1. 7 November 2012
Minor “Reputatiemanagement” 2012-13
Semester 1
a.moerlie@hva.nl
1
“BUSINESS ETHICS”
COLLEGE 4 MVO EN ETHIEK
THEMA “HOE ETHIEK TE MANAGEN?”
6. 6
Projectmanagement
Stap 1: wie zijn de stakeholders?
Stakeholders
Hun doel-
stellingen
Huidige
relatie
Wat valt te
verwachten?
Vinden
project
positief of
negatief
Welke reactie
is waar-
schijnlijk?
Ideeën voor
acties
X
Y
Z
7. ECONOMISCHE STAKEHOLDERS
8-5-2013
College 4 7
Al degenen die investeren in het economisch verkeer met de
onderneming en die een deel van het risico dragen
Medewerkers, managers, aandeelhouders, consumenten, leveranciers,
concurrenten
Altijd sprake van een economische ruilsituatie
Naast juridische verplichtingen en morele verplichtingen
8. MAATSCHAPPELIJKE STAKEHOLDERS
8-5-2013
College 4 9
• Degenen die niet vanuit economisch oogpunt aan de onderneming
zijn verbonden, maar wel op de een of andere manier aan de
organisatie zijn verbonden.
• Zoals toekomstige generaties, milieu, de armen van de samenleving,
asielzoekers, overheid, de politiek
• Beginsel van weldoen speelt hierbij een belangrijk onderdeel
• De morele verplichting [gewicht, betrokkenheid en invloed]
9. Recht op Informatie
De werknemer
Functie , Arbeidsrecht en
Morele Rechten
Moet werknemer wijken
Voor economische
Stakeholder?
Stress
Wederzijdse
verantwoordelijkheid
Baanzekerheid
KRACHTENVELDANALYSE VERTAALD NAAR STRATEGISCHE AANDACHTSPUNTEN
11. MOREEL COMPETENT?
8-5-2013
College 4 12
Wat kan een manager wel of niet maken?
Centraal staat bij de morele competentie:
loyaliteit, openheid, eerlijkheid, betrouwbaarheid en vertrouwen ea
waarden
12. MOREEL BESLISSINGEN NEMEN
8-5-2013
College 4 13
„Ik doe gewoon mijn werk‟ of „mijn kennis reikt ver‟ is niet voldoende bij
het nemen van morele beslissingen
Bij iedere beslissing/ oplossing afvragen wat de morele waarden de
manager zelf en stakeholders
13. ANDERE FACTOREN DIE EEN ROL
SPELEN
8-5-2013
College 4 14
Ook gevoel speelt een belangrijke rol, zoals de mate van empathie,
tolerantie en assertiviteit
Kennis en vaardigheden hiervoor komen tot stand door opvoeding,
kerk, wet, de organisatie, publieke opinie
benoembaarheid, herkenning en erkenning
14. ETHIEK ORGANISEREN
8-5-2013
College 4 15
• Meestal gefundeerd in basiswaarden van de organisatie
• Invulling geven aan missie en doelstellingen [bijv. integriteit, respect,
professionaliteit]
• Naleven van normen die invloed hebben op het dagelijks handelen
[geformuleerd in een gedragscode]
• Soorten strategieën om in de organisatie moreel te handelen:
naleven, stimuleren, faciliteren
15. GEDRAGSCODE [1]
8-5-2013
College 4 16
• Gedragscode is een stelsel van uitspraken waarmee een
organisatie aangeeft welk gedrag haar leden geacht worden te
tonen in nader aangeduide situaties, en welke uitgangspunten de
organisatie richtinggevend wil laten zijn bij het bepalen van beleid
en bij het nemen van beslissingen.
• Voor wie? Voor al de interne stakeholders
• Wat? Een beïnvloedings- en communicatie-instrument
16. GEDRAGSCODE [2]
8-5-2013
College 4 17
Inhoud: transparantie, belangenverstrengeling, corruptie,
geheimhouding, aanbieden geschenken, contacten met de media,
concurrentiebeding etc.
The Body Shop, duurde 5 jaar voordat dit was afgerond
18. CORPORATE GOVERNANCE
8-5-2013
College 4 19
• Maatschappelijke stakeholders betrekken bij beleid en strategie van
de onderneming
• Dit om de continuïteit van de onderneming te kunnen waarborgen
• CG moet het opnemen tegen het Angelsaksische model
stockholdermodel [deze hebben bestuurlijke controle omdat hun
geld op het spel staat]
19. HOE MILIEU MOREEL MANAGEN?
Waarom hebben ondernemingen een morele
verantwoordelijkheid ten aanzien van het milieu, naast die van
de overheid en de consumenten?
20. DUURZAAM ONDERNEMEN EN
ONTWIKKELEN
8-5-2013
College 4 21
Duurzaam ontwikkeling is de ontwikkeling die voorziet in de
behoeften van de huidige generatie, zonder afbreuk te doen aan het
vermogen van toekomstige generaties om in hun behoeften te
voorzien
21. DE ONDERNEMING EN HET MILIEU
8-5-2013
College 4 22
Eigen morele verantwoordelijkheid
Vrijheidsruimte
Kortzichtig eigenbelang
22. ECOLOGISCHE DUURZAAMHEID
8-5-2013
College 4 23
Vernieuwbare bronnen & niet vernieuwbare bronnen
Ontkoppeling van economische groei noodzakelijk
Inzetten van milieumanagement
Ethiek opgedeeld in wetgeving en markt
Ontstaan van collectief goods probleem
24. CHARLES TAYLOR- BRONNEN
VAN HET ZELF EN DE MODERNE
MENS (TAYLOR, C. 1989)
26
I: Identiteit en het Goede willen doen. (subjectivisme)
II: In jezelf gekeerd (individualiteit)
III: Bevestiging van het dagelijks leven (morele evaluatie van onze rol)
IV: Stem van de Natuur (verlangen naar Romantiek, transcendentie)
Our Collective Identity Crisis: A Reading, Sources of the Self -
Charles Taylorhttp://www.youtube.com/watch?v=ffNV0AQBfgw
25. OPDRACHT
8-5-2013
College 4 28
Beantwoord de volgende vragen:
• Voor welke stakeholders is het geschreven?
• Is er een balans tussen de Ec.st en de Ma.st?
• Welke waarden staan centraal?
• Lijkt de organisatie moreel competent?
• Houden ze rekening met de toekomst?
• Wat zou jij anders doen/ verbeteren in dit verslag?
Bespreek met je teamgenoten de antwoorden