
Nederland van het vliegwieleffect: als
er op een bepaalde plaats een kritische
massa aan Internet Exchange en datacentercapaciteit ontstaat waar netwerken en contentproviders zich vestigen,
dan trekt dat weer andere netwerken
en contentproviders aan. Nederland,
en met name de regio Amsterdam,
bevindt zich in die fase.
Daar tegenover staat dat de lokale
markt hier al sterk ontwikkeld is in
vergelijking tot andere gebieden in de
wereld met grote bevolkingspopulaties. Hoe dat op lange termijn uitpakt,
is nu nog niet in te schatten, maar de
komende jaren komt de koppositie
van Nederland nog niet in gevaar.
De uitdaging voor bedrijfsleven en
overheid is om blijvend de voor
waarden te scheppen waaronder deze
s
ector kan bloeien.
❉
Andries van Dijk en Michiel Peters zijn
senior manager bij Deloitte Consulting.
2 0 1 3 / 2 0 1 4
27
30. datacenter trends
Diensteneconomie afhankelijk van digitale verkeersknooppunten
Datacenters:
industrieterreinen in
het digitale landschap
Data, het is de nieuwe grondstof van de commerciële en niet-commerciële diensten conomie.
e
Alle data wordt in datacenters verwerkt, opgeslagen en doorgeleverd. Waar vroeger de rukpers
d
van papier en inkt kranten drukte, worden nu in het datacenter bits tot online nieuws erwerkt,
v
opgeslagen en ter distributie aangeboden. Waar je vroeger met een collega bij de offieautomaat
k
het laatste nieuws besprak, deel je dat nu met de hele wereld via de datacentersvan Facebook.
Waar de offline en de online economie steeds hechter verstrengeld raken, zijn ata enters de
d c
nieuwe industrieterreinen in het digitale landschap. En die industrieterreinen zijn fhankelijk van
a
digitale verkeersknooppunten.
N
ederland staat zijn mannetje in
de wereld van verkeersknooppunten, zowel offline als online.
Neem Rotterdam, een van de grootste
havens ter wereld. In 2012 werden er
442 miljoen ton goederen overgeslagen,
een groei van 1,2 procent vergeleken
met het jaar daarvoor. Daarmee staat
Rotterdam in de top vijf havens wereldwijd. Ook deed recent het grootste containerschip ter wereld, de Maersk
McKinney Moller, Rotterdam aan als
eerste Europese haven. In Amsterdam
bevindt zich de Amsterdam Internet
Exchange (AMS-IX), een van de grootste internetknooppunten ter wereld. De
AMS-IX verstouwde in 2012 4,1 exabyte
aan data, een groei van 43 procent.
Daarmee laat de AMS-IX alleen de
Duitse exchange DE-CIX aan zich voorbijgaan. Vorig jaar verwelkomde de
AMS-IX de eerste 100GE-klant.
Connectiviteit
De aanwezigheid van een internetknooppunt als de AMS-IX is een van
de redenen dat de Nederlandse datacenterindustrie groeit als kool. Volgens
het laatste kwartaalrapport van CBRE
verslaat Amsterdam zowel London als
Frankfurt wanneer connectiviteit het
28
T H E
B I G
d a t a
c e n te r
doorslaggevende criterium is. Niet
alleen Amsterdam profiteert van de
aanwezigheid van AMS-IX. Zo heeft
Google bijvoorbeeld een datacenter van
Telehouse in Groningen in zijn geheel
gehuurd. Via de Nederlandse digitale
snelweg is de AMS-IX en de rest van de
wereld niet ver weg. Met de groei van
cloud computing, mobiel internet, en
het “Internet of Things” zal het belang
van connectiviteit voor datacenters
alleen nog maar toenemen.
Telecommunicatie-infrastructuur, zoals
hierboven beschreven, is de onderste
van een viertal lagen waaruit datacenters opgebouwd zijn:
1. Telecommunicatie-infrastructuur
2. Datacenter-infrastructuur
3. ysieke computer-infrastructuur
F
4. irtuele computer-infrastructuur
V
Datacenter-infrastructuur
Hieronder vallen onder andere
housing, energie, koeling, bekabeling
en racks. In de datacenter-infrastructuurlaag zien we de volgende trends:
• oenemend gebruik van software
T
voor datacenter-infrastructuur
management (DCIM) die het beheer
van datacenteractiva automatiseert
en vereenvoudigt.
b o o k
• oortschrijdende modularisering
V
waarbij infrastructuur-componenten
binnen grotere modules geïntegreerd worden.
• inder is meer: met een kleiner
M
oppervlak, minder kabels en minder
energie meer rekenkracht en koeling
kunnen leveren.
• oenemende industrialisatie van de
T
bedrijfstak die datacenter-infrastructuur levert waardoor sneller en met
minder personeel meer datacenters
opgeleverd kunnen worden.
Fysieke computer-
infrastructuur
Hieronder vallen onder andere servers, opslag, firewalls en lokale netwerken. In de fysieke computer-
infrastructuurlaag zien we de
volgende trends:
• edreven door de wens om sneller
G
en eenvoudiger IT-resources in te
kunnen zetten vindt er een toe
nemende convergentie plaats van
servers, opslag en netwerken.
G
eïntegreerde systemen en software-appliances zijn voorbeelden
van systemen waarbij de gehele
fysieke computer-infrastructuur
onder een enkel rack valt.
➼
32. datacenter trends
• en toename van Big Data en cloud
E
computing zorgt voor een voort
durende schaalvergroting van de
fysieke infrastructuur tot zogenaamde hyperscale infrastructuren van
duizenden gedistribueerde servers.
• edrijven als Google en Facebook
B
die hyperscale datacenters bouwen,
gebruiken steeds meer merkloze
standaard server-, opslag- en
n
etwerkhardware die ze zelf
a
anpassen aan hun behoeftes.
Virtuele computerinfrastructuur
Hieronder vallen onder andere hypervisors voor servers, opslag en netwerken maar ook voor het hele datacenter,
het zogenaamde ‘software defined’
datacenter. In de virtuele computerinfrastructuurlaag zien we de volgende trends:
• utomatisering van de automatiseA
ring neemt toe: er zijn steeds minder
datacenter-medewerkers nodig om
het geheel draaiende te houden.
• Een groeiende vraag naar Software
as-a-Service (SaaS), Platform-as-aService (PaaS) en Infrastructure-asa-Service (IaaS) versnelt het
virtualisatieproces.
• In toenemende mate kunnen
workloads binnen en tussen
datacenters verplaatst worden
zonder dat de dienstverlening
hier hinder van ondervindt.
• Er is een sterke opkomst van open
source cloud-software zoals
OpenStack en OpenFlow.
Consolidatie en integratie
De bouwstenen binnen de hierboven
genoemde vier lagen komen langzaam
samen en vormen grotere blokken.
Door middel van ‘software defined
network‘-technologie worden functies
en netwerken voor telecommunicatienetwerken in toenemende mate gevirtualiseerd. In de datacenter-infrastructuurlaag worden modulaire systemen
geleverd met energie, koeling, bekabeling en racks in één enkele container.
In de fysieke computer-infrastructuurlaag ontstaan geïntegreerde systemen
met servers, opslag en netwerken in
één enkel rack, de zogenaamde ‘converged infrastructure’. In de virtuele
infrastructuurlaag worden virtuele
machines steeds mobieler (mobiliteit
tussen datacenters) en wordt het datacenter in toenemende mate als één
30
T H E
B I G
d a t a
c e n te r
Zelf doen of laten
doen
Waar vroeger veel bedrijven hun eigen
datacenter hadden, vindt er nu een
verschuiving plaats van bedrijfsdata
centers naar commerciële datacenters.
Langzaam verplaatsen IT-resources
zich van on premise, naar co-locatie,
hosting of IaaS-omgeving. Een recent
onderzoek van het Uptime Institute
geeft aan dat wereldwijd 63 procent
van de onderzochte commerciële
datacenters hun budget hebben zien
groeien vergeleken met slechts
25 procent van de bedrijfsdatacenters.
Langzaam verplaatsen IT-resources zich
van on premise, naar
c
o-locatie, hosting of
IaaS-omgeving
groot geheel van virtuele machines,
opslag en netwerken gedirigeerd.
Wanneer in het virtuele datacenter van
de toekomst een virtuele machine niet
langer gebonden is aan een fysieke
locatie en server in het datacenter, betekent dit ook dat voeding en koeling
binnen een datacenter dynamisch moeten worden geïnformeerd over virtuele
machine- en workload-mobiliteit om
efficiëntie en uiteindelijk lagere energiekosten te bereiken. Datacenter infrastructure management (DCIM) software zal dan ook in toenemende mate
management informatie leveren aan
server- en cloud-managementsoftware.
Maar ook over de lagen heen vindt
consolidatie plaats. Zo worden er datacentercontainers inclusief converged
infrastructuur geleverd. Onder andere
Microsoft bouwt modulaire datacenters op basis van dit principe. Een van
de belangrijkste voordelen van deze
modulaire aanpak is dat CAPEX meer
afgestemd kan worden op OPEX. Wanneer de vraag naar rekenkracht stijgt,
kan een nieuwe module gemakkelijk
worden binnengereden en aangesloten.
Specialisatie
Niet elk datacenter zal op dezelfde
manier evolueren. Op laag een (tele-
b o o k
communicatie) en laag twee (datacenter-infrastructuur) zijn de verschillen
door de invloed van de cloud niet zo
groot. Met name op laag drie (fysieke
computer-infrastructuur) en vier (virtuele computer-infrastructuur) vindt er
specialisatie plaats. Hier kunnen we
drie verschillende types cloud onderscheiden:
• e ‘consumer cloud’. Dit is de cloud
D
waarin consumenten geen recht
hebben op privacy, waar geen SLA’s
geboden worden en waar infrastructuur gedeeld wordt. Datacenters
gebruiken op maat ontwikkelde
hardware, omdat binnen de schaal
waarop zij werken er geen standaard oplossingen voorhanden zijn.
• e ‘customer cloud’. In deze cloud
D
betalen consumenten voor diensten
en krijgen ze een bepaald niveau
van dienstverlening gegarandeerd.
Deze cloud is gebouwd op converged
infrastructuur. Online banking is
een goed voorbeeld van een ‘customer cloud’.
• e ‘business cloud’. In deze cloud
D
krijgen bedrijven gegarandeerde
diensten die compliant zijn met de
geldende regelgeving, conform
opgestelde SLA’s.
InterCloud
In de toekomst, als cloud computing
gemeengoed is en datacenters daadwerkelijk de nieuwe industrieterreinen
in het digitale landschap geworden
zijn, zal er een wereldwijde datacenter
grid zijn ontstaan. En net als het internet een netwerk van computernetwerken is, is de InterCloud dan een cloud
van clouds. De vorming van deze InterCloud is recent weer een stapje dichterbij gekomen met het initiatief van de
Deutsche Börse die volgend jaar computerkracht gaat verhandelen. Volgens
Deutsche Börse moet het net zo gemakkelijk worden om computerkracht in te
kopen als het kopen van olie of elektriciteit. Die marktplaats van de Deutsche
Börse draait op een cloud in een datacenter. En daarmee zijn we weer terug
bij het begin: data is de nieuwe grondstof en datacenters vormen de nieuwe
fabrieksterreinen in het digitale landschap.
Pim Bilderbeek (pim@themetisfiles.nl)
is partner en Principal Analyst bij
The METISfiles.
❉
33. Tekst: Jeffrey Gadellaa
NPR 5313
Praktijkrichtlijn ‘Computerruimten en datacenters’ zorgt
voor eenduidige terminologie
Computerruimten en datacenters vervullen een cruciale
rol in de keten van communicatie. Juist doordat deze cruciale rol vaak op één of meerdere locaties is weggelegd is het
van belang te komen tot eenduidige afspraken. De NPR
5313 geeft een handreiking
voor de planning en oplevering van computerruimten en
datacenters.
I
n 2006 is NEN een onderzoek
gestart naar de mogelijkheden tot
normontwikkeling rondom
c
omputerruimte en datacenters.
Nadat erschillende belanghebbende
v
partijen besloten hieraan deel te
nemen, was de oprichting van de
Nederlandse normcommissie ‘Computerruimte en datacenters’ (NC381888)
een feit. Een normcommissie bestaat
uit leden vanuit zowel publieke als
private instanties. Zijn komen tot consensus over bijvoorbeeld begrippen en
definities, maar ook over andere relevante zaken zoals roces en techniek.
p
Informatieafspraak
In het normalisatieproces worden een
aantal keuzes gemaakt ten aanzien
van de doelstelling en de positionering ten opzichte van reeds bestaande
ontwikkelingen. De normcommissie
‘Computerruimte en datacenters’ is
uiteindelijk tot het besluit gekomen
om een Nederlandse praktijkrichtlijn
(NPR) te ontwikkelingen, die in tegenstelling tot een Nederlandse Norm
meer een advies betreft dan een eisen-
stellende afspraak. Een NPR is een
praktische uitwerking van een norm.
Bijvoorbeeld toelichtingen op normen,
constructieve mogelijkheden, werkmethoden en fabricagegegevens.
K
ortom, een raktisch handvat.
p
O
verheden en marktpartijen kunnen
verwijzen naar Nederlandse
parktijkricht ijnen en deze bindend
l
verklaren.
Programma van Eisen
Praktisch biedt de NPR 5313 ‘Com
puterruimte en datacenters’, zoals
deze formeel wordt beschreven, hulp
bij het specificeren, ontwerpen, aanbieden en opleveren van een computerruimte of datacenter. De NPR 5313
kan worden gebruikt bij zowel projecten voor het aanpassen van een
bestaande computerruimte of een
bestaand datacenter als bij projecten
voor een nieuw te bouwen en in te
richten computerruimte of datacenter.
De NPR 5313 verschaft de beheerder
van een computerruimte of datacenter
e
enduidige terminologie, die hij kan
gebruiken om zijn ambities en wensen
kenbaar te maken en te vertalen in een
Programma van Eisen. Een voorbeeldindeling van een Programma van
Eisen maakt deel uit van de NPR 5313.
Bedrijfsvoering
Voor de sturing en beheersing van
kosten en/of risico’s rond een com
puterruimte of datacenter is bedrijfs
voering noodzakelijk. Met behulp van
de omschreven onderwerpen voor
bedrijfsvoering kunnen eigenaren of
beheerders op strategisch, tactisch en
operationeel managementniveau hun
Kerntaken NEN
Naast wet- en regelgeving kennen we
diverse normen, richtlijnen en afspraken. In Nederland ligt de verantwoordelijkheid over de normen en richtlijnen
bij het Nederlands Normalisatie-
instituut (NEN) te Delft. NEN brengt als
non-profitorganisatie belanghebbende
partijen bij elkaar om gezamenlijk
toepasbare afspraken te maken en
faciliteert de implementatie hiervan.
Op internationaal niveau behartigt het
de belangen van de Nederlandse
markt. Regelmatig ontvangt NEN vanuit
CEN (de Europese normalisatie-instelling) en ISO (de mondiale normali aties
instelling) voorstellen om normontwikkeling te starten voor een nieuw
onderwerp. Ook kan een Nederlandse
marktpartij een voorstel voor norm
ontwikkeling neerleggen. NEN heeft
als taak Nederlandse belanghebbende
marktpartijen te informeren over
relevante normalisatie-initiatieven.
Daartoe brengt NEN eerst de belanghebbende marktpartijen in kaart,
informeert hen over het voorstel (‘New
Work Item Proposal’) en onderzoekt of
de Nederlandse markt behoefte heeft
aan afspraken over het nieuwe
onderwerp. Ook polst NEN het
draagvlak om deel te nemen aan de
ontwikkeling van normen op dit gebied.
agenda’s opstellen, richting geven aan
het gebruik, beheer en onderhoud, en
primaire en ondersteunende processen beheersen. Om een computerruimte of datacenter te ontwikkelen,
dienen risico’s te worden geïdentificeerd, geanalyseerd en gemanaged.
Of een risicoanalyse nodig is en in
2 0 1 3 / 2 0 1 4
➼
31
35. welke mate, is sterk afhankelijk van
de mogelijke schade als gevolg van
een incident. In de NPR 5313 is een
lijst pgenomen met verschillende
o
g
roepen mogelijke bedreigingen
die kunnen leiden tot incidenten.
Verder komen binnen bedrijfsvoering
o
nderwerpen als kwaliteitsmanagement, life-cycleprocessen en commissioning aan bod.
Energiezorg
Naast informatie voor het management bieden de classificatieschema’s
treffen maatregelen in de vorm van
component-/systeemredundantie,
kwaliteitscontrole en onderhoud.
Naast beschikbaarheid van data kunnen eisen worden gesteld aan ‘integriteit’ en ‘exclusiviteit’ van data. Het is
dan ook van belang dat eisen worden
gespecificeerd ten aanzien van brandveiligheid en inbraakveiligheid.
De NPR 5313 geeft een handvat om
maatregelen te treffen volgens het
schillenprincipe, op basis van
b
ouwkundig, installatietechnisch en
organisatorische (BIO) aspecten.
Ontwerpcontrolelijsten
Om een computer
ruimte of datacenter
te ntwikkelen, dienen
o
risico’s te worden
geïdentificeerd,
geanalyseerd
en gemanaged
handreikingen voor overheden om
eenduidig rapportage te beoordelen
over het efficiënt gebruik van energie.
Energiezorg speelt een zeer belang
rijke rol op het gebied van computerruimte en datacenters. Om deze reden
heeft de normcommissie aan dit
t
hema inhoud gegeven en wijst het
gebruikers van de NPR 5313 op de
ontwikkelingen vanuit de nationale
en internationale overheden. Naast
aanwijzingen worden op basis van
internationale en nationale ontwikkelingen classificatieschema’s voor
energie- fficiency aangeboden.
e
Beschikbaarheid en
beveiliging
Andere classificatieschema’s die
onderdeel zijn van de NPR 5313 geven
richting aan de beschikbaarheid van
systemen en beveiliging tegen brand
en inbraak. Voor het maken van een
berekening van de beschikbaarheid,
kan gebruik gemaakt worden
v
erschillende analysevormen en zijn
specifieke gegevens noodzakelijk om
tot een correct vergelijkbaar resultaat
te komen. In de NPR 5313 is een classificatiemodel terug te vinden, dat een
handreiking geeft voor mogelijk te
Op het moment dat gekeken wordt
naar het ontwerp en de realisatie,
geven de ontwerpcontrolelijsten van
de NPR 5313 richting in de mogelijkheden. Met de ontwerpcontrolelijsten
kunnen technische euzes worden
k
gemaakt over bijvoorbeeld bouwkundige voorzieningen, maar ook over
elektrotechnische -/ erktuigkundige
w
installaties en beveiligingsinstallaties.
De NPR 5313 geeft generieke afhankelijkheden per discipline met een
onderbouwing van voorbeelden met
ontwerpkeuzes. Een voorbeeld betreft
de toepassing van overspannings
beveiligingen. Allereerst wordt aan
gegeven in welke normen het onderwerp aan bod komt. Vervolgens wordt
een aantal afhankelijkheden benoemd,
bijvoorbeeld kwaliteit van de externe
energievoorziening en vervolgens
volgt een afronding met een mogelijk
te maken keuze, bijvoorbeeld de plaats
of het type van de toe te passen
o
verspanningsbeveiliging. Dankzij de
ontwerpcontrolelijsten worden gebruikers van de NPR 5313 geattendeerd op
essentiële ontwerpkeuzes.
In de exploitatiefase zijn uiteindelijk
ook aspecten van belang om de
c
omputerruimte of het datacenter in
een optimale conditie te behouden.
In de NPR 5313 worden verschillende
onderhoudsvormen benoemd die
t
oepasbaar kunnen zijn.
Handreiking
Als gevolg van de complexiteit van
verschillende disciplines, de omvang
en de internationale samenhang is
besloten een eerste publicatie in 2013
te realiseren. Na de publicatie wordt
de NPR 5313 onderhouden en kunnen
aanscherpingen of praktische aanvullingen worden gedaan. Een tweede
publicatie wordt in 2016 verwacht.
Deze eerste publicatie geeft een raamwerk om uitgangspunten te formuleren
en biedt een handreiking om tot verdere
invulling van vraagstukken op het gebied van classificatie van beschikbaarheid, beveiliging en energie-efficiency
en technische afwegingen rondom
computerruimte en datacenters te
komen. De uitgave ligt in lijn met de internationale normalisatie-activiteiten en
is daarom reeds praktisch toepasbaar
naast de toekomstige EN-50600.
De NPR 5313 kan als gemeenschappelijke referentie dienen. Betrouwbare
en energie-efficiënte computerruimtes
en datacenters vormen uiteindelijk het
ICT-innovatieplatform voor alle sectoren in Nederland.
met zowel Europese als internationale
normalisatie-instituten, consortia en
brancheorganisaties. Op Europees
niveau wordt op dit moment gewerkt
aan de EN-50600, een Europese ENnorm voor computerruimten en
d
atacenters. Een Europese EN-norm
is geldig voor alle Europese lidstaten.
Normalisatie-instituten zijn verplicht
de Europese normen nationaal over te
nemen. Het werk dat door de Nederlandse normcommissie ‘Computerruimten en datacenters’ wordt verricht, is daarom van cruciaal belang
voor de Europese ontwikkelingen.
❉
Internationale aansluiting
De ontwikkeling van de NPR 5313
staat niet op zichzelf, maar sluit aan
en wordt afgestemd op nationaal,
Europees en internationaal niveau.
De Nederlandse kennis en ervaring
binnen de normcommissie is gecon
solideerd, gestructureerd en gedetailleerd. Het instituut deelt haar kennis
Jeffrey Gadellaa (jeffrey.gadellaa@
croon.nl) is Voorzitter Nederlandse
normcommissie ‘Computerruimte en
Datacenters’ en lid van de Europese
werkgroep TC215.
2 0 1 3 / 2 0 1 4
33
36.
37. Transforming your business while you’re
Transforming your business while you’re
busy running it. There is ais a certain way.
busy running it. There certain way.
In a fast-evolving marketplace which demands demands leadership that brings results, there existscertainty:certainty:
In a fast-evolving marketplace which leadership that brings results, there exists a way of a way of
Tata Consultancy Services (TCS). With TCS as your strategic advisor and partner, the ever-changing new landscapes of business business
Tata Consultancy Services (TCS). With TCS as your strategic advisor and partner, the ever-changing new landscapes of
become new vistas of opportunity. TCS offersTCS offers you market-proven, world-class experience, expertise and guidance to show the
become new vistas of opportunity. you market-proven, world-class experience, expertise and guidance to show the
way for your business to evolve.to evolve. Wecreating transformational offerings by leveraging the partner ecosystem and our and our
way for your business We focus on focus on creating transformational offerings by leveraging the partner ecosystem
next generation delivery model. TCS has invested significantly in a numberaof migrationmigration and transformation tools including
next generation delivery model. TCS has invested significantly in number of and transformation tools including
eTransform and MasterCraft to enableto enable enterprises migrate their legacy and adopt the cloud. Leveraging thedeliver to deliver next
eTransform and MasterCraft enterprises migrate their legacy and adopt the cloud. Leveraging the cloud to cloud next
generation IT Infrastructure services isservices tocentral to TCS strategy. strategy.
generation IT Infrastructure central is TCS business business
Visit tcs.com/offerings/it_infrastructure/ or mail usor mail us at netherlands.marketing@tcs.comare certain tocertain to learn more
Visit tcs.com/offerings/it_infrastructure/ at netherlands.marketing@tcs.com and you and you are learn more
38. opinie
Eric Boonstra, Algemeen Directeur EvoSwitch:
“Datacenter
wordt
marktplaats”
System integrators kiezen volgens Eric Boonstra, Algemeen Directeur van EvoSwitch, steeds
vaker voor carrier-neutrale datacenters voor hun eindklant, de CIO. De reden is volgens hem
simpel. “Daar kunnen ze de voor hen belangrijke interconnecties maken met verschillende
leveranciers.”
36
T H E
B I G
d a t a
c e n te r
b o o k
39. D
e gang naar het datacenter
begon voor veel bedrijven met
storage, beschouwt de uiterst
nuchtere Boonstra. “Die trend begon
vijf jaar geleden. Toen koos de CIO ook
eerder voor een full dedicated service
waar zijn applicaties stonden met een
verbinding terug naar het hoofdkantoor. Die omgeving werd veelal gemanaged door de system integrator.” Nu
is de wereld anders, zegt Boonstra.
“Carrier-neutrale datacenters zijn als
een marktplaats, waar verschillende
netwerken, clouds en verschillende
applicaties samenkomen om grote hoeveelheden data met de juiste netwerken te verbinden om zo snel of kostenefficiënt mogelijk op te slaan en naar de
eindgebruiker te transporteren. De rol
van de system integrator is om op basis
van de eisen en wensen van zijn klant
en de nieuwe componenten voor solutions zoals netwerkdiensten en cloud
computing, advies te geven over wat in
die marktplaats het beste past bij de
betreffende onderneming. De carrierneutrale datacenters vormen daarmee
aantrekkelijke locaties om deze nieuwe
‘hybride cloud’-solutions te bouwen.
Wij zijn geen onderdeel van dit proces;
wél zorgen wij dat het juiste ecosysteem van netwerk en cloudproviders
bij ons binnen staat. Carrier-neutrale
datacenters bevorderen zo keus en
diversiteit van partners en leveranciers.
Onze voorkeuren zijn niet relevant.”
Ongekende groei
De ‘marktplaats’ van Evoswitch maakt
een ongekende groei door. Het begon
ooit, in 2007, in Haarlem, onderdeel van
de internethub in wat Boonstra grootAmsterdam noemt. Inmiddels staat
daar 12.000 vierkante meter aan datacenter met klanten vanuit de hele
wereld. Grote namen, start-ups en alles
er tussen in. Een tweede Evoswitch
datacenter huist buiten Washington,
D.C., in het noorden van Virginia, in de
Verenigde Staten. “We konden met de
vraag om datacenterruimte van enkele
van onze klanten versneld onze plannen voor de VS ten uitvoer brengen”,
aldus Boonstra. Het derde datacenter
wordt begin 2015 geopend in Amsterdam. “Ik verwacht voorlopig niet dat
we ophouden met groeien”, stelt Boonstra. “Outsourcen neemt met de overstap naar cloud computing alleen maar
toe.” Of het nu internetserviceproviders, corporates, cloudleveranciers, leidende internet exchanges zoals die van
Amsterdam en Londen, de overheid of
Virtualisatie is nu
dusdanig doorgedrongen dat partijen binnen
datacenters elkaar nu
opzoeken om gezamenlijk diensten aan te
bieden
system integrators zijn; Evoswitch heeft
ze in huis. “De toevlucht is enorm. De
eerste schroom is er, ook bij corporates,
volledig vanaf.” Evoswitch merkt een
toestroom van partijen die wereldwijde
aanwezigheid wil hebben. “Dat om bijvoorbeeld gaming of social media goed
dekkend te kunnen aanbieden. Of om
wereldwijd back up te hebben.”
Evoswitch is zich dan ook aan het oriënteren op een locatie voor een nieuw
datacenter aan de westkust van de Verenigde Staten. Boonstra: “En op het
verlanglijstje staat ook nog Azië, waarbij locaties als Hongkong of Singapore
prominent figureren.”
Hoge eisen
Boonstra somt vervolgens in het kort
de belangrijkste zaken rond het bouwen van een datacenter op. “Koeling,
stroom, beveiliging, support en connectiviteit...Om een deel van die onderdelen moeten we steeds meer wedijveren. Londen, Frankfurt, Parijs en
Amsterdam zijn belangrijke markten
en lokale overheden kunnen omdat de
plaatsen zo gewild zijn, daarom steeds
strengere eisen stellen, bijvoorbeeld
aan Power Usage Effectiviness (PUE).
Die ligt bij ons op 1,2 in Amsterdam.
We hebben sinds de bouw al rekening
gehouden met de duurzaamheid van
het gehele project inclusief exploitatie
en met name bij uitbouw, waar steeds
meer innovatieve technologie kan worden benut. Dat was, is en blijft ons uitgangspunt.”
Een ander belangrijk punt volgens
Boonstra is de beveiliging. “EvoSwitch
besteedt jaarlijks meer dan 10.000 manuren aan certificering van haar datacenters. Veel van die certificeringen
hebben direct of indirect te maken met
de wijze waarop wij de data van onze
klanten fysiek beveiligen. Naast grote
enterprise klanten en system integrators staan er bij ons internetbedrijven
met hun e-commerce platform binnen,
maar ook internetserviceproviders.
Bedrijven die ‘missie-kritiek’ in een
heel ander perspectief kunnen plaatsen. Wij worden daarom extra onder de
loep genomen, en al onze klanten hebben hier uiteindelijk voordeel bij.”
Hogere vorm
De algemeen directeur ziet in zijn
datacenter klanten tot een hogere
vorm van sourcing overgaan. “Vroeger was duidelijk gedefinieerd welke
server voor welke klant was. Nu is
virtualisatie en cloud zodanig doorgedrongen dat partijen binnen dat datacenter elkaar opzoeken om gezamenlijk diensten aan te bieden aan de
eindklant. Die eindklant ziet de cloud
meer en meer zitten, ook omdat duidelijker is geworden wat de cloud nu wel
en niet is. De sterke aandacht voor de
fysieke beveiliging van haar datacenters zorgt voor vertrouwen, het kostenplaatje is beter geworden en de CIO
weet welke informatie hij wel of niet
in de cloud wil zetten. Je ziet dan ook
keuzes voor make or buy in het voordeel van buy uitvallen, ook bij de
overheid. Ze zeggen: 24 uur maal 7
dagen in de week kwaliteit borgen en
support leveren kunnen we niet. En ze
zien dat zowel CAPEX als OPEX de
bedragen lager uitvallen.” Boonstra
preekt enigszins voor eigen parochie,
maar de groei die hij realiseert, ondersteunt het betoog. “Ik heb geen reden
om te denken dat we onze groei niet
zouden doorzetten. De trends van outsourcing en cloud zijn nog lang niet
voorbij. We’re here to stay.”
2 0 1 3 / 2 0 1 4
❉
37
40. thema cloud computing
Wat draaien we ‘public’ en wat niet?
De richtlijnen liggen
in de cloud verborgen
38
T H E
B I G
d a t a
c e n te r
b o o k
41. Tekst: Dick Schievels
Clouds zijn er in diverse
soorten en maten maar alom
worden er tegenwoordig drie
modellen gehanteerd: public,
private en hybrid. Het hybride
model heeft volgens IT-specialisten de toekomst. De lastige
vraag voor steeds meer
IT-managers luidt dan ook:
wat draaien we public en wat
brengen we onder in onze
private cloud?
D
e toekomst van computing
heet cloud computing, maar
cloud-IT is geen cloud-IT
alleen omdat er cloud voor staat.
Dat kan eenieder met verstand van
zaken nog vrijwel dagelijks ervaren.
W
anneer verdient IT wel dat predicaat? Hoewel er meerdere definities
de onde doen, zijn er vijf kenmerken
r
die altijd in een of andere vorm
t
erug eren. Zij ormen de kern van
k
v
cloud computing.
Ten eerste moet er een grote hoeveelheid gebundelde rekenkracht voorradig zijn, die naar behoefte kan worden aangesproken door iedereen die
in het bezit is van een creditcard.
Nemen we even het in de lucht brengen van een bedrijfswebsite als voorbeeld, dan staat cloud computing aan
het eind van een rij van vier computing-exploitatiemodellen, waarin je
een verschuiving ziet optreden van
CAPEX + OPEX naar alleen OPEX.
Die rij begint met traditioneel zelf
doen op een eigen servertje (flinke
CAPEX, flinke OPEX), en loopt via
colocatie (iets lagere CAPEX en OPEX)
en managed hosting (CAPEX nul,
OPEX flink), naar cloudcomputing
(CAPEX nul, OPEX gematigd).
Ten tweede moet de rekenkracht zijn
gebaseerd op virtualisatie. Dit is in
geval van cloud computing een must,
omdat het succes ervan alles te maken
heeft met ‘economies of scale’ en gebaseerd is op infrastructuren bestaande
uit duizenden servers. Om kosteneffectief te kunnen opereren, is een zo
hoog mogelijk rendement van iedere
server van het grootste belang.
Ten derde moet de rekenkracht elastisch schaalbaar zijn, zowel omhoog
als omlaag. Al naar gelang de behoefte
van de klant moet er dynamisch
rekenkracht kunnen worden aanen uitgezet. In een wereld zonder
cloud computing moet je bij aanschaf
altijd alles dimensioneren op het
k
unnen verwerken van de hoogste
piekbelasting.
Ten vierde moeten de nodige nieuwe
virtuele machines automatisch
(via een API) binnen enkele minuten
gecreëerd en uitgerold, dan wel
o
ntmanteld kunnen worden.
En ten vijfde moet er zuiver worden
afgerekend naar gebruik. Dus niet,
zoals bij managed hosting, eerst een
startup-bedrag bij binnenkomen en
vervolgens een abonnement op jaar
basis.
Private cloud
In het zojuist gegeven signalement
van cloud computing, gaat het om
cloud computing in zijn meest pure
vorm: het betrekken van IT-infrastructuur uit de cloud, beter bekend als
IaaS (Infrastructure-as-a- Service).
De voordelen ervan zijn in twee
w
oorden samen te vatten: flexibiliteit
en kostenefficiëntie.
Het overzetten van
bejaarde applicaties
naar een cloudomgeving levert vaak
maar marginale
verbeteringen op
Welke bedrijfstoepassingen zijn nu
vanuit deze twee gezichtspunten
bekeken geschikt om in de cloud uit te
rollen? Je zou misschien geneigd zijn
te denken: allemaal. Toch is dit niet zo
en blijft het altijd nodig de business
case te maken. Simpele rekenvoorbeelden in de handboeken over cloud
computing laten zien dat het in som-
mige omstandigheden het goedkoopst
is een applicatie gewoon op de servers
in het eigen datacenter te draaien.
Neem bijvoorbeeld een hele stabiele
applicatie, die gestaag zijn werk moet
doen over een periode van jaren, met
nauwelijks uitschieters qua belasting.
Heb je het daarentegen over een applicatie die kort, voor bijvoorbeeld een
paar weken of een half jaar, in de lucht
moet worden gebracht, dan wordt het
in de cloud draaien al snel lucratief.
Dat geldt natuurlijk in versterkte mate
als het daarbij om grote, zware applicaties gaat die heel veel rekenkracht
vereisen. Dat zijn bij uitstek de applicaties die gedijen in de cloud.
Toch worden ook die niet altijd naar
de cloud gebracht. Waarom? Het
a
ntwoord ligt niet ergens in een hoekje op zolder verborgen, maar in de
k
enmerken van cloud computing zelf.
Bij alle flexibiliteit en kostenefficiëntie
gaat er namelijk één ding verloren:
controle. Controle over waar je data
worden opgeslagen, controle over de
beveiliging van de infrastructuur,
et cetera. Dat is de reden voor de
o
ntwikkeling van het concept ‘private
cloud’, waarmee hetgeen wij tot nu toe
als ‘dé cloud’ hebben aangeduid van
het voorvoegsel public moet worden
voorzien.
Net als bij de public cloud is een private cloud gebaseerd op virtualisatie,
elastische schaalbaarheid en de
a
utomatisering van beheertaken.
Ook het gebruik kan intern per eenheid worden doorbelast. Het enige wat
o
ntbreekt ten opzichte van de public
cloud, is dat niet zomaar iedereen met
een creditcard er gebruik van kan
maken. De belangrijkste drijfveren
voor de ontwikkeling van een private
cloud zijn security, beschikbaarheid
en de omvang van het personeels
bestand. Applicaties en data die
b
ijvoorbeeld streng beveiligd moeten
worden omdat ze uiterst privacygevoelig zijn, zijn kandidaten om in een
private cloud onder te brengen.
Net als applicaties die een mate van
toegankelijkheid eisen die in de public
cloud niet kan worden verschaft.
Voor de meeste bedrijven zullen de
2 0 1 3 / 2 0 1 4
➼
39
42. thema cloud computing
‘economies of scale’ flink achterblijven
bij die van een grote public-cloudaanbieder. Dus zal het ook voor bedrijven
met een eigen private cloud in veel
gevallen aantrekkelijk blijven om ook
uit de public cloud diensten te
b
etrekken. Dat leidt tot de situatie die
‘hybrid cloud’ genoemd wordt.
Hybrid cloud
De hybrid cloud wordt door IT-specialisten een rooskleurige toekomst voorspeld. Het verenigt de voordelen van
beide andere modellen. Het is echter
technologisch gezien wel de meest
complexe oplossing. Want een hybrid
cloud is niet zoiets als ‘een stukje doe
je zelf en een stukje neem je af’.
Er moet echt een brug tussen zitten;
private en public cloud moeten
g
ekoppeld zijn. Pas dan mag je echt
spreken van een hybrid cloud.
Applicaties die laag
s
coren op de factor
overdraagbaarheid zijn
geen geschikte kandi
daten voor de cloud
In het hybride model hebben IT-managers echt de keuze over welke applicaties ze op een publieke en welke ze op
hun private infrastructuur draaien.
Het is zelfs mogelijk om een deel van
de applicaties publiek en een ander
deel privaat onder te brengen. Soms
worden de data bijvoorbeeld binnen
de muren van het eigen datacentrum
opgeslagen, maar draait de applicatie
zelf in de public cloud. Hele duidelijke
richtlijnen zijn niet te geven voor het
dilemma welke applicaties nu het best
in het publieke en welke beter in het
private domein onder kunnen worden
ge racht. In de praktijk zie je dat veel
b
bedrijven geneigd zijn om bijvoorbeeld hun e-mail- en samenwerkingssoftware vanuit de publieke cloud te
betrekken, terwijl de HRM-, ERP- en
financiële systemen, die vaak op maat-
40
T H E
B I G
d a t a
c e n te r
werk zijn gebaseerd en extra beveiliging behoeven, in het private deel
van de hybrid cloud worden onder
gebracht.
Ook blijkt uit praktijkervaringen dat
het overzetten van enigszins bejaarde
applicaties naar een cloudomgeving
vaak maar marginale verbeteringen
oplevert. Dat komt natuurlijk omdat
die applicaties oorspronkelijk nooit
voor een cloudomgeving zijn ontwikkeld.
SaaS en PaaS
Zojuist, bij de constatering dat veel
bedrijven hun e-mail- en samen
werkingssoftware uit de public cloud
betrekken, werd al even aan een
public-cloudmodel gerefereerd dat tot
nu toe nog niet ter sprake is gekomen,
terwijl het eigenlijk het meest florerende public-cloudmodel is dat we
k
ennen, namelijk SaaS (Software-as-a-
Service). SaaS is er ondertussen in vele
varianten. Of de flexibiliteit en kostenefficiëntie van dit soort oplossingen
opwegen tegen de risico’s die de
afhankelijkheid van een derde
partij met zich meebrengt, moet
per pplicatie worden bekeken.
a
Naast SaaS is er ook nog PaaS
(Platform-as-a-Service). Bekende
v
oorbeelden zijn Google’s AppEngine,
Microsofts Azure en Force.com van
Salesforce.com. Het zijn ontwikkel
omgevingen rond applicaties op een
bepaald platform in de cloud. De
cloudsmaken IaaS, PaaS en SaaS zijn
in die volgorde in te delen op basis
van de mate van controle die de afnemer van de betreffende clouddiensten
heeft over de applicatie.
Een standaard als ISO 25010 om de
kwaliteit van software te meten, is een
bruikbaar hulpmiddel om de cloud
geschiktheid van een applicatie te
beoordelen. ISO 25010 kent acht hoofdcategorieën voor het vaststellen van de
productkwaliteit van software. Het
gaat om functionele geschiktheid,
v
eiligheid, prestatie-efficiëntie, uit
wisselbaarheid, bruikbaarheid,
betrouwbaarheid, onderhoudbaarheid
en overdraagbaarheid. Ze zijn niet
allemaal even belangrijk voor beantwoording van de vraag in kwestie.
Ik geef hier ter afsluiting een paar
voorbeelden van vier criteria die wel
hout snijden.
Applicaties die laag scoren op prestatie-efficiëntie zijn bij uitstek geschikt
voor de cloud, omdat er in een cloudomgeving extra veel prestatiewinst
mee is te behalen. Kijken we naar de
factor bruikbaarheid, dan zijn vooral
applicaties waarvan het technisch
beheer complex is goede kandidaten
voor migratie naar de cloud, omdat
daar het beheer veelal verregaand
kan worden geautomatiseerd. Ook
applicaties die laag scoren op de factor
betrouwbaarheid, in de zin van foutbestendigheid, kunnen sterk profiteren van een implementatie in een
c
loudomgeving. De infrastructuur is
daar verregaand gestandaardiseerd
en hardwareproblemen worden veelal
automatisch opgelost. En tot slot,
applicaties die laag scoren op de factor
overdraagbaarheid zijn geen geschikte
kandidaten, omdat aan een migratietraject te grote risico’s zijn verbonden.
Tot slot ISO 25010
We roerden net al het probleem aan
van de zogeheten ‘legacy’-applicaties
die over het algemeen niet goed gedijen in een cloudomgeving. Dus voordat
we ons buigen over de vraag welke
applicaties we in de public en welke
we in de private cloud onderbrengen,
behoren we eigenlijk eerst te beoor
delen of applicaties überhaupt wel
geschikt zijn voor een transitie naar
de cloud. Zijn daar nog richtlijnen
voor te geven?
b o o k
Dick Schievels is freelance journalist.
❉