SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 8
d/t en zo

             Vint
             Vindt
Vind jij dat ook zo moeilijk?
Wat is ook weer de werkwoordsvorm?
• Ik: stam -> ik spring
• Jij: stam +t -> jij springt
• Hij/zij: stam +t -> hij springt
Zoek de vout…
•   Dus ook:
•   Ik word
•   Jij wordt
•   Hij wordt
•   En
•   Ik meld
•   Jij meldt
•   Zij meldt
Wanneer is het dan opletten?
• Bij de jij-vorm
• Staat jij voor de persoonsvorm? Altijd +t: Jij
  wordt uitgenodigd voor een feestje in Haren.
• Staat jij achter de persoonsvorm? Geen t:
  Word jij ook zo moe van al die aandacht?
• Vergelijk: lopen: Loop jij even naar de
  koelkast?
• Dus hoor je een t? Dan schrijf je er een.
Wanneer wordt het dan wel moeilijk
             even opletten?
• Meld je moeder jou weer beter?
• Goed of fout?
• Wat is onderwerp? Je, of iets/iemand anders?
• Yep, je moeder => zij
• Dus: +t
• Meldt je moeder jou weer beter?
• Tippie: kun dat woordje je vervangen door jij
  achter de persoonsvorm?
• Niet? Dan is het wel +t
Dus blijf even opletten
Wanneer geld… dit nou?
• Tegenwoordige tijd!
• -> jij/hij werdt is altijd, altijd fout!
• Altijd dt bij de hij-vorm: Mijn vliegtuig landt
  om 7 uur, wanneer landt jouw vliegtuig?
• Nooit dt bij de ik-vorm: Ik word zo moe van
  dat uitleggen, word ik nou nooit begrepen?
• Ook nooit, maar dan ook nooit bij voltooid
  deelwoord: De gevangene werd goed
  behandeld.

Weitere ähnliche Inhalte

Ähnlich wie D en t's

Ähnlich wie D en t's (9)

Werkwoorden: de stam
Werkwoorden: de stamWerkwoorden: de stam
Werkwoorden: de stam
 
Persoonsvorm tt en vt
Persoonsvorm tt en vtPersoonsvorm tt en vt
Persoonsvorm tt en vt
 
Grammatica voor NT2-docenten B1 en hoger.pptx
Grammatica voor NT2-docenten B1 en hoger.pptxGrammatica voor NT2-docenten B1 en hoger.pptx
Grammatica voor NT2-docenten B1 en hoger.pptx
 
Stijl dat wat en zo
Stijl dat wat en zoStijl dat wat en zo
Stijl dat wat en zo
 
't kofschip
't kofschip't kofschip
't kofschip
 
P pt werkwoordspelling met link
P pt werkwoordspelling met linkP pt werkwoordspelling met link
P pt werkwoordspelling met link
 
Werkwoordspelling met link
Werkwoordspelling met linkWerkwoordspelling met link
Werkwoordspelling met link
 
Woordkeuze - hun jou(w) als dan.pptx
Woordkeuze - hun jou(w) als dan.pptxWoordkeuze - hun jou(w) als dan.pptx
Woordkeuze - hun jou(w) als dan.pptx
 
Opfrisser NL - deel 1
Opfrisser NL - deel 1Opfrisser NL - deel 1
Opfrisser NL - deel 1
 

Mehr von Conrad Berghoef

Mehr von Conrad Berghoef (17)

Argumenteren
ArgumenterenArgumenteren
Argumenteren
 
Betogend artikel schrijven
Betogend artikel schrijvenBetogend artikel schrijven
Betogend artikel schrijven
 
Via hb d6 h8 brieven en e mails
Via hb d6 h8 brieven en e mailsVia hb d6 h8 brieven en e mails
Via hb d6 h8 brieven en e mails
 
Examen spreekvaardigheid
Examen spreekvaardigheidExamen spreekvaardigheid
Examen spreekvaardigheid
 
Voetbalgeweld in de media
Voetbalgeweld in de mediaVoetbalgeweld in de media
Voetbalgeweld in de media
 
Een powerpointpresentatie
Een powerpointpresentatieEen powerpointpresentatie
Een powerpointpresentatie
 
Spatiefouten
SpatiefoutenSpatiefouten
Spatiefouten
 
Spellingstekens
SpellingstekensSpellingstekens
Spellingstekens
 
Aanelkaar of aan elkaar
Aanelkaar of aan elkaarAanelkaar of aan elkaar
Aanelkaar of aan elkaar
 
Journalistiek en twitter
Journalistiek en twitterJournalistiek en twitter
Journalistiek en twitter
 
Meervoudsvormen
MeervoudsvormenMeervoudsvormen
Meervoudsvormen
 
Examen nederlands
Examen nederlandsExamen nederlands
Examen nederlands
 
Voegwoorden
VoegwoordenVoegwoorden
Voegwoorden
 
Help ik moet een cv
Help ik moet een cvHelp ik moet een cv
Help ik moet een cv
 
Social media in het onderwijs
Social media in het onderwijsSocial media in het onderwijs
Social media in het onderwijs
 
Werkwoordsspelling
WerkwoordsspellingWerkwoordsspelling
Werkwoordsspelling
 
Zinsontleding
ZinsontledingZinsontleding
Zinsontleding
 

D en t's

  • 1. d/t en zo Vint Vindt Vind jij dat ook zo moeilijk?
  • 2. Wat is ook weer de werkwoordsvorm? • Ik: stam -> ik spring • Jij: stam +t -> jij springt • Hij/zij: stam +t -> hij springt
  • 4. Dus ook: • Ik word • Jij wordt • Hij wordt • En • Ik meld • Jij meldt • Zij meldt
  • 5. Wanneer is het dan opletten? • Bij de jij-vorm • Staat jij voor de persoonsvorm? Altijd +t: Jij wordt uitgenodigd voor een feestje in Haren. • Staat jij achter de persoonsvorm? Geen t: Word jij ook zo moe van al die aandacht? • Vergelijk: lopen: Loop jij even naar de koelkast? • Dus hoor je een t? Dan schrijf je er een.
  • 6. Wanneer wordt het dan wel moeilijk even opletten? • Meld je moeder jou weer beter? • Goed of fout? • Wat is onderwerp? Je, of iets/iemand anders? • Yep, je moeder => zij • Dus: +t • Meldt je moeder jou weer beter? • Tippie: kun dat woordje je vervangen door jij achter de persoonsvorm? • Niet? Dan is het wel +t
  • 7. Dus blijf even opletten
  • 8. Wanneer geld… dit nou? • Tegenwoordige tijd! • -> jij/hij werdt is altijd, altijd fout! • Altijd dt bij de hij-vorm: Mijn vliegtuig landt om 7 uur, wanneer landt jouw vliegtuig? • Nooit dt bij de ik-vorm: Ik word zo moe van dat uitleggen, word ik nou nooit begrepen? • Ook nooit, maar dan ook nooit bij voltooid deelwoord: De gevangene werd goed behandeld.