SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 182
Downloaden Sie, um offline zu lesen
n
Ee
e
av
tg
ui
va
n

The big

data
center
book

Data center
& cloud trends 2013/2014
The big

data
center
book

2 0 1 3 / 2 0 1 4

3
4

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

b o o k
Datacenter AMS-5
van Telecity Group

2 0 1 3 / 2 0 1 4

5
REALITY
CHECK
Visies, trends en ontwikkelingen in
informatiemanagement en -technologie…
Maak ze tot realiteit.

Lees TITM.
Het magazine voor no-nonsense
IT- en informatiemanagers.

T

ITM – voluit: Tijdschrift IT Management
– is een magazine dat het karakter van
zijn doelgroep perfect weerspiegelt.
TITM is er voor leidinggevenden in de ict. Of
u nu IT-manager, informatiemanager hoofd
ict of nog anders genoemd wordt, u draagt
verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening en neemt dagelijks belangrijke
beslissingen. U slaat de brug tussen de directie, de CIO of de CFO enerzijds en de ITorganisatie anderzijds. U bent dagelijks betrokken bij ict-projecten, maar hebt een open
oog voor de bedrijfsstrategie. TITM is er voor
leidinggevenden in de ict, zoals u. In TITM
vindt u prikkelende columns, no-nonsense

vakinformatie en boeiende interviews met
opinion leaders of collega’s bij andere organisaties. TITM verspilt uw tijd niet, maar is
altijd to-the-point. Net als u. TITM volgt de
belangrijke ontwikkelingen in ict en informatiemanagement over de volle breedte.
Zo bent u altijd in no time up-to-date. TITM
organiseert bovendien tal van events, zoals
rondetafelsessies en studietrips, en biedt u
de gelegenheid uw opinies en projectervaringen te publiceren. Wanneer u ook meer
voor resultaten gaat dan voor loos gepraat,
is TITM het blad voor u. Neem meteen een
abonnement. Uw investering bedraagt
slechts 75 euro per jaar. Welkom bij TITM!

ICT Media BV
Magistratenlaan 184
5223 MA 's-Hertogenbosch
T. 073-6140070
F. 073-6129997
www.cioday.nl
www.cioportal.nl
info@ictmedia.nl
redactioneel

Arnoud van Gemeren

Ferry Waterkamp

Eén pot nat
Dit boek is voor een deel voortgekomen uit onvrede.
Op het eerste gezicht een bijzonder uitgangspunt voor het
maken van een boekwerk zoals dit, over ontwikkelingen
op het gebied van datacenters en, daaraan verbonden,
cloud computing.
Wat heeft een gevoel van onvrede met deze onderwerpen
te maken? Dat zit zo: tijdens interviews, rondetafelsessies
en congressen die we de afgelopen jaren bezochten,
viel het op dat door CIO’s en IT-managers regelmatig
werd gesproken over ‘de machinekamer’ als het over het
datacenter ging. Die vergelijking gaat prima op, maar was
niet altijd positief bedoeld. Vaak was het uitgangspunt van
deze uitspraak toch dat het datacenter niet meer zo heel
relevant zou zijn, want immers geheel gestandaardiseerd.
‘Daar kan de IT-organisatie de oorlog niet mee winnen’,
is een andere uitspraak die we mochten vernemen.
We vonden dat we het hier niet bij mochten laten zitten.
Immers, wie weleens rondloopt in een datacenter en zich
eens laat informeren over de uitgangspunten voor ontwerp,
bouw en beheer van zo’n computerpaleis, weet dat we hier
allerminst te maken hebben met een standaard omgeving.
Is het datacenter goed beveiligd? Is het ‘carrier-neutraal’?
Is het personeel goed opgeleid? Is de exploitant voldoende
kapitaalkrachtig? Worden maatregelen voor disaster
recovery terdege getest? Hoeveel energie gebruikt het
datacenter?
Standaard? Het is maar hoe je het bekijkt...
Daar komt bij dat iedere wijziging in de machinekamer
direct invloed heeft op de beschikbaarheid van ‘de busi­
ness’, en om die beschikbaarheid draait het uiteindelijk

allemaal. Of zoals Manager ICT Services Erwin van den
Heuvel van het Universitair Medisch Centrum Utrecht
het in het openingsinterview zo treffend formuleert:
“Een arts vraagt niet om een datacenter, maar de dienst­
verlening moet wel keihard doorgaan.” En daar is die
machinekamer toch echt cruciaal voor.
Krimpende ICT-budgetten zouden een extra reden moeten
zijn om met zorg naar de machinekamer te kijken. Waar de
afgelopen jaren aan de IT-kant veel besparingen op de
energierekening zijn gerealiseerd door onder andere het
inzetten van energiezuinige servers en virtualisatie, is aan
de ‘facilitaire kant’ nog een hele wereld te winnen. In deze
eerste editie van ‘The big data center book’ komen dan ook
de nodige methoden aan bod die kunnen helpen bij het
realiseren van een kostenbesparing, zoals modulair
bouwen, het strikt scheiden van de koude en warme lucht­
stromen en het toepassen van energiezuinige manieren om
te koelen. Met name op het gebied van koeling blijken de
verschillende tussen de diverse concepten – en de
besparingen die zijn te realiseren –
groot en is het zeker niet allemaal één pot nat.
Sterker nog: een standaard ontbreekt volledig.

❉

Arnoud van Gemeren (arnoud@ictmedia.nl),
hoofdredacteur
Ferry Waterkamp (ferry@contactmedia.nl),
projectredacteur

2 0 1 3 / 2 0 1 4

7
Inhoudsopgave

❉

Thema: Cloud computing

De cloud is als deliverymodel niet meer weg te denken. Toch is cloud computing voor velen nog letterlijk een ‘wolk’ van
begrippen en concepten. Om onduidelijkheid weg te nemen, werkt het Nederlands Normalisatie-instituut aan een normering voor cloud computing. Aan IT-managers vervolgens de taak om te bepalen welke ‘smaken’ cloud worden ingezet, wat
naar de cloud gaat en welke invloed die keuzes hebben op de eigen architectuur en eventueel het eigen datacenter.

	 7	Redactioneel
	
11	 Kort nieuws

		

		
Datacenter trends

Netwerken
		

	 16	
Interview

Manager ICT Services Erwin
van den Heuvel van het UMC Utrecht

	62	
Connect
		

the cloud

Olav van Doorn

		
“De dienstverlening moest keihard doorgaan”

		 breng je connectivity in lijn met de
Hoe
­bedrijfsprocessen?

	 24	
De

	70	
De

		

Ferry Waterkamp

derde mainport van Nederland

		

Andries van Dijk en Michiel Peters

		

Digitale infrastructuur van wereldformaat

	28	ndustrieterreinen
I

		

­landschap

in het digitale

Pim Bilderbeek

		

5313

Jeffrey Gadellaa

		
Praktijkrichtlijn zorgt voor eenduidige terminologie
	
	 Thema: CLOUD COMPUTING
	38	
Wat draaien we ‘public’ en wat niet?
		

Dick Schievels

rotondes van het internet

Sytse van der Schaaf

		
N
 etwerkvoorzieningen opwaarderen via internetexchanges
	76	
Software
		

		
Langzaam verplaatsen resources zich naar co-locatie,
hosting of IaaS
	31	
NPR

		

defined networking

Sytse van der Schaaf

		
E
 fficiënter gebruik en beheer netwerkapparatuur
voornaamste drijfveren

		
Beheer
	86	
DCIM
		

en de weg naar succes

Henk van den Berg en Elvira Dragstra

		
D
 atacenterinfrastructuurbeheer vraagt om
afstemming

		richtlijnen liggen in de cloud verborgen
D
 e

	92	 CIM
D


	 41	
Clouddiensten

		

		

		

te verstoren

Martin van den Berg en Daan Rijsenbrij

Geen cloud zonder architectuur

	48	
Stapsgewijs
		

dreigen architectuur

naar een private cloud

Ferry Waterkamp

		 op fysieke infrastructuur vaak onderschat
Impact
	 51	
Commissie

NEN werkt aan normering
voor cloud computing

		
Alexandra Schless, Nan Zevenhek en
		
Maurice van der Woude

		 5317
NPR
	56	
De
		

nieuwe stijl verweeft IT
met facilitair beheer
Ferry Waterkamp

		 holistisch overzicht van het datacenter
E
 en
	 95	
Waardecreatie
		

sterk afhankelijk van
communicatie en wederzijds begrip
Edward van Leent

		
Samenwerking tussen business en datacenterpersoneel

		Beveiliging
	104	
Tips

voor het beveiligen van
datacenters

		
Steven Dondorp, Fook Hwa Tan en Pascal Renckens

		
Optimalisatie en inrichting datavloer
	110	
Security

cloud als zwart gat

		

Sytse van der Schaaf

		
I
 nfrastructuurplatformen oefenen grote
aantrekkingskracht uit

Koos Plegt

van data

		 niets aan het toeval over
Laat
	112	Terug
		

naar de basis van beveiliging

Henk van der Heijden

		 Based Security
Time

8

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

b o o k
16

62

$

135

		
Energie

	

		

%

	
84	 Alcadis, Alcatel-Lucent
	 46	BT
	120	Colt
	
54	 Dimension Data
	 68	euNetworks
	 36	Evoswitch
	 58	ICTroom
	 60	Interxion
	126	KPN
	
72	 RAM Infotechnology
	 116	Schleifenbauer
	
98	 Schneider Electric
	
44	 Tata Consultancy Services
	 14, 80	 TelecityGroup
	 108	T-Systems
	 154	 Verizon Enterprise Solutions

	122	
Synergie

tussen facility manager en
IT-manager belangrijk ingrediënt
Wim Boone

		
Energie-efficiëntie in het datacenter
	130	
De
		

weg naar een lagere
energierekening
Dick Schievels

		
Normen en waarden voor datacenters
	135	
Zeven
		

energiebesparende tips voor
IT-managers
Dick Schievels

		 spaarzaam managen van nullen en enen
Het

		
Koeling
	142	CRAC
		

en CRAH

Dick Schievels

		ins en outs van datacenterkoeling
De
	148	 nnovatieve
I
		

concepten van
Nederlandse bodem
Dick Schievels

		
Energiezuinig koelen van datacenters

		
ServerS  Storage
	156	 IO’s
C
		

plukken vruchten van innovaties

Jan Wiersma

		Serverprestaties in balans met de energieconsumptie
	162	 eheergemak
B


voornaamste drijfveer
voor adoptie VDI

		
Arnoud van Gemeren en Sytse van der Schaaf

		
C
 onsequenties voor datacenter staan nog niet overal
op de kaart

	
Bijdragen van de partners
van the big data center book
2013/2014

		
Advertentie-index

	 67	Alcadis
	133	Alcatel-Lucent
	168	BT
	166	Colt
	
102, 160
	
CTAC
	 34	CSC
	 152	 Dimension Data
	 146	euNetworks
	 140	 Evoswitch
	 138	ICTroom
	128	Interxion
	 118	 IS Group
	100	KPN
	
90	 RAM Infotechnology
	 82	Salesforce.com
	
13	 Schneider Electric
	 74	Schleifenbauer
	 20	T-Systems
	
34	 Tata Consultancy Services
	
22	 Verizon Enterprise Solutions

2 0 1 3 / 2 0 1 4

9
It’s the
community!
Sourcing is voor steeds meer organisaties een strategisch
onderwerp, waarbij het draait om samenwerken met
leveranciers, interne business units en complete bedrijfsketens.
Als verantwoordelijke manager of sourcing professional
wilt u daarom de nieuwste ontwikkelingen en best practices op het gebied van strategic sourcing niet missen.

Outsource Magazine (OM) is al jaren een autoriteit op het
gebied van sourcing: van IT tot finance en procurement.
OM informeert, faciliteert discussies, deelt best practices, entertaint – en vooral: is de thuisbasis van een
levendige sourcing community!
OM is er voor CIO’s, informatiemanagers, demand- en
supplymanagers, CFO, financieel managers en procurement offiers. Zij zien Outsource Magazine als de belangrijkste bron van informatie voor een van de meest actuele
topics op het gebied van business, finance en IT: strategic
sourcing. U toch ook? Want in samenwerking schuilt uw
kracht: it’s all in the community!
Vraag vandaag nog uw abonnement aan via
info@ictmedia.nl. Of bel 073 614 00 70.
kort nieuws

43.3

42.7

Central
America

Peru  Chile

Colombia

44.6

43.6

Eastern Europe

49.2

46.7

Argentina

India

53.3

Italy

51.9

55.9

54.3

Turkey

63.2

57.3

60

Russia

67.3

KSA

64.9

71.5

Belgium

68.2

72.7

72.6

Gulf States

82.9

Netherlands

80

79.2

89.5

Japan

85.2

90.4

89.7

Canada

109.4
91.7
UK

100

$US x 1000

40

20

Mexico

Spain

France

Brazil

China

Sinagpore

RSA

Germany

Nordics

0
Alpine

De datacentermarkt blijkt behoorlijk
bestand te zijn tegen de economische
crisis. Halverwege dit jaar waren er
wereldwijd bijna een half miljoen
m
­ ensen werkzaam in en rond data­
centers, een stijging van 13,8 procent
ten opzichte van 2011. Het gemiddelde
jaarsalaris steeg – gemeten over een
periode van twaalf maanden – met
3,9 procent.
Tot deze conclusies komt Data­
centerpeople in een ‘Salary White­
paper’. De Britse recruiter van data­
centerpersoneel baseert zich daarbij op
cijfers die DCD Intelligence in 2012 en
2013 heeft verzameld. De gesignaleerde
stijging van het salaris wordt onder
andere toegeschreven aan het gebrek
aan goed gekwalificeerd personeel.
Ruim 60 procent van de datacenter­
eigenaren verwacht dan ook dat die
schaarste de komende twaalf maanden
een probleem gaat opleveren.
Volgens de onderzoekers waren er
begin dit jaar 477.000 mensen werkzaam in en rond datacenters. Daarvan
waren er 270.000 werkzaam aan de
IT-kant, terwijl 207.000 werknemers
waren belast met facilitair beheer.
Hoewel er meer datacenterwerknemers
werkzaam zijn aan de IT-kant, neemt
het aantal facilitaire beheerders wel
sneller toe, zo signaleert Datacenterpeople.
Met een gemiddeld ‘datacentersalaris’
van 105.300 Amerikaanse dollars ligt
de salariëring het hoogst in NoordAmerika. West-Europa volgt op grote
afstand met een gemiddeld jaarsalaris
van 77.200 dollar. In Nederland lag het
gemiddelde jaarsalaris in 2012 op
89.500 dollar (zie ook de grafiek).
De gemiddelde jaarsalarissen zijn
b
­ erekend op de salarissen van zowel
C-level managers als afdelingshoofden,
projectleiders en specialisten. Wie zich
binnen het datacenter bezighoudt met
het onroerend goed, mag volgens
D
­ atacenterpeople rekenen op veruit het
hoogste salaris (wereldwijd gemiddeld
105.600 dollar). Bijvoorbeeld netwerk-,
IT- en applicatiebeheerder moeten met
zo’n 40.000 dollar minder genoegen

112.7

Datacentermarkt blijkt
bestand tegen economische
tegenwind

USA

120

111.8

ANZ

Average Sample Salaries by Market 2012 $US x 1000

Source: DCD Intelligence

Het gemiddelde jaarsalaris (in dollars, x 1000) van personeel dat werkzaam is in en rond
datacenters, uitgesplitst per land of regio.

nemen. Ook het aantal jaren dat
iemand werkzaam is in de datacenterbranche, heeft volgens Datacenter­
people een grote invloed op het jaar­
salaris.

AMS-IX zet Amerikaanse
dochter op

De Amsterdam Internet Exchange
(AMS-IX) zorgde eerder dit jaar voor de
nodige rumoer onder zijn leden met de
aankondiging een internetknooppunt
op te gaan zetten in de Verenigde
S
­ taten. De angst bestond dat door de
overzeese expansie van de AMS-IX de
Amerikaanse overheid de mogelijkheid
zou krijgen om het verkeer van de
Nederlandse leden af te tappen.
Het bestuur van de AMS-IX heeft nu
gekozen voor een structuur die “de
AMS-IX B.V. en de AMS-IX-vereniging
tegen Amerikaanse wetgeving
beschermt”, zo staat in een pers­
verklaring. De Amerikaanse entiteit
wordt een volledige dochteronder­
neming van AMS-IX B.V., waarbij de
twee bedrijven onafhankelijk van
elkaar opereren. AMS-IX B.V. zal alleen
fungeren als aandeelhouder. Geen van
de medewerkers of executives die in
Nederland werken, worden geplaatst in
de Amerikaanse entiteit of andersom.
“Een dergelijke structuur dient ervoor
te zorgen dat het Amerikaanse bedrijf
geen bezit, zeggenschap of beheer heeft

over de data of apparatuur van de
AMS-IX B.V.”, zo staat in de persver­
klaring. “Daarnaast geldt de Amerikaanse wetgeving, zoals de USA
P
­ atriot Act, niet voor buitenlandse
e
­ ntiteiten ­ aarover de VS geen jurisw
dictie heeft. De USA Patriot Act is
d
­ aarom niet van toepassing op de
AMS-IX B.V. of de AMS-IX vereniging.”

Dataplace koelt servers
met olie

Het carrier-neutrale datacenter
D
­ ataplace heeft in augustus een proof
of concept afgerond voor submerged
koeling. Het nieuwe revolutionaire
koelsysteem dat in Amerika is ontwikkeld, behaalt volgens Dataplace een
verwachte PUE van 1,03 en zorgt voor
een energiebesparing van 45 tot 85
p
­ rocent ten opzichte van een traditioneel datacenter.
Het concept bestaat uit grote horizontaal geplaatste koelbakken. Een koelbak wordt vervolgens gevuld met een
elektrisch niet-geleidende minerale
olie. In deze koelbak worden de servers
vervolgens in een rechtopstaande
p
­ ositie gebracht en zodoende volledig
ondergedompeld in deze vloeistof.
De olie wordt rondgepompt in de bak,
waardoor de warmtelast wordt afgevoerd, de olie op temperatuur blijft
en tevens continu wordt gefilterd.
Om gebruik te kunnen maken van

2 0 1 3 / 2 0 1 4

➼
11
kort nieuws

Bedrijven nemen data terug
in huis

Servers ondergedompeld in niet-geleidende olie.

bestaande servers dienen deze echter
wel een aanpassing te ondergaan.
Zo worden alle fans uit de server
gehaald en wordt de processorkoeling
gewijzigd omdat de aanwezige
k
­ oelpasta op processoren oplost in de
t
­ oegepaste olie. Het ombouwen van
een server brengt echter ook voordelen
met zich mee. Door het weghalen van
de ventilatoren wordt een traditionele
server gemiddeld al zo’n 20 procent
energiezuiniger. Ook wordt de
l
­evensduur van de server verlengd.

Cloud neemt het datacenter
over

Het wereldwijde cloudverkeer zal in
2017 meer dan twee derde uitmaken
van het totale datacenterverkeer.
Waar de cloud in 2012 nog 1,2 zettabyte
aan verkeer genereerde, zal dat in 2017
5,3 zettabyte zijn, zo blijkt uit de derde
editie van de ‘Cisco Global Cloud
Index’ die in oktober werd gepubliceerd. Van dit verkeer zal 76 procent
binnen het datacenter blijven.
De samengestelde jaarlijkse groei
van het cloudverkeer komt daarmee
uit op 35 procent.
Een logisch gevolg van de toename van
het cloudverkeer is dat steeds minder
werklast wordt verwerkt in een ‘traditioneel’ datacenter. In 2012 werd 39 procent van de werklast verwerkt in de
cloud en 61 procent in een traditioneel

12

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

datacenter. 2014 is het eerste jaar waarin het grootste deel van de werklast
naar de cloud verschuift. 51 procent
van de totale werklast zal in de cloud
worden verwerkt, de rest op de
t
­ raditionele manier. In 2017 zal bijna
twee derde (63 procent) van de
w
­ erklast ­ erwerkt worden door
v
clouddata­ enters en 37 procent in
c
­traditionele omgevingen.
Cisco voorspelt ook dat het jaarlijkse
totale wereldwijde datacenterverkeer
zal verdriedubbelen tot een totaal van
7,7 zettabytes in 2017. Interessant is dat
de grote meerderheid van het data­
centerverkeer niet wordt veroorzaakt
door eindgebruikers, maar door de
werklasten binnen de datacenters en
door iets wat voor individuele gebruikers vrijwel onzichtbaar is, namelijk
cloud computing. Cisco voorspelt voor
de periode 2012–2017 dat ruwweg
76 procent van het datacenterverkeer
binnen het datacenter blijft en voor­
namelijk wordt gegenereerd door
opslag-, productie- en ontwikkeldata.
Nog eens 7 procent zal worden gegenereerd ­ ussen datacenters, voornamelijk
t
door datareplicatie en software- en
s
­ ysteemupdates. Slechts de resterende
17 procent van het datacenterverkeer
wordt veroorzaakt door eindgebruikers
die de cloud benaderen voor surfen op
het web, e-mail, videostreaming en
door apparatuur die het “Internet of
Everything” vormt.

b o o k

Steeds meer bedrijven brengen hun
waardevolle gegevens weer onder in
eigen datacenters, zo blijkt uit de
O
­ racle Next Generation Datacenter
Index die begin dit jaar werd gepubliceerd en waarvoor 952 managers van
grote organisaties werden ondervraagd. In 2012 was nog een duidelijke
stijging te zien in de inzet van externe
datacenters.
Het aandeel respondenten met uitsluitend in-house datafaciliteiten was het
afgelopen jaar gestegen van 45 procent
naar 66 procent (Benelux van 51 naar
56 procent). Het aantal organisaties met
een eigen datacenter steeg van 26 procent in 2011 naar 41 procent in 2012
(Benelux van 32,6 naar 34 procent).
Ook het aantal respondenten met
m
­ eerdere in-house datacenters steeg
van 19 procent naar 25 procent
(
­ Benelux van 18,8 naar 22 procent).
Volgens Quocirca, dat het onderzoek in
opdracht van Oracle heeft uitgevoerd,
is deze ‘big data verschuiving’ van
externe naar interne datacenters onder
andere te verklaren door de toegenomen waarde van data voor het bedrijfsleven. Ook speelt mee dat het makkelijker is geworden om data te verplaatsen
tussen publieke en private clouds.
Het percentage organisaties dat aangaf
de komende twaalf maanden op zoek
te gaan naar een nieuw datacenter,
steeg van 22 procent naar 26 procent
(in de Benelux daalde dit percentage
van 24 naar 20 procent). Dit suggereert
dat bedrijven niet verwachten dat er
snel een eind komt aan de huidige
data-explosie.

❉
Eindelijk, een efficient-gerichte business case voor
de DCIM waar u echt naar op zoek bent.
Zes manieren waarop StruxureWare for Data Centers software de operationele- en energie-efficiency verbeterd.

1

2

3

Monitor energie-index
wereldwijd

Identificeer buitensporige capaciteit

Rapporteer energieverbruik en -kosten

Informatie waarmee u goed op de
hoogte bent van mogelijkheden of
risico’s in de energiemarkt.

Spoor niet-gebruikte of overbodige
capaciteit op en bepaal welke apparaten
kunnen worden uitgezet of elders
kunnen worden gebruikt.

Verzamel, analyseer en rapporteer uw
energiekosten en –verbruik op macroof microniveau.

4

5

6

Toon PUE van uw gehele
IT/facilities-omgeving

Doorbereken van
energieverbruik

Simuleer effecten van
fouten in systemen

Genereer real-time meetwaardes voor de
effectiviteit van uw energieverbruik en tal
van andere prestaties.

Dankzij details over het energieverbruik
kunt u de kosten voor het gebruik van
het datacenter exact doorbereken aan
de verschillende business units.

Identificeer belangrijke IT-consequenties
van energie-uitval en falen van koeling.

Energie-efficiënte beschikbaarheid
Organisaties zijn gericht op het verlagen van hun kosten en energieverbruik, terwijl ze meer
capaciteit nodig hebben. Datacenter- of facility managers moeten daarom de beschikbaarheid
van systemen dusdanig beheren, dat het binnen de wetgeving past en voldoet aan de eisen en
wensen op het gebied van OPEX. Om aan alle eisen te kunnen voldoen, heeft Schneider Electric™
StruxureWare™ for Data Centers software geïntroduceerd. Hiermee kunt u het monitoren van uw
energieverbruik goed structureren en volledig automatiseren. Waardoor u altijd een compleet inzicht
hebt in al uw datacenterfuncties.

Alle informatie op ieder gewenst moment
Onze datacenter infrastructure management (DCIM-)software geeft een compleet overzicht van
uw infrastructuur. Of het nu op gebouwniveau is of serverniveau. Hierdoor kunt u de uptime van
uw systemen monitoren en beschermen. En de effecten van verplaatsingen, veranderingen,
uitbreidingen in het datacenter simuleren en analyseren, zodat u weet wat de kosten hiervan zijn,
welke capaciteit u nodig heeft en wat de gevolgen voor het energieverbruik zijn. Op deze manier
bent u er zeker van dat zowel IT als facility uw datacenter op ieder moment kunnen aanpassen aan
veranderende behoeften. Terwijl het datacenter altijd beschikbaar blijft en energie-efficiënt is.

Business-wise, Future-driven.™
How Data Centre Management
Software Improves Planning and
Cuts Operational Costs”

 Executive summary

Contents

Compleet inzicht in uw datacenter:
 Visualiseer wijzigingen/capaciteitscenario’s
 Bekijk uw huidige PUE/DCiE en de gegevens uit
het verleden
 Behoud altijd de hoogste beschikbaarheid
 Bekijk en beheer uw energieverbruik
 Space en cage management in faciliteiten met
meerdere huurders
 Verbeter ‘life-cycle services’ van planning
tot onderhoud
APC by Schneider Electric
-producten, -oplossingen, en
-diensten zijn integraal onderdeel van
het IT-portfolio van Schneider Electric.

Dowload uw gratis white paper en bekijk de tien realistische
scenario’s waar DCIM ertoe doet.
U maakt kans op een iPad mini!
Bezoek www.SEreply.com

Key Code 40883p

©2013 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, APC, StruxureWare, and Business-wise, Future-driven are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated
companies. All other trademarks are the property of their respective owners. www.schneider-electric.com • 998-1187091_NL_C
partnerartikel

Op zoek naar een leverancier

In 4 stappen
naar een
datacenter
 Een gebouw waarin servers in kasten staan, die continu voorzien worden van stroom en
k
­ oeling en verbonden zijn met het internet. Droog beschouwd zijn dit de kenmerken van een
d
­ atacenter. Maar als op deze plek bedrijfskritische data staat opgeslagen en wordt verwerkt,
met de hoogste eisen aan continuïteit, connectiviteit en veiligheid, dan wordt het al een hele
andere zaak. In de digitale economie van nu is het kiezen van de juiste partner cruciaal.

14

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

b o o k
Tekst: Alexandra Schless

D

e behoefte aan servercapaciteit
en bandbreedte is de laatste
jaren explosief gegroeid.
Het is nauwelijks voor te stellen dat er
anno 2013 in een uur tijd wereldwijd
evenveel data wordt verstuurd over
het internet als in het gehele jaar 2000.
Het groeiende gebruik en de importantie van internet, de opkomst van
mobiele devices en cloud computing
zijn belangrijke factoren die deze
enorme datastroom verklaren.
De ­ conomie is in toenemende mate
e
afhankelijk geworden van internet.
Bij verdienmodellen als online retailing en online trading is internet zelfs
een lifeline, maar ook alle andere
bedrijven zijn in toenemende mate
afhankelijk van het internet waar het
bedrijfskritische applicaties betreft.
Naast capaciteit en bandbreedte zijn
dus connectiviteit en veiligheid
­
belang­ ijke factoren. Een bedrijf wil
r
bovendien kunnen rekenen op de
eigen ­ ontinuïteit. En op beheersbaarc
heid. Alles bij elkaar opgeteld wordt
al snel duidelijk dat de IT-organisatie
binnen een bedrijf complexer en
gelaagder is dan vroeger. De datacenterstrategie van een organisatie heeft
dan ook aan importantie gewonnen.

Twee groepen

Ruwweg zijn klantvragen met betrekking tot datacenterdiensten onder te
verdelen in twee categorieën. De eerste groep bestaat uit bedrijven met een
uitdaging die voortkomt uit beperkingen in de bestaande IT-infrastructuur.
Een verouderde eigen datacenteromgeving bijvoorbeeld. Ook kunnen het
compliance-vraagstukken zijn, toe­
nemende eisen afkomstig uit de eigen
bedrijvigheid, veranderende wet- en
regelgeving en certificering. Het
bedrijf overweegt dan alle mogelijke
opties om de IT-functies weer toekomstbestendig te maken, waarbij ook
de keuze tussen het in-house blijven
uitvoeren van taken en uitbesteden
aan de orde komt. Aangezien het vaak
gaat om processen die niet tot de core
business van het bedrijf behoren, is
uitbesteden van datacenterdiensten
aan een specialist doorgaans een
­aantrekkelijke optie.
De tweede groep bestaat uit organi­
saties zonder of met beperkte legacy.
Deze groep, waartoe start-ups en snel
groeiende internetbedrijven behoren,
kan ongehinderd door eerder gedane

investeringen in IT-infrastructuur
beslissingen nemen. Data hoeft voor
hen absoluut niet per se op servers
binnen de eigen muren te staan,
zolang de oplossing maar aan hun
eisen ten opzichte van connectiviteit,
capaciteit en beveiliging voldoet.
Ongeacht wat de uitgangssituatie is,
doorloopt een bedrijf met een datacentervraagstuk doorgaans vier stappen
bij het selecteren van de juiste partner.

Stap 1 – Eisenanalyse

Zoals zo vaak bij de aanschaf van
technologisch ingewikkelde zaken
gaat men ook bij het selecteren van
datacenterdiensten in eerste instantie
uit van de kosten. Uiteraard schuilt
hierin het gevaar, want ook in deze
markt geldt immers dat alle waar zijn
geld kost. De eerste vraag moet eigen-

Zonder referenties moet
je je als klant serieus
a
­ fvragen of er wel sprake
­
van een ‘match’ is

rancier heeft over haar eigen infrastructuur en op welke wijze deze
infrastructuur beheerd en onderhouden wordt. Dat bepaalt namelijk of de
garanties en afspraken die worden
neergelegd, kunnen worden waargemaakt. En betreft het een datacenterspecialist? Dan weet je zeker dat alle
resources van het bedrijf continu worden geïnvesteerd in de infrastructuur.

Stap 3 – Toekomstige groei

Zoals al aangegeven in stap 1 speelt
een kostenanalyse bij het selecteren
van een datacenter een grote rol. Als
organisatie maak je uiteraard afwegingen op basis van de eigen kosten,
t
­ erwijl de financiële situatie van de
leverancier ook van groot belang is.
Is deze gezond genoeg en heeft het de
mogelijkheden te blijven investeren in
de toekomst van het bedrijf en haar
klanten? En is de beoogde leverancier
ook daadwerkelijk bezig met het
financiële plaatje op langere termijn?
Want belangrijk is dat een leverancier
de groei van haar klant kan blijven
faciliteren, met de eisen aan schaalbaarheid en flexibiliteit die daarbij
horen.

Stap 4 – De juiste klik
lijk zijn: Wat heb ik nodig? Bij voorkeur wordt daarin een onderverdeling
gemaakt in eisen en wensen. Op het
gebied van connectiviteit bijvoorbeeld.
Hoe ga ik mijn omgeving verbinden
met de buitenwereld? Bij welk datacenter zijn de netwerkleveranciers van
mijn voorkeur beschikbaar? Daarna
verbreedt de blik zich idealiter naar
het vereiste technische kwaliteits­
niveau van een datacenteromgeving.
Hoe bedrijfskritisch zijn de processen
die in het datacenter draaien en hoe
belangrijk is de beschikbaarheid van
die omgeving? De keuze kan dan
v
­ allen op een hoger of juist lager
­kwaliteitsniveau.

Stap 2 – Operationele
vergelijking­

Tot op dit moment is er nog sprake
van een grote keuze aan leveranciers.
Op het moment dat een klant al deze
leveranciers operationeel met elkaar
vergelijkt, wordt echter alles anders.
Hier ga je naar de details kijken. Het is
voorafgaand aan een beslissing nuttig
om te weten hoeveel controle een leve-

Bij stap 4 aangekomen komt het aan
op de beslissende factor. Zoals altijd
en overal geldt ook bij IT- en datacenterdiensten het credo “mensen doen
zaken met mensen”. Is de leveranciersorganisatie in staat om te functioneren
als het verlengstuk van de eigen
I
­ T-organisatie? Een kritiek punt, dat
onder meer betrekking heeft op de
wijze waarop de supportfunctie is
ingericht en op de kennis en ervaring
die aanwezig is in de organisatie.
Veel bedrijven zijn op zoek naar de
juiste klik en hechten waarde aan de
vraag: met welke mensen doen wij
zaken? Essentieel zijn daarbij de aanwezigheid van een trackrecord en
referenties. Vraag naar de ervaringen
van bedrijven die de stap al gemaakt
hebben. De reputatie van het data­
center wordt daar immers door gedragen. Alle andere zaken kunnen nog
zo rooskleurig lijken, maar zonder
referenties moet je je serieus afvragen
of er wel sprake van een ‘match’ is.

❉

Alexandra Schless is Algemeen
D
­ irecteur bij TelecityGroup Nederland.

2 0 1 3 / 2 0 1 4

15
datacenter trends
Manager ICT Services Erwin van den Heuvel van het UMC Utrecht:

“De dienst­
verlening
moest ­keihard
doorgaan”
 Het Universitair Medisch Centrum Utrecht nam in november 2011 een nieuw primair datacenter
in gebruik, “zonder dat ook maar iemand hinder had ondervonden van de verhuizing van de
I
­ T-systemen”, zo schetst Manager ICT Services Erwin van den Heuvel. “Dat is misschien wel het
mooiste wapenfeit, want de dienstverlening moet wel gewoon keihard doorgaan.” Twee jaar later
staat de medische instelling aan de vooravond van de verbouwing van het secundaire datacenter.
“Het liefst zou ik ons primaire datacenter kopiëren, maar dat kan niet.”

D

e bouw van een nieuw, primair
datacenter en de aanstaande
verbouwing van het secundaire datacenter maken deel uit van het
omvangrijke UMC-programma
‘
­ Vernieuwing ICT-infrastructuur’. “Al
voor 2005 zagen we een stijgende lijn
in de vraag naar server- en storagecapaciteit en die trend was niet meer te
stoppen”, vertelt Erwin van den
H
­ euvel, die als Manager ICT Services
deel uitmaakt van het managementteam Directie Informatie Technologie
van het UMC Utrecht. “Er kwamen
steeds meer digitale toepassingen, die

16

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

vaak gebruikmaken van zware beeld­
bestanden. Zo ging ook het patiëntendossier digitaal, inclusief beeld.”

Nieuwe ruimte

Het gevolg van de toenemende vraag
naar ICT-voorzieningen was dat er
steeds meer ‘pizzadozen’ de computerruimtes werden binnengedragen.
Om de toename van het aantal servers
enigszins af te remmen, nam het UMC
Utrecht omstreeks 2007 het besluit om
de servers te virtualiseren. “Dit bracht
enige verlichting, maar al snel kwam
het inzicht dat we het met de bestaan-

b o o k

de computerruimtes niet gingen
r
­ edden. We voerden nog wel enkele
noodgrepen uit, zoals waterkoeling in
de racks om de servers koel te houden,
maar die koeling zorgde weer voor
een zwaardere vloerbelasting waar de
vloer niet op was berekend. Ook de
stroomtoevoer naar de datacenters
en de uninterruptible power supplies
(UPS’en) hielden het niet meer.”
Samen met het bestuur is toen gekeken naar de mogelijkheden om een
nieuwe ruimte te bouwen. “Het geld
daarvoor was echter niet zomaar
beschikbaar en een datacenter is niet

➼
Tekst: Ferry Waterkamp | Foto Roelof Pot

2 0 1 3 / 2 0 1 4

17
datacenter trends

iets waar een arts direct om vraagt”,
zo schetst Van den Heuvel de toen­
malige situatie. “We hebben toen
besloten om een brede strategiestudie
uit te laten voeren om aan de hand
van interviews inzicht te krijgen in de
functionele eisen van de business.
Daaruit kun je dan afleiden wat de
eisen zouden moeten zijn van de ICTvoorzieningen, maar ook van telecom.
Zo werd door de ondervraagden één
ding heel helder gesteld: telefonie
moet te allen tijde beschikbaar zijn,
ook als het netwerk uitvalt.”

Vuilverbrandingsoven

De strategiestudie vormde de aanzet
tot het UMC-programma ‘Vernieuwing ICT-infrastructuur’. Binnen dit
programma werden vervolgens deelprojecten geformuleerd zoals het
u
­ itrollen van een ziekenhuisbreed
Wifi-netwerk, de vernieuwing van
de telecommunicatie-infrastructuur en
de realisatie van een nieuw en duurzaam ‘twin datacenter’.

18

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

De volgende stap was het bepalen wat
er zou gebeuren met de twee bestaande computerruimtes van UMC
Utrecht. Omwille van de redundantie

“We denken dat
ons ­ atacenter na
d
zeven jaar weer uit
de kosten is”
moest ook in de nieuwe situatie sprake
zijn van twee datacenters. Een van de
opties was om een van de data­ enters
c
te plaatsen bij een commerciële aanbieder van datacenterdiensten. “Maar dan
zie je dat de verbindingskosten al snel
enorm hoog oplopen.” Ook is gekeken
naar een samen­ erkingsverband met
w
de Universiteit Utrecht. In deze optie
zouden beide instellingen hun eigen

b o o k

datacenter bouwen, maar wel de taken
van elkaar kunnen overnemen. “Dit
plan is uiteindelijk gestokt in de
besluitvoering.”
Nadat de keuze was gemaakt voor
twee datacenters op eigen terrein –
zoals ook in de oude situatie het geval
– kwam er een ‘gouden tip’ binnen van
een werknemer. Van den Heuvel: “Hij
had op de campus de ideale ruimte
gevonden, pal naast onze eigen energiecentrale. Dit gebouw had ooit een
bestemming als vuilverbrandingsoven
en was de laatste jaren in gebruik bij
de brandweer, maar was voor ons ideaal. Het bevindt zich in de buurt van
alle voorzieningen en er lag al een goede verbinding naar het ziekenhuis
waardoor we veel op kosten konden
besparen. Ook kon het nieuw te
b
­ ouwen datacenter gebruikmaken van
de warmte- en koudeopslag die zich al
in de energiecentrale bevond.”
Hoewel de ruimte ‘ideaal’ was, leverde
de bouw van het nieuwe datacenter
ook nog wel enkele uitdagingen op. Zo
moest een luchtdichte situatie ­ orden
w
gecreëerd in een pand dat oorspronkelijk was gebouwd voor de huisvesting
van een vuilverbrandingsoven. Ook
moest het aantal verdiepingen worden
uitgebreid van een naar twee.

Vrije koeling

In de nieuwe situatie bevinden de
UPS’en en de generator zich in het
energiegebouw. De datavloeren bevinden zich in het naastgelegen pand,
met op het dak de installaties voor de
koeling. “Voor de koeling zijn we
gekomen tot een oplossing die je nog
niet veel in de markt ziet”, verzekert
Van den Heuvel. Gedurende het grootste gedeelte van het jaar wordt koude

“Het is lastig om
p
­ artijen met verschillende inzichten bij
e
­ lkaar te krijgen”
buitenlucht aangezogen en via twee
luchtbehandelingskasten de ruimte in
geblazen. De door de apparatuur
opgewarmde lucht wordt via ‘schoorstenen’ die bovenop de racks zijn
geplaatst weer naar buiten afgevoerd.
Bij dit proces gebruikt alleen de
v
­ entilator in de luchtbehandelingskast
energie. Als er sprake is van een hoge
luchtvochtigheid of luchtverontreiniging is de procedure iets anders: de
ventilatiekleppen gaan dan dicht en
de opgewarmde lucht van de datavloer wordt door een warmtewisselaar
afgekoeld en direct weer terug op de
vloer gebracht. Als de buitentemperatuur hoger is dan 25 °C wordt de buitenlucht eerst afgekoeld met behulp
van de warmte- en koudeopslag van
de energiecentrale en vervolgens in
het datacenter.

Kostenbesparing

De aanpak van UMC Utrecht heeft
volgens Van den Heuvel meerdere
voordelen. Zo is er voor de koeling

geen verhoogde vloer nodig, maar
nog belangrijker is de betere energie-­
efficiëntie die kan worden gerealiseerd
en de kostenbesparing die daaruit
voorkomt. “We denken dat door deze
besparing ons datacenter na zeven jaar
weer uit de kosten is.”
Met de leveranciers is de afspraak
gemaakt dat de Power Usage Effectiveness (PUE) niet boven de 1,25 uit
mag komen. Een PUE van 1,26 levert
een boete op van 35.000 euro, wat
v
­ olgens Van den Heuvel overeenkomt
met de kostenstijging. Naast de energie-efficiëntie draagt ook de modulariteit van het koelsysteem bij aan een zo
laag mogelijke PUE. “We staan nu niet
vol te koelen, want dat is nog niet
nodig. Als we een groeistap maken,
kunnen we weer nieuwe units
b
­ ijplaatsen. Ook onze UPS’en die zijn
uitgerust met een dynamisch vliegwiel – en alleen aanslaan als het nodig
is – leveren een enorme besparing op.”
“Sinds de oplevering van het primaire
datacenter op 1 november 2011 zijn we
altijd onder die 1,25 gebleven”, constateert Van den Heuvel tevreden.
“Dit datacenter is nog altijd ‘state-ofthe-art’. Ik kom nog wel eens in
d c
­ ata­ enters en hoor dan de verhalen
hoe fantastisch het allemaal is en denk
dan: ‘nou, kom maar eens bij ons
k
­ ijken’. Het is naar mijn mening
r
­ evolutionairder dan wat menig
marktpartij oplevert.”

Schuiven en puzzelen

Voor het nieuwe secundaire data­
center zal het UMC Utrecht uit een
ander vaatje moeten tappen. Van den
Heuvel: “Het liefst zou ik het primaire
datacenter kopiëren, maar we hebben
geen budget om weer nieuwbouw te
realiseren. Dus moet een van de twee
oude computerruimtes in het pand
van het UMC worden verbouwd en
daar hebben we te maken met een heel
andere situatie. We kunnen daar bijvoorbeeld niet in de hoogte bouwen
en zullen met andere oplossingen
moeten komen om een lage PUE te
realiseren.”
Een andere uitdaging is dat de secundaire ruimte ‘in bedrijf’ zal worden
verbouwd. “Dat betekent veel schui-

Over UMC Utrecht
Het Universitair Medisch Centrum
Utrecht is een van de grootste publieke zorginstellingen van Nederland en
bestaat uit het Academisch Ziekenhuis Utrecht, het Wilhelmina­ inder­­
K
Ziekenhuis, het Centraal Militair
H
­ ospitaal en de Medische Faculteit
van de ­ niversiteit Utrecht. De in
U
t
­ otaal 11.000 medewerkers werken
verspreid over twintig gebouwen.
Deze gebouwen hebben een totale
vloeropper­ lakte van 337.500 m2.
v
De zorginstelling telt duizend bedden
en voert jaarlijks 23.000 operaties per
jaar uit.
Dagelijks komen er 1450 patiënten
voor poliklinische behandeling.

ven en puzzelen, maar daar maak ik
me niet zo druk om. We hebben bewezen dat we daar goed in zijn: het nieuwe datacenter hebben we in gebruik
genomen zonder dat iemand er iets
van heeft gemerkt. Dus je gaat systemen verplaatsen en ineens is alles
operationeel en werkt alles vlekkeloos.
Dat is vrij extreem, maar de dienst­
verlening gaat dan ook keihard door.”
Volgens Van den Heuvel is het succes
voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de projectleider die het UMC
Utrecht in de arm heeft genomen en
aan ‘een goede dialoog tussen alle
partijen die meedoen’. “Het is lastig
om partijen met verschillende inzichten – zoals een bouwclub die geen
kennis heeft van IT en een IT-club die
geen kennis heeft van bouwen – bij
elkaar te krijgen. Die twee werelden
hebben we bij elkaar gebracht door de
projectleider IT bij te schakelen bij het
bouwteam zodat je weet wat er op de
werkvloer gebeurt. We hebben bovendien wekelijks overleg gevoerd met
alle betrokken partijen zodat je altijd
zicht hebt in de stand van zaken.
Daardoor is er ook op tijd opgeleverd.”

❉

Ferry Waterkamp is freelance journalist.

2 0 1 3 / 2 0 1 4

19
data is de
toekomst!
Weet vandaag wat klanten morgen willen:
De analyse van real-time gegevens levert essentiële informatie op over het
gedrag van uw klanten. Door middel van Big Data management, is een snelle
analyse van data mogelijk, waardoor een onderneming snel kan reageren en
meer kansen kan benutten. Dit betekent dat u gericht kunt werken aan de
producten die uw klanten in de toekomst eisen.
www.t-systems.nl/zero-distance
TANCE –
ERO DIS OXIMITY
Z
NEW PR S
THE
STOMER
TO CU
advertorial

Verizon:
Cloud Control

  Verizon ontwikkelde met Verizon Cloud een platform dat uitgaat van de afnemer.
Die krijgt naast ultieme beschikbaarheid, controleerbare performance en optimale veiligheid een
grote mate van controle over ‘zijn’ cloud.

H

et nieuwe platform heeft een
geheel nieuw opgezette
I
­ aaS-architectuur die gebruikmaakt van een zeer compacte, op
s
­ oftware gebaseerde structuur van
zelfhelende redundante componenten.
Het is die fouttolerante omgeving die
het voor de gebruiker mogelijk maakt
meer controle over de infrastructuur
te hebben.

22

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

Regelbare performance

Het fundamentele idee achter Verizon
Cloud, dat bestaat uit Verizon Cloud
Compute en Verizon Cloud Storage, is
om de afnemer meer in de driver’s
seat te zetten. Deze heeft ­ ijvoorbeeld
b
directe toegang tot extra rekenkracht
en kan hogere performance reserveren
voor storage en ­ etworking.
n
Dat gebeurt allemaal vanaf een dash­
board, de Cloud ­ anager, feitelijk een
M

b o o k

API voor elke virtuele machine die de
applicatie­ erformance van de gebruip
ker aanpast én zorgt voor correcte facturatie. De business kan dus zelf
beslissen of en wanneer ze extra budget beschikbaar wil stellen om de performance van bijvoorbeeld applicaties
met directe klantcontacten al dan niet
­
t
­ ijdelijk te verhogen.
Met de Cloud Manager kunnen ook
virtuele machines worden gecreëerd,
verwijderd of gemodificeerd. Voor het
creëren van virtuele machines zijn
templates beschikbaar, maar de
gebruiker kan ook zelf de configuratie
bepalen en eigen templates uploaden.
Ook de gewenste rekenkracht,
s
­ chijfruimte en performance kan op
de eigen behoefte worden afgestemd.
Het is zelfs mogelijk de karakteristieken van de virtuele machines lokaal
te laten verschillen. Zo krijgt de
v
­ estiging of klantgroep elk zijn eigen
performance toegewezen, precies
afgestemd op de behoefte.

Bring Your Own Network

De stap naar de cloud plaatst menig
IT-manager voor grote uitdagingen.
Hoe verbindt hij zijn interne netwerk
met de cloud zonder alle applicaties en
netwerkapparatuur te moeten aan­
passen? En werken zijn tools en
p
­ rocedures nog wel in de cloud? Het
speciale nieuwe Layer 2 netwerk dat
Verizon ontwikkelde, is het antwoord
op al deze vragen: het zorgt dat de
afnemer zonder problemen zijn netwerk, policy’s, procedures en tools
naar de cloud kan overbrengen.
Veel aandacht schenkt Verizon aan
security. Van de perimeter van een
datacenter tot aan de meest geavanceerde toegangssystemen bovenin
de stack is de Verizon Cloud een
o
­ ptimaal veilige omgeving. Bovendien
weet de afnemer zijn omgeving ondersteund door het gehele Verizonnetwerk.­

Nieuw: Verizon Cloud Storage
Organisaties zien zich geconfronteerd
met een almaar groeiende hoeveel­
heid data, die in een veilige, maar
t
­ oegankelijke omgeving moet worden
o
­ pgeslagen. De kosten van een eigen
opslagomgeving en het beheer ervan
worden steeds hoger. Verizon Cloud
Storage biedt de toegankelijkheid en
grip die nodig is om de groeiende
behoefte aan dataopslag te het hoofd
te kunnen bieden. Gemakkelijke en
snelle toegang, moeiteloos op- en
afschalen en kostenefficiency: het zijn
voor veel organisaties erg aantrekkelijk voordelen van storage in de cloud.
Die voordelen wegen echter niet op

tegen de onzekerheid dat de data in de
cloud niet veilig en niet altijd beschikbaar is. Begrijpelijk, want in dit informatietijdperk kan beschadiging,
ontoegankelijkheid of verlies van data
voor organisaties fatale gevolgen
h
­ ebben. Met die wetenschap heeft

De afnemer heeft
v
­ olledige controle over
hoe en waar de data
wordt opgeslagen
V
­ erizon de manier waarop met data
van ­ fnemers wordt omgegaan en
a
opgeslagen in de datacenters totaal
veranderd. ‘Cloud Control’ is ook
hier het uitgangspunt: de afnemer
heeft volledige controle over hoe en
waar de data wordt opgeslagen.

Selfservice Cloud Storage

Ook bij Verizon Cloud Storage is de
Cloud Manager het dashboard van de
afnemer. Dat is gemakkelijk in het
gebruik, biedt controle over en toegang tot selfservice cloud storage en
geeft volledig inzicht in gebruik en
performance. Dat maakt ook geautomatiseerde storage mogelijk. Met de
Verizon Cloud Storage API kan de
afnemer zijn eigen storageomgeving
beheren, gebruiken, monitoren en
erover rapporteren. Met de Open API
kan elke taak worden geprogrammeerd. Dat betekent dat de gebruiker
bestaande applicaties kan integreren
en terugkerende taken kan automatiseren. En omdat de Verizon Cloud
Storage API compatibel is met
A
­ mazon Web Services S3, kunnen
er zelfs verbindingen worden gelegd
naar andere clouds.
De afnemer betaalt dezelfde prijs, op
welke locatie hij de data ook opslaat.
Verizon berekent geen kosten voor
gebruikte bandbreedte voor data die
de cloud binnenkomt of data die
t
­ ussen Verizon Cloud Compute en
Verizon Cloud Storage wordt uitgewisseld.

Flexibele
­storagemogelijkheden

Verizon Cloud Storage biedt optimale
beschikbaarheid: de data is er als ze
nodig is. Het volledig opnieuw ingerichte storageplatform doet voort­
durend integriteitstests en voert
a
­ utomatische recovery uit bij storingen in disks, servers en netwerken.
De nieuwe software en technologie
zorgen bovendien voor redundantie
tot op het niveau van dataobjecten.
Verizon haalt echt alles uit de kast om
de data van de cloudgebruiker optimaal veilig en beschikbaar te stellen.
De dataobjecten worden opgeslagen in
buckets. Bij elke nieuwe bucket kan de
gebruiker kiezen uit twee mogelijk­
heden: lokaal redundant of geografisch redundant. In het eerste geval
wordt de data bij binnenkomst in een
van de datacenters opgesplitst in
d
­ uizenden kleinere dataobjecten en
verspreid over een groot aantal disks.
De tweede optie is alleen mogelijk als
er drie of meer Verizon Cloud Storage
datacenters in een regio aanwezig zijn.
In dat geval wordt de data verspreid
opgeslagen in de drie afzonderlijke
datacenters.

Alle data versleuteld

Verizon hanteert twee wijzen van
encryptie: voor transport en voor
opslag. Alle data wordt veilig in en
uit Verizon Cloud Storage getransporteerd via een http-verbinding die met
SSL is geëncrypteerd. Data die eenmaal is opgeslagen, wordt versleuteld
met een Symmetric AES-256 bit cipher
(Advanced Encryption Standard).

Cloud Control

Verizon zet de gebruiker aan het
stuur. Dat is de belangrijkste constatering: de afnemer heeft de volledige
controle over ‘zijn’ cloud, over zijn
data, netwerk en applicaties. Op de
belangrijkste aspecten kan de gebruiker kiezen voor de best passende
optie. Daarnaast biedt Verizon optimale beveiliging en beschikbaarheid
in alle datacenters. Met Cloud Com­
pute en Cloud Storage brengt Verizon
cloud computing naar een hoger plan.

2 0 1 3 / 2 0 1 4

❉
23
datacenter trends

24

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

b o o k
Tekst: Andries van Dijk en Michiel Peters

Digitale infrastructuur van wereldformaat

 Nederland heeft met de haven van Rotterdam en de luchthaven Schiphol twee mainports in huis
die internationaal op topniveau meedoen. Het effect van die mainports is groot. Niet alleen door
de directe werkgelegenheid die ze bieden, maar meer nog doordat het economische activiteiten en
ondernemerschap aantrekt. Maar Nederland beschikt over nóg een mainport: de digitale infrastructuur
die zich concentreert rondom de Amsterdam Internet Exchange, een knooppunt van wereldformaat.

I

edere Nederlander kent de beelden
van lossende containerschepen en
vertrekkende vliegtuigen. Ken­
merkend voor Rotterdam en Schiphol
is dan ook dat het heel zichtbare mainports zijn. Nederlands derde mainport
is echter vrijwel onzichtbaar, omdat de
digitale infrastructuur waaruit hij
bestaat zich onder de grond en in
g
­ rote anonieme gebouwen bevindt.
Toch is het een mainport van wereldformaat. Sterker nog: waar Rotterdam
en Schiphol wereldwijd respectievelijk
een elfde en veertiende plaats
in­ emen, staat de Amsterdam Internet
n
Exchange op de eerste plaats in
t
­ ermen van aangesloten netwerken en
neemt het de tweede positie in termen
van traffic (gigabits per seconde) in.

Het ecosysteem

De digitale infrastructuur die de basis
vormt voor de Amsterdam Internet
Exchange bestaat uit twee poten:
internetconnectiviteit en housing/hosting. In de eerste categorie vinden we
drie soorten spelers. Ten eerste Internet Service Providers (ISP’s) die eind-

gebruikers connectiviteit bieden met
het internet. Iedere ISP vormt eigenlijk
een netwerk op zichzelf. Maar omdat
er internationaal duizenden van die
netwerken zijn, is er ook interconnectiviteit nodig tussen die netwerken om
ervoor te zorgen dat er één wereldwijd
internet, oftewel een netwerk van netwerken, ontstaat. Die interconnectiviteit tussen netwerken vindt plaats op
twee manieren: peering en transit.
Onder peering verstaan we het uitwisselen van internetverkeer tussen twee
gelijkwaardige netwerken. Technisch
wordt dit gefaciliteerd door de tweede
soort speler: Internet Exchanges.
Een Internet Exchange maakt het
mogelijk dat grote aantallen netwerken via peering met elkaar kunnen
koppelen. Op de Amsterdam Internet
Exchange zijn op dit moment bijvoorbeeld ruim zeshonderd netwerken
met elkaar gekoppeld. De aangesloten
netwerken doen dat vaak met gesloten
beurs. Ze routeren het uitgaande
v
­ erkeer van hun eindgebruikers naar
andere netwerken en ontvangen van
die andere netwerken inkomend

v
­ erkeer dat ze routeren naar de bij hun
aangesloten eindgebruikers. Een
v
­ oordeel van peering via een lokale
Internet Exchange is dat verkeer dat
bestemd is voor een geografisch
d
­ ichtbij gelegen netwerk, daar via een
relatief snelle en goedkope route komt.
Het alternatief voor peering is transit,
het tegen betaling gebruikmaken van
de diensten van één van de wereld­
wijde backbone-netwerken. Daarmee
hebben we de derde soort speler
geïdentificeerd: een beperkte groep
grote wereldwijde spelers van Internet
transit-providers en die voor dat doel
uitgebreide wereldomvattende netwerken beheren. De meeste transitproviders (of tier-1 netwerken) zoals
ATT, Verizon en Sprint zijn Amerikaans. Binnen Europa is Deutsche
Telecom (ICSS) een voorbeeld van een
transit-provider.

Housing en hosting

Naast internetconnectiviteit bestaat de
digitale infrastructuur uit housing en
hosting. Het eerste is het aanbieden
van (lege) rack-ruimte in een data­

2 0 1 3 / 2 0 1 4

➼
25
datacenter trends

center met alle faciliteiten die er bij
horen zoals (nood)stroom, koeling,
toegangsbeveiliging en brandbeveiliging. Klanten zetten hun eigen servers
en storage in die rackruimte. Hosting
gaat weer een stap verder en omvat
het aanbieden van server- of storagecapaciteit die geleverd wordt vanuit
een door de aanbieder geëxploiteerd
datacenter.
De totale Nederlandse markt van
housing (colocatie) en hosting is
v
­ olgens Gartner meer dan een miljard
euro per jaar. De bloeiende housingmarkt bestaat uit verschillende soorten spelers met verschillende producten/diensten. De markt van wholesale
colocation bestaat uit aanbieders zoals

Consolidatie en schaalvergroting bepalen
de komende jaren de
­datacentermarkt
Digital Realty die grote aantallen vierkante meters datacenterruimte via
­
langdurige ­ easecontracten aanbieden.
l
Hiermee hoeven klanten zelf geen
grote ­ nvesteringen in een datacenter
i
te doen en besteden ze ook het onderhoud aan de faciliteiten uit.
De markt van retail colocation met
spelers als Equinix, Telecity en Inter­
xion biedt netwerk-neutrale data­
centerruimte (waarbij dus grote aantallen netwerken aanwezig zijn om
aan te koppelen), maar flexibeler qua
contract en in kleinere hoeveelheden.
Deze partijen hebben zelf grote datacenters of leasen ruimte bij een aan­
bieder van wholesale colocation.
Een derde categorie spelers zijn de
aanbieders van carrier-biased colocation. Deze partijen, zoals Level3, Colt en
KPN, bieden zowel internetconnectiviteit als datacenterruimte. Naast deze
onderverdeling in producten en diensten zijn er ook enorme verschillen in
grootte van partijen. Aan de ene kant
staan de grote internationale spelers

26

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

die wereldwijd honderdduizenden
vierkante meters colocatiecapaciteit
exploiteren. Aan de andere kant zijn er
de kleine lokale aanbieders die enkele
honderden vierkante meters colocatieruimte exploiteren. Natuurlijk zijn er
ook allerlei varianten die daar tussenin zitten.

Diversiteit in de
­hosting-markt

Producten en diensten binnen de
h
­ osting-sector variëren van het hosten
en beheren van dedicated servers tot
het aanbieden van virtuele servers
volgens een Infrastructure-as-a-­
Service (IaaS) model. Dus met een
p
­ ay-per-use kostenmodel, gedeelde
resources (multi-tenant), zeer hoge
flexibiliteit voor op- en afschalen (elke
gewenste hoeveelheid op elk moment)
en volledige automatisering van dat
proces (on-demand self-service).
Op de hosting-markt zijn verschillende typen spelers actief. Tot de cloud
giants behoren partijen als Amazon,
Microsoft en Google. Deze bieden een
hoog gestandaardiseerd aanbod in
enorme volumes. De enterprise hosters zoals HP en BT richten zich op
hosting-contracten met grote onder­
nemingen en combineren dat vaak
met andere diensten zoals integratie.
Meer flexibiliteit in volumes bieden de
mass market hosters zoals Leaseweb,
maar ook deze hebben tienduizenden
fysieke servers waarmee de markt
wordt bediend. Ten slotte zijn er de
kleine lokale hosting partijen die veel
kleinere volumes bieden, maar zich
onderscheiden door maatwerk en
rechtstreeks contact met de klant.

Internationale positie

De digitale infrastructuur in Nederland behoort tot de top van de wereld.
De Amsterdam Internet Exchange
(AMS-IX) is wereldwijd de grootste
Internet Exchange in termen van aangesloten netwerken die daar ‘peeren’
(612). Gemeten in aantal Gbs internetverkeer staan DE-CIX in Frankfurt en
AMS-IX onbedreigd aan kop (www.
euro-ix.net). Wanneer we kijken naar
de aansluiting van eindgebruikers op
het internet, zien we dat Nederland

b o o k

volgens Akamai wereldwijd op de
vijfde plaats staat als het gaat om
­connectiesnelheid (Mbs).
Op de colocatie markt doet Nederland
in Europa mee in een kopgroep van
vier: Londen, Frankfurt, Parijs en
Amsterdam. De aantallen vierkante
meters tier-1 colocatiecapaciteit zijn
volgens CBRE-cijfers: Londen
(282.000 m2), Frankfurt (155.000 m2),
Parijs (106.000 m2) en Amsterdam
(95.000 m2). Hierbij heeft Amsterdam
in 2012 de hoogste groei (19.5 procent)
gerealiseerd. De afstand van deze
kopgroep van vier tot de rest daar­
onder is groot: op de vijfde plaats staat
Madrid met 25.000 m2.
De goede positie van Nederland en
Amsterdam heeft een aantal redenen:
•  ederland en Amsterdam zijn zeer
N
goed verbonden met het fysieke
n
­ etwerk (zeekabels) en alle grote
internet-carriers zijn hier aanwezig.
•  MS-IX realiseert een zeer lage
A
latency (rond de 5 ms met de andere
grote centra Londen, Frankfurt en
Parijs), wat essentieel is voor veel
bedrijven zoals in de financiële of
gaming sector.
•  e aanwezigheid van bedrijven
D
trekt weer andere bedrijven aan,
door de mogelijkheid om binnen
het datacenter zelf een directe interconnect tot stand te brengen. Als een
regio dus eenmaal een koppositie op
het gebied van internetverkeer en
datacenters heeft, brengt dat een
zichzelf versterkend proces op gang.
•  e energiekosten vormen een
D
belangrijk deel van de exploitatiekosten van datacenters. Cijfers van
Eurostat wijzen uit dat Nederland in
2012 een relatief gunstig tarief voor
grootverbruikers had van 80.5 € per
mWh vergeleken met Londen (109.7
euro), Frankfurt (89.5 euro) en Parijs
(80.9 euro).
•  e beschikbaarheid van het aantal
D
Megawatt en de continuïteit van de
elektriciteitsvoorziening is zonder
meer gunstig.
•  ederland is een centraal gelegen
N
land dat een neutrale positie
inneemt ten opzichte van andere
landen die veel groter zijn. Dat
maakt Nederland zeer geschikt
als plaats om te ‘peeren’ tussen
n
­ etwerken uit grote andere landen.
•  ederland heeft een stabiel politiek
N
klimaat en een economie die gericht
is op internationale handel.
•  at betreft wet- en regelgeving was
W
Nederland relatief vroeg met wet­
geving over netneutraliteit.

Het fundament voor groei

De digitale infrastructuur in Nederland is de basis voor een aantal groeisectoren zoals e-commerce, digitale
media, online advertising, cloud en
gaming. Al die sectoren laten een
s
­ terke groei zien en dragen bij aan de
Nederlandse economie. Belangrijke
technologietrends zoals Big Data,
cloud en The Internet of Things blijven
de komende jaren zorgen voor een
steeds grotere vraag naar digitale
infrastructuur. Niets wijst erop dat de
groei afvlakt en dat de digitale revolutie ten einde komt. Integendeel,

o
­ nderzoek van Cisco wijst op een
groei van het totale internetverkeer
met 23 procent per jaar en een groei
van de datacenter-workloads met
gemiddeld 20 procent per jaar. De
industrialisering van het datacenter
gaat de komende jaren verder door
met hoge elektrische vermogens per
vierkante meter. Bedrijven die voor
grote investeringen in hun eigen datacenter komen te staan, kiezen daardoor vaker voor gebruik van een commercieel datacenter dat kan profiteren
van schaalvoordelen. Consolidatie en
schaalvergroting bepalen de komende
jaren de datacentermarkt.

Conclusie

De digitale infrastructuur in Nederland is een grotendeels onzichtbare
sector, maar wel één die wereldwijd
in de kopgroep meedoet. Veel factoren
die Nederland aantrekkelijk maken,
zijn structureel. Daarnaast profiteert
Nederland van het vliegwieleffect: als
er op een bepaalde plaats een kritische

massa aan Internet Exchange en datacentercapaciteit ontstaat waar netwerken en contentproviders zich vestigen,
dan trekt dat weer andere netwerken
en contentproviders aan. Nederland,
en met name de regio Amsterdam,
bevindt zich in die fase.
Daar tegenover staat dat de lokale
markt hier al sterk ontwikkeld is in
vergelijking tot andere gebieden in de
wereld met grote bevolkingspopulaties. Hoe dat op lange termijn uitpakt,
is nu nog niet in te schatten, maar de
komende jaren komt de koppositie
van Nederland nog niet in gevaar.
De uitdaging voor bedrijfsleven en
overheid is om blijvend de voor­
waarden te scheppen waaronder deze
s
­ ector kan bloeien.

❉

Andries van Dijk en Michiel Peters zijn
senior manager bij Deloitte Consulting.

2 0 1 3 / 2 0 1 4

27
datacenter trends
Diensteneconomie afhankelijk van digitale verkeersknooppunten

Datacenters:

industrieterreinen in
het digitale landschap
  Data, het is de nieuwe grondstof van de commerciële en niet-commerciële diensten­ conomie.
e
Alle data wordt in datacenters verwerkt, opgeslagen en doorgeleverd. Waar vroeger de ­ rukpers
d
van papier en inkt kranten drukte, worden nu in het datacenter bits tot online nieuws ­ erwerkt,
v
opgeslagen en ter distributie aangeboden. Waar je vroeger met een collega bij de ­ offieautomaat
k
het laatste nieuws besprak, deel je dat nu met de hele wereld via de datacentersvan Facebook.
Waar de offline en de online economie steeds hechter verstrengeld raken, zijn ­ ata­ enters de
d c
nieuwe industrieterreinen in het digitale landschap. En die industrieterreinen zijn ­ fhankelijk van
a
digitale verkeersknooppunten.

N

ederland staat zijn mannetje in
de wereld van verkeersknooppunten, zowel offline als online.
Neem Rotterdam, een van de grootste
havens ter wereld. In 2012 werden er
442 miljoen ton goederen overgeslagen,
een groei van 1,2 procent vergeleken
met het jaar daarvoor. Daarmee staat
Rotterdam in de top vijf havens wereldwijd. Ook deed recent het grootste containerschip ter wereld, de Maersk
McKinney Moller, Rotterdam aan als
eerste Europese haven. In Amsterdam
bevindt zich de Amsterdam Internet
Exchange (AMS-IX), een van de grootste internetknooppunten ter wereld. De
AMS-IX verstouwde in 2012 4,1 exabyte
aan data, een groei van 43 procent.
Daarmee laat de AMS-IX alleen de
Duitse exchange DE-CIX aan zich voorbijgaan. Vorig jaar verwelkomde de
AMS-IX de eerste 100GE-klant.

Connectiviteit

De aanwezigheid van een internetknooppunt als de AMS-IX is een van
de redenen dat de Nederlandse datacenterindustrie groeit als kool. Volgens
het laatste kwartaalrapport van CBRE
verslaat Amsterdam zowel London als
Frankfurt wanneer connectiviteit het

28

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

doorslaggevende criterium is. Niet
alleen Amsterdam profiteert van de
aanwezigheid van AMS-IX. Zo heeft
Google bijvoorbeeld een datacenter van
Telehouse in Groningen in zijn geheel
gehuurd. Via de Nederlandse digitale
snelweg is de AMS-IX en de rest van de
wereld niet ver weg. Met de groei van
cloud computing, mobiel internet, en
het “Internet of Things” zal het belang
van connectiviteit voor datacenters
alleen nog maar toenemen.
Telecommunicatie-infrastructuur, zoals
hierboven beschreven, is de onderste
van een viertal lagen waaruit datacenters opgebouwd zijn:
1. Telecommunicatie-infrastructuur
2. Datacenter-infrastructuur
3.  ysieke computer-infrastructuur
F
4.  irtuele computer-infrastructuur
V

Datacenter-infrastructuur

Hieronder vallen onder andere
housing, energie, koeling, bekabeling
en racks. In de datacenter-infrastructuurlaag zien we de volgende trends:
•  oenemend gebruik van software
T
voor datacenter-infrastructuur
management (DCIM) die het beheer
van datacenteractiva automatiseert
en vereenvoudigt.

b o o k

•  oortschrijdende modularisering
V
waarbij infrastructuur-componenten
binnen grotere modules geïntegreerd worden.
•  inder is meer: met een kleiner
M
oppervlak, minder kabels en minder
energie meer rekenkracht en koeling
kunnen leveren.
•  oenemende industrialisatie van de
T
bedrijfstak die datacenter-infrastructuur levert waardoor sneller en met
minder personeel meer datacenters
opgeleverd kunnen worden.

Fysieke computer-­
infra­structuur

Hieronder vallen onder andere servers, opslag, firewalls en lokale netwerken. In de fysieke computer-­
infrastructuurlaag zien we de
­volgende trends:
•  edreven door de wens om sneller
G
en eenvoudiger IT-resources in te
kunnen zetten vindt er een toe­
nemende convergentie plaats van
servers, opslag en netwerken.
G
­ eïntegreerde systemen en software-appliances zijn voorbeelden
van systemen waarbij de gehele
fysieke computer-infrastructuur
onder een enkel rack valt.

➼
Tekst: Pim Bilderbeek

2 0 1 3 / 2 0 1 4

29
datacenter trends
•  en toename van Big Data en cloud
E
computing zorgt voor een voort­
durende schaalvergroting van de
fysieke infrastructuur tot zogenaamde hyperscale infrastructuren van
duizenden gedistribueerde servers.
•  edrijven als Google en Facebook
B
die hyperscale datacenters bouwen,
gebruiken steeds meer merkloze
standaard server-, opslag- en
n
­ etwerkhardware die ze zelf
a
­ anpassen aan hun behoeftes.

Virtuele ­computerinfra­structuur

Hieronder vallen onder andere hypervisors voor servers, opslag en netwerken maar ook voor het hele datacenter,
het zogenaamde ‘software defined’
datacenter. In de virtuele computerinfrastructuurlaag zien we de volgende trends:
•  utomatisering van de automatiseA
ring neemt toe: er zijn steeds minder
datacenter-medewerkers nodig om
het geheel draaiende te houden.
• Een groeiende vraag naar Software
as-a-Service (SaaS), Platform-as-aService (PaaS) en Infrastructure-asa-Service (IaaS) versnelt het
virtualisatieproces.
• In toenemende mate kunnen

workloads binnen en tussen
datacenters verplaatst worden
zonder dat de dienstverlening
hier hinder van ondervindt.
• Er is een sterke opkomst van open

source cloud-software zoals
OpenStack en OpenFlow.

Consolidatie en integratie

De bouwstenen binnen de hierboven
genoemde vier lagen komen langzaam
samen en vormen grotere blokken.
Door middel van ‘software defined
network‘-technologie worden functies
en netwerken voor telecommunicatienetwerken in toenemende mate gevirtualiseerd. In de datacenter-infrastructuurlaag worden modulaire systemen
geleverd met energie, koeling, bekabeling en racks in één enkele container.
In de fysieke computer-infrastructuurlaag ontstaan geïntegreerde systemen ​​
met servers, opslag en netwerken in
één enkel rack, de zogenaamde ‘converged infrastructure’. In de virtuele
infrastructuurlaag worden virtuele
machines steeds mobieler (mobiliteit
tussen datacenters) en wordt het datacenter in toenemende mate als één

30

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

Zelf doen of laten
doen
Waar vroeger veel bedrijven hun eigen
datacenter hadden, vindt er nu een
verschuiving plaats van bedrijfsdata­
centers naar commerciële datacenters.
Langzaam verplaatsen IT-resources
zich van on premise, naar co-locatie,
hosting of IaaS-omgeving. Een recent
onderzoek van het Uptime Institute
geeft aan dat wereldwijd 63 procent
van de onderzochte commerciële
datacenters hun budget hebben zien
groeien vergeleken met slechts
25 procent van de bedrijfsdatacenters.

Langzaam verplaatsen IT-resources zich
van on premise, naar
c
­ o-locatie, hosting of
IaaS-omgeving
groot geheel van virtuele machines,
opslag en netwerken gedirigeerd.
Wanneer in het virtuele datacenter van
de toekomst een virtuele machine niet
langer gebonden is aan een fysieke
locatie en server in het datacenter, betekent dit ook dat voeding en koeling
binnen een datacenter dynamisch moeten worden geïnformeerd over virtuele
machine- en workload-mobiliteit om
efficiëntie en uiteindelijk lagere energiekosten te bereiken. Datacenter infrastructure management (DCIM) software zal dan ook in toenemende mate
management informatie leveren aan
server- en cloud-managementsoftware.
Maar ook over de lagen heen vindt
consolidatie plaats. Zo worden er datacentercontainers inclusief converged
infrastructuur geleverd. Onder andere
Microsoft bouwt modulaire datacenters op basis van dit principe. Een van
de belangrijkste voordelen van deze
modulaire aanpak is dat CAPEX meer
afgestemd kan worden op OPEX. Wanneer de vraag naar rekenkracht stijgt,
kan een nieuwe module gemakkelijk
worden binnengereden en aangesloten.

Specialisatie

Niet elk datacenter zal op dezelfde
manier evolueren. Op laag een (tele-

b o o k

communicatie) en laag twee (datacenter-infrastructuur) zijn de verschillen
door de invloed van de cloud niet zo
groot. Met name op laag drie (fysieke
computer-infrastructuur) en vier (virtuele computer-infrastructuur) vindt er
specialisatie plaats. Hier kunnen we
drie verschillende types cloud onderscheiden:
•  e ‘consumer cloud’. Dit is de cloud
D
waarin consumenten geen recht
hebben op privacy, waar geen SLA’s
geboden worden en waar infrastructuur gedeeld wordt. Datacenters
gebruiken op maat ontwikkelde
hardware, omdat binnen de schaal
waarop zij werken er geen standaard oplossingen voorhanden zijn.
•  e ‘customer cloud’. In deze cloud
D
betalen consumenten voor diensten
en krijgen ze een bepaald niveau
van dienstverlening gegarandeerd.
Deze cloud is gebouwd op converged
infrastructuur. Online banking is
een goed voorbeeld van een ‘customer cloud’.
•  e ‘business cloud’. In deze cloud
D
krijgen bedrijven gegarandeerde
diensten die compliant zijn met de
geldende regelgeving, conform
opgestelde SLA’s.

InterCloud

In de toekomst, als cloud computing
gemeengoed is en datacenters daadwerkelijk de nieuwe industrieterreinen
in het digitale landschap geworden
zijn, zal er een wereldwijde datacenter
grid zijn ontstaan. En net als het internet een netwerk van computernetwerken is, is de InterCloud dan een cloud
van clouds. De vorming van deze InterCloud is recent weer een stapje dichterbij gekomen met het initiatief van de
Deutsche Börse die volgend jaar computerkracht gaat verhandelen. Volgens
Deutsche Börse moet het net zo gemakkelijk worden om computerkracht in te
kopen als het kopen van olie of elektriciteit. Die marktplaats van de Deutsche
Börse draait op een cloud in een datacenter. En daarmee zijn we weer terug
bij het begin: data is de nieuwe grondstof en datacenters vormen de nieuwe
fabrieksterreinen in het digitale landschap.

Pim Bilderbeek (pim@themetisfiles.nl)
is partner en Principal Analyst bij
The METISfiles.

❉
Tekst: Jeffrey Gadellaa

NPR 5313

Praktijkrichtlijn ‘Computerruimten en datacenters’ zorgt
voor eenduidige terminologie
 Computerruimten en datacenters vervullen een cruciale
rol in de keten van communicatie. Juist doordat deze cruciale rol vaak op één of meerdere locaties is weggelegd is het
van belang te komen tot eenduidige afspraken. De NPR
5313 geeft een handreiking
voor de planning en oplevering van computerruimten en
datacenters.

I

n 2006 is NEN een onderzoek
gestart naar de mogelijkheden tot
normontwikkeling rondom
c
­ omputerruimte en datacenters.
Nadat ­ erschillende belanghebbende
v
partijen besloten hieraan deel te
nemen, was de oprichting van de
Nederlandse normcommissie ‘Computerruimte en datacenters’ (NC381888)
een feit. Een normcommissie bestaat
uit leden vanuit zowel publieke als
private instanties. Zijn komen tot consensus over bijvoorbeeld begrippen en
definities, maar ook over andere relevante zaken zoals ­ roces en techniek.
p

Informatieafspraak

In het normalisatieproces worden een
aantal keuzes gemaakt ten aanzien
van de doelstelling en de positionering ten opzichte van reeds bestaande
ontwikkelingen. De normcommissie
‘Computerruimte en datacenters’ is
uiteindelijk tot het besluit gekomen
om een Nederlandse praktijkrichtlijn
(NPR) te ontwikkelingen, die in tegenstelling tot een Nederlandse Norm
meer een advies betreft dan een eisen-

stellende afspraak. Een NPR is een
praktische uitwerking van een norm.
Bijvoorbeeld toelichtingen op normen,
constructieve mogelijkheden, werkmethoden en fabricagegegevens.
K
­ ortom, een ­ raktisch handvat.
p
O
­ verheden en marktpartijen kunnen
verwijzen naar Nederlandse
parktijkricht­ ijnen en deze bindend
l
verklaren.

Programma van Eisen

Praktisch biedt de NPR 5313 ‘Com­
puterruimte en datacenters’, zoals
deze formeel wordt beschreven, hulp
bij het specificeren, ontwerpen, aanbieden en opleveren van een computerruimte of datacenter. De NPR 5313
kan worden gebruikt bij zowel projecten voor het aanpassen van een
bestaande computerruimte of een
bestaand datacenter als bij projecten
voor een nieuw te bouwen en in te
richten computerruimte of datacenter.
De NPR 5313 verschaft de beheerder
van een computerruimte of datacenter
e
­ enduidige terminologie, die hij kan
gebruiken om zijn ambities en wensen
kenbaar te maken en te vertalen in een
Programma van Eisen. Een voorbeeldindeling van een Programma van
Eisen maakt deel uit van de NPR 5313.

Bedrijfsvoering

Voor de sturing en beheersing van
kosten en/of risico’s rond een com­
puterruimte of datacenter is bedrijfs­
voering noodzakelijk. Met behulp van
de omschreven onderwerpen voor
bedrijfsvoering kunnen eigenaren of
beheerders op strategisch, tactisch en
operationeel managementniveau hun

Kerntaken NEN
Naast wet- en regelgeving kennen we
diverse normen, richtlijnen en afspraken. In Nederland ligt de verantwoordelijkheid over de normen en richtlijnen
bij het Nederlands Normalisatie-­
instituut (NEN) te Delft. NEN brengt als
non-­profitorganisatie belanghebbende
partijen bij elkaar om gezamenlijk
toepasbare afspraken te maken en
faciliteert de implementatie hiervan.
Op internationaal niveau behartigt het
de belangen van de Nederlandse
markt. Regelmatig ontvangt NEN vanuit
CEN (de Europese normalisatie-instelling) en ISO (de mondiale normali­ aties
instelling) voorstellen om normontwikkeling te starten voor een nieuw
onderwerp. Ook kan een Nederlandse
marktpartij een voorstel voor norm­
ontwikkeling neerleggen. NEN heeft
als taak Nederlandse belanghebbende
marktpartijen te informeren over
relevante normalisatie-initiatieven.
Daartoe brengt NEN eerst de belanghebbende marktpartijen in kaart,
informeert hen over het voorstel (‘New
Work Item Proposal’) en onderzoekt of
de Nederlandse markt behoefte heeft
aan afspraken over het nieuwe
onderwerp. Ook polst NEN het
draagvlak om deel te nemen aan de
ontwikkeling van normen op dit gebied.

agenda’s opstellen, richting geven aan
het gebruik, beheer en onderhoud, en
primaire en ondersteunende processen beheersen. Om een computerruimte of datacenter te ontwikkelen,
dienen risico’s te worden geïdentificeerd, geanalyseerd en gemanaged.
Of een risicoanalyse nodig is en in

2 0 1 3 / 2 0 1 4

➼
31
datacenter trends

32

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

b o o k
welke mate, is sterk afhankelijk van
de mogelijke schade als gevolg van
een incident. In de NPR 5313 is een
lijst ­ pgenomen met verschillende
o
g
­ roepen mogelijke bedreigingen
die kunnen leiden tot incidenten.
Verder komen binnen bedrijfsvoering
o
­ nderwerpen als kwaliteitsmanagement, life-cycleprocessen en commissioning aan bod.

Energiezorg

Naast informatie voor het management bieden de classificatieschema’s

treffen maatregelen in de vorm van
component-/systeemredundantie,
kwaliteitscontrole en onderhoud.
Naast beschikbaarheid van data kunnen eisen worden gesteld aan ‘integriteit’ en ‘exclusiviteit’ van data. Het is
dan ook van belang dat eisen worden
gespecificeerd ten aanzien van brandveiligheid en inbraakveiligheid.
De NPR 5313 geeft een handvat om
maatregelen te treffen volgens het
schillenprincipe, op basis van
b
­ ouwkundig, installatietechnisch en
organisatorische (BIO) aspecten.

Ontwerpcontrolelijsten

Om een computer­
ruimte of datacenter
te ­ ntwikkelen, dienen
o
risico’s te worden
­geïdentificeerd,
­geanalyseerd
en ­gemanaged
handreikingen voor overheden om
eenduidig rapportage te beoordelen
over het efficiënt gebruik van energie.
Energiezorg speelt een zeer belang­
rijke rol op het gebied van computerruimte en datacenters. Om deze reden
heeft de normcommissie aan dit
t
­ hema inhoud gegeven en wijst het
gebruikers van de NPR 5313 op de
ontwikkelingen vanuit de nationale
en internationale overheden. Naast
aanwijzingen worden op basis van
internationale en nationale ontwikkelingen classificatieschema’s voor
energie-­ fficiency aangeboden.
e

Beschikbaarheid en
­beveiliging

Andere classificatieschema’s die
onderdeel zijn van de NPR 5313 geven
richting aan de beschikbaarheid van
systemen en beveiliging tegen brand
en inbraak. Voor het maken van een
berekening van de beschikbaarheid,
kan gebruik gemaakt worden
v
­ erschillende analysevormen en zijn
specifieke gegevens noodzakelijk om
tot een correct vergelijkbaar resultaat
te komen. In de NPR 5313 is een classificatiemodel terug te vinden, dat een
handreiking geeft voor mogelijk te

Op het moment dat gekeken wordt
naar het ontwerp en de realisatie,
geven de ontwerpcontrolelijsten van
de NPR 5313 richting in de mogelijkheden. Met de ontwerpcontrolelijsten
kunnen technische ­ euzes worden
k
gemaakt over bijvoorbeeld bouwkundige voorzieningen, maar ook over
elektrotechnische -/ ­ erktuigkundige
w
installaties en beveiligingsinstallaties.
De NPR 5313 geeft generieke afhankelijkheden per discipline met een
onderbouwing van voorbeelden met
ontwerpkeuzes. Een voorbeeld betreft
de toepassing van overspannings­
beveiligingen. Allereerst wordt aan­
gegeven in welke normen het onderwerp aan bod komt. Vervolgens wordt
een aantal afhankelijkheden benoemd,
bijvoorbeeld kwaliteit van de externe
energievoorziening en vervolgens
volgt een afronding met een mogelijk
te maken keuze, bijvoorbeeld de plaats
of het type van de toe te passen
o
­ verspanningsbeveiliging. Dankzij de
ontwerpcontrolelijsten worden gebruikers van de NPR 5313 geattendeerd op
essentiële ontwerpkeuzes.
In de exploitatiefase zijn uiteindelijk
ook aspecten van belang om de
c
­ omputerruimte of het datacenter in
een optimale conditie te behouden.
In de NPR 5313 worden verschillende
onderhoudsvormen benoemd die
t
­ oepasbaar kunnen zijn.

Handreiking
Als gevolg van de complexiteit van
verschillende disciplines, de omvang
en de internationale samenhang is
besloten een eerste publicatie in 2013
te realiseren. Na de publicatie wordt
de NPR 5313 onderhouden en kunnen
aanscherpingen of praktische aanvullingen worden gedaan. Een tweede
publicatie wordt in 2016 verwacht.
Deze eerste publicatie geeft een raamwerk om uitgangspunten te formuleren
en biedt een handreiking om tot verdere
invulling van vraagstukken op het gebied van classificatie van beschikbaarheid, beveiliging en energie-efficiency
en technische afwegingen rondom
computerruimte en datacenters te
komen. De uitgave ligt in lijn met de internationale normalisatie-activiteiten en
is daarom reeds praktisch toepasbaar
naast de toekomstige EN-50600.
De NPR 5313 kan als gemeenschappelijke referentie dienen. Betrouwbare
en energie-efficiënte computerruimtes
en datacenters vormen uiteindelijk het
ICT-innovatieplatform voor alle sectoren in Nederland.

met zowel Europese als internationale
normalisatie-instituten, consortia en
brancheorganisaties. Op Europees
niveau wordt op dit moment gewerkt
aan de EN-50600, een Europese ENnorm voor computerruimten en
d
­ atacenters. Een Europese EN-norm
is geldig voor alle Europese lidstaten.
Normalisatie-instituten zijn verplicht
de Europese normen nationaal over te
nemen. Het werk dat door de Nederlandse normcommissie ‘Computerruimten en datacenters’ wordt verricht, is daarom van cruciaal belang
voor de Europese ontwikkelingen.

❉

Internationale aansluiting

De ontwikkeling van de NPR 5313
staat niet op zichzelf, maar sluit aan
en wordt afgestemd op nationaal,
Europees en internationaal niveau.
De Nederlandse kennis en ervaring
binnen de normcommissie is gecon­
solideerd, gestructureerd en gedetailleerd. Het instituut deelt haar kennis

Jeffrey Gadellaa (jeffrey.gadellaa@
croon.nl) is Voorzitter Nederlandse
normcommissie ‘Computerruimte en
Datacenters’ en lid van de Europese
werkgroep TC215.

2 0 1 3 / 2 0 1 4

33
Transforming your business while you’re
Transforming your business while you’re
busy running it. There is ais a certain way.
busy running it. There certain way.

In a fast-evolving marketplace which demands demands leadership that brings results, there existscertainty:certainty:
In a fast-evolving marketplace which leadership that brings results, there exists a way of a way of
Tata Consultancy Services (TCS). With TCS as your strategic advisor and partner, the ever-changing new landscapes of business business
Tata Consultancy Services (TCS). With TCS as your strategic advisor and partner, the ever-changing new landscapes of
become new vistas of opportunity. TCS offersTCS offers you market-proven, world-class experience, expertise and guidance to show the
become new vistas of opportunity. you market-proven, world-class experience, expertise and guidance to show the
way for your business to evolve.to evolve. Wecreating transformational offerings by leveraging the partner ecosystem and our and our
way for your business We focus on focus on creating transformational offerings by leveraging the partner ecosystem
next generation delivery model. TCS has invested significantly in a numberaof migrationmigration and transformation tools including
next generation delivery model. TCS has invested significantly in number of and transformation tools including
eTransform and MasterCraft to enableto enable enterprises migrate their legacy and adopt the cloud. Leveraging thedeliver to deliver next
eTransform and MasterCraft enterprises migrate their legacy and adopt the cloud. Leveraging the cloud to cloud next
generation IT Infrastructure services isservices tocentral to TCS strategy. strategy.
generation IT Infrastructure central is TCS business business
Visit tcs.com/offerings/it_infrastructure/ or mail usor mail us at netherlands.marketing@tcs.comare certain tocertain to learn more
Visit tcs.com/offerings/it_infrastructure/ at netherlands.marketing@tcs.com and you and you are learn more
opinie

Eric Boonstra, Algemeen Directeur EvoSwitch:

“Datacenter
wordt
marktplaats”
  System integrators kiezen volgens Eric Boonstra, Algemeen Directeur van EvoSwitch, steeds
vaker voor carrier-neutrale datacenters voor hun eindklant, de CIO. De reden is volgens hem
simpel. “Daar kunnen ze de voor hen belangrijke interconnecties maken met verschillende
leveranciers.”

36

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

b o o k
D

e gang naar het datacenter
begon voor veel bedrijven met
storage, beschouwt de uiterst
nuchtere Boonstra. “Die trend begon
vijf jaar geleden. Toen koos de CIO ook
eerder voor een full dedicated service
waar zijn applicaties stonden met een
verbinding terug naar het hoofdkantoor. Die omgeving werd veelal gemanaged door de system integrator.” Nu
is de wereld anders, zegt Boonstra.
“Carrier-neutrale datacenters zijn als
een marktplaats, waar verschillende
netwerken, clouds en verschillende
applicaties samenkomen om grote hoeveelheden data met de juiste netwerken te verbinden om zo snel of kostenefficiënt mogelijk op te slaan en naar de
eindgebruiker te transporteren. De rol
van de system integrator is om op basis
van de eisen en wensen van zijn klant
en de nieuwe componenten voor solutions zoals netwerkdiensten en cloud
computing, advies te geven over wat in
die marktplaats het beste past bij de
betreffende onderneming. De carrierneutrale datacenters vormen daarmee
aantrekkelijke locaties om deze nieuwe
‘hybride cloud’-solutions te bouwen.
Wij zijn geen onderdeel van dit proces;
wél zorgen wij dat het juiste ecosysteem van netwerk en cloudproviders
bij ons binnen staat. Carrier-neutrale
datacenters bevorderen zo keus en
diversiteit van partners en leveranciers.
Onze voorkeuren zijn niet relevant.”

Ongekende groei

De ‘marktplaats’ van Evoswitch maakt
een ongekende groei door. Het begon
ooit, in 2007, in Haarlem, onderdeel van
de internethub in wat Boonstra grootAmsterdam noemt. Inmiddels staat
daar 12.000 vierkante meter aan datacenter met klanten vanuit de hele
wereld. Grote namen, start-ups en alles
er tussen in. Een tweede Evoswitch
datacenter huist buiten Washington,
D.C., in het noorden van Virginia, in de
Verenigde Staten. “We konden met de
vraag om datacenterruimte van enkele
van onze klanten versneld onze plannen voor de VS ten uitvoer brengen”,
aldus Boonstra. Het derde datacenter
wordt begin 2015 geopend in Amsterdam. “Ik verwacht voorlopig niet dat

we ophouden met groeien”, stelt Boonstra. “Outsourcen neemt met de overstap naar cloud computing alleen maar
toe.” Of het nu internetserviceproviders, corporates, cloudleveranciers, leidende internet exchanges zoals die van
Amsterdam en Londen, de overheid of

Virtualisatie is nu
­dusdanig doorgedrongen dat partijen binnen
datacenters elkaar nu
opzoeken om gezamenlijk diensten aan te
bieden
system integrators zijn; Evoswitch heeft
ze in huis. “De toevlucht is enorm. De
eerste schroom is er, ook bij corporates,
volledig vanaf.” Evoswitch merkt een
toestroom van partijen die wereldwijde
aanwezigheid wil hebben. “Dat om bijvoorbeeld gaming of social media goed
dekkend te kunnen aanbieden. Of om
wereldwijd back up te hebben.”
Evoswitch is zich dan ook aan het oriënteren op een locatie voor een nieuw
datacenter aan de westkust van de Verenigde Staten. Boonstra: “En op het
verlanglijstje staat ook nog Azië, waarbij locaties als Hongkong of Singapore
prominent figureren.”

Hoge eisen

Boonstra somt vervolgens in het kort
de belangrijkste zaken rond het bouwen van een datacenter op. “Koeling,
stroom, beveiliging, support en connectiviteit...Om een deel van die onderdelen moeten we steeds meer wedijveren. Londen, Frankfurt, Parijs en
Amsterdam zijn belangrijke markten
en lokale overheden kunnen omdat de
plaatsen zo gewild zijn, daarom steeds
strengere eisen stellen, bijvoorbeeld
aan Power Usage Effectiviness (PUE).
Die ligt bij ons op 1,2 in Amsterdam.
We hebben sinds de bouw al rekening
gehouden met de duurzaamheid van

het gehele project inclusief exploitatie
en met name bij uitbouw, waar steeds
meer innovatieve technologie kan worden benut. Dat was, is en blijft ons uitgangspunt.”
Een ander belangrijk punt volgens
Boonstra is de beveiliging. “EvoSwitch
besteedt jaarlijks meer dan 10.000 manuren aan certificering van haar datacenters. Veel van die certificeringen
hebben direct of indirect te maken met
de wijze waarop wij de data van onze
klanten fysiek beveiligen. Naast grote
enterprise klanten en system integrators staan er bij ons internetbedrijven
met hun e-commerce platform binnen,
maar ook internetserviceproviders.
Bedrijven die ‘missie-kritiek’ in een
heel ander perspectief kunnen plaatsen. Wij worden daarom extra onder de
loep genomen, en al onze klanten hebben hier uiteindelijk voordeel bij.”

Hogere vorm

De algemeen directeur ziet in zijn
datacenter klanten tot een hogere
vorm van sourcing overgaan. “Vroeger was duidelijk gedefinieerd welke
server voor welke klant was. Nu is
virtualisatie en cloud zodanig doorgedrongen dat partijen binnen dat datacenter elkaar opzoeken om gezamenlijk diensten aan te bieden aan de
eindklant. Die eindklant ziet de cloud
meer en meer zitten, ook omdat duidelijker is geworden wat de cloud nu wel
en niet is. De sterke aandacht voor de
fysieke beveiliging van haar datacenters zorgt voor vertrouwen, het kostenplaatje is beter geworden en de CIO
weet welke informatie hij wel of niet
in de cloud wil zetten. Je ziet dan ook
keuzes voor make or buy in het voordeel van buy uitvallen, ook bij de
overheid. Ze zeggen: 24 uur maal 7
dagen in de week kwaliteit borgen en
support leveren kunnen we niet. En ze
zien dat zowel CAPEX als OPEX de
bedragen lager uitvallen.” Boonstra
preekt enigszins voor eigen parochie,
maar de groei die hij realiseert, ondersteunt het betoog. “Ik heb geen reden
om te denken dat we onze groei niet
zouden doorzetten. De trends van outsourcing en cloud zijn nog lang niet
voorbij. We’re here to stay.”

2 0 1 3 / 2 0 1 4

❉
37
thema cloud computing

Wat draaien we ‘public’ en wat niet?

De richtlijnen liggen
in de cloud verborgen
38

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

b o o k
Tekst: Dick Schievels

 Clouds zijn er in diverse
soorten en maten maar alom
worden er tegenwoordig drie
modellen gehanteerd: public,
private en hybrid. Het hybride
model heeft volgens IT-specialisten de toekomst. De lastige
vraag voor steeds meer
IT-managers luidt dan ook:
wat draaien we public en wat
brengen we onder in onze
­private cloud?

D

e toekomst van computing
heet cloud computing, maar
cloud-IT is geen cloud-IT
alleen omdat er cloud voor staat.
Dat kan eenieder met verstand van
zaken nog vrijwel dagelijks ervaren.
W
­ anneer verdient IT wel dat predicaat? Hoewel er meerdere definities
de ­ onde doen, zijn er vijf kenmerken
r
die altijd in een of andere vorm
t
­ erug­ eren. Zij ­ ormen de kern van
k
v
cloud computing.
Ten eerste moet er een grote hoeveelheid gebundelde rekenkracht voorradig zijn, die naar behoefte kan worden aangesproken door iedereen die
in het bezit is van een creditcard.
Nemen we even het in de lucht brengen van een bedrijfswebsite als voorbeeld, dan staat cloud computing aan
het eind van een rij van vier computing-exploitatiemodellen, waarin je
een verschuiving ziet optreden van
CAPEX + OPEX naar alleen OPEX.
Die rij begint met traditioneel zelf
doen op een eigen servertje (flinke
CAPEX, flinke OPEX), en loopt via
colocatie (iets lagere CAPEX en OPEX)
en managed hosting (CAPEX nul,
OPEX flink), naar cloudcomputing
(CAPEX nul, OPEX gematigd).
Ten tweede moet de rekenkracht zijn
gebaseerd op virtualisatie. Dit is in
geval van cloud computing een must,
omdat het succes ervan alles te maken
heeft met ‘economies of scale’ en gebaseerd is op infrastructuren bestaande
uit duizenden servers. Om kosteneffectief te kunnen opereren, is een zo
hoog mogelijk rendement van iedere
server van het grootste belang.

Ten derde moet de rekenkracht elastisch schaalbaar zijn, zowel omhoog
als omlaag. Al naar gelang de behoefte
van de klant moet er dynamisch
rekenkracht kunnen worden aanen uitgezet. In een wereld zonder
cloud computing moet je bij aanschaf
altijd alles dimensioneren op het
k
­ unnen verwerken van de hoogste
piek­belasting.
Ten vierde moeten de nodige nieuwe
virtuele machines automatisch
(via een API) binnen enkele minuten
gecreëerd en uitgerold, dan wel
o
­ ntmanteld kunnen worden.
En ten vijfde moet er zuiver worden
afgerekend naar gebruik. Dus niet,
zoals bij managed hosting, eerst een
startup-bedrag bij binnenkomen en
vervolgens een abonnement op jaar­
basis.

Private cloud

In het zojuist gegeven signalement
van cloud computing, gaat het om
cloud computing in zijn meest pure
vorm: het betrekken van IT-infrastructuur uit de cloud, beter bekend als
IaaS (Infrastructure-as-a- Service).
De voordelen ervan zijn in twee
w
­ oorden samen te vatten: flexibiliteit
en kostenefficiëntie.

Het overzetten van
­bejaarde applicaties
naar een cloudomgeving levert vaak
maar ­marginale
­verbeteringen op
Welke bedrijfstoepassingen zijn nu
vanuit deze twee gezichtspunten
bekeken geschikt om in de cloud uit te
rollen? Je zou misschien geneigd zijn
te denken: allemaal. Toch is dit niet zo
en blijft het altijd nodig de business
case te maken. Simpele rekenvoorbeelden in de handboeken over cloud
computing laten zien dat het in som-

mige omstandigheden het goedkoopst
is een applicatie gewoon op de servers
in het eigen datacenter te draaien.
Neem bijvoorbeeld een hele stabiele
applicatie, die gestaag zijn werk moet
doen over een periode van jaren, met
nauwelijks uitschieters qua belasting.
Heb je het daarentegen over een applicatie die kort, voor bijvoorbeeld een
paar weken of een half jaar, in de lucht
moet worden gebracht, dan wordt het
in de cloud draaien al snel lucratief.
Dat geldt natuurlijk in versterkte mate
als het daarbij om grote, zware applicaties gaat die heel veel rekenkracht
vereisen. Dat zijn bij uitstek de applicaties die gedijen in de cloud.
Toch worden ook die niet altijd naar
de cloud gebracht. Waarom? Het
a
­ ntwoord ligt niet ergens in een hoekje op zolder verborgen, maar in de
k
­ enmerken van cloud computing zelf.
Bij alle flexibiliteit en kostenefficiëntie
gaat er namelijk één ding verloren:
controle. Controle over waar je data
worden opgeslagen, controle over de
beveiliging van de infrastructuur,
et cetera. Dat is de reden voor de
o
­ ntwikkeling van het concept ‘private
cloud’, waarmee hetgeen wij tot nu toe
als ‘dé cloud’ hebben aangeduid van
het voorvoegsel public moet worden
­voorzien.
Net als bij de public cloud is een private cloud gebaseerd op virtualisatie,
elastische schaalbaarheid en de
a
­ utomatisering van beheertaken.
Ook het gebruik kan intern per eenheid worden doorbelast. Het enige wat
­
o
­ ntbreekt ten opzichte van de public
cloud, is dat niet zomaar iedereen met
een creditcard er gebruik van kan
maken. De belangrijkste drijfveren
voor de ontwikkeling van een private
cloud zijn security, beschikbaarheid
en de omvang van het personeels­
bestand. Applicaties en data die
b
­ ijvoorbeeld streng beveiligd moeten
worden omdat ze uiterst privacygevoelig zijn, zijn kandidaten om in een
private cloud onder te brengen.
Net als applicaties die een mate van
toegankelijkheid eisen die in de public
cloud niet kan worden verschaft.
Voor de meeste bedrijven zullen de

2 0 1 3 / 2 0 1 4

➼
39
thema cloud computing

‘economies of scale’ flink achterblijven
bij die van een grote public-cloudaanbieder. Dus zal het ook voor bedrijven
met een eigen private cloud in veel
gevallen aantrekkelijk blijven om ook
uit de public cloud diensten te
b
­ etrekken. Dat leidt tot de situatie die
‘hybrid cloud’ genoemd wordt.

Hybrid cloud

De hybrid cloud wordt door IT-specialisten een rooskleurige toekomst voorspeld. Het verenigt de voordelen van
beide andere modellen. Het is echter
technologisch gezien wel de meest
complexe oplossing. Want een hybrid
cloud is niet zoiets als ‘een stukje doe
je zelf en een stukje neem je af’.
Er moet echt een brug tussen zitten;
private en public cloud moeten
g
­ ekoppeld zijn. Pas dan mag je echt
spreken van een hybrid cloud.

Applicaties die laag
s
­ coren op de factor
overdraagbaarheid zijn
geen geschikte kandi­
daten voor de cloud
In het hybride model hebben IT-managers echt de keuze over welke applicaties ze op een publieke en welke ze op
hun private infrastructuur draaien.
Het is zelfs mogelijk om een deel van
de applicaties publiek en een ander
deel privaat onder te brengen. Soms
worden de data bijvoorbeeld binnen
de muren van het eigen datacentrum
opgeslagen, maar draait de applicatie
zelf in de public cloud. Hele duidelijke
richtlijnen zijn niet te geven voor het
dilemma welke applicaties nu het best
in het publieke en welke beter in het
private domein onder kunnen worden
ge­ racht. In de praktijk zie je dat veel
b
bedrijven geneigd zijn om bijvoorbeeld hun e-mail- en samenwerkingssoftware vanuit de publieke cloud te
betrekken, terwijl de HRM-, ERP- en
financiële systemen, die vaak op maat-

40

T H E

B I G

d a t a

c e n te r

werk zijn gebaseerd en extra beveiliging behoeven, in het private deel
van de hybrid cloud worden onder­
gebracht.
Ook blijkt uit praktijkervaringen dat
het overzetten van enigszins bejaarde
applicaties naar een cloudomgeving
vaak maar marginale verbeteringen
oplevert. Dat komt natuurlijk omdat
die applicaties oorspronkelijk nooit
voor een cloudomgeving zijn ontwikkeld.

SaaS en PaaS

Zojuist, bij de constatering dat veel
bedrijven hun e-mail- en samen­
werkingssoftware uit de public cloud
betrekken, werd al even aan een
public-cloudmodel gerefereerd dat tot
nu toe nog niet ter sprake is gekomen,
terwijl het eigenlijk het meest florerende public-cloudmodel is dat we
k
­ ennen, namelijk SaaS (Software-as-a-­
Service). SaaS is er ondertussen in vele
varianten. Of de flexibiliteit en kostenefficiëntie van dit soort oplossingen
opwegen tegen de risico’s die de
afhankelijkheid van een derde
partij met zich meebrengt, moet
per ­ pplicatie worden bekeken.
a
Naast SaaS is er ook nog PaaS
­(Platform-as-a-Service). Bekende
v
­ oorbeelden zijn Google’s AppEngine,
Microsofts Azure en Force.com van
Salesforce.com. Het zijn ontwikkel­
omgevingen rond applicaties op een
bepaald platform in de cloud. De
cloudsmaken IaaS, PaaS en SaaS zijn
in die volgorde in te delen op basis
van de mate van controle die de afnemer van de betreffende clouddiensten
heeft over de applicatie.

Een standaard als ISO 25010 om de
kwaliteit van software te meten, is een
bruikbaar hulpmiddel om de cloud­
geschiktheid van een applicatie te
beoordelen. ISO 25010 kent acht hoofdcategorieën voor het vaststellen van de
productkwaliteit van software. Het
gaat om functionele geschiktheid,
v
­ eiligheid, prestatie-efficiëntie, uit­
wisselbaarheid, bruikbaarheid,
betrouwbaarheid, onderhoudbaarheid
en overdraagbaarheid. Ze zijn niet
allemaal even belangrijk voor beantwoording van de vraag in kwestie.
Ik geef hier ter afsluiting een paar
voorbeelden van vier criteria die wel
hout snijden.
Applicaties die laag scoren op prestatie-efficiëntie zijn bij uitstek geschikt
voor de cloud, omdat er in een cloudomgeving extra veel prestatiewinst
mee is te behalen. Kijken we naar de
factor bruikbaarheid, dan zijn vooral
applicaties waarvan het technisch
beheer complex is goede kandidaten
voor migratie naar de cloud, omdat
daar het beheer veelal verregaand
kan worden geautomatiseerd. Ook
applicaties die laag scoren op de factor
betrouwbaarheid, in de zin van foutbestendigheid, kunnen sterk profiteren van een implementatie in een
c
­ loudomgeving. De infrastructuur is
daar verregaand gestandaardiseerd
en hardwareproblemen worden veelal
automatisch opgelost. En tot slot,
applicaties die laag scoren op de factor
overdraagbaarheid zijn geen geschikte
kandidaten, omdat aan een migratietraject te grote risico’s zijn verbonden.

Tot slot ISO 25010

We roerden net al het probleem aan
van de zogeheten ‘legacy’-applicaties
die over het algemeen niet goed gedijen in een cloudomgeving. Dus voordat
we ons buigen over de vraag welke
applicaties we in de public en welke
we in de private cloud onderbrengen,
behoren we eigenlijk eerst te beoor­
delen of applicaties überhaupt wel
geschikt zijn voor een transitie naar
de cloud. Zijn daar nog richtlijnen
voor te geven?

b o o k

Dick Schievels is freelance journalist.

❉
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014
Datacenter jaarboek 2014

Weitere ähnliche Inhalte

Was ist angesagt?

Ict Solutions Verschenen Bij Fd 18 09 12
Ict Solutions Verschenen Bij Fd 18 09 12Ict Solutions Verschenen Bij Fd 18 09 12
Ict Solutions Verschenen Bij Fd 18 09 12Acquoij
 
Is Business Continuity Rocket Science?
Is Business Continuity Rocket Science?Is Business Continuity Rocket Science?
Is Business Continuity Rocket Science?Rien Dijkstra
 
De uprooted enterprise. ICT voor de any3-economy.
De uprooted enterprise. ICT voor de any3-economy.De uprooted enterprise. ICT voor de any3-economy.
De uprooted enterprise. ICT voor de any3-economy.Belgacom
 
Deloitte publicatie cloud diner
Deloitte publicatie cloud dinerDeloitte publicatie cloud diner
Deloitte publicatie cloud dinerTheo Slaats
 
Digitaliseren zonder weerstand
Digitaliseren zonder weerstandDigitaliseren zonder weerstand
Digitaliseren zonder weerstandYorrick Mentink
 
Microsoft reference case_plannederland_vs16
Microsoft reference case_plannederland_vs16Microsoft reference case_plannederland_vs16
Microsoft reference case_plannederland_vs16Pierre Jeanvous
 
Heeft ITIL nog toekomst voor MKB organisaties?
Heeft ITIL nog toekomst voor  MKB organisaties?Heeft ITIL nog toekomst voor  MKB organisaties?
Heeft ITIL nog toekomst voor MKB organisaties?Ratio Consultants
 
24 sept presentatie kpn wilroff to the point in ict (final)
24 sept presentatie kpn   wilroff to the point in ict (final)24 sept presentatie kpn   wilroff to the point in ict (final)
24 sept presentatie kpn wilroff to the point in ict (final)Willem Ellemeet
 
Seminar Smart Industry: Smart enough to have a predicatable TCO?
Seminar Smart Industry: Smart enough to have a predicatable TCO?Seminar Smart Industry: Smart enough to have a predicatable TCO?
Seminar Smart Industry: Smart enough to have a predicatable TCO?Croonwolter&dros
 
Seminar Smart Industry data gedreven ondernemerschap
Seminar Smart Industry data gedreven ondernemerschapSeminar Smart Industry data gedreven ondernemerschap
Seminar Smart Industry data gedreven ondernemerschapCroonwolter&dros
 
Whitepaper Regieorganisatie
Whitepaper RegieorganisatieWhitepaper Regieorganisatie
Whitepaper RegieorganisatieSuzanneVenes
 
“Information driven added value” Internet of Things
“Information driven added value” Internet of Things“Information driven added value” Internet of Things
“Information driven added value” Internet of ThingsRick Bouter
 
Schneider-electric / Case Bell ID Rotterdam
Schneider-electric / Case Bell ID RotterdamSchneider-electric / Case Bell ID Rotterdam
Schneider-electric / Case Bell ID RotterdamAtakan Bilecen
 
Groeistuipen van Cloud Computing
Groeistuipen van Cloud ComputingGroeistuipen van Cloud Computing
Groeistuipen van Cloud ComputingSteven Peters
 

Was ist angesagt? (17)

Q4 TSV-GROEP MAGAZINE
Q4 TSV-GROEP MAGAZINEQ4 TSV-GROEP MAGAZINE
Q4 TSV-GROEP MAGAZINE
 
Ict Solutions Verschenen Bij Fd 18 09 12
Ict Solutions Verschenen Bij Fd 18 09 12Ict Solutions Verschenen Bij Fd 18 09 12
Ict Solutions Verschenen Bij Fd 18 09 12
 
Is Business Continuity Rocket Science?
Is Business Continuity Rocket Science?Is Business Continuity Rocket Science?
Is Business Continuity Rocket Science?
 
Webinar Towards the Digital Factory 2 - Gerlinde Oversluizen
Webinar Towards the Digital Factory 2 - Gerlinde OversluizenWebinar Towards the Digital Factory 2 - Gerlinde Oversluizen
Webinar Towards the Digital Factory 2 - Gerlinde Oversluizen
 
De uprooted enterprise. ICT voor de any3-economy.
De uprooted enterprise. ICT voor de any3-economy.De uprooted enterprise. ICT voor de any3-economy.
De uprooted enterprise. ICT voor de any3-economy.
 
Deloitte publicatie cloud diner
Deloitte publicatie cloud dinerDeloitte publicatie cloud diner
Deloitte publicatie cloud diner
 
Digitaliseren zonder weerstand
Digitaliseren zonder weerstandDigitaliseren zonder weerstand
Digitaliseren zonder weerstand
 
Microsoft reference case_plannederland_vs16
Microsoft reference case_plannederland_vs16Microsoft reference case_plannederland_vs16
Microsoft reference case_plannederland_vs16
 
Heeft ITIL nog toekomst voor MKB organisaties?
Heeft ITIL nog toekomst voor  MKB organisaties?Heeft ITIL nog toekomst voor  MKB organisaties?
Heeft ITIL nog toekomst voor MKB organisaties?
 
24 sept presentatie kpn wilroff to the point in ict (final)
24 sept presentatie kpn   wilroff to the point in ict (final)24 sept presentatie kpn   wilroff to the point in ict (final)
24 sept presentatie kpn wilroff to the point in ict (final)
 
Eshgro 2009
Eshgro 2009Eshgro 2009
Eshgro 2009
 
Seminar Smart Industry: Smart enough to have a predicatable TCO?
Seminar Smart Industry: Smart enough to have a predicatable TCO?Seminar Smart Industry: Smart enough to have a predicatable TCO?
Seminar Smart Industry: Smart enough to have a predicatable TCO?
 
Seminar Smart Industry data gedreven ondernemerschap
Seminar Smart Industry data gedreven ondernemerschapSeminar Smart Industry data gedreven ondernemerschap
Seminar Smart Industry data gedreven ondernemerschap
 
Whitepaper Regieorganisatie
Whitepaper RegieorganisatieWhitepaper Regieorganisatie
Whitepaper Regieorganisatie
 
“Information driven added value” Internet of Things
“Information driven added value” Internet of Things“Information driven added value” Internet of Things
“Information driven added value” Internet of Things
 
Schneider-electric / Case Bell ID Rotterdam
Schneider-electric / Case Bell ID RotterdamSchneider-electric / Case Bell ID Rotterdam
Schneider-electric / Case Bell ID Rotterdam
 
Groeistuipen van Cloud Computing
Groeistuipen van Cloud ComputingGroeistuipen van Cloud Computing
Groeistuipen van Cloud Computing
 

Andere mochten auch

Algemene Presentatie Detron Telecom Solutions
Algemene Presentatie Detron Telecom SolutionsAlgemene Presentatie Detron Telecom Solutions
Algemene Presentatie Detron Telecom SolutionsBernardo van der Linden
 
Detron datacenter services
Detron datacenter servicesDetron datacenter services
Detron datacenter servicesRogier den Boer
 
Best practices in het datacenter: samenwerking tussen facilitair beheer en IT
Best practices in het datacenter: samenwerking tussen facilitair beheer en ITBest practices in het datacenter: samenwerking tussen facilitair beheer en IT
Best practices in het datacenter: samenwerking tussen facilitair beheer en ITPeter Vermeulen
 
Forms2Future in action for SaaS provider Connexys
Forms2Future in action for SaaS provider ConnexysForms2Future in action for SaaS provider Connexys
Forms2Future in action for SaaS provider ConnexysLucas Jellema
 
How Digital marketing solutions can help you to grow your business.
How Digital marketing solutions can help you to grow your business.How Digital marketing solutions can help you to grow your business.
How Digital marketing solutions can help you to grow your business.Raj Narayanan
 
A Guide To Maximizing Lead Generation Today (Infographic)
A Guide To Maximizing Lead Generation Today (Infographic)A Guide To Maximizing Lead Generation Today (Infographic)
A Guide To Maximizing Lead Generation Today (Infographic)Brian Downard
 
Prepare your metadata - introductie
Prepare your metadata - introductiePrepare your metadata - introductie
Prepare your metadata - introductiedatable_be
 
Henk. een sociaal intranet - augustus 2010
Henk. een sociaal intranet - augustus  2010Henk. een sociaal intranet - augustus  2010
Henk. een sociaal intranet - augustus 2010Hutspot
 
Spreekbeurt samuele
Spreekbeurt samueleSpreekbeurt samuele
Spreekbeurt samuelemeesterdavy
 
Årsmøteinnkalling ESK 2012 mars 2013
Årsmøteinnkalling ESK 2012 mars 2013Årsmøteinnkalling ESK 2012 mars 2013
Årsmøteinnkalling ESK 2012 mars 2013Frank Emil Moen
 
Hoe overtuig ik mijn directie van lean
Hoe overtuig ik mijn directie van leanHoe overtuig ik mijn directie van lean
Hoe overtuig ik mijn directie van leanMy Kingdom for a Horse
 

Andere mochten auch (18)

Algemene Presentatie Detron Telecom Solutions
Algemene Presentatie Detron Telecom SolutionsAlgemene Presentatie Detron Telecom Solutions
Algemene Presentatie Detron Telecom Solutions
 
Detron datacenter services
Detron datacenter servicesDetron datacenter services
Detron datacenter services
 
Cloud Communicatie Detron 2012
Cloud Communicatie Detron 2012Cloud Communicatie Detron 2012
Cloud Communicatie Detron 2012
 
Best practices in het datacenter: samenwerking tussen facilitair beheer en IT
Best practices in het datacenter: samenwerking tussen facilitair beheer en ITBest practices in het datacenter: samenwerking tussen facilitair beheer en IT
Best practices in het datacenter: samenwerking tussen facilitair beheer en IT
 
Forms2Future in action for SaaS provider Connexys
Forms2Future in action for SaaS provider ConnexysForms2Future in action for SaaS provider Connexys
Forms2Future in action for SaaS provider Connexys
 
How Digital marketing solutions can help you to grow your business.
How Digital marketing solutions can help you to grow your business.How Digital marketing solutions can help you to grow your business.
How Digital marketing solutions can help you to grow your business.
 
Piano Relaxing
Piano RelaxingPiano Relaxing
Piano Relaxing
 
Toekomst van Telecom
Toekomst van TelecomToekomst van Telecom
Toekomst van Telecom
 
A Guide To Maximizing Lead Generation Today (Infographic)
A Guide To Maximizing Lead Generation Today (Infographic)A Guide To Maximizing Lead Generation Today (Infographic)
A Guide To Maximizing Lead Generation Today (Infographic)
 
Prepare your metadata - introductie
Prepare your metadata - introductiePrepare your metadata - introductie
Prepare your metadata - introductie
 
Henk. een sociaal intranet - augustus 2010
Henk. een sociaal intranet - augustus  2010Henk. een sociaal intranet - augustus  2010
Henk. een sociaal intranet - augustus 2010
 
Spreekbeurt samuele
Spreekbeurt samueleSpreekbeurt samuele
Spreekbeurt samuele
 
Årsmøteinnkalling ESK 2012 mars 2013
Årsmøteinnkalling ESK 2012 mars 2013Årsmøteinnkalling ESK 2012 mars 2013
Årsmøteinnkalling ESK 2012 mars 2013
 
Aviakassa
AviakassaAviakassa
Aviakassa
 
Hoe overtuig ik mijn directie van lean
Hoe overtuig ik mijn directie van leanHoe overtuig ik mijn directie van lean
Hoe overtuig ik mijn directie van lean
 
Yorgo
YorgoYorgo
Yorgo
 
Month
MonthMonth
Month
 
Cl jacktech hydraulics
Cl jacktech hydraulicsCl jacktech hydraulics
Cl jacktech hydraulics
 

Ähnlich wie Datacenter jaarboek 2014

De toekomst van datagedreven werken is nu
De toekomst van datagedreven werken is nuDe toekomst van datagedreven werken is nu
De toekomst van datagedreven werken is nuReinier Versluis
 
Presentatie open dag Capitar IT Group
Presentatie open dag Capitar IT GroupPresentatie open dag Capitar IT Group
Presentatie open dag Capitar IT GroupCapitar IT Group
 
Facto Congres 2017 - Big data en gebouwbeheer: een nieuwe werkelijkheid (Cas...
Facto Congres 2017 - Big data en gebouwbeheer: een nieuwe werkelijkheid  (Cas...Facto Congres 2017 - Big data en gebouwbeheer: een nieuwe werkelijkheid  (Cas...
Facto Congres 2017 - Big data en gebouwbeheer: een nieuwe werkelijkheid (Cas...Facto Magazine
 
Benchmark Rapport Digitale Transformatie - Meebewegen Met Veranderende Markten
Benchmark Rapport Digitale Transformatie - Meebewegen Met Veranderende MarktenBenchmark Rapport Digitale Transformatie - Meebewegen Met Veranderende Markten
Benchmark Rapport Digitale Transformatie - Meebewegen Met Veranderende MarktenJeroen Philippi
 
Ander en minder, it prikkels voor bestuurders
Ander en minder, it prikkels voor bestuurdersAnder en minder, it prikkels voor bestuurders
Ander en minder, it prikkels voor bestuurdersFrits Pfeiffer
 
Werken zonder beperkingen, hoezo uitdagend..?
Werken zonder beperkingen, hoezo uitdagend..?Werken zonder beperkingen, hoezo uitdagend..?
Werken zonder beperkingen, hoezo uitdagend..?Ricoh Nederland
 
Nieuw licht op shadow it
Nieuw licht op shadow itNieuw licht op shadow it
Nieuw licht op shadow itJeroen Philippi
 
Nieuw Licht op Shadow IT
Nieuw Licht op Shadow ITNieuw Licht op Shadow IT
Nieuw Licht op Shadow ITJeroen Philippi
 
Fex 131104 - whitepaper cloud architectuur innervate - hoe integreer je de ...
Fex   131104 - whitepaper cloud architectuur innervate - hoe integreer je de ...Fex   131104 - whitepaper cloud architectuur innervate - hoe integreer je de ...
Fex 131104 - whitepaper cloud architectuur innervate - hoe integreer je de ...Flevum
 
Gebruik IT of IT-management te automatiseren (Boardroom IT)
Gebruik IT of IT-management te automatiseren (Boardroom IT)Gebruik IT of IT-management te automatiseren (Boardroom IT)
Gebruik IT of IT-management te automatiseren (Boardroom IT)Rob Akershoek
 
ICT-organisatie bij woningcorporaties
ICT-organisatie bij woningcorporatiesICT-organisatie bij woningcorporaties
ICT-organisatie bij woningcorporatiesbimc
 
Csn magazine 02
Csn magazine 02Csn magazine 02
Csn magazine 02CSN Groep
 
Data Minimization
Data MinimizationData Minimization
Data MinimizationDenodo
 
Whitepaper Regieorganisatie
Whitepaper RegieorganisatieWhitepaper Regieorganisatie
Whitepaper Regieorganisatiemadelonnonkes
 
Whitepaper Regieorganisatie
Whitepaper RegieorganisatieWhitepaper Regieorganisatie
Whitepaper RegieorganisatieAnoeskaKruidbos
 
whitepaper1_getronics_NL
whitepaper1_getronics_NLwhitepaper1_getronics_NL
whitepaper1_getronics_NLSam Vanheukelom
 
Whitepaper Regieorganisatie
Whitepaper RegieorganisatieWhitepaper Regieorganisatie
Whitepaper Regieorganisatielindabond
 
IT-administratie (CMDB) niet belangrijk? Besparen én verbeteren - Robert Krem...
IT-administratie (CMDB) niet belangrijk? Besparen én verbeteren - Robert Krem...IT-administratie (CMDB) niet belangrijk? Besparen én verbeteren - Robert Krem...
IT-administratie (CMDB) niet belangrijk? Besparen én verbeteren - Robert Krem...SURF Events
 

Ähnlich wie Datacenter jaarboek 2014 (20)

Corporate visie v1.0
Corporate visie v1.0Corporate visie v1.0
Corporate visie v1.0
 
De toekomst van datagedreven werken is nu
De toekomst van datagedreven werken is nuDe toekomst van datagedreven werken is nu
De toekomst van datagedreven werken is nu
 
Presentatie open dag Capitar IT Group
Presentatie open dag Capitar IT GroupPresentatie open dag Capitar IT Group
Presentatie open dag Capitar IT Group
 
Facto Congres 2017 - Big data en gebouwbeheer: een nieuwe werkelijkheid (Cas...
Facto Congres 2017 - Big data en gebouwbeheer: een nieuwe werkelijkheid  (Cas...Facto Congres 2017 - Big data en gebouwbeheer: een nieuwe werkelijkheid  (Cas...
Facto Congres 2017 - Big data en gebouwbeheer: een nieuwe werkelijkheid (Cas...
 
Benchmark Rapport Digitale Transformatie - Meebewegen Met Veranderende Markten
Benchmark Rapport Digitale Transformatie - Meebewegen Met Veranderende MarktenBenchmark Rapport Digitale Transformatie - Meebewegen Met Veranderende Markten
Benchmark Rapport Digitale Transformatie - Meebewegen Met Veranderende Markten
 
Ander en minder, it prikkels voor bestuurders
Ander en minder, it prikkels voor bestuurdersAnder en minder, it prikkels voor bestuurders
Ander en minder, it prikkels voor bestuurders
 
Werken zonder beperkingen, hoezo uitdagend..?
Werken zonder beperkingen, hoezo uitdagend..?Werken zonder beperkingen, hoezo uitdagend..?
Werken zonder beperkingen, hoezo uitdagend..?
 
Nieuw licht op shadow it
Nieuw licht op shadow itNieuw licht op shadow it
Nieuw licht op shadow it
 
Nieuw Licht op Shadow IT
Nieuw Licht op Shadow ITNieuw Licht op Shadow IT
Nieuw Licht op Shadow IT
 
Fex 131104 - whitepaper cloud architectuur innervate - hoe integreer je de ...
Fex   131104 - whitepaper cloud architectuur innervate - hoe integreer je de ...Fex   131104 - whitepaper cloud architectuur innervate - hoe integreer je de ...
Fex 131104 - whitepaper cloud architectuur innervate - hoe integreer je de ...
 
Gebruik IT of IT-management te automatiseren (Boardroom IT)
Gebruik IT of IT-management te automatiseren (Boardroom IT)Gebruik IT of IT-management te automatiseren (Boardroom IT)
Gebruik IT of IT-management te automatiseren (Boardroom IT)
 
ICT-organisatie bij woningcorporaties
ICT-organisatie bij woningcorporatiesICT-organisatie bij woningcorporaties
ICT-organisatie bij woningcorporaties
 
Csn magazine 02
Csn magazine 02Csn magazine 02
Csn magazine 02
 
Data Minimization
Data MinimizationData Minimization
Data Minimization
 
Inleiding smart industry
Inleiding smart industryInleiding smart industry
Inleiding smart industry
 
Whitepaper Regieorganisatie
Whitepaper RegieorganisatieWhitepaper Regieorganisatie
Whitepaper Regieorganisatie
 
Whitepaper Regieorganisatie
Whitepaper RegieorganisatieWhitepaper Regieorganisatie
Whitepaper Regieorganisatie
 
whitepaper1_getronics_NL
whitepaper1_getronics_NLwhitepaper1_getronics_NL
whitepaper1_getronics_NL
 
Whitepaper Regieorganisatie
Whitepaper RegieorganisatieWhitepaper Regieorganisatie
Whitepaper Regieorganisatie
 
IT-administratie (CMDB) niet belangrijk? Besparen én verbeteren - Robert Krem...
IT-administratie (CMDB) niet belangrijk? Besparen én verbeteren - Robert Krem...IT-administratie (CMDB) niet belangrijk? Besparen én verbeteren - Robert Krem...
IT-administratie (CMDB) niet belangrijk? Besparen én verbeteren - Robert Krem...
 

Datacenter jaarboek 2014

  • 2.
  • 3.
  • 4.
  • 6. 4 T H E B I G d a t a c e n te r b o o k
  • 7. Datacenter AMS-5 van Telecity Group 2 0 1 3 / 2 0 1 4 5
  • 8. REALITY CHECK Visies, trends en ontwikkelingen in informatiemanagement en -technologie… Maak ze tot realiteit. Lees TITM. Het magazine voor no-nonsense IT- en informatiemanagers. T ITM – voluit: Tijdschrift IT Management – is een magazine dat het karakter van zijn doelgroep perfect weerspiegelt. TITM is er voor leidinggevenden in de ict. Of u nu IT-manager, informatiemanager hoofd ict of nog anders genoemd wordt, u draagt verantwoordelijkheid voor de informatievoorziening en neemt dagelijks belangrijke beslissingen. U slaat de brug tussen de directie, de CIO of de CFO enerzijds en de ITorganisatie anderzijds. U bent dagelijks betrokken bij ict-projecten, maar hebt een open oog voor de bedrijfsstrategie. TITM is er voor leidinggevenden in de ict, zoals u. In TITM vindt u prikkelende columns, no-nonsense vakinformatie en boeiende interviews met opinion leaders of collega’s bij andere organisaties. TITM verspilt uw tijd niet, maar is altijd to-the-point. Net als u. TITM volgt de belangrijke ontwikkelingen in ict en informatiemanagement over de volle breedte. Zo bent u altijd in no time up-to-date. TITM organiseert bovendien tal van events, zoals rondetafelsessies en studietrips, en biedt u de gelegenheid uw opinies en projectervaringen te publiceren. Wanneer u ook meer voor resultaten gaat dan voor loos gepraat, is TITM het blad voor u. Neem meteen een abonnement. Uw investering bedraagt slechts 75 euro per jaar. Welkom bij TITM! ICT Media BV Magistratenlaan 184 5223 MA 's-Hertogenbosch T. 073-6140070 F. 073-6129997 www.cioday.nl www.cioportal.nl info@ictmedia.nl
  • 9. redactioneel Arnoud van Gemeren Ferry Waterkamp Eén pot nat Dit boek is voor een deel voortgekomen uit onvrede. Op het eerste gezicht een bijzonder uitgangspunt voor het maken van een boekwerk zoals dit, over ontwikkelingen op het gebied van datacenters en, daaraan verbonden, cloud computing. Wat heeft een gevoel van onvrede met deze onderwerpen te maken? Dat zit zo: tijdens interviews, rondetafelsessies en congressen die we de afgelopen jaren bezochten, viel het op dat door CIO’s en IT-managers regelmatig werd gesproken over ‘de machinekamer’ als het over het datacenter ging. Die vergelijking gaat prima op, maar was niet altijd positief bedoeld. Vaak was het uitgangspunt van deze uitspraak toch dat het datacenter niet meer zo heel relevant zou zijn, want immers geheel gestandaardiseerd. ‘Daar kan de IT-organisatie de oorlog niet mee winnen’, is een andere uitspraak die we mochten vernemen. We vonden dat we het hier niet bij mochten laten zitten. Immers, wie weleens rondloopt in een datacenter en zich eens laat informeren over de uitgangspunten voor ontwerp, bouw en beheer van zo’n computerpaleis, weet dat we hier allerminst te maken hebben met een standaard omgeving. Is het datacenter goed beveiligd? Is het ‘carrier-neutraal’? Is het personeel goed opgeleid? Is de exploitant voldoende kapitaalkrachtig? Worden maatregelen voor disaster recovery terdege getest? Hoeveel energie gebruikt het datacenter? Standaard? Het is maar hoe je het bekijkt... Daar komt bij dat iedere wijziging in de machinekamer direct invloed heeft op de beschikbaarheid van ‘de busi­ ness’, en om die beschikbaarheid draait het uiteindelijk allemaal. Of zoals Manager ICT Services Erwin van den Heuvel van het Universitair Medisch Centrum Utrecht het in het openingsinterview zo treffend formuleert: “Een arts vraagt niet om een datacenter, maar de dienst­ verlening moet wel keihard doorgaan.” En daar is die machinekamer toch echt cruciaal voor. Krimpende ICT-budgetten zouden een extra reden moeten zijn om met zorg naar de machinekamer te kijken. Waar de afgelopen jaren aan de IT-kant veel besparingen op de energierekening zijn gerealiseerd door onder andere het inzetten van energiezuinige servers en virtualisatie, is aan de ‘facilitaire kant’ nog een hele wereld te winnen. In deze eerste editie van ‘The big data center book’ komen dan ook de nodige methoden aan bod die kunnen helpen bij het realiseren van een kostenbesparing, zoals modulair bouwen, het strikt scheiden van de koude en warme lucht­ stromen en het toepassen van energiezuinige manieren om te koelen. Met name op het gebied van koeling blijken de verschillende tussen de diverse concepten – en de besparingen die zijn te realiseren – groot en is het zeker niet allemaal één pot nat. Sterker nog: een standaard ontbreekt volledig. ❉ Arnoud van Gemeren (arnoud@ictmedia.nl), hoofdredacteur Ferry Waterkamp (ferry@contactmedia.nl), projectredacteur 2 0 1 3 / 2 0 1 4 7
  • 10. Inhoudsopgave ❉ Thema: Cloud computing De cloud is als deliverymodel niet meer weg te denken. Toch is cloud computing voor velen nog letterlijk een ‘wolk’ van begrippen en concepten. Om onduidelijkheid weg te nemen, werkt het Nederlands Normalisatie-instituut aan een normering voor cloud computing. Aan IT-managers vervolgens de taak om te bepalen welke ‘smaken’ cloud worden ingezet, wat naar de cloud gaat en welke invloed die keuzes hebben op de eigen architectuur en eventueel het eigen datacenter. 7 Redactioneel 11 Kort nieuws Datacenter trends Netwerken 16 Interview Manager ICT Services Erwin van den Heuvel van het UMC Utrecht 62 Connect the cloud Olav van Doorn “De dienstverlening moest keihard doorgaan” breng je connectivity in lijn met de Hoe ­bedrijfsprocessen? 24 De 70 De Ferry Waterkamp derde mainport van Nederland Andries van Dijk en Michiel Peters Digitale infrastructuur van wereldformaat 28 ndustrieterreinen I ­landschap in het digitale Pim Bilderbeek 5313 Jeffrey Gadellaa Praktijkrichtlijn zorgt voor eenduidige terminologie Thema: CLOUD COMPUTING 38 Wat draaien we ‘public’ en wat niet? Dick Schievels rotondes van het internet Sytse van der Schaaf N etwerkvoorzieningen opwaarderen via internetexchanges 76 Software Langzaam verplaatsen resources zich naar co-locatie, hosting of IaaS 31 NPR defined networking Sytse van der Schaaf E fficiënter gebruik en beheer netwerkapparatuur voornaamste drijfveren Beheer 86 DCIM en de weg naar succes Henk van den Berg en Elvira Dragstra D atacenterinfrastructuurbeheer vraagt om afstemming richtlijnen liggen in de cloud verborgen D e 92 CIM D 41 Clouddiensten te verstoren Martin van den Berg en Daan Rijsenbrij Geen cloud zonder architectuur 48 Stapsgewijs dreigen architectuur naar een private cloud Ferry Waterkamp op fysieke infrastructuur vaak onderschat Impact 51 Commissie NEN werkt aan normering voor cloud computing Alexandra Schless, Nan Zevenhek en Maurice van der Woude 5317 NPR 56 De nieuwe stijl verweeft IT met facilitair beheer Ferry Waterkamp holistisch overzicht van het datacenter E en 95 Waardecreatie sterk afhankelijk van communicatie en wederzijds begrip Edward van Leent Samenwerking tussen business en datacenterpersoneel Beveiliging 104 Tips voor het beveiligen van datacenters Steven Dondorp, Fook Hwa Tan en Pascal Renckens Optimalisatie en inrichting datavloer 110 Security cloud als zwart gat Sytse van der Schaaf I nfrastructuurplatformen oefenen grote aantrekkingskracht uit Koos Plegt van data niets aan het toeval over Laat 112 Terug naar de basis van beveiliging Henk van der Heijden Based Security Time 8 T H E B I G d a t a c e n te r b o o k
  • 11. 16 62 $ 135 Energie % 84 Alcadis, Alcatel-Lucent 46 BT 120 Colt 54 Dimension Data 68 euNetworks 36 Evoswitch 58 ICTroom 60 Interxion 126 KPN 72 RAM Infotechnology 116 Schleifenbauer 98 Schneider Electric 44 Tata Consultancy Services 14, 80 TelecityGroup 108 T-Systems 154 Verizon Enterprise Solutions 122 Synergie tussen facility manager en IT-manager belangrijk ingrediënt Wim Boone Energie-efficiëntie in het datacenter 130 De weg naar een lagere energierekening Dick Schievels Normen en waarden voor datacenters 135 Zeven energiebesparende tips voor IT-managers Dick Schievels spaarzaam managen van nullen en enen Het Koeling 142 CRAC en CRAH Dick Schievels ins en outs van datacenterkoeling De 148 nnovatieve I concepten van Nederlandse bodem Dick Schievels Energiezuinig koelen van datacenters ServerS Storage 156 IO’s C plukken vruchten van innovaties Jan Wiersma Serverprestaties in balans met de energieconsumptie 162 eheergemak B voornaamste drijfveer voor adoptie VDI Arnoud van Gemeren en Sytse van der Schaaf C onsequenties voor datacenter staan nog niet overal op de kaart Bijdragen van de partners van the big data center book 2013/2014 Advertentie-index 67 Alcadis 133 Alcatel-Lucent 168 BT 166 Colt 102, 160 CTAC 34 CSC 152 Dimension Data 146 euNetworks 140 Evoswitch 138 ICTroom 128 Interxion 118 IS Group 100 KPN 90 RAM Infotechnology 82 Salesforce.com 13 Schneider Electric 74 Schleifenbauer 20 T-Systems 34 Tata Consultancy Services 22 Verizon Enterprise Solutions 2 0 1 3 / 2 0 1 4 9
  • 12. It’s the community! Sourcing is voor steeds meer organisaties een strategisch onderwerp, waarbij het draait om samenwerken met leveranciers, interne business units en complete bedrijfsketens. Als verantwoordelijke manager of sourcing professional wilt u daarom de nieuwste ontwikkelingen en best practices op het gebied van strategic sourcing niet missen. Outsource Magazine (OM) is al jaren een autoriteit op het gebied van sourcing: van IT tot finance en procurement. OM informeert, faciliteert discussies, deelt best practices, entertaint – en vooral: is de thuisbasis van een levendige sourcing community! OM is er voor CIO’s, informatiemanagers, demand- en supplymanagers, CFO, financieel managers en procurement offiers. Zij zien Outsource Magazine als de belangrijkste bron van informatie voor een van de meest actuele topics op het gebied van business, finance en IT: strategic sourcing. U toch ook? Want in samenwerking schuilt uw kracht: it’s all in the community! Vraag vandaag nog uw abonnement aan via info@ictmedia.nl. Of bel 073 614 00 70.
  • 13. kort nieuws 43.3 42.7 Central America Peru Chile Colombia 44.6 43.6 Eastern Europe 49.2 46.7 Argentina India 53.3 Italy 51.9 55.9 54.3 Turkey 63.2 57.3 60 Russia 67.3 KSA 64.9 71.5 Belgium 68.2 72.7 72.6 Gulf States 82.9 Netherlands 80 79.2 89.5 Japan 85.2 90.4 89.7 Canada 109.4 91.7 UK 100 $US x 1000 40 20 Mexico Spain France Brazil China Sinagpore RSA Germany Nordics 0 Alpine De datacentermarkt blijkt behoorlijk bestand te zijn tegen de economische crisis. Halverwege dit jaar waren er wereldwijd bijna een half miljoen m ­ ensen werkzaam in en rond data­ centers, een stijging van 13,8 procent ten opzichte van 2011. Het gemiddelde jaarsalaris steeg – gemeten over een periode van twaalf maanden – met 3,9 procent. Tot deze conclusies komt Data­ centerpeople in een ‘Salary White­ paper’. De Britse recruiter van data­ centerpersoneel baseert zich daarbij op cijfers die DCD Intelligence in 2012 en 2013 heeft verzameld. De gesignaleerde stijging van het salaris wordt onder andere toegeschreven aan het gebrek aan goed gekwalificeerd personeel. Ruim 60 procent van de datacenter­ eigenaren verwacht dan ook dat die schaarste de komende twaalf maanden een probleem gaat opleveren. Volgens de onderzoekers waren er begin dit jaar 477.000 mensen werkzaam in en rond datacenters. Daarvan waren er 270.000 werkzaam aan de IT-kant, terwijl 207.000 werknemers waren belast met facilitair beheer. Hoewel er meer datacenterwerknemers werkzaam zijn aan de IT-kant, neemt het aantal facilitaire beheerders wel sneller toe, zo signaleert Datacenterpeople. Met een gemiddeld ‘datacentersalaris’ van 105.300 Amerikaanse dollars ligt de salariëring het hoogst in NoordAmerika. West-Europa volgt op grote afstand met een gemiddeld jaarsalaris van 77.200 dollar. In Nederland lag het gemiddelde jaarsalaris in 2012 op 89.500 dollar (zie ook de grafiek). De gemiddelde jaarsalarissen zijn b ­ erekend op de salarissen van zowel C-level managers als afdelingshoofden, projectleiders en specialisten. Wie zich binnen het datacenter bezighoudt met het onroerend goed, mag volgens D ­ atacenterpeople rekenen op veruit het hoogste salaris (wereldwijd gemiddeld 105.600 dollar). Bijvoorbeeld netwerk-, IT- en applicatiebeheerder moeten met zo’n 40.000 dollar minder genoegen 112.7 Datacentermarkt blijkt bestand tegen economische tegenwind USA 120 111.8 ANZ Average Sample Salaries by Market 2012 $US x 1000 Source: DCD Intelligence Het gemiddelde jaarsalaris (in dollars, x 1000) van personeel dat werkzaam is in en rond datacenters, uitgesplitst per land of regio. nemen. Ook het aantal jaren dat iemand werkzaam is in de datacenterbranche, heeft volgens Datacenter­ people een grote invloed op het jaar­ salaris. AMS-IX zet Amerikaanse dochter op De Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX) zorgde eerder dit jaar voor de nodige rumoer onder zijn leden met de aankondiging een internetknooppunt op te gaan zetten in de Verenigde S ­ taten. De angst bestond dat door de overzeese expansie van de AMS-IX de Amerikaanse overheid de mogelijkheid zou krijgen om het verkeer van de Nederlandse leden af te tappen. Het bestuur van de AMS-IX heeft nu gekozen voor een structuur die “de AMS-IX B.V. en de AMS-IX-vereniging tegen Amerikaanse wetgeving beschermt”, zo staat in een pers­ verklaring. De Amerikaanse entiteit wordt een volledige dochteronder­ neming van AMS-IX B.V., waarbij de twee bedrijven onafhankelijk van elkaar opereren. AMS-IX B.V. zal alleen fungeren als aandeelhouder. Geen van de medewerkers of executives die in Nederland werken, worden geplaatst in de Amerikaanse entiteit of andersom. “Een dergelijke structuur dient ervoor te zorgen dat het Amerikaanse bedrijf geen bezit, zeggenschap of beheer heeft over de data of apparatuur van de AMS-IX B.V.”, zo staat in de persver­ klaring. “Daarnaast geldt de Amerikaanse wetgeving, zoals de USA P ­ atriot Act, niet voor buitenlandse e ­ ntiteiten ­ aarover de VS geen jurisw dictie heeft. De USA Patriot Act is d ­ aarom niet van toepassing op de AMS-IX B.V. of de AMS-IX vereniging.” Dataplace koelt servers met olie Het carrier-neutrale datacenter D ­ ataplace heeft in augustus een proof of concept afgerond voor submerged koeling. Het nieuwe revolutionaire koelsysteem dat in Amerika is ontwikkeld, behaalt volgens Dataplace een verwachte PUE van 1,03 en zorgt voor een energiebesparing van 45 tot 85 p ­ rocent ten opzichte van een traditioneel datacenter. Het concept bestaat uit grote horizontaal geplaatste koelbakken. Een koelbak wordt vervolgens gevuld met een elektrisch niet-geleidende minerale olie. In deze koelbak worden de servers vervolgens in een rechtopstaande p ­ ositie gebracht en zodoende volledig ondergedompeld in deze vloeistof. De olie wordt rondgepompt in de bak, waardoor de warmtelast wordt afgevoerd, de olie op temperatuur blijft en tevens continu wordt gefilterd. Om gebruik te kunnen maken van 2 0 1 3 / 2 0 1 4 ➼ 11
  • 14. kort nieuws Bedrijven nemen data terug in huis Servers ondergedompeld in niet-geleidende olie. bestaande servers dienen deze echter wel een aanpassing te ondergaan. Zo worden alle fans uit de server gehaald en wordt de processorkoeling gewijzigd omdat de aanwezige k ­ oelpasta op processoren oplost in de t ­ oegepaste olie. Het ombouwen van een server brengt echter ook voordelen met zich mee. Door het weghalen van de ventilatoren wordt een traditionele server gemiddeld al zo’n 20 procent energiezuiniger. Ook wordt de l ­evensduur van de server verlengd. Cloud neemt het datacenter over Het wereldwijde cloudverkeer zal in 2017 meer dan twee derde uitmaken van het totale datacenterverkeer. Waar de cloud in 2012 nog 1,2 zettabyte aan verkeer genereerde, zal dat in 2017 5,3 zettabyte zijn, zo blijkt uit de derde editie van de ‘Cisco Global Cloud Index’ die in oktober werd gepubliceerd. Van dit verkeer zal 76 procent binnen het datacenter blijven. De samengestelde jaarlijkse groei van het cloudverkeer komt daarmee uit op 35 procent. Een logisch gevolg van de toename van het cloudverkeer is dat steeds minder werklast wordt verwerkt in een ‘traditioneel’ datacenter. In 2012 werd 39 procent van de werklast verwerkt in de cloud en 61 procent in een traditioneel 12 T H E B I G d a t a c e n te r datacenter. 2014 is het eerste jaar waarin het grootste deel van de werklast naar de cloud verschuift. 51 procent van de totale werklast zal in de cloud worden verwerkt, de rest op de t ­ raditionele manier. In 2017 zal bijna twee derde (63 procent) van de w ­ erklast ­ erwerkt worden door v clouddata­ enters en 37 procent in c ­traditionele omgevingen. Cisco voorspelt ook dat het jaarlijkse totale wereldwijde datacenterverkeer zal verdriedubbelen tot een totaal van 7,7 zettabytes in 2017. Interessant is dat de grote meerderheid van het data­ centerverkeer niet wordt veroorzaakt door eindgebruikers, maar door de werklasten binnen de datacenters en door iets wat voor individuele gebruikers vrijwel onzichtbaar is, namelijk cloud computing. Cisco voorspelt voor de periode 2012–2017 dat ruwweg 76 procent van het datacenterverkeer binnen het datacenter blijft en voor­ namelijk wordt gegenereerd door opslag-, productie- en ontwikkeldata. Nog eens 7 procent zal worden gegenereerd ­ ussen datacenters, voornamelijk t door datareplicatie en software- en s ­ ysteemupdates. Slechts de resterende 17 procent van het datacenterverkeer wordt veroorzaakt door eindgebruikers die de cloud benaderen voor surfen op het web, e-mail, videostreaming en door apparatuur die het “Internet of Everything” vormt. b o o k Steeds meer bedrijven brengen hun waardevolle gegevens weer onder in eigen datacenters, zo blijkt uit de O ­ racle Next Generation Datacenter Index die begin dit jaar werd gepubliceerd en waarvoor 952 managers van grote organisaties werden ondervraagd. In 2012 was nog een duidelijke stijging te zien in de inzet van externe datacenters. Het aandeel respondenten met uitsluitend in-house datafaciliteiten was het afgelopen jaar gestegen van 45 procent naar 66 procent (Benelux van 51 naar 56 procent). Het aantal organisaties met een eigen datacenter steeg van 26 procent in 2011 naar 41 procent in 2012 (Benelux van 32,6 naar 34 procent). Ook het aantal respondenten met m ­ eerdere in-house datacenters steeg van 19 procent naar 25 procent ( ­ Benelux van 18,8 naar 22 procent). Volgens Quocirca, dat het onderzoek in opdracht van Oracle heeft uitgevoerd, is deze ‘big data verschuiving’ van externe naar interne datacenters onder andere te verklaren door de toegenomen waarde van data voor het bedrijfsleven. Ook speelt mee dat het makkelijker is geworden om data te verplaatsen tussen publieke en private clouds. Het percentage organisaties dat aangaf de komende twaalf maanden op zoek te gaan naar een nieuw datacenter, steeg van 22 procent naar 26 procent (in de Benelux daalde dit percentage van 24 naar 20 procent). Dit suggereert dat bedrijven niet verwachten dat er snel een eind komt aan de huidige data-explosie. ❉
  • 15. Eindelijk, een efficient-gerichte business case voor de DCIM waar u echt naar op zoek bent. Zes manieren waarop StruxureWare for Data Centers software de operationele- en energie-efficiency verbeterd. 1 2 3 Monitor energie-index wereldwijd Identificeer buitensporige capaciteit Rapporteer energieverbruik en -kosten Informatie waarmee u goed op de hoogte bent van mogelijkheden of risico’s in de energiemarkt. Spoor niet-gebruikte of overbodige capaciteit op en bepaal welke apparaten kunnen worden uitgezet of elders kunnen worden gebruikt. Verzamel, analyseer en rapporteer uw energiekosten en –verbruik op macroof microniveau. 4 5 6 Toon PUE van uw gehele IT/facilities-omgeving Doorbereken van energieverbruik Simuleer effecten van fouten in systemen Genereer real-time meetwaardes voor de effectiviteit van uw energieverbruik en tal van andere prestaties. Dankzij details over het energieverbruik kunt u de kosten voor het gebruik van het datacenter exact doorbereken aan de verschillende business units. Identificeer belangrijke IT-consequenties van energie-uitval en falen van koeling. Energie-efficiënte beschikbaarheid Organisaties zijn gericht op het verlagen van hun kosten en energieverbruik, terwijl ze meer capaciteit nodig hebben. Datacenter- of facility managers moeten daarom de beschikbaarheid van systemen dusdanig beheren, dat het binnen de wetgeving past en voldoet aan de eisen en wensen op het gebied van OPEX. Om aan alle eisen te kunnen voldoen, heeft Schneider Electric™ StruxureWare™ for Data Centers software geïntroduceerd. Hiermee kunt u het monitoren van uw energieverbruik goed structureren en volledig automatiseren. Waardoor u altijd een compleet inzicht hebt in al uw datacenterfuncties. Alle informatie op ieder gewenst moment Onze datacenter infrastructure management (DCIM-)software geeft een compleet overzicht van uw infrastructuur. Of het nu op gebouwniveau is of serverniveau. Hierdoor kunt u de uptime van uw systemen monitoren en beschermen. En de effecten van verplaatsingen, veranderingen, uitbreidingen in het datacenter simuleren en analyseren, zodat u weet wat de kosten hiervan zijn, welke capaciteit u nodig heeft en wat de gevolgen voor het energieverbruik zijn. Op deze manier bent u er zeker van dat zowel IT als facility uw datacenter op ieder moment kunnen aanpassen aan veranderende behoeften. Terwijl het datacenter altijd beschikbaar blijft en energie-efficiënt is. Business-wise, Future-driven.™ How Data Centre Management Software Improves Planning and Cuts Operational Costs” Executive summary Contents Compleet inzicht in uw datacenter: Visualiseer wijzigingen/capaciteitscenario’s Bekijk uw huidige PUE/DCiE en de gegevens uit het verleden Behoud altijd de hoogste beschikbaarheid Bekijk en beheer uw energieverbruik Space en cage management in faciliteiten met meerdere huurders Verbeter ‘life-cycle services’ van planning tot onderhoud APC by Schneider Electric -producten, -oplossingen, en -diensten zijn integraal onderdeel van het IT-portfolio van Schneider Electric. Dowload uw gratis white paper en bekijk de tien realistische scenario’s waar DCIM ertoe doet. U maakt kans op een iPad mini! Bezoek www.SEreply.com Key Code 40883p ©2013 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, APC, StruxureWare, and Business-wise, Future-driven are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies. All other trademarks are the property of their respective owners. www.schneider-electric.com • 998-1187091_NL_C
  • 16. partnerartikel Op zoek naar een leverancier In 4 stappen naar een datacenter  Een gebouw waarin servers in kasten staan, die continu voorzien worden van stroom en k ­ oeling en verbonden zijn met het internet. Droog beschouwd zijn dit de kenmerken van een d ­ atacenter. Maar als op deze plek bedrijfskritische data staat opgeslagen en wordt verwerkt, met de hoogste eisen aan continuïteit, connectiviteit en veiligheid, dan wordt het al een hele andere zaak. In de digitale economie van nu is het kiezen van de juiste partner cruciaal. 14 T H E B I G d a t a c e n te r b o o k
  • 17. Tekst: Alexandra Schless D e behoefte aan servercapaciteit en bandbreedte is de laatste jaren explosief gegroeid. Het is nauwelijks voor te stellen dat er anno 2013 in een uur tijd wereldwijd evenveel data wordt verstuurd over het internet als in het gehele jaar 2000. Het groeiende gebruik en de importantie van internet, de opkomst van mobiele devices en cloud computing zijn belangrijke factoren die deze enorme datastroom verklaren. De ­ conomie is in toenemende mate e afhankelijk geworden van internet. Bij verdienmodellen als online retailing en online trading is internet zelfs een lifeline, maar ook alle andere bedrijven zijn in toenemende mate afhankelijk van het internet waar het bedrijfskritische applicaties betreft. Naast capaciteit en bandbreedte zijn dus connectiviteit en veiligheid ­ belang­ ijke factoren. Een bedrijf wil r bovendien kunnen rekenen op de eigen ­ ontinuïteit. En op beheersbaarc heid. Alles bij elkaar opgeteld wordt al snel duidelijk dat de IT-organisatie binnen een bedrijf complexer en gelaagder is dan vroeger. De datacenterstrategie van een organisatie heeft dan ook aan importantie gewonnen. Twee groepen Ruwweg zijn klantvragen met betrekking tot datacenterdiensten onder te verdelen in twee categorieën. De eerste groep bestaat uit bedrijven met een uitdaging die voortkomt uit beperkingen in de bestaande IT-infrastructuur. Een verouderde eigen datacenteromgeving bijvoorbeeld. Ook kunnen het compliance-vraagstukken zijn, toe­ nemende eisen afkomstig uit de eigen bedrijvigheid, veranderende wet- en regelgeving en certificering. Het bedrijf overweegt dan alle mogelijke opties om de IT-functies weer toekomstbestendig te maken, waarbij ook de keuze tussen het in-house blijven uitvoeren van taken en uitbesteden aan de orde komt. Aangezien het vaak gaat om processen die niet tot de core business van het bedrijf behoren, is uitbesteden van datacenterdiensten aan een specialist doorgaans een ­aantrekkelijke optie. De tweede groep bestaat uit organi­ saties zonder of met beperkte legacy. Deze groep, waartoe start-ups en snel groeiende internetbedrijven behoren, kan ongehinderd door eerder gedane investeringen in IT-infrastructuur beslissingen nemen. Data hoeft voor hen absoluut niet per se op servers binnen de eigen muren te staan, zolang de oplossing maar aan hun eisen ten opzichte van connectiviteit, capaciteit en beveiliging voldoet. Ongeacht wat de uitgangssituatie is, doorloopt een bedrijf met een datacentervraagstuk doorgaans vier stappen bij het selecteren van de juiste partner. Stap 1 – Eisenanalyse Zoals zo vaak bij de aanschaf van technologisch ingewikkelde zaken gaat men ook bij het selecteren van datacenterdiensten in eerste instantie uit van de kosten. Uiteraard schuilt hierin het gevaar, want ook in deze markt geldt immers dat alle waar zijn geld kost. De eerste vraag moet eigen- Zonder referenties moet je je als klant serieus a ­ fvragen of er wel sprake ­ van een ‘match’ is rancier heeft over haar eigen infrastructuur en op welke wijze deze infrastructuur beheerd en onderhouden wordt. Dat bepaalt namelijk of de garanties en afspraken die worden neergelegd, kunnen worden waargemaakt. En betreft het een datacenterspecialist? Dan weet je zeker dat alle resources van het bedrijf continu worden geïnvesteerd in de infrastructuur. Stap 3 – Toekomstige groei Zoals al aangegeven in stap 1 speelt een kostenanalyse bij het selecteren van een datacenter een grote rol. Als organisatie maak je uiteraard afwegingen op basis van de eigen kosten, t ­ erwijl de financiële situatie van de leverancier ook van groot belang is. Is deze gezond genoeg en heeft het de mogelijkheden te blijven investeren in de toekomst van het bedrijf en haar klanten? En is de beoogde leverancier ook daadwerkelijk bezig met het financiële plaatje op langere termijn? Want belangrijk is dat een leverancier de groei van haar klant kan blijven faciliteren, met de eisen aan schaalbaarheid en flexibiliteit die daarbij horen. Stap 4 – De juiste klik lijk zijn: Wat heb ik nodig? Bij voorkeur wordt daarin een onderverdeling gemaakt in eisen en wensen. Op het gebied van connectiviteit bijvoorbeeld. Hoe ga ik mijn omgeving verbinden met de buitenwereld? Bij welk datacenter zijn de netwerkleveranciers van mijn voorkeur beschikbaar? Daarna verbreedt de blik zich idealiter naar het vereiste technische kwaliteits­ niveau van een datacenteromgeving. Hoe bedrijfskritisch zijn de processen die in het datacenter draaien en hoe belangrijk is de beschikbaarheid van die omgeving? De keuze kan dan v ­ allen op een hoger of juist lager ­kwaliteitsniveau. Stap 2 – Operationele vergelijking­ Tot op dit moment is er nog sprake van een grote keuze aan leveranciers. Op het moment dat een klant al deze leveranciers operationeel met elkaar vergelijkt, wordt echter alles anders. Hier ga je naar de details kijken. Het is voorafgaand aan een beslissing nuttig om te weten hoeveel controle een leve- Bij stap 4 aangekomen komt het aan op de beslissende factor. Zoals altijd en overal geldt ook bij IT- en datacenterdiensten het credo “mensen doen zaken met mensen”. Is de leveranciersorganisatie in staat om te functioneren als het verlengstuk van de eigen I ­ T-organisatie? Een kritiek punt, dat onder meer betrekking heeft op de wijze waarop de supportfunctie is ingericht en op de kennis en ervaring die aanwezig is in de organisatie. Veel bedrijven zijn op zoek naar de juiste klik en hechten waarde aan de vraag: met welke mensen doen wij zaken? Essentieel zijn daarbij de aanwezigheid van een trackrecord en referenties. Vraag naar de ervaringen van bedrijven die de stap al gemaakt hebben. De reputatie van het data­ center wordt daar immers door gedragen. Alle andere zaken kunnen nog zo rooskleurig lijken, maar zonder referenties moet je je serieus afvragen of er wel sprake van een ‘match’ is. ❉ Alexandra Schless is Algemeen D ­ irecteur bij TelecityGroup Nederland. 2 0 1 3 / 2 0 1 4 15
  • 18. datacenter trends Manager ICT Services Erwin van den Heuvel van het UMC Utrecht: “De dienst­ verlening moest ­keihard doorgaan”  Het Universitair Medisch Centrum Utrecht nam in november 2011 een nieuw primair datacenter in gebruik, “zonder dat ook maar iemand hinder had ondervonden van de verhuizing van de I ­ T-systemen”, zo schetst Manager ICT Services Erwin van den Heuvel. “Dat is misschien wel het mooiste wapenfeit, want de dienstverlening moet wel gewoon keihard doorgaan.” Twee jaar later staat de medische instelling aan de vooravond van de verbouwing van het secundaire datacenter. “Het liefst zou ik ons primaire datacenter kopiëren, maar dat kan niet.” D e bouw van een nieuw, primair datacenter en de aanstaande verbouwing van het secundaire datacenter maken deel uit van het omvangrijke UMC-programma ‘ ­ Vernieuwing ICT-infrastructuur’. “Al voor 2005 zagen we een stijgende lijn in de vraag naar server- en storagecapaciteit en die trend was niet meer te stoppen”, vertelt Erwin van den H ­ euvel, die als Manager ICT Services deel uitmaakt van het managementteam Directie Informatie Technologie van het UMC Utrecht. “Er kwamen steeds meer digitale toepassingen, die 16 T H E B I G d a t a c e n te r vaak gebruikmaken van zware beeld­ bestanden. Zo ging ook het patiëntendossier digitaal, inclusief beeld.” Nieuwe ruimte Het gevolg van de toenemende vraag naar ICT-voorzieningen was dat er steeds meer ‘pizzadozen’ de computerruimtes werden binnengedragen. Om de toename van het aantal servers enigszins af te remmen, nam het UMC Utrecht omstreeks 2007 het besluit om de servers te virtualiseren. “Dit bracht enige verlichting, maar al snel kwam het inzicht dat we het met de bestaan- b o o k de computerruimtes niet gingen r ­ edden. We voerden nog wel enkele noodgrepen uit, zoals waterkoeling in de racks om de servers koel te houden, maar die koeling zorgde weer voor een zwaardere vloerbelasting waar de vloer niet op was berekend. Ook de stroomtoevoer naar de datacenters en de uninterruptible power supplies (UPS’en) hielden het niet meer.” Samen met het bestuur is toen gekeken naar de mogelijkheden om een nieuwe ruimte te bouwen. “Het geld daarvoor was echter niet zomaar beschikbaar en een datacenter is niet ➼
  • 19. Tekst: Ferry Waterkamp | Foto Roelof Pot 2 0 1 3 / 2 0 1 4 17
  • 20. datacenter trends iets waar een arts direct om vraagt”, zo schetst Van den Heuvel de toen­ malige situatie. “We hebben toen besloten om een brede strategiestudie uit te laten voeren om aan de hand van interviews inzicht te krijgen in de functionele eisen van de business. Daaruit kun je dan afleiden wat de eisen zouden moeten zijn van de ICTvoorzieningen, maar ook van telecom. Zo werd door de ondervraagden één ding heel helder gesteld: telefonie moet te allen tijde beschikbaar zijn, ook als het netwerk uitvalt.” Vuilverbrandingsoven De strategiestudie vormde de aanzet tot het UMC-programma ‘Vernieuwing ICT-infrastructuur’. Binnen dit programma werden vervolgens deelprojecten geformuleerd zoals het u ­ itrollen van een ziekenhuisbreed Wifi-netwerk, de vernieuwing van de telecommunicatie-infrastructuur en de realisatie van een nieuw en duurzaam ‘twin datacenter’. 18 T H E B I G d a t a c e n te r De volgende stap was het bepalen wat er zou gebeuren met de twee bestaande computerruimtes van UMC Utrecht. Omwille van de redundantie “We denken dat ons ­ atacenter na d zeven jaar weer uit de kosten is” moest ook in de nieuwe situatie sprake zijn van twee datacenters. Een van de opties was om een van de data­ enters c te plaatsen bij een commerciële aanbieder van datacenterdiensten. “Maar dan zie je dat de verbindingskosten al snel enorm hoog oplopen.” Ook is gekeken naar een samen­ erkingsverband met w de Universiteit Utrecht. In deze optie zouden beide instellingen hun eigen b o o k datacenter bouwen, maar wel de taken van elkaar kunnen overnemen. “Dit plan is uiteindelijk gestokt in de besluitvoering.” Nadat de keuze was gemaakt voor twee datacenters op eigen terrein – zoals ook in de oude situatie het geval – kwam er een ‘gouden tip’ binnen van een werknemer. Van den Heuvel: “Hij had op de campus de ideale ruimte gevonden, pal naast onze eigen energiecentrale. Dit gebouw had ooit een bestemming als vuilverbrandingsoven en was de laatste jaren in gebruik bij de brandweer, maar was voor ons ideaal. Het bevindt zich in de buurt van alle voorzieningen en er lag al een goede verbinding naar het ziekenhuis waardoor we veel op kosten konden besparen. Ook kon het nieuw te b ­ ouwen datacenter gebruikmaken van de warmte- en koudeopslag die zich al in de energiecentrale bevond.” Hoewel de ruimte ‘ideaal’ was, leverde de bouw van het nieuwe datacenter ook nog wel enkele uitdagingen op. Zo
  • 21. moest een luchtdichte situatie ­ orden w gecreëerd in een pand dat oorspronkelijk was gebouwd voor de huisvesting van een vuilverbrandingsoven. Ook moest het aantal verdiepingen worden uitgebreid van een naar twee. Vrije koeling In de nieuwe situatie bevinden de UPS’en en de generator zich in het energiegebouw. De datavloeren bevinden zich in het naastgelegen pand, met op het dak de installaties voor de koeling. “Voor de koeling zijn we gekomen tot een oplossing die je nog niet veel in de markt ziet”, verzekert Van den Heuvel. Gedurende het grootste gedeelte van het jaar wordt koude “Het is lastig om p ­ artijen met verschillende inzichten bij e ­ lkaar te krijgen” buitenlucht aangezogen en via twee luchtbehandelingskasten de ruimte in geblazen. De door de apparatuur opgewarmde lucht wordt via ‘schoorstenen’ die bovenop de racks zijn geplaatst weer naar buiten afgevoerd. Bij dit proces gebruikt alleen de v ­ entilator in de luchtbehandelingskast energie. Als er sprake is van een hoge luchtvochtigheid of luchtverontreiniging is de procedure iets anders: de ventilatiekleppen gaan dan dicht en de opgewarmde lucht van de datavloer wordt door een warmtewisselaar afgekoeld en direct weer terug op de vloer gebracht. Als de buitentemperatuur hoger is dan 25 °C wordt de buitenlucht eerst afgekoeld met behulp van de warmte- en koudeopslag van de energiecentrale en vervolgens in het datacenter. Kostenbesparing De aanpak van UMC Utrecht heeft volgens Van den Heuvel meerdere voordelen. Zo is er voor de koeling geen verhoogde vloer nodig, maar nog belangrijker is de betere energie-­ efficiëntie die kan worden gerealiseerd en de kostenbesparing die daaruit voorkomt. “We denken dat door deze besparing ons datacenter na zeven jaar weer uit de kosten is.” Met de leveranciers is de afspraak gemaakt dat de Power Usage Effectiveness (PUE) niet boven de 1,25 uit mag komen. Een PUE van 1,26 levert een boete op van 35.000 euro, wat v ­ olgens Van den Heuvel overeenkomt met de kostenstijging. Naast de energie-efficiëntie draagt ook de modulariteit van het koelsysteem bij aan een zo laag mogelijke PUE. “We staan nu niet vol te koelen, want dat is nog niet nodig. Als we een groeistap maken, kunnen we weer nieuwe units b ­ ijplaatsen. Ook onze UPS’en die zijn uitgerust met een dynamisch vliegwiel – en alleen aanslaan als het nodig is – leveren een enorme besparing op.” “Sinds de oplevering van het primaire datacenter op 1 november 2011 zijn we altijd onder die 1,25 gebleven”, constateert Van den Heuvel tevreden. “Dit datacenter is nog altijd ‘state-ofthe-art’. Ik kom nog wel eens in d c ­ ata­ enters en hoor dan de verhalen hoe fantastisch het allemaal is en denk dan: ‘nou, kom maar eens bij ons k ­ ijken’. Het is naar mijn mening r ­ evolutionairder dan wat menig marktpartij oplevert.” Schuiven en puzzelen Voor het nieuwe secundaire data­ center zal het UMC Utrecht uit een ander vaatje moeten tappen. Van den Heuvel: “Het liefst zou ik het primaire datacenter kopiëren, maar we hebben geen budget om weer nieuwbouw te realiseren. Dus moet een van de twee oude computerruimtes in het pand van het UMC worden verbouwd en daar hebben we te maken met een heel andere situatie. We kunnen daar bijvoorbeeld niet in de hoogte bouwen en zullen met andere oplossingen moeten komen om een lage PUE te realiseren.” Een andere uitdaging is dat de secundaire ruimte ‘in bedrijf’ zal worden verbouwd. “Dat betekent veel schui- Over UMC Utrecht Het Universitair Medisch Centrum Utrecht is een van de grootste publieke zorginstellingen van Nederland en bestaat uit het Academisch Ziekenhuis Utrecht, het Wilhelmina­ inder­­ K Ziekenhuis, het Centraal Militair H ­ ospitaal en de Medische Faculteit van de ­ niversiteit Utrecht. De in U t ­ otaal 11.000 medewerkers werken verspreid over twintig gebouwen. Deze gebouwen hebben een totale vloeropper­ lakte van 337.500 m2. v De zorginstelling telt duizend bedden en voert jaarlijks 23.000 operaties per jaar uit. Dagelijks komen er 1450 patiënten voor poliklinische behandeling. ven en puzzelen, maar daar maak ik me niet zo druk om. We hebben bewezen dat we daar goed in zijn: het nieuwe datacenter hebben we in gebruik genomen zonder dat iemand er iets van heeft gemerkt. Dus je gaat systemen verplaatsen en ineens is alles operationeel en werkt alles vlekkeloos. Dat is vrij extreem, maar de dienst­ verlening gaat dan ook keihard door.” Volgens Van den Heuvel is het succes voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de projectleider die het UMC Utrecht in de arm heeft genomen en aan ‘een goede dialoog tussen alle partijen die meedoen’. “Het is lastig om partijen met verschillende inzichten – zoals een bouwclub die geen kennis heeft van IT en een IT-club die geen kennis heeft van bouwen – bij elkaar te krijgen. Die twee werelden hebben we bij elkaar gebracht door de projectleider IT bij te schakelen bij het bouwteam zodat je weet wat er op de werkvloer gebeurt. We hebben bovendien wekelijks overleg gevoerd met alle betrokken partijen zodat je altijd zicht hebt in de stand van zaken. Daardoor is er ook op tijd opgeleverd.” ❉ Ferry Waterkamp is freelance journalist. 2 0 1 3 / 2 0 1 4 19
  • 22. data is de toekomst! Weet vandaag wat klanten morgen willen: De analyse van real-time gegevens levert essentiële informatie op over het gedrag van uw klanten. Door middel van Big Data management, is een snelle analyse van data mogelijk, waardoor een onderneming snel kan reageren en meer kansen kan benutten. Dit betekent dat u gericht kunt werken aan de producten die uw klanten in de toekomst eisen. www.t-systems.nl/zero-distance
  • 23. TANCE – ERO DIS OXIMITY Z NEW PR S THE STOMER TO CU
  • 24. advertorial Verizon: Cloud Control   Verizon ontwikkelde met Verizon Cloud een platform dat uitgaat van de afnemer. Die krijgt naast ultieme beschikbaarheid, controleerbare performance en optimale veiligheid een grote mate van controle over ‘zijn’ cloud. H et nieuwe platform heeft een geheel nieuw opgezette I ­ aaS-architectuur die gebruikmaakt van een zeer compacte, op s ­ oftware gebaseerde structuur van zelfhelende redundante componenten. Het is die fouttolerante omgeving die het voor de gebruiker mogelijk maakt meer controle over de infrastructuur te hebben. 22 T H E B I G d a t a c e n te r Regelbare performance Het fundamentele idee achter Verizon Cloud, dat bestaat uit Verizon Cloud Compute en Verizon Cloud Storage, is om de afnemer meer in de driver’s seat te zetten. Deze heeft ­ ijvoorbeeld b directe toegang tot extra rekenkracht en kan hogere performance reserveren voor storage en ­ etworking. n Dat gebeurt allemaal vanaf een dash­ board, de Cloud ­ anager, feitelijk een M b o o k API voor elke virtuele machine die de applicatie­ erformance van de gebruip ker aanpast én zorgt voor correcte facturatie. De business kan dus zelf beslissen of en wanneer ze extra budget beschikbaar wil stellen om de performance van bijvoorbeeld applicaties met directe klantcontacten al dan niet ­ t ­ ijdelijk te verhogen. Met de Cloud Manager kunnen ook virtuele machines worden gecreëerd,
  • 25. verwijderd of gemodificeerd. Voor het creëren van virtuele machines zijn templates beschikbaar, maar de gebruiker kan ook zelf de configuratie bepalen en eigen templates uploaden. Ook de gewenste rekenkracht, s ­ chijfruimte en performance kan op de eigen behoefte worden afgestemd. Het is zelfs mogelijk de karakteristieken van de virtuele machines lokaal te laten verschillen. Zo krijgt de v ­ estiging of klantgroep elk zijn eigen performance toegewezen, precies afgestemd op de behoefte. Bring Your Own Network De stap naar de cloud plaatst menig IT-manager voor grote uitdagingen. Hoe verbindt hij zijn interne netwerk met de cloud zonder alle applicaties en netwerkapparatuur te moeten aan­ passen? En werken zijn tools en p ­ rocedures nog wel in de cloud? Het speciale nieuwe Layer 2 netwerk dat Verizon ontwikkelde, is het antwoord op al deze vragen: het zorgt dat de afnemer zonder problemen zijn netwerk, policy’s, procedures en tools naar de cloud kan overbrengen. Veel aandacht schenkt Verizon aan security. Van de perimeter van een datacenter tot aan de meest geavanceerde toegangssystemen bovenin de stack is de Verizon Cloud een o ­ ptimaal veilige omgeving. Bovendien weet de afnemer zijn omgeving ondersteund door het gehele Verizonnetwerk.­ Nieuw: Verizon Cloud Storage Organisaties zien zich geconfronteerd met een almaar groeiende hoeveel­ heid data, die in een veilige, maar t ­ oegankelijke omgeving moet worden o ­ pgeslagen. De kosten van een eigen opslagomgeving en het beheer ervan worden steeds hoger. Verizon Cloud Storage biedt de toegankelijkheid en grip die nodig is om de groeiende behoefte aan dataopslag te het hoofd te kunnen bieden. Gemakkelijke en snelle toegang, moeiteloos op- en afschalen en kostenefficiency: het zijn voor veel organisaties erg aantrekkelijk voordelen van storage in de cloud. Die voordelen wegen echter niet op tegen de onzekerheid dat de data in de cloud niet veilig en niet altijd beschikbaar is. Begrijpelijk, want in dit informatietijdperk kan beschadiging, ontoegankelijkheid of verlies van data voor organisaties fatale gevolgen h ­ ebben. Met die wetenschap heeft De afnemer heeft v ­ olledige controle over hoe en waar de data wordt opgeslagen V ­ erizon de manier waarop met data van ­ fnemers wordt omgegaan en a opgeslagen in de datacenters totaal veranderd. ‘Cloud Control’ is ook hier het uitgangspunt: de afnemer heeft volledige controle over hoe en waar de data wordt opgeslagen. Selfservice Cloud Storage Ook bij Verizon Cloud Storage is de Cloud Manager het dashboard van de afnemer. Dat is gemakkelijk in het gebruik, biedt controle over en toegang tot selfservice cloud storage en geeft volledig inzicht in gebruik en performance. Dat maakt ook geautomatiseerde storage mogelijk. Met de Verizon Cloud Storage API kan de afnemer zijn eigen storageomgeving beheren, gebruiken, monitoren en erover rapporteren. Met de Open API kan elke taak worden geprogrammeerd. Dat betekent dat de gebruiker bestaande applicaties kan integreren en terugkerende taken kan automatiseren. En omdat de Verizon Cloud Storage API compatibel is met A ­ mazon Web Services S3, kunnen er zelfs verbindingen worden gelegd naar andere clouds. De afnemer betaalt dezelfde prijs, op welke locatie hij de data ook opslaat. Verizon berekent geen kosten voor gebruikte bandbreedte voor data die de cloud binnenkomt of data die t ­ ussen Verizon Cloud Compute en Verizon Cloud Storage wordt uitgewisseld. Flexibele ­storagemogelijkheden Verizon Cloud Storage biedt optimale beschikbaarheid: de data is er als ze nodig is. Het volledig opnieuw ingerichte storageplatform doet voort­ durend integriteitstests en voert a ­ utomatische recovery uit bij storingen in disks, servers en netwerken. De nieuwe software en technologie zorgen bovendien voor redundantie tot op het niveau van dataobjecten. Verizon haalt echt alles uit de kast om de data van de cloudgebruiker optimaal veilig en beschikbaar te stellen. De dataobjecten worden opgeslagen in buckets. Bij elke nieuwe bucket kan de gebruiker kiezen uit twee mogelijk­ heden: lokaal redundant of geografisch redundant. In het eerste geval wordt de data bij binnenkomst in een van de datacenters opgesplitst in d ­ uizenden kleinere dataobjecten en verspreid over een groot aantal disks. De tweede optie is alleen mogelijk als er drie of meer Verizon Cloud Storage datacenters in een regio aanwezig zijn. In dat geval wordt de data verspreid opgeslagen in de drie afzonderlijke datacenters. Alle data versleuteld Verizon hanteert twee wijzen van encryptie: voor transport en voor opslag. Alle data wordt veilig in en uit Verizon Cloud Storage getransporteerd via een http-verbinding die met SSL is geëncrypteerd. Data die eenmaal is opgeslagen, wordt versleuteld met een Symmetric AES-256 bit cipher (Advanced Encryption Standard). Cloud Control Verizon zet de gebruiker aan het stuur. Dat is de belangrijkste constatering: de afnemer heeft de volledige controle over ‘zijn’ cloud, over zijn data, netwerk en applicaties. Op de belangrijkste aspecten kan de gebruiker kiezen voor de best passende optie. Daarnaast biedt Verizon optimale beveiliging en beschikbaarheid in alle datacenters. Met Cloud Com­ pute en Cloud Storage brengt Verizon cloud computing naar een hoger plan. 2 0 1 3 / 2 0 1 4 ❉ 23
  • 26. datacenter trends 24 T H E B I G d a t a c e n te r b o o k
  • 27. Tekst: Andries van Dijk en Michiel Peters Digitale infrastructuur van wereldformaat  Nederland heeft met de haven van Rotterdam en de luchthaven Schiphol twee mainports in huis die internationaal op topniveau meedoen. Het effect van die mainports is groot. Niet alleen door de directe werkgelegenheid die ze bieden, maar meer nog doordat het economische activiteiten en ondernemerschap aantrekt. Maar Nederland beschikt over nóg een mainport: de digitale infrastructuur die zich concentreert rondom de Amsterdam Internet Exchange, een knooppunt van wereldformaat. I edere Nederlander kent de beelden van lossende containerschepen en vertrekkende vliegtuigen. Ken­ merkend voor Rotterdam en Schiphol is dan ook dat het heel zichtbare mainports zijn. Nederlands derde mainport is echter vrijwel onzichtbaar, omdat de digitale infrastructuur waaruit hij bestaat zich onder de grond en in g ­ rote anonieme gebouwen bevindt. Toch is het een mainport van wereldformaat. Sterker nog: waar Rotterdam en Schiphol wereldwijd respectievelijk een elfde en veertiende plaats in­ emen, staat de Amsterdam Internet n Exchange op de eerste plaats in t ­ ermen van aangesloten netwerken en neemt het de tweede positie in termen van traffic (gigabits per seconde) in. Het ecosysteem De digitale infrastructuur die de basis vormt voor de Amsterdam Internet Exchange bestaat uit twee poten: internetconnectiviteit en housing/hosting. In de eerste categorie vinden we drie soorten spelers. Ten eerste Internet Service Providers (ISP’s) die eind- gebruikers connectiviteit bieden met het internet. Iedere ISP vormt eigenlijk een netwerk op zichzelf. Maar omdat er internationaal duizenden van die netwerken zijn, is er ook interconnectiviteit nodig tussen die netwerken om ervoor te zorgen dat er één wereldwijd internet, oftewel een netwerk van netwerken, ontstaat. Die interconnectiviteit tussen netwerken vindt plaats op twee manieren: peering en transit. Onder peering verstaan we het uitwisselen van internetverkeer tussen twee gelijkwaardige netwerken. Technisch wordt dit gefaciliteerd door de tweede soort speler: Internet Exchanges. Een Internet Exchange maakt het mogelijk dat grote aantallen netwerken via peering met elkaar kunnen koppelen. Op de Amsterdam Internet Exchange zijn op dit moment bijvoorbeeld ruim zeshonderd netwerken met elkaar gekoppeld. De aangesloten netwerken doen dat vaak met gesloten beurs. Ze routeren het uitgaande v ­ erkeer van hun eindgebruikers naar andere netwerken en ontvangen van die andere netwerken inkomend v ­ erkeer dat ze routeren naar de bij hun aangesloten eindgebruikers. Een v ­ oordeel van peering via een lokale Internet Exchange is dat verkeer dat bestemd is voor een geografisch d ­ ichtbij gelegen netwerk, daar via een relatief snelle en goedkope route komt. Het alternatief voor peering is transit, het tegen betaling gebruikmaken van de diensten van één van de wereld­ wijde backbone-netwerken. Daarmee hebben we de derde soort speler geïdentificeerd: een beperkte groep grote wereldwijde spelers van Internet transit-providers en die voor dat doel uitgebreide wereldomvattende netwerken beheren. De meeste transitproviders (of tier-1 netwerken) zoals ATT, Verizon en Sprint zijn Amerikaans. Binnen Europa is Deutsche Telecom (ICSS) een voorbeeld van een transit-provider. Housing en hosting Naast internetconnectiviteit bestaat de digitale infrastructuur uit housing en hosting. Het eerste is het aanbieden van (lege) rack-ruimte in een data­ 2 0 1 3 / 2 0 1 4 ➼ 25
  • 28. datacenter trends center met alle faciliteiten die er bij horen zoals (nood)stroom, koeling, toegangsbeveiliging en brandbeveiliging. Klanten zetten hun eigen servers en storage in die rackruimte. Hosting gaat weer een stap verder en omvat het aanbieden van server- of storagecapaciteit die geleverd wordt vanuit een door de aanbieder geëxploiteerd datacenter. De totale Nederlandse markt van housing (colocatie) en hosting is v ­ olgens Gartner meer dan een miljard euro per jaar. De bloeiende housingmarkt bestaat uit verschillende soorten spelers met verschillende producten/diensten. De markt van wholesale colocation bestaat uit aanbieders zoals Consolidatie en schaalvergroting bepalen de komende jaren de ­datacentermarkt Digital Realty die grote aantallen vierkante meters datacenterruimte via ­ langdurige ­ easecontracten aanbieden. l Hiermee hoeven klanten zelf geen grote ­ nvesteringen in een datacenter i te doen en besteden ze ook het onderhoud aan de faciliteiten uit. De markt van retail colocation met spelers als Equinix, Telecity en Inter­ xion biedt netwerk-neutrale data­ centerruimte (waarbij dus grote aantallen netwerken aanwezig zijn om aan te koppelen), maar flexibeler qua contract en in kleinere hoeveelheden. Deze partijen hebben zelf grote datacenters of leasen ruimte bij een aan­ bieder van wholesale colocation. Een derde categorie spelers zijn de aanbieders van carrier-biased colocation. Deze partijen, zoals Level3, Colt en KPN, bieden zowel internetconnectiviteit als datacenterruimte. Naast deze onderverdeling in producten en diensten zijn er ook enorme verschillen in grootte van partijen. Aan de ene kant staan de grote internationale spelers 26 T H E B I G d a t a c e n te r die wereldwijd honderdduizenden vierkante meters colocatiecapaciteit exploiteren. Aan de andere kant zijn er de kleine lokale aanbieders die enkele honderden vierkante meters colocatieruimte exploiteren. Natuurlijk zijn er ook allerlei varianten die daar tussenin zitten. Diversiteit in de ­hosting-markt Producten en diensten binnen de h ­ osting-sector variëren van het hosten en beheren van dedicated servers tot het aanbieden van virtuele servers volgens een Infrastructure-as-a-­ Service (IaaS) model. Dus met een p ­ ay-per-use kostenmodel, gedeelde resources (multi-tenant), zeer hoge flexibiliteit voor op- en afschalen (elke gewenste hoeveelheid op elk moment) en volledige automatisering van dat proces (on-demand self-service). Op de hosting-markt zijn verschillende typen spelers actief. Tot de cloud giants behoren partijen als Amazon, Microsoft en Google. Deze bieden een hoog gestandaardiseerd aanbod in enorme volumes. De enterprise hosters zoals HP en BT richten zich op hosting-contracten met grote onder­ nemingen en combineren dat vaak met andere diensten zoals integratie. Meer flexibiliteit in volumes bieden de mass market hosters zoals Leaseweb, maar ook deze hebben tienduizenden fysieke servers waarmee de markt wordt bediend. Ten slotte zijn er de kleine lokale hosting partijen die veel kleinere volumes bieden, maar zich onderscheiden door maatwerk en rechtstreeks contact met de klant. Internationale positie De digitale infrastructuur in Nederland behoort tot de top van de wereld. De Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX) is wereldwijd de grootste Internet Exchange in termen van aangesloten netwerken die daar ‘peeren’ (612). Gemeten in aantal Gbs internetverkeer staan DE-CIX in Frankfurt en AMS-IX onbedreigd aan kop (www. euro-ix.net). Wanneer we kijken naar de aansluiting van eindgebruikers op het internet, zien we dat Nederland b o o k volgens Akamai wereldwijd op de vijfde plaats staat als het gaat om ­connectiesnelheid (Mbs). Op de colocatie markt doet Nederland in Europa mee in een kopgroep van vier: Londen, Frankfurt, Parijs en Amsterdam. De aantallen vierkante meters tier-1 colocatiecapaciteit zijn volgens CBRE-cijfers: Londen (282.000 m2), Frankfurt (155.000 m2), Parijs (106.000 m2) en Amsterdam (95.000 m2). Hierbij heeft Amsterdam in 2012 de hoogste groei (19.5 procent) gerealiseerd. De afstand van deze kopgroep van vier tot de rest daar­ onder is groot: op de vijfde plaats staat Madrid met 25.000 m2. De goede positie van Nederland en Amsterdam heeft een aantal redenen: • ederland en Amsterdam zijn zeer N goed verbonden met het fysieke n ­ etwerk (zeekabels) en alle grote internet-carriers zijn hier aanwezig. • MS-IX realiseert een zeer lage A latency (rond de 5 ms met de andere grote centra Londen, Frankfurt en Parijs), wat essentieel is voor veel bedrijven zoals in de financiële of gaming sector. • e aanwezigheid van bedrijven D trekt weer andere bedrijven aan, door de mogelijkheid om binnen het datacenter zelf een directe interconnect tot stand te brengen. Als een regio dus eenmaal een koppositie op het gebied van internetverkeer en datacenters heeft, brengt dat een zichzelf versterkend proces op gang. • e energiekosten vormen een D belangrijk deel van de exploitatiekosten van datacenters. Cijfers van Eurostat wijzen uit dat Nederland in 2012 een relatief gunstig tarief voor grootverbruikers had van 80.5 € per mWh vergeleken met Londen (109.7 euro), Frankfurt (89.5 euro) en Parijs (80.9 euro). • e beschikbaarheid van het aantal D Megawatt en de continuïteit van de elektriciteitsvoorziening is zonder meer gunstig. • ederland is een centraal gelegen N land dat een neutrale positie inneemt ten opzichte van andere
  • 29. landen die veel groter zijn. Dat maakt Nederland zeer geschikt als plaats om te ‘peeren’ tussen n ­ etwerken uit grote andere landen. • ederland heeft een stabiel politiek N klimaat en een economie die gericht is op internationale handel. • at betreft wet- en regelgeving was W Nederland relatief vroeg met wet­ geving over netneutraliteit. Het fundament voor groei De digitale infrastructuur in Nederland is de basis voor een aantal groeisectoren zoals e-commerce, digitale media, online advertising, cloud en gaming. Al die sectoren laten een s ­ terke groei zien en dragen bij aan de Nederlandse economie. Belangrijke technologietrends zoals Big Data, cloud en The Internet of Things blijven de komende jaren zorgen voor een steeds grotere vraag naar digitale infrastructuur. Niets wijst erop dat de groei afvlakt en dat de digitale revolutie ten einde komt. Integendeel, o ­ nderzoek van Cisco wijst op een groei van het totale internetverkeer met 23 procent per jaar en een groei van de datacenter-workloads met gemiddeld 20 procent per jaar. De industrialisering van het datacenter gaat de komende jaren verder door met hoge elektrische vermogens per vierkante meter. Bedrijven die voor grote investeringen in hun eigen datacenter komen te staan, kiezen daardoor vaker voor gebruik van een commercieel datacenter dat kan profiteren van schaalvoordelen. Consolidatie en schaalvergroting bepalen de komende jaren de datacentermarkt. Conclusie De digitale infrastructuur in Nederland is een grotendeels onzichtbare sector, maar wel één die wereldwijd in de kopgroep meedoet. Veel factoren die Nederland aantrekkelijk maken, zijn structureel. Daarnaast profiteert Nederland van het vliegwieleffect: als er op een bepaalde plaats een kritische massa aan Internet Exchange en datacentercapaciteit ontstaat waar netwerken en contentproviders zich vestigen, dan trekt dat weer andere netwerken en contentproviders aan. Nederland, en met name de regio Amsterdam, bevindt zich in die fase. Daar tegenover staat dat de lokale markt hier al sterk ontwikkeld is in vergelijking tot andere gebieden in de wereld met grote bevolkingspopulaties. Hoe dat op lange termijn uitpakt, is nu nog niet in te schatten, maar de komende jaren komt de koppositie van Nederland nog niet in gevaar. De uitdaging voor bedrijfsleven en overheid is om blijvend de voor­ waarden te scheppen waaronder deze s ­ ector kan bloeien. ❉ Andries van Dijk en Michiel Peters zijn senior manager bij Deloitte Consulting. 2 0 1 3 / 2 0 1 4 27
  • 30. datacenter trends Diensteneconomie afhankelijk van digitale verkeersknooppunten Datacenters: industrieterreinen in het digitale landschap   Data, het is de nieuwe grondstof van de commerciële en niet-commerciële diensten­ conomie. e Alle data wordt in datacenters verwerkt, opgeslagen en doorgeleverd. Waar vroeger de ­ rukpers d van papier en inkt kranten drukte, worden nu in het datacenter bits tot online nieuws ­ erwerkt, v opgeslagen en ter distributie aangeboden. Waar je vroeger met een collega bij de ­ offieautomaat k het laatste nieuws besprak, deel je dat nu met de hele wereld via de datacentersvan Facebook. Waar de offline en de online economie steeds hechter verstrengeld raken, zijn ­ ata­ enters de d c nieuwe industrieterreinen in het digitale landschap. En die industrieterreinen zijn ­ fhankelijk van a digitale verkeersknooppunten. N ederland staat zijn mannetje in de wereld van verkeersknooppunten, zowel offline als online. Neem Rotterdam, een van de grootste havens ter wereld. In 2012 werden er 442 miljoen ton goederen overgeslagen, een groei van 1,2 procent vergeleken met het jaar daarvoor. Daarmee staat Rotterdam in de top vijf havens wereldwijd. Ook deed recent het grootste containerschip ter wereld, de Maersk McKinney Moller, Rotterdam aan als eerste Europese haven. In Amsterdam bevindt zich de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX), een van de grootste internetknooppunten ter wereld. De AMS-IX verstouwde in 2012 4,1 exabyte aan data, een groei van 43 procent. Daarmee laat de AMS-IX alleen de Duitse exchange DE-CIX aan zich voorbijgaan. Vorig jaar verwelkomde de AMS-IX de eerste 100GE-klant. Connectiviteit De aanwezigheid van een internetknooppunt als de AMS-IX is een van de redenen dat de Nederlandse datacenterindustrie groeit als kool. Volgens het laatste kwartaalrapport van CBRE verslaat Amsterdam zowel London als Frankfurt wanneer connectiviteit het 28 T H E B I G d a t a c e n te r doorslaggevende criterium is. Niet alleen Amsterdam profiteert van de aanwezigheid van AMS-IX. Zo heeft Google bijvoorbeeld een datacenter van Telehouse in Groningen in zijn geheel gehuurd. Via de Nederlandse digitale snelweg is de AMS-IX en de rest van de wereld niet ver weg. Met de groei van cloud computing, mobiel internet, en het “Internet of Things” zal het belang van connectiviteit voor datacenters alleen nog maar toenemen. Telecommunicatie-infrastructuur, zoals hierboven beschreven, is de onderste van een viertal lagen waaruit datacenters opgebouwd zijn: 1. Telecommunicatie-infrastructuur 2. Datacenter-infrastructuur 3. ysieke computer-infrastructuur F 4. irtuele computer-infrastructuur V Datacenter-infrastructuur Hieronder vallen onder andere housing, energie, koeling, bekabeling en racks. In de datacenter-infrastructuurlaag zien we de volgende trends: • oenemend gebruik van software T voor datacenter-infrastructuur management (DCIM) die het beheer van datacenteractiva automatiseert en vereenvoudigt. b o o k • oortschrijdende modularisering V waarbij infrastructuur-componenten binnen grotere modules geïntegreerd worden. • inder is meer: met een kleiner M oppervlak, minder kabels en minder energie meer rekenkracht en koeling kunnen leveren. • oenemende industrialisatie van de T bedrijfstak die datacenter-infrastructuur levert waardoor sneller en met minder personeel meer datacenters opgeleverd kunnen worden. Fysieke computer-­ infra­structuur Hieronder vallen onder andere servers, opslag, firewalls en lokale netwerken. In de fysieke computer-­ infrastructuurlaag zien we de ­volgende trends: • edreven door de wens om sneller G en eenvoudiger IT-resources in te kunnen zetten vindt er een toe­ nemende convergentie plaats van servers, opslag en netwerken. G ­ eïntegreerde systemen en software-appliances zijn voorbeelden van systemen waarbij de gehele fysieke computer-infrastructuur onder een enkel rack valt. ➼
  • 31. Tekst: Pim Bilderbeek 2 0 1 3 / 2 0 1 4 29
  • 32. datacenter trends • en toename van Big Data en cloud E computing zorgt voor een voort­ durende schaalvergroting van de fysieke infrastructuur tot zogenaamde hyperscale infrastructuren van duizenden gedistribueerde servers. • edrijven als Google en Facebook B die hyperscale datacenters bouwen, gebruiken steeds meer merkloze standaard server-, opslag- en n ­ etwerkhardware die ze zelf a ­ anpassen aan hun behoeftes. Virtuele ­computerinfra­structuur Hieronder vallen onder andere hypervisors voor servers, opslag en netwerken maar ook voor het hele datacenter, het zogenaamde ‘software defined’ datacenter. In de virtuele computerinfrastructuurlaag zien we de volgende trends: • utomatisering van de automatiseA ring neemt toe: er zijn steeds minder datacenter-medewerkers nodig om het geheel draaiende te houden. • Een groeiende vraag naar Software as-a-Service (SaaS), Platform-as-aService (PaaS) en Infrastructure-asa-Service (IaaS) versnelt het virtualisatieproces. • In toenemende mate kunnen workloads binnen en tussen datacenters verplaatst worden zonder dat de dienstverlening hier hinder van ondervindt. • Er is een sterke opkomst van open source cloud-software zoals OpenStack en OpenFlow. Consolidatie en integratie De bouwstenen binnen de hierboven genoemde vier lagen komen langzaam samen en vormen grotere blokken. Door middel van ‘software defined network‘-technologie worden functies en netwerken voor telecommunicatienetwerken in toenemende mate gevirtualiseerd. In de datacenter-infrastructuurlaag worden modulaire systemen geleverd met energie, koeling, bekabeling en racks in één enkele container. In de fysieke computer-infrastructuurlaag ontstaan geïntegreerde systemen ​​ met servers, opslag en netwerken in één enkel rack, de zogenaamde ‘converged infrastructure’. In de virtuele infrastructuurlaag worden virtuele machines steeds mobieler (mobiliteit tussen datacenters) en wordt het datacenter in toenemende mate als één 30 T H E B I G d a t a c e n te r Zelf doen of laten doen Waar vroeger veel bedrijven hun eigen datacenter hadden, vindt er nu een verschuiving plaats van bedrijfsdata­ centers naar commerciële datacenters. Langzaam verplaatsen IT-resources zich van on premise, naar co-locatie, hosting of IaaS-omgeving. Een recent onderzoek van het Uptime Institute geeft aan dat wereldwijd 63 procent van de onderzochte commerciële datacenters hun budget hebben zien groeien vergeleken met slechts 25 procent van de bedrijfsdatacenters. Langzaam verplaatsen IT-resources zich van on premise, naar c ­ o-locatie, hosting of IaaS-omgeving groot geheel van virtuele machines, opslag en netwerken gedirigeerd. Wanneer in het virtuele datacenter van de toekomst een virtuele machine niet langer gebonden is aan een fysieke locatie en server in het datacenter, betekent dit ook dat voeding en koeling binnen een datacenter dynamisch moeten worden geïnformeerd over virtuele machine- en workload-mobiliteit om efficiëntie en uiteindelijk lagere energiekosten te bereiken. Datacenter infrastructure management (DCIM) software zal dan ook in toenemende mate management informatie leveren aan server- en cloud-managementsoftware. Maar ook over de lagen heen vindt consolidatie plaats. Zo worden er datacentercontainers inclusief converged infrastructuur geleverd. Onder andere Microsoft bouwt modulaire datacenters op basis van dit principe. Een van de belangrijkste voordelen van deze modulaire aanpak is dat CAPEX meer afgestemd kan worden op OPEX. Wanneer de vraag naar rekenkracht stijgt, kan een nieuwe module gemakkelijk worden binnengereden en aangesloten. Specialisatie Niet elk datacenter zal op dezelfde manier evolueren. Op laag een (tele- b o o k communicatie) en laag twee (datacenter-infrastructuur) zijn de verschillen door de invloed van de cloud niet zo groot. Met name op laag drie (fysieke computer-infrastructuur) en vier (virtuele computer-infrastructuur) vindt er specialisatie plaats. Hier kunnen we drie verschillende types cloud onderscheiden: • e ‘consumer cloud’. Dit is de cloud D waarin consumenten geen recht hebben op privacy, waar geen SLA’s geboden worden en waar infrastructuur gedeeld wordt. Datacenters gebruiken op maat ontwikkelde hardware, omdat binnen de schaal waarop zij werken er geen standaard oplossingen voorhanden zijn. • e ‘customer cloud’. In deze cloud D betalen consumenten voor diensten en krijgen ze een bepaald niveau van dienstverlening gegarandeerd. Deze cloud is gebouwd op converged infrastructuur. Online banking is een goed voorbeeld van een ‘customer cloud’. • e ‘business cloud’. In deze cloud D krijgen bedrijven gegarandeerde diensten die compliant zijn met de geldende regelgeving, conform opgestelde SLA’s. InterCloud In de toekomst, als cloud computing gemeengoed is en datacenters daadwerkelijk de nieuwe industrieterreinen in het digitale landschap geworden zijn, zal er een wereldwijde datacenter grid zijn ontstaan. En net als het internet een netwerk van computernetwerken is, is de InterCloud dan een cloud van clouds. De vorming van deze InterCloud is recent weer een stapje dichterbij gekomen met het initiatief van de Deutsche Börse die volgend jaar computerkracht gaat verhandelen. Volgens Deutsche Börse moet het net zo gemakkelijk worden om computerkracht in te kopen als het kopen van olie of elektriciteit. Die marktplaats van de Deutsche Börse draait op een cloud in een datacenter. En daarmee zijn we weer terug bij het begin: data is de nieuwe grondstof en datacenters vormen de nieuwe fabrieksterreinen in het digitale landschap. Pim Bilderbeek (pim@themetisfiles.nl) is partner en Principal Analyst bij The METISfiles. ❉
  • 33. Tekst: Jeffrey Gadellaa NPR 5313 Praktijkrichtlijn ‘Computerruimten en datacenters’ zorgt voor eenduidige terminologie  Computerruimten en datacenters vervullen een cruciale rol in de keten van communicatie. Juist doordat deze cruciale rol vaak op één of meerdere locaties is weggelegd is het van belang te komen tot eenduidige afspraken. De NPR 5313 geeft een handreiking voor de planning en oplevering van computerruimten en datacenters. I n 2006 is NEN een onderzoek gestart naar de mogelijkheden tot normontwikkeling rondom c ­ omputerruimte en datacenters. Nadat ­ erschillende belanghebbende v partijen besloten hieraan deel te nemen, was de oprichting van de Nederlandse normcommissie ‘Computerruimte en datacenters’ (NC381888) een feit. Een normcommissie bestaat uit leden vanuit zowel publieke als private instanties. Zijn komen tot consensus over bijvoorbeeld begrippen en definities, maar ook over andere relevante zaken zoals ­ roces en techniek. p Informatieafspraak In het normalisatieproces worden een aantal keuzes gemaakt ten aanzien van de doelstelling en de positionering ten opzichte van reeds bestaande ontwikkelingen. De normcommissie ‘Computerruimte en datacenters’ is uiteindelijk tot het besluit gekomen om een Nederlandse praktijkrichtlijn (NPR) te ontwikkelingen, die in tegenstelling tot een Nederlandse Norm meer een advies betreft dan een eisen- stellende afspraak. Een NPR is een praktische uitwerking van een norm. Bijvoorbeeld toelichtingen op normen, constructieve mogelijkheden, werkmethoden en fabricagegegevens. K ­ ortom, een ­ raktisch handvat. p O ­ verheden en marktpartijen kunnen verwijzen naar Nederlandse parktijkricht­ ijnen en deze bindend l verklaren. Programma van Eisen Praktisch biedt de NPR 5313 ‘Com­ puterruimte en datacenters’, zoals deze formeel wordt beschreven, hulp bij het specificeren, ontwerpen, aanbieden en opleveren van een computerruimte of datacenter. De NPR 5313 kan worden gebruikt bij zowel projecten voor het aanpassen van een bestaande computerruimte of een bestaand datacenter als bij projecten voor een nieuw te bouwen en in te richten computerruimte of datacenter. De NPR 5313 verschaft de beheerder van een computerruimte of datacenter e ­ enduidige terminologie, die hij kan gebruiken om zijn ambities en wensen kenbaar te maken en te vertalen in een Programma van Eisen. Een voorbeeldindeling van een Programma van Eisen maakt deel uit van de NPR 5313. Bedrijfsvoering Voor de sturing en beheersing van kosten en/of risico’s rond een com­ puterruimte of datacenter is bedrijfs­ voering noodzakelijk. Met behulp van de omschreven onderwerpen voor bedrijfsvoering kunnen eigenaren of beheerders op strategisch, tactisch en operationeel managementniveau hun Kerntaken NEN Naast wet- en regelgeving kennen we diverse normen, richtlijnen en afspraken. In Nederland ligt de verantwoordelijkheid over de normen en richtlijnen bij het Nederlands Normalisatie-­ instituut (NEN) te Delft. NEN brengt als non-­profitorganisatie belanghebbende partijen bij elkaar om gezamenlijk toepasbare afspraken te maken en faciliteert de implementatie hiervan. Op internationaal niveau behartigt het de belangen van de Nederlandse markt. Regelmatig ontvangt NEN vanuit CEN (de Europese normalisatie-instelling) en ISO (de mondiale normali­ aties instelling) voorstellen om normontwikkeling te starten voor een nieuw onderwerp. Ook kan een Nederlandse marktpartij een voorstel voor norm­ ontwikkeling neerleggen. NEN heeft als taak Nederlandse belanghebbende marktpartijen te informeren over relevante normalisatie-initiatieven. Daartoe brengt NEN eerst de belanghebbende marktpartijen in kaart, informeert hen over het voorstel (‘New Work Item Proposal’) en onderzoekt of de Nederlandse markt behoefte heeft aan afspraken over het nieuwe onderwerp. Ook polst NEN het draagvlak om deel te nemen aan de ontwikkeling van normen op dit gebied. agenda’s opstellen, richting geven aan het gebruik, beheer en onderhoud, en primaire en ondersteunende processen beheersen. Om een computerruimte of datacenter te ontwikkelen, dienen risico’s te worden geïdentificeerd, geanalyseerd en gemanaged. Of een risicoanalyse nodig is en in 2 0 1 3 / 2 0 1 4 ➼ 31
  • 34. datacenter trends 32 T H E B I G d a t a c e n te r b o o k
  • 35. welke mate, is sterk afhankelijk van de mogelijke schade als gevolg van een incident. In de NPR 5313 is een lijst ­ pgenomen met verschillende o g ­ roepen mogelijke bedreigingen die kunnen leiden tot incidenten. Verder komen binnen bedrijfsvoering o ­ nderwerpen als kwaliteitsmanagement, life-cycleprocessen en commissioning aan bod. Energiezorg Naast informatie voor het management bieden de classificatieschema’s treffen maatregelen in de vorm van component-/systeemredundantie, kwaliteitscontrole en onderhoud. Naast beschikbaarheid van data kunnen eisen worden gesteld aan ‘integriteit’ en ‘exclusiviteit’ van data. Het is dan ook van belang dat eisen worden gespecificeerd ten aanzien van brandveiligheid en inbraakveiligheid. De NPR 5313 geeft een handvat om maatregelen te treffen volgens het schillenprincipe, op basis van b ­ ouwkundig, installatietechnisch en organisatorische (BIO) aspecten. Ontwerpcontrolelijsten Om een computer­ ruimte of datacenter te ­ ntwikkelen, dienen o risico’s te worden ­geïdentificeerd, ­geanalyseerd en ­gemanaged handreikingen voor overheden om eenduidig rapportage te beoordelen over het efficiënt gebruik van energie. Energiezorg speelt een zeer belang­ rijke rol op het gebied van computerruimte en datacenters. Om deze reden heeft de normcommissie aan dit t ­ hema inhoud gegeven en wijst het gebruikers van de NPR 5313 op de ontwikkelingen vanuit de nationale en internationale overheden. Naast aanwijzingen worden op basis van internationale en nationale ontwikkelingen classificatieschema’s voor energie-­ fficiency aangeboden. e Beschikbaarheid en ­beveiliging Andere classificatieschema’s die onderdeel zijn van de NPR 5313 geven richting aan de beschikbaarheid van systemen en beveiliging tegen brand en inbraak. Voor het maken van een berekening van de beschikbaarheid, kan gebruik gemaakt worden v ­ erschillende analysevormen en zijn specifieke gegevens noodzakelijk om tot een correct vergelijkbaar resultaat te komen. In de NPR 5313 is een classificatiemodel terug te vinden, dat een handreiking geeft voor mogelijk te Op het moment dat gekeken wordt naar het ontwerp en de realisatie, geven de ontwerpcontrolelijsten van de NPR 5313 richting in de mogelijkheden. Met de ontwerpcontrolelijsten kunnen technische ­ euzes worden k gemaakt over bijvoorbeeld bouwkundige voorzieningen, maar ook over elektrotechnische -/ ­ erktuigkundige w installaties en beveiligingsinstallaties. De NPR 5313 geeft generieke afhankelijkheden per discipline met een onderbouwing van voorbeelden met ontwerpkeuzes. Een voorbeeld betreft de toepassing van overspannings­ beveiligingen. Allereerst wordt aan­ gegeven in welke normen het onderwerp aan bod komt. Vervolgens wordt een aantal afhankelijkheden benoemd, bijvoorbeeld kwaliteit van de externe energievoorziening en vervolgens volgt een afronding met een mogelijk te maken keuze, bijvoorbeeld de plaats of het type van de toe te passen o ­ verspanningsbeveiliging. Dankzij de ontwerpcontrolelijsten worden gebruikers van de NPR 5313 geattendeerd op essentiële ontwerpkeuzes. In de exploitatiefase zijn uiteindelijk ook aspecten van belang om de c ­ omputerruimte of het datacenter in een optimale conditie te behouden. In de NPR 5313 worden verschillende onderhoudsvormen benoemd die t ­ oepasbaar kunnen zijn. Handreiking Als gevolg van de complexiteit van verschillende disciplines, de omvang en de internationale samenhang is besloten een eerste publicatie in 2013 te realiseren. Na de publicatie wordt de NPR 5313 onderhouden en kunnen aanscherpingen of praktische aanvullingen worden gedaan. Een tweede publicatie wordt in 2016 verwacht. Deze eerste publicatie geeft een raamwerk om uitgangspunten te formuleren en biedt een handreiking om tot verdere invulling van vraagstukken op het gebied van classificatie van beschikbaarheid, beveiliging en energie-efficiency en technische afwegingen rondom computerruimte en datacenters te komen. De uitgave ligt in lijn met de internationale normalisatie-activiteiten en is daarom reeds praktisch toepasbaar naast de toekomstige EN-50600. De NPR 5313 kan als gemeenschappelijke referentie dienen. Betrouwbare en energie-efficiënte computerruimtes en datacenters vormen uiteindelijk het ICT-innovatieplatform voor alle sectoren in Nederland. met zowel Europese als internationale normalisatie-instituten, consortia en brancheorganisaties. Op Europees niveau wordt op dit moment gewerkt aan de EN-50600, een Europese ENnorm voor computerruimten en d ­ atacenters. Een Europese EN-norm is geldig voor alle Europese lidstaten. Normalisatie-instituten zijn verplicht de Europese normen nationaal over te nemen. Het werk dat door de Nederlandse normcommissie ‘Computerruimten en datacenters’ wordt verricht, is daarom van cruciaal belang voor de Europese ontwikkelingen. ❉ Internationale aansluiting De ontwikkeling van de NPR 5313 staat niet op zichzelf, maar sluit aan en wordt afgestemd op nationaal, Europees en internationaal niveau. De Nederlandse kennis en ervaring binnen de normcommissie is gecon­ solideerd, gestructureerd en gedetailleerd. Het instituut deelt haar kennis Jeffrey Gadellaa (jeffrey.gadellaa@ croon.nl) is Voorzitter Nederlandse normcommissie ‘Computerruimte en Datacenters’ en lid van de Europese werkgroep TC215. 2 0 1 3 / 2 0 1 4 33
  • 36.
  • 37. Transforming your business while you’re Transforming your business while you’re busy running it. There is ais a certain way. busy running it. There certain way. In a fast-evolving marketplace which demands demands leadership that brings results, there existscertainty:certainty: In a fast-evolving marketplace which leadership that brings results, there exists a way of a way of Tata Consultancy Services (TCS). With TCS as your strategic advisor and partner, the ever-changing new landscapes of business business Tata Consultancy Services (TCS). With TCS as your strategic advisor and partner, the ever-changing new landscapes of become new vistas of opportunity. TCS offersTCS offers you market-proven, world-class experience, expertise and guidance to show the become new vistas of opportunity. you market-proven, world-class experience, expertise and guidance to show the way for your business to evolve.to evolve. Wecreating transformational offerings by leveraging the partner ecosystem and our and our way for your business We focus on focus on creating transformational offerings by leveraging the partner ecosystem next generation delivery model. TCS has invested significantly in a numberaof migrationmigration and transformation tools including next generation delivery model. TCS has invested significantly in number of and transformation tools including eTransform and MasterCraft to enableto enable enterprises migrate their legacy and adopt the cloud. Leveraging thedeliver to deliver next eTransform and MasterCraft enterprises migrate their legacy and adopt the cloud. Leveraging the cloud to cloud next generation IT Infrastructure services isservices tocentral to TCS strategy. strategy. generation IT Infrastructure central is TCS business business Visit tcs.com/offerings/it_infrastructure/ or mail usor mail us at netherlands.marketing@tcs.comare certain tocertain to learn more Visit tcs.com/offerings/it_infrastructure/ at netherlands.marketing@tcs.com and you and you are learn more
  • 38. opinie Eric Boonstra, Algemeen Directeur EvoSwitch: “Datacenter wordt marktplaats”   System integrators kiezen volgens Eric Boonstra, Algemeen Directeur van EvoSwitch, steeds vaker voor carrier-neutrale datacenters voor hun eindklant, de CIO. De reden is volgens hem simpel. “Daar kunnen ze de voor hen belangrijke interconnecties maken met verschillende leveranciers.” 36 T H E B I G d a t a c e n te r b o o k
  • 39. D e gang naar het datacenter begon voor veel bedrijven met storage, beschouwt de uiterst nuchtere Boonstra. “Die trend begon vijf jaar geleden. Toen koos de CIO ook eerder voor een full dedicated service waar zijn applicaties stonden met een verbinding terug naar het hoofdkantoor. Die omgeving werd veelal gemanaged door de system integrator.” Nu is de wereld anders, zegt Boonstra. “Carrier-neutrale datacenters zijn als een marktplaats, waar verschillende netwerken, clouds en verschillende applicaties samenkomen om grote hoeveelheden data met de juiste netwerken te verbinden om zo snel of kostenefficiënt mogelijk op te slaan en naar de eindgebruiker te transporteren. De rol van de system integrator is om op basis van de eisen en wensen van zijn klant en de nieuwe componenten voor solutions zoals netwerkdiensten en cloud computing, advies te geven over wat in die marktplaats het beste past bij de betreffende onderneming. De carrierneutrale datacenters vormen daarmee aantrekkelijke locaties om deze nieuwe ‘hybride cloud’-solutions te bouwen. Wij zijn geen onderdeel van dit proces; wél zorgen wij dat het juiste ecosysteem van netwerk en cloudproviders bij ons binnen staat. Carrier-neutrale datacenters bevorderen zo keus en diversiteit van partners en leveranciers. Onze voorkeuren zijn niet relevant.” Ongekende groei De ‘marktplaats’ van Evoswitch maakt een ongekende groei door. Het begon ooit, in 2007, in Haarlem, onderdeel van de internethub in wat Boonstra grootAmsterdam noemt. Inmiddels staat daar 12.000 vierkante meter aan datacenter met klanten vanuit de hele wereld. Grote namen, start-ups en alles er tussen in. Een tweede Evoswitch datacenter huist buiten Washington, D.C., in het noorden van Virginia, in de Verenigde Staten. “We konden met de vraag om datacenterruimte van enkele van onze klanten versneld onze plannen voor de VS ten uitvoer brengen”, aldus Boonstra. Het derde datacenter wordt begin 2015 geopend in Amsterdam. “Ik verwacht voorlopig niet dat we ophouden met groeien”, stelt Boonstra. “Outsourcen neemt met de overstap naar cloud computing alleen maar toe.” Of het nu internetserviceproviders, corporates, cloudleveranciers, leidende internet exchanges zoals die van Amsterdam en Londen, de overheid of Virtualisatie is nu ­dusdanig doorgedrongen dat partijen binnen datacenters elkaar nu opzoeken om gezamenlijk diensten aan te bieden system integrators zijn; Evoswitch heeft ze in huis. “De toevlucht is enorm. De eerste schroom is er, ook bij corporates, volledig vanaf.” Evoswitch merkt een toestroom van partijen die wereldwijde aanwezigheid wil hebben. “Dat om bijvoorbeeld gaming of social media goed dekkend te kunnen aanbieden. Of om wereldwijd back up te hebben.” Evoswitch is zich dan ook aan het oriënteren op een locatie voor een nieuw datacenter aan de westkust van de Verenigde Staten. Boonstra: “En op het verlanglijstje staat ook nog Azië, waarbij locaties als Hongkong of Singapore prominent figureren.” Hoge eisen Boonstra somt vervolgens in het kort de belangrijkste zaken rond het bouwen van een datacenter op. “Koeling, stroom, beveiliging, support en connectiviteit...Om een deel van die onderdelen moeten we steeds meer wedijveren. Londen, Frankfurt, Parijs en Amsterdam zijn belangrijke markten en lokale overheden kunnen omdat de plaatsen zo gewild zijn, daarom steeds strengere eisen stellen, bijvoorbeeld aan Power Usage Effectiviness (PUE). Die ligt bij ons op 1,2 in Amsterdam. We hebben sinds de bouw al rekening gehouden met de duurzaamheid van het gehele project inclusief exploitatie en met name bij uitbouw, waar steeds meer innovatieve technologie kan worden benut. Dat was, is en blijft ons uitgangspunt.” Een ander belangrijk punt volgens Boonstra is de beveiliging. “EvoSwitch besteedt jaarlijks meer dan 10.000 manuren aan certificering van haar datacenters. Veel van die certificeringen hebben direct of indirect te maken met de wijze waarop wij de data van onze klanten fysiek beveiligen. Naast grote enterprise klanten en system integrators staan er bij ons internetbedrijven met hun e-commerce platform binnen, maar ook internetserviceproviders. Bedrijven die ‘missie-kritiek’ in een heel ander perspectief kunnen plaatsen. Wij worden daarom extra onder de loep genomen, en al onze klanten hebben hier uiteindelijk voordeel bij.” Hogere vorm De algemeen directeur ziet in zijn datacenter klanten tot een hogere vorm van sourcing overgaan. “Vroeger was duidelijk gedefinieerd welke server voor welke klant was. Nu is virtualisatie en cloud zodanig doorgedrongen dat partijen binnen dat datacenter elkaar opzoeken om gezamenlijk diensten aan te bieden aan de eindklant. Die eindklant ziet de cloud meer en meer zitten, ook omdat duidelijker is geworden wat de cloud nu wel en niet is. De sterke aandacht voor de fysieke beveiliging van haar datacenters zorgt voor vertrouwen, het kostenplaatje is beter geworden en de CIO weet welke informatie hij wel of niet in de cloud wil zetten. Je ziet dan ook keuzes voor make or buy in het voordeel van buy uitvallen, ook bij de overheid. Ze zeggen: 24 uur maal 7 dagen in de week kwaliteit borgen en support leveren kunnen we niet. En ze zien dat zowel CAPEX als OPEX de bedragen lager uitvallen.” Boonstra preekt enigszins voor eigen parochie, maar de groei die hij realiseert, ondersteunt het betoog. “Ik heb geen reden om te denken dat we onze groei niet zouden doorzetten. De trends van outsourcing en cloud zijn nog lang niet voorbij. We’re here to stay.” 2 0 1 3 / 2 0 1 4 ❉ 37
  • 40. thema cloud computing Wat draaien we ‘public’ en wat niet? De richtlijnen liggen in de cloud verborgen 38 T H E B I G d a t a c e n te r b o o k
  • 41. Tekst: Dick Schievels  Clouds zijn er in diverse soorten en maten maar alom worden er tegenwoordig drie modellen gehanteerd: public, private en hybrid. Het hybride model heeft volgens IT-specialisten de toekomst. De lastige vraag voor steeds meer IT-managers luidt dan ook: wat draaien we public en wat brengen we onder in onze ­private cloud? D e toekomst van computing heet cloud computing, maar cloud-IT is geen cloud-IT alleen omdat er cloud voor staat. Dat kan eenieder met verstand van zaken nog vrijwel dagelijks ervaren. W ­ anneer verdient IT wel dat predicaat? Hoewel er meerdere definities de ­ onde doen, zijn er vijf kenmerken r die altijd in een of andere vorm t ­ erug­ eren. Zij ­ ormen de kern van k v cloud computing. Ten eerste moet er een grote hoeveelheid gebundelde rekenkracht voorradig zijn, die naar behoefte kan worden aangesproken door iedereen die in het bezit is van een creditcard. Nemen we even het in de lucht brengen van een bedrijfswebsite als voorbeeld, dan staat cloud computing aan het eind van een rij van vier computing-exploitatiemodellen, waarin je een verschuiving ziet optreden van CAPEX + OPEX naar alleen OPEX. Die rij begint met traditioneel zelf doen op een eigen servertje (flinke CAPEX, flinke OPEX), en loopt via colocatie (iets lagere CAPEX en OPEX) en managed hosting (CAPEX nul, OPEX flink), naar cloudcomputing (CAPEX nul, OPEX gematigd). Ten tweede moet de rekenkracht zijn gebaseerd op virtualisatie. Dit is in geval van cloud computing een must, omdat het succes ervan alles te maken heeft met ‘economies of scale’ en gebaseerd is op infrastructuren bestaande uit duizenden servers. Om kosteneffectief te kunnen opereren, is een zo hoog mogelijk rendement van iedere server van het grootste belang. Ten derde moet de rekenkracht elastisch schaalbaar zijn, zowel omhoog als omlaag. Al naar gelang de behoefte van de klant moet er dynamisch rekenkracht kunnen worden aanen uitgezet. In een wereld zonder cloud computing moet je bij aanschaf altijd alles dimensioneren op het k ­ unnen verwerken van de hoogste piek­belasting. Ten vierde moeten de nodige nieuwe virtuele machines automatisch (via een API) binnen enkele minuten gecreëerd en uitgerold, dan wel o ­ ntmanteld kunnen worden. En ten vijfde moet er zuiver worden afgerekend naar gebruik. Dus niet, zoals bij managed hosting, eerst een startup-bedrag bij binnenkomen en vervolgens een abonnement op jaar­ basis. Private cloud In het zojuist gegeven signalement van cloud computing, gaat het om cloud computing in zijn meest pure vorm: het betrekken van IT-infrastructuur uit de cloud, beter bekend als IaaS (Infrastructure-as-a- Service). De voordelen ervan zijn in twee w ­ oorden samen te vatten: flexibiliteit en kostenefficiëntie. Het overzetten van ­bejaarde applicaties naar een cloudomgeving levert vaak maar ­marginale ­verbeteringen op Welke bedrijfstoepassingen zijn nu vanuit deze twee gezichtspunten bekeken geschikt om in de cloud uit te rollen? Je zou misschien geneigd zijn te denken: allemaal. Toch is dit niet zo en blijft het altijd nodig de business case te maken. Simpele rekenvoorbeelden in de handboeken over cloud computing laten zien dat het in som- mige omstandigheden het goedkoopst is een applicatie gewoon op de servers in het eigen datacenter te draaien. Neem bijvoorbeeld een hele stabiele applicatie, die gestaag zijn werk moet doen over een periode van jaren, met nauwelijks uitschieters qua belasting. Heb je het daarentegen over een applicatie die kort, voor bijvoorbeeld een paar weken of een half jaar, in de lucht moet worden gebracht, dan wordt het in de cloud draaien al snel lucratief. Dat geldt natuurlijk in versterkte mate als het daarbij om grote, zware applicaties gaat die heel veel rekenkracht vereisen. Dat zijn bij uitstek de applicaties die gedijen in de cloud. Toch worden ook die niet altijd naar de cloud gebracht. Waarom? Het a ­ ntwoord ligt niet ergens in een hoekje op zolder verborgen, maar in de k ­ enmerken van cloud computing zelf. Bij alle flexibiliteit en kostenefficiëntie gaat er namelijk één ding verloren: controle. Controle over waar je data worden opgeslagen, controle over de beveiliging van de infrastructuur, et cetera. Dat is de reden voor de o ­ ntwikkeling van het concept ‘private cloud’, waarmee hetgeen wij tot nu toe als ‘dé cloud’ hebben aangeduid van het voorvoegsel public moet worden ­voorzien. Net als bij de public cloud is een private cloud gebaseerd op virtualisatie, elastische schaalbaarheid en de a ­ utomatisering van beheertaken. Ook het gebruik kan intern per eenheid worden doorbelast. Het enige wat ­ o ­ ntbreekt ten opzichte van de public cloud, is dat niet zomaar iedereen met een creditcard er gebruik van kan maken. De belangrijkste drijfveren voor de ontwikkeling van een private cloud zijn security, beschikbaarheid en de omvang van het personeels­ bestand. Applicaties en data die b ­ ijvoorbeeld streng beveiligd moeten worden omdat ze uiterst privacygevoelig zijn, zijn kandidaten om in een private cloud onder te brengen. Net als applicaties die een mate van toegankelijkheid eisen die in de public cloud niet kan worden verschaft. Voor de meeste bedrijven zullen de 2 0 1 3 / 2 0 1 4 ➼ 39
  • 42. thema cloud computing ‘economies of scale’ flink achterblijven bij die van een grote public-cloudaanbieder. Dus zal het ook voor bedrijven met een eigen private cloud in veel gevallen aantrekkelijk blijven om ook uit de public cloud diensten te b ­ etrekken. Dat leidt tot de situatie die ‘hybrid cloud’ genoemd wordt. Hybrid cloud De hybrid cloud wordt door IT-specialisten een rooskleurige toekomst voorspeld. Het verenigt de voordelen van beide andere modellen. Het is echter technologisch gezien wel de meest complexe oplossing. Want een hybrid cloud is niet zoiets als ‘een stukje doe je zelf en een stukje neem je af’. Er moet echt een brug tussen zitten; private en public cloud moeten g ­ ekoppeld zijn. Pas dan mag je echt spreken van een hybrid cloud. Applicaties die laag s ­ coren op de factor overdraagbaarheid zijn geen geschikte kandi­ daten voor de cloud In het hybride model hebben IT-managers echt de keuze over welke applicaties ze op een publieke en welke ze op hun private infrastructuur draaien. Het is zelfs mogelijk om een deel van de applicaties publiek en een ander deel privaat onder te brengen. Soms worden de data bijvoorbeeld binnen de muren van het eigen datacentrum opgeslagen, maar draait de applicatie zelf in de public cloud. Hele duidelijke richtlijnen zijn niet te geven voor het dilemma welke applicaties nu het best in het publieke en welke beter in het private domein onder kunnen worden ge­ racht. In de praktijk zie je dat veel b bedrijven geneigd zijn om bijvoorbeeld hun e-mail- en samenwerkingssoftware vanuit de publieke cloud te betrekken, terwijl de HRM-, ERP- en financiële systemen, die vaak op maat- 40 T H E B I G d a t a c e n te r werk zijn gebaseerd en extra beveiliging behoeven, in het private deel van de hybrid cloud worden onder­ gebracht. Ook blijkt uit praktijkervaringen dat het overzetten van enigszins bejaarde applicaties naar een cloudomgeving vaak maar marginale verbeteringen oplevert. Dat komt natuurlijk omdat die applicaties oorspronkelijk nooit voor een cloudomgeving zijn ontwikkeld. SaaS en PaaS Zojuist, bij de constatering dat veel bedrijven hun e-mail- en samen­ werkingssoftware uit de public cloud betrekken, werd al even aan een public-cloudmodel gerefereerd dat tot nu toe nog niet ter sprake is gekomen, terwijl het eigenlijk het meest florerende public-cloudmodel is dat we k ­ ennen, namelijk SaaS (Software-as-a-­ Service). SaaS is er ondertussen in vele varianten. Of de flexibiliteit en kostenefficiëntie van dit soort oplossingen opwegen tegen de risico’s die de afhankelijkheid van een derde partij met zich meebrengt, moet per ­ pplicatie worden bekeken. a Naast SaaS is er ook nog PaaS ­(Platform-as-a-Service). Bekende v ­ oorbeelden zijn Google’s AppEngine, Microsofts Azure en Force.com van Salesforce.com. Het zijn ontwikkel­ omgevingen rond applicaties op een bepaald platform in de cloud. De cloudsmaken IaaS, PaaS en SaaS zijn in die volgorde in te delen op basis van de mate van controle die de afnemer van de betreffende clouddiensten heeft over de applicatie. Een standaard als ISO 25010 om de kwaliteit van software te meten, is een bruikbaar hulpmiddel om de cloud­ geschiktheid van een applicatie te beoordelen. ISO 25010 kent acht hoofdcategorieën voor het vaststellen van de productkwaliteit van software. Het gaat om functionele geschiktheid, v ­ eiligheid, prestatie-efficiëntie, uit­ wisselbaarheid, bruikbaarheid, betrouwbaarheid, onderhoudbaarheid en overdraagbaarheid. Ze zijn niet allemaal even belangrijk voor beantwoording van de vraag in kwestie. Ik geef hier ter afsluiting een paar voorbeelden van vier criteria die wel hout snijden. Applicaties die laag scoren op prestatie-efficiëntie zijn bij uitstek geschikt voor de cloud, omdat er in een cloudomgeving extra veel prestatiewinst mee is te behalen. Kijken we naar de factor bruikbaarheid, dan zijn vooral applicaties waarvan het technisch beheer complex is goede kandidaten voor migratie naar de cloud, omdat daar het beheer veelal verregaand kan worden geautomatiseerd. Ook applicaties die laag scoren op de factor betrouwbaarheid, in de zin van foutbestendigheid, kunnen sterk profiteren van een implementatie in een c ­ loudomgeving. De infrastructuur is daar verregaand gestandaardiseerd en hardwareproblemen worden veelal automatisch opgelost. En tot slot, applicaties die laag scoren op de factor overdraagbaarheid zijn geen geschikte kandidaten, omdat aan een migratietraject te grote risico’s zijn verbonden. Tot slot ISO 25010 We roerden net al het probleem aan van de zogeheten ‘legacy’-applicaties die over het algemeen niet goed gedijen in een cloudomgeving. Dus voordat we ons buigen over de vraag welke applicaties we in de public en welke we in de private cloud onderbrengen, behoren we eigenlijk eerst te beoor­ delen of applicaties überhaupt wel geschikt zijn voor een transitie naar de cloud. Zijn daar nog richtlijnen voor te geven? b o o k Dick Schievels is freelance journalist. ❉