SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 44
Downloaden Sie, um offline zu lesen
eN verDer
Zilte zeekaas, Dick Soek
De smultuin van Claudia Reina
Stadslandbouw op de vierkante meter
‘Geheim
recept’
Complexiteit is
geen excuus
samuel leVie
Ons dagelijks brood
Henk wildscHut
It’s the Food,
Stupid!
FeliX rottenBerg
maGaziNe over heT verbiNDeN
vaN sTaD eN LaND
maGaziNe over
vaN sTaD eN LaND152013
coloFon
GRNVLD is een uitgave van Sjaalman Media
in opdracht van Kasteel Groeneveld.
GRNVLD verschijnt vier keer per jaar. Het volgende
nummer verschijnt in december 2013.
GRNVLD
Groeneveld 2, 3744 ML Baarn, grnvld@mineleni.nl
uitgever Sjaalman Media, Chris van Koppen
redactie Redactie: Brigitte van Mechelen
(hoofdredacteur, interim), Christine Tinssen
(managing editor), Mariken Bokeloh (redacteur)
Vormgeving Volta_ontwerpers, Utrecht
druk Wilco, Amersfoort
medewerkers Marco Bakker, Mark Boog,
Jos Collignon, Marlies van Diest, Rob Elfring,
Maaike Hartjes, Comic House, Jan Dobbe, Kester
Freriks, Jan Hartholt, Michiel de Jong, Frank Jonker,
Lizet Kruyff, Caroline van der Lee, Marcel van Ool,
Aloys Oosterwijk, Hans van Oudenaarden,
Frank van Pamelen, Patty Scholten, Matthijs
Sienot, Marjan Slob, Willem Vleeschouwer,
Isabel van der Weijden, Tommy Wieringa
Foto cover Hollandse Hoogte, Michiel Wijnbergh
Foto achterkant Brigitte Kroone
Alle zorg is besteed aan het achterhalen van de
namen van de rechthebbenden. Degenen die
desondanks menen zekere rechten te kunnen doen
gelden, kunnen contact opnemen met de uitgever.
issn 1566-6190
grnvldmagazine Kasteel
Groeneveld
Zelf groente verbouwen is ‘in’, de wachtlijsten voor
moestuinen groeien en in de steden ontspruit het ene na het
andere stadslandbouwproject. Zelfs de first lady is naast het
Witte Huis een groentetuin begonnen.
‘Prachtig’ vindt de een, ‘goed voor de cohesie ook’. ‘Gerommel
in de marge’, want ‘zo ga je de wereldbevolking niet voeden’,
vindt de ander.
Deze patstelling is illustratief voor de verwarring rond
voedsel – weinig onderwerpen roepen zo veel tegenstrijdige
visies en emoties op.
Niet bij Gerard overigens, mijn buurman ‘op de tuin’. Gerard
is 85 en hij ‘bouwt’ al 56 jaar op het nutstuinen complex waar
ik sinds drie jaar zijn buurvrouw ben.
Ik leer veel van hem.
‘Alles wat rolt kan de diepvries in’ bijvoorbeeld en dat een gang
naar het tuincentrum nergens voor nodig is, de tuin wil ‘door’
en levert genoeg zaden. En anders hebben Gerard of mijn
andere buurmannen wel wat voor me, aardbeienplantjes,
rabarberscheuten.
Omgekeerd werkt het ook, regelmatig fietsen ze huiswaarts
met onder hun snelbinders een bos bloemen van mijn grond,
voor hun vrouw.
Een oplossing voor het voedselvraagstuk is het niet.
Wel geluk.
VooraF
grnvldmagazine Kasteel
Alle zorg is besteed aan het achterhalen van de
namen van de rechthebbenden. Degenen die
desondanks menen zekere rechten te kunnen doen
gelden, kunnen contact opnemen met de uitgever.
issn 1566-6190
grnvldmagazine Kasteel
met onder hun snelbinders een bos bloemen van mijn grond,
Een oplossing voor het voedselvraagstuk is het niet.
Beeld: Brigitte van Mechelen
Brigitte van Mechelen, hoofdredacteur, interim [Britt@xs4all.nl]
02
03
Herkauwen
04
06
09
10
12
18
23
24
26
28
31
32
34
36
38
40
zaaigoed
Kort nieuws
interview
Felix Rottenberg
forum
Gesprek over voedsel
ander beeld
PARK(ing) Day
beeldessay
Henk Wildschut
reportage
Verbeter de wereld,
begin een buurtmoestuin
programma
Evenementen
wende
Samuel Levie
verhaal
Tommy Wieringa
kaf en koren
Reflecties, inzichten
vers
Patty Scholten
mijn landschap
Dick Soek
oogst
Schoon water en vieze regen
mmm
Claudia Reina
verstript
Demeter en Persephone
de plek
Vegetariër zoekt vlees
24
inHoud
samueL Levie, oprichTer Yfm,
over voeDseL eN ToeKomsT
Wende
03
04
duurzame paraplu
BiologiscH ritme
NIEUWS – PUBLICATIES, TENTOONSTELLINGEN, PRIJSVRAGEN, CAMPAGNES,
SYMPOSIA, INNOVATIES. NIEUWS EN PERSBERICHTEN KUNT U STUREN
NAAR GRNVLD, GROENEVELD 2, 3744 ML BAARN, GRNVLD@MINELENI.NL
resTmaTeriaLeNhuis
Zonder geld een huis bouwen? In Nijmegen
lukt dat. In mei vorig jaar begon onder-
nemer Juul Martin aan zijn Huis van
Overvloed. Het moest een compleet nieuw
pand worden, gemaakt van restmateriaal.
En nu is het af. Meer dan 170 vrijwilligers
hielpen mee met de bouw, van hobby-
klussers tot professionele aannemers.
Het materiaal kwam van fabrikanten die er
niets meer mee konden. Zo kregen ze
zonnepanelen vanwege kleurverschil en
zijn de wanden gemaakt van houten pallets
met een niet-gangbaar formaat. Het pand
gaat dienst doen als werk- en ontmoetings-
plek omtrent duurzaamheid en sociale
innovatie. Op 14 september vond de officiële
opening plaats.
eeTcafÉ
Het Eetcafé is een on- en offline hangout voor boer en
burger, een website waar boeren en burgers elkaar
ontmoeten. Waar twee wereldbeelden bij elkaar
komen en waar het begint te schuren, ontstaan de
mooiste dingen. Daarom is de dialoog tussen stad en
platteland zo belangrijk.
Met Het Eetcafé brengen de Youth Food Movement
(YFM) en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt
(NAJK) boeren en burgers samen. Om elkaar te leren
kennen, vragen te stellen, kritisch te zijn en discussie
te voeren – omdat voedsel verbindt. Het Eetcafé is
onderdeel van de internationale webcampagne
FoodPoliticsEU.
Naast het onlineplatform, worden er Eetcafé’s door het
hele land georganiseerd, in de stad en op het platte-
land. Boeren uit de stad ontmoeten de consument;
stedelingen gaan het platteland op om te kijken waar
hun eten vandaan komt. KijK oP: www.heteetcafe.eu
FruittattooNooit meer per ongeluk een sticker in je mond krijgen
bij het eten van een appel. Fruittelers mogen vanaf nu
met een laserstraal tatoeages aanbrengen op de schil.
Dat heeft de Europese Unie laten weten. Zelfs het
maken van logo’s behoort tot de mogelijkheden. Dat
maakt stickers overbodig en dat is goed nieuws voor
de besparing van lijm en papier. De fruittatoeages zijn
bedacht door een bedrijf uit Valencia. Dat gebruikt
hiervoor kleurstoffen die ook in etenswaren te vinden
zijn. Omdat het tatoeëren van fruit niet schadelijk
is voor de gezondheid heeft de EU er toestemming
voor gegeven.
Boeren en Burgers
laserstraal tatoeages
recYcLe
pLu
Huis Van oVerVloed
zaaigoed
jetlag
Amerikaanse biologen hebben ontdekt dat
groenten en fruit net als wij een biologisch
ritme hebben. Volgens National Geographic
blijken ze tot een week na het oogsten nog te
reageren op licht en donker. Hun biologische
klok helpt de planten zich te beschermen
tegen insecten. Zo maakt kool een afweer-
middel aan op het moment van de dag dat
rupsen op zoek gaan naar eten. Uit het
onderzoek bleek dat dit effect ook na het
oogsten goed in stand te houden is. Door het
licht in supermarkten aan te passen aan de
ritmes van groenten en fruit blijven deze
langer vers.
Ieder jaar worden er één miljard kapotte paraplu’s
weggegooid. Een enorme verspilling van grond-
stoffen. Drie Italiaanse designers hebben een nieuwe
paraplu ontwikkeld die 100 procent recyclebaar is:
de Ginkgo. Het is de eerste duurzame paraplu
(helemaal gemaakt van polypropyleen) en licht,
sterk en flexibel. Een gewone paraplu bestaat uit
120 elementen, de Ginkgo uit slechts 20. Dus… mocht
er onverhoopt een onderdeel kapotgaan, kan dat
eenvoudig vervangen worden. Hij is echter nog niet
te koop; via crowdfunding wordt het nodige bedrag
opgehaald om het ontwerp te commercialiseren.
KijK oP: www.ginkgoumbrella.com
KijK oP: www.huisvanovervloed.nl
05
Verdronken land
De mogelijkheden en beperkingen van het
landschap van de Nederlandse provincies
Groningen, Friesland en Drenthe en die van de
Duitse provincies Oost-Friesland en Emsland
hebben grote overeenkomsten. Alle reden
om samen te werken in een groot project:
‘Land van Ontdekkingen’.
De tentoonstelling ‘Het verdronken land is
vruchtbaar’ in het Groninger Museum is een
grensoverschrijdende reis door het archeo­
logisch verleden die teruggaat naar meer dan
12.000 jaar geleden toen men nog kon lopen
van de Hondsrug tot aan de Doggersbank, die
midden in de Noordzee ligt. Het Runenstaafje
van Westeremden, het masker van
Middelstum, goud en zilverschatten, een
prachtige serie aardewerk van de steentijd
tot nu, demonstreren de rijkdom van de
vruchtbare kwelders die zijn afgezet op het
eens verdronken land. Naast het Groninger
Museum zijn er exposities te zien in het Fries
Museum en het Drents Museum. De eerste
tentoonstelling in deze reeks was te zien in
het Ostfriesisches Landes Museum Emden.
De tentoonstellingen maken deel uit
van een internationale manifestatie
‘2013 – Land van Ontdekkingen’.
Groninger Museum, 21-09-2013 t/m 09-02-2014
programmatips
tentoonstelling
De Nieuwe Liefde
De Nieuwe Liefde maakt programma’s op het
gebied van ethiek, filosofie, cultuur, religie en
politiek, die het publiek aan het denken zetten,
wakker schudden en bemoedigen. Twee tips uit
de serie ‘Voorbij het neoliberalisme’; analyse en
gesprekken met gasten die anders proberen te
denken en doen.
Dinsdag 15 oktober / maatschappelijk
verantwoord ondernemen
Veel bedrijven doen al jaren aan ‘maatschappelijk
verantwoord ondernemen’. Vaak is het echter
vooral een marketingtool die ‘goed verkoopt’ in
plaats van een poging echt verantwoordelijkheid
te nemen. Als we willen dat MVO werkelijk
verantwoord is, aan welke voorwaarden moet
het dan voldoen?
Dinsdag 12 november / duurzaamheid
Verantwoord consumeren om de uitputting
van onze grondstoffen tegen te gaan: het klinkt
als een duurzame oplossing, maar dat valt te
betwijfelen. Want, onderbouwd met het argument
van keuzevrijheid, is de keuze niet mee te doen
ook geaccepteerd. Als we echt duurzaam willen
leven en de uitputting van onze aarde tegen
willen gaan, wat kunnen wij burgers dan doen? 
Waar:	 Da Costakade 102, 1053 WP Amsterdam
Aanvang:	 20.00 uur, Grote Zaal

Prijs:	 € 10 / € 7,50* (*CJP, studenten, Stadspas)
Tel.: 	 020 589 16 80
Kaarten:	 www.denieuweliefde.com
Biodesign in Het Nieuwe Instituut
Kruisbestuiving
Biodesign, over de kruisbestuiving van natuur,
wetenschap en creativiteit in Het Nieuwe Instituut
in Rotterdam / 27-09-2013 t/m 05-01-2014
Kijk op: www.hetnieuweinstituut.nl
Dit najaar presenteert Het Nieuwe Instituut
de tentoonstelling Biodesign, over de
kruisbestuiving van natuur, wetenschap en
creativiteit. Curator William Myers heeft
hiervoor tientallen projecten geselecteerd,
waarbij levende systemen een integraal
onderdeel vormen van het ontwerpproces.
Zo worden bomen onderdeel van huizen en
bruggen, vormen champignons de basis
voor verpakkingsmateriaal en groeien
tabaksbladeren uit tot patronen voor tegels.
De zoektocht naar integratie van natuurlijke
processen in het ontwerpproces is niet van
vandaag. Het veranderende klimaat en de
groeiende schaarste van grondstoffen zorgen
ervoor dat deze zoektocht aan urgentie wint.
De tentoonstelling biedt zicht op nieuwe
materialen en de toepassingsmogelijkheden
van biologie binnen architectuur en design.
© Milo
  Editt Tower Solaris by T. R. Hamzah & Ken Yeang
06 interview
De maatvan
alle bestaan
07
“Elke verandering begint met de
consument, met de burger”
Na zes debatten in De Rode Hoed in Amsterdam over de toekomst van de
landbouw en ons voedsel was men nog lang niet uitgepraat; er volgde nog
een serie. Beide reeksen met de titel ‘It’s the Food, Stupid!’ werden geleid door
Felix Rottenberg. Hoog tijd om hem te vragen naar zijn persoonlijke visie.
Tekst: Kester Freriks* | Beeld: Aloys Oosterwijk** © Comic House
*Kester Freriks (1954) is verbonden aan NRC Handelsblad. Hij is schrijver van romans en van boeken over de natuur,
waaronder het recente Verborgen wildernis. Ruige natuur en kaarten in Nederland.
**Aloys Oosterwijk (1956) volgde de Academie van beeldende kunsten in Arnhem.Grote bekendheid verwierf hij met
de strip Willems Wereld in Panorama. Vanaf 2004 is hij rechtbanktekenaar.
VoorFelix Rottenberg begon de
belangstelling voor de natuur in zijn vroege jeugd op enkele
cruciale momenten, die hem veel hebben geleerd over de
samenhang tussen de mens en zijn omgeving, tussen stad en
land, tussen stedeling en boer. Allereerst dankzij ‘een inspi-
rerende, geweldige’ lerares, juffrouw Teer, op de Eerste
Openluchtschool voor het Gezonde Kind. En daarna rond
zijn vijftiende jaar op de boerderij van zijn ouders in Frank-
rijk. De kern van zijn belangstelling ligt bij de rol die voedsel
in ons dagelijks leven speelt en hoe voedsel van beslissende
invloed is op het wereldwijde en wereldomspannende net-
werk van, ja… van de productie van ons dagelijks brood zelf.
Een gesprek met Rottenberg, op een dag in augustus, is een
bijzondere ervaring: hij denkt op systematische wijze in
zeven thema’s, dat betekent zeven steunpunten voor zijn
denken. Vervolgens legt hij boeiende dwarsverbanden en
verbindt hij zijn inzichten met politieke aanbevelingen.
Maar tegelijk is zijn geest ook vrij om die zeven thema’s los
te laten en zijn denken de vrije teugel te bieden.
permanent leerproces
Rottenberg (Amsterdam, 1957) geniet bekendheid als poli-
ticus van de PvdA, voor welke partij hij partijbestuurder
was. Jarenlang vervulde hij een belangrijke taak in het
Nederlandse maatschappelijke debat als directeur van het
Amsterdamse Politiek en Cultureel Centrum De Balie. Hij
zegt: ‘Nu besteed ik 50% van mijn tijd aan het bestuderen
van voedsel- en landbouwproblematiek. Ik leid debatten,
zoals de ‘It’s the Food, Stupid!-reeksen in De Rode Hoed.
Ook zit ik strategische sessies voor bij bedrijven werkzaam
in de agricultuur. Ik bevind me in een permanent leer­
proces. Maar dat alles is dus begonnen in mijn jeugd.’
wijs
Het ouderlijk huis van Rottenberg stond aan de rand van
Amsterdam Nieuw-Zuid, op de grens van de stad waar de
weilanden begonnen. Daar kwam hij in contact met de
natuur. Dat was zo’n beslissend moment. Belangrijker nog
was de aankoop door zijn ouders van een vervallen boerderij
op het Franse platteland, in de Auvergne. Dat was in 1975,
herinnert Rottenberg zich. Hij vervolgt: ‘Het lag in een van
de armste streken van Frankrijk. Het was er enorm smerig,
de boerenfamilie van wie het huis eigendom was had niet
eens een wc of douche. Mijn zuster Sandra en ik waren kind
aan huis bij de familie. Ik mocht meedoen met de kleine
jacht op konijnen, herten, soms een wild zwijn. Deze jacht
maakt je vertrouwd met de natuur, met het zoeken en
vinden van sporen, met het gedrag van dieren. Ik ontdekte
de autarkie van dit boerenbedrijf. Ik vond als jonge jongen
de boeren wijs. Hun leven samen met de natuur en op het
ritme van de natuur boeide me. Hun afhankelijkheid van
land was groot, dus zetten ze het geld dat ze over hadden
meteen om in land. Land is verbondenheid met de natuur
en biedt koeien de gelegenheid tot grazen. En dat levert
weer meer melk op, onder meer voor het maken van kaas.’
Ergens rond 1988 nodigde Rottenbergs vader de boer en
boerin uit om naar Nederland te komen. Ze bezochten niet
alleen Texel en Giethoorn, ook gingen ze naar een collega-
boer met een melkstal van 250 koeien. Dat was wel wat
anders dan de 60 die zij hadden. Bovendien werden de
koeien gemolken met een indrukwekkende melkmachine,
heel wat moderner dan hun machine van verouderd model.
Dat leidde tot grote verbazing. Kort na terugkeer beschikte
niet alleen de Franse boer zelf, maar ook de boeren in de
omtrek over een moderner melkmachine. ‘Kijk,’ zegt
Rottenberg, ‘zo’n gegeven boeit me. Het bezoek leidde tot
innovatief denken en handelen in het boerenbedrijf.’
werkbezoek
In de loop van zijn carrière als politicus bij de PvdA,
directeur van De Balie en in zijn huidige tijd als zelfstandig
denker en onderzoeker heeft Rottenberg tal van inspire-
rende mensen ontmoet. De held van zijn politieke verleden
was Joop den Uyl. Nu heeft hij veel waardevolle kennis te
danken aan onder meer politiek-cultureel filosoof Paul
Kuijpers en Hans Huijbers, voorzitter van de Zuidelijke
Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO) en commissaris
van vleesfabrikant VION Food. Ook landbouwpionier
08
Piet van IJzendoorn, die een boerderij heeft in de Flevo­
polder, maakt onderdeel uit van Rottenbergs ‘denktank’.
Evenals Wouter van der Weijden, bioloog, natuur­
beschermer en directeur van het Centrum voor Landbouw
en Milieu. En Bert van Ruitenbeek, zijn medestander bij de
organisatie van de voedseldebatten.
Zijn PvdA-verleden beschouwt hij als ‘zeer leerzaam’.
Rottenberg: ‘In die tijd ging ik eens per week op werkbezoek
in stad en ommeland. Ik vind die beide begrippen van essen-
tieel belang: de stad kan niet zonder de landerijen en het
boerenland eromheen. En omgekeerd. Daarvan moeten
zowel boer als stedeling zich bewust zijn. Tijdens de werk-
bezoeken bezocht ik de plaatselijke drogist, de boeren,
ondernemers, een onderwijzer van de lokale school. Ik ont-
dekte dat kennis altijd teruggaat naar de oorsprong, en dat is
het land zelf. Dat geldt vooral voor de kleinschalige ecologi-
sche en biologische landbouw. Die lijn zet ik voort tijdens de
debatten in De Rode Hoed waar producenten van de kleine
landbouw in gesprek gaan met de grootschalige boeren.
Ook wetenschappers en consumenten zijn daarbij aan­
wezig. Telkens blijkt dat we met zijn allen terugkeren naar
de oorsprong van ons voedsel, namelijk de grond zelf.’
club van rome
Het begrip Groene Revolutie keert telkens terug tijdens
het gesprek. De verschillende fasen daarin – van de eerste
gedachten over milieu tot de laatste ontwikkelingen waarin
duurzaamheid centraal staat – bestudeert Rottenberg in
samenhang met zijn eerder verwoorde visie over de bron
van alles: de grond waarop wij leven. Voor Rottenberg vormt
de ‘vruchtbaarheid van de bodem de maat van alle bestaan’.
Hij vervolgt: ‘We bevinden ons in het midden van het begin
van de Groene Revolutie.’ Dat vereist nadere uitleg, en die
volgt meteen. Soms blikt Rottenberg even op een lijstje met
aantekeningen: ‘Het echte begin ligt in de jaren zeventig,
met het Rapport van de Club van Rome. In Nederland
volgde al snel het Rapport van de Commissie Mansholt,
opgesteld aan de vooravond van het eerste kabinet Den Uyl.
Voor het eerst deed het begrip milieu zijn intrede; duur-
zaamheid bestond nog niet. Daarna kwam de tweede fase,
eind jaren tachtig. Een voorhoede van slechts 2% pleitte
voor biologisch-dynamische landbouw. Dat is weinig, maar
het was een belangrijk begin.’
financiële belangen
Rottenberg is hoopvol gestemd over vertegenwoordigers
van de derde fase. Deze jongste generatie die ongeveer vijf
jaar geleden aantrad propageert Youth For Food en Slow
Food. ‘De oorsprong van ons voedsel is een belangrijk issue.
Ik zou ervoor willen pleiten dat voedselkennis een plaats
krijgt in het onderwijs, naast taal, rekenen en andere
vakken. Je zou er zelfs over kunnen denken om het vak bio-
logie, dat vaak heel abstract wordt, om te zetten in voedsel-
kennis. Als de consument eenmaal weet waar het voedsel
vandaan komt, dan neemt de bewustwording toe. Tijdens
de debatten merk ik dat de financiële belangen van de
agri-industrie op wereldwijde schaal zo reusachtig zijn,
dat daarin weinig verandering valt te verwachten. Elke
verandering begint met de consument, met de burger.’
Rottenberg komt met de stelling: ‘Van goede producten die
een intens gezonde smaak hebben, ben je eerder verzadigd.
Dat voorkomt dat mensen zich aan goedkope, ongezond
gefabriceerde producten gaan overeten. Een smakeloze
plak jonge kaas is minder voedzaam dan een mooi gerijpt
stuk oude kaas. Bij dit bewustzijn behoort het “eten met de
seizoenen mee”. Dat is belangrijk.’
geen schijn van kans
Waar Rottenberg zich zorgen over maakt, zijn de slechte
kringlopen in de voedselproductie. In Brazilië worden
de savannen vernietigd ten gunste van de sojaplantages.
Nederland is een van de grootste importeurs ter wereld van
de soja, voornamelijk als voer voor koeien. Van de melk van
Nederlandse koeien wordt kaas gemaakt. ‘Die kaas,’ aldus
Rottenberg, ‘wordt geëxporteerd naar Brazilië en concur-
reert met de kaas van de plaatselijke boeren. Nederlandse
kaas is veel goedkoper, dus de kleine Braziliaanse boer heeft
geen schijn van kans. Dat is een voorbeeld van een slechte
kringloop.’
Rottenberg pleit voor de ‘permacultuur’, ofwel een cultuur
waarin planten en bodem een ‘permanente’ band met elkaar
aangaan: ‘De permacultuur hangt samen met de cycli der
seizoenen. Maar ook met de verhoudingen tussen planten
en bomen onderling. Als je bramenstruiken laat groeien in
de schaduw van een pruimenboom, dan is de opbrengst
groter.’ Voor Rottenberg is permacultuur meer dan alleen
het combineren van verschillende plantensoorten, het gaat
ook om het bijeen brengen van grotere eenheden, zoals hij
tijdenseenwerkbezoekaandeUniversiteitvanWageningen
leerde. ‘Bij dieren kan dat samenbrengen tot grotere een­
heden echter niet. Dieren hebben een waardig bestaan
nodig en daar hoort ruimte bij. De risico’s van veel dieren bij
elkaar zijn zeer groot. Stel dat op een geitenboerderij met
honderden dieren een geitje geboren wordt met Q-koorts.
Dan zijn de rampen niet te overzien. Massificatie van dieren
is een gevaarlijke vorm van voedselproductie. Massificatie
hangt samen met de megalomanie van de voedselindustrie.
Waarom zou een concern wereldwijd willen opereren,
beperk je tot Noordwest-Europa, dat is al voldoende werk-
terrein voor een verantwoorde, min of meer kleinschalige
marktwerking.’
missie
Opnieuw komt Rottenberg terug op de jonge generatie, op
wie hij zijn hoop heeft gevestigd. Deze generatie bepleit de
‘one health’-gedachte, waarin op integrale wijze gekeken
wordt naar gezondheid, voedsel, landbouw, mens en dier.
Hij betreurt het dat minister Kamp van Economische
Zaken de landbouw uit het ministerie heeft verdreven
onder het motto ‘landbouw is immers ook economie’. Hier-
mee mist onze regering de directe bemoeienis met én ver-
antwoordelijkheid voor de landbouw, volgens Rottenberg.
Daarom zou hij ervoor willen pleiten om tot een volgende
stelling te komen, een missie die hij uitdraagt in tal van
interview
09
commissies: ‘Baat vernuft uit. Breng mensen samen. Dat
stuurt de innovatie en dan blijf je de politiek beïnvloeden.’
Het is voor hem een teleurstellende gedachte dat Neder-
land niet echt vooroploopt als het gaat om innovatie in het
domein van de landbouw. ‘We hebben de beste universiteit
als het gaat om tuin- en landbouw, namelijk Wageningen.
En we hebben de beste universiteit als het gaat om stads-
ontwikkeling, dat is Delft. Die verbinding tussen die twee,
tussen stad en ommeland, is van cruciaal belang om de
Groene Revolutie te blijven aanmoedigen. De politiek is
helaas te pragmatisch en te weinig idealistisch.’
versnippering
Rottenberg is gevraagd zitting te nemen in het Bijenberaad.
Onlangs bezocht hij op eigen initiatief Duitsland om onder-
zoek te doen naar de sterfte onder bijen. Het viel hem op dat
men in Duitsland verder is als het gaat om duurzaamheid en
milieudaninNederland.InNederlandroemthijgeneralisten
uit de politiek als Cees Veerman en Pieter Winsemius, maar
de versnippering hebben zij niet kunnen tegenhouden.
Rottenberg: ‘Er is geen politicus of staatsvrouw die de
innovatie op landbouwgebied aanvoert. In Duitsland is het
besef van duurzaamheid in het politieke veld veel verder
doorgedrongen. Een bedrijf als Ahold loopt verschrikkelijk
achter. Unilever daarentegen heeft altijd al duurzaamheid
van groot belang geacht; hier zitten leden in de Raad van
bestuur die dat beseffen en daar ook daadwerkelijk naar
handelen. Cruciale voorwaarde is dat marktbelang en eco-
logisch belang niet langer strijdig zijn. Er zou veel eerder
een synthese moeten komen. De kennis van de jongste
generatie voorstanders van de Groene Revolutie is onge-
kend groot. Dat moeten zij politiek inzetten. En tot slot wil
ik graag terugkeren naar het begin van ons gesprek: kennis
van voedsel reikt veel verder dan alleen wat je koopt in de
supermarkt. Het is uiteindelijk de consument die bepaalt
wat waardigheid is voor het dier, wat van belang is voor de
bebouwing van ons land. Voedsel boeit me mateloos omdat
het zo alomvattend is.’ 
Vreten voor de stad was de plastische werktitel tijdens de voorbereiding
van het Groeneveld Forum dat op 3 en 4 november wordt gehouden.
Het is ontleend aan een werk van de schilder Han Jansen (1931-1994).
Het geeft direct aan waar het Groeneveld Forum over gaat.
In 2040 woont 70% van de mensen in de steden.
En van die steden ligt 80% in kustgebieden.
Voor een land als het onze dat tegelijk een Delta
en de Tweede exporteur van landbouw­producten
in de wereld is (ja, ook bier), liggen hier grote
mogelijkheden en grote opgaven (problemen).
‘Hoe gaan wij de komende decennia een
snelgroeiende wereldbevolking op een
duurzame wijze voeden’?
Dat lijkt de belangrijkste vraag te zijn die de
komende jaren in onze samenleving centraal
staat. Tegelijkertijd moeten wij constateren dat
deze vraag grote verdeeldheid zaait. Kan het
ons helpen om te onderzoeken welke dieper­
liggende waarden ten grondslag liggen aan ons
voedsel? Welke urgenties liggen er en kunnen
wij vanuit de verschillende oriëntaties een
nieuwe verbinding maken?
Het Groeneveld Forum 2013 organiseert een
gesprek over de dieperliggende waarden en
urgenties van onze voedselvoorziening. Een
dialoog met vooraanstaande experts uit
bedrijfsleven, wetenschap, maatschappelijke
organisaties, politiek en overheid die met elkaar
de verbinding en de verdieping willen zoeken.
Inleidingen zullen worden gegeven door onder
andere: prof. dr.ir. Gerard de Vries van de
Wetenschappelijke Raad voor het Regerings­
beleid en voorzitter van de projectgroep die het
WRR-rapport over voedsel voorbereid; prof. dr.
Dirk Sijmons, curator van de Internationale
Architectuur Biënnale 2014 in Rotterdam
‘Urban by Nature’; prof. dr. Maarten Doorman,
filosoof, schrijver en dichter maar ook
hoogleraar cultuurfilosofie; Kees de Gooijer,
directeur TKI Agri  Food, en Feike Sijbesma,
CEO DSM. Creatieve innovatoren als The Beach
presenteren nieuwe inzichten en praktijken.
En vanuit de Waarden van het land verkent
Ton Duffhues met de deelnemers de gronden
van hun voedselkeuzen.
Het Groeneveld Forum laat in wie er spreken, in
wie er participeren en in zijn vormgeving zien
waarom en hoe we de opgaven tegemoet
treden. Waarom en hoe daaraan gewerkt wordt
in combinaties van de dominee en de koopman,
lokaal en globaal, ambacht en industrie,
innovatie en traditie. Met Ahead of the Game
destilleren we gedeelde urgenties uit onze
verschillende waarden. •
Als u het Groeneveld Forum wilt bijwonen kunt
u zich aanmelden bij Kasteel Groeneveld:
reserveringsbureau@mineleni.nl
Tel.: 035 548 09 94
Jan Hartholt (j.hartholt@mineleni.nl)
forum: Verdiepend gesprek over urgenties van onze voedselvoorziening
Gesprek over voedsel (zonder etiket)
10 Ander beeld
Tekst: Christine Tinssen | Beeld: Marlies van Diest Ontwerp
11
PARK(ing) Day
Op een dag had iemand genoeg van alle
ruimte die een geparkeerde auto
inneemt. Met een auto omgevormd tot
een parkje parkeerde Rebar – een kunst-
en ontwerpstudio uit San Francisco –
op verschillende plekken in de stad. Dit
groene initiatief vond al snel navolging
en inmiddels worden er volgens de
laatste telling op de derde vrijdag van
september in 35 landen en 162 steden
bijzondere plekken ingericht op plaatsen
waar anders auto’s staan. Wie weet dit
jaar ook in Nederland?
PARK(ing) Day is een initiatief van Rebar
(rebargroup.org), ontstaan in 2005. Het idee is
dat je bij de gemeente voor een dag een parkeer­
plaats huurt en de plek naar eigen ideeën inricht.
Zie ook parkingday.org
De foto is genomen op 21 september 2012 in
San Francisco, Mission district.
Khouribga Phoshate Mine / Flevoland Potato Field, 2012
beeldessay
12
Tekst: Brigitte van Mechelen | Beeld: Henk Wildschut
13
Het grotere
plaatje
13
Ben Guerir, Phosphate Mine / Wieringermeer, Tomato Greenhouse, 2012
Ben Guerir, Phosphate Mine / Wieringermeer, Tomato Greenhouse, 2012
beeldEssay
14
‘Een lekker ongenuanceerde, activistische
serie ga ik maken, tégen de Monsanto’s; tégen
gemanipuleerde mais en anti-globalistisch
want in “lokaal en kleinschalig” ligt immers
de redding. Dat was mijn reactie toen ik de
opdracht voor Document Nederland* kreeg.
Dit na nachten wakker liggen trouwens, want
toen mij tijdens het eerste telefoontje met het
Rijksmuseum werd verteld dat voedsel het
onderwerp was, kreeg ik echt het zweet.
Er zijn weinig onderwerpen zo ingewikkeld,
zo controversieel en zo essentieel…
Maar al heel snel voelde ik me ongemakkelijk
over mijn aanpak; herkauwen wat veel
documentairemakers en journalisten de
laatste jaren hebben laten zien, was wat ik aan
het doen was. En toen ik de eerste foto’s ging
maken, besefte ik: ik héb deze beelden al
gezien.
Vanaf dat moment ben ik andere informatie
gaan opzoeken, Fresco’s Nieuwe Spijswetten
gaan lezen en gesprekken met innovatieve
ondernemers gaan voeren. En vanaf dat
moment voelde ik me thuis. Terug bij de
nuance.
Zwart-witdenken lost niets op, dat is waar
ik in mijn werk steeds op uitkom.
In mijn vorige serie Shelter bijvoorbeeld gaat
het over de clichébeelden die er van illegalen
bestaan. Losers zouden het zijn, uitschot.
Mijn beelden van de zorgvuldig bij elkaar
gesprokkelde, ontroerend nette interieurs
15
Jorf Lasfar, Fertilizer Factory / Wieringermeer, Tomato Greenhouse, 2012
“De weg naar de toekomst leidt
via innovatie, niet via nostalgie”
van hun hutten laat zien hoe ongelooflijk
ondernemend en krachtig vluchtelingen zijn.
Tussen ons en ons voedsel is zo veel afstand dat
we schrikken wanneer we zien hoe het gepro-
duceerd wordt. Vroeger was het beter, denken
we van de weeromstuit – lokaal, ambachtelijk.
En als we dan bijvoorbeeld een varkens-wc
zien die ik bij het Varkens innovatiecentrum
in Sterksel fotografeerde, schrikken we nog
harder en denken: ah wat zielig. Terwijl het
hier om een ongelooflijke innovatie gaat, en een
verbetering op het gebied van dierenwelzijn.
Nee,dandegeitenboerderijinhetAmsterdamse
Bos waar meer kinderen geitjes komen voeren
dan er geiten zijn. Een gekkenhuis, die geitjes
kunnen geen melk meer zien.
Of neem de plofkip. In Indiase ogen is onze
discussie daarover een stuitende luxe. Onze
vleesindustrie zou daar, maar op nog veel meer
plaatsen in de wereld een oplossing zijn om in
de basisbehoefte die voedsel is, te kunnen
voorzien.
Khouribga, Phosphate Mine / Barneveld, Biological Chickens, 2012
beeldEssay
16
Voedsel, Henk Wildschut
grafische vormgeving: Robin Uleman
144 pag. | 24 � 28 cm |  € 35,00
ISBN 978 94 6083 072 3 Nederlandstalige editie
ISBN 978 94 6083 074 7 Engelstalige editie 
uitgeverij post editions, Rotterdam
www.henkwildschut.com
publicatie
“Gelaagder dan je op het
eerste gezicht denkt”
De focus bij Document Nederland ligt op
Nederland maar gaande het jaar dat ik aan het
werk was groeide de behoefte om het voedsel-
vraagstuk mondiaal te bezien. Toen ik vorig
jaar werd uitgenodigd voor een tentoonstelling
in Marokko heb ik bedongen dat mijn aandeel
over voedsel zou mogen gaan. Dat mocht.
Algauw stuitte ik op fosfaat. Dit mineraal is een
essentieel bestanddeel van diervoer en kunst-
mest. De Nederlandse bodem zit weliswaar
stikvol fosfaat maar het is lastig en duur om het
eruit te krijgen. In Marokko ligt het mineraal
vrijwel voor het oprapen en dus halen we het
daar vandaan.
Tussen de weelderige tomaten in de kas in de
Wieringermeer, de melkkoeien in de Midden
Beemster, de aardappelen uit Flevoland, (alle-
maal beelden die ik voor Document Nederland
fotografeerde) en het dorre Marokkaanse land-
schap bestaat dus wel degelijk een samenhang.
Het is maar hoe je je camera richt.’ 
*Document Nederland  Voor de 15de keer organiseren
het Rijksmuseum en NRC Handelsblad de tentoonstel-
ling ‘Document Nederland’ waarvoor een Nederlandse
fotograaf wordt gevraagd een actueel maatschappelijk
fenomeen centraal te stellen.
Document Nederland 2013: Ons dagelijks brood…
Henk Wildschut fotografeert de realiteit achter ons
dagelijks eten.
Rijksmuseum, 21 september 2013–7 januari 2014
WWW.BOEKENKRANT.COM
Kasteel Groeneveld brengt literatuur en strips onder de aandacht.Samen met de Boekenkrant elke
maand volop interviews,achtergronden en boekennieuws.Ga naar www.boekenkrant.com.
Voettocht naar de binnenlanden van
het huwelijk is een selectie van het
beste proza van Peter van Straaten over
relatieperikelen.
Het was slenterweer.
Hij stak het plein over en liep de winkel-
straat in.
Bij de etalage van boekhandel De Wit
stond hij lang stil en bekeek de uitge-
stalde boeken een voor een. Toen ging hij
naar binnen, nam twee boeken van een
stapel en liep ermee naar de kassa.
‘Deze,’ zei hij.
‘Allebei?’ vroeg het meisje achter de
toonbank.
‘Allebei.’
‘Het zijn dezelfde,’ zei het meisje, een
beetje bevreemd.
‘Weet ik,’ zei Eduard,‘een voor het verlies.’
Het meisje sloeg het bedrag op de kassa
aan.
‘Ik heb een zuster,’ zei Eduard,‘en daar
is dat ene boek voor. Dat andere is voor
mijzelf, om te controleren, want ik moet
toch weten of het door de beugel kan wat
mijn zusje leest?’
Het meisje bloosde als antwoord.
Je moet niet iedereen in de war maken,
zei Eduard tegen zichzelf, toen hij met het
draagtasje weer op straat stond, nu staat
dat arme kind in die winkel te tobben
over die rare vent met zijn zuster. Hij liep
langzaam de winkelstraat uit, sloeg rechts
af de gracht op, daarna links af de brug
over en stapte een café binnen. Het was
er stil. Alleen aan het eind van de bar zat
een dikke man, die dromerig in de spiegel
tegenover hem keek.
‘Goedemiddag,’ zei de kastelein,‘wat mag
het zijn?’
‘Vindt u het goed dat ik achter in uw
taveerne wat ga zitten mijmeren? Ik zou
daar graag een glaasje jonge jenever bij
gebruiken.’
‘Een jonge.’ De man knikte, maar maakte
geen aanstalten iets in te schenken.
Eduard wachtte.
‘Gaat u maar zitten,’ zei de kastelein,‘ik
breng het wel.’
Eduard ging zitten, de jonge jenever
werd gebracht en toen werd het weer
heel stil. De dikke man aan de bar keek
nog steeds in de spiegel van de tapkast.
Eduard haalde een van de boeken uit het
tasje en begon te lezen. Af en toe nam
hij een minuscuul slokje uit zijn glas. De
kastelein en de dikke man begonnen een
mompelend gesprek. Buiten, op de gracht,
was er een opstopping van auto’s, ergens
verderop werd een vrachtauto uitgeladen.
Er klonk het aanhoudende gebrom van
stationair draaiende motoren. Eduard
hoorde het geklik van naaldhakken, hij
zag de flits van een zwarte jas langs het
raam en meteen daarop stapte Emilie
binnen.
‘Ik herkende je aan je stap,’ zei Eduard.
‘Dag Ee.’
‘Dag Mieltje.’
Ze trok haar jas uit en ging tegenover hem
zitten.
‘Vertel eens,’ zei ze,‘heb ik een beetje een
goeie stap over me?’
‘Jawel,’ zei Eduard,‘hij klinkt heel kordaat.’
‘Je moet toch ergens beginnen? Ik dacht,
ik begin met een kordate stap, dan komt
de rest vanzelf.’
‘Wat wil je drinken?’
‘Zal ik een sherry nemen? Wat drink jij
daar, Ee?’
‘Jonge jenever.’
‘Dat is misschien ook wel aardig. Doe mij
ook maar eens zo’n herenjenever.’
Eduard stond op en bestelde aan de bar
twee jonge.Toen hij bleef wachten, zei de
kastelein weer:‘Ik breng ze u wel.’
Eduard keerde terug aan het tafeltje en
even later kwam de man met twee glaas-
jes jenever op een blaadje.
‘Ziet u eens... twee jonge.’
‘Maar dat ziet er heerlijk uit,’ zei Emilie.
De kastelein glimlachte verbaasd en slofte
terug naar de bar.
PETER VAN STRAATEN
VOETTOCHT NAAR DE BINNENLANDEN
VAN HET HUWELIJK
PETER VAN STRAATEN, VOETTOCHT NAAR
DE BINNENLANDEN VAN HET HUWELIJK,
UITGEVERIJ DE HARMONIE,
ISBN 9789076168470 (€ 16,90)
[ advertentie ]
reportage
18
Verbeter de
wereld, begin een
19
Tekst: Jan Dobbe* | Beeld: diverse stadslandbouwprojecten | Illustraties: Michiel de Jong © Comic House**
Het zijn idealisten, de stadslandbouwers in Amster­
dam, maar aardige idealisten. Ze laten je graag proeven van
hun producten. Vriendelijk en geduldig, gedreven en met
humor, leggen ze uit waar ze mee bezig zijn. Zoals Annet van
Hoorn van het Platform Eetbaar Amsterdam, die mij twee
dagen lang door de stad loodst langs diverse stadsland­bouw­
projecten: ‘Bij stadslandbouw moet je denken aan buurt­
moestuinen en educatieve tuinen waarbij de betrokken­heid
van burgers centraal staat: zelf doen, samen leren.’ Voedsel­
bewustzijn, bewust eten, daar gaat het om: ‘De mensen in de
stad moeten weer leren beoordelen wat de kwaliteit van
voedsel is, waar het vandaan komt en hoe het tot stand komt.
Maarstadslandbouwgaatóókoverdekwaliteitvanlevenvan
de lokale gemeenschap – sociaal, ecologisch en relationeel.’
groeien
Hetiseenaanstekelijkidealismedattengrond-
slagligtaandesnelgroeiendestadslandbouwin
onzehoofdstad.Annet: ‘Ieder jaar verdubbelt, zo niet
verdrievoudigt het aantal deelnemers aan de diverse
projecten.’ Stadslandbouw is volgens haar geen hype, maar
een manier van leven die teruggrijpt op onze relatie met de
aarde, ons voedsel en met elkaar. Ook is het een beweging
die tegenwicht probeert te bieden aan de huidige, niet-
duurzame voedselindustrie: ‘Het is een mondiale beweging,
gericht op gemeenschapsvorming die van onderop ontstaat
enwaarindezorgvoordeaardeenrechtvaardigheidcentraal
staat, net als biodiversiteit en bewustwording. De gemeen-
schappen groeien door kennis, vaardigheden en netwerken
metelkaartedelenentelerendoortedoenenuittewisselen.
Maar dat niet alleen: mijn ervaring is dat mensen er energie
van krijgen, ze worden er blij van. En als mensen energie
hebben, is alles mogelijk en kan er met beperkte middelen
veel tot stand worden gebracht. Het potentieel is groot – we
kijken nu naar de overheid, die ons ruimte moet geven om
te groeien: grond, geld en één loket om zaken te regelen.
Gelukkig komt de gemeente binnenkort met een Voedsel­
visie, waarin lokale voedselproductie erkend wordt als
**Jan Dobbe is freelance journalist en tekstschrijver. Adviseert de redactie van magazine DIER van de Nederlandse Dierenbescherming, waar hij lange tijd
hoofdredacteur van was.
**Michiel de Jong volgde diverse kunstopleidingen om uiteindelijk voor het vak van striptekenaar te kiezen. Hij publiceert in Zone 5300 en maakte met Milan Hulsing
de strip Hanuman in het Algemeen Dagblad. De Jong wordt gezien als Nederlandse vertegenwoordiger van de Atoomstijl in de school van Yves Chaland.
In een aantal grote steden tiert het welig: stadslandbouw. Als biologische padden­stoelen
schieten de buurtmoestuinen, kruidenbalkons en schoffeltuinprojecten uit de grond, en
de deelnemers zijn velerlei: jong, oud, intellectueel, kunstenaar, levensgenieter, student.
Ze willen weer weten waar hun voedsel vandaan komt en ze willen die kennis samen
delen. Jan Dobbe ging kijken in Amsterdam en fietste er twee zonnige dagen lang van
hot naar her, al kijkend, luisterend, ruikend, knabbelend en proevend.
buurtmoestuin
20
reportage
belangrijk doel. Als Platform Eetbaar Amsterdam hebben
we daar intensief aan bijgedragen.’
carolyn steel
Belangrijkeinspiratorvoordewereldwijde
stadslandbouwisdeBritsearchitect-filosofe
CarolynSteel,auteur van het boek De hongerige stad.
Hoe voedsel ons leven vormt. ‘Voor een stad als Londen
moeten elke dag 30 miljoen maaltijden worden verzorgd!’
zegt de ook in Nederland bekende publiciste in een veel-
bekeken filmpje op YouTube. ‘Vóór de industriële revolutie
zorgde de stad voor het platteland en het platteland voor
de stad. Voedsel stond centraal in de samenleving, was de
sociale spil van de stad; nu is voedsel gemarginaliseerd.
We waarderen voedsel niet meer, we wantrouwen het – we
gooien het weg.’ Steel is bezorgd over het feit dat we door
het verlies van onze band met voedsel ook de band met de
natuur verliezen: ‘We zijn afhankelijk geworden van
voedselsystemen die door vijf multinationals worden
beheerst. En die zijn niet duurzaam bezig.’ Voedselproduc-
tie is bulkproductie geworden, waar graan verslindende
vleesconsumptie, monocultuur, overmatig gebruik van
bestrijdingsmiddelen en uitputting van de bodem trefwoor-
den zijn. Steel: ‘19 miljoen hectare regenwoud gaat ieder
jaar verloren aan de voedselindustrie en dan wordt de helft
van het voedsel ook nog eens weggegooid. Een groeiend
aantal mensen in de westerse wereld lijdt aan obesitas en
evenzoveel mensen lijdt aan ondervoeding. Dit kan zo niet
doorgaan.’ De oplossing zit volgens Steel in het teruggrijpen
naardeverbindingstad-landvanvóórdeindustriëlerevolutie.
Ze gebruikt de term Sitopia (afgeleid van Utopia), een
wereld gevormd door voedsel. ‘Voedsel moet weer centraal
komen te staan in het gezin, men neemt er de tijd voor. Men
denkt na over voedsel, leeft met de seizoenen en anticipeert
daarop. Er ontstaan weer sociale netwerken waar voedsel
wordt verbouwd en verkocht.’ Volgens Steel bereiken we dit
door wereldwijd bottom-up projecten te starten die mensen
verbinden met de natuur. De stadslandbouwprojecten in
Amsterdam zijn daar een voorbeeld van.
schoffeltuinproject
InAmsterdamOost,ophetAfrikanerplein,
ontmoetenweineenovervloedigestadstuin
MartintenBrinke.Tuin- en landschapsarchitect van
origine, is Martin nu vooral stadstuinder: ‘Samenwerking
en natuurbeleving zijn voor mij belangrijke thema’s. Mijn
ervaring is dat het samen tuinieren een belangrijke sociale
functie heeft. Het verbindt mensen met elkaar, met het
voedsel en met de aarde. Dit schoffeltuinproject is met sub-
sidie van de rijksoverheid tot stand gekomen. Voorheen was
hier een hondenuitlaatveld, niet erg aantrekkelijk.’ Buurt-
bewoners staken de koppen bij elkaar en besloten dat ze een
gezamenlijketuinwilden.‘Wehebbeneenbasisplangemaakt,
inclusief ontwerp, begroting en beplantingsplan. Op basis
van dit plan kwam er subsidie en zo zijn we begonnen.’
De tuin omvat moestuintjes, een gemeenschappelijke
kruidentuin en bloemenperken. Ook zijn er tafeltuintjes,
speciaal voor mensen die niet kunnen bukken. Voor de
schooljeugd is er een educatietuintje, waar hen de belang-
rijkste principes van het tuinieren worden bijgebracht. Om
het geheel heen is een haag aangebracht, er zijn bessen- en
lavendelstruiken, zitbankjes, en er is een waterpunt. Opval-
lend is het ‘bijenhotel’, een bijenkast waar verdwaalde bijen
kunnenneerstrijken.Martin:‘Bijenzijnergblijmetonzetuin,
die komen hier graag.’ Hoe staat het met vandalisme? De
tuin is immers voor iedereen toegankelijk? ‘We hebben nog
nooitietsnaarsmeegemaakt.Sterkernog,onzegereedschaps-
kist met harken, hamers en schoppen, gaat niet eens op slot!
Het is een tuin van, voor en door de buurt – dat voel je.’
huizenhoge zonnebloemen
OokwoningbouwcorporatieYmeremanifes-
teertzichactiefophetgebiedvandestadsland-
bouw.Braakliggende stukjes grond, loze grasveldjes en
zelfs het dak van een parkeergarage werden in de loop der
jaren omgetoverd tot buurtmoestuinen. Samen met
Martin ten Brinke rijden we langs enkele Ymere-tuinen.
Een vraagstuk voor alle stadslandbouwprojecten is de
watervoorziening. Bij een flatgebouw waar een stadstuin
tegenaan ligt, zien we een waterslang lopen vanaf een
appartement drie hoog naar een waterton. Martin: ‘Hier
hebben ze het slim opgelost. Wie verder van de bewoning
tuiniert, haalt water uit de sloot of gebruikt een pomp.’ We
nemen een kijkje bij een tuin aan de Tugelaweg, waar ook
een buurtgebouw en een speeltuin zijn gevestigd. De tuin is
aangelegd met hergebruik van materialen, zoals sloophout
en –steen. Huizenhoge zonnebloemen trekken de aandacht.
Er is veel plek voor de schooljeugd, die een groot deel van de
tuin bewerkt, ieder een eigen metertje. Ook hier weer een
bijenhotel en een gereedschapskist – op slot. Martin: ‘Ik heb
deze tuin mede ontworpen, maar vind het leuk wanneer
mensen zelf initiatieven ontplooien.’ Hij wijst op een mais-
tuintje dat tegen de spoordijk is aangelegd: ‘Die heb ik niet
bedacht, maar ik vind het prachtig!’
educatieve moestuin
Naeenfietstochtdwarsdoordestadkomenwe
terechtinAmsterdamWest,op het enorme Volks-
tuinpark Sloterdijkermeer, vlakbij het Westerpark. Behalve
enkele honderden volkstuintjes vind je hier de Educatieve
Moestuin, een samenwerkingsproject van I Can Change the
World with My Two Hands en Cityplot. Annet: ‘De meeste
stadslandbouwers zijn amateurs, dus moeten ze geschoold
worden door professionals. Hier gebeurt dat onder andere.’
De tuin ligt er gezond bij. Een kleine kas, gebouwd met
hergebruikte materialen, is bijna klaar.
Cityplot, een collectief dat biologische voedselproductie in
steden aanmoedigt, wordt gevormd door vrijwilligers die
zich inzetten voor lokale gemeenschappen. Hun landbouw-
kundige experts geven workshops en trainingen over ver-
schillende tuinieronderwerpen, voor zowel gevorderden als
beginners. Suzanne Oommen van Cityplot: ‘In deze Educa-
tieve Moestuin laten we de belangrijkste voorbeelden van
ecologisch tuinieren zien. Stadstuinders kunnen in één
oogopslag praktische voorbeelden zien en nabootsen en/of
aan de hand van de voorbeelden oude en nieuwe kennis
uitwisselen.’ Onder leiding van experts zijn er bedden met
paddenstoelen, wilde planten, eetbare bloemen, genees-
krachtige kruiden, biologisch-dynamisch groenten, verf-
planten en ‘historische’ groenten aangelegd. Cityplot geeft
bovendien demonstraties over verschillende vormen van
composteren (bijv. met wormen), Hügelkultur en natuurlijk
bemesten.Extraaandachtkrijgthetzaadvermeerderingsbed.
Suzanne: ‘De mondiale handel in zaden is in handen van
enkele multinationals die bezig zijn ze te patenteren. Wij
willen de biodiversiteit in stand houden door zelf zaden te
kweken, oogsten, selecteren, bewaren en te ruilen met
andere tuinen.’ Meer over Cityplot en I Can Change The
World With My Two Hands op www.cityplot.org en
www.icanchangetheworldwithmytwohands.nl.
zuiderkruid
Devolgendedagzijnwetegastopdebuurt-
moestuinZuiderKruid,gelegenopeenwel
zeer bijzonderelocatie:de Zuidas, pal tegenover de
glanzende en spiegelende kantoorreuzen rond het World
Trade Center. Een groter contrast is bijna niet denkbaar.
De tuin ligt er weelderig bij, bestaande uit een gezamenlijke
(leer)tuin en kleine perceeltjes van deelnemende stads-
landbouwers. We ontmoeten er Martijn Schreuder, sinds
drie jaar bijna fulltime bezig met stadslandbouw. ‘Zuider-
Kruid is een groep bewoners uit Amsterdam Zuid, die de
sociale samenhang willen vergroten door samen voedsel te
verbouwen. Op dit moment vormen we een groep van onge-
veer dertig deelnemers, die samen willen (leren) tuinieren.’
21
Stadslandbouw is het telen, oogsten
en afzetten van seizoensgebonden
voedsel in of vlak bij de stad. Duur-
zaam, biologisch produceren is een
basisvoorwaarde. Met stadslandbouw
wil men bijdragen aan de voedsel-
voorziening, die vooral in grote steden
onder druk staat door een veranderend
klimaat en een snel groeiende wereld-
bevolking. Stadslandbouw heeft ook
een sociaal-culturele dimensie; overal
doen zich kansen voor om consumen-
ten te betrekken bij de productie van
hun eigen voedsel. Dat kan recreatief
maar ook educatief, als werkproject of
als onderneming. Het verschil met de
traditionele volkstuin is de gezamen-
lijkheid: men werkt samen, leert van
elkaar, helpt elkaar, draagt gezamen-
lijke verantwoordelijkheid en wil
bijdragen aan een betere wereld.
Stadslandbouw vindt bovendien plaats
midden in de stad, op elk beschikbaar
stukje grond dat men kan vinden,
desnoods op het balkon.
stadslandBouw
In de groep zitten mensen uit allerlei buurten en van heel
verschillende achtergrond en kennisniveau, ook wat
tuinieren betreft. ‘Tuinieren is een gemakkelijke en veilige
mogelijkheid om in contact te komen met mensen uit de
buurt. Daarnaast is tuinieren goed voor je gezondheid, zowel
fysiek als mentaal, en je eigen voedsel verbouwen scheelt in
de kosten voor levensonderhoud.’ Volgens Martijn is dit
soort initiatieven hard nodig: ‘Met de huidige voedselindus-
trie gaat het menselijke aspect verloren. We zijn niet meer
in verbinding met de natuur, en dat leidt tot conflicten en
andere ellende. Het is belangrijk dat een bio­diverse voedsel-
voorziening op lokaal niveau wordt hersteld – dat is een
sterk motief. Er wordt hier nu voor het tweede en laatste
seizoen getuinierd, daarna wordt het terrein weer bebouwd.
‘We hebben alweer een nieuwe stek hoor, meerdere zelfs!’
acta-tuin
Totslotbezoekenweeenbijzonderprojectin
Slotervaart.Het voormalige Academisch Centrum
Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) aldaar is omgebouwd
tot studentenhuisvesting en kunstateliers. Er wonen
460 studenten, die zelf hebben meegebouwd aan hun
onderkomens. Over acht jaar moet hier een nieuwbouwwijk
verrijzen, maar tot dan is dit het domein van de twee organi-
saties die het gebouw nu beheren, en Groene Ruimte Maken,
eenstadslandbouwcollectief.AnnetvanHoorn:‘Webouwen
dit jaar met succes aan een gezamenlijke visie om de tuin in
dienst te stellen van de ACTA-gemeenschap. Samen met
een tuinteam van bewoners en anderen hebben wij (Annet
van Hoorn en Wigger de Vries van Groene Ruimte Maken,
red.) rondom het ACTA-gebouw een moestuin aangelegd.
In 2016 moet dit een autonome voedselgemeenschap zijn,
van mensen die de tuin zelfstandig bewerken en het voedsel
onderling verdelen.’
Een groep vrijwilligers is hard aan het werk met hout en
gaas. Er is een konijnenplaag. Annet: ‘Ze hebben bijna de
hele tuin kaalgevreten. We hebben van alles geprobeerd om
ze te verjagen, zoals leeuwenpoep en peper strooien, maar
het helpt niet. Nu plaatsen we een gazen hek om ze buiten
te houden.’ Als ik haar herinner aan het principe van perma-
cultuur, dat de natuur zichzelf reguleert, antwoordt ze:
‘Dat is waar, maar dat werkt pas als je eerst een natuurlijk
evenwicht hebt verkregen. Dat duurt wel een paar jaar.’
Ook voor stadslandbouwers geldt: de aanhouder wint… 
reportage
22
Geen Amsterdams fenomeen
In binnen- en buitenland bestaan tal
van stadslandbouwinitiatieven met
vaak al een flinke geschiedenis.
Onder­staande adressen zijn slechts
een greep.
www.eetbaarutrecht.nl
www.stadsboerderijalmere.nl
www.stadslandbouwtilburg.nl
www.stadseboeren.nl
www.eetbaarrotterdam.nl
stadslandbouwschiebroek.blogspot.nl
Stichting Stadslandbouw Utrecht en
Eetbaar Rotterdam hebben het
initiatief genomen tot de ontwikkeling
van een landelijke digitale stadsland­
bouwkaart:
www.stadslandbouwkaart.nl
Met de kaart willen zij consumenten
en professionals inspireren tot meer
samen­werking en het starten van
nieuwe stadslandbouw initiatieven.
Voor beleidsmedewerkers en onder­
zoekers is de kaart ook een middel
om de stadslandbouw ontwikkeling
concreet te monitoren op stedelijk,
regionaal en landelijk niveau.
Groeneveld info
Groeneveld info
PETER VAN STRAATEN
Weet ik veel. Gewoon, een vogel.
In de Baarnse vleugel is een selectie vogel-, landschaps-
en natuurtekeningen van Peter van Straaten te zien.
In zijn werk wordt het begrip natuur verder opgerekt
naar de menselijke natuur. Met een scherp oog voor het
menselijke wel en wee weet hij de melancholie in relaties
met humor vast te leggen. Te zien tot 1 november.
Groeneveldconcerten
De Baarnse muziekkring verzorgt maandelijks
concerten in Kasteel Groeneveld.
Zondag 13 oktober Piano, Sophiko Simsive
Zondag 10 november Arjan Woudenberg, klarinet;
Martijn Willers, piano
Aanvang 12.00 uur
Prijs € 11,- en € 6,- voor kinderen tot 13 jaar
Aanmelden via info@baarnsemuziekkring.nl,
www.baarnsemuziekkring.nl
GRNVLD Sociëteit Culinair
Voor het vijfde jaar op rij wordt een lezingserie
op de zondagmiddag georganiseerd in Kasteel
Groeneveld. Inmiddels Sociëteit Culinair, in de
wandelgangen de Luisterlunch genaamd.
Steeds staat er een thema centraal. In 2013 gaan
de lunches over Wildernis, en dan natuurlijk
vertaald naar ons bord, onze voedselproductie,
ons voedsel.
Actuele informatie: www.kasteelgroeneveld.nl
Topfoto’s uit Roots
Het natuurmagazine Roots heeft dit jaar in samenwerking met
SNP Natuurreizen een fotowedstrijd georganiseerd onder haar
lezers. De 15 winnende foto’s worden geëxposeerd in Kasteel
Groeneveld. Te zien tot eind november.
TUINPATATVanaf 17 september zijn in Het Atelier de originele
tekeningen van Tuinpatat te zien, het eerste boek
van Grietje Huisman in samenwerking met uitgeverij
Rubinstein. De prachtige tekeningen in het boek zitten
vol met mooie natuurdetails. Hoe beter je kijkt, hoe
meer je ziet. Meer info: anouk.boelsma@rubinstein.nl
Te zien tot en met 1 december.
Kasteel gesloten in december
De exploitatie van kasteel Groeneveld gaat per 1 januari 2014
terug naar de eigenaar: Staatsbosbeheer. Om een soepele
overgang te kunnen garanderen zal het kasteel helaas voor
het publiek de hele maand december 2013 gesloten zijn.
Exposities
Meer weten?
Voor actuele informatie over het programma, tijden en entreeprijzen:
kijk op www.kasteelgroeneveld.nl of bel 035 5420446.
tot 01|11
17|09 t/m 01|12
Activiteiten
DIGITALE
INFORMATIETAFEL
In het souterrain van Kasteel Groeneveld is de
eerste digitale informatietafel van de Heuvelrug
geplaatst. De tafel informeert over de omgeving
van het kasteel, over Heel de Heuvelrug, het
Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland,
wandelroutes en buitenplaatsen. Passanten en
bezoekers van kasteel en landgoed kunnen
gebruikmaken van deze tafel.
23
24
“Het slaat
nergens
op om de
toekomst
van eten
te bepalen
zonder
jongeren”
wende
Samen met jongeren werken aan een
toekomstbestendig
voedselsysteem
Tekst: Matthijs Sienot* | Beeld: Marco Bakker**
25
*Matthijs Sienot is publicist en uitgever van hetkanWel, de website over groener, eerlijker en leuker leven.
**Marco Bakker is freelance portretfotograaf.
Zestig consumentenverzamelen
zich bij de Albert Heijn op de Dam. Ze zijn gewapend met 2%
kortingsstickers. In de winkel geven ze zichzelf 2% korting op
alle producten die ze afrekenen. De kassajuffrouw wrijft drie
keer in haar ogen: Wat is hier aan de hand?
Met deze kortingsstunt reageerde de Youth Food
Movement (YFM) op de beslissing van Ahold om 2% minder te
betalen voor de producten van haar leveranciers. ‘Albert Heijn
gaf zichzelf 2% korting. Dat konden wij ook,’ zegt Samuel
Levie, oprichter van de YFM. ‘De actie werd al snel een hit op
sociale media. Intern werd er bij Ahold peentjes gezweet, door
alle aandacht die de actie genereerde voor hun besluit. Binnen
24 uur werd de brief aan de leveranciers teruggetrokken.’
Jongerenbeweging (YFM) wil een eerlijker en gezonder
voedsel­systeem. Daarom probeert ze jongeren bewuster
te maken van hun voedselkeuzes met behulp van eat-ins,
debatten, het Food Film Festival en de YFM-Academie.
Recentelijk trok de organisatie nog 7.000 mensen naar het
Museumplein voor een gratis lunch van ‘afgekeurd’ voedsel,
goed eten dat wordt weggegooid. Staatssecretaris Sharon
Dijksma greep de actie aan om het probleem van voedsel­
verspilling bij het grote publiek op de kaart te zetten.
Als student politicologie had Samuel Levie al een
passie voor koken. Hij volgde dit onderwerp met grote
belangstelling. ‘Het viel me op dat jongeren nauwelijks
werden betrokken bij debatten over de toekomst van ons
eten. De grijsaards in Den Haag bepaalden. Maar het slaat
nergens op om de toekomst van ons eten te bepalen zonder
jongeren. Het gaat tenslotte om hun toekomst. Daar wilden
wij verandering in brengen.’
Voor de meeste jongeren lijkt voedsel iets heel vanzelfspre-
kends, maar dat is het niet. Voedsel is één van de meest com-
plexe onderwerpen van deze tijd. De productie en consumptie
van eten raakt aan vrijwel alle maatschappelijke en ecologi-
sche thema’s. ‘Ons voedselsysteem is heel complex en er zijn
altijd mensen die dat aandragen als reden om dingen niet op
te lossen. Voedselverspilling is een goed voorbeeld. Daarvan
zegt iedereen: we moeten er iets aan doen, maar het probleem
zit niet bij ons. Ondertussen gooien we wel 40% van ons
voedsel weg. Wij vinden complexiteit dan geen excuus om
dat systeem in stand te houden.’
‘We zijn als maatschappij ook nog helemaal ingesteld
op overvloed, maar op mondiaal niveau is er sprake van
schaarste. Dat is, ook bij mij zelf, nog niet doorgedrongen.
Is ook lastig, met uitpuilende supermarkten. Er is schaarste
aan biodiversiteit, aan onaangetaste groene gebieden, en
straks ook aan energie. Wij maken in steeds hoger tempo op,
wat in miljarden jaren is opgebouwd. Dan zeggen we: het
moet duurzamer, we moeten meer doen met minder. Maar
waar het uiteindelijk op uit kan draaien, is dat we het met
veel minder moeten doen met veel meer mensen.’
Oprichter Samuel Levie heeft het leiderschap van
YFM inmiddels overgedragen aan Joris Lohman. Zelf startte
hij binnen de YFM-beweging twee nieuwe bedrijven:
FoodCabinet en Brandt  Levie. Hoewel YFM veel bekendheid
verwierf met mediagenieke acties, is Samuel Levie vooral ook
trots op de YFM Academie die onder zijn leiding werd opgezet.
Hier leren talentvolle jongeren niet alleen de voedings­
industrie kennen, maar ook elkaar. Op basis hiervan verwacht
Levie dat YFM-academici zullen bijdragen aan de ontwikkeling
van een toekomstbestendig voedselsysteem.
Samuel Levie: ‘We zijn vier jaar geleden begonnen en er
zijn inmiddels al honderd afgestudeerden. Zij komen op
interessante posities terecht waar ze het systeem in de
goede richting duwen. Ze hebben ook een holistische visie:
een LTO’er die bij ons vandaan komt begrijpt ook een
dierenwelzijnsactivist. En een beleidsmaker die voor EZ
werkt, weet ook hoe een bioboer zijn beleid ervaart.
Bovendien kennen ze elkaar, en nemen dus makkelijker
contact met elkaar op.’ 
Lees verder op: www.youthfoodmovement.nl
Samuel Levie, oprichter YFM, over voedsel en toekomst
VerHaal Tekst: Tommy Wieringa* | Beeld: Willem Vleeschouwer © Comic House**
26
27
 J
acob van Ruisdael schilderde de ruïne van
de Sint-Adelbertabdij rond 1655. Op de
voorgrond, daar waar het licht valt, zien
we joodse graven, die de indruk geven door
de aarde te zijn uitgespuwd. Daarachter doemt de
ruïne op. Boven deze dingen tollen aangrijpende
wolken, die zo laag hangen dat ze uit een scheur in
de aarde lijken op te wellen.
Tijdens de Reformatie werd de abdij van
Egmond op last van Willem van Oranje verwoest,
zodat de Spanjaarden haar niet konden gebruiken
als versterkte plaats. Haar stenen raakten door de
omgeving verspreid, en kwamen onder meer terecht
in de stadsmuren van Alkmaar. Een kleine honderd
jaar later schilderde Van Ruisdael wat er nog restte
van de oudste abdij van Holland; rond 1800 werd de
ruïne definitief met de grond gelijk gemaakt.
In 1933 werd er een nieuw klooster gebouwd op
de plaats waar het oude had gestaan. Een handvol
benedictijnen uit Oosterhout nam haar in gebruik.
Het is rondom van veraf te zien, het is het hoogste
bouwwerk van Egmond-Binnen en gelegen op een
strandwal, een verhoging in het landschap die door
de eens voortdurend binnendringende zee is
gevormd. Dit kustgebied dat soms water was en
soms land; vanaf de tiende eeuw hebben de benedic-
tijnen zich in deze venige woestenij met de kust-
bescherming bemoeid en het land bedijkt.
Ik bewonder het uithoudingsvermogen van deze
mannen, die in hun zwarte habijt door de eeuwen
trekken en de indrukwekkende gave bezitten om
zich zowel te vernieuwen als dezelfde te blijven.
Op een warme avond na een van de warmste
dagen van het jaar verlaat ik mijn kamer in het
gastenverblijf voor een wandeling door de wei-
landen. Achter mij klinkt het luidklokje voor de
completen. Daarbinnen zingen ze over de rotsen
van Tarsis en de dochter van Tyrus, hier stijgt een
veldleeuwerik naar de hemel op, hoger en hoger, tot
je hem niet meer ziet en alleen nog zijn complexe
gekwetter hoort.
Eensbrachtikeenmaanddoorineenstacaravan
aan de rand van een klif in East-Anglia. De zee
spoelde beneden aan op het strand, bij storm vrat ze
de klifwand aan. Het was een grijze maand, tot op
een dag de lucht werd schoongeblazen. De ondoor-
dringbare zeemist bleef echter nog dagenlang boven
de velden hangen. Hij werd van bovenaf door de zon
verlicht, zodat ik de indruk had in een door gouden
wolken omsloten hemelrijk rond te dwalen. Tijdens
een van mijn wandelingen door de geheimzinnige
nevel, vloog er een veldleeuwerik op tussen de voren
van een akker en zong in de zon boven de mist.
Jaren later, toen ik een oud aantekenboekje
opende en de woorden las die ik daar toen over
geschreven had, steeg die veldleeuwerik jubelend
op vanaf de pagina, rechtstandig de lucht in, de zon
tegemoet. Het kwam op mij over als een wonder dat
er geen afstand was tussen de gebeurtenis en de
beschrijving van die gebeurtenis, die ik zoveel later
teruglas – de woorden hadden alles bewaard als in
een sprookje waarin alleen een kus de duizendjarige
bewegingloosheid verbreekt; de leeuwerik, de zee
die zuchtend aanspoelde en die halo van mist en zon
waar ik, welke kant ik ook opging, het voortdurende
midden van was.
*Tommy Wieringa schreef onder andere de romans Alles over Tristan en Joe Speedboot, het boek waarmee hij doorbrak naar een groot lezerspubliek en dat werd bekroond
met de F. Bordewijkprijs. Zijn reisverhalen werden gebundeld in Ik was nooit in Isfahaan. Essays en beschouwingen van zijn hand verschenen in de Volkskrant en
NRC Handelsblad. In 2007 publiceerde hij De dynamica van begeerte, een onderzoek naar de oorsprong van begeerte en de grote rol van pornografie in de moderne wereld. In
mei 2009 kwam zijn roman Caesarion uit en in 2012 Dit zijn de namen, bekroond met de Libris Literatuurprijs 2013. Het werk van Tommy Wieringa wordt wereldwijd vertaald.
**Willem Vleeschouwer volgde zijn opleiding aan de Rietveld Academie en de Grafische School, Amsterdam. Hij publiceert onder andere in muziekblad Oor, Elsevier,
PSV-Voetbalblad, Autoweek, Het Parool en Cosmo.
tIJD BestAAt nIet
28
Deltaprogramma
Kaf en Koren Tekst: Caroline van der Lee  |  Beeld: Jos Collignon*
Op Prinsjesdag wordt het Deltaprogramma 2014 gepresenteerd.
Het programma bevat de kansrijke strategieën die de waterveiligheid
en de zoetwatervoorziening op de lange termijn (2050-2100) op orde
houden. In de Zuidwestelijke Delta worden daar nog belangrijke ambities
aan toegevoegd: het stimuleren van de economische vitaliteit. Een
gezond ecologisch systeem is daarvoor een belangrijke voorwaarde.
De Zuidwestelijke Delta omvat Zeeland, de
Zuid-Hollandse eilanden en het westelijke deel
van Noord-Brabant, een uniek gebied waar zee
en rivieren samenkomen. Het gebied werd zwaar
getroffen door de watersnoodramp van 1953
en de Deltawerken waren met name hier van
toepassing. Die brachten de beoogde veiligheid,
maar hadden nadelige gevolgen voor onder
andere natuur en waterkwaliteit. De vruchtbare
delta veranderde in een verzameling van
door dammen van elkaar gescheiden bekkens.
Natuurlijke processen, zoals de overgang
van zout naar zoet water werden verstoord,
waardoor waterkwaliteit en natuurwaarden
verslechterden. Het hele watersysteem is
star en inflexibel geworden.
In de Oosterschelde namen de voedingsstoffen
in het water af, evenals de zaadval van mosselen.
Dammen hebben de trekroutes van vissen
tussen de Noordzee en rivieren versperd. Ook
het evenwicht tussen erosie en sedimentatie
werd verstoord. De Ooster­scheldedam bleef
weliswaar open, maar de instroom van zout
water en de getijden werden beperkt en de
gekozen constructie heeft het transport van
zand vanuit de voordelta bemoeilijkt. De geulen
die bij eb worden uitgeschuurd, zijn te groot en
vullen zich met het materiaal van de platen,
slikken en schorren. Door deze ’zandhonger’
verdwijnen jaarlijks vele tientallen hectares aan
foerageergebieden voor vogels en zooggebieden
voor zeehonden.
Het Haringvliet en Hollands Diep kampen door
het wegvallen van de dynamiek met vervuild
rivierslib.
herstel dynamiek
Het besef dat de ecologische vitaliteit samen­
hangt met getijden en overgangen tussen land
en water, zout en zoet (estuariene dynamiek)
lijkt inmiddels algemeen aanvaard. Om dat
te bereiken moeten de grenzen tussen
verschillende deltawateren en tussen de
deltawateren en de zee, de rivieren en het land
worden verzacht en verbindingen tussen de
verschillende onderdelen van het watersysteem
hersteld. Dat kan door het aanbrengen van
doorlaatmiddelen, openingen in dammen.
Ook zouden er weer verbindingen kunnen komen
tussen de deltawateren en binnendijks gelegen
wateren. Ter verbetering van de waterkwaliteit
zou zout Grevelingenwater ingelaten kunnen
worden in de kreken van het natuurgebied de
Kwade Hoek op de kop van Goeree. Hier liggen
kansen voor ecologie, door de inrichting van een
intergetijdengebied en zoet-zoutovergangs­
zones. In het westen van Zeeuws-Vlaanderen
zou Sluis weer een verbinding met zee krijgen.
veiligheid
Natuurlijk mogen ecologische maatregelen nooit
ten koste gaan van de veiligheid. De Zuidweste­
lijke Delta is naar huidige maatstaven goed
beschermd tegen het water door dijken. Maar
door de klimaatverandering stijgt de zeespiegel
en ook het weer wordt onstuimiger, waardoor de
hoogte van de golven zal toenemen. Daarnaast
daalt de bodem. Dijkverhogingen kunnen deze
problemen opvangen, maar deze oplossing is niet
onuitputtelijk. Binnen de Zuidwestelijke Delta
wordt daarom nagedacht over alternatieven.
Ook hierin kan herstel van de estuariene
*Jos Collignon is tekenaar en cartoonist en maakt sinds 1992 politieke prenten voor de Volkskrant.
In januari 2010 won hij de Inktspotprijs voor de beste politieke tekening.
Zeeland
moet weer
een delta
worden
Verslagen, samenvattingen, reflecties, standpunten en inzichten
29
column marjan slob
Brood van Menno
Elke eerste zondag van de maand is er
streekmarkt bij mij om de hoek. Kramen
vol zelfgedraaide worstjes met rozemarijn.
Olijven uit die ene boomgaard in Toscane.
Aardperen, kardoen, kalmoes voor de thee.
Morilles, eekhoorntjesbrood, een truffel
zelfs. Vinaigrettes in fraaie flesjes.
Topbroden met lange namen, ambachtelijk-
me-zus-en-me-zo, jams uit moestuinen en
vlees van een blij varken. Mijn weldenkende
en – nee, niet dikke, maar goeddoorvoede
stadsgenoten browsen er tussen de
kraampjes, duwen de buggy’s voort, kletsen
met kennissen, kopen zo’n héérlijk kaasje,
en gaan dan weer naar huis.
‘Lekker sfeertje daar op die markt bij jullie,’
zei mijn kapper onlangs tegen mij. Ik kan er
niet onderuit: die markt is er voor mensen
zoals ik. En toch voel ik onbehagen.
Mijn opa stroopte konijnen.
Mijn moeder at als kind boterhammen met
suiker.
Mijn lievelingseten was vroeger ‘prak met
kaas’: heel veel aardappelen en heel veel kaas
en een pukkelige augurk voor erbij. Kaas was
niet schaars in de Alblasserwaard, waar ik
geboren ben.
Naarmate ik opgroeide, ging geboortegrond
er qua voedsel steeds minder toe doen. De
kersen kwamen uit Griekenland, de spercie­
bonen uit Egypte, steaks uit Argentinië – het
was niet eens omdat we rijker werden, het
was juist uit oogpunt van kostenefficiëntie.
Als de wereld je akker is, dan verbouw je waar
bodemgesteldheid en klimaat en arbeidsloon
maken dat je op de thuismarkt de scherpste
prijs kunt stellen. Logisch toch! Zeker zolang
milieukosten niet in de economische formules
hoeven.
Zo bezien is die streekmarkt vooruitgang.
Want het deugt niet dat we organisch
materiaal de hele wereld over sjouwen en
gedachteloos eten wat heel bijzonder zou
moeten zijn. Dat eten duurzamer moet,
staat voor mij vast. ‘Dichterbij’ is dan prima.
En toch: morgen ga ik naar de Aldi. Inkopen
doen voor het gezin. Ik let heus wel op; de
grootste rotzooi laat ik liggen. Maar ik kan
ons niet voeden van louter life-style-food
en cadeautjeseten. Dat kunnen alleen de
happy few.
En stel dat we de happy many waren, dan
zou die leuke Menno ons niet in zijn eentje
allemaal van topbrood kunnen voorzien.
Dan wordt ook ‘Menno’ de naamgever van
een flinke fabriek.
Marjan Slob is filosoof, schrijver en moderator. www.marjanslob.nl
“Gedachteloos
eten wat heel
bijzonder zou
moeten zijn”
dynamiek in sommige opzichten een bijdrage
leveren.
Een concrete aanpak is het neerleggen van zand
voor de kust. Het opgespoten zand kan zich door
wind en stroming langs de kust verspreiden,
waardoor deze voor lange tijd hoogwater­
bestendig blijft. In de Zuidwestelijke Delta
worden deze mogelijkheden al op kleinere en
grotere schaal beproefd, bijvoorbeeld in de vorm
van een opgespoten zandbank bij de Oesterdam
tussen Tholen en Zuid-Beveland, om de
zandhonger van de Oosterschelde te stillen.
economische stimulans
Meer dan de helft van de economische activiteiten
in Zeeland is waterafhankelijk. Denk bijvoorbeeld
aan sectoren als recreatie, visserij en schelpdier­
kwekerij. Herstel van de estuariene dynamiek
zou een extra stimulans voor deze traditionele
economie kunnen betekenen. Daarnaast zijn er
mogelijkheden voor innovatieve economische
activiteiten, zoals aquacultuur, zilte teelten en
biobased economy. Ook de productie van groene
stroom voor circa vijftigduizend huishoudens op
Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland
behoort tot de mogelijkheden met een getijden­
centrale in de Brouwersdam. Een doorlaat in
de Brouwersdam zorgt voor terugkeer van getij
op de Grevelingen en dat is goed voor zowel de
fauna als de flora in het gebied. •
Het Deltaprogramma staat voor een veilig,
aantrekkelijk en economisch vitaal Nederland,
waar de waterveiligheid en de zoetwater­voor­
ziening op orde zijn. In negen deel­programma’s
wordt onderzocht welke maatregelen op lange
termijn (2050-2100) nodig zijn. Drie deel­
programma’s gelden voor heel Nederland:
Veiligheid, Zoetwater en Nieuwbouw 
Herstructurering. Daarnaast zijn er zes
deelprogramma’s voor een specifiek gebied:
Rijnmond-Drechtsteden, Zuidwestelijke
Delta, IJsselmeergebied, Rivieren, Kust en
Waddengebied. Op dit moment zijn de
mogelijke strategieën uitgewerkt in kansrijke
strategieën (Deltaprogramma 2014) om
uiteindelijk te komen tot voorkeursstrategieën
(Deltaprogramma 2015). Meer informatie:
www.deltacommissaris.nl
en www.zwdelta.nl
Alliantie werkt aan snelle verduur-
zamingvan onze voedselketen
Duurzaamheid moet de normaalste zaak van
de wereld worden in de voedselketen. Niet
morgen maar nu. Met die ambitie spant de
Alliantie Verduurzaming Voedsel zich in voor
een snelle verduurzaming in alle grote voedsel-
ketens. De alliantie wordt gevormd door keten-
partners LTO, FNLI, CBL, KHN en Veneca.
‘Waar ons voedsel vandaan komt en hoe we het
produceren vinden we met z’n allen steeds
belangrijker,’ zegt Simone Hertzberger, hoofd
product integrity topics van Ahold Europa en
voorzitter van de Raad van Advies van de
Alliantie. Zij wil echter voorkomen dat de visie op
een duurzame voedselketen wordt geleid door
de waan van de dag. Veel gesprekken over duur-
zaamheid worden volgens haar gevoerd op basis
van emotie in plaats van feiten.
plofkip
Neem de discussie rond de plofkip. Simone
Hertzberger: ‘De brancheorganisatie heeft
samen met onder meer de pluimveesector een
convenant gesloten over het tempo waarop het
dierenwelzijn wordt verbeterd. Nu kun je zoals
Wakker Dier vinden dat dit sneller moet, maar
dan dwing je retailers hun kip uit Verweggistan te
halen. Nederlandse kip wordt dan geëxporteerd
naar het buitenland. Je verplaatst dus het pro-
bleem, terwijl je wilt dat het hier wordt opgelost.’
duurzaam
Veel milieuorganisaties concentreren zich op één
aspect van duurzaam produceren. Maar de Alli-
antie Verduurzaming Voedsel wil juist resultaat
boeken op alle aspecten: minder milieubelasting,
meer dierenwelzijn, betere arbeidsomstandig-
heden en dit alles binnen een economisch haal-
bare context. De Raad van Advies zorgt dat de
Voedselalliantie deze onderwerpen gebaseerd
op feiten benadert vanuit een overkoepelende
visie op duurzaamheid.
Volgens de Alliantie ligt de bal bij het bedrijfs-
leven als we snel een duurzamere voedselketen
willen. Zij verwacht daarom dat elk bedrijf in de
agrifoodketen ‘bovenwettelijke verduurzamings-
inspanningen’ levert. ‘We zijn voorbij het punt
dat we als branche naar de wetgever kijken,’ legt
Hertzberger uit. ‘Je kunt je als bedrijf niet meer
permitteren om niks aan duurzaamheid te doen.
Dan kun je geen producten leveren aan belang-
rijke markten als Nederland, Duitsland en Enge-
land. Consumenten verwachten dat je duurzaam
bent. Je hebt een probleem als blijkt dat je het
niet bent. Bovendien wil talent niet meer werken
voor een niet-duurzaam bedrijf: jongeren willen
trots kunnen zijn op hun werkgever zonder dat
ze iets hoeven uit te leggen op een feestje.
Ik ken dan ook geen voedselproducenten die niet
bezig zijn met duurzaamheid. Stel je voor dat je
als bedrijf niks aan duurzaamheid hebt gedaan
en je moet door al deze ontwikkelingen een
inhaalslag maken? Dan krijg je als CEO slapeloze
nachten.’
Als bedrijven verduurzaming van de keten alle-
maal belangrijk vinden, is het dan niet handiger
om in één keer, branchebreed, strenge regels af
te spreken met de overheid? Dat voorkomt dat
zogenaamde freeriders die weinig investeren in
duurzaamheid meeliften op de inspanningen
van koplopers. Simone Hertzberger: ‘Ja, dat zou
prachtig zijn, in een ideale wereld, maar we zijn
niet voor niets uit het paradijs verdreven. We
leven niet in een ideale wereld. De definitie van
duurzaamheid wordt niet overal op dezelfde
wijze beleefd. Overkoepelende afspraken zijn
hierdoor moeilijk te bereiken. Een wereldwijd
klimaatverdrag laat ook al lang op zich wachten.’
Maar als bedrijven daarentegen zelf duurzaam
handelen verankeren in hun processen, dan vindt
er een snelle transitie plaats, stelt Hertzberger.
De Alliantie bevordert dit door succesvolle pro-
jecten uit te rollen, onder meer op het gebied van
voedselverspilling. Inzichten over verspilling in
de bedrijfscatering worden bijvoorbeeld gedeeld
met bedrijven in de partycatering. Vervolgens
wordt bekeken in hoeverre kennis uit het ene
werkveld toepasbaar is in het andere. Ook
worden best practices gedeeld om reststromen
beter te benutten. Zo blijken stoffen uit aard-
appelspoelwater bruikbaar als zoetstoffen voor
koekjes.
‘Ik geloof er heilig in dat de alliantie met deze
aanpak de basis legt voor duurzame verande-
ring,’ zegt Simone Hertzberger. ‘We zijn met
elkaar geen koploper, maar dat hoeft ook niet.
Echte verduurzaming volgt tenslotte vanuit het
maatschappelijk middenveld via bedrijven die
samen het verschil maken.’ •
“De definitie van
duurzaamheid wordt
niet overal op dezelfde
wijze beleefd”
“Talent wil niet meer
werken voor een
niet-duurzaam bedrijf”
30
Tekst: Matthijs SienotkaF en koren
BeHeer en BeHoud
Sinds januari 2013 worden de activiteiten van
het Platform Verduurzaming Voedsel voort-
gezet door de Alliantie Verduurzaming Voedsel.
Het doel is dat verduurzaming integraal wordt
verankerd in alle bedrijfsprocessen door de
gehele Nederlandse voedselketen, en dat de
basisnorm voor duurzame voedselproductie
steeds verder stijgt.
Aan het Platform Verduurzaming Voedsel nam
het ministerie van Economische Zaken deel,
maar die is niet meer vertegenwoordigd in de
Alliantie. Wel werkt het ministerie nog actief
samen met het bedrijfsleven aan de verdere
verduurzaming van de agrifoodketen.
**Patty Scholten (1946) debuteerde als dichter op negenenveertigjarige leeftijd met Het dagjesdier (1995). Ze schrijft voornamelijk sonnetten en
veel daarvan gaan over dieren. Wie de Donald Duck of de Tina las, maakte al veel eerder kennis met de fantasiewereld van Patty Scholten.
Onder haar meisjesnaam, Patty Klein, publiceert ze al sinds 1966 scenario’s voor stripverhalen.
**Hans van Oudenaarden (1959) is striptekenaar. Vanaf 2002 verstript hij de jongensboekenserie Bob Evers. In oktober verschijnt zijn graphic novel
Help me Rhonda! zowel in het Nederlands, als in het Frans.
versTekst: Patty Scholten* | Beeld: Hans van Oudenaarden**
31
De wraak van de kogelvis
Hij schommelt rond en doet zijn ding. Maar wat
dat ding is, heb ik nooit kunnen doorgronden.
Gluurt rond, zijn zwarte goggles voorgebonden,
een Piper Cub-piloot op boevenpad.
Hij is mijn alter ego in het nat.
Zijn vinnen minuscuul, zijn lijf te rond en
nog giftig ook. Zo blijft hij onverslonden.
Geen vis die zich ooit aan hem overat.
Maar hij wordt wel verorberd – in Japan.
Door topkoks wordt de fugu schoongemaakt.
Het gif van één zo’n vis doodt dertig man.
Het vlees is delicaat, men toont zijn moed
door stoer te proeven of het lekker smaakt.
Toch valt er soms een smulpaap dood. Net goed.
	 Patty Scholten
	 Uit: ‘Looiedetten’, Uitgeverij Atlas-Contact 2006
Niets is hier recht. Geen weg,
perceel of sloot, ruilverkaveling is hier in het
noorden van Groningen nooit aan de orde
geweest. Overal in de vette klei met de zilte
ondergrond zie je sporen van wadgeulen.
Gewoon, zoals de zee ze heeft neergelegd.
Geboren ben ik hier niet, ik kom uit het Gooi en
trouwde een vrouw die terug wilde naar het
noorden, dus ja.
Sinds 1989 wonen we op het Groningse land
waarvan de laatste jaren in de Groningse omme-
landen. De zee en het Lauwersmeer zo dichtbij,
het onaangetaste, de weidsheid, het doet me
wat. Ver kunnen kijken is belangrijk voor mij,
geeft me rust. Dus ja, ‘mijn landschap’, zo voelt
het intussen zeker.
Met name het Middag-Humsterland is interes-
sant. Drieduizend jaar geleden vormde het ons
kustgebied. De gronden rond de twee eilanden
Middag en Humster kwamen steeds minder
onder water te staan en de kustlijn schoof op.
Het gebied, het oudste cultuurlandschap van
Nederland, staat op de nominatie om tot ons
Werelderfgoed te gaan horen. Goed plan,
sommige dingen moet je behouden.
Op de Piloersemaborg gebruiken we veel eten
uit het wild: bessen, kruiden, paddenstoelen,
allemaal wildpluk. Ik ga heel vaak de zeedijk over
om waddengroente te plukken, lamsoor, zeekraal.
Het weidse ervaar ik vooral als ik door het
Groningse en Drentse land rijd, onderweg naar
onze leveranciers. Onze keuken typeert zich niet
door regionale gerechten, maar door regionale
producten en die ga ik het liefst zelf uitzoeken.
Zilte zeekaas, bijzondere fruitgelei, hazelnoten,
langoustines, garnalen, zwerfwild, meel voor
onze broden, en zelfs aalbessenwijn komen
allemaal hier uit de streek.
Die bezoekjes aan de producenten zijn belangrijk,
ik hoor dan bijvoorbeeld hoe de gewassen erbij
staan en wanneer de boel klaar of rijp is. Gisteren
bijvoorbeeld haalde ik snoekbaars in Zoutkamp,
dan hebben we het ook even over de waterstand
in het Rietdiep. Als er gespuid gaat worden ont-
staat er te veel stroming en wordt er nauwelijks
iets gevangen en zet ik geen vis op de kaart.
Sommige van mijn gerechten zijn direct ontstaan
vanuit het landschap en wat zij voorbrengt. Twee
jaar geleden was ik op de Zeedijk bij Klooster-
zande om lammeren uit te zoeken, de oesters die
ik er vond verwerkte ik in saus, eerder had ik
lamsoor en zeekraal geplukt wat er samen met
gepoft mosterdzaad uit de wei en wat schapen-
yoghurt bijkwam. Het vlees werd gerookt op hooi
wat toevallig nog op de dijk lag.
Behalve het ver kunnen kijken is er ook dat licht.
Dat is hier in het noorden geweldig, het is niet
zoaLs De
zee heT
32 miJn landscHap
dick soek OVER ZILTE ZEEKAAS, ZWERFWILD, PALING UIT HET
REITDIEP EN OVER HOE ZELFS GRAUWGRIJS LAND MOOI KAN ZIJN.
voor niets dat De Ploeg juist hier is ontstaan.
Het ochtendlicht dat vanuit het oosten aanzwelt
is indrukwekkend maar ook het avondlicht dat
door onze boomgaard strijkt kan me diep
ontroeren.
Ieder seizoen heeft zijn eigen kleur, wat overi-
gens ook te maken heeft met de invulling van
het land. Staat het vol graan dan kleurt het
geleidelijk geel, straks wanneer het land wordt
omgeploegd volgt dan het grauwgrijs. En ook dat
weemoedige is weer mooi. De uitgestrektheid
krijgt de overhand, er is geen mais meer dat in de
weg staat, de wolken krijgen vrij spel. Als vanzelf
ontstaat er dan een ander verlangen, de warmte
en behaaglijkheid in huis wordt weer belangrijk.
Omgekeerd, wanneer de lente dan eindelijk aan-
breekt heb je dat echt nodig. Dan barst de grond
weer open en dan gaan we er weer voor. 
heeft
neergelegd
33
Dick Soek  Piloersmaborg
Eten wat het land biedt
en meegaan met de
seizoenen is voor Dick Soek
vanzelfsprekend. Zo zette
hij zijn lokale leveranciers
al in het zonnetje voordat
het populair werd onder
de chef-koks. Na jarenlang
gepassioneerd de keuken
van restaurant Schathoes
Verhildersum te hebben
bestierd, zwaait Dick Soek
nu de scepter over de
Piloersemaborg in Den Ham.
Eten en overnachten op één
plek!
www.piloersema.nl
Tekst: Brigitte van Mechelen | Beeld: rob.elfring.fotografie | www.elfoto.nl
oogst
34
Schoon
water
en
vieze
regen
Wat mopperen we toch graag op het weer, en dan vooral op regen. Eeuwenlang zijn
we dolblij geweest met een flinke voorraad regenwater. We vingen het op en deden
het in flessen die goed afgesloten in de kelder koel werden weggezet. Schoon water
was schaars en dus bijzonder. Men gebruikte het bijvoorbeeld om ontstoken ogen
mee te reinigen. Schoon water kwam natuurlijk ook in de keuken terecht voor de
bereiding van allerhande gerechten, of (voor limonade of kruidendrank) in een koel
drankje op de warme zomerdagen.
Tekst: Lizet Kruyff*
35
A	Dit is de Wereld van Zwerfvuil, een globe met een doorsnede van 5 meter, waarmee
stichting Klean aandacht vraagt voor al het zwerfafval dat wordt weggegooid en in
het water terechtkomt. Zie: www.kleanworldwide.nl
Aan regenwater heeft een huishouden
natuurlijk niet genoeg. De rest van het water haalde men uit
de sloot, de beek, de rivier, het meer, de vijver of de gracht, of
uit het water in de bodem. De kwaliteit en hoeveelheid van
dat water verschilde per regio en per seizoen.
uit de gracht
Dus waarom scheldt de moderne mens op regenwater?
En waarom willen we het zo snel mogelijk als ‘vuil water’
afvoeren? Nu is het regenwater sinds de industriële revolu-
tie ook niet meer zo schoon als in de eeuwen daarvoor. Maar
eristegenwoordigookeenalternatief:dedrinkwaterleiding.
In grote steden als Amsterdam en Rotterdam haalden de
bewoners vanouds het drinkwater uit grachten en sloten.
Zuiver water kon je dat niet noemen. De riolering kwam op
de grachten uit, iedereen stortte zijn overtollige spullen in
de plomp en er was te weinig doorstroming. Dan kan het
natuurlijk niet anders of het gaat een keer goed mis.
ziek van water
Het was een raadsel, die afschuwelijke ziekte cholera. De
dood grijpt snel om zich heen, maar de oorzaak blijft lang
onduidelijk. Officieel wordt in ons land in 1832 het eerste
geval van cholera geconstateerd. Een jaar later heeft deze
ziekte al bijna vijfduizend mensen het leven gekost. In 1849
heerst er opnieuw een cholera-epidemie in het hele land.
En in 1866 vallen er meer dan twintigduizend doden.
In 1849 legt de Britse medicus John Snow de link met
besmet drinkwater. Vijf jaar later kan hij duidelijk oorzaak
en gevolg koppelen tijdens een epidemie in hartje Londen
onder de gebruikers van dezelfde waterpomp. Daar piekt
de ziekte.
hygiëne
Een begin van een oplossing gloort dan aan de horizon:
schoon drinkwater. Vanuit een jongere generatie uit de
medische hoek komt de roep om hygiënemaatregelen voor
het openbare leven. Hygiëne is het toverwoord. Gezond-
heidscommissies gaan zaken als bouwverordeningen, de
kwaliteit van schoollokalen, plannen ter verbetering van
de drinkwatervoorziening en de bestrijding van de bodem-
verontreiniging te lijf. Er komen maatregelen, zoals een
maximum aantal inwoners in een wijk per waterpomp,
het dempen van grachten of stukken daarvan, het verversen
van water in de grachten. Dat moest allemaal bijdragen aan
de bevordering van de hygiëne.
uit de duinen
In Amsterdam oppert schrijver en politicus Jacob van
Lennep het idee om drinkwater uit het duingebied naar
Amsterdam te halen. Na de cholera-epidemie van 1848
komt het project in een stroomversnelling en in 1851 richt
men het waterleidingbedrijf op. En zo verrijst er een pomp-
station bij Vogelenzang vanwaar duinwater naar de stad
wordt gepompt. Aanvankelijk kon men het duinwater voor
een cent per emmer kopen. Uiteindelijk bleek het water
slechts voor de rijkere bewoners betaalbaar. Het duurde nog
een decennium voor er een echt goed systeem ontwikkeld
was. Schoon water kwam mondjesmaat in de grote steden
via de nieuwe drinkwaterleiding. Pas in de 20ste eeuw
kregen alle woningen een aansluiting.
flesjeswater
Het zou nog weer een eeuw duren voor gewoon puur water
als hip drankje werd gezien, en in een designflesje voor
exorbitante bedragen op de markt zou komen als onmisbaar
attribuut voor de zichzelf respecterende moderne mens.
Op zich is flesjeswater geen nieuw fenomeen. Al sinds de
18e eeuw drinken we graag bronwater uit flessen. De
natuurlijke bronnen waren een prettige bron van inkom-
sten voor de landheer, het was chic om bronwater te gaan
drinken in een ‘spa’, half Europa zat in de 18e en 19e eeuw
voor de gezondheid bronwater te drinken in het Duitse
Bath, of Belgische Spa, of Duitse Baden-Baden. In de
fitness- en slankheidsmode van de laat 20ste en begin
21ste eeuw past dit water weer helemaal. Hoewel er al een
tegenbeweging is, zoals het duurzame alternatief van drink-
waterbronnen op stations en op tal van plaatsen in de grote
stad. En dat is goed. Want het is een beetje wrang wanneer
je die enorme consumptie van plastic flessenwater ziet in
landen met uitstekend leidingwater. Je kunt je er wat bij
voorstellen in landen waar de overheid niet voor voldoende
hoog kwalitatief drinkwater kan zorgen. Of in gevallen van
natuurrampen, epidemische ziekten en oorlog. Ver van ons
bed gelukkig. Wij kunnen en moeten natuurlijk wel wat
doen aan die enorme plastic berg en kiezen voor gewoon
leidingwater in een herbruikbare glazen fles. En het regen-
water? Niet meer op mopperen. Maar opvangen en gebrui-
ken in droge perioden voor tuin en akker en het schrobben
van het stoepje, dat we zo graag schoon houden. 
*Lizet Kruyff, culinaire geschiedenis en meer, spinazieacademie.nl
“Gewoon puur water
als hip drankje”
mmm
36
pittige palmkoolbereiDiNG: Stripmetdehandhetbladgroenvandedikkenerf.
Wassen,drogeneninrepensnijden.Stampdejeneverbessen,het
sesamzaadenhetkorianderzaadineenvijzelfijn.Maakineenkopje
eenmengselvanhoning,sesamolieensojasaus.Warmdeolijfoliein
eenhogegietijzerenpan,voegdekruidenuitdevijzelerbij.Raspde
knoflookengemberfijn(ikgebruikhetliefsteenMicroplane)endoe
indepan.Schep dekoolerbijenroerbakalleshooguit5 minutenop
hoogvuur.Giet danhetmengselvanhoning,sesamolieensojasaus
in depan,enlaat ditnog1 minuutdoorwarmen.
Strooiersesamzaadjesoverheen.
• 500 gram palmkool• 1 theelepel jeneverbessen• 1 eetlepel sesamzaad• 1 theelepel korianderzaad• 1 eetlepel honing• 2 eetlepels sesamolie• 1 eetlepel sojasaus• 2 eetlepels olijfolie• 2 tenen knoflook• 2 cm verse gember zonder schil
Claudia Reina is altijd met eten bezig:
zij droomt recepten en bedenkt smaakvolle
combinaties. In haar eigen smultuin kweekt
zij op biologisch-dynamische wijze groente
en fruit. Claudia geeft het E-magazine
Smultuin uit en eerder is het boek
Onze Smultuin van haar hand verschenen.
palmkool wordt zo genoemd, omdat je
steeds de onderste bladeren oogst. Je krijgt
dan een stam met op de top palmbladeren,
als een palmboom. Je kunt palmkool het
hele jaar door eten. Ook als jonge blaadjes
zeer geschikt. 
indepan.Schep dekoolerbijenroerbakalleshooguit5 minutenop
hoogvuur.Giet danhetmengselvanhoning,sesamolieensojasaus
in depan,enlaat ditnog1 minuutdoorwarmen. palmkool wordt zo genoemd, omdat je
steeds de onderste bladeren oogst. Je krijgt
dan een stam met op de top palmbladeren,
als een palmboom. Je kunt palmkool het
hele jaar door eten. Ook als jonge blaadjes
zeer geschikt. 
Een eetbare
tuinvoor
iedereen
Tekst: Isabel van der Weijden* | Beeld: Claudia Reina
37
Waar draait uw smultuin om: smullen of tuinieren?
‘Een smultuin is een tuin die niet voor de sier is, maar om
lekker uit te eten. Het is dus een persoonlijke tuin, want
iedereen heeft zijn eigen voorkeur. De een is dol op broccoli,
de ander op eetbare bloemen of bessen. Zelf houd ik erg van
aardbeien. In mijn smultuin heb ik vroege, middelvroege,
late en doordragende aardbeien. Je hebt wel 400 soorten
aardbeien.
Ik raad iedereen aan een eetbare tuin te beginnen. Het is
zoveel lekkerder en goedkoper dan wat verkrijgbaar is in de
winkel. Dat is ook wel logisch, want door de kwetsbaarheid
van bijvoorbeeld aardbeien zijn ze duur en echt lekkere, rijpe
nauwelijks verkrijgbaar. Op een vierkante meter kun je al
zoveel doen. Zelfs een balkonnetje kan de lekkerste kruiden
leveren.’
Waar haalt u uw inspiratie vandaan?
‘Die haal ik vooral uit mijn eigen tuin. Elk jaar bedenk ik wat
ik wel en niet ga doen. Daar schrijf ik ook over. In mijn tuin
groeien ook veel zogenoemde ‘vergeten groenten’ als
pastinaak, snijbiet in kleurtjes, paarse aardappelen, gele
wortelen en groene tomaten. Echt lekker.
Af en toe bezoek ik Villa Augustus. Dat is een concept
hotel-restaurant-moestuin. Bijna alles wat je daar eet,
komt rechtstreeks uit eigen tuin. Ook de kwekerij Bastin in
Aalbeek (Limburg) is inspirerend. Ze zijn vooral mediterraan
georiënteerd met heel veel kruiden en lavendel. In september
is er een groot pompoenenfeest met heel veel soorten
pompoenen. De aanwezige kok Claude Pohig verrast je dan
met de heerlijkste gerechten.
Overigens zie je deze trend steeds meer. Veel zelfrespec-
terende koks verbouwen tegenwoordig eigen ingrediënten.’
Wat zijn de slimste tips voor een duurzame, eetbare tuin?
‘Permacultuur betekent ‘de tuin permanent in cultuur
brengen’. Als je permacultuur in je tuin brengt, heb je
nauwelijks onderhoud en hoef je alleen maar te oogsten.
Je laat dan alles in lagen groeien. Je hebt bijvoorbeeld een
bodemlaag met kruiden, dan een struik bosbessen en
daarachter een hazelnootstruik. Je voegt bloemen toe om
gunstige insecten aan te trekken die bijvoorbeeld luizen en
ander ongedierte weg houden. De tuin is dan in evenwicht.’
Heeft u een missie?
‘Ik wil zo veel mogelijk mensen leren om te eten uit eigen tuin.
Het zijn waardevolle vaardigheden waarover iedereen zou
moeten beschikken. In mijn lestuin in Laren krijg ik vanaf
september cursisten via de volksuniversiteit. We beginnen
dan met het maken van een eigen tuinplan dat aansluit bij
‘groene vingers’, tijd, budget en ruimte. Andere items zijn
o.a. grond, duurzaamheid, zaden, watermanagement,
voeding, licht-zon-warmte. En uiteraard gaan we veel
wroeten in de aarde.
Voor kinderen heb ik een speciale vierkante-metertuin
van de Wiltfang. Ik vind het triest dat juist in deze tijd de
schooltuintjes worden wegbezuinigd.’
U heeft een eigen tijdschrift en u schreef een boek.
Heeft u nog een droom die u wilt waarmaken?
‘Ja, rozen. Ik wil véél meer rozen gaan kweken. En dan vooral
lékkere rozen.’
*isabel van der weijden is adviseur in culinaire communicatie en realiseert
met haar bedrijf BelJet kookboeken en receptenbrochures. Zowel voor de
consumentenmarkt als business-to-business.
*
met haar bedrijf BelJet kookboeken en receptenbrochures. Zowel voor de
consumentenmarkt als business-to-business.consumentenmarkt als business-to-business.
eetbare
iedereen
Verstript
38
Demeter en Persephone
Een Griekse tragedie
Tekst: Frank Jonker* | Beeld: Maaike Hartjes © Comic House**
39
**Frank Jonker (1965) is auteur van stripscenario’s en korte verhalen. Zijn werk verscheen onder andere in Donald Duck, Tina en Penny.
**Maaike Hartjes (1972) studeerde aan zowel de Amsterdamse als de Utrechtse Hogeschool voor de Kunsten. Ze tekent naast illustraties, strips en
getekende reisverslagen, ook heel veel op congressen en bij workshops om daar complexe materie om te zetten in simpele conceptuele tekeningen.
de plek
40
marcel van ool is vegetariër, maar niet van het evangeliserende soort – hoewel hij de
slogan ‘Eet geen leed’ nog weleens gebruikt. Hij is vooral benieuwd naar wat er aan
vlees te krijgen is uit onze natuurgebieden. Denk aan ‘de grote grazers’: Galloways,
Schotse hooglanders (beide ‘primitieve’ runderen), Rode Geus (een rundersoort dat
voortkomt uit recentere kruisingen) en konikpaarden.
Je kent die beesten wel uit bijvoorbeeld de
nieuwe wildernissen van het Rivierengebied of
de delta, waar allerlei natuurlijke processen
weer de ruimte krijgen. Die processen moeten
vaak wel door de mens eerst weer op gang
worden geholpen. Een van de zaken die daarbij
hoort is de introductie van grazende soorten
die met hun vraat de boel openhouden. Die
functie, terreinen vrijhouden van struiken en
andere ‘opslag’, vervullen grote grazers overi-
gens ook in cultuurhistorisch waardevolle
gebieden, bijvoorbeeld op heidevelden.
Stichting Ark heeft al zo’n twintig jaar ervaring
in nieuwe wildernissen. Vanuit deze stichting
is ook FREE Nature opgezet, dat staat voor
Foundation for Restoring European Ecosys-
tems, en zij houden zich onder meer bezig met
wildernisvlees: als een kudde te groot wordt en
het echt niet anders kan, worden er dieren
gedood en geslacht. Dat betekent: stoofvlees,
tartaar, hamburgers, worsten en gehakt van
dieren die nog nooit in een stal hebben gestaan,
geen enge medicijnen hebben gehad en
gegraasd hebben op terreinen die vrij zijn van
bestrijdingsmiddelen.Sterkernog:dieterreinen
zijn een geweldig menu voor de grazers, met
zo’n 350 soorten kruiden en grassen. Kenners
zeggen het verschil te proeven tussen dieren
die snel vetgemest zijn met industrieel voer,
dieren die in boerenweides hebben gegraasd
(met meestal maar één soort gras) en de dieren
uit natuurgebieden. Nu schijnt dat ook te
maken te hebben met het feit dat die laatste
echte survivors zijn die vet opslaan voor als
zware tijden aanbreken (zoals de winter).
Dat levert vlees op met fijne vetadertjes.
Die verdwijnen weer tijdens de bereiding
maar zorgen wel voor een heel goede smaak.
Er zijn in Nederland veel meer clubs waar je
wildernisvlees kunt bestellen. De meeste
hebben wel een band met Free Nature (het
vleesuitParkSonsbeekofuithetNaardermeer-
gebied van Natuurmonumenten wordt ook
via hen verkocht). En in de drie Noordelijke
provincies vind je bij Albert Heijn droge worst
van familiebedrijf Weidenaar (‘sinds 1927’)
gemaakt van… Schotse hooglanders uit het
Lauwersmeergebied. Staatsbosbeheer onder-
zoekt of het aanbod uitgebreid kan worden.
Het is lastig om een goed overzicht te krijgen
van de totale hoeveelheid dieren die jaarlijks
gedood wordt voor wildernis- of natuurvlees.
Maar via FREE Nature (veruit de grootste
speler) gaat het, vind ik tenminste, om heel
kleine aantallen: 60 runderen en 7 paarden
eindigden in 2012 als wildernisvlees. De aan-
tallen zijn natuurlijk ook laag omdat er heel
secuur gekeken wordt of een dier echt niet
ergens anders geplaatst kan worden. Daarnaast
is het zo dat in het najaar een piek is in het
aantal dieren dat gedood moet worden. Die
eindigen om logistieke redenen niet allemaal
als wildernisvlees. Een deel gaat ook naar de
reguliere handel.
Alle gedode runderen worden voedsel voor
mensen. Bij paarden ligt dat, om sentimentele
redenen, anders. Wat de mens niet eet, gaat
Vegetariër
zoekt
Tekst: Marcel van Ool* | Beeld Schotse hooglanders: Staatsbosbeheer | beeld wildernisvlees: Marc Büchner
41
*Kunsthistoricus marcel van ool is werkzaam bij
Staatbosbeheer.
“Worsten en gehakt van dieren die
nog nooit in een stal hebben gestaan”
naar de dierentuin waar het vlees meestal aan
de leeuwen wordt gevoerd.
Als vegetariër zeg ik wel tegen vleeseters: vraag
uw (wildernis)slager om orgaanvlees! Buiten
de diervoederindustrie om, blijkt daar nauwe-
lijks een markt voor te zijn. Ja, lever, dat lukt
nog wel, maar er zit uiteraard veel meer
eetbaars aan zo’n dier. Als je al besluit het te
doden, benut het dan ook optimaal. Ik vraag
me trouwens ook af of je geen bloedworst (mijn
favoriete gerecht als kind, in een voorvegetari-
sche fase) kunt maken van grote grazers.
In onze natuurgebieden komen ook soorten
voor die traditioneel om hun vlees bejaagd
worden, zoals edelhert, wildzwijn, damhert en
ree. Vleesconsumptie is door de eeuwen heen
nogal aan smaakwisselingen onderhevig
geweest. Vooral de adel, die oorspronkelijk
natuurlijk ook de meeste jachtrechten bezat,
verorberde nogal het een en ander wat ‘de
gewone man’ verafschuwde óf niet kende
omdat het voor hem niet weggelegd was. Ik
denk bijvoorbeeld aan reiger die in de zeven-
tiende eeuw wel gegeten werd – en overigens
bejaagd werd met een valk. Maar dat waren
andere tijden.
Bij Staatsbosbeheer geldt een ‘nee, tenzij’
jachtbeleid. Dat betekent dat wanneer een
populatie te groot dreigt te worden voor het
gebied waarin zij leeft, dieren worden afge-
schoten. Ook worden dieren gedood als zij
schade aanrichten bij ‘de buren’ of in het
verkeer. Dat gebeurt door jagers en strikt op
contractbasis. De ‘buit’ is voor de jager. Alleen
op de midden Veluwe heeft Staatsbosbeheer
zelf een contract met een poelier, aan wie edel-
hert, wildzwijn, damhert en ree geleverd wordt.
En dan is er de categorie pest- en plaagdieren.
Daaronder valt in essentie natuurlijk geen
enkel dier. Maar afhankelijk van tijd, plaats en
cultuur worden dieren wel bestreden omdat ze
bijvoorbeeld ernstige overlast veroorzaken of
een ramp zijn voor inheemse flora en fauna.
Bekendste voorbeeld van die eerste groep zijn
de ganzen, en dan met name de ‘Schipholgans’.
Dat is een grauwe gans, en die soort vindt de
vette Nederlandse weiden zo geweldig dat zijn
aantallen enorm toenamen de afgelopen tien
jaar. In een straal van twintig kilometer rond
Schiphol alleen al, komen er tussen de 50.000
en 70.000 voor. Dit jaar zijn er daar 10.000 van
vergast – de diervriendelijkste en meest effec-
tieve manier van bestrijden. Je wil immers een
botsing tussen gans en vliegtuig voorkomen.
Maar dan, wat gebeurt er met het ganzenvlees?
De Nederlander was het een beetje verleerd,
het eten van gans. Toch wordt nog 63% van de
schipholganzen geconsumeerd. De Keuken
van het Ongewenste Dier, dat de kroket van
Schipholgans ontwikkelde en daar landelijke
bekendheid mee kreeg, droeg daar zeker toe bij.
Ten slotte, de catastrofale exoten, als de Ameri-
kaansebrul-ofstierkikkerofdegrijzeeekhoorn
(ook uit Amerika). Die kunnen door enorme
voortplantingsdrift, vraatzucht en gebrek aan
natuurlijke vijanden flink huishouden in de
Nederlandse natuur. Vanuit het rijk opereren
Bureau Risicobeoordeling en Onderzoeks-
programmering en het Team Invasieve Exoten
op dit gebied. Sommige soorten worden alleen
gemonitord; andere geëlimineerd. Hoe het dan
weer moet met regelgeving weet ik niet, maar
die Amerikaanse beesten kun je prima eten.
Op een Amerikaanse site vond ik 54 recepten
voor eekhoorn en in Louisiana zijn ‘Cajun-fried
Bullfrog legs’ een delicatesse. Wie durft? 
Met dank aan Meta Rijks, fauna-ecoloog bij
Staatsbosbeheer.
vlees
in het volgende nummer:
nr.16
Gerard de Vriesover het WRR-rapport over voedsel; een reportage
over het forum over voedseldat in november op het kasteel
plaatsvindt; Herman Vuijsjeover hoe afstand in tijd de tekening
kleurt; De Wilde keuken van Wouter Klootwijk; Ruud Kuijer
over zijn Waterwerken; een nieuw verhaal van Tommy Wieringa.
Het debat over voedsel, over stad en
ommeland, over duurzaamheid – het
moet worden gevoerd vinden wij
(en dat vindt u ook, anders had u dit
magazine niet in handen).
Nu het ministerie van Economische
Zaken heeft besloten Kasteel
Groeneveld te sluiten en daarmee een
einde te maken aan het platform voor
discussie dat het kasteel jaren is
geweest, zoeken wij naar wegen om de
discussie voort te zetten. We kijken
naar de rol die magazine GRNVLD daarin
kan spelen.
In het komende
nummer een
verkenning van
de vaderlandse
podia waarop
plaats is voor
de nuance.
42
Daarnaast onder meer:
Kasteel Groeneveld
Groeneveld 1
3744 ML Baarn
Zakelijke bijeenkomsten bij Groeneveld
Kasteel
Vanwege de unieke combinatie publiek, onderwijs en beleid is een zakelijke bijeenkomst in Kasteel Groeneveld meer dan een
vergadering; het is een ontmoeting. Als Buitenplaats voor stad en land is Groeneveld de plek om buiten de gebaande paden
te denken. Een vrijplaats voor de geest.
Zakelijk vergaderen in een ontspannen sfeer in Kasteel Groeneveld is mogelijk. De ruimtes worden gehuurd voor discussies,
debatten, conferenties en informatiemarkten.
Het Engelse landschapspark en de moestuin van het kasteel, lenen zich prima voor in- en ontspanning in de buitenlucht.
Grand Café  Koetshuiszolder
Waar voorheen de paarden gevoed en geborsteld werden, is nu in het Koetshuis Grand Café Groeneveld gevestigd. U kunt hier
terecht voor een uitgebreide zakelijke lunch van biologische streekproducten met uw collega’s of relaties of voor een lekkere
sandwich tussen 2 afspraken door.
Daarnaast is het mogelijk om, net als in het kasteel, een vergadering, presentatie of andere zakelijke bijeenkomst op de zolder
van het Koetshuis te organiseren.
Voor informatie en reserveringen:
Reserveringsbureau@mineleni.nl of 035 5480994
(Bereikbaar van dinsdag tot en met donderdag van 10.00 tot 16.00 uur).
[ advertentie ]
GRNVLD 2013/15

Weitere ähnliche Inhalte

Was ist angesagt? (9)

GRNVLD 2010/02
GRNVLD 2010/02GRNVLD 2010/02
GRNVLD 2010/02
 
GRNVLD 2010/01
GRNVLD 2010/01GRNVLD 2010/01
GRNVLD 2010/01
 
GRNVLD 2011/08
GRNVLD 2011/08GRNVLD 2011/08
GRNVLD 2011/08
 
GRNVLD 2011/05
GRNVLD 2011/05GRNVLD 2011/05
GRNVLD 2011/05
 
mijn vlakke land#6
mijn vlakke land#6mijn vlakke land#6
mijn vlakke land#6
 
GRNVLD 2010/04
GRNVLD 2010/04GRNVLD 2010/04
GRNVLD 2010/04
 
GRNVLD 2011/06
GRNVLD 2011/06GRNVLD 2011/06
GRNVLD 2011/06
 
MVL07_def_20090225
MVL07_def_20090225MVL07_def_20090225
MVL07_def_20090225
 
MijnHuisdier_DS_2015
MijnHuisdier_DS_2015MijnHuisdier_DS_2015
MijnHuisdier_DS_2015
 

Andere mochten auch

Forum des Acteurs du Tourisme - 12 novembre 2015
Forum des Acteurs du Tourisme - 12 novembre 2015Forum des Acteurs du Tourisme - 12 novembre 2015
Forum des Acteurs du Tourisme - 12 novembre 2015Hyères Tourisme
 
Investigations of TARP gamma-8 Null Mice
Investigations of TARP gamma-8 Null MiceInvestigations of TARP gamma-8 Null Mice
Investigations of TARP gamma-8 Null MicePatrick Stutz
 
Dossier artistas 2º Festival Sentados Frente al Mar Puerto Montt 2014
Dossier artistas 2º Festival Sentados Frente al Mar Puerto Montt 2014Dossier artistas 2º Festival Sentados Frente al Mar Puerto Montt 2014
Dossier artistas 2º Festival Sentados Frente al Mar Puerto Montt 2014Walter Velasquez
 
Equinoderm espardenya de mar
Equinoderm espardenya de marEquinoderm espardenya de mar
Equinoderm espardenya de mardanielamacias_17
 
Consigue clientes en segundos. Cómo elaborar un Elevator Pitch Ganador
Consigue clientes en segundos. Cómo elaborar un Elevator Pitch GanadorConsigue clientes en segundos. Cómo elaborar un Elevator Pitch Ganador
Consigue clientes en segundos. Cómo elaborar un Elevator Pitch Ganadoreconred
 
Instituto universitario
Instituto universitarioInstituto universitario
Instituto universitarioJ23GUSTAVO
 
Comida tipica de San Miguel Tlazintla
Comida tipica de San Miguel TlazintlaComida tipica de San Miguel Tlazintla
Comida tipica de San Miguel Tlazintlahidalgom
 
Soluciones de Colaboración Axtel
Soluciones de Colaboración AxtelSoluciones de Colaboración Axtel
Soluciones de Colaboración AxtelMundo Contact
 
Contakta Comunicación 2014
Contakta Comunicación 2014Contakta Comunicación 2014
Contakta Comunicación 2014Hernando Mestre
 
Tarkvaraline vabadus koolis vs tasuline tarkvara
Tarkvaraline vabadus koolis vs tasuline tarkvaraTarkvaraline vabadus koolis vs tasuline tarkvara
Tarkvaraline vabadus koolis vs tasuline tarkvaraEdmund Laugasson
 
María Mazzarello, modelo de madre
María Mazzarello, modelo de madreMaría Mazzarello, modelo de madre
María Mazzarello, modelo de madrejanneth bernal
 
Linear motion system catalogue.
Linear motion system catalogue.Linear motion system catalogue.
Linear motion system catalogue.DogusKalip2015
 
Lavasa Corporate Presentation December ' 11
Lavasa Corporate Presentation December ' 11Lavasa Corporate Presentation December ' 11
Lavasa Corporate Presentation December ' 11Lavasa Corporation Ltd
 
LICITACION DE PROYECTO, diseño de red, asignacion de ip, grupo y dene
LICITACION DE PROYECTO, diseño de red, asignacion de ip, grupo y deneLICITACION DE PROYECTO, diseño de red, asignacion de ip, grupo y dene
LICITACION DE PROYECTO, diseño de red, asignacion de ip, grupo y denejavier david lobato pardo
 
Seguridad en linea y sistemas de pago
Seguridad en linea y sistemas de pagoSeguridad en linea y sistemas de pago
Seguridad en linea y sistemas de pagoizrhael
 
Teaching order of Phonemes- SSP Overview Part 2 - Speech Sound Pics Teaching ...
Teaching order of Phonemes- SSP Overview Part 2 - Speech Sound Pics Teaching ...Teaching order of Phonemes- SSP Overview Part 2 - Speech Sound Pics Teaching ...
Teaching order of Phonemes- SSP Overview Part 2 - Speech Sound Pics Teaching ...Read Australia (Wiring Brains Education)
 

Andere mochten auch (20)

Forum des Acteurs du Tourisme - 12 novembre 2015
Forum des Acteurs du Tourisme - 12 novembre 2015Forum des Acteurs du Tourisme - 12 novembre 2015
Forum des Acteurs du Tourisme - 12 novembre 2015
 
Investigations of TARP gamma-8 Null Mice
Investigations of TARP gamma-8 Null MiceInvestigations of TARP gamma-8 Null Mice
Investigations of TARP gamma-8 Null Mice
 
Lumas India
Lumas India Lumas India
Lumas India
 
Dossier artistas 2º Festival Sentados Frente al Mar Puerto Montt 2014
Dossier artistas 2º Festival Sentados Frente al Mar Puerto Montt 2014Dossier artistas 2º Festival Sentados Frente al Mar Puerto Montt 2014
Dossier artistas 2º Festival Sentados Frente al Mar Puerto Montt 2014
 
Equinoderm espardenya de mar
Equinoderm espardenya de marEquinoderm espardenya de mar
Equinoderm espardenya de mar
 
Consigue clientes en segundos. Cómo elaborar un Elevator Pitch Ganador
Consigue clientes en segundos. Cómo elaborar un Elevator Pitch GanadorConsigue clientes en segundos. Cómo elaborar un Elevator Pitch Ganador
Consigue clientes en segundos. Cómo elaborar un Elevator Pitch Ganador
 
La mediación
La mediaciónLa mediación
La mediación
 
Instituto universitario
Instituto universitarioInstituto universitario
Instituto universitario
 
Verde es-vida-75
Verde es-vida-75Verde es-vida-75
Verde es-vida-75
 
Comida tipica de San Miguel Tlazintla
Comida tipica de San Miguel TlazintlaComida tipica de San Miguel Tlazintla
Comida tipica de San Miguel Tlazintla
 
Soluciones de Colaboración Axtel
Soluciones de Colaboración AxtelSoluciones de Colaboración Axtel
Soluciones de Colaboración Axtel
 
Contakta Comunicación 2014
Contakta Comunicación 2014Contakta Comunicación 2014
Contakta Comunicación 2014
 
Tarkvaraline vabadus koolis vs tasuline tarkvara
Tarkvaraline vabadus koolis vs tasuline tarkvaraTarkvaraline vabadus koolis vs tasuline tarkvara
Tarkvaraline vabadus koolis vs tasuline tarkvara
 
Cámara estenopeica
Cámara estenopeicaCámara estenopeica
Cámara estenopeica
 
María Mazzarello, modelo de madre
María Mazzarello, modelo de madreMaría Mazzarello, modelo de madre
María Mazzarello, modelo de madre
 
Linear motion system catalogue.
Linear motion system catalogue.Linear motion system catalogue.
Linear motion system catalogue.
 
Lavasa Corporate Presentation December ' 11
Lavasa Corporate Presentation December ' 11Lavasa Corporate Presentation December ' 11
Lavasa Corporate Presentation December ' 11
 
LICITACION DE PROYECTO, diseño de red, asignacion de ip, grupo y dene
LICITACION DE PROYECTO, diseño de red, asignacion de ip, grupo y deneLICITACION DE PROYECTO, diseño de red, asignacion de ip, grupo y dene
LICITACION DE PROYECTO, diseño de red, asignacion de ip, grupo y dene
 
Seguridad en linea y sistemas de pago
Seguridad en linea y sistemas de pagoSeguridad en linea y sistemas de pago
Seguridad en linea y sistemas de pago
 
Teaching order of Phonemes- SSP Overview Part 2 - Speech Sound Pics Teaching ...
Teaching order of Phonemes- SSP Overview Part 2 - Speech Sound Pics Teaching ...Teaching order of Phonemes- SSP Overview Part 2 - Speech Sound Pics Teaching ...
Teaching order of Phonemes- SSP Overview Part 2 - Speech Sound Pics Teaching ...
 

Ähnlich wie GRNVLD 2013/15

Krom is ook lekker
Krom is ook lekkerKrom is ook lekker
Krom is ook lekkerKim Noach
 
Het Wijkkrantje editie april FINAL.pdf
Het Wijkkrantje editie april FINAL.pdfHet Wijkkrantje editie april FINAL.pdf
Het Wijkkrantje editie april FINAL.pdfssuser2f62c7
 
Voedsel uit (stads)tuin in opkomst
Voedsel uit (stads)tuin in opkomstVoedsel uit (stads)tuin in opkomst
Voedsel uit (stads)tuin in opkomstKim Noach
 
Artikel Zero Waste, Raak februari 2019
Artikel Zero Waste, Raak februari 2019Artikel Zero Waste, Raak februari 2019
Artikel Zero Waste, Raak februari 2019Melissa Tihange
 
Naar buiten! seizoensmagazine (voorjaar/zomer 2017)
Naar buiten! seizoensmagazine (voorjaar/zomer 2017)Naar buiten! seizoensmagazine (voorjaar/zomer 2017)
Naar buiten! seizoensmagazine (voorjaar/zomer 2017)Yvette van Kempen
 
P 010 023 10 Boekje A5 Gemeenten
P 010 023 10 Boekje A5 GemeentenP 010 023 10 Boekje A5 Gemeenten
P 010 023 10 Boekje A5 GemeentenErwin van der Jagt
 
infographic voedselverspilling
infographic voedselverspillinginfographic voedselverspilling
infographic voedselverspillingRabobank
 
Evenementenkrant Maand van het Groene Hart 2014
Evenementenkrant Maand van het Groene Hart 2014Evenementenkrant Maand van het Groene Hart 2014
Evenementenkrant Maand van het Groene Hart 2014groenehart
 
Campagne_Green_Lifestyle
Campagne_Green_LifestyleCampagne_Green_Lifestyle
Campagne_Green_LifestyleAnke Baeten
 
Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?
Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?
Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?Elvi van Wijk
 
Mark Verhijde - Groen en smaakvol Leeuwarden
Mark Verhijde - Groen en smaakvol LeeuwardenMark Verhijde - Groen en smaakvol Leeuwarden
Mark Verhijde - Groen en smaakvol LeeuwardenMark Verhijde
 
WOI in de kijker. Verras je publiek (27/11/2015): 1914 - 1918. Tuinieren tege...
WOI in de kijker. Verras je publiek (27/11/2015): 1914 - 1918. Tuinieren tege...WOI in de kijker. Verras je publiek (27/11/2015): 1914 - 1918. Tuinieren tege...
WOI in de kijker. Verras je publiek (27/11/2015): 1914 - 1918. Tuinieren tege...Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG)
 
Karlijn Koudstaal, Synovate (2009) 'Lekker naar de boer!' online versie
Karlijn Koudstaal, Synovate (2009)  'Lekker naar de boer!'  online versieKarlijn Koudstaal, Synovate (2009)  'Lekker naar de boer!'  online versie
Karlijn Koudstaal, Synovate (2009) 'Lekker naar de boer!' online versieKarlijn Koudstaal
 

Ähnlich wie GRNVLD 2013/15 (20)

Krom is ook lekker
Krom is ook lekkerKrom is ook lekker
Krom is ook lekker
 
Het Wijkkrantje editie april FINAL.pdf
Het Wijkkrantje editie april FINAL.pdfHet Wijkkrantje editie april FINAL.pdf
Het Wijkkrantje editie april FINAL.pdf
 
Voedsel uit (stads)tuin in opkomst
Voedsel uit (stads)tuin in opkomstVoedsel uit (stads)tuin in opkomst
Voedsel uit (stads)tuin in opkomst
 
De zwammerij
De zwammerijDe zwammerij
De zwammerij
 
Artikel Zero Waste, Raak februari 2019
Artikel Zero Waste, Raak februari 2019Artikel Zero Waste, Raak februari 2019
Artikel Zero Waste, Raak februari 2019
 
Naar buiten! seizoensmagazine (voorjaar/zomer 2017)
Naar buiten! seizoensmagazine (voorjaar/zomer 2017)Naar buiten! seizoensmagazine (voorjaar/zomer 2017)
Naar buiten! seizoensmagazine (voorjaar/zomer 2017)
 
Tebuiten Arnhem
Tebuiten ArnhemTebuiten Arnhem
Tebuiten Arnhem
 
DowntoEarth_33
DowntoEarth_33DowntoEarth_33
DowntoEarth_33
 
P 010 023 10 Boekje A5 Gemeenten
P 010 023 10 Boekje A5 GemeentenP 010 023 10 Boekje A5 Gemeenten
P 010 023 10 Boekje A5 Gemeenten
 
Art22ecotrend
Art22ecotrendArt22ecotrend
Art22ecotrend
 
infographic voedselverspilling
infographic voedselverspillinginfographic voedselverspilling
infographic voedselverspilling
 
Evenementenkrant Maand van het Groene Hart 2014
Evenementenkrant Maand van het Groene Hart 2014Evenementenkrant Maand van het Groene Hart 2014
Evenementenkrant Maand van het Groene Hart 2014
 
Campagne_Green_Lifestyle
Campagne_Green_LifestyleCampagne_Green_Lifestyle
Campagne_Green_Lifestyle
 
El Azul es el Color de la Abundancia
El Azul es el Color de la AbundanciaEl Azul es el Color de la Abundancia
El Azul es el Color de la Abundancia
 
Hvc magazine
Hvc magazineHvc magazine
Hvc magazine
 
Boekje inspiratietoer
Boekje inspiratietoerBoekje inspiratietoer
Boekje inspiratietoer
 
Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?
Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?
Luisteren naar de consument. Hoe doe je dat?
 
Mark Verhijde - Groen en smaakvol Leeuwarden
Mark Verhijde - Groen en smaakvol LeeuwardenMark Verhijde - Groen en smaakvol Leeuwarden
Mark Verhijde - Groen en smaakvol Leeuwarden
 
WOI in de kijker. Verras je publiek (27/11/2015): 1914 - 1918. Tuinieren tege...
WOI in de kijker. Verras je publiek (27/11/2015): 1914 - 1918. Tuinieren tege...WOI in de kijker. Verras je publiek (27/11/2015): 1914 - 1918. Tuinieren tege...
WOI in de kijker. Verras je publiek (27/11/2015): 1914 - 1918. Tuinieren tege...
 
Karlijn Koudstaal, Synovate (2009) 'Lekker naar de boer!' online versie
Karlijn Koudstaal, Synovate (2009)  'Lekker naar de boer!'  online versieKarlijn Koudstaal, Synovate (2009)  'Lekker naar de boer!'  online versie
Karlijn Koudstaal, Synovate (2009) 'Lekker naar de boer!' online versie
 

GRNVLD 2013/15

  • 1. eN verDer Zilte zeekaas, Dick Soek De smultuin van Claudia Reina Stadslandbouw op de vierkante meter ‘Geheim recept’ Complexiteit is geen excuus samuel leVie Ons dagelijks brood Henk wildscHut It’s the Food, Stupid! FeliX rottenBerg maGaziNe over heT verbiNDeN vaN sTaD eN LaND maGaziNe over vaN sTaD eN LaND152013
  • 2. coloFon GRNVLD is een uitgave van Sjaalman Media in opdracht van Kasteel Groeneveld. GRNVLD verschijnt vier keer per jaar. Het volgende nummer verschijnt in december 2013. GRNVLD Groeneveld 2, 3744 ML Baarn, grnvld@mineleni.nl uitgever Sjaalman Media, Chris van Koppen redactie Redactie: Brigitte van Mechelen (hoofdredacteur, interim), Christine Tinssen (managing editor), Mariken Bokeloh (redacteur) Vormgeving Volta_ontwerpers, Utrecht druk Wilco, Amersfoort medewerkers Marco Bakker, Mark Boog, Jos Collignon, Marlies van Diest, Rob Elfring, Maaike Hartjes, Comic House, Jan Dobbe, Kester Freriks, Jan Hartholt, Michiel de Jong, Frank Jonker, Lizet Kruyff, Caroline van der Lee, Marcel van Ool, Aloys Oosterwijk, Hans van Oudenaarden, Frank van Pamelen, Patty Scholten, Matthijs Sienot, Marjan Slob, Willem Vleeschouwer, Isabel van der Weijden, Tommy Wieringa Foto cover Hollandse Hoogte, Michiel Wijnbergh Foto achterkant Brigitte Kroone Alle zorg is besteed aan het achterhalen van de namen van de rechthebbenden. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen contact opnemen met de uitgever. issn 1566-6190 grnvldmagazine Kasteel Groeneveld Zelf groente verbouwen is ‘in’, de wachtlijsten voor moestuinen groeien en in de steden ontspruit het ene na het andere stadslandbouwproject. Zelfs de first lady is naast het Witte Huis een groentetuin begonnen. ‘Prachtig’ vindt de een, ‘goed voor de cohesie ook’. ‘Gerommel in de marge’, want ‘zo ga je de wereldbevolking niet voeden’, vindt de ander. Deze patstelling is illustratief voor de verwarring rond voedsel – weinig onderwerpen roepen zo veel tegenstrijdige visies en emoties op. Niet bij Gerard overigens, mijn buurman ‘op de tuin’. Gerard is 85 en hij ‘bouwt’ al 56 jaar op het nutstuinen complex waar ik sinds drie jaar zijn buurvrouw ben. Ik leer veel van hem. ‘Alles wat rolt kan de diepvries in’ bijvoorbeeld en dat een gang naar het tuincentrum nergens voor nodig is, de tuin wil ‘door’ en levert genoeg zaden. En anders hebben Gerard of mijn andere buurmannen wel wat voor me, aardbeienplantjes, rabarberscheuten. Omgekeerd werkt het ook, regelmatig fietsen ze huiswaarts met onder hun snelbinders een bos bloemen van mijn grond, voor hun vrouw. Een oplossing voor het voedselvraagstuk is het niet. Wel geluk. VooraF grnvldmagazine Kasteel Alle zorg is besteed aan het achterhalen van de namen van de rechthebbenden. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen contact opnemen met de uitgever. issn 1566-6190 grnvldmagazine Kasteel met onder hun snelbinders een bos bloemen van mijn grond, Een oplossing voor het voedselvraagstuk is het niet. Beeld: Brigitte van Mechelen Brigitte van Mechelen, hoofdredacteur, interim [Britt@xs4all.nl] 02
  • 3. 03 Herkauwen 04 06 09 10 12 18 23 24 26 28 31 32 34 36 38 40 zaaigoed Kort nieuws interview Felix Rottenberg forum Gesprek over voedsel ander beeld PARK(ing) Day beeldessay Henk Wildschut reportage Verbeter de wereld, begin een buurtmoestuin programma Evenementen wende Samuel Levie verhaal Tommy Wieringa kaf en koren Reflecties, inzichten vers Patty Scholten mijn landschap Dick Soek oogst Schoon water en vieze regen mmm Claudia Reina verstript Demeter en Persephone de plek Vegetariër zoekt vlees 24 inHoud samueL Levie, oprichTer Yfm, over voeDseL eN ToeKomsT Wende 03
  • 4. 04 duurzame paraplu BiologiscH ritme NIEUWS – PUBLICATIES, TENTOONSTELLINGEN, PRIJSVRAGEN, CAMPAGNES, SYMPOSIA, INNOVATIES. NIEUWS EN PERSBERICHTEN KUNT U STUREN NAAR GRNVLD, GROENEVELD 2, 3744 ML BAARN, GRNVLD@MINELENI.NL resTmaTeriaLeNhuis Zonder geld een huis bouwen? In Nijmegen lukt dat. In mei vorig jaar begon onder- nemer Juul Martin aan zijn Huis van Overvloed. Het moest een compleet nieuw pand worden, gemaakt van restmateriaal. En nu is het af. Meer dan 170 vrijwilligers hielpen mee met de bouw, van hobby- klussers tot professionele aannemers. Het materiaal kwam van fabrikanten die er niets meer mee konden. Zo kregen ze zonnepanelen vanwege kleurverschil en zijn de wanden gemaakt van houten pallets met een niet-gangbaar formaat. Het pand gaat dienst doen als werk- en ontmoetings- plek omtrent duurzaamheid en sociale innovatie. Op 14 september vond de officiële opening plaats. eeTcafÉ Het Eetcafé is een on- en offline hangout voor boer en burger, een website waar boeren en burgers elkaar ontmoeten. Waar twee wereldbeelden bij elkaar komen en waar het begint te schuren, ontstaan de mooiste dingen. Daarom is de dialoog tussen stad en platteland zo belangrijk. Met Het Eetcafé brengen de Youth Food Movement (YFM) en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) boeren en burgers samen. Om elkaar te leren kennen, vragen te stellen, kritisch te zijn en discussie te voeren – omdat voedsel verbindt. Het Eetcafé is onderdeel van de internationale webcampagne FoodPoliticsEU. Naast het onlineplatform, worden er Eetcafé’s door het hele land georganiseerd, in de stad en op het platte- land. Boeren uit de stad ontmoeten de consument; stedelingen gaan het platteland op om te kijken waar hun eten vandaan komt. KijK oP: www.heteetcafe.eu FruittattooNooit meer per ongeluk een sticker in je mond krijgen bij het eten van een appel. Fruittelers mogen vanaf nu met een laserstraal tatoeages aanbrengen op de schil. Dat heeft de Europese Unie laten weten. Zelfs het maken van logo’s behoort tot de mogelijkheden. Dat maakt stickers overbodig en dat is goed nieuws voor de besparing van lijm en papier. De fruittatoeages zijn bedacht door een bedrijf uit Valencia. Dat gebruikt hiervoor kleurstoffen die ook in etenswaren te vinden zijn. Omdat het tatoeëren van fruit niet schadelijk is voor de gezondheid heeft de EU er toestemming voor gegeven. Boeren en Burgers laserstraal tatoeages recYcLe pLu Huis Van oVerVloed zaaigoed jetlag Amerikaanse biologen hebben ontdekt dat groenten en fruit net als wij een biologisch ritme hebben. Volgens National Geographic blijken ze tot een week na het oogsten nog te reageren op licht en donker. Hun biologische klok helpt de planten zich te beschermen tegen insecten. Zo maakt kool een afweer- middel aan op het moment van de dag dat rupsen op zoek gaan naar eten. Uit het onderzoek bleek dat dit effect ook na het oogsten goed in stand te houden is. Door het licht in supermarkten aan te passen aan de ritmes van groenten en fruit blijven deze langer vers. Ieder jaar worden er één miljard kapotte paraplu’s weggegooid. Een enorme verspilling van grond- stoffen. Drie Italiaanse designers hebben een nieuwe paraplu ontwikkeld die 100 procent recyclebaar is: de Ginkgo. Het is de eerste duurzame paraplu (helemaal gemaakt van polypropyleen) en licht, sterk en flexibel. Een gewone paraplu bestaat uit 120 elementen, de Ginkgo uit slechts 20. Dus… mocht er onverhoopt een onderdeel kapotgaan, kan dat eenvoudig vervangen worden. Hij is echter nog niet te koop; via crowdfunding wordt het nodige bedrag opgehaald om het ontwerp te commercialiseren. KijK oP: www.ginkgoumbrella.com KijK oP: www.huisvanovervloed.nl
  • 5. 05 Verdronken land De mogelijkheden en beperkingen van het landschap van de Nederlandse provincies Groningen, Friesland en Drenthe en die van de Duitse provincies Oost-Friesland en Emsland hebben grote overeenkomsten. Alle reden om samen te werken in een groot project: ‘Land van Ontdekkingen’. De tentoonstelling ‘Het verdronken land is vruchtbaar’ in het Groninger Museum is een grensoverschrijdende reis door het archeo­ logisch verleden die teruggaat naar meer dan 12.000 jaar geleden toen men nog kon lopen van de Hondsrug tot aan de Doggersbank, die midden in de Noordzee ligt. Het Runenstaafje van Westeremden, het masker van Middelstum, goud en zilverschatten, een prachtige serie aardewerk van de steentijd tot nu, demonstreren de rijkdom van de vruchtbare kwelders die zijn afgezet op het eens verdronken land. Naast het Groninger Museum zijn er exposities te zien in het Fries Museum en het Drents Museum. De eerste tentoonstelling in deze reeks was te zien in het Ostfriesisches Landes Museum Emden. De tentoonstellingen maken deel uit van een internationale manifestatie ‘2013 – Land van Ontdekkingen’. Groninger Museum, 21-09-2013 t/m 09-02-2014 programmatips tentoonstelling De Nieuwe Liefde De Nieuwe Liefde maakt programma’s op het gebied van ethiek, filosofie, cultuur, religie en politiek, die het publiek aan het denken zetten, wakker schudden en bemoedigen. Twee tips uit de serie ‘Voorbij het neoliberalisme’; analyse en gesprekken met gasten die anders proberen te denken en doen. Dinsdag 15 oktober / maatschappelijk verantwoord ondernemen Veel bedrijven doen al jaren aan ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Vaak is het echter vooral een marketingtool die ‘goed verkoopt’ in plaats van een poging echt verantwoordelijkheid te nemen. Als we willen dat MVO werkelijk verantwoord is, aan welke voorwaarden moet het dan voldoen? Dinsdag 12 november / duurzaamheid Verantwoord consumeren om de uitputting van onze grondstoffen tegen te gaan: het klinkt als een duurzame oplossing, maar dat valt te betwijfelen. Want, onderbouwd met het argument van keuzevrijheid, is de keuze niet mee te doen ook geaccepteerd. Als we echt duurzaam willen leven en de uitputting van onze aarde tegen willen gaan, wat kunnen wij burgers dan doen?  Waar: Da Costakade 102, 1053 WP Amsterdam Aanvang: 20.00 uur, Grote Zaal
 Prijs: € 10 / € 7,50* (*CJP, studenten, Stadspas) Tel.: 020 589 16 80 Kaarten: www.denieuweliefde.com Biodesign in Het Nieuwe Instituut Kruisbestuiving Biodesign, over de kruisbestuiving van natuur, wetenschap en creativiteit in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam / 27-09-2013 t/m 05-01-2014 Kijk op: www.hetnieuweinstituut.nl Dit najaar presenteert Het Nieuwe Instituut de tentoonstelling Biodesign, over de kruisbestuiving van natuur, wetenschap en creativiteit. Curator William Myers heeft hiervoor tientallen projecten geselecteerd, waarbij levende systemen een integraal onderdeel vormen van het ontwerpproces. Zo worden bomen onderdeel van huizen en bruggen, vormen champignons de basis voor verpakkingsmateriaal en groeien tabaksbladeren uit tot patronen voor tegels. De zoektocht naar integratie van natuurlijke processen in het ontwerpproces is niet van vandaag. Het veranderende klimaat en de groeiende schaarste van grondstoffen zorgen ervoor dat deze zoektocht aan urgentie wint. De tentoonstelling biedt zicht op nieuwe materialen en de toepassingsmogelijkheden van biologie binnen architectuur en design. © Milo   Editt Tower Solaris by T. R. Hamzah & Ken Yeang
  • 7. 07 “Elke verandering begint met de consument, met de burger” Na zes debatten in De Rode Hoed in Amsterdam over de toekomst van de landbouw en ons voedsel was men nog lang niet uitgepraat; er volgde nog een serie. Beide reeksen met de titel ‘It’s the Food, Stupid!’ werden geleid door Felix Rottenberg. Hoog tijd om hem te vragen naar zijn persoonlijke visie. Tekst: Kester Freriks* | Beeld: Aloys Oosterwijk** © Comic House *Kester Freriks (1954) is verbonden aan NRC Handelsblad. Hij is schrijver van romans en van boeken over de natuur, waaronder het recente Verborgen wildernis. Ruige natuur en kaarten in Nederland. **Aloys Oosterwijk (1956) volgde de Academie van beeldende kunsten in Arnhem.Grote bekendheid verwierf hij met de strip Willems Wereld in Panorama. Vanaf 2004 is hij rechtbanktekenaar. VoorFelix Rottenberg begon de belangstelling voor de natuur in zijn vroege jeugd op enkele cruciale momenten, die hem veel hebben geleerd over de samenhang tussen de mens en zijn omgeving, tussen stad en land, tussen stedeling en boer. Allereerst dankzij ‘een inspi- rerende, geweldige’ lerares, juffrouw Teer, op de Eerste Openluchtschool voor het Gezonde Kind. En daarna rond zijn vijftiende jaar op de boerderij van zijn ouders in Frank- rijk. De kern van zijn belangstelling ligt bij de rol die voedsel in ons dagelijks leven speelt en hoe voedsel van beslissende invloed is op het wereldwijde en wereldomspannende net- werk van, ja… van de productie van ons dagelijks brood zelf. Een gesprek met Rottenberg, op een dag in augustus, is een bijzondere ervaring: hij denkt op systematische wijze in zeven thema’s, dat betekent zeven steunpunten voor zijn denken. Vervolgens legt hij boeiende dwarsverbanden en verbindt hij zijn inzichten met politieke aanbevelingen. Maar tegelijk is zijn geest ook vrij om die zeven thema’s los te laten en zijn denken de vrije teugel te bieden. permanent leerproces Rottenberg (Amsterdam, 1957) geniet bekendheid als poli- ticus van de PvdA, voor welke partij hij partijbestuurder was. Jarenlang vervulde hij een belangrijke taak in het Nederlandse maatschappelijke debat als directeur van het Amsterdamse Politiek en Cultureel Centrum De Balie. Hij zegt: ‘Nu besteed ik 50% van mijn tijd aan het bestuderen van voedsel- en landbouwproblematiek. Ik leid debatten, zoals de ‘It’s the Food, Stupid!-reeksen in De Rode Hoed. Ook zit ik strategische sessies voor bij bedrijven werkzaam in de agricultuur. Ik bevind me in een permanent leer­ proces. Maar dat alles is dus begonnen in mijn jeugd.’ wijs Het ouderlijk huis van Rottenberg stond aan de rand van Amsterdam Nieuw-Zuid, op de grens van de stad waar de weilanden begonnen. Daar kwam hij in contact met de natuur. Dat was zo’n beslissend moment. Belangrijker nog was de aankoop door zijn ouders van een vervallen boerderij op het Franse platteland, in de Auvergne. Dat was in 1975, herinnert Rottenberg zich. Hij vervolgt: ‘Het lag in een van de armste streken van Frankrijk. Het was er enorm smerig, de boerenfamilie van wie het huis eigendom was had niet eens een wc of douche. Mijn zuster Sandra en ik waren kind aan huis bij de familie. Ik mocht meedoen met de kleine jacht op konijnen, herten, soms een wild zwijn. Deze jacht maakt je vertrouwd met de natuur, met het zoeken en vinden van sporen, met het gedrag van dieren. Ik ontdekte de autarkie van dit boerenbedrijf. Ik vond als jonge jongen de boeren wijs. Hun leven samen met de natuur en op het ritme van de natuur boeide me. Hun afhankelijkheid van land was groot, dus zetten ze het geld dat ze over hadden meteen om in land. Land is verbondenheid met de natuur en biedt koeien de gelegenheid tot grazen. En dat levert weer meer melk op, onder meer voor het maken van kaas.’ Ergens rond 1988 nodigde Rottenbergs vader de boer en boerin uit om naar Nederland te komen. Ze bezochten niet alleen Texel en Giethoorn, ook gingen ze naar een collega- boer met een melkstal van 250 koeien. Dat was wel wat anders dan de 60 die zij hadden. Bovendien werden de koeien gemolken met een indrukwekkende melkmachine, heel wat moderner dan hun machine van verouderd model. Dat leidde tot grote verbazing. Kort na terugkeer beschikte niet alleen de Franse boer zelf, maar ook de boeren in de omtrek over een moderner melkmachine. ‘Kijk,’ zegt Rottenberg, ‘zo’n gegeven boeit me. Het bezoek leidde tot innovatief denken en handelen in het boerenbedrijf.’ werkbezoek In de loop van zijn carrière als politicus bij de PvdA, directeur van De Balie en in zijn huidige tijd als zelfstandig denker en onderzoeker heeft Rottenberg tal van inspire- rende mensen ontmoet. De held van zijn politieke verleden was Joop den Uyl. Nu heeft hij veel waardevolle kennis te danken aan onder meer politiek-cultureel filosoof Paul Kuijpers en Hans Huijbers, voorzitter van de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO) en commissaris van vleesfabrikant VION Food. Ook landbouwpionier
  • 8. 08 Piet van IJzendoorn, die een boerderij heeft in de Flevo­ polder, maakt onderdeel uit van Rottenbergs ‘denktank’. Evenals Wouter van der Weijden, bioloog, natuur­ beschermer en directeur van het Centrum voor Landbouw en Milieu. En Bert van Ruitenbeek, zijn medestander bij de organisatie van de voedseldebatten. Zijn PvdA-verleden beschouwt hij als ‘zeer leerzaam’. Rottenberg: ‘In die tijd ging ik eens per week op werkbezoek in stad en ommeland. Ik vind die beide begrippen van essen- tieel belang: de stad kan niet zonder de landerijen en het boerenland eromheen. En omgekeerd. Daarvan moeten zowel boer als stedeling zich bewust zijn. Tijdens de werk- bezoeken bezocht ik de plaatselijke drogist, de boeren, ondernemers, een onderwijzer van de lokale school. Ik ont- dekte dat kennis altijd teruggaat naar de oorsprong, en dat is het land zelf. Dat geldt vooral voor de kleinschalige ecologi- sche en biologische landbouw. Die lijn zet ik voort tijdens de debatten in De Rode Hoed waar producenten van de kleine landbouw in gesprek gaan met de grootschalige boeren. Ook wetenschappers en consumenten zijn daarbij aan­ wezig. Telkens blijkt dat we met zijn allen terugkeren naar de oorsprong van ons voedsel, namelijk de grond zelf.’ club van rome Het begrip Groene Revolutie keert telkens terug tijdens het gesprek. De verschillende fasen daarin – van de eerste gedachten over milieu tot de laatste ontwikkelingen waarin duurzaamheid centraal staat – bestudeert Rottenberg in samenhang met zijn eerder verwoorde visie over de bron van alles: de grond waarop wij leven. Voor Rottenberg vormt de ‘vruchtbaarheid van de bodem de maat van alle bestaan’. Hij vervolgt: ‘We bevinden ons in het midden van het begin van de Groene Revolutie.’ Dat vereist nadere uitleg, en die volgt meteen. Soms blikt Rottenberg even op een lijstje met aantekeningen: ‘Het echte begin ligt in de jaren zeventig, met het Rapport van de Club van Rome. In Nederland volgde al snel het Rapport van de Commissie Mansholt, opgesteld aan de vooravond van het eerste kabinet Den Uyl. Voor het eerst deed het begrip milieu zijn intrede; duur- zaamheid bestond nog niet. Daarna kwam de tweede fase, eind jaren tachtig. Een voorhoede van slechts 2% pleitte voor biologisch-dynamische landbouw. Dat is weinig, maar het was een belangrijk begin.’ financiële belangen Rottenberg is hoopvol gestemd over vertegenwoordigers van de derde fase. Deze jongste generatie die ongeveer vijf jaar geleden aantrad propageert Youth For Food en Slow Food. ‘De oorsprong van ons voedsel is een belangrijk issue. Ik zou ervoor willen pleiten dat voedselkennis een plaats krijgt in het onderwijs, naast taal, rekenen en andere vakken. Je zou er zelfs over kunnen denken om het vak bio- logie, dat vaak heel abstract wordt, om te zetten in voedsel- kennis. Als de consument eenmaal weet waar het voedsel vandaan komt, dan neemt de bewustwording toe. Tijdens de debatten merk ik dat de financiële belangen van de agri-industrie op wereldwijde schaal zo reusachtig zijn, dat daarin weinig verandering valt te verwachten. Elke verandering begint met de consument, met de burger.’ Rottenberg komt met de stelling: ‘Van goede producten die een intens gezonde smaak hebben, ben je eerder verzadigd. Dat voorkomt dat mensen zich aan goedkope, ongezond gefabriceerde producten gaan overeten. Een smakeloze plak jonge kaas is minder voedzaam dan een mooi gerijpt stuk oude kaas. Bij dit bewustzijn behoort het “eten met de seizoenen mee”. Dat is belangrijk.’ geen schijn van kans Waar Rottenberg zich zorgen over maakt, zijn de slechte kringlopen in de voedselproductie. In Brazilië worden de savannen vernietigd ten gunste van de sojaplantages. Nederland is een van de grootste importeurs ter wereld van de soja, voornamelijk als voer voor koeien. Van de melk van Nederlandse koeien wordt kaas gemaakt. ‘Die kaas,’ aldus Rottenberg, ‘wordt geëxporteerd naar Brazilië en concur- reert met de kaas van de plaatselijke boeren. Nederlandse kaas is veel goedkoper, dus de kleine Braziliaanse boer heeft geen schijn van kans. Dat is een voorbeeld van een slechte kringloop.’ Rottenberg pleit voor de ‘permacultuur’, ofwel een cultuur waarin planten en bodem een ‘permanente’ band met elkaar aangaan: ‘De permacultuur hangt samen met de cycli der seizoenen. Maar ook met de verhoudingen tussen planten en bomen onderling. Als je bramenstruiken laat groeien in de schaduw van een pruimenboom, dan is de opbrengst groter.’ Voor Rottenberg is permacultuur meer dan alleen het combineren van verschillende plantensoorten, het gaat ook om het bijeen brengen van grotere eenheden, zoals hij tijdenseenwerkbezoekaandeUniversiteitvanWageningen leerde. ‘Bij dieren kan dat samenbrengen tot grotere een­ heden echter niet. Dieren hebben een waardig bestaan nodig en daar hoort ruimte bij. De risico’s van veel dieren bij elkaar zijn zeer groot. Stel dat op een geitenboerderij met honderden dieren een geitje geboren wordt met Q-koorts. Dan zijn de rampen niet te overzien. Massificatie van dieren is een gevaarlijke vorm van voedselproductie. Massificatie hangt samen met de megalomanie van de voedselindustrie. Waarom zou een concern wereldwijd willen opereren, beperk je tot Noordwest-Europa, dat is al voldoende werk- terrein voor een verantwoorde, min of meer kleinschalige marktwerking.’ missie Opnieuw komt Rottenberg terug op de jonge generatie, op wie hij zijn hoop heeft gevestigd. Deze generatie bepleit de ‘one health’-gedachte, waarin op integrale wijze gekeken wordt naar gezondheid, voedsel, landbouw, mens en dier. Hij betreurt het dat minister Kamp van Economische Zaken de landbouw uit het ministerie heeft verdreven onder het motto ‘landbouw is immers ook economie’. Hier- mee mist onze regering de directe bemoeienis met én ver- antwoordelijkheid voor de landbouw, volgens Rottenberg. Daarom zou hij ervoor willen pleiten om tot een volgende stelling te komen, een missie die hij uitdraagt in tal van interview
  • 9. 09 commissies: ‘Baat vernuft uit. Breng mensen samen. Dat stuurt de innovatie en dan blijf je de politiek beïnvloeden.’ Het is voor hem een teleurstellende gedachte dat Neder- land niet echt vooroploopt als het gaat om innovatie in het domein van de landbouw. ‘We hebben de beste universiteit als het gaat om tuin- en landbouw, namelijk Wageningen. En we hebben de beste universiteit als het gaat om stads- ontwikkeling, dat is Delft. Die verbinding tussen die twee, tussen stad en ommeland, is van cruciaal belang om de Groene Revolutie te blijven aanmoedigen. De politiek is helaas te pragmatisch en te weinig idealistisch.’ versnippering Rottenberg is gevraagd zitting te nemen in het Bijenberaad. Onlangs bezocht hij op eigen initiatief Duitsland om onder- zoek te doen naar de sterfte onder bijen. Het viel hem op dat men in Duitsland verder is als het gaat om duurzaamheid en milieudaninNederland.InNederlandroemthijgeneralisten uit de politiek als Cees Veerman en Pieter Winsemius, maar de versnippering hebben zij niet kunnen tegenhouden. Rottenberg: ‘Er is geen politicus of staatsvrouw die de innovatie op landbouwgebied aanvoert. In Duitsland is het besef van duurzaamheid in het politieke veld veel verder doorgedrongen. Een bedrijf als Ahold loopt verschrikkelijk achter. Unilever daarentegen heeft altijd al duurzaamheid van groot belang geacht; hier zitten leden in de Raad van bestuur die dat beseffen en daar ook daadwerkelijk naar handelen. Cruciale voorwaarde is dat marktbelang en eco- logisch belang niet langer strijdig zijn. Er zou veel eerder een synthese moeten komen. De kennis van de jongste generatie voorstanders van de Groene Revolutie is onge- kend groot. Dat moeten zij politiek inzetten. En tot slot wil ik graag terugkeren naar het begin van ons gesprek: kennis van voedsel reikt veel verder dan alleen wat je koopt in de supermarkt. Het is uiteindelijk de consument die bepaalt wat waardigheid is voor het dier, wat van belang is voor de bebouwing van ons land. Voedsel boeit me mateloos omdat het zo alomvattend is.’  Vreten voor de stad was de plastische werktitel tijdens de voorbereiding van het Groeneveld Forum dat op 3 en 4 november wordt gehouden. Het is ontleend aan een werk van de schilder Han Jansen (1931-1994). Het geeft direct aan waar het Groeneveld Forum over gaat. In 2040 woont 70% van de mensen in de steden. En van die steden ligt 80% in kustgebieden. Voor een land als het onze dat tegelijk een Delta en de Tweede exporteur van landbouw­producten in de wereld is (ja, ook bier), liggen hier grote mogelijkheden en grote opgaven (problemen). ‘Hoe gaan wij de komende decennia een snelgroeiende wereldbevolking op een duurzame wijze voeden’? Dat lijkt de belangrijkste vraag te zijn die de komende jaren in onze samenleving centraal staat. Tegelijkertijd moeten wij constateren dat deze vraag grote verdeeldheid zaait. Kan het ons helpen om te onderzoeken welke dieper­ liggende waarden ten grondslag liggen aan ons voedsel? Welke urgenties liggen er en kunnen wij vanuit de verschillende oriëntaties een nieuwe verbinding maken? Het Groeneveld Forum 2013 organiseert een gesprek over de dieperliggende waarden en urgenties van onze voedselvoorziening. Een dialoog met vooraanstaande experts uit bedrijfsleven, wetenschap, maatschappelijke organisaties, politiek en overheid die met elkaar de verbinding en de verdieping willen zoeken. Inleidingen zullen worden gegeven door onder andere: prof. dr.ir. Gerard de Vries van de Wetenschappelijke Raad voor het Regerings­ beleid en voorzitter van de projectgroep die het WRR-rapport over voedsel voorbereid; prof. dr. Dirk Sijmons, curator van de Internationale Architectuur Biënnale 2014 in Rotterdam ‘Urban by Nature’; prof. dr. Maarten Doorman, filosoof, schrijver en dichter maar ook hoogleraar cultuurfilosofie; Kees de Gooijer, directeur TKI Agri Food, en Feike Sijbesma, CEO DSM. Creatieve innovatoren als The Beach presenteren nieuwe inzichten en praktijken. En vanuit de Waarden van het land verkent Ton Duffhues met de deelnemers de gronden van hun voedselkeuzen. Het Groeneveld Forum laat in wie er spreken, in wie er participeren en in zijn vormgeving zien waarom en hoe we de opgaven tegemoet treden. Waarom en hoe daaraan gewerkt wordt in combinaties van de dominee en de koopman, lokaal en globaal, ambacht en industrie, innovatie en traditie. Met Ahead of the Game destilleren we gedeelde urgenties uit onze verschillende waarden. • Als u het Groeneveld Forum wilt bijwonen kunt u zich aanmelden bij Kasteel Groeneveld: reserveringsbureau@mineleni.nl Tel.: 035 548 09 94 Jan Hartholt (j.hartholt@mineleni.nl) forum: Verdiepend gesprek over urgenties van onze voedselvoorziening Gesprek over voedsel (zonder etiket)
  • 11. Tekst: Christine Tinssen | Beeld: Marlies van Diest Ontwerp 11 PARK(ing) Day Op een dag had iemand genoeg van alle ruimte die een geparkeerde auto inneemt. Met een auto omgevormd tot een parkje parkeerde Rebar – een kunst- en ontwerpstudio uit San Francisco – op verschillende plekken in de stad. Dit groene initiatief vond al snel navolging en inmiddels worden er volgens de laatste telling op de derde vrijdag van september in 35 landen en 162 steden bijzondere plekken ingericht op plaatsen waar anders auto’s staan. Wie weet dit jaar ook in Nederland? PARK(ing) Day is een initiatief van Rebar (rebargroup.org), ontstaan in 2005. Het idee is dat je bij de gemeente voor een dag een parkeer­ plaats huurt en de plek naar eigen ideeën inricht. Zie ook parkingday.org De foto is genomen op 21 september 2012 in San Francisco, Mission district.
  • 12. Khouribga Phoshate Mine / Flevoland Potato Field, 2012 beeldessay 12
  • 13. Tekst: Brigitte van Mechelen | Beeld: Henk Wildschut 13 Het grotere plaatje 13 Ben Guerir, Phosphate Mine / Wieringermeer, Tomato Greenhouse, 2012
  • 14. Ben Guerir, Phosphate Mine / Wieringermeer, Tomato Greenhouse, 2012 beeldEssay 14 ‘Een lekker ongenuanceerde, activistische serie ga ik maken, tégen de Monsanto’s; tégen gemanipuleerde mais en anti-globalistisch want in “lokaal en kleinschalig” ligt immers de redding. Dat was mijn reactie toen ik de opdracht voor Document Nederland* kreeg. Dit na nachten wakker liggen trouwens, want toen mij tijdens het eerste telefoontje met het Rijksmuseum werd verteld dat voedsel het onderwerp was, kreeg ik echt het zweet. Er zijn weinig onderwerpen zo ingewikkeld, zo controversieel en zo essentieel… Maar al heel snel voelde ik me ongemakkelijk over mijn aanpak; herkauwen wat veel documentairemakers en journalisten de laatste jaren hebben laten zien, was wat ik aan het doen was. En toen ik de eerste foto’s ging maken, besefte ik: ik héb deze beelden al gezien. Vanaf dat moment ben ik andere informatie gaan opzoeken, Fresco’s Nieuwe Spijswetten gaan lezen en gesprekken met innovatieve ondernemers gaan voeren. En vanaf dat moment voelde ik me thuis. Terug bij de nuance. Zwart-witdenken lost niets op, dat is waar ik in mijn werk steeds op uitkom. In mijn vorige serie Shelter bijvoorbeeld gaat het over de clichébeelden die er van illegalen bestaan. Losers zouden het zijn, uitschot. Mijn beelden van de zorgvuldig bij elkaar gesprokkelde, ontroerend nette interieurs
  • 15. 15 Jorf Lasfar, Fertilizer Factory / Wieringermeer, Tomato Greenhouse, 2012 “De weg naar de toekomst leidt via innovatie, niet via nostalgie” van hun hutten laat zien hoe ongelooflijk ondernemend en krachtig vluchtelingen zijn. Tussen ons en ons voedsel is zo veel afstand dat we schrikken wanneer we zien hoe het gepro- duceerd wordt. Vroeger was het beter, denken we van de weeromstuit – lokaal, ambachtelijk. En als we dan bijvoorbeeld een varkens-wc zien die ik bij het Varkens innovatiecentrum in Sterksel fotografeerde, schrikken we nog harder en denken: ah wat zielig. Terwijl het hier om een ongelooflijke innovatie gaat, en een verbetering op het gebied van dierenwelzijn. Nee,dandegeitenboerderijinhetAmsterdamse Bos waar meer kinderen geitjes komen voeren dan er geiten zijn. Een gekkenhuis, die geitjes kunnen geen melk meer zien. Of neem de plofkip. In Indiase ogen is onze discussie daarover een stuitende luxe. Onze vleesindustrie zou daar, maar op nog veel meer plaatsen in de wereld een oplossing zijn om in de basisbehoefte die voedsel is, te kunnen voorzien.
  • 16. Khouribga, Phosphate Mine / Barneveld, Biological Chickens, 2012 beeldEssay 16 Voedsel, Henk Wildschut grafische vormgeving: Robin Uleman 144 pag. | 24 � 28 cm |  € 35,00 ISBN 978 94 6083 072 3 Nederlandstalige editie ISBN 978 94 6083 074 7 Engelstalige editie  uitgeverij post editions, Rotterdam www.henkwildschut.com publicatie “Gelaagder dan je op het eerste gezicht denkt” De focus bij Document Nederland ligt op Nederland maar gaande het jaar dat ik aan het werk was groeide de behoefte om het voedsel- vraagstuk mondiaal te bezien. Toen ik vorig jaar werd uitgenodigd voor een tentoonstelling in Marokko heb ik bedongen dat mijn aandeel over voedsel zou mogen gaan. Dat mocht. Algauw stuitte ik op fosfaat. Dit mineraal is een essentieel bestanddeel van diervoer en kunst- mest. De Nederlandse bodem zit weliswaar stikvol fosfaat maar het is lastig en duur om het eruit te krijgen. In Marokko ligt het mineraal vrijwel voor het oprapen en dus halen we het daar vandaan. Tussen de weelderige tomaten in de kas in de Wieringermeer, de melkkoeien in de Midden Beemster, de aardappelen uit Flevoland, (alle- maal beelden die ik voor Document Nederland fotografeerde) en het dorre Marokkaanse land- schap bestaat dus wel degelijk een samenhang. Het is maar hoe je je camera richt.’  *Document Nederland  Voor de 15de keer organiseren het Rijksmuseum en NRC Handelsblad de tentoonstel- ling ‘Document Nederland’ waarvoor een Nederlandse fotograaf wordt gevraagd een actueel maatschappelijk fenomeen centraal te stellen. Document Nederland 2013: Ons dagelijks brood… Henk Wildschut fotografeert de realiteit achter ons dagelijks eten. Rijksmuseum, 21 september 2013–7 januari 2014
  • 17. WWW.BOEKENKRANT.COM Kasteel Groeneveld brengt literatuur en strips onder de aandacht.Samen met de Boekenkrant elke maand volop interviews,achtergronden en boekennieuws.Ga naar www.boekenkrant.com. Voettocht naar de binnenlanden van het huwelijk is een selectie van het beste proza van Peter van Straaten over relatieperikelen. Het was slenterweer. Hij stak het plein over en liep de winkel- straat in. Bij de etalage van boekhandel De Wit stond hij lang stil en bekeek de uitge- stalde boeken een voor een. Toen ging hij naar binnen, nam twee boeken van een stapel en liep ermee naar de kassa. ‘Deze,’ zei hij. ‘Allebei?’ vroeg het meisje achter de toonbank. ‘Allebei.’ ‘Het zijn dezelfde,’ zei het meisje, een beetje bevreemd. ‘Weet ik,’ zei Eduard,‘een voor het verlies.’ Het meisje sloeg het bedrag op de kassa aan. ‘Ik heb een zuster,’ zei Eduard,‘en daar is dat ene boek voor. Dat andere is voor mijzelf, om te controleren, want ik moet toch weten of het door de beugel kan wat mijn zusje leest?’ Het meisje bloosde als antwoord. Je moet niet iedereen in de war maken, zei Eduard tegen zichzelf, toen hij met het draagtasje weer op straat stond, nu staat dat arme kind in die winkel te tobben over die rare vent met zijn zuster. Hij liep langzaam de winkelstraat uit, sloeg rechts af de gracht op, daarna links af de brug over en stapte een café binnen. Het was er stil. Alleen aan het eind van de bar zat een dikke man, die dromerig in de spiegel tegenover hem keek. ‘Goedemiddag,’ zei de kastelein,‘wat mag het zijn?’ ‘Vindt u het goed dat ik achter in uw taveerne wat ga zitten mijmeren? Ik zou daar graag een glaasje jonge jenever bij gebruiken.’ ‘Een jonge.’ De man knikte, maar maakte geen aanstalten iets in te schenken. Eduard wachtte. ‘Gaat u maar zitten,’ zei de kastelein,‘ik breng het wel.’ Eduard ging zitten, de jonge jenever werd gebracht en toen werd het weer heel stil. De dikke man aan de bar keek nog steeds in de spiegel van de tapkast. Eduard haalde een van de boeken uit het tasje en begon te lezen. Af en toe nam hij een minuscuul slokje uit zijn glas. De kastelein en de dikke man begonnen een mompelend gesprek. Buiten, op de gracht, was er een opstopping van auto’s, ergens verderop werd een vrachtauto uitgeladen. Er klonk het aanhoudende gebrom van stationair draaiende motoren. Eduard hoorde het geklik van naaldhakken, hij zag de flits van een zwarte jas langs het raam en meteen daarop stapte Emilie binnen. ‘Ik herkende je aan je stap,’ zei Eduard. ‘Dag Ee.’ ‘Dag Mieltje.’ Ze trok haar jas uit en ging tegenover hem zitten. ‘Vertel eens,’ zei ze,‘heb ik een beetje een goeie stap over me?’ ‘Jawel,’ zei Eduard,‘hij klinkt heel kordaat.’ ‘Je moet toch ergens beginnen? Ik dacht, ik begin met een kordate stap, dan komt de rest vanzelf.’ ‘Wat wil je drinken?’ ‘Zal ik een sherry nemen? Wat drink jij daar, Ee?’ ‘Jonge jenever.’ ‘Dat is misschien ook wel aardig. Doe mij ook maar eens zo’n herenjenever.’ Eduard stond op en bestelde aan de bar twee jonge.Toen hij bleef wachten, zei de kastelein weer:‘Ik breng ze u wel.’ Eduard keerde terug aan het tafeltje en even later kwam de man met twee glaas- jes jenever op een blaadje. ‘Ziet u eens... twee jonge.’ ‘Maar dat ziet er heerlijk uit,’ zei Emilie. De kastelein glimlachte verbaasd en slofte terug naar de bar. PETER VAN STRAATEN VOETTOCHT NAAR DE BINNENLANDEN VAN HET HUWELIJK PETER VAN STRAATEN, VOETTOCHT NAAR DE BINNENLANDEN VAN HET HUWELIJK, UITGEVERIJ DE HARMONIE, ISBN 9789076168470 (€ 16,90) [ advertentie ]
  • 19. 19 Tekst: Jan Dobbe* | Beeld: diverse stadslandbouwprojecten | Illustraties: Michiel de Jong © Comic House** Het zijn idealisten, de stadslandbouwers in Amster­ dam, maar aardige idealisten. Ze laten je graag proeven van hun producten. Vriendelijk en geduldig, gedreven en met humor, leggen ze uit waar ze mee bezig zijn. Zoals Annet van Hoorn van het Platform Eetbaar Amsterdam, die mij twee dagen lang door de stad loodst langs diverse stadsland­bouw­ projecten: ‘Bij stadslandbouw moet je denken aan buurt­ moestuinen en educatieve tuinen waarbij de betrokken­heid van burgers centraal staat: zelf doen, samen leren.’ Voedsel­ bewustzijn, bewust eten, daar gaat het om: ‘De mensen in de stad moeten weer leren beoordelen wat de kwaliteit van voedsel is, waar het vandaan komt en hoe het tot stand komt. Maarstadslandbouwgaatóókoverdekwaliteitvanlevenvan de lokale gemeenschap – sociaal, ecologisch en relationeel.’ groeien Hetiseenaanstekelijkidealismedattengrond- slagligtaandesnelgroeiendestadslandbouwin onzehoofdstad.Annet: ‘Ieder jaar verdubbelt, zo niet verdrievoudigt het aantal deelnemers aan de diverse projecten.’ Stadslandbouw is volgens haar geen hype, maar een manier van leven die teruggrijpt op onze relatie met de aarde, ons voedsel en met elkaar. Ook is het een beweging die tegenwicht probeert te bieden aan de huidige, niet- duurzame voedselindustrie: ‘Het is een mondiale beweging, gericht op gemeenschapsvorming die van onderop ontstaat enwaarindezorgvoordeaardeenrechtvaardigheidcentraal staat, net als biodiversiteit en bewustwording. De gemeen- schappen groeien door kennis, vaardigheden en netwerken metelkaartedelenentelerendoortedoenenuittewisselen. Maar dat niet alleen: mijn ervaring is dat mensen er energie van krijgen, ze worden er blij van. En als mensen energie hebben, is alles mogelijk en kan er met beperkte middelen veel tot stand worden gebracht. Het potentieel is groot – we kijken nu naar de overheid, die ons ruimte moet geven om te groeien: grond, geld en één loket om zaken te regelen. Gelukkig komt de gemeente binnenkort met een Voedsel­ visie, waarin lokale voedselproductie erkend wordt als **Jan Dobbe is freelance journalist en tekstschrijver. Adviseert de redactie van magazine DIER van de Nederlandse Dierenbescherming, waar hij lange tijd hoofdredacteur van was. **Michiel de Jong volgde diverse kunstopleidingen om uiteindelijk voor het vak van striptekenaar te kiezen. Hij publiceert in Zone 5300 en maakte met Milan Hulsing de strip Hanuman in het Algemeen Dagblad. De Jong wordt gezien als Nederlandse vertegenwoordiger van de Atoomstijl in de school van Yves Chaland. In een aantal grote steden tiert het welig: stadslandbouw. Als biologische padden­stoelen schieten de buurtmoestuinen, kruidenbalkons en schoffeltuinprojecten uit de grond, en de deelnemers zijn velerlei: jong, oud, intellectueel, kunstenaar, levensgenieter, student. Ze willen weer weten waar hun voedsel vandaan komt en ze willen die kennis samen delen. Jan Dobbe ging kijken in Amsterdam en fietste er twee zonnige dagen lang van hot naar her, al kijkend, luisterend, ruikend, knabbelend en proevend. buurtmoestuin
  • 20. 20 reportage belangrijk doel. Als Platform Eetbaar Amsterdam hebben we daar intensief aan bijgedragen.’ carolyn steel Belangrijkeinspiratorvoordewereldwijde stadslandbouwisdeBritsearchitect-filosofe CarolynSteel,auteur van het boek De hongerige stad. Hoe voedsel ons leven vormt. ‘Voor een stad als Londen moeten elke dag 30 miljoen maaltijden worden verzorgd!’ zegt de ook in Nederland bekende publiciste in een veel- bekeken filmpje op YouTube. ‘Vóór de industriële revolutie zorgde de stad voor het platteland en het platteland voor de stad. Voedsel stond centraal in de samenleving, was de sociale spil van de stad; nu is voedsel gemarginaliseerd. We waarderen voedsel niet meer, we wantrouwen het – we gooien het weg.’ Steel is bezorgd over het feit dat we door het verlies van onze band met voedsel ook de band met de natuur verliezen: ‘We zijn afhankelijk geworden van voedselsystemen die door vijf multinationals worden beheerst. En die zijn niet duurzaam bezig.’ Voedselproduc- tie is bulkproductie geworden, waar graan verslindende vleesconsumptie, monocultuur, overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen en uitputting van de bodem trefwoor- den zijn. Steel: ‘19 miljoen hectare regenwoud gaat ieder jaar verloren aan de voedselindustrie en dan wordt de helft van het voedsel ook nog eens weggegooid. Een groeiend aantal mensen in de westerse wereld lijdt aan obesitas en evenzoveel mensen lijdt aan ondervoeding. Dit kan zo niet doorgaan.’ De oplossing zit volgens Steel in het teruggrijpen naardeverbindingstad-landvanvóórdeindustriëlerevolutie. Ze gebruikt de term Sitopia (afgeleid van Utopia), een wereld gevormd door voedsel. ‘Voedsel moet weer centraal komen te staan in het gezin, men neemt er de tijd voor. Men denkt na over voedsel, leeft met de seizoenen en anticipeert daarop. Er ontstaan weer sociale netwerken waar voedsel wordt verbouwd en verkocht.’ Volgens Steel bereiken we dit door wereldwijd bottom-up projecten te starten die mensen verbinden met de natuur. De stadslandbouwprojecten in Amsterdam zijn daar een voorbeeld van. schoffeltuinproject InAmsterdamOost,ophetAfrikanerplein, ontmoetenweineenovervloedigestadstuin MartintenBrinke.Tuin- en landschapsarchitect van origine, is Martin nu vooral stadstuinder: ‘Samenwerking en natuurbeleving zijn voor mij belangrijke thema’s. Mijn ervaring is dat het samen tuinieren een belangrijke sociale functie heeft. Het verbindt mensen met elkaar, met het voedsel en met de aarde. Dit schoffeltuinproject is met sub- sidie van de rijksoverheid tot stand gekomen. Voorheen was hier een hondenuitlaatveld, niet erg aantrekkelijk.’ Buurt- bewoners staken de koppen bij elkaar en besloten dat ze een gezamenlijketuinwilden.‘Wehebbeneenbasisplangemaakt, inclusief ontwerp, begroting en beplantingsplan. Op basis van dit plan kwam er subsidie en zo zijn we begonnen.’ De tuin omvat moestuintjes, een gemeenschappelijke kruidentuin en bloemenperken. Ook zijn er tafeltuintjes, speciaal voor mensen die niet kunnen bukken. Voor de schooljeugd is er een educatietuintje, waar hen de belang- rijkste principes van het tuinieren worden bijgebracht. Om het geheel heen is een haag aangebracht, er zijn bessen- en lavendelstruiken, zitbankjes, en er is een waterpunt. Opval- lend is het ‘bijenhotel’, een bijenkast waar verdwaalde bijen kunnenneerstrijken.Martin:‘Bijenzijnergblijmetonzetuin, die komen hier graag.’ Hoe staat het met vandalisme? De tuin is immers voor iedereen toegankelijk? ‘We hebben nog nooitietsnaarsmeegemaakt.Sterkernog,onzegereedschaps- kist met harken, hamers en schoppen, gaat niet eens op slot! Het is een tuin van, voor en door de buurt – dat voel je.’ huizenhoge zonnebloemen OokwoningbouwcorporatieYmeremanifes- teertzichactiefophetgebiedvandestadsland- bouw.Braakliggende stukjes grond, loze grasveldjes en zelfs het dak van een parkeergarage werden in de loop der jaren omgetoverd tot buurtmoestuinen. Samen met Martin ten Brinke rijden we langs enkele Ymere-tuinen. Een vraagstuk voor alle stadslandbouwprojecten is de watervoorziening. Bij een flatgebouw waar een stadstuin
  • 21. tegenaan ligt, zien we een waterslang lopen vanaf een appartement drie hoog naar een waterton. Martin: ‘Hier hebben ze het slim opgelost. Wie verder van de bewoning tuiniert, haalt water uit de sloot of gebruikt een pomp.’ We nemen een kijkje bij een tuin aan de Tugelaweg, waar ook een buurtgebouw en een speeltuin zijn gevestigd. De tuin is aangelegd met hergebruik van materialen, zoals sloophout en –steen. Huizenhoge zonnebloemen trekken de aandacht. Er is veel plek voor de schooljeugd, die een groot deel van de tuin bewerkt, ieder een eigen metertje. Ook hier weer een bijenhotel en een gereedschapskist – op slot. Martin: ‘Ik heb deze tuin mede ontworpen, maar vind het leuk wanneer mensen zelf initiatieven ontplooien.’ Hij wijst op een mais- tuintje dat tegen de spoordijk is aangelegd: ‘Die heb ik niet bedacht, maar ik vind het prachtig!’ educatieve moestuin Naeenfietstochtdwarsdoordestadkomenwe terechtinAmsterdamWest,op het enorme Volks- tuinpark Sloterdijkermeer, vlakbij het Westerpark. Behalve enkele honderden volkstuintjes vind je hier de Educatieve Moestuin, een samenwerkingsproject van I Can Change the World with My Two Hands en Cityplot. Annet: ‘De meeste stadslandbouwers zijn amateurs, dus moeten ze geschoold worden door professionals. Hier gebeurt dat onder andere.’ De tuin ligt er gezond bij. Een kleine kas, gebouwd met hergebruikte materialen, is bijna klaar. Cityplot, een collectief dat biologische voedselproductie in steden aanmoedigt, wordt gevormd door vrijwilligers die zich inzetten voor lokale gemeenschappen. Hun landbouw- kundige experts geven workshops en trainingen over ver- schillende tuinieronderwerpen, voor zowel gevorderden als beginners. Suzanne Oommen van Cityplot: ‘In deze Educa- tieve Moestuin laten we de belangrijkste voorbeelden van ecologisch tuinieren zien. Stadstuinders kunnen in één oogopslag praktische voorbeelden zien en nabootsen en/of aan de hand van de voorbeelden oude en nieuwe kennis uitwisselen.’ Onder leiding van experts zijn er bedden met paddenstoelen, wilde planten, eetbare bloemen, genees- krachtige kruiden, biologisch-dynamisch groenten, verf- planten en ‘historische’ groenten aangelegd. Cityplot geeft bovendien demonstraties over verschillende vormen van composteren (bijv. met wormen), Hügelkultur en natuurlijk bemesten.Extraaandachtkrijgthetzaadvermeerderingsbed. Suzanne: ‘De mondiale handel in zaden is in handen van enkele multinationals die bezig zijn ze te patenteren. Wij willen de biodiversiteit in stand houden door zelf zaden te kweken, oogsten, selecteren, bewaren en te ruilen met andere tuinen.’ Meer over Cityplot en I Can Change The World With My Two Hands op www.cityplot.org en www.icanchangetheworldwithmytwohands.nl. zuiderkruid Devolgendedagzijnwetegastopdebuurt- moestuinZuiderKruid,gelegenopeenwel zeer bijzonderelocatie:de Zuidas, pal tegenover de glanzende en spiegelende kantoorreuzen rond het World Trade Center. Een groter contrast is bijna niet denkbaar. De tuin ligt er weelderig bij, bestaande uit een gezamenlijke (leer)tuin en kleine perceeltjes van deelnemende stads- landbouwers. We ontmoeten er Martijn Schreuder, sinds drie jaar bijna fulltime bezig met stadslandbouw. ‘Zuider- Kruid is een groep bewoners uit Amsterdam Zuid, die de sociale samenhang willen vergroten door samen voedsel te verbouwen. Op dit moment vormen we een groep van onge- veer dertig deelnemers, die samen willen (leren) tuinieren.’ 21 Stadslandbouw is het telen, oogsten en afzetten van seizoensgebonden voedsel in of vlak bij de stad. Duur- zaam, biologisch produceren is een basisvoorwaarde. Met stadslandbouw wil men bijdragen aan de voedsel- voorziening, die vooral in grote steden onder druk staat door een veranderend klimaat en een snel groeiende wereld- bevolking. Stadslandbouw heeft ook een sociaal-culturele dimensie; overal doen zich kansen voor om consumen- ten te betrekken bij de productie van hun eigen voedsel. Dat kan recreatief maar ook educatief, als werkproject of als onderneming. Het verschil met de traditionele volkstuin is de gezamen- lijkheid: men werkt samen, leert van elkaar, helpt elkaar, draagt gezamen- lijke verantwoordelijkheid en wil bijdragen aan een betere wereld. Stadslandbouw vindt bovendien plaats midden in de stad, op elk beschikbaar stukje grond dat men kan vinden, desnoods op het balkon. stadslandBouw
  • 22. In de groep zitten mensen uit allerlei buurten en van heel verschillende achtergrond en kennisniveau, ook wat tuinieren betreft. ‘Tuinieren is een gemakkelijke en veilige mogelijkheid om in contact te komen met mensen uit de buurt. Daarnaast is tuinieren goed voor je gezondheid, zowel fysiek als mentaal, en je eigen voedsel verbouwen scheelt in de kosten voor levensonderhoud.’ Volgens Martijn is dit soort initiatieven hard nodig: ‘Met de huidige voedselindus- trie gaat het menselijke aspect verloren. We zijn niet meer in verbinding met de natuur, en dat leidt tot conflicten en andere ellende. Het is belangrijk dat een bio­diverse voedsel- voorziening op lokaal niveau wordt hersteld – dat is een sterk motief. Er wordt hier nu voor het tweede en laatste seizoen getuinierd, daarna wordt het terrein weer bebouwd. ‘We hebben alweer een nieuwe stek hoor, meerdere zelfs!’ acta-tuin Totslotbezoekenweeenbijzonderprojectin Slotervaart.Het voormalige Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) aldaar is omgebouwd tot studentenhuisvesting en kunstateliers. Er wonen 460 studenten, die zelf hebben meegebouwd aan hun onderkomens. Over acht jaar moet hier een nieuwbouwwijk verrijzen, maar tot dan is dit het domein van de twee organi- saties die het gebouw nu beheren, en Groene Ruimte Maken, eenstadslandbouwcollectief.AnnetvanHoorn:‘Webouwen dit jaar met succes aan een gezamenlijke visie om de tuin in dienst te stellen van de ACTA-gemeenschap. Samen met een tuinteam van bewoners en anderen hebben wij (Annet van Hoorn en Wigger de Vries van Groene Ruimte Maken, red.) rondom het ACTA-gebouw een moestuin aangelegd. In 2016 moet dit een autonome voedselgemeenschap zijn, van mensen die de tuin zelfstandig bewerken en het voedsel onderling verdelen.’ Een groep vrijwilligers is hard aan het werk met hout en gaas. Er is een konijnenplaag. Annet: ‘Ze hebben bijna de hele tuin kaalgevreten. We hebben van alles geprobeerd om ze te verjagen, zoals leeuwenpoep en peper strooien, maar het helpt niet. Nu plaatsen we een gazen hek om ze buiten te houden.’ Als ik haar herinner aan het principe van perma- cultuur, dat de natuur zichzelf reguleert, antwoordt ze: ‘Dat is waar, maar dat werkt pas als je eerst een natuurlijk evenwicht hebt verkregen. Dat duurt wel een paar jaar.’ Ook voor stadslandbouwers geldt: de aanhouder wint…  reportage 22 Geen Amsterdams fenomeen In binnen- en buitenland bestaan tal van stadslandbouwinitiatieven met vaak al een flinke geschiedenis. Onder­staande adressen zijn slechts een greep. www.eetbaarutrecht.nl www.stadsboerderijalmere.nl www.stadslandbouwtilburg.nl www.stadseboeren.nl www.eetbaarrotterdam.nl stadslandbouwschiebroek.blogspot.nl Stichting Stadslandbouw Utrecht en Eetbaar Rotterdam hebben het initiatief genomen tot de ontwikkeling van een landelijke digitale stadsland­ bouwkaart: www.stadslandbouwkaart.nl Met de kaart willen zij consumenten en professionals inspireren tot meer samen­werking en het starten van nieuwe stadslandbouw initiatieven. Voor beleidsmedewerkers en onder­ zoekers is de kaart ook een middel om de stadslandbouw ontwikkeling concreet te monitoren op stedelijk, regionaal en landelijk niveau.
  • 23. Groeneveld info Groeneveld info PETER VAN STRAATEN Weet ik veel. Gewoon, een vogel. In de Baarnse vleugel is een selectie vogel-, landschaps- en natuurtekeningen van Peter van Straaten te zien. In zijn werk wordt het begrip natuur verder opgerekt naar de menselijke natuur. Met een scherp oog voor het menselijke wel en wee weet hij de melancholie in relaties met humor vast te leggen. Te zien tot 1 november. Groeneveldconcerten De Baarnse muziekkring verzorgt maandelijks concerten in Kasteel Groeneveld. Zondag 13 oktober Piano, Sophiko Simsive Zondag 10 november Arjan Woudenberg, klarinet; Martijn Willers, piano Aanvang 12.00 uur Prijs € 11,- en € 6,- voor kinderen tot 13 jaar Aanmelden via info@baarnsemuziekkring.nl, www.baarnsemuziekkring.nl GRNVLD Sociëteit Culinair Voor het vijfde jaar op rij wordt een lezingserie op de zondagmiddag georganiseerd in Kasteel Groeneveld. Inmiddels Sociëteit Culinair, in de wandelgangen de Luisterlunch genaamd. Steeds staat er een thema centraal. In 2013 gaan de lunches over Wildernis, en dan natuurlijk vertaald naar ons bord, onze voedselproductie, ons voedsel. Actuele informatie: www.kasteelgroeneveld.nl Topfoto’s uit Roots Het natuurmagazine Roots heeft dit jaar in samenwerking met SNP Natuurreizen een fotowedstrijd georganiseerd onder haar lezers. De 15 winnende foto’s worden geëxposeerd in Kasteel Groeneveld. Te zien tot eind november. TUINPATATVanaf 17 september zijn in Het Atelier de originele tekeningen van Tuinpatat te zien, het eerste boek van Grietje Huisman in samenwerking met uitgeverij Rubinstein. De prachtige tekeningen in het boek zitten vol met mooie natuurdetails. Hoe beter je kijkt, hoe meer je ziet. Meer info: anouk.boelsma@rubinstein.nl Te zien tot en met 1 december. Kasteel gesloten in december De exploitatie van kasteel Groeneveld gaat per 1 januari 2014 terug naar de eigenaar: Staatsbosbeheer. Om een soepele overgang te kunnen garanderen zal het kasteel helaas voor het publiek de hele maand december 2013 gesloten zijn. Exposities Meer weten? Voor actuele informatie over het programma, tijden en entreeprijzen: kijk op www.kasteelgroeneveld.nl of bel 035 5420446. tot 01|11 17|09 t/m 01|12 Activiteiten DIGITALE INFORMATIETAFEL In het souterrain van Kasteel Groeneveld is de eerste digitale informatietafel van de Heuvelrug geplaatst. De tafel informeert over de omgeving van het kasteel, over Heel de Heuvelrug, het Nationaal Landschap Arkemheen-Eemland, wandelroutes en buitenplaatsen. Passanten en bezoekers van kasteel en landgoed kunnen gebruikmaken van deze tafel. 23
  • 24. 24 “Het slaat nergens op om de toekomst van eten te bepalen zonder jongeren” wende
  • 25. Samen met jongeren werken aan een toekomstbestendig voedselsysteem Tekst: Matthijs Sienot* | Beeld: Marco Bakker** 25 *Matthijs Sienot is publicist en uitgever van hetkanWel, de website over groener, eerlijker en leuker leven. **Marco Bakker is freelance portretfotograaf. Zestig consumentenverzamelen zich bij de Albert Heijn op de Dam. Ze zijn gewapend met 2% kortingsstickers. In de winkel geven ze zichzelf 2% korting op alle producten die ze afrekenen. De kassajuffrouw wrijft drie keer in haar ogen: Wat is hier aan de hand? Met deze kortingsstunt reageerde de Youth Food Movement (YFM) op de beslissing van Ahold om 2% minder te betalen voor de producten van haar leveranciers. ‘Albert Heijn gaf zichzelf 2% korting. Dat konden wij ook,’ zegt Samuel Levie, oprichter van de YFM. ‘De actie werd al snel een hit op sociale media. Intern werd er bij Ahold peentjes gezweet, door alle aandacht die de actie genereerde voor hun besluit. Binnen 24 uur werd de brief aan de leveranciers teruggetrokken.’ Jongerenbeweging (YFM) wil een eerlijker en gezonder voedsel­systeem. Daarom probeert ze jongeren bewuster te maken van hun voedselkeuzes met behulp van eat-ins, debatten, het Food Film Festival en de YFM-Academie. Recentelijk trok de organisatie nog 7.000 mensen naar het Museumplein voor een gratis lunch van ‘afgekeurd’ voedsel, goed eten dat wordt weggegooid. Staatssecretaris Sharon Dijksma greep de actie aan om het probleem van voedsel­ verspilling bij het grote publiek op de kaart te zetten. Als student politicologie had Samuel Levie al een passie voor koken. Hij volgde dit onderwerp met grote belangstelling. ‘Het viel me op dat jongeren nauwelijks werden betrokken bij debatten over de toekomst van ons eten. De grijsaards in Den Haag bepaalden. Maar het slaat nergens op om de toekomst van ons eten te bepalen zonder jongeren. Het gaat tenslotte om hun toekomst. Daar wilden wij verandering in brengen.’ Voor de meeste jongeren lijkt voedsel iets heel vanzelfspre- kends, maar dat is het niet. Voedsel is één van de meest com- plexe onderwerpen van deze tijd. De productie en consumptie van eten raakt aan vrijwel alle maatschappelijke en ecologi- sche thema’s. ‘Ons voedselsysteem is heel complex en er zijn altijd mensen die dat aandragen als reden om dingen niet op te lossen. Voedselverspilling is een goed voorbeeld. Daarvan zegt iedereen: we moeten er iets aan doen, maar het probleem zit niet bij ons. Ondertussen gooien we wel 40% van ons voedsel weg. Wij vinden complexiteit dan geen excuus om dat systeem in stand te houden.’ ‘We zijn als maatschappij ook nog helemaal ingesteld op overvloed, maar op mondiaal niveau is er sprake van schaarste. Dat is, ook bij mij zelf, nog niet doorgedrongen. Is ook lastig, met uitpuilende supermarkten. Er is schaarste aan biodiversiteit, aan onaangetaste groene gebieden, en straks ook aan energie. Wij maken in steeds hoger tempo op, wat in miljarden jaren is opgebouwd. Dan zeggen we: het moet duurzamer, we moeten meer doen met minder. Maar waar het uiteindelijk op uit kan draaien, is dat we het met veel minder moeten doen met veel meer mensen.’ Oprichter Samuel Levie heeft het leiderschap van YFM inmiddels overgedragen aan Joris Lohman. Zelf startte hij binnen de YFM-beweging twee nieuwe bedrijven: FoodCabinet en Brandt Levie. Hoewel YFM veel bekendheid verwierf met mediagenieke acties, is Samuel Levie vooral ook trots op de YFM Academie die onder zijn leiding werd opgezet. Hier leren talentvolle jongeren niet alleen de voedings­ industrie kennen, maar ook elkaar. Op basis hiervan verwacht Levie dat YFM-academici zullen bijdragen aan de ontwikkeling van een toekomstbestendig voedselsysteem. Samuel Levie: ‘We zijn vier jaar geleden begonnen en er zijn inmiddels al honderd afgestudeerden. Zij komen op interessante posities terecht waar ze het systeem in de goede richting duwen. Ze hebben ook een holistische visie: een LTO’er die bij ons vandaan komt begrijpt ook een dierenwelzijnsactivist. En een beleidsmaker die voor EZ werkt, weet ook hoe een bioboer zijn beleid ervaart. Bovendien kennen ze elkaar, en nemen dus makkelijker contact met elkaar op.’  Lees verder op: www.youthfoodmovement.nl Samuel Levie, oprichter YFM, over voedsel en toekomst
  • 26. VerHaal Tekst: Tommy Wieringa* | Beeld: Willem Vleeschouwer © Comic House** 26
  • 27. 27  J acob van Ruisdael schilderde de ruïne van de Sint-Adelbertabdij rond 1655. Op de voorgrond, daar waar het licht valt, zien we joodse graven, die de indruk geven door de aarde te zijn uitgespuwd. Daarachter doemt de ruïne op. Boven deze dingen tollen aangrijpende wolken, die zo laag hangen dat ze uit een scheur in de aarde lijken op te wellen. Tijdens de Reformatie werd de abdij van Egmond op last van Willem van Oranje verwoest, zodat de Spanjaarden haar niet konden gebruiken als versterkte plaats. Haar stenen raakten door de omgeving verspreid, en kwamen onder meer terecht in de stadsmuren van Alkmaar. Een kleine honderd jaar later schilderde Van Ruisdael wat er nog restte van de oudste abdij van Holland; rond 1800 werd de ruïne definitief met de grond gelijk gemaakt. In 1933 werd er een nieuw klooster gebouwd op de plaats waar het oude had gestaan. Een handvol benedictijnen uit Oosterhout nam haar in gebruik. Het is rondom van veraf te zien, het is het hoogste bouwwerk van Egmond-Binnen en gelegen op een strandwal, een verhoging in het landschap die door de eens voortdurend binnendringende zee is gevormd. Dit kustgebied dat soms water was en soms land; vanaf de tiende eeuw hebben de benedic- tijnen zich in deze venige woestenij met de kust- bescherming bemoeid en het land bedijkt. Ik bewonder het uithoudingsvermogen van deze mannen, die in hun zwarte habijt door de eeuwen trekken en de indrukwekkende gave bezitten om zich zowel te vernieuwen als dezelfde te blijven. Op een warme avond na een van de warmste dagen van het jaar verlaat ik mijn kamer in het gastenverblijf voor een wandeling door de wei- landen. Achter mij klinkt het luidklokje voor de completen. Daarbinnen zingen ze over de rotsen van Tarsis en de dochter van Tyrus, hier stijgt een veldleeuwerik naar de hemel op, hoger en hoger, tot je hem niet meer ziet en alleen nog zijn complexe gekwetter hoort. Eensbrachtikeenmaanddoorineenstacaravan aan de rand van een klif in East-Anglia. De zee spoelde beneden aan op het strand, bij storm vrat ze de klifwand aan. Het was een grijze maand, tot op een dag de lucht werd schoongeblazen. De ondoor- dringbare zeemist bleef echter nog dagenlang boven de velden hangen. Hij werd van bovenaf door de zon verlicht, zodat ik de indruk had in een door gouden wolken omsloten hemelrijk rond te dwalen. Tijdens een van mijn wandelingen door de geheimzinnige nevel, vloog er een veldleeuwerik op tussen de voren van een akker en zong in de zon boven de mist. Jaren later, toen ik een oud aantekenboekje opende en de woorden las die ik daar toen over geschreven had, steeg die veldleeuwerik jubelend op vanaf de pagina, rechtstandig de lucht in, de zon tegemoet. Het kwam op mij over als een wonder dat er geen afstand was tussen de gebeurtenis en de beschrijving van die gebeurtenis, die ik zoveel later teruglas – de woorden hadden alles bewaard als in een sprookje waarin alleen een kus de duizendjarige bewegingloosheid verbreekt; de leeuwerik, de zee die zuchtend aanspoelde en die halo van mist en zon waar ik, welke kant ik ook opging, het voortdurende midden van was. *Tommy Wieringa schreef onder andere de romans Alles over Tristan en Joe Speedboot, het boek waarmee hij doorbrak naar een groot lezerspubliek en dat werd bekroond met de F. Bordewijkprijs. Zijn reisverhalen werden gebundeld in Ik was nooit in Isfahaan. Essays en beschouwingen van zijn hand verschenen in de Volkskrant en NRC Handelsblad. In 2007 publiceerde hij De dynamica van begeerte, een onderzoek naar de oorsprong van begeerte en de grote rol van pornografie in de moderne wereld. In mei 2009 kwam zijn roman Caesarion uit en in 2012 Dit zijn de namen, bekroond met de Libris Literatuurprijs 2013. Het werk van Tommy Wieringa wordt wereldwijd vertaald. **Willem Vleeschouwer volgde zijn opleiding aan de Rietveld Academie en de Grafische School, Amsterdam. Hij publiceert onder andere in muziekblad Oor, Elsevier, PSV-Voetbalblad, Autoweek, Het Parool en Cosmo. tIJD BestAAt nIet
  • 28. 28 Deltaprogramma Kaf en Koren Tekst: Caroline van der Lee  |  Beeld: Jos Collignon* Op Prinsjesdag wordt het Deltaprogramma 2014 gepresenteerd. Het programma bevat de kansrijke strategieën die de waterveiligheid en de zoetwatervoorziening op de lange termijn (2050-2100) op orde houden. In de Zuidwestelijke Delta worden daar nog belangrijke ambities aan toegevoegd: het stimuleren van de economische vitaliteit. Een gezond ecologisch systeem is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De Zuidwestelijke Delta omvat Zeeland, de Zuid-Hollandse eilanden en het westelijke deel van Noord-Brabant, een uniek gebied waar zee en rivieren samenkomen. Het gebied werd zwaar getroffen door de watersnoodramp van 1953 en de Deltawerken waren met name hier van toepassing. Die brachten de beoogde veiligheid, maar hadden nadelige gevolgen voor onder andere natuur en waterkwaliteit. De vruchtbare delta veranderde in een verzameling van door dammen van elkaar gescheiden bekkens. Natuurlijke processen, zoals de overgang van zout naar zoet water werden verstoord, waardoor waterkwaliteit en natuurwaarden verslechterden. Het hele watersysteem is star en inflexibel geworden. In de Oosterschelde namen de voedingsstoffen in het water af, evenals de zaadval van mosselen. Dammen hebben de trekroutes van vissen tussen de Noordzee en rivieren versperd. Ook het evenwicht tussen erosie en sedimentatie werd verstoord. De Ooster­scheldedam bleef weliswaar open, maar de instroom van zout water en de getijden werden beperkt en de gekozen constructie heeft het transport van zand vanuit de voordelta bemoeilijkt. De geulen die bij eb worden uitgeschuurd, zijn te groot en vullen zich met het materiaal van de platen, slikken en schorren. Door deze ’zandhonger’ verdwijnen jaarlijks vele tientallen hectares aan foerageergebieden voor vogels en zooggebieden voor zeehonden. Het Haringvliet en Hollands Diep kampen door het wegvallen van de dynamiek met vervuild rivierslib. herstel dynamiek Het besef dat de ecologische vitaliteit samen­ hangt met getijden en overgangen tussen land en water, zout en zoet (estuariene dynamiek) lijkt inmiddels algemeen aanvaard. Om dat te bereiken moeten de grenzen tussen verschillende deltawateren en tussen de deltawateren en de zee, de rivieren en het land worden verzacht en verbindingen tussen de verschillende onderdelen van het watersysteem hersteld. Dat kan door het aanbrengen van doorlaatmiddelen, openingen in dammen. Ook zouden er weer verbindingen kunnen komen tussen de deltawateren en binnendijks gelegen wateren. Ter verbetering van de waterkwaliteit zou zout Grevelingenwater ingelaten kunnen worden in de kreken van het natuurgebied de Kwade Hoek op de kop van Goeree. Hier liggen kansen voor ecologie, door de inrichting van een intergetijdengebied en zoet-zoutovergangs­ zones. In het westen van Zeeuws-Vlaanderen zou Sluis weer een verbinding met zee krijgen. veiligheid Natuurlijk mogen ecologische maatregelen nooit ten koste gaan van de veiligheid. De Zuidweste­ lijke Delta is naar huidige maatstaven goed beschermd tegen het water door dijken. Maar door de klimaatverandering stijgt de zeespiegel en ook het weer wordt onstuimiger, waardoor de hoogte van de golven zal toenemen. Daarnaast daalt de bodem. Dijkverhogingen kunnen deze problemen opvangen, maar deze oplossing is niet onuitputtelijk. Binnen de Zuidwestelijke Delta wordt daarom nagedacht over alternatieven. Ook hierin kan herstel van de estuariene *Jos Collignon is tekenaar en cartoonist en maakt sinds 1992 politieke prenten voor de Volkskrant. In januari 2010 won hij de Inktspotprijs voor de beste politieke tekening. Zeeland moet weer een delta worden Verslagen, samenvattingen, reflecties, standpunten en inzichten
  • 29. 29 column marjan slob Brood van Menno Elke eerste zondag van de maand is er streekmarkt bij mij om de hoek. Kramen vol zelfgedraaide worstjes met rozemarijn. Olijven uit die ene boomgaard in Toscane. Aardperen, kardoen, kalmoes voor de thee. Morilles, eekhoorntjesbrood, een truffel zelfs. Vinaigrettes in fraaie flesjes. Topbroden met lange namen, ambachtelijk- me-zus-en-me-zo, jams uit moestuinen en vlees van een blij varken. Mijn weldenkende en – nee, niet dikke, maar goeddoorvoede stadsgenoten browsen er tussen de kraampjes, duwen de buggy’s voort, kletsen met kennissen, kopen zo’n héérlijk kaasje, en gaan dan weer naar huis. ‘Lekker sfeertje daar op die markt bij jullie,’ zei mijn kapper onlangs tegen mij. Ik kan er niet onderuit: die markt is er voor mensen zoals ik. En toch voel ik onbehagen. Mijn opa stroopte konijnen. Mijn moeder at als kind boterhammen met suiker. Mijn lievelingseten was vroeger ‘prak met kaas’: heel veel aardappelen en heel veel kaas en een pukkelige augurk voor erbij. Kaas was niet schaars in de Alblasserwaard, waar ik geboren ben. Naarmate ik opgroeide, ging geboortegrond er qua voedsel steeds minder toe doen. De kersen kwamen uit Griekenland, de spercie­ bonen uit Egypte, steaks uit Argentinië – het was niet eens omdat we rijker werden, het was juist uit oogpunt van kostenefficiëntie. Als de wereld je akker is, dan verbouw je waar bodemgesteldheid en klimaat en arbeidsloon maken dat je op de thuismarkt de scherpste prijs kunt stellen. Logisch toch! Zeker zolang milieukosten niet in de economische formules hoeven. Zo bezien is die streekmarkt vooruitgang. Want het deugt niet dat we organisch materiaal de hele wereld over sjouwen en gedachteloos eten wat heel bijzonder zou moeten zijn. Dat eten duurzamer moet, staat voor mij vast. ‘Dichterbij’ is dan prima. En toch: morgen ga ik naar de Aldi. Inkopen doen voor het gezin. Ik let heus wel op; de grootste rotzooi laat ik liggen. Maar ik kan ons niet voeden van louter life-style-food en cadeautjeseten. Dat kunnen alleen de happy few. En stel dat we de happy many waren, dan zou die leuke Menno ons niet in zijn eentje allemaal van topbrood kunnen voorzien. Dan wordt ook ‘Menno’ de naamgever van een flinke fabriek. Marjan Slob is filosoof, schrijver en moderator. www.marjanslob.nl “Gedachteloos eten wat heel bijzonder zou moeten zijn” dynamiek in sommige opzichten een bijdrage leveren. Een concrete aanpak is het neerleggen van zand voor de kust. Het opgespoten zand kan zich door wind en stroming langs de kust verspreiden, waardoor deze voor lange tijd hoogwater­ bestendig blijft. In de Zuidwestelijke Delta worden deze mogelijkheden al op kleinere en grotere schaal beproefd, bijvoorbeeld in de vorm van een opgespoten zandbank bij de Oesterdam tussen Tholen en Zuid-Beveland, om de zandhonger van de Oosterschelde te stillen. economische stimulans Meer dan de helft van de economische activiteiten in Zeeland is waterafhankelijk. Denk bijvoorbeeld aan sectoren als recreatie, visserij en schelpdier­ kwekerij. Herstel van de estuariene dynamiek zou een extra stimulans voor deze traditionele economie kunnen betekenen. Daarnaast zijn er mogelijkheden voor innovatieve economische activiteiten, zoals aquacultuur, zilte teelten en biobased economy. Ook de productie van groene stroom voor circa vijftigduizend huishoudens op Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland behoort tot de mogelijkheden met een getijden­ centrale in de Brouwersdam. Een doorlaat in de Brouwersdam zorgt voor terugkeer van getij op de Grevelingen en dat is goed voor zowel de fauna als de flora in het gebied. • Het Deltaprogramma staat voor een veilig, aantrekkelijk en economisch vitaal Nederland, waar de waterveiligheid en de zoetwater­voor­ ziening op orde zijn. In negen deel­programma’s wordt onderzocht welke maatregelen op lange termijn (2050-2100) nodig zijn. Drie deel­ programma’s gelden voor heel Nederland: Veiligheid, Zoetwater en Nieuwbouw Herstructurering. Daarnaast zijn er zes deelprogramma’s voor een specifiek gebied: Rijnmond-Drechtsteden, Zuidwestelijke Delta, IJsselmeergebied, Rivieren, Kust en Waddengebied. Op dit moment zijn de mogelijke strategieën uitgewerkt in kansrijke strategieën (Deltaprogramma 2014) om uiteindelijk te komen tot voorkeursstrategieën (Deltaprogramma 2015). Meer informatie: www.deltacommissaris.nl en www.zwdelta.nl
  • 30. Alliantie werkt aan snelle verduur- zamingvan onze voedselketen Duurzaamheid moet de normaalste zaak van de wereld worden in de voedselketen. Niet morgen maar nu. Met die ambitie spant de Alliantie Verduurzaming Voedsel zich in voor een snelle verduurzaming in alle grote voedsel- ketens. De alliantie wordt gevormd door keten- partners LTO, FNLI, CBL, KHN en Veneca. ‘Waar ons voedsel vandaan komt en hoe we het produceren vinden we met z’n allen steeds belangrijker,’ zegt Simone Hertzberger, hoofd product integrity topics van Ahold Europa en voorzitter van de Raad van Advies van de Alliantie. Zij wil echter voorkomen dat de visie op een duurzame voedselketen wordt geleid door de waan van de dag. Veel gesprekken over duur- zaamheid worden volgens haar gevoerd op basis van emotie in plaats van feiten. plofkip Neem de discussie rond de plofkip. Simone Hertzberger: ‘De brancheorganisatie heeft samen met onder meer de pluimveesector een convenant gesloten over het tempo waarop het dierenwelzijn wordt verbeterd. Nu kun je zoals Wakker Dier vinden dat dit sneller moet, maar dan dwing je retailers hun kip uit Verweggistan te halen. Nederlandse kip wordt dan geëxporteerd naar het buitenland. Je verplaatst dus het pro- bleem, terwijl je wilt dat het hier wordt opgelost.’ duurzaam Veel milieuorganisaties concentreren zich op één aspect van duurzaam produceren. Maar de Alli- antie Verduurzaming Voedsel wil juist resultaat boeken op alle aspecten: minder milieubelasting, meer dierenwelzijn, betere arbeidsomstandig- heden en dit alles binnen een economisch haal- bare context. De Raad van Advies zorgt dat de Voedselalliantie deze onderwerpen gebaseerd op feiten benadert vanuit een overkoepelende visie op duurzaamheid. Volgens de Alliantie ligt de bal bij het bedrijfs- leven als we snel een duurzamere voedselketen willen. Zij verwacht daarom dat elk bedrijf in de agrifoodketen ‘bovenwettelijke verduurzamings- inspanningen’ levert. ‘We zijn voorbij het punt dat we als branche naar de wetgever kijken,’ legt Hertzberger uit. ‘Je kunt je als bedrijf niet meer permitteren om niks aan duurzaamheid te doen. Dan kun je geen producten leveren aan belang- rijke markten als Nederland, Duitsland en Enge- land. Consumenten verwachten dat je duurzaam bent. Je hebt een probleem als blijkt dat je het niet bent. Bovendien wil talent niet meer werken voor een niet-duurzaam bedrijf: jongeren willen trots kunnen zijn op hun werkgever zonder dat ze iets hoeven uit te leggen op een feestje. Ik ken dan ook geen voedselproducenten die niet bezig zijn met duurzaamheid. Stel je voor dat je als bedrijf niks aan duurzaamheid hebt gedaan en je moet door al deze ontwikkelingen een inhaalslag maken? Dan krijg je als CEO slapeloze nachten.’ Als bedrijven verduurzaming van de keten alle- maal belangrijk vinden, is het dan niet handiger om in één keer, branchebreed, strenge regels af te spreken met de overheid? Dat voorkomt dat zogenaamde freeriders die weinig investeren in duurzaamheid meeliften op de inspanningen van koplopers. Simone Hertzberger: ‘Ja, dat zou prachtig zijn, in een ideale wereld, maar we zijn niet voor niets uit het paradijs verdreven. We leven niet in een ideale wereld. De definitie van duurzaamheid wordt niet overal op dezelfde wijze beleefd. Overkoepelende afspraken zijn hierdoor moeilijk te bereiken. Een wereldwijd klimaatverdrag laat ook al lang op zich wachten.’ Maar als bedrijven daarentegen zelf duurzaam handelen verankeren in hun processen, dan vindt er een snelle transitie plaats, stelt Hertzberger. De Alliantie bevordert dit door succesvolle pro- jecten uit te rollen, onder meer op het gebied van voedselverspilling. Inzichten over verspilling in de bedrijfscatering worden bijvoorbeeld gedeeld met bedrijven in de partycatering. Vervolgens wordt bekeken in hoeverre kennis uit het ene werkveld toepasbaar is in het andere. Ook worden best practices gedeeld om reststromen beter te benutten. Zo blijken stoffen uit aard- appelspoelwater bruikbaar als zoetstoffen voor koekjes. ‘Ik geloof er heilig in dat de alliantie met deze aanpak de basis legt voor duurzame verande- ring,’ zegt Simone Hertzberger. ‘We zijn met elkaar geen koploper, maar dat hoeft ook niet. Echte verduurzaming volgt tenslotte vanuit het maatschappelijk middenveld via bedrijven die samen het verschil maken.’ • “De definitie van duurzaamheid wordt niet overal op dezelfde wijze beleefd” “Talent wil niet meer werken voor een niet-duurzaam bedrijf” 30 Tekst: Matthijs SienotkaF en koren BeHeer en BeHoud Sinds januari 2013 worden de activiteiten van het Platform Verduurzaming Voedsel voort- gezet door de Alliantie Verduurzaming Voedsel. Het doel is dat verduurzaming integraal wordt verankerd in alle bedrijfsprocessen door de gehele Nederlandse voedselketen, en dat de basisnorm voor duurzame voedselproductie steeds verder stijgt. Aan het Platform Verduurzaming Voedsel nam het ministerie van Economische Zaken deel, maar die is niet meer vertegenwoordigd in de Alliantie. Wel werkt het ministerie nog actief samen met het bedrijfsleven aan de verdere verduurzaming van de agrifoodketen.
  • 31. **Patty Scholten (1946) debuteerde als dichter op negenenveertigjarige leeftijd met Het dagjesdier (1995). Ze schrijft voornamelijk sonnetten en veel daarvan gaan over dieren. Wie de Donald Duck of de Tina las, maakte al veel eerder kennis met de fantasiewereld van Patty Scholten. Onder haar meisjesnaam, Patty Klein, publiceert ze al sinds 1966 scenario’s voor stripverhalen. **Hans van Oudenaarden (1959) is striptekenaar. Vanaf 2002 verstript hij de jongensboekenserie Bob Evers. In oktober verschijnt zijn graphic novel Help me Rhonda! zowel in het Nederlands, als in het Frans. versTekst: Patty Scholten* | Beeld: Hans van Oudenaarden** 31 De wraak van de kogelvis Hij schommelt rond en doet zijn ding. Maar wat dat ding is, heb ik nooit kunnen doorgronden. Gluurt rond, zijn zwarte goggles voorgebonden, een Piper Cub-piloot op boevenpad. Hij is mijn alter ego in het nat. Zijn vinnen minuscuul, zijn lijf te rond en nog giftig ook. Zo blijft hij onverslonden. Geen vis die zich ooit aan hem overat. Maar hij wordt wel verorberd – in Japan. Door topkoks wordt de fugu schoongemaakt. Het gif van één zo’n vis doodt dertig man. Het vlees is delicaat, men toont zijn moed door stoer te proeven of het lekker smaakt. Toch valt er soms een smulpaap dood. Net goed. Patty Scholten Uit: ‘Looiedetten’, Uitgeverij Atlas-Contact 2006
  • 32. Niets is hier recht. Geen weg, perceel of sloot, ruilverkaveling is hier in het noorden van Groningen nooit aan de orde geweest. Overal in de vette klei met de zilte ondergrond zie je sporen van wadgeulen. Gewoon, zoals de zee ze heeft neergelegd. Geboren ben ik hier niet, ik kom uit het Gooi en trouwde een vrouw die terug wilde naar het noorden, dus ja. Sinds 1989 wonen we op het Groningse land waarvan de laatste jaren in de Groningse omme- landen. De zee en het Lauwersmeer zo dichtbij, het onaangetaste, de weidsheid, het doet me wat. Ver kunnen kijken is belangrijk voor mij, geeft me rust. Dus ja, ‘mijn landschap’, zo voelt het intussen zeker. Met name het Middag-Humsterland is interes- sant. Drieduizend jaar geleden vormde het ons kustgebied. De gronden rond de twee eilanden Middag en Humster kwamen steeds minder onder water te staan en de kustlijn schoof op. Het gebied, het oudste cultuurlandschap van Nederland, staat op de nominatie om tot ons Werelderfgoed te gaan horen. Goed plan, sommige dingen moet je behouden. Op de Piloersemaborg gebruiken we veel eten uit het wild: bessen, kruiden, paddenstoelen, allemaal wildpluk. Ik ga heel vaak de zeedijk over om waddengroente te plukken, lamsoor, zeekraal. Het weidse ervaar ik vooral als ik door het Groningse en Drentse land rijd, onderweg naar onze leveranciers. Onze keuken typeert zich niet door regionale gerechten, maar door regionale producten en die ga ik het liefst zelf uitzoeken. Zilte zeekaas, bijzondere fruitgelei, hazelnoten, langoustines, garnalen, zwerfwild, meel voor onze broden, en zelfs aalbessenwijn komen allemaal hier uit de streek. Die bezoekjes aan de producenten zijn belangrijk, ik hoor dan bijvoorbeeld hoe de gewassen erbij staan en wanneer de boel klaar of rijp is. Gisteren bijvoorbeeld haalde ik snoekbaars in Zoutkamp, dan hebben we het ook even over de waterstand in het Rietdiep. Als er gespuid gaat worden ont- staat er te veel stroming en wordt er nauwelijks iets gevangen en zet ik geen vis op de kaart. Sommige van mijn gerechten zijn direct ontstaan vanuit het landschap en wat zij voorbrengt. Twee jaar geleden was ik op de Zeedijk bij Klooster- zande om lammeren uit te zoeken, de oesters die ik er vond verwerkte ik in saus, eerder had ik lamsoor en zeekraal geplukt wat er samen met gepoft mosterdzaad uit de wei en wat schapen- yoghurt bijkwam. Het vlees werd gerookt op hooi wat toevallig nog op de dijk lag. Behalve het ver kunnen kijken is er ook dat licht. Dat is hier in het noorden geweldig, het is niet zoaLs De zee heT 32 miJn landscHap dick soek OVER ZILTE ZEEKAAS, ZWERFWILD, PALING UIT HET REITDIEP EN OVER HOE ZELFS GRAUWGRIJS LAND MOOI KAN ZIJN.
  • 33. voor niets dat De Ploeg juist hier is ontstaan. Het ochtendlicht dat vanuit het oosten aanzwelt is indrukwekkend maar ook het avondlicht dat door onze boomgaard strijkt kan me diep ontroeren. Ieder seizoen heeft zijn eigen kleur, wat overi- gens ook te maken heeft met de invulling van het land. Staat het vol graan dan kleurt het geleidelijk geel, straks wanneer het land wordt omgeploegd volgt dan het grauwgrijs. En ook dat weemoedige is weer mooi. De uitgestrektheid krijgt de overhand, er is geen mais meer dat in de weg staat, de wolken krijgen vrij spel. Als vanzelf ontstaat er dan een ander verlangen, de warmte en behaaglijkheid in huis wordt weer belangrijk. Omgekeerd, wanneer de lente dan eindelijk aan- breekt heb je dat echt nodig. Dan barst de grond weer open en dan gaan we er weer voor.  heeft neergelegd 33 Dick Soek Piloersmaborg Eten wat het land biedt en meegaan met de seizoenen is voor Dick Soek vanzelfsprekend. Zo zette hij zijn lokale leveranciers al in het zonnetje voordat het populair werd onder de chef-koks. Na jarenlang gepassioneerd de keuken van restaurant Schathoes Verhildersum te hebben bestierd, zwaait Dick Soek nu de scepter over de Piloersemaborg in Den Ham. Eten en overnachten op één plek! www.piloersema.nl Tekst: Brigitte van Mechelen | Beeld: rob.elfring.fotografie | www.elfoto.nl
  • 34. oogst 34 Schoon water en vieze regen Wat mopperen we toch graag op het weer, en dan vooral op regen. Eeuwenlang zijn we dolblij geweest met een flinke voorraad regenwater. We vingen het op en deden het in flessen die goed afgesloten in de kelder koel werden weggezet. Schoon water was schaars en dus bijzonder. Men gebruikte het bijvoorbeeld om ontstoken ogen mee te reinigen. Schoon water kwam natuurlijk ook in de keuken terecht voor de bereiding van allerhande gerechten, of (voor limonade of kruidendrank) in een koel drankje op de warme zomerdagen.
  • 35. Tekst: Lizet Kruyff* 35 A Dit is de Wereld van Zwerfvuil, een globe met een doorsnede van 5 meter, waarmee stichting Klean aandacht vraagt voor al het zwerfafval dat wordt weggegooid en in het water terechtkomt. Zie: www.kleanworldwide.nl Aan regenwater heeft een huishouden natuurlijk niet genoeg. De rest van het water haalde men uit de sloot, de beek, de rivier, het meer, de vijver of de gracht, of uit het water in de bodem. De kwaliteit en hoeveelheid van dat water verschilde per regio en per seizoen. uit de gracht Dus waarom scheldt de moderne mens op regenwater? En waarom willen we het zo snel mogelijk als ‘vuil water’ afvoeren? Nu is het regenwater sinds de industriële revolu- tie ook niet meer zo schoon als in de eeuwen daarvoor. Maar eristegenwoordigookeenalternatief:dedrinkwaterleiding. In grote steden als Amsterdam en Rotterdam haalden de bewoners vanouds het drinkwater uit grachten en sloten. Zuiver water kon je dat niet noemen. De riolering kwam op de grachten uit, iedereen stortte zijn overtollige spullen in de plomp en er was te weinig doorstroming. Dan kan het natuurlijk niet anders of het gaat een keer goed mis. ziek van water Het was een raadsel, die afschuwelijke ziekte cholera. De dood grijpt snel om zich heen, maar de oorzaak blijft lang onduidelijk. Officieel wordt in ons land in 1832 het eerste geval van cholera geconstateerd. Een jaar later heeft deze ziekte al bijna vijfduizend mensen het leven gekost. In 1849 heerst er opnieuw een cholera-epidemie in het hele land. En in 1866 vallen er meer dan twintigduizend doden. In 1849 legt de Britse medicus John Snow de link met besmet drinkwater. Vijf jaar later kan hij duidelijk oorzaak en gevolg koppelen tijdens een epidemie in hartje Londen onder de gebruikers van dezelfde waterpomp. Daar piekt de ziekte. hygiëne Een begin van een oplossing gloort dan aan de horizon: schoon drinkwater. Vanuit een jongere generatie uit de medische hoek komt de roep om hygiënemaatregelen voor het openbare leven. Hygiëne is het toverwoord. Gezond- heidscommissies gaan zaken als bouwverordeningen, de kwaliteit van schoollokalen, plannen ter verbetering van de drinkwatervoorziening en de bestrijding van de bodem- verontreiniging te lijf. Er komen maatregelen, zoals een maximum aantal inwoners in een wijk per waterpomp, het dempen van grachten of stukken daarvan, het verversen van water in de grachten. Dat moest allemaal bijdragen aan de bevordering van de hygiëne. uit de duinen In Amsterdam oppert schrijver en politicus Jacob van Lennep het idee om drinkwater uit het duingebied naar Amsterdam te halen. Na de cholera-epidemie van 1848 komt het project in een stroomversnelling en in 1851 richt men het waterleidingbedrijf op. En zo verrijst er een pomp- station bij Vogelenzang vanwaar duinwater naar de stad wordt gepompt. Aanvankelijk kon men het duinwater voor een cent per emmer kopen. Uiteindelijk bleek het water slechts voor de rijkere bewoners betaalbaar. Het duurde nog een decennium voor er een echt goed systeem ontwikkeld was. Schoon water kwam mondjesmaat in de grote steden via de nieuwe drinkwaterleiding. Pas in de 20ste eeuw kregen alle woningen een aansluiting. flesjeswater Het zou nog weer een eeuw duren voor gewoon puur water als hip drankje werd gezien, en in een designflesje voor exorbitante bedragen op de markt zou komen als onmisbaar attribuut voor de zichzelf respecterende moderne mens. Op zich is flesjeswater geen nieuw fenomeen. Al sinds de 18e eeuw drinken we graag bronwater uit flessen. De natuurlijke bronnen waren een prettige bron van inkom- sten voor de landheer, het was chic om bronwater te gaan drinken in een ‘spa’, half Europa zat in de 18e en 19e eeuw voor de gezondheid bronwater te drinken in het Duitse Bath, of Belgische Spa, of Duitse Baden-Baden. In de fitness- en slankheidsmode van de laat 20ste en begin 21ste eeuw past dit water weer helemaal. Hoewel er al een tegenbeweging is, zoals het duurzame alternatief van drink- waterbronnen op stations en op tal van plaatsen in de grote stad. En dat is goed. Want het is een beetje wrang wanneer je die enorme consumptie van plastic flessenwater ziet in landen met uitstekend leidingwater. Je kunt je er wat bij voorstellen in landen waar de overheid niet voor voldoende hoog kwalitatief drinkwater kan zorgen. Of in gevallen van natuurrampen, epidemische ziekten en oorlog. Ver van ons bed gelukkig. Wij kunnen en moeten natuurlijk wel wat doen aan die enorme plastic berg en kiezen voor gewoon leidingwater in een herbruikbare glazen fles. En het regen- water? Niet meer op mopperen. Maar opvangen en gebrui- ken in droge perioden voor tuin en akker en het schrobben van het stoepje, dat we zo graag schoon houden.  *Lizet Kruyff, culinaire geschiedenis en meer, spinazieacademie.nl “Gewoon puur water als hip drankje”
  • 36. mmm 36 pittige palmkoolbereiDiNG: Stripmetdehandhetbladgroenvandedikkenerf. Wassen,drogeneninrepensnijden.Stampdejeneverbessen,het sesamzaadenhetkorianderzaadineenvijzelfijn.Maakineenkopje eenmengselvanhoning,sesamolieensojasaus.Warmdeolijfoliein eenhogegietijzerenpan,voegdekruidenuitdevijzelerbij.Raspde knoflookengemberfijn(ikgebruikhetliefsteenMicroplane)endoe indepan.Schep dekoolerbijenroerbakalleshooguit5 minutenop hoogvuur.Giet danhetmengselvanhoning,sesamolieensojasaus in depan,enlaat ditnog1 minuutdoorwarmen. Strooiersesamzaadjesoverheen. • 500 gram palmkool• 1 theelepel jeneverbessen• 1 eetlepel sesamzaad• 1 theelepel korianderzaad• 1 eetlepel honing• 2 eetlepels sesamolie• 1 eetlepel sojasaus• 2 eetlepels olijfolie• 2 tenen knoflook• 2 cm verse gember zonder schil Claudia Reina is altijd met eten bezig: zij droomt recepten en bedenkt smaakvolle combinaties. In haar eigen smultuin kweekt zij op biologisch-dynamische wijze groente en fruit. Claudia geeft het E-magazine Smultuin uit en eerder is het boek Onze Smultuin van haar hand verschenen. palmkool wordt zo genoemd, omdat je steeds de onderste bladeren oogst. Je krijgt dan een stam met op de top palmbladeren, als een palmboom. Je kunt palmkool het hele jaar door eten. Ook als jonge blaadjes zeer geschikt.  indepan.Schep dekoolerbijenroerbakalleshooguit5 minutenop hoogvuur.Giet danhetmengselvanhoning,sesamolieensojasaus in depan,enlaat ditnog1 minuutdoorwarmen. palmkool wordt zo genoemd, omdat je steeds de onderste bladeren oogst. Je krijgt dan een stam met op de top palmbladeren, als een palmboom. Je kunt palmkool het hele jaar door eten. Ook als jonge blaadjes zeer geschikt. 
  • 37. Een eetbare tuinvoor iedereen Tekst: Isabel van der Weijden* | Beeld: Claudia Reina 37 Waar draait uw smultuin om: smullen of tuinieren? ‘Een smultuin is een tuin die niet voor de sier is, maar om lekker uit te eten. Het is dus een persoonlijke tuin, want iedereen heeft zijn eigen voorkeur. De een is dol op broccoli, de ander op eetbare bloemen of bessen. Zelf houd ik erg van aardbeien. In mijn smultuin heb ik vroege, middelvroege, late en doordragende aardbeien. Je hebt wel 400 soorten aardbeien. Ik raad iedereen aan een eetbare tuin te beginnen. Het is zoveel lekkerder en goedkoper dan wat verkrijgbaar is in de winkel. Dat is ook wel logisch, want door de kwetsbaarheid van bijvoorbeeld aardbeien zijn ze duur en echt lekkere, rijpe nauwelijks verkrijgbaar. Op een vierkante meter kun je al zoveel doen. Zelfs een balkonnetje kan de lekkerste kruiden leveren.’ Waar haalt u uw inspiratie vandaan? ‘Die haal ik vooral uit mijn eigen tuin. Elk jaar bedenk ik wat ik wel en niet ga doen. Daar schrijf ik ook over. In mijn tuin groeien ook veel zogenoemde ‘vergeten groenten’ als pastinaak, snijbiet in kleurtjes, paarse aardappelen, gele wortelen en groene tomaten. Echt lekker. Af en toe bezoek ik Villa Augustus. Dat is een concept hotel-restaurant-moestuin. Bijna alles wat je daar eet, komt rechtstreeks uit eigen tuin. Ook de kwekerij Bastin in Aalbeek (Limburg) is inspirerend. Ze zijn vooral mediterraan georiënteerd met heel veel kruiden en lavendel. In september is er een groot pompoenenfeest met heel veel soorten pompoenen. De aanwezige kok Claude Pohig verrast je dan met de heerlijkste gerechten. Overigens zie je deze trend steeds meer. Veel zelfrespec- terende koks verbouwen tegenwoordig eigen ingrediënten.’ Wat zijn de slimste tips voor een duurzame, eetbare tuin? ‘Permacultuur betekent ‘de tuin permanent in cultuur brengen’. Als je permacultuur in je tuin brengt, heb je nauwelijks onderhoud en hoef je alleen maar te oogsten. Je laat dan alles in lagen groeien. Je hebt bijvoorbeeld een bodemlaag met kruiden, dan een struik bosbessen en daarachter een hazelnootstruik. Je voegt bloemen toe om gunstige insecten aan te trekken die bijvoorbeeld luizen en ander ongedierte weg houden. De tuin is dan in evenwicht.’ Heeft u een missie? ‘Ik wil zo veel mogelijk mensen leren om te eten uit eigen tuin. Het zijn waardevolle vaardigheden waarover iedereen zou moeten beschikken. In mijn lestuin in Laren krijg ik vanaf september cursisten via de volksuniversiteit. We beginnen dan met het maken van een eigen tuinplan dat aansluit bij ‘groene vingers’, tijd, budget en ruimte. Andere items zijn o.a. grond, duurzaamheid, zaden, watermanagement, voeding, licht-zon-warmte. En uiteraard gaan we veel wroeten in de aarde. Voor kinderen heb ik een speciale vierkante-metertuin van de Wiltfang. Ik vind het triest dat juist in deze tijd de schooltuintjes worden wegbezuinigd.’ U heeft een eigen tijdschrift en u schreef een boek. Heeft u nog een droom die u wilt waarmaken? ‘Ja, rozen. Ik wil véél meer rozen gaan kweken. En dan vooral lékkere rozen.’ *isabel van der weijden is adviseur in culinaire communicatie en realiseert met haar bedrijf BelJet kookboeken en receptenbrochures. Zowel voor de consumentenmarkt als business-to-business. * met haar bedrijf BelJet kookboeken en receptenbrochures. Zowel voor de consumentenmarkt als business-to-business.consumentenmarkt als business-to-business. eetbare iedereen
  • 39. Tekst: Frank Jonker* | Beeld: Maaike Hartjes © Comic House** 39 **Frank Jonker (1965) is auteur van stripscenario’s en korte verhalen. Zijn werk verscheen onder andere in Donald Duck, Tina en Penny. **Maaike Hartjes (1972) studeerde aan zowel de Amsterdamse als de Utrechtse Hogeschool voor de Kunsten. Ze tekent naast illustraties, strips en getekende reisverslagen, ook heel veel op congressen en bij workshops om daar complexe materie om te zetten in simpele conceptuele tekeningen.
  • 40. de plek 40 marcel van ool is vegetariër, maar niet van het evangeliserende soort – hoewel hij de slogan ‘Eet geen leed’ nog weleens gebruikt. Hij is vooral benieuwd naar wat er aan vlees te krijgen is uit onze natuurgebieden. Denk aan ‘de grote grazers’: Galloways, Schotse hooglanders (beide ‘primitieve’ runderen), Rode Geus (een rundersoort dat voortkomt uit recentere kruisingen) en konikpaarden. Je kent die beesten wel uit bijvoorbeeld de nieuwe wildernissen van het Rivierengebied of de delta, waar allerlei natuurlijke processen weer de ruimte krijgen. Die processen moeten vaak wel door de mens eerst weer op gang worden geholpen. Een van de zaken die daarbij hoort is de introductie van grazende soorten die met hun vraat de boel openhouden. Die functie, terreinen vrijhouden van struiken en andere ‘opslag’, vervullen grote grazers overi- gens ook in cultuurhistorisch waardevolle gebieden, bijvoorbeeld op heidevelden. Stichting Ark heeft al zo’n twintig jaar ervaring in nieuwe wildernissen. Vanuit deze stichting is ook FREE Nature opgezet, dat staat voor Foundation for Restoring European Ecosys- tems, en zij houden zich onder meer bezig met wildernisvlees: als een kudde te groot wordt en het echt niet anders kan, worden er dieren gedood en geslacht. Dat betekent: stoofvlees, tartaar, hamburgers, worsten en gehakt van dieren die nog nooit in een stal hebben gestaan, geen enge medicijnen hebben gehad en gegraasd hebben op terreinen die vrij zijn van bestrijdingsmiddelen.Sterkernog:dieterreinen zijn een geweldig menu voor de grazers, met zo’n 350 soorten kruiden en grassen. Kenners zeggen het verschil te proeven tussen dieren die snel vetgemest zijn met industrieel voer, dieren die in boerenweides hebben gegraasd (met meestal maar één soort gras) en de dieren uit natuurgebieden. Nu schijnt dat ook te maken te hebben met het feit dat die laatste echte survivors zijn die vet opslaan voor als zware tijden aanbreken (zoals de winter). Dat levert vlees op met fijne vetadertjes. Die verdwijnen weer tijdens de bereiding maar zorgen wel voor een heel goede smaak. Er zijn in Nederland veel meer clubs waar je wildernisvlees kunt bestellen. De meeste hebben wel een band met Free Nature (het vleesuitParkSonsbeekofuithetNaardermeer- gebied van Natuurmonumenten wordt ook via hen verkocht). En in de drie Noordelijke provincies vind je bij Albert Heijn droge worst van familiebedrijf Weidenaar (‘sinds 1927’) gemaakt van… Schotse hooglanders uit het Lauwersmeergebied. Staatsbosbeheer onder- zoekt of het aanbod uitgebreid kan worden. Het is lastig om een goed overzicht te krijgen van de totale hoeveelheid dieren die jaarlijks gedood wordt voor wildernis- of natuurvlees. Maar via FREE Nature (veruit de grootste speler) gaat het, vind ik tenminste, om heel kleine aantallen: 60 runderen en 7 paarden eindigden in 2012 als wildernisvlees. De aan- tallen zijn natuurlijk ook laag omdat er heel secuur gekeken wordt of een dier echt niet ergens anders geplaatst kan worden. Daarnaast is het zo dat in het najaar een piek is in het aantal dieren dat gedood moet worden. Die eindigen om logistieke redenen niet allemaal als wildernisvlees. Een deel gaat ook naar de reguliere handel. Alle gedode runderen worden voedsel voor mensen. Bij paarden ligt dat, om sentimentele redenen, anders. Wat de mens niet eet, gaat Vegetariër zoekt
  • 41. Tekst: Marcel van Ool* | Beeld Schotse hooglanders: Staatsbosbeheer | beeld wildernisvlees: Marc Büchner 41 *Kunsthistoricus marcel van ool is werkzaam bij Staatbosbeheer. “Worsten en gehakt van dieren die nog nooit in een stal hebben gestaan” naar de dierentuin waar het vlees meestal aan de leeuwen wordt gevoerd. Als vegetariër zeg ik wel tegen vleeseters: vraag uw (wildernis)slager om orgaanvlees! Buiten de diervoederindustrie om, blijkt daar nauwe- lijks een markt voor te zijn. Ja, lever, dat lukt nog wel, maar er zit uiteraard veel meer eetbaars aan zo’n dier. Als je al besluit het te doden, benut het dan ook optimaal. Ik vraag me trouwens ook af of je geen bloedworst (mijn favoriete gerecht als kind, in een voorvegetari- sche fase) kunt maken van grote grazers. In onze natuurgebieden komen ook soorten voor die traditioneel om hun vlees bejaagd worden, zoals edelhert, wildzwijn, damhert en ree. Vleesconsumptie is door de eeuwen heen nogal aan smaakwisselingen onderhevig geweest. Vooral de adel, die oorspronkelijk natuurlijk ook de meeste jachtrechten bezat, verorberde nogal het een en ander wat ‘de gewone man’ verafschuwde óf niet kende omdat het voor hem niet weggelegd was. Ik denk bijvoorbeeld aan reiger die in de zeven- tiende eeuw wel gegeten werd – en overigens bejaagd werd met een valk. Maar dat waren andere tijden. Bij Staatsbosbeheer geldt een ‘nee, tenzij’ jachtbeleid. Dat betekent dat wanneer een populatie te groot dreigt te worden voor het gebied waarin zij leeft, dieren worden afge- schoten. Ook worden dieren gedood als zij schade aanrichten bij ‘de buren’ of in het verkeer. Dat gebeurt door jagers en strikt op contractbasis. De ‘buit’ is voor de jager. Alleen op de midden Veluwe heeft Staatsbosbeheer zelf een contract met een poelier, aan wie edel- hert, wildzwijn, damhert en ree geleverd wordt. En dan is er de categorie pest- en plaagdieren. Daaronder valt in essentie natuurlijk geen enkel dier. Maar afhankelijk van tijd, plaats en cultuur worden dieren wel bestreden omdat ze bijvoorbeeld ernstige overlast veroorzaken of een ramp zijn voor inheemse flora en fauna. Bekendste voorbeeld van die eerste groep zijn de ganzen, en dan met name de ‘Schipholgans’. Dat is een grauwe gans, en die soort vindt de vette Nederlandse weiden zo geweldig dat zijn aantallen enorm toenamen de afgelopen tien jaar. In een straal van twintig kilometer rond Schiphol alleen al, komen er tussen de 50.000 en 70.000 voor. Dit jaar zijn er daar 10.000 van vergast – de diervriendelijkste en meest effec- tieve manier van bestrijden. Je wil immers een botsing tussen gans en vliegtuig voorkomen. Maar dan, wat gebeurt er met het ganzenvlees? De Nederlander was het een beetje verleerd, het eten van gans. Toch wordt nog 63% van de schipholganzen geconsumeerd. De Keuken van het Ongewenste Dier, dat de kroket van Schipholgans ontwikkelde en daar landelijke bekendheid mee kreeg, droeg daar zeker toe bij. Ten slotte, de catastrofale exoten, als de Ameri- kaansebrul-ofstierkikkerofdegrijzeeekhoorn (ook uit Amerika). Die kunnen door enorme voortplantingsdrift, vraatzucht en gebrek aan natuurlijke vijanden flink huishouden in de Nederlandse natuur. Vanuit het rijk opereren Bureau Risicobeoordeling en Onderzoeks- programmering en het Team Invasieve Exoten op dit gebied. Sommige soorten worden alleen gemonitord; andere geëlimineerd. Hoe het dan weer moet met regelgeving weet ik niet, maar die Amerikaanse beesten kun je prima eten. Op een Amerikaanse site vond ik 54 recepten voor eekhoorn en in Louisiana zijn ‘Cajun-fried Bullfrog legs’ een delicatesse. Wie durft?  Met dank aan Meta Rijks, fauna-ecoloog bij Staatsbosbeheer. vlees
  • 42. in het volgende nummer: nr.16 Gerard de Vriesover het WRR-rapport over voedsel; een reportage over het forum over voedseldat in november op het kasteel plaatsvindt; Herman Vuijsjeover hoe afstand in tijd de tekening kleurt; De Wilde keuken van Wouter Klootwijk; Ruud Kuijer over zijn Waterwerken; een nieuw verhaal van Tommy Wieringa. Het debat over voedsel, over stad en ommeland, over duurzaamheid – het moet worden gevoerd vinden wij (en dat vindt u ook, anders had u dit magazine niet in handen). Nu het ministerie van Economische Zaken heeft besloten Kasteel Groeneveld te sluiten en daarmee een einde te maken aan het platform voor discussie dat het kasteel jaren is geweest, zoeken wij naar wegen om de discussie voort te zetten. We kijken naar de rol die magazine GRNVLD daarin kan spelen. In het komende nummer een verkenning van de vaderlandse podia waarop plaats is voor de nuance. 42 Daarnaast onder meer:
  • 43. Kasteel Groeneveld Groeneveld 1 3744 ML Baarn Zakelijke bijeenkomsten bij Groeneveld Kasteel Vanwege de unieke combinatie publiek, onderwijs en beleid is een zakelijke bijeenkomst in Kasteel Groeneveld meer dan een vergadering; het is een ontmoeting. Als Buitenplaats voor stad en land is Groeneveld de plek om buiten de gebaande paden te denken. Een vrijplaats voor de geest. Zakelijk vergaderen in een ontspannen sfeer in Kasteel Groeneveld is mogelijk. De ruimtes worden gehuurd voor discussies, debatten, conferenties en informatiemarkten. Het Engelse landschapspark en de moestuin van het kasteel, lenen zich prima voor in- en ontspanning in de buitenlucht. Grand Café Koetshuiszolder Waar voorheen de paarden gevoed en geborsteld werden, is nu in het Koetshuis Grand Café Groeneveld gevestigd. U kunt hier terecht voor een uitgebreide zakelijke lunch van biologische streekproducten met uw collega’s of relaties of voor een lekkere sandwich tussen 2 afspraken door. Daarnaast is het mogelijk om, net als in het kasteel, een vergadering, presentatie of andere zakelijke bijeenkomst op de zolder van het Koetshuis te organiseren. Voor informatie en reserveringen: Reserveringsbureau@mineleni.nl of 035 5480994 (Bereikbaar van dinsdag tot en met donderdag van 10.00 tot 16.00 uur). [ advertentie ]