1. De veranderlijke zon enDe veranderlijke zon en
ons klimaatons klimaat
Actieve gebieden op de zonActieve gebieden op de zon
Grote Minima en MaximaGrote Minima en Maxima
Zon en klimaatZon en klimaat
C. de JagerC. de Jager
2. 1. De laatste miljoen(en) jaren1. De laatste miljoen(en) jaren
De heuvels van noord NederlandDe heuvels van noord Nederland
en de ijstijdenen de ijstijden
4. Deze heuvels ontstonden 135 000Deze heuvels ontstonden 135 000
jaar geledenjaar geleden
• Vanaf 230 000 tot 130 000 jaar geleden heersteVanaf 230 000 tot 130 000 jaar geleden heerste
de voorlaatste ijstijd; het koudst was het 135.000de voorlaatste ijstijd; het koudst was het 135.000
jaar geledenjaar geleden
• Gletsjers uit het noorden en oosten stroomdenGletsjers uit het noorden en oosten stroomden
traag hierheentraag hierheen
• Stuwden (keileem)grond voor zich uit: deStuwden (keileem)grond voor zich uit: de
eindmoreneneindmorenen
• De eindmorenen zien we nog als een reeksDe eindmorenen zien we nog als een reeks
heuvels: Texel, Wieringen, Gaasterland,heuvels: Texel, Wieringen, Gaasterland,
Steenwijk tot die bij Hoogeveen en CoevordenSteenwijk tot die bij Hoogeveen en Coevorden
5. Verloop van temperatuur in laatsteVerloop van temperatuur in laatste
170.000 jaren170.000 jaren
6. Hoe kent men die temperaturen?Hoe kent men die temperaturen?
Onderzoek van ijslagenOnderzoek van ijslagen
• IJsboringen op Groenland en in AntarcticaIJsboringen op Groenland en in Antarctica
leveren ons staven ijs: deleveren ons staven ijs: de boorkernenboorkernen
• Tonen ons jaarlijks neergeslagenTonen ons jaarlijks neergeslagen
ijslaagjesijslaagjes
• Daarin minuscule gasbelletjesDaarin minuscule gasbelletjes
• De temperatuur leiden we af uit deDe temperatuur leiden we af uit de
verhouding Overhouding O1616
/O/O1818
in de gasbelletjes:in de gasbelletjes:
grotere verhouding Ogrotere verhouding O1616
/O/O1818
betekent hogerebetekent hogere
temperatuur en omgekeerdtemperatuur en omgekeerd
7. Glacialen en interglacialenGlacialen en interglacialen
• In de laatste half miljoen jaren kenden we vierIn de laatste half miljoen jaren kenden we vier
ijstijden –ijstijden – glacialenglacialen
• Deze duurden ca. 100.000 jaarDeze duurden ca. 100.000 jaar
• DaartussenDaartussen interglacialeninterglacialen van ca. 10.000 jaarvan ca. 10.000 jaar
• Het huidige interglaciaal begon ca. 12.000 jaarHet huidige interglaciaal begon ca. 12.000 jaar
geledengeleden
• In tegenstelling tot de andere zal dit nog ca.In tegenstelling tot de andere zal dit nog ca.
40.000 jaar duren – hoe weet men dat?40.000 jaar duren – hoe weet men dat?
8. Hoe ijstijden ontstaan; de theorie van MilankovitsjHoe ijstijden ontstaan; de theorie van Milankovitsj
• Aantrekking door planeten, vooral door VenusAantrekking door planeten, vooral door Venus
en Jupiter doet de gemiddelde afstand van deen Jupiter doet de gemiddelde afstand van de
aarde tot de zon en de stand van de aardasaarde tot de zon en de stand van de aardas
geregeld iets veranderen.geregeld iets veranderen.
• Dit beïnvloedt de sterkte van de ontvangenDit beïnvloedt de sterkte van de ontvangen
zonnestraling en dus de gemiddeldezonnestraling en dus de gemiddelde
temperatuur van de aardatmosfeertemperatuur van de aardatmosfeer
• Berekende temperatuurverschillen tussenBerekende temperatuurverschillen tussen
glaciaal en interglaciaal: slechts enkele gradenglaciaal en interglaciaal: slechts enkele graden
Is dat wel genoeg voor een ijstijd??Is dat wel genoeg voor een ijstijd??
9. Versterking doorVersterking door positieve terugkoppelingpositieve terugkoppeling
• Hogere temperatuur geeft meer verdamping vanHogere temperatuur geeft meer verdamping van
de oceanende oceanen
• Waterdamp is een sterk broeikasgas: meerWaterdamp is een sterk broeikasgas: meer
waterdamp in de atmosfeer betekent minderwaterdamp in de atmosfeer betekent minder
infrarode uitstraling van de aardeinfrarode uitstraling van de aarde
• Dat versterkt de verwarming, dus nog meerDat versterkt de verwarming, dus nog meer
verdamping van zeewater, nog hogereverdamping van zeewater, nog hogere
temperaturen, enz.temperaturen, enz.
• Dit verschijnsel heetDit verschijnsel heet positieve terugkoppeling.positieve terugkoppeling.
• Het omgekeerde treedt op bij geringer instralingHet omgekeerde treedt op bij geringer instraling
10. Nog meer positieve terugkoppelingNog meer positieve terugkoppeling
• Als de temperatuur op aarde afneemtAls de temperatuur op aarde afneemt
groeien de polaire ijs- en sneeuwkappengroeien de polaire ijs- en sneeuwkappen
• De albedo (= terugkaatsend vermogen)De albedo (= terugkaatsend vermogen)
van de aarde neemt toevan de aarde neemt toe
• Dus: nog minder verwarming van de aardeDus: nog minder verwarming van de aarde
• Versterkt de afname van temperatuurVersterkt de afname van temperatuur
• En zo voort …En zo voort …
11. Broeikaseffect door waterdamp verdubbelt deBroeikaseffect door waterdamp verdubbelt de
verwarming:verwarming: positieve terugkoppelingpositieve terugkoppeling
WV = waterdamp; C = wolken; A = AlbedoWV = waterdamp; C = wolken; A = Albedo
12. IJstijden kwamen slechts voorIJstijden kwamen slechts voor
in de laatste miljoen jarenin de laatste miljoen jaren
De reden: gelijdelijke afname vanDe reden: gelijdelijke afname van
temperatuur over miljoenen jaren;temperatuur over miljoenen jaren;
temperatuur en COtemperatuur en CO22 gehalte warengehalte waren
laatste miljoen jaren zeer laaglaatste miljoen jaren zeer laag
13. Gestage afname temperatuur en COGestage afname temperatuur en CO22 gehalte; er isgehalte; er is
enige correlatie tussen deze twee veranderlijkenenige correlatie tussen deze twee veranderlijken
14. 2. De zon2. De zon
De zon kan ons klimaatDe zon kan ons klimaat
beïnvloeden. Eigenschappen vanbeïnvloeden. Eigenschappen van
de zon .de zon .
15. De zon: 1,4 miljoen km middellijn; 200 000 maalDe zon: 1,4 miljoen km middellijn; 200 000 maal
zoveel massa als aardezoveel massa als aarde (zie ook de zonnevlekken)(zie ook de zonnevlekken)
16. De energie opwekking van deDe energie opwekking van de
zonzon
• Oppervlakte temperatuur is ca 5800Oppervlakte temperatuur is ca 5800
gradengraden
• In de kern is de temperatuur ca. 15,5In de kern is de temperatuur ca. 15,5
miljoen graden en de dichtheid 160 kg permiljoen graden en de dichtheid 160 kg per
liter. Dit gas is waterstof met 10% heliumliter. Dit gas is waterstof met 10% helium
• Daar wordt straling opgewekt doorDaar wordt straling opgewekt door
kernfusie: waterstof wordt in heliumkernfusie: waterstof wordt in helium
omgezetomgezet
17. Sterke veranderingen op korteSterke veranderingen op korte
termijntermijn
Zonnevlekken, vlammen en CoronaleZonnevlekken, vlammen en Coronale
Massa Emissies in Actieve GebiedenMassa Emissies in Actieve Gebieden
Polaire magnetische veldenPolaire magnetische velden
18. Op zeer korte tijdschaal sterke en snelleOp zeer korte tijdschaal sterke en snelle
veranderingen – de zonnevlekkenveranderingen – de zonnevlekken
19. Een zonnevlekkenpaarEen zonnevlekkenpaar
• Zonnevlekken: bron van sterke magnetischeZonnevlekken: bron van sterke magnetische
velden; ca. 10.000 maal de sterkte van hetvelden; ca. 10.000 maal de sterkte van het
aardse veldaardse veld
• Meestal groepsgewijs, met tegengesteldeMeestal groepsgewijs, met tegengestelde
magnetische polariteitmagnetische polariteit
• Leeftijden kort (uren tot dagen) tot hoogstensLeeftijden kort (uren tot dagen) tot hoogstens
weken of – soms - enkele maandenweken of – soms - enkele maanden
• Komen slechts voor op lage breedten, aanKomen slechts voor op lage breedten, aan
weerszijden van de equatorweerszijden van de equator
• Ze zijn de kernen van eenZe zijn de kernen van een actief gebiedactief gebied
20. Iets sterkere straling van eenIets sterkere straling van een
actief gebiedactief gebied
• Een actief gebied bevat structuren die ietsEen actief gebied bevat structuren die iets
helderder stralen dan de omgeving – dehelderder stralen dan de omgeving – de
fakkelveldenfakkelvelden
• Ze hebben dan ook een wat hogerZe hebben dan ook een wat hoger
temperatuurtemperatuur
• Daarom stralen ze een wat sterker UVDaarom stralen ze een wat sterker UV
straling uit; het stralingsexces is echterstraling uit; het stralingsexces is echter
minder dan 0,2 procentminder dan 0,2 procent
21. Explosieve verschijnselen in eenExplosieve verschijnselen in een
Actief GebiedActief Gebied
• Een actief gebied heeft hogere temperatuur danEen actief gebied heeft hogere temperatuur dan
het gemiddeld zonneoppervlak; ca. 10000het gemiddeld zonneoppervlak; ca. 10000
graden.graden.
• Er treden explosieve verschijnselen in opEr treden explosieve verschijnselen in op
• EenEen zonnevlamzonnevlam: energie ongeveer gelijk aan: energie ongeveer gelijk aan
een miljard Hiroshima atoombommen (met groteeen miljard Hiroshima atoombommen (met grote
variaties)variaties)
• EenEen Coronale Massa EmissieCoronale Massa Emissie: nog tien maal: nog tien maal
grotere energie (ook grote variaties)grotere energie (ook grote variaties)
• Gedurende vorige eeuw: beide tradenGedurende vorige eeuw: beide traden
gemiddeld vijf maal per dag opgemiddeld vijf maal per dag op
22. Ook sterke polaire activiteit in zonOok sterke polaire activiteit in zon
Heldere punten, polaire fakkels; coronale gatenHeldere punten, polaire fakkels; coronale gaten
23. Polaire en equatorialePolaire en equatoriale
magnetische fluxen zijn ongeveermagnetische fluxen zijn ongeveer
even grooteven groot
Het polaire magneetveld is echterHet polaire magneetveld is echter
gelijkmatiger verspreid en bevat geengelijkmatiger verspreid en bevat geen
extreme veldconcentraties, zoals deextreme veldconcentraties, zoals de
zonnevlekkenzonnevlekken
24. 3. Kortdurende veranderingen3. Kortdurende veranderingen
in de loop van de tijdin de loop van de tijd
De elfjarige cyclus en deDe elfjarige cyclus en de
zonnedynamozonnedynamo
25. Vlekken komen en gaan; soms veel dan weer minder enVlekken komen en gaan; soms veel dan weer minder en
soms niets. De elfjarige cyclus –soms niets. De elfjarige cyclus – Schwabe cyclusSchwabe cyclus. Zie ook. Zie ook
hethet Grote Minimum (Maunder),Grote Minimum (Maunder), het kleinerehet kleinere DaltonDalton
MnimumMnimum en het recente 20en het recente 20ee
eeuwseeeuwse Grote MaximumGrote Maximum
26. De dans der twee magnetischeDe dans der twee magnetische
veldenvelden
• Het aantal zonnevlekken neemt toe enHet aantal zonnevlekken neemt toe en
weer af in een periode van ca. 11 jaarweer af in een periode van ca. 11 jaar
• Gelijktijdig daarmee neemt de sterkte vanGelijktijdig daarmee neemt de sterkte van
de equatoriale velden toe en afde equatoriale velden toe en af
• Maar als het equatoriale veld maximaalMaar als het equatoriale veld maximaal
sterk is, is de polaire veldsterkte minimaal,sterk is, is de polaire veldsterkte minimaal,
en omgekeerden omgekeerd
• De exotische dans der twee veldenDe exotische dans der twee velden
27. De tachoklijn en deDe tachoklijn en de
zonnedynamozonnedynamo
De exotische dans tussen het polaireDe exotische dans tussen het polaire
en het equatoriale magnetische veld;en het equatoriale magnetische veld;
het mechanismehet mechanisme
28. De tachoklijn en de dynamoDe tachoklijn en de dynamo
• De tachoklijn is een laag van enkele tienduizenden kmDe tachoklijn is een laag van enkele tienduizenden km
dikte, op diepte van ca. 200 000 km benedendikte, op diepte van ca. 200 000 km beneden
zonsoppervlakzonsoppervlak
• Daar beginnen de opstijgende bewegingen vanDaar beginnen de opstijgende bewegingen van
gasmassa’s, waaruit de zonnevlekken ontstaangasmassa’s, waaruit de zonnevlekken ontstaan
• Mede door de scherende bewegingen van deMede door de scherende bewegingen van de
zonnerotatie (afnemend met de breedte en ookzonnerotatie (afnemend met de breedte en ook
veranderend met de hoogte) ontstaan wervelingen; dezeveranderend met de hoogte) ontstaan wervelingen; deze
leiden tot sterke elektrische kringstromenleiden tot sterke elektrische kringstromen
• Elektrische kringstroom genereert een magnetisch veldElektrische kringstroom genereert een magnetisch veld
• Wanneer het equatoriale veld te sterk is gewordenWanneer het equatoriale veld te sterk is geworden
breken delen ervan af; ze stijgen op; tonen zich alsbreken delen ervan af; ze stijgen op; tonen zich als
zonnevlekkenzonnevlekken
30. Als het veld sterker is dan ca. 60 000 gaussAls het veld sterker is dan ca. 60 000 gauss
dan breken lussen los om op te stijgen; wedan breken lussen los om op te stijgen; we
zien ze aan het oppervlak als zonnevlekkenzien ze aan het oppervlak als zonnevlekken
31. Het polaire veld is in tegenfase metHet polaire veld is in tegenfase met
het equatorialehet equatoriale
• Na het maximum van het equatoriale veld breektNa het maximum van het equatoriale veld breekt
dit in vele stukken uiteendit in vele stukken uiteen
• Kleinere fluxbuizen stijgen langzamer op; AlsKleinere fluxbuizen stijgen langzamer op; Als
gevolg van de Corioliskracht en de aswentelinggevolg van de Corioliskracht en de aswenteling
van de zon is deze beweging voornamelijkvan de zon is deze beweging voornamelijk
poolwaarts ; zo ontstaat het polaire veldpoolwaarts ; zo ontstaat het polaire veld
• Veldsterkte daarvan is maximaal tijdensVeldsterkte daarvan is maximaal tijdens
minimale equatoriale veldsterkte, en omgekeerdminimale equatoriale veldsterkte, en omgekeerd
32. De dans van de polaire en hetDe dans van de polaire en het
equatoriale velden om de recenteequatoriale velden om de recente
Transitie: donker is equatoriaalTransitie: donker is equatoriaal
33. 4. Blik in het verleden4. Blik in het verleden
Zonnevlekken zijn waargenomenZonnevlekken zijn waargenomen
vanaf 1610. Magneetvelden nogvanaf 1610. Magneetvelden nog
geen 100 jaar. Hoe was hetgeen 100 jaar. Hoe was het
eerder?eerder?
34. Wat weten we van vroegereWat weten we van vroegere
zonsactiviteit?zonsactiviteit?
• Magneetvelden worden pas sinds een eeuw gemetenMagneetvelden worden pas sinds een eeuw gemeten
• En pas goed sinds een halve eeuw …En pas goed sinds een halve eeuw …
• Kosmogonische radionuclidenKosmogonische radionucliden helpen!helpen!
• Aarde wordt constant gebombardeerd door kosmischeAarde wordt constant gebombardeerd door kosmische
straling: zeer energierijke atomaire deeltjesstraling: zeer energierijke atomaire deeltjes
• Deze botsen op atomen van de aardatmosfeer enDeze botsen op atomen van de aardatmosfeer en
produceren radioactieve deeltjes in de atmosfeerproduceren radioactieve deeltjes in de atmosfeer
• Deze deeltjes slaan neer en worden opgeslagen inDeze deeltjes slaan neer en worden opgeslagen in
sedimenten en ijslagen (Groenland, Antarctica)sedimenten en ijslagen (Groenland, Antarctica)
35. Kosmogonische radionuclidenKosmogonische radionucliden
• Actieve zon zendt magnetische gaswolken uitActieve zon zendt magnetische gaswolken uit
(Coronale Massa Emissies)(Coronale Massa Emissies)
• Die beschermen ons tegen kosmische straling;Die beschermen ons tegen kosmische straling;
hoe actiever de zon des te minder kosmischehoe actiever de zon des te minder kosmische
straling ontvangen we op aardestraling ontvangen we op aarde
• De gemeten radioactiviteit over de jaren leertDe gemeten radioactiviteit over de jaren leert
ons zo over vroegere zonsactiviteitons zo over vroegere zonsactiviteit
• Die gegevens zijn af te leiden uit opvolgendeDie gegevens zijn af te leiden uit opvolgende
jaarlijkse ijslaagjes injaarlijkse ijslaagjes in boorkernenboorkernen
36. Intensiteit vanIntensiteit van kosmogonische radionuclidenkosmogonische radionucliden::
Een maat voor hoeveelheid door Coronale Massa Emissies uitgestotenEen maat voor hoeveelheid door Coronale Massa Emissies uitgestoten
magnetisme van de zon: sterke radioactiviteit betekent zwakke zon.magnetisme van de zon: sterke radioactiviteit betekent zwakke zon.
(zie in dit diagram de Grote Episoden en het 20(zie in dit diagram de Grote Episoden en het 20ee
eeuwse maximum)eeuwse maximum)
37. Grote EpisodenGrote Episoden
• Het diagram toont Grote Maxima en GroteHet diagram toont Grote Maxima en Grote
MinimaMinima
• De grote Minima zijn genoemd naar Oort,De grote Minima zijn genoemd naar Oort,
Spörer, Wolf, Maunder. Zie ook het (watSpörer, Wolf, Maunder. Zie ook het (wat
kleinere) Dalton Minimumkleinere) Dalton Minimum
• Verder het Middeleeuws Maximum en hetVerder het Middeleeuws Maximum en het
20e eeuwse Groot Maximum20e eeuwse Groot Maximum
38. Het Groot Maximum van de 20e eeuw is hetHet Groot Maximum van de 20e eeuw is het
grootste sinds 11 000 jaar !grootste sinds 11 000 jaar !
39. Transities: Recente overgangenTransities: Recente overgangen
tussen Episodes vonden plaats in:tussen Episodes vonden plaats in:
• 1740: overgang Groot Minimum (Maunder) naar1740: overgang Groot Minimum (Maunder) naar
Reguliere OscillatiesReguliere Oscillaties
• (1780 – 1880: zwak ‘Dalton Minimum’)(1780 – 1880: zwak ‘Dalton Minimum’)
• 1923-4: overgang Reguliere Oscillaties naar het1923-4: overgang Reguliere Oscillaties naar het
recente Groot Maximumrecente Groot Maximum
• Deze overgangen wordenDeze overgangen worden TransitiesTransities genoemdgenoemd
• 2006: overgang Groot Maximum naar…? Dit is2006: overgang Groot Maximum naar…? Dit is
de meest recentede meest recente TransitieTransitie. (waar gaat dat. (waar gaat dat
heen?? )heen?? )
40. Ook de stralingsflux (van de equatorialeOok de stralingsflux (van de equatoriale
actieve gebieden) was de laatste jarenactieve gebieden) was de laatste jaren
extreem laagextreem laag
41. Grote Episodes in het verledenGrote Episodes in het verleden (Versteegh)(Versteegh)
Opwaartse pijltjes: overgang naar kouder en vochtigerOpwaartse pijltjes: overgang naar kouder en vochtiger
klimaat. Zie ook het Homerisch Groot Minimumklimaat. Zie ook het Homerisch Groot Minimum
42. Onderzoek van het HomerischOnderzoek van het Homerisch
Groot MinimumGroot Minimum
Dit minimum trad ca. 2800 jaarDit minimum trad ca. 2800 jaar
geleden op. Opgravingen in Westgeleden op. Opgravingen in West
Friesland door Bas van GeelFriesland door Bas van Geel
(Univ. Amsterdam)(Univ. Amsterdam)
43. Opgravingen West Friesland tonenOpgravingen West Friesland tonen
overgang van continentaal naarovergang van continentaal naar
Atlantisch klimaat ca. 850 v. Chr.Atlantisch klimaat ca. 850 v. Chr.
44. Samenhang zonsactiviteit; de zonSamenhang zonsactiviteit; de zon
ging door een Groot Minimumging door een Groot Minimum
45. 5. Is er verband tussen5. Is er verband tussen
zonsactiviteit en aardsezonsactiviteit en aardse
temperatuur?temperatuur?
Recent onderzoekRecent onderzoek
46. Verband magnetische velden zon enVerband magnetische velden zon en
aardse gemiddelde temperatuur (1)aardse gemiddelde temperatuur (1)
• We zoeken naar de samenhang tussen deWe zoeken naar de samenhang tussen de
twee magnetische gebieden op de zon entwee magnetische gebieden op de zon en
de aardse gemiddelde temperatuurde aardse gemiddelde temperatuur
• Alle grootheden gladgemaakt over eenAlle grootheden gladgemaakt over een
lopend 18 jaar intervallopend 18 jaar interval
48. Enkele afsprakenEnkele afspraken
• Een maat voor de sterkte van hetEen maat voor de sterkte van het
equatoriale magneetveld is GN-max: deequatoriale magneetveld is GN-max: de
maximum waarde van het magnetischemaximum waarde van het magnetische
groepsgetalgroepsgetal
• En voor het polaire magneetveld: aa-min:En voor het polaire magneetveld: aa-min:
de minimale waarde van een op aardede minimale waarde van een op aarde
gemeten antipodale magnetischegemeten antipodale magnetische
veldsterkteveldsterkte
51. Verband magnetische velden zon enVerband magnetische velden zon en
aardse gemiddelde temperatuur (2)aardse gemiddelde temperatuur (2)
52. Verband magnetische velden zon en aardseVerband magnetische velden zon en aardse
gemiddelde temperatuur (3)gemiddelde temperatuur (3)
• Tot 1919 wordt de aardse temperatuur door deTot 1919 wordt de aardse temperatuur door de
zonsactiviteit bepaald; 2/3 door equatoriale veldzonsactiviteit bepaald; 2/3 door equatoriale veld
en 1/3 door het polaire.en 1/3 door het polaire.
• De equatoriale component is kwantitatief teDe equatoriale component is kwantitatief te
verklaren metverklaren met UV stralingUV straling van de fakkelveldenvan de fakkelvelden
enen positieve terugkoppelingpositieve terugkoppeling door waterdamp.door waterdamp.
• De polaire vermoedelijk met deeltjesemissieDe polaire vermoedelijk met deeltjesemissie
• Vanaf 1919 is er een steeds sterker wordendeVanaf 1919 is er een steeds sterker wordende
extra component , die in 2012 reeds 0,9 graadextra component , die in 2012 reeds 0,9 graad
bedroegbedroeg
53. Stilstand omstreeks 2000 – 2011. ToeStilstand omstreeks 2000 – 2011. Toe
te schrijven aan geringe zonsactiviteitte schrijven aan geringe zonsactiviteit
(de Transitie) in die jaren(de Transitie) in die jaren
54. 6. Wat denken we van de6. Wat denken we van de
verre toekomstverre toekomst
De toekomstige levensloop vanDe toekomstige levensloop van
de zonde zon
55. Zonne-energie: kernfusieZonne-energie: kernfusie
Kernen van het waterstofatoom wordenKernen van het waterstofatoom worden
omgezet in die van helium. Dat is deomgezet in die van helium. Dat is de
oorsprong van de energie-straling vanoorsprong van de energie-straling van
de zon. Maar over ca. 5 miljard jaar isde zon. Maar over ca. 5 miljard jaar is
het waterstof op!het waterstof op!
56. Onze zon over 6 miljard jaar:Onze zon over 6 miljard jaar:
ingestort tot witte dwerg in ‘planetaire nevel’ingestort tot witte dwerg in ‘planetaire nevel’
57. Vlak voór het uiteindelijke ineenstortenVlak voór het uiteindelijke ineenstorten
is de zon een rode reuzensteris de zon een rode reuzenster
• Stralingsintensiteit is dan meer dan 1000 maalStralingsintensiteit is dan meer dan 1000 maal
de huidigede huidige
• Deze evolutie houdt in dat gedurende komendeDeze evolutie houdt in dat gedurende komende
miljarden jaren de temperatuur op aarde ookmiljarden jaren de temperatuur op aarde ook
steeds zal toenemensteeds zal toenemen
• In de eerste 4 miljard jaar met 0,4 % per miljoenIn de eerste 4 miljard jaar met 0,4 % per miljoen
jarenjaren
• Over 5 miljard jaar straalt de zon 130 maalOver 5 miljard jaar straalt de zon 130 maal
sterker dan nu. Over 6 miljard jaar 1000 maalsterker dan nu. Over 6 miljard jaar 1000 maal
sterkersterker
58. Vergelijk planeet Venus met de aardeVergelijk planeet Venus met de aarde
• Bijna even grootBijna even groot
• Maar gasdruk 100 maalMaar gasdruk 100 maal
aardeaarde
• Straling zon en gasdrukStraling zon en gasdruk
(broeikas effect) leiden(broeikas effect) leiden
tot hoge oppervlaktetot hoge oppervlakte
temperatuur ( ca 500temperatuur ( ca 500
graden)graden)
59. Prognose voor komende 560Prognose voor komende 560
miljoen jarenmiljoen jaren
• Over 560 miljoen jaar ontvangt de aardeOver 560 miljoen jaar ontvangt de aarde
evenveel zonnestraling als wat Venus nuevenveel zonnestraling als wat Venus nu
ontvangt.ontvangt.
• Dan is de gemiddelde aardtemperatuur alsDan is de gemiddelde aardtemperatuur als
nu op Venus: ca. 500 graden.nu op Venus: ca. 500 graden.
• Oceanen zijn dan geheel verdampt doorOceanen zijn dan geheel verdampt door
combinatie van temperatuur en broeikascombinatie van temperatuur en broeikas
effect.effect.
60. Over 560 miljoen jaren zalOver 560 miljoen jaren zal
de Aarde zijn als Venus nude Aarde zijn als Venus nu
• Barometerstand is dan ca. 100 maalBarometerstand is dan ca. 100 maal
groter dan nugroter dan nu
• Aardatmosfeer lijkt over 560 miljoen jarenAardatmosfeer lijkt over 560 miljoen jaren
op die van Venus wat dichtheid enop die van Venus wat dichtheid en
temperatuur betrefttemperatuur betreft
• Op de aarde is dan – evenals nu opOp de aarde is dan – evenals nu op
Venus – gen leven mogelijkVenus – gen leven mogelijk
61. BesluitBesluit
Het leven op aarde, dat al miljardenHet leven op aarde, dat al miljarden
jaren bestaat, zal nog slechts enkelejaren bestaat, zal nog slechts enkele
honderden miljoenen jaren kunnenhonderden miljoenen jaren kunnen
blijven bestaanblijven bestaan