SlideShare ist ein Scribd-Unternehmen logo
1 von 21
Op de vlucht
“Zet het kindje maar onder de buizestove. Zo blijft het warm.”

                                                   Mietje Billiet citeert Marcella Debusschere.



Op het ogenblik van de Duitse inval werkt Gaby Debaeke bij een pas bevallen vrouw
met drie kinderen in de Elisabethlaan in Brugge. 1 Gaby weerstaat, zoals veel
vroedvrouwen, de verleiding niet om enkele maanden in te wonen en te dienen. “Haar
kinderen zijn bang van de sirenes en de ronkende auto’s die door de Brugse straten
rijden” getuigt ze. “Ze wenen en met het scenario uit de eerste wereldoorlog in het
achterhoofd vertrek ik samen met het gezin holder de bolder naar Frankrijk. We
zoeken haar man, een luitenant bij het leger. ‘Blijf in Lichtervelde roept’ mijn moeder
nog als ze me ziet passeren in het konvooi vluchtelingen. Maar er is geen zeggen aan.
Ik ga mee met het gezin uit Brugge.” Eind mei bezetten de Duitsers Lichtervelde. Op
dat moment trekt Gaby met een vrouw en drie kleine kinderen door het verarmde
Frankrijk. “Een kind van anderhalf, eentje van twee jaar en een half en eentje van
vier. Daar ga je dan. Van het ene dorp naar het andere, op een auto, te voet, met een
vrachtwagen mee. Al dan niet betalend. In de handbagage, de zakken en de koffers
steekt een bakelieten piespot en papflessen.”

Auto’s, boerenkarren, kinderwagens vluchten zuidwaarts. “De paniek was werkelijk
onvoorstelbaar” noteert Geert Mak. “Alle angst uit ’14-’18 kwam weer boven.” Gaby
Debaeke trekt met de drie kinderen en de moeder door een hallucinant landschap van
spooksteden en -dorpen. In Lille staan negen op tien huizen leeg. In Chartres zijn
hooguit nog achthonderd mensen. Verlaten steden bieden een sinistere aanblik:
huisdieren zwerven rond, losgelaten papegaaien en kanaries kwetteren in bomen. In
Parijs weerkaatst in de straten het geloei van een verlaten kudde koeien. Drie miljoen
Parijzenaars zijn vertrokken. Deuren en ramen staan open, op de keukentafels ziet
Gaby half lege glazen en servies met onaangeroerd voedsel. De kelders en kasten zijn
al leeggehaald. Langs de wegen tussen de steden liggen dode paarden, auto’s zonder
benzine en uitgeputte oude mensen. Het verkeer is een complete chaos. In Limoges
slapen tweehonderdduizend mensen in straten en parken. Op de muren staan
boodschappen en kleine advertenties: ‘Madame (…) zoekt haar drie kinderen…’

Een journaliste noteerde dit tafereel. “Halverwege een heuvel bleef een bakkersauto
stilstaan. Aan het stuur zat een vrouw. Terwijl iedereen toeterde, klom ze uit haar auto
en smeekte, omringd door haar vier kinderen, om wat brandstof. Niemand deed iets.
Uiteindelijk duwden drie mannen de bakkersauto in de diepe greppel naast de weg. De
wagen viel met een klap naar beneden, de spullen op het dak rolden over het veld. De
vrouw schreeuwde het uit. Iedereen reed verder.” 2

1
   Gaby kan zich zelfs het huisnummer herinneren, het is in de Elisabethlaan, nummer 17. Later
ontdek ik dat ze nog over het geboortekaartje beschikt van één van de kinderen. Geboortekaartjes
houden haar geheugen blijkbaar up-to-date.
2
    MAK G. In Europa, Reizen door de twintigste eeuw, Atlas, Antwerpen, p. 448.
“Na dagenlange omzwervingen komen we terecht in een apothekerei waar de
uitbaatster compassie heeft en vertederd raakt door het jongste kind. Ze heeft net zelf
een kind van die leeftijd verloren. Naarmate de tijd vordert raakt ons geld op en laten
we steeds meer spulletjes die we niet meer kunnen dragen, achter. En de luitenant
vinden we niet.” De zomermaanden passeren en de broers van Gaby schrijven
regelmatig brieven die blijkbaar hun weg vinden. Ze schrijven dat de kust veilig is.
“Na enkele maanden willen we echt terug naar Vlaanderen. Het rondtrekken zijn we
zo beu als koude pap. Maar het is te duur om terug te keren. De autocars vragen
duizend frank per persoon. Als de kinderen op de schoot zitten, rijden ze gratis. Maar
het derde kind kan dan niet mee. Na drie maanden omzwerven in Frankrijk slagen we
in de opzet. Op vier september, de datum staat in mijn geheugen gegrift, komen we
thuis. We ontmoeten in het station een oude bekende, Paul Perneel. Hij zet ons op de
tram naar de Ezelspoort. En een boterham met boter, dat is het eerste wat we eten.”

In deze periode, augustus 1940 begint mijn oma haar bevallige bevallingsboekje bij te
houden. Anna Deschrijvere studeert af tijdens de oorlog en begint in 1941 als
zelfstandige vroedvrouw.         Ze werkt vooral in Koolskamp en Ardooie.
Niettegenstaande vroedvrouwen tijdens de oorlog in een bevoorrechte positie verkeren,
oefenen zij een zwaar beroep uit. Met haar kaart, een papier dat bewijst dat zij een
paramedisch beroep uitoefent, mag Marcella steeds weer de baan op. Ze bewaart het
papier zorgvuldig in haar portefeuille. In de schemering van een willekeurige
oorlogsavond voelt ze de loop van een revolver tegen haar slaap. In het Duits worden
haar papieren gevraagd. Het document redt haar van een hoop ellende, maar als ze
thuiskomt piest ze in haar broek van de schrik.




Tijdens de oorlog krijgt mijn grootmoeder een speciaal paspoort waar ze de baan mee op kan als het voor gewone
burgers ‘spertijd’ is. De foto vonden we terug, de kaart zelf hebben we niet teruggevonden. Wellicht gebruikt ze
de foto voor andere doeleinden na de oorlog.




Het is op zijn minst een avontuurlijke periode die verschillende anekdotes voor de
geest haalt. Theophiel Delaere die over een eigen auto beschikt, rijdt samen met
Marcella in volle snelheid naar een dokter. De wind in hun haren en op de achterbank
kreunt een kraamvrouw. In enkele ogenblikken kan ze bevallen. Ze rijden op een
landweg, het gaspedaal is volledig ingedrukt en achter hun auto waait een stofwolk.
Uit de wolken komt een jachtvliegtuig tevoorschijn en de piloot schiet op de
geïmproviseerde ambulance. In paniek en met scheurende banden brengt Theophiel
Delaere zijn auto tot stilstand. Terwijl een kogelregen op hen afkomt springt
Theophiel in de gracht aan stuurzijde, Marcella verdwijnt in de gracht aan
passagierszijde. De kraamvrouw laten ze in de auto liggen. Als het vliegtuig
verdwenen is, halen ze opgelucht adem. De kraamvrouw mankeert niets, ze kunnen
hun toch verder zetten. Nu, het is oorlog en voor een eigen auto voor Marcella is het
te vroeg. Als ze voor een bevalling in Bovekerke in 1942 en 1943 afgehaald wordt
met de moto van de vader, is ze dolgelukkig. Het is een fietstocht gespaard. In
Lichtervelde blijft het gemotoriseerde vervoer relatief beperkt tot enkele zelfstandigen
en geneesheren. Dokter Gustaaf Colpaert uit de marktstraat rijdt met een Pontiac en
Lodewijk - Louis - Debaeke uit de Hoogwielkesstraat rijdt met een Chevrolet. 3 Mijn
vroedvrouwen daarentegen worden vaak 's nachts uit bed gebeld om regen en wind te
trotseren. Ze fietsen door nacht en ontij. Een plaatje bedekt hun fietslicht zodat er
slechts een smal strookje licht doorkomt. Een keer is het zo donker dat Marcella in de
gracht rijdt. Nat en beslijkt komt ze op de plaats van de bevalling aan. Als
vroedvrouw komt ze bij jonge meisjes en vrouwen terecht die een kind verwachten van
een Duitse soldaat. Discretie is vereist. In 1940 doet de gemiddelde vroedvrouw 35
bevallingen per jaar. Marcella zit ruim over dit gemiddelde. Van augustus 1940 tot
het jaareinde heeft ze 21 bevallingen achter de rug en de volgende jaren neemt dit
aantal tot het begin van de jaren vijftig alleen maar toe.


Liefje en de putmaker
Het leiden van een bevalling is een zaak van duld oefenen. Uit het namenboekje van
mijn oma kan ik geen emoties afleiden. Het document verzwijgt handicaps, lastige
bevallingen, de perinatale sterfte (sterfte onder borelingen en dood geboren kinderen)
en de maternale sterfte (het sterven van de moeder in het kraambed of tijdens de drie
maanden na de bevalling). En die zijn er ongetwijfeld. Gaby Debaeke verwoordt de
angsten en de twijfels van hun beroep. Haar eerste bevalling waar ze alleen voorstaat,
is bij ‘eigen volk’, bij familie. Een geruststelling? Integendeel. Het kind heeft een
korte navelstreng en het gebeuren herinnert Gaby als vrij traumatisch, zowel voor de
kraamvrouw als voor haarzelf. Haar tweede bevalling is echt schokkend. Het kindje is
doodgeboren, ze noemen het Liefje. Gaby doopt het kind noodgedwongen in het
geboortehuis en gaat daarna met het kistje onder haar armen al wenend naar de kerk en
vandaar naar het kerkhof. Alleen, niemand van de familie gaat mee. Putmaker Deman
troost haar op zijn eigen brute manier. “Alles gaat over, alles went.” Uiteraard lopen
niet alle geboortes slecht af. “Na de bevalling begraaft de vader de moederkoek in de
tuin” vertelt Gaby. Hij moest wel diep genoeg graven, zodat de dieren het niet zouden
opgraven en opeten. Soms plant hij er een boom op. Zo kwam ik in een gezin van vijf
kinderen elk met een boom. In de materniteit verbrandden ze de moederkoek.” Als de
bevalling voorbij is en de moederkoek geboren, verzorgt de vroedvrouw de
kraamvrouw. Onmiddellijk wordt er een bouillon opgediend en de kraamvrouw mag
niet inslapen voor ze watert. “Tijdens onze opleiding dienen we een laxeermiddel toe.
Eén lepel ‘recine’ of vette olie moet constipatie vermijden. De vrouwen keerden hun
hart, maar het moet van de dokters. Later, als ik zonder dokter bij de mensen thuis ga,
is de olie al veel minder nodig. Mensen kunnen zo ook wel naar het toilet. ” De
bedrust duurt acht tot tien dagen. In deze periode laat de moeder haar schaamstreek

3
 Dr. Debaeke woont in de dokterswoning in de Hoogwielkesstraat en wordt in 1945 terechtgesteld in
Wolfenbuttel. Hij is geen familie van Gaby Debaeke.
ongewassen. Anders blijft de kraamvloed weg. Het volksgeloof vreest de negende dag
meer dan de bevalling zelf. Dan sluit de baarmoeder en komt alles weer op zijn plaats.
Gaby Baeke drukt het plastisch uit. “Dat de hemel negen dagen openstaat wil zeggen
dat de kraamvrouwenkoorst tot negen dagen na de bevalling kan optreden. Op de 9 de
dag mogen ze naar de koer. Maar voordien mogen ze het bed onder geen beding
verlaten. De kraamzuivering moet op gang komen.” 4 Alle zorgen zijn voor de
vroedvrouw. De kraamvrouw mag niet teveel of te weinig bloeden en soms
ondervinden de vroedvrouwen moeilijkheden om de bloedstroom te stelpen. 5 Evenmin
verlaat de vroedvrouw de moeder niet zonder dat de borstvoeding op gang komt.
Tijdens het interbellum maakt de “zuigflesch” opgang. Het huwelijksboekje wijst op
gevaren: het vereist de “volstrekte zuiverheid aangaande de gebezigde vaten.”
Geneesheren zien een verband tussen de wijze van zogen en kinderziektes of -sterfte.
“De eenige zuigflesschen waarvan het gebruik mag aangeraden worden zijn de glazen
zuigflesschen, zonder darm, waarvan den hals van eenen tepel voorzien is. Zij moeten
zorgvuldig met vol water gewasschen worden, na elk gebruik. Om de goede
hoedanigheid der melk, al te dikwijls vervalscht, te verzekeren, moet men ze minstens
tien minuten te laten koken.


De kerkgang
Mijn oma heeft de gewoonte om de baby tijdens de doop te vergezellen. Steevast
fotografeert ze het gebeuren als aandenken voor haar klanten. Op al haar doopfoto’s is
er niet eentje waarop de moeder te zien is. Steeds weer zien we dat de prille vader de
grootmoeders vergezelt. Haar bedlegerigheid en haar kerkelijke onreinheid zorgen dat
de moeder de doopplechtigheid niet mee maakt. 6 Vrouwen zijn onrein als ze een kind
baren. De kerkgang op de negende of tiende dag na de bevalling maakt ze terug rein.
“Afhankelijk van de som geld die de vrouw aan de priester betaalt, krijgt ze een meer
comfortabele kerkgang” vertelt Gaby. “Wie weinig betaalde zat op de blote knieën,
wie meer betaalde kreeg een matje en rijkelui knielen op hun stoel. De besprenkeling
met wijwater, de biecht en de eerste communie na een volle week onthouding maken de
vrouw terug rein.” De kerk beklemtoont de kerkgang als een voorrecht. “Het was

4
   Na de tweede wereldoorlog verandert de gewoonte en moet de kraamvrouw vroeg uit bed om
aderontstekingen te vermijden.
5
   Tot in de twintigste eeuw zijn tradities gangbaar om het bloeden te stoppen: het dopen van een
blauwe doek in het bloed van een bevruchte haas, eieren slurpen, het gebruik van planten met rode
bloemen… Gaby noch Marcella kennen deze gebruiken niet meer. In de literatuur lezen we dat
baarmoeder op haar plaats gehouden wordt door de kraamvrouw in te binden. Gaby heeft dit nooit
moeten doen.

6
    Het Concilie van Drenthe die het zielenheil van het kind bij een eventueel overlijden centraal
plaatst, bepaalt dat het kind binnen de drie dagen gedoopt moet worden. Zonder doopsel is het
gedoemd tot een eeuwig verblijf in het voorgeborchte. De bepaling is in tegenspraak met de
huishoudtips in het huwelijksboekje die voorschrijven dat “de eerste vijftien dagen het kind binnen
blijft. Het mag niet buiten gebracht worden, tenzij de luchtgesteldheid zeer zacht zij.” Daarna moet
“het kind dagelijks uitgaan; de al te sterke of vochtige koude is de eenige hinderpaal daartegen.”
STEVERLYNCK C. Als de ooievaar komt… Vrijen, trouwen en moeder worden in de twintigste eeuw ,
Lannoo, Tielt, 2000, p. 234. Dat de doopplechtigheid en de aangifte op het gemeentehuis vaak
gepaard gaan met een dronkemansfeest of een kroegentocht vindt zijn reden in de overwonnen gevaren
van de zwangerschap en de bevalling.
voor katholieke vrouwen niet verplicht, maar een respectabele gelovige kon er niet om
heen.” Nadien mag de moeder opnieuw het openbare leven in, slaapt ze met haar man
en leert ze haar kind verzorgen. 7 Naarmate de twintigste eeuw vordert zit het ritueel
steeds meer vrouwen dwars. De kerkgang is in Lichtervelde gebruikelijk tot begin
jaren zestig. Mijn moeder – ik werd geboren in 1972 – weet daar niets van.




Waar is de moeder? Een gezin laat het kind dopen. Opa, oma, vader en de vroedvrouw (mijn oma) zijn bij het
kind. Je kan ervan op aan dat het niet de moeder is die deze foto neemt. De moeder is thuis, wachtend tot tien
dagen na haar bevalling, voor ze het kraambed uit mag.




7
   Het trouwboekje geeft een reeks voedingstips en leert de kraammoeder wanneer het nodig is om een
geneesheer te raadplegen, zoals bij het inenten of bij “den afgang welke ten onrechte, als heilzaam
beschouwd wordt als het kind tanden krijgt” of bij “uitslag en vuiligheid op het hoofd.” Het keurt het
gebruik van kleine proppen – zuigdotjes – af omdat ze “gebezigd worden om den honger te bedriegen
of het geschreeuw van het kind te stillen.” Het boekje wijst op de “doling van te gelooven dat men in
de eerste maanden van het kind niet mag doen inenten.” Het boekje raadt de ouders aan om zich niet
te haasten het kind te doen lopen. “Het moet leren op den grond kruipen en alleen opstaan. Men moet
dus het gebruik van leibanden, wagens loopmanden, enz. verwerpen welke nutteloos, zooniet nadeelig
zijn voor de natuurlijke ontwikkeling van het lichaam.”
Waar is de moeder? Mijn oma speelt haar rol voortreffelijk: ze doet wat er verwacht wordt en is de zorgende
vroedvrouw, geen aandacht voor haar eigen camera, het kind in de juiste positie op de arm…



Geschrapte doopnamen
Bij de doop of na de geboorte krijgt het kind een naam. De keuze gaat niet over een
nacht ijs: de naam mag niet pretentieus noch minderwaardig zijn. Soms is de keuze
niet definitief bij de geboorte. In het aantekenboekje van Marcella staan 19 geschrapte
doopnamen. Frans wordt Jozef, Wilfried wordt Daniel, Christianne wordt Rita… Het
is gebruikelijk dat vader het kind bij de burgerlijke stand aangeeft en in die context
gebeurt het wel eens dat vader een andere naam kiest die de moeder prefereert. Echter
het hoeft niet altijd zo te lopen. Eén koppel is zo zeker van het geslacht dat ze
aanvankelijk geen jongensnaam kiezen. Na de geboorte schrapt mijn oma Christel en
noteert ze Raphael in de plaats. Tabel I toont welke namen kinderen krijgen in de
periode 1940-1955 in Lichtervelde en omstreken. De tabel is gebaseerd op de namen
in het boekje van Marcella. In de top tien bij de meisjes zien we Monica, Rita, Roza,
Maria, Kristine, Annie, Godelieve, Lucrese, Christiane en Lidy. De populaire namen
bij jongens zijn Willy, Noël, Erik, Pol, Luc, Ronny, Roger, Frans, Freddy, Raphaël en
Roland. Er is een duidelijk onderscheid in de naamgeving tijdens de tweede
wereldoorlog en de naamgeving erna. Tijdens de oorlog doen bijbelse namen het
goed: Raphaël en Gabriël, Jozef, Maria en Godelieve. Lidy verdwijnt als naam na de
oorlog. Vooral vanaf de jaren vijftig zet Marcella meisjes op de wereld met de namen
Bernetta, Carina, Crista, Diana, Elie, Erna, Jolanda, Jullia, Kristina, Linda, Lydia,
Martina, Nelly, Rika, Rikie, Rosanna, Sue en Vera. Bij jongens zijn de namen Danny,
Davy, Freddy, Gaby, Remy, Rudi, Ronny, Johnny en Willy in. 8 Verder laat het boekje
toe om iets te zeggen over de actieradius van Marcella Debusschere (zie tabel II).
Behalve in Lichtervelde gaat zij frequent naar Aardooie, Beveren Gits, Torhout en

8
  STEVERLYNCK C. Als de ooievaar komt… Vrijen, trouwen en moeder worden in de twintigste
eeuw, Lannoo, Tielt, 2000, p. 236.
Zwevezele. Minder frequent zijn Koolskamp, Klercken Hooglede, Houthulst en
Pittem. Sporadisch of zelfs uitzonderlijk komt ze in Veldegem, Wijnendale, Rumbeke,
Oostnieuwkerke, Bovekerke, Moorsele, Meulebeke. Geboortekaartjes worden in
Lichtervelde populair na de tweede wereldoorlog. Zo bezit Gaby Baeke een
verzameling geboortekaartjes. Het oudste geboortekaartje uit Lichtervelde dat we in
de verzameling van Gaby Baeke terugvinden is eigenlijk geen geboorte- maar een
doopkaartje. Het dateert uit 1943. Na de oorlog worden de geboortekaartjes courant:
tekeningen Aton Piek (de Efteling, weet je wel), religieuze tekeningen of een naïef,
kinderlijke stijl zijn populair. Op de geboortekaartjes zelf wil ik niet ingaan, ze zijn
een studie op zichzelf waard.




 Religieuze thema’s                                                        Anton Piek
‘Naïeve boodschappen’
Agnes                 3   Lena               3   Achiel          1   Lucien                  3
Aldegande             1   Leona              2   André           8   Marc                    4
Anita                 3   Lidie/Lidy         7   Antoon          4   Marcel                  4
Anna                  1   Lilian             3   Aurel           1   Marnix                  2
Annie/Anny           15   Linda              3   Bernard         2   Michel                  4
Antoinette            1   Lizette            1   Bertrand        1   Noël                   18
Arlette               1   Lucrese            8   Camiel          1   Norbert                 6
Astrid                3   Ludwina            1   Cristiaan       2   Norman                  1
Bernette              3   Lutgarde           3   Daniel          9   Oswald                  3
Bernice               1   Lydia              3   Danny/Dany      4   Patrick                 3
Betty                 1   Machteld           1   Dirk            3   Paul/Pol               14
Carina                1   Madeleine          1   Eddy            7   Pierre                  2
Cecilia               4   Magda              1   Edwin           1   Raephael               11
Christiane           11   Marcella           2   Elie            1   Remy                    1
Christina             3   Maria             16   Erik           14   Rik                     2
Christine/Kristine   16   Marie              4   Etienne         4   Robert                  4
Clara                 1   Marie Christien    2   Ferdinand       1   Roger                  12
Claudine              2   Marie Jeanne       1   Fleury          1   Roland                 11
Crista                2   Marie Jose         1   Frank           3   Ronny                  13
Dahlia                1   Marie Louise       1   Frans          12   Rudi                    8
Denise                5   Marie Lucrèse      3   Freddy         12   Walter                  8
Diana                 3   Marie Rose         3   Gabriel        13   Werner                  2
Dina                  2   Marie Therese      3   Geert           7   Wilfried                7
Elise                 1   Marieke            1   Georges         4   William                 2
Erica                 2   Mariette           7   Gerard          2   Willy                  18
Erna                  1   Marijke            1   Ghilain         1   Wim                     1
Francine              3   Marleen            6   Gilbert         2
Françoise             1   Martina            2   Guido           1
Frida                 3   Mireille           1   Hector          1
Gaby                  2   Monica            26   Hedwig          1
Georgette             1   Myriam             1   Herman          2
Georgine              1   Nelly              1   Hugo            2
Gerda                 3   Nicole            11   Jacques/Jaak    4
Ginette               6   Noëlla             4   Jacqui          2
Godelieve            12   Paula              1   Jan             3
Greta                 5   Rika               4   Jean Pierre     2
Hedwige               1   Rita              21   Joël            6
Henriette             1   Rosa/Roza         16   Johan           6
Herna                 1   Rosanne            1   John            2
Hilda                 1   Sabina             1   Johny           3
Inge                  1   Simonne            1   Joris           1
Ingrid                3   Sonja              5   Jos             1
Irène                 2   Sue                1   José            1
Ivonne                1   Suzanna            2   Jozef           6
Jacqueline            5   Vera               1   Julien          1
Jeaninne              6   Vivianne           1   Juul            2   Totaal: 350 jongens
Jeannette             2   Wilfrieda          1   Karel           1   Totaal: 347 meisjes
Jenny                 2   Yvette             3   Lesley          1   Totaal: 697 kinderen
Jolande               1   Zoë                1   Lionel          2
Jullia                1                          Luc            14
Tabel II          40   4       4       4       4       4       4       4       4       4       50   5       5       5       54 55
                       1       2       3       4       5       6       7       8       9            1       2       3
Ardooie                    2       1       2       1                                            6       3       3       6   0    2   2
                                                                                                                                     6
Beveren            2       3       5       3       2       3                       1                                         6       2
                                                                                                                                     5
Bovekerke                          1       1                                                                                         2
Gits               2       2       2       1       3       2       1       1                    1       1   0           1    2       1
                                                                                                                                     9
Handzame                                                                   1                    1                                    2
Hooglede                                   1       1       1   0           1       1                                                 5
Houthulst          1    3          1                       1                                                                         6
Klercken           1    1                                                                                                            2
Koolskamp          1   0           1       2                       1       2       1   0        1                            1   2   1
                                                                                                                                     2
Kortemark                                                                                                                        1   1
Merkem                     1                                                                                                         1
Meulebeke                                                                                                                        1   1
Oostnieuwkerke     2                                                                                                                 2
Pittem                                                                                                  1       2   0        1   1   5
Rumbeke                    1                                                                                                         1
Torhout                    2       4       5       6       3       2       3       1       3    1       2       5       5    1   2   4
                                                                                                                                     5
Veldegem                                                                                        1                                    1
Wijnendale                                                                                 1                                         1
Zwevezele          1       1       1       1       1       6       2       2       2       2    2       3                    4       2
                                                                                                                                     8

Roeselare Matr.                                                                    5       1    3       1       7       6    9   4   6
                                                                                           1            5                            0
Zwevezele                                                                                                                   11   6   1
Matr.                                                                                                                                7

                  10       1       1       1       1       1       6       1       1       1   16       2       1       1 35 19
                           7       6       6       4       6               0       1       7            5       7       8


Pier
De Poolse troepen bevrijden Lichtervelde op zondag 17 september 1944. De oorlog is
voorbij en er verandert een en ander in het leven van mijn drie vroedvrouwen. In 1946
huwt Anna Deschrijvere met Victor Broeckmans en geeft ze haar praktijk als
zelfstandige vroedvrouw op. “Een zelfstandige praktijk als vroedvrouw is moeilijk te
combineren met je gezin en de mensen verkiezen om in een materniteit te bevallen”
zegt ze. Ze stapt over naar de sociale verpleegkunde en gaat werken bij de Kortrijkse
Bond Moyson. Na de dagelijkse treinrit van Lichtervelde naar Kortrijk gaat Anna
Deschrijvere op huisbezoek en verleent sociale hulp. In 1947 krijgt ze een zoon en in
1949 verhuist ze naar Bissegem. Marcella huwt met Petrus - Pier - Vanneste. Op
woensdag 3 oktober 1945 geven ze elkaar het jawoord op het gemeentehuis en een dag
later voltrekt pastoor Debeir - die net voor de oorlog komt opdagen in Lichtervelde en
tijdens de oorlog zeer voorzichtig blijft - hun kerkelijk huwelijk. Tijdens de week
huwen is gebruikelijk, alleen arbeiders en dagloners trouwen ‘s zaterdags. 9 Daarna
gaan ze op huwelijksreis naar het fel gebombardeerde Kortrijk. Mijn oma zelf zal twee
keer bevallen. Haar dochter wordt later mijn moeder, Ingrid Vanneste. Haar zoon
wordt mijn nonkel. Nonkel Pol.




Na de oorlog huwt Marcella Debusschere met Petrus Vanneste. Als kind kijk ik vaak naar de
huwelijksfoto die op de show geëtaleerd staat. Mijn grootvader ziet me kijken en zegt “ je
grootmoeder is een schoon madam he.”



Wie over voorlichting schrijft is het over één ding eens: de moeder is ‘van nature’
geschikt om de ‘kiese waarheid’ te vertellen aan haar kroost. Maar het is niet omdat
ze het beroep van vroedvrouw uitoefent dat Marcella progressief is bij het voorlichten
van haar kinderen. Uit onderzoek blijkt dat slechts twee op vijfenzeventig katholieke
meisjes na de tweede wereldoorlog een degelijke voorlichting krijgen. 10 In het
huishouden van Marcella wordt er niet over ‘kinderen maken’ gesproken. Als er dan

9
  Tot de komst van het burgerlijk huwelijk in 1800 trouwen koppels tijdens de zondagsmis. Daarna
verdwijnt de gewoonte en trouwt men tijdens de week. Maandag en vrijdag zijn niet populair.
Arbeiders trouwen op vrijdag voor de wet, op zaterdag voor de kerk en rusten ’s zondags uit om ’s
maandags naar de fabriek te kunnen.
toch iets te zeggen valt, gebeurt het gefaseerd. 1. Brave kinderen blijven onwetend,
niettegenstaande kleine potjes soms grote oren hebben, een standaarduitdrukking in
deze context. 2. Als menstruerend meisje mag de dochter niet meer bij vader en
moeder het bed in en daarmee is alles gezegd. 3. Bij de aanvang van haar vrijage
spelt Marcella haar dochter één keer de les. En als mijn vader de eerste keer bij haar
thuiskomt wordt ook die ‘de les gespeld.’ 11


Het beroep in crisis
Ondertussen raakt het beroep en de thuisbevalling in een crisis die ze niet meer te
boven zullen komen. Ik zocht lang naar de oorzaak, maar die is niet te reduceren tot
één enkel gegeven. Op zijn minst zijn er drie redenen aan te geven, die vroedvrouwen
uit het dagdagelijkse leven en het straatbeeld doen verdwijnen. 1. De ziekte en
invaliditeitsverzekering betaalt nu de onkosten van wie in een materniteit bevalt. 2.
De medicalisering ent zich op het bevallen en reduceert de geboorte tot een medische
ingreep: de hygiënische verzorging, het anticiperen op verwikkelingen, de
aanwezigheid van gespecialiseerde dokters zijn bekende argumenten. Het sentiment
van de geboorte in de vertrouwde omgeving weegt niet op tegen het comfort van de
materniteit. 12 3. De frequentere verspreiding van de anticonceptie doet het gemiddeld
aantal kinderen per gezin drastisch dalen. 13

Het feit dat bevallen in een ziekenhuis met een geneesheer goedkoper is dan een
thuisbevalling met een vroedvrouw maakt Marcella kwaad. “Ik zal nooit meer
stemmen voor de partij die me het grootste onrecht ter wereld heeft aangedaan” is een
zinnetje dat na-echoot bij haar kinderen. Welke partij hier concreet voor zorgde, blijft
een raadsel. Een ding is zeker, “de vroedvrouwenstand lijdt grooten nood. Onze
hulpverleening is sterk achteruit gegaan, gedeeltelijk door de vele kliniekgeboorten.
Vele van mijn collega’s hebben nog maar twaalf of vijftien geboorten per jaar. (…)



10
   Ook socialistische milieus doen het niet. Het grootste deel van de Vlaamse jongeren krijgt geen
voorlichting. STEVERLYNCK C. Als de ooievaar komt… Vrijen, trouwen en moeder worden in de
twintigste eeuw, Lannoo, Tielt, 2000, p. 83.
11
  Cfr. slechte gesprekken, in DE KEYZER D. De schaamte en de schrik, goesting en genot. Vier
generaties vrouwen vertellen, Van Halewyck, Leuven, 2004, p. 52 & 61.
12
   Ivan Illich beschrijft de medicalisering als een proces waarbij de professionele gezondheidszorg de
gezondheid bedreigt.
13
     Door het toenemende aantal geboorten buiten de verblijfplaats van de moeder, ontstaat in de
gemeentelijke administratie een verwarde toestand. “Daar de geboorten in de verpleeginrichtingen
gestadig toenemen (…) dienen de geboorten buiten het grondgebied van de verblijfplaatsgemeente van
de moeder, voortaan aangetekend in het register van aankomst van de gemeente, waar de moeder
verblijf houdt. Om evenwel elke verwarring met de gewone inwijkingen te voorkomen, dienen de
vermeldingen en de nummeringen betreffende dergelijke geboorten overeenkomstig bijgaand model
met rode inkt te worden ingeschreven.” Brief van het ministerie van Binnenlandse Zaken, Brussel 13
juli 1954, aan de heren provinciegouverneurs. Zie ook de omzendbrief aan de heren burgemeesters
van 9 december 1954, aangaande de attesten af te leveren door de gemeentebesturen voor het
toekennen van de geboortebijslag, verschenen in het Staatsblad van 11-12-1954. De maatregel treedt
in werking vanaf 1 januari 1955.
Men mag er zich niet over verwonderen, wanneer (vroed)vrouwen den slechten weg op
gaan.” 14


        15
Tabel III     GM        GL       ML        MNL MM %ML
     1940       23      106        13         10       0      12
     1941       52      124        35         17       0      28
     1942       59      109        43         16       0      39
     1943       56      123        40         16       0      33
     1944       56      122        42         14       0      34
     1945       62      133        46         16       0      34
     1946       58      144        52          6       0      36
     1947       50      144        40         10       0      27
     1948       40      125        29         11       5      23
     1949       44      126        27         17     11       21
     1950       33      103        17         16       3      17
     1951       47      128        22         25     15       17
     1952       31      120        14         17       7      12
     1953       32      121        14         18       6      11
     1954       49      121        14         35     19       11
     1955       28      127         9         19     11         7
              720      1976      457         263     77       27



Eén idee blijft nagalmen nu ik aan het einde van mijn geschrift kom, namelijk dat de
vroedvrouw destijds, in die mannen- en clerusmaatschappij over een ongekende
zelfstandigheid en emancipatie beschikt. 16 Dat is ongetwijfeld waar… Er zijn
voorbeelden bij de vleet. Vanaf de jaren vijftig houdt mijn oma het hoofd boven water
met allerlei randkarweien: ze verkoopt babyvoeding en –medicamenten, ze voert
zwangere vrouwen naar de materniteit en verzorgt de pasgeboren baby’s. 17 In februari
1951 koopt ze haar eerste auto bij een garagist in de Astridlaan, naast café Garage.

14
   De trend zet zich in de jaren dertig in, maar wordt in Lichtervelde pas duidelijk na de tweede
wereldoorlog. STEVERLYNCK C. Als de ooievaar komt… Vrijen, trouwen en moeder worden in de
twintigste eeuw, Lannoo, Tielt, 2000, p. 198.

15
    Tabel III is gemaakt op basis van het boekje dat mijn oma bijhoudt en illustreert cijfermatig de
groei, bloei en het einde van haar carrière. GM staat voor het totaal aantal Geboortes door Marcella in
dat jaar; GL staat voor totaal aantal Geboortes in Lichtervelde; ML staat voor het aantal geboortes dat
Marcella in Lichtervelde uitvoert; MNL zijn de geboortes die zij niet in Lichtervelde uitvoert; MM
staat voor de geboortes die Marcella in een Materniteit uitvoert en %ML tenslotte toont hoeveel
procent van de Lichterveldse kinderen door Marcella op de wereld worden gezet.
16
    HOUTZAGER H.L. Van vroetwijfs tot verloskundigen. Een historisch overzicht over de opleiding
tot verloskundige in ons land vanaf de vroegste tijd tot aan de overgang van de 18 de naar de 19 de eeuw.
In: DE KROES-SUVEREIN S. De vroedvrouw… Toen en nu. Bevoegd en bekwaam. CCS,
Bilthoven, 1998, p.7.
Marcella is dan in verwachting van haar tweede kind dat Pol gaat heten. Het type, het
merk en de kleur van haar eerste wagen, daar heb ik het raden naar. In de loop van
haar leven zou ze drie wagens kopen: een blauwe Renault Daphine bij garage Eekloo
in de Kortemarkstraat en later een VW Kever. Kinderen die hun amandelen kwijt
moeten (een medische rage eind jaren vijftig en zestig) voert ze met plezier in groep
naar Roeselare. Voor privédoelen gebruikt ze de auto weinig. Mijn moeder herinnert
zich de luttele uitstappen naar Roeselare en Kortrijk waar nonkel Marcel en nonkel
Omer wonen. Het bezoek aan nonkel Omer, een rijkswachter in Kortrijk, wordt
steevast gekoppeld aan de Paasfoor. Terwijl mijn oma een soort zelfstandige praktijk
uitbouwt en er een winkeltje in kinder- en verzorgingsproducten op na houdt, durft
Gaby Baeke nauwelijks geld vragen voor de luttele bevallingen die ze doet. Tenslotte
ziet Gaby af van de stiel en gaat werken als verpleegster. Het verhaal van Anna
Deschrijvere die intussen naar Bissegem verhuisde, is gelijklopend. Zij werkt nu voor
de Bond Moyson en is lid van de SVV. Als sociaal-verpleegkundige kent ze de
problemen van de man en de vrouw in de straat. Als de Bissegemse socialisten haar in
1952 vragen om op de gemeenteraadslijst te staan, verwerft een zetel in de COO. 18 Op
die manier vult ook zij haar vooropleiding op een andere manier in. Begin jaren vijftig
sluiten verschillende vroedscholen hun deuren, kandidaat vroedvrouwen worden
afgeschrikt voor de studie en in 1957 verliest de vroedvrouw haar zelfstandige positie.
In de verloskamer degradeert de vroedvrouw tot een ondergeschikte loontrekkende.
Een nieuw tijdperk breekt aan.


Epiloog
Ik woon in het huis van mijn oma die enkele jaren geleden stierf. 19 Het huis op het
Kerkplein in Lichtervelde dateert uit 1903, mijn oma uit 1916. 20 Het huis, de kamers
en de infrastructuur passen we met de regelmaat van een klok aan volgens de
veranderende behoeften van ons gezin. Aanvankelijk volstaat één kinderkamer, later

17
   Ze verkoopt onder meer kammetjes en andere babyproducten. De poedermelk van Nutricia levert
een afgeroomde drank voor kinderen die last hebben van koeienmelk, een succesproduct.
18
   Tijdens de verkiezingen van ‘58, ‘64 en ‘70 wordt ze telkens verkozen tot opvolger en behoudt ze
haar zetel. Begin ‘58 vervangt ze voor vier maanden een raadslid en wordt ze het eerste vrouwelijke
raadslid. In 1966 volgt ze een overleden socialistisch raadslid op en zetelt ze tot het einde van de
legislatuur.
19
   Bij het zoeken naar inspiratie voor het geboortekaartje voor ons jongste kindje doorzoek ik de
geboortekaartjes van de andere. Zo kom ik in de archiefdoos van Achiel (14 januari 2002) het
rouwprentje van mijn grootmoeder tegen. Ze stierf op 17 december 2001. Hierbij is haar sterfdatum
gereduceerd tot een voetnoot.
20
    Mijn grootmoeder wordt hier niet geboren. Haar ouders hebben een huis in de Damwegel. Later
koopt ze een huis in de Potteriestraat en in de jaren vijftig verhuist naar het Kerkplein. De
‘Kerkpleinstory’ luidt dat mijn opa ‘laaide’. Een ‘laaier’ drijft de prijs bij openbare verkopen op. Als
hij slaagt krijgt hij een percent, maar in dit geval, bij de verkoop van kerkplein 5 (toen Kerkplein 303,
kadaster Sectie 197d, zeven aren, zes centiaren) brengt niemand die een hoger bod uit. Die bewuste
dag, woensdag 2 februari 1955, keert mijn grootvader terug naar huis met in zijn zak een “nieuw” huis
ter waarde van 270.000 frank. Waarschijnlijk laat hij na dit avontuur het laaien achter zich. Bij
notaris Henri Declercq vis ik uit dat de vorige eigenaar van het huis Achiel Maurits Devisschere is,
een brouwer uit Ingelmunster is. Hij overlijdt 27.11.1953. Achiel Devisschere verkrijgt het goed uit
“de nalatenschap van zijn vader, sedert meer dan dertig jaar te rekenen van heden overlijden.”
zijn er twee nodig. Bij de komst van onze derde zoon, leggen we de jongste kinderen
samen. Onze dochter, vierde in rij krijgt haar eigen kamer, waardoor de drie jongens
naar één slaapkamer verhuizen. Het samenhokken valt mee. Nu, in zo’n oud huis zijn
de kamers ruim, moet ik toegeven. In kamers van vier op vier kan je iets kwijt. Een
hoogslaper en een stapelbed benutten de ruimte maximaal. Bij de komst van kindje
nummer vijf, alweer een jongen, ja, wordt de eerste verdieping echter te krap. Onder
het mansardedak van weleer bouwt Jan Van Antwerpen twee slaapkamers, een
douchecabine en wat berging. Maar voor je kan verbouwen, moet je uitmesten, dat
weet elke landbouwer. Bibliothecarissen noemen het wieden, mijn vrouw en ik
noemen het eufemistisch ‘herbestemmen’. Honderden oude boeken en cursussen,
ontelbare archiefdozen met scouts- en jeugdhuisdocumenten, potten, pannen, stukken
textiel in kasten en dozen, spullen en dingen waar ik de naam niet van ken, verhuizen
naar de kelder of het containerpark. Eén stuk dat we van het containerpark redden, is
een oude Agfabox. In geen enkel opzicht lijkt het stoffige object op de huidige
toestellen. Maar ik ken het zwarte bakje uit mijn kindertijd en zo weet ik dat de kubus
met twee lenzen eigenlijk een fototoestel is. Niet veel soeps, tot ik het ding op een
familiebijeenkomst aan mijn broer laat zien. Sinds een tijdje werkt hij bij een
fotograaf en interesseert hij zich in kunstfotografie en fotografiegeschiedenis. Hij
neemt het doosje mee om in zijn donkere kamer te openen. Je weet maar nooit,
fantaseren we bij een fles rode wijn, dat er een niet ontwikkelde film in steekt. Dat is
pas een toegangspoort tot het verleden… Stel je voor wat daar uit komt. En wat
blijkt? Ja, in het oude toestel steken diverse niet ontwikkelde negatieven. Mijn broer
duikt de doka in en slaagt er in om van één negatief een mooie afdruk te maken… Het
tafereel is helder en zuiver maar van de andere negatieven valt nauwelijks iets te
redden. Om mijn moeder te verrassen Fotoshopt hij de afdruk en wikkelt hij de
gekaderde foto in een cadeauverpakking. Het wordt ons moeders nieuwjaarscadeau
voor de jaarwissel van 05-06. Stiekem hopen we dat moeder meer over de prent kan
vertellen en vooral de vraag waar de opname te lokaliseren is, maakt ons nieuwsgierig.
Als moeder op 1 januari de foto ziet, herkent ze zichzelf, haar broer en haar vader
zonder nadenken. Maar de locatie?
Van links naar rechts: mijn opa, Petrus –Pier- Vanneste, mijn nonkel Pol en mijn moeder, Ingrid
Vanneste. De plaats? Geen idee, hoe diep mijn moeder in haar geheugen ook spit, er komt niets uit.
Ook mijn nonkel die op de foto staat, kan evenmin iets bedenken. Een uitstap, ongeveer vijftig jaar
geleden. Verder komen we niet.

Nu, zelf vind ik het een best mooie foto. Ik kader een kopie in en hang ze in de
traphal. Telkens ik achter mijn bureau plaats neem, zie ik mijn opa, vergezeld van zijn
kinderen. Ze kijken aandachtig naar de fotograaf, mijn oma. De kinderen dragen een
outfit uit het begin van de jaren zestig, hun zonnebrillen typeren het portret. Opa zelf
draagt wat ik hem altijd zag dragen: half open sandalen, een losse grijze vest en een
pet… Voor hem moest de kleurenfotografie niet bestaan: zwart, wit, grijs en sepia, zo
herinner ik me de kleuren van mijn grootvader. En op de achtergrond een zuil, een
mysterieuze zuil die me blijft intrigeren. De prent grif ik stukje bij beetje in mijn
geheugen.


De cirkel is rond
Op een willekeurige zondag in augustus vervelen we ons te pletter. Het is vakantie en
de kinderen hangen voor hun tv- en computerschermen… Het regent al de hele zomer
en mijn vrouw kan moeilijk uit de voeten, ze is zwanger van Cyriel. We piekeren over
de illustratie die we op het geboortekaartje willen. We hebben weinig inspiratie en
besluiten een autotochtje te maken. Het fototoestel in de koffer is klaar om de
kinderen op de gevoelige plaat te zetten. Uit ervaring weten we dat dit geen klein bier
is. Het toestel wil wel, de kinderen zijn minder enthousiast.




Van links naar rechts onze kinderen Marie, Lowie, Simon en Achiel. Op de achtergrond ligt een
fantastisch panorama dat op de foto’s helaas niet te zien is. Ik fotografeer er op los en dan vraagt mijn
vrouw ‘zit er iets bij voor het geboortekaartje?’ Terwijl de kinderen de kapel op de heuvel onveilig
maken, bladeren we doorheen de opnames en besluiten sneller dan we willen dat de ‘shoot’ geslaagd
is.




Onze Simon, de oudste, trekt het ene smoel na het andere. Lowie, net acht, laat zijn
aandacht snel een andere richting uitgaan en Achiel van vijf ontsnapt aan het plaatje op
het moment dat alle anderen recht in de lens kijken. En Marie? Tja, daar valt niets
mee aan te vangen. Zij combineert de mankementen van haar broers feilloos. Dit
indachtig rijden naar Geraardsbergen. Na een reeks speelpleinen en bergen (Rode,
Zwarte, Kemmel), musea (Technopolis en het muziekinstrumentenmuseum dat
trouwens een Callewaert etaleert, wat en ontdekking!) en torens (de eigen kerk-, de
IJzer- en Eiffeltoren) weet een mens niet meer waar te gaan. Dus kiezen we een ander
tafereel…

De Muur. Ikzelf ondernam ooit een poging om De Muur op te rijden, toen ik als
twintiger en als leider met achttienjarige scouts op fietskamp vertrok. Uiteindelijk
moest ik passen omdat mijn ketting het begaf. Een geluk, dacht ik toen bij mezelf.
Nu, met de auto gaat een stuk sneller en de kinderen genieten met toenemend
enthousiasme van het uitzicht. We parkeren de auto niet ver van de markt en wandelen
de rest van de helling op. Mijn vrouw en het kind in haar hoogzwangere buik kunnen
er niet om lachen. De twee oudste kids die Marie in haar buggy duwen, evenmin.
Achiel heeft het naar zijn zin. Hij zit op mijn schouders en prutst aan mijn fototoestel.
Uiteraard, tot de ergernis van mezelf, de papa. Wat zijn familie-uitstappen gezellig
denkt iedereen bij zichzelf. Terwijl we de laatste meters omhoog puffen rijdt ons een
jongen van ongeveer twaalf op een koersfiets moeiteloos voorbij. We kijken elkaar
aan. Iedereen zwijgt en bijt op zijn tanden. Eenmaal boven is het uitzicht prachtig!
Adembenemend zelfs. Op de heuvelrug schuiven toeristen aan, in de kapel zoeken ze
een plaats voor een gebed, in het café op de helling keuvelen ze op het terras. Wij
blijven nog even boven voor een panoramafoto en wat andere kiekjes. Naast het
kapelletje staat een zuil, een zuil waarvan ik intuïtief denk, dit lijkt op wat we kennen
van de foto, dé foto. Maar ik heb geen visueel geheugen, dat weet ik. Ik fotografeer
de kinderen en ze doen het goed. Met een digitaal toestel kost een foto nauwelijks iets
en ik fotografeer er op los. De tocht naar beneden is opnieuw avontuurlijk voor
iedereen. Beneden eten we Mattentaart. Als we ’s avonds laat thuiskomen wordt het
snel stil. Iedereen is moe en in alle stilte verbind ik mijn toestel met de pc. Terwijl de
foto’s op mijn harde schijf terechtkomen, haal ik de foto van vroeger van de haak.
Opa’s vergrootglas wordt op tafel gelegd. Sinds Michelangelo Antonionis Blow Up
weten we dat je foto’s kan uitvergroten. De pc doet zijn werk en het inzoomen maakt
een nieuwe wereld zichtbaar. De details op beide foto’s zijn ongelofelijk: de zuil is in
vijftig jaar nauwelijks veranderd. De diepe krassen in de zuil ziet, merkt dat die rustig
even oud zijn als onze ouders. Het is ondertussen muisstil in huis, en ik kan het niet
nalaten om mijn vrouw wakker te maken. Ik heb het gevonden’ hoor ik me
opgewonden zeggen, terwijl ik de trap op storm… De euforie van het luttele eureka-
moment maakt plaats voor een praktische nuchterheid... Korte tijd later bevalt mijn
vrouw van ons vijfde kindje: Cyriel Wydooghe.
Bronnen

Mijn oma maakte de geboorte van mijn eerste twee kinderen mee. In die tijd was haar
communicatie vrij onverstaanbaar en mijn belangstelling voor haar vroedvrouwschap
te gering waardoor er geen dialoog over het thema was. De verhandeling is gebaseerd
op interviews met mensen die mijn oma kenden. De bijzonderste is mijn moeder,
Ingrid Vanneste. Ze spitte in haar geheugen en in haar boekenkast en dolf een
veelvoud aan herinneringen en documenten op. Verder moet ik mijn broer Maarten en
Christien Bekaert bedanken. Maarten ontwikkelde de godvergeten foto en Christien is
de vroedvrouw die ons hielp na de bevalling van Achiel, Marie en Cyriel. Zij deed me
goesting krijgen in deze opdracht.

Met deze verhandeling is lang niet alles gezegd. Geen enkel onderzoek zegt alles en
elk onderzoek is op zijn beurt uitgangspunt voor ander en nieuwer onderzoek. Wie
systematisch wil starten raad ik de provinciale Memorial Administratif aan. Dit
document neemt jaarlijks een lijst van de vroedvrouwen op en is bewaard in het
gemeentearchief vanaf de Hollandse periode. Het biedt een mooi overzicht van de
werkzame vroedvrouwen in Lichtervelde. 21 Tot ergernis van mijn kroost had ik een
hoop naslagwerken, boeken en teksten om me heen liggen en moest hun speelgoed
andere oorden opzoeken. De belangrijkste en de meest inspirerende schrijfsels zijn
van twee erudiete vrouwen. Carine Steverlynkc schrijft in 2000 over Vrijen, trouwen
en moeder worden in de twintigste eeuw, in Als de ooievaar komt… (Lannoo, Tielt).
Diane De Keyzer beschrijft in 2004 De schaamte en de schrik, goesting en genot. Vier
generaties vrouwen vertellen (Van Halewyck, Leuven). 22 Voor de rest is mijn
boekenlijst mannelijk en evident voor de hand liggend.



BROECKAERT W. Rond en om het kraambed. De Regenboog, Borgerhout, sd.

DE DONDER V. Zou men armoe lijden?                         Een eeuw kroostrijke gezinnen in
Vlaanderen, Standaard, Antwerpen, 1990.

DE KROES-SUVEREIN S. De vroedvrouw… Toen en nu. Bevoegd en bekwaam.
CCS, Bilthoven, 1998.

DEKKERS M. De larf. Over kinderen en metamorfose. Contact, Antwerpen, 2002.

DRENTH P. 100 jaar vroedvrouwen verenigd. 1898-1998, Nederlandse Organisatie
van Verloskundigen, Bilthoven, 1998.



21
     Met dank aan Luc Haeghebaert voor de tip, waar ik zelf niets mee heb aangevangen.
22
  Momenteel werkt ze aan een boek over ‘engelenmaaksters’, vrouwen die helpen bij het aborteren
van kinderen en dus vaak vroedvrouw waren. Ik had even contact met haar en viste uit dat mijn
vroedvrouwen haar (helaas) niet kunnen helpen. Niettemin zie ik uit naar haar werkstuk. Ook dit
thema kan een onderzoekspiste zijn voor toekomstige lokale vorsers.
DUPUIS H. (Ea.). Een kind onder het hart. Verloskunde, volksgeloof, gezin,
seksualiteit en moraal vroeger en nu, Meulenhof Informatief, Amsterdam, 1987.

FISCHER A. La femme, médecin du Foyer. Ouvragen d’hygiène et de médecine
familiale consacré particulièrement les maladies des femmes et des enfants, les
accouchements et les soins à donner aux enfants, Parijs, Brussel, sd.

GELIS J. De boom en de vrucht. Zwangerschap en bevalling voor de medicalisering,
Sun, Nijmegen, 1987.

HOUTZAGER H.L. Van vroetwijfs tot verloskundigen. Een historisch overzicht over
de opleiding tot verloskundige in ons land vanaf de vroegste tijd tot aan de overgang
van de 18de naar de 19de eeuw. In: DE KROES-SUVEREIN S. De vroedvrouw…
Toen en nu. Bevoegd en bekwaam. CCS, Bilthoven, 1998.

LAMENS VAN MALENSTEIN M.M. De sociale positie van de vroedvrouw
omstreeks 1900. In: DE KROES-SUVEREIN S. De vroedvrouw… Toen en nu.
Bevoegd en bekwaam, CCS, Bilthoven, 1998.

MAK G. In Europa. Reizen door de twintigste eeuw, Atlas, Antwerpen, 2004.

SHORTER E. De geschiedenis van het vrouwelijk lichaam. Ambo, Baarn, 1982.

SHORTER E. De wording van het moderne gezin. Ambo, Baarn, 1975.

STEVERLYNCK C. En toen kwamen de artsen… ook bij de moeder. Over de
medicalisering van bewust ouderschap, zwangerschap, bevalling en kraamzorg.
Pedagogisch tijdschrift, forum voor opvoedkunde 1990, nr. 2.

STORMS C. Vrouwen in de Kortrijkse Gemeenteraad. Gisteren, vandaag en...
morgen, Gelijkekansencel, Stad Kortrijk of http://users.myonline.be/~tdn41006 , 2000.

THIERY M. & DEFOORT P. De verloskunde. In: DE MAEYER J., DHAENE L.,
HERTECANT G. & VELLE K. (Eds.). Er is leven voor de dood. Tweehonderd jaar
gezondheidszorg in Vlaanderen, Pelckmans, Kapellen, 1998, p. 186-196.

THIERY M. & DEFOORT P. De vroedvrouwen. In: DE MAEYER J., DHAENE L.,
HERTECANT G. & VELLE K. (Eds.). Er is leven voor de dood. Tweehonderd jaar
gezondheidszorg in Vlaanderen, Pelckmans, Kapellen, 1998, p. 214-223.

VAN EYCK P. Clara. Heibrand, Turnhout, 1995.

VANDENBROEKE C. Sociale geschiedenis van het Vlaamse volk. Orion, Beveren,
1981.

VANDENBROEKE C. Vrijen en trouwen van de Middeleeuwen tot heden.                Seks,
liefde en huwelijk in historisch perspectief, Elsevier, Brussel, 1986.

VANDENBROEKE C. Zuigelingensterfte, bevallingsstoornissen en kraambedsterfte.
Seminaries voor geschiedenis van de Rijksuniversiteit, Gent, 1978.
VELLE K., VIAENE P. & DE HERDT R. Lichaam en hygiene. Naar de wortels van
de huidige gezondheidskultuur, Miat & Kritak, Gent & Leuven, 1984.

VELLE K. De nieuwe biechtvaders. De sociale geschiedenis van de arts in België.
Kritak, Leuven, 1991.

WESTHOFF H.          Natuurlijke geboorteregelingen in de twintigste eeuw: de
ontwikkeling van de periodieke onthouding door de Nederlandse arts J.N.J. Smulders
in de jaren dertig. Ambo, Baarn, 1986.

WYDOOGHE B. Nieuwe tijden, nieuwe noden, nieuwe oplossingen. Een halve eeuw
opleiding tot welzijnswerker aan de katholieke sociale hogeschool Ipsoc in Kortrijk,
Lannoo, Tielt, 2000.

WYDOOGHE B. ‘Wat een verschil…!’ In: Kroniek van Lichtervelde in de twintigste
eeuw. Heemkundige kring Karel Van de Poele, Lichtervelde, 2000.

Weitere ähnliche Inhalte

Was ist angesagt?

Industrial Revolution 1750-1900
Industrial Revolution 1750-1900Industrial Revolution 1750-1900
Industrial Revolution 1750-1900Nathan Roher
 
Die Methode Working Out Loud - Teilen lernen
Die Methode Working Out Loud - Teilen lernenDie Methode Working Out Loud - Teilen lernen
Die Methode Working Out Loud - Teilen lernennetmedianer GmbH
 
Industrial revolution
Industrial revolutionIndustrial revolution
Industrial revolutionlolaceituno
 
Industrial revolution
Industrial revolutionIndustrial revolution
Industrial revolutionhryan95
 
Big Era 7 Power Point
Big Era 7 Power PointBig Era 7 Power Point
Big Era 7 Power Pointjwils165
 
Scramble for Africa & Berlin Conference
Scramble for Africa & Berlin Conference Scramble for Africa & Berlin Conference
Scramble for Africa & Berlin Conference aheathcock
 
Working & Living Conditions Industrial Revo.
Working & Living Conditions   Industrial Revo.Working & Living Conditions   Industrial Revo.
Working & Living Conditions Industrial Revo.guestcd3651
 
Taller de ciberfeminismo
Taller de ciberfeminismoTaller de ciberfeminismo
Taller de ciberfeminismoPtqk
 
Industrial Revolution Child Labor.pptx
Industrial Revolution Child Labor.pptxIndustrial Revolution Child Labor.pptx
Industrial Revolution Child Labor.pptxRubnMsica
 
Ms Fallofaztecincaempires 1232205755070658 1
Ms Fallofaztecincaempires 1232205755070658 1Ms Fallofaztecincaempires 1232205755070658 1
Ms Fallofaztecincaempires 1232205755070658 1guest2d1642
 
The Industrial Revolution - AS Level History
The Industrial Revolution - AS Level HistoryThe Industrial Revolution - AS Level History
The Industrial Revolution - AS Level HistoryArm Punyathorn
 
Simone Weil-by Lucia Gangale
Simone Weil-by Lucia GangaleSimone Weil-by Lucia Gangale
Simone Weil-by Lucia Gangalereportages1
 
World History Unit10 Industrial Revolution
World History Unit10 Industrial RevolutionWorld History Unit10 Industrial Revolution
World History Unit10 Industrial RevolutionJoseph Florencio
 
Reasons the Nazis kept power - Economic policies
Reasons the Nazis kept power - Economic policiesReasons the Nazis kept power - Economic policies
Reasons the Nazis kept power - Economic policiesmrmarr
 
Paul Cornea - Interpretare si rationalitate (part.1)
Paul Cornea - Interpretare si rationalitate (part.1)Paul Cornea - Interpretare si rationalitate (part.1)
Paul Cornea - Interpretare si rationalitate (part.1)Robin Cruise Jr.
 

Was ist angesagt? (20)

Industrial Revolution 1750-1900
Industrial Revolution 1750-1900Industrial Revolution 1750-1900
Industrial Revolution 1750-1900
 
Edison
EdisonEdison
Edison
 
Die Methode Working Out Loud - Teilen lernen
Die Methode Working Out Loud - Teilen lernenDie Methode Working Out Loud - Teilen lernen
Die Methode Working Out Loud - Teilen lernen
 
Industrial revolution
Industrial revolutionIndustrial revolution
Industrial revolution
 
Industrial revolution
Industrial revolutionIndustrial revolution
Industrial revolution
 
Big Era 7 Power Point
Big Era 7 Power PointBig Era 7 Power Point
Big Era 7 Power Point
 
Scramble for Africa & Berlin Conference
Scramble for Africa & Berlin Conference Scramble for Africa & Berlin Conference
Scramble for Africa & Berlin Conference
 
The Republic of Weimar (IGCSE)
The Republic of Weimar (IGCSE)The Republic of Weimar (IGCSE)
The Republic of Weimar (IGCSE)
 
Working & Living Conditions Industrial Revo.
Working & Living Conditions   Industrial Revo.Working & Living Conditions   Industrial Revo.
Working & Living Conditions Industrial Revo.
 
Taller de ciberfeminismo
Taller de ciberfeminismoTaller de ciberfeminismo
Taller de ciberfeminismo
 
Industrial Revolution Child Labor.pptx
Industrial Revolution Child Labor.pptxIndustrial Revolution Child Labor.pptx
Industrial Revolution Child Labor.pptx
 
Philip II Overview
Philip II OverviewPhilip II Overview
Philip II Overview
 
Ms Fallofaztecincaempires 1232205755070658 1
Ms Fallofaztecincaempires 1232205755070658 1Ms Fallofaztecincaempires 1232205755070658 1
Ms Fallofaztecincaempires 1232205755070658 1
 
The Industrial Revolution - AS Level History
The Industrial Revolution - AS Level HistoryThe Industrial Revolution - AS Level History
The Industrial Revolution - AS Level History
 
Simone Weil-by Lucia Gangale
Simone Weil-by Lucia GangaleSimone Weil-by Lucia Gangale
Simone Weil-by Lucia Gangale
 
World History Unit10 Industrial Revolution
World History Unit10 Industrial RevolutionWorld History Unit10 Industrial Revolution
World History Unit10 Industrial Revolution
 
Reasons the Nazis kept power - Economic policies
Reasons the Nazis kept power - Economic policiesReasons the Nazis kept power - Economic policies
Reasons the Nazis kept power - Economic policies
 
Paul Cornea - Interpretare si rationalitate (part.1)
Paul Cornea - Interpretare si rationalitate (part.1)Paul Cornea - Interpretare si rationalitate (part.1)
Paul Cornea - Interpretare si rationalitate (part.1)
 
Thomas edison
Thomas edisonThomas edison
Thomas edison
 
14 Causes French Revolution
14 Causes French Revolution14 Causes French Revolution
14 Causes French Revolution
 

Ähnlich wie Kinderhandel Deel2

Ähnlich wie Kinderhandel Deel2 (8)

Kinderhandel Deel1
Kinderhandel Deel1Kinderhandel Deel1
Kinderhandel Deel1
 
Aankoopsuggesties 2014
Aankoopsuggesties 2014Aankoopsuggesties 2014
Aankoopsuggesties 2014
 
Liefste laurette
Liefste lauretteLiefste laurette
Liefste laurette
 
Liefste laurette
Liefste lauretteLiefste laurette
Liefste laurette
 
Bloedwraak in Albanië
Bloedwraak in AlbaniëBloedwraak in Albanië
Bloedwraak in Albanië
 
Indië en wo2 1
Indië en wo2 1Indië en wo2 1
Indië en wo2 1
 
Alboeksoek08
Alboeksoek08Alboeksoek08
Alboeksoek08
 
Wat de burger niet mag weten over de jarige Albert II
Wat de burger niet mag weten over de jarige Albert IIWat de burger niet mag weten over de jarige Albert II
Wat de burger niet mag weten over de jarige Albert II
 

Mehr von Benedict Wydooghe

Mehr von Benedict Wydooghe (20)

Betrouwbaarheid.pptx
Betrouwbaarheid.pptxBetrouwbaarheid.pptx
Betrouwbaarheid.pptx
 
Oostende 2022
Oostende 2022Oostende 2022
Oostende 2022
 
Evolutiesinhetwelzijnsveiligheidsdenken2021 inleiding
Evolutiesinhetwelzijnsveiligheidsdenken2021 inleidingEvolutiesinhetwelzijnsveiligheidsdenken2021 inleiding
Evolutiesinhetwelzijnsveiligheidsdenken2021 inleiding
 
Evolutiesinhetwelzijnsveiligheidsdenken2021
Evolutiesinhetwelzijnsveiligheidsdenken2021Evolutiesinhetwelzijnsveiligheidsdenken2021
Evolutiesinhetwelzijnsveiligheidsdenken2021
 
Evolutiesinhetwelzijnsveiligheidsdenken2021
Evolutiesinhetwelzijnsveiligheidsdenken2021Evolutiesinhetwelzijnsveiligheidsdenken2021
Evolutiesinhetwelzijnsveiligheidsdenken2021
 
Digitaal Welzijn 2021
Digitaal Welzijn 2021Digitaal Welzijn 2021
Digitaal Welzijn 2021
 
De pinokkiotest
De pinokkiotestDe pinokkiotest
De pinokkiotest
 
Sxrivn is koken in corona
Sxrivn is koken in coronaSxrivn is koken in corona
Sxrivn is koken in corona
 
Sxrivn is koken
Sxrivn is kokenSxrivn is koken
Sxrivn is koken
 
Isof november2020
Isof november2020Isof november2020
Isof november2020
 
Keuzetraject sociale verandering promoversie 2021
Keuzetraject sociale verandering promoversie 2021Keuzetraject sociale verandering promoversie 2021
Keuzetraject sociale verandering promoversie 2021
 
Evolutiesinhetwelzijns&veiligheidsdenken2021
Evolutiesinhetwelzijns&veiligheidsdenken2021Evolutiesinhetwelzijns&veiligheidsdenken2021
Evolutiesinhetwelzijns&veiligheidsdenken2021
 
20ste eeuw
20ste eeuw20ste eeuw
20ste eeuw
 
20ste eeuw
20ste eeuw20ste eeuw
20ste eeuw
 
Nieuwetijden
NieuwetijdenNieuwetijden
Nieuwetijden
 
Tot het einde der middeleeuwen
Tot het einde der middeleeuwenTot het einde der middeleeuwen
Tot het einde der middeleeuwen
 
Evoluties in het veiligheidsdenken
Evoluties in het veiligheidsdenkenEvoluties in het veiligheidsdenken
Evoluties in het veiligheidsdenken
 
Risicomaatschappij
RisicomaatschappijRisicomaatschappij
Risicomaatschappij
 
Keuzetraject sociale verandering_promoversie
Keuzetraject sociale verandering_promoversieKeuzetraject sociale verandering_promoversie
Keuzetraject sociale verandering_promoversie
 
Vormingplus 2019: de filterbubbel
Vormingplus 2019: de filterbubbelVormingplus 2019: de filterbubbel
Vormingplus 2019: de filterbubbel
 

Kinderhandel Deel2

  • 1. Op de vlucht “Zet het kindje maar onder de buizestove. Zo blijft het warm.” Mietje Billiet citeert Marcella Debusschere. Op het ogenblik van de Duitse inval werkt Gaby Debaeke bij een pas bevallen vrouw met drie kinderen in de Elisabethlaan in Brugge. 1 Gaby weerstaat, zoals veel vroedvrouwen, de verleiding niet om enkele maanden in te wonen en te dienen. “Haar kinderen zijn bang van de sirenes en de ronkende auto’s die door de Brugse straten rijden” getuigt ze. “Ze wenen en met het scenario uit de eerste wereldoorlog in het achterhoofd vertrek ik samen met het gezin holder de bolder naar Frankrijk. We zoeken haar man, een luitenant bij het leger. ‘Blijf in Lichtervelde roept’ mijn moeder nog als ze me ziet passeren in het konvooi vluchtelingen. Maar er is geen zeggen aan. Ik ga mee met het gezin uit Brugge.” Eind mei bezetten de Duitsers Lichtervelde. Op dat moment trekt Gaby met een vrouw en drie kleine kinderen door het verarmde Frankrijk. “Een kind van anderhalf, eentje van twee jaar en een half en eentje van vier. Daar ga je dan. Van het ene dorp naar het andere, op een auto, te voet, met een vrachtwagen mee. Al dan niet betalend. In de handbagage, de zakken en de koffers steekt een bakelieten piespot en papflessen.” Auto’s, boerenkarren, kinderwagens vluchten zuidwaarts. “De paniek was werkelijk onvoorstelbaar” noteert Geert Mak. “Alle angst uit ’14-’18 kwam weer boven.” Gaby Debaeke trekt met de drie kinderen en de moeder door een hallucinant landschap van spooksteden en -dorpen. In Lille staan negen op tien huizen leeg. In Chartres zijn hooguit nog achthonderd mensen. Verlaten steden bieden een sinistere aanblik: huisdieren zwerven rond, losgelaten papegaaien en kanaries kwetteren in bomen. In Parijs weerkaatst in de straten het geloei van een verlaten kudde koeien. Drie miljoen Parijzenaars zijn vertrokken. Deuren en ramen staan open, op de keukentafels ziet Gaby half lege glazen en servies met onaangeroerd voedsel. De kelders en kasten zijn al leeggehaald. Langs de wegen tussen de steden liggen dode paarden, auto’s zonder benzine en uitgeputte oude mensen. Het verkeer is een complete chaos. In Limoges slapen tweehonderdduizend mensen in straten en parken. Op de muren staan boodschappen en kleine advertenties: ‘Madame (…) zoekt haar drie kinderen…’ Een journaliste noteerde dit tafereel. “Halverwege een heuvel bleef een bakkersauto stilstaan. Aan het stuur zat een vrouw. Terwijl iedereen toeterde, klom ze uit haar auto en smeekte, omringd door haar vier kinderen, om wat brandstof. Niemand deed iets. Uiteindelijk duwden drie mannen de bakkersauto in de diepe greppel naast de weg. De wagen viel met een klap naar beneden, de spullen op het dak rolden over het veld. De vrouw schreeuwde het uit. Iedereen reed verder.” 2 1 Gaby kan zich zelfs het huisnummer herinneren, het is in de Elisabethlaan, nummer 17. Later ontdek ik dat ze nog over het geboortekaartje beschikt van één van de kinderen. Geboortekaartjes houden haar geheugen blijkbaar up-to-date. 2 MAK G. In Europa, Reizen door de twintigste eeuw, Atlas, Antwerpen, p. 448.
  • 2. “Na dagenlange omzwervingen komen we terecht in een apothekerei waar de uitbaatster compassie heeft en vertederd raakt door het jongste kind. Ze heeft net zelf een kind van die leeftijd verloren. Naarmate de tijd vordert raakt ons geld op en laten we steeds meer spulletjes die we niet meer kunnen dragen, achter. En de luitenant vinden we niet.” De zomermaanden passeren en de broers van Gaby schrijven regelmatig brieven die blijkbaar hun weg vinden. Ze schrijven dat de kust veilig is. “Na enkele maanden willen we echt terug naar Vlaanderen. Het rondtrekken zijn we zo beu als koude pap. Maar het is te duur om terug te keren. De autocars vragen duizend frank per persoon. Als de kinderen op de schoot zitten, rijden ze gratis. Maar het derde kind kan dan niet mee. Na drie maanden omzwerven in Frankrijk slagen we in de opzet. Op vier september, de datum staat in mijn geheugen gegrift, komen we thuis. We ontmoeten in het station een oude bekende, Paul Perneel. Hij zet ons op de tram naar de Ezelspoort. En een boterham met boter, dat is het eerste wat we eten.” In deze periode, augustus 1940 begint mijn oma haar bevallige bevallingsboekje bij te houden. Anna Deschrijvere studeert af tijdens de oorlog en begint in 1941 als zelfstandige vroedvrouw. Ze werkt vooral in Koolskamp en Ardooie. Niettegenstaande vroedvrouwen tijdens de oorlog in een bevoorrechte positie verkeren, oefenen zij een zwaar beroep uit. Met haar kaart, een papier dat bewijst dat zij een paramedisch beroep uitoefent, mag Marcella steeds weer de baan op. Ze bewaart het papier zorgvuldig in haar portefeuille. In de schemering van een willekeurige oorlogsavond voelt ze de loop van een revolver tegen haar slaap. In het Duits worden haar papieren gevraagd. Het document redt haar van een hoop ellende, maar als ze thuiskomt piest ze in haar broek van de schrik. Tijdens de oorlog krijgt mijn grootmoeder een speciaal paspoort waar ze de baan mee op kan als het voor gewone burgers ‘spertijd’ is. De foto vonden we terug, de kaart zelf hebben we niet teruggevonden. Wellicht gebruikt ze de foto voor andere doeleinden na de oorlog. Het is op zijn minst een avontuurlijke periode die verschillende anekdotes voor de geest haalt. Theophiel Delaere die over een eigen auto beschikt, rijdt samen met Marcella in volle snelheid naar een dokter. De wind in hun haren en op de achterbank kreunt een kraamvrouw. In enkele ogenblikken kan ze bevallen. Ze rijden op een landweg, het gaspedaal is volledig ingedrukt en achter hun auto waait een stofwolk. Uit de wolken komt een jachtvliegtuig tevoorschijn en de piloot schiet op de geïmproviseerde ambulance. In paniek en met scheurende banden brengt Theophiel
  • 3. Delaere zijn auto tot stilstand. Terwijl een kogelregen op hen afkomt springt Theophiel in de gracht aan stuurzijde, Marcella verdwijnt in de gracht aan passagierszijde. De kraamvrouw laten ze in de auto liggen. Als het vliegtuig verdwenen is, halen ze opgelucht adem. De kraamvrouw mankeert niets, ze kunnen hun toch verder zetten. Nu, het is oorlog en voor een eigen auto voor Marcella is het te vroeg. Als ze voor een bevalling in Bovekerke in 1942 en 1943 afgehaald wordt met de moto van de vader, is ze dolgelukkig. Het is een fietstocht gespaard. In Lichtervelde blijft het gemotoriseerde vervoer relatief beperkt tot enkele zelfstandigen en geneesheren. Dokter Gustaaf Colpaert uit de marktstraat rijdt met een Pontiac en Lodewijk - Louis - Debaeke uit de Hoogwielkesstraat rijdt met een Chevrolet. 3 Mijn vroedvrouwen daarentegen worden vaak 's nachts uit bed gebeld om regen en wind te trotseren. Ze fietsen door nacht en ontij. Een plaatje bedekt hun fietslicht zodat er slechts een smal strookje licht doorkomt. Een keer is het zo donker dat Marcella in de gracht rijdt. Nat en beslijkt komt ze op de plaats van de bevalling aan. Als vroedvrouw komt ze bij jonge meisjes en vrouwen terecht die een kind verwachten van een Duitse soldaat. Discretie is vereist. In 1940 doet de gemiddelde vroedvrouw 35 bevallingen per jaar. Marcella zit ruim over dit gemiddelde. Van augustus 1940 tot het jaareinde heeft ze 21 bevallingen achter de rug en de volgende jaren neemt dit aantal tot het begin van de jaren vijftig alleen maar toe. Liefje en de putmaker Het leiden van een bevalling is een zaak van duld oefenen. Uit het namenboekje van mijn oma kan ik geen emoties afleiden. Het document verzwijgt handicaps, lastige bevallingen, de perinatale sterfte (sterfte onder borelingen en dood geboren kinderen) en de maternale sterfte (het sterven van de moeder in het kraambed of tijdens de drie maanden na de bevalling). En die zijn er ongetwijfeld. Gaby Debaeke verwoordt de angsten en de twijfels van hun beroep. Haar eerste bevalling waar ze alleen voorstaat, is bij ‘eigen volk’, bij familie. Een geruststelling? Integendeel. Het kind heeft een korte navelstreng en het gebeuren herinnert Gaby als vrij traumatisch, zowel voor de kraamvrouw als voor haarzelf. Haar tweede bevalling is echt schokkend. Het kindje is doodgeboren, ze noemen het Liefje. Gaby doopt het kind noodgedwongen in het geboortehuis en gaat daarna met het kistje onder haar armen al wenend naar de kerk en vandaar naar het kerkhof. Alleen, niemand van de familie gaat mee. Putmaker Deman troost haar op zijn eigen brute manier. “Alles gaat over, alles went.” Uiteraard lopen niet alle geboortes slecht af. “Na de bevalling begraaft de vader de moederkoek in de tuin” vertelt Gaby. Hij moest wel diep genoeg graven, zodat de dieren het niet zouden opgraven en opeten. Soms plant hij er een boom op. Zo kwam ik in een gezin van vijf kinderen elk met een boom. In de materniteit verbrandden ze de moederkoek.” Als de bevalling voorbij is en de moederkoek geboren, verzorgt de vroedvrouw de kraamvrouw. Onmiddellijk wordt er een bouillon opgediend en de kraamvrouw mag niet inslapen voor ze watert. “Tijdens onze opleiding dienen we een laxeermiddel toe. Eén lepel ‘recine’ of vette olie moet constipatie vermijden. De vrouwen keerden hun hart, maar het moet van de dokters. Later, als ik zonder dokter bij de mensen thuis ga, is de olie al veel minder nodig. Mensen kunnen zo ook wel naar het toilet. ” De bedrust duurt acht tot tien dagen. In deze periode laat de moeder haar schaamstreek 3 Dr. Debaeke woont in de dokterswoning in de Hoogwielkesstraat en wordt in 1945 terechtgesteld in Wolfenbuttel. Hij is geen familie van Gaby Debaeke.
  • 4. ongewassen. Anders blijft de kraamvloed weg. Het volksgeloof vreest de negende dag meer dan de bevalling zelf. Dan sluit de baarmoeder en komt alles weer op zijn plaats. Gaby Baeke drukt het plastisch uit. “Dat de hemel negen dagen openstaat wil zeggen dat de kraamvrouwenkoorst tot negen dagen na de bevalling kan optreden. Op de 9 de dag mogen ze naar de koer. Maar voordien mogen ze het bed onder geen beding verlaten. De kraamzuivering moet op gang komen.” 4 Alle zorgen zijn voor de vroedvrouw. De kraamvrouw mag niet teveel of te weinig bloeden en soms ondervinden de vroedvrouwen moeilijkheden om de bloedstroom te stelpen. 5 Evenmin verlaat de vroedvrouw de moeder niet zonder dat de borstvoeding op gang komt. Tijdens het interbellum maakt de “zuigflesch” opgang. Het huwelijksboekje wijst op gevaren: het vereist de “volstrekte zuiverheid aangaande de gebezigde vaten.” Geneesheren zien een verband tussen de wijze van zogen en kinderziektes of -sterfte. “De eenige zuigflesschen waarvan het gebruik mag aangeraden worden zijn de glazen zuigflesschen, zonder darm, waarvan den hals van eenen tepel voorzien is. Zij moeten zorgvuldig met vol water gewasschen worden, na elk gebruik. Om de goede hoedanigheid der melk, al te dikwijls vervalscht, te verzekeren, moet men ze minstens tien minuten te laten koken. De kerkgang Mijn oma heeft de gewoonte om de baby tijdens de doop te vergezellen. Steevast fotografeert ze het gebeuren als aandenken voor haar klanten. Op al haar doopfoto’s is er niet eentje waarop de moeder te zien is. Steeds weer zien we dat de prille vader de grootmoeders vergezelt. Haar bedlegerigheid en haar kerkelijke onreinheid zorgen dat de moeder de doopplechtigheid niet mee maakt. 6 Vrouwen zijn onrein als ze een kind baren. De kerkgang op de negende of tiende dag na de bevalling maakt ze terug rein. “Afhankelijk van de som geld die de vrouw aan de priester betaalt, krijgt ze een meer comfortabele kerkgang” vertelt Gaby. “Wie weinig betaalde zat op de blote knieën, wie meer betaalde kreeg een matje en rijkelui knielen op hun stoel. De besprenkeling met wijwater, de biecht en de eerste communie na een volle week onthouding maken de vrouw terug rein.” De kerk beklemtoont de kerkgang als een voorrecht. “Het was 4 Na de tweede wereldoorlog verandert de gewoonte en moet de kraamvrouw vroeg uit bed om aderontstekingen te vermijden. 5 Tot in de twintigste eeuw zijn tradities gangbaar om het bloeden te stoppen: het dopen van een blauwe doek in het bloed van een bevruchte haas, eieren slurpen, het gebruik van planten met rode bloemen… Gaby noch Marcella kennen deze gebruiken niet meer. In de literatuur lezen we dat baarmoeder op haar plaats gehouden wordt door de kraamvrouw in te binden. Gaby heeft dit nooit moeten doen. 6 Het Concilie van Drenthe die het zielenheil van het kind bij een eventueel overlijden centraal plaatst, bepaalt dat het kind binnen de drie dagen gedoopt moet worden. Zonder doopsel is het gedoemd tot een eeuwig verblijf in het voorgeborchte. De bepaling is in tegenspraak met de huishoudtips in het huwelijksboekje die voorschrijven dat “de eerste vijftien dagen het kind binnen blijft. Het mag niet buiten gebracht worden, tenzij de luchtgesteldheid zeer zacht zij.” Daarna moet “het kind dagelijks uitgaan; de al te sterke of vochtige koude is de eenige hinderpaal daartegen.” STEVERLYNCK C. Als de ooievaar komt… Vrijen, trouwen en moeder worden in de twintigste eeuw , Lannoo, Tielt, 2000, p. 234. Dat de doopplechtigheid en de aangifte op het gemeentehuis vaak gepaard gaan met een dronkemansfeest of een kroegentocht vindt zijn reden in de overwonnen gevaren van de zwangerschap en de bevalling.
  • 5. voor katholieke vrouwen niet verplicht, maar een respectabele gelovige kon er niet om heen.” Nadien mag de moeder opnieuw het openbare leven in, slaapt ze met haar man en leert ze haar kind verzorgen. 7 Naarmate de twintigste eeuw vordert zit het ritueel steeds meer vrouwen dwars. De kerkgang is in Lichtervelde gebruikelijk tot begin jaren zestig. Mijn moeder – ik werd geboren in 1972 – weet daar niets van. Waar is de moeder? Een gezin laat het kind dopen. Opa, oma, vader en de vroedvrouw (mijn oma) zijn bij het kind. Je kan ervan op aan dat het niet de moeder is die deze foto neemt. De moeder is thuis, wachtend tot tien dagen na haar bevalling, voor ze het kraambed uit mag. 7 Het trouwboekje geeft een reeks voedingstips en leert de kraammoeder wanneer het nodig is om een geneesheer te raadplegen, zoals bij het inenten of bij “den afgang welke ten onrechte, als heilzaam beschouwd wordt als het kind tanden krijgt” of bij “uitslag en vuiligheid op het hoofd.” Het keurt het gebruik van kleine proppen – zuigdotjes – af omdat ze “gebezigd worden om den honger te bedriegen of het geschreeuw van het kind te stillen.” Het boekje wijst op de “doling van te gelooven dat men in de eerste maanden van het kind niet mag doen inenten.” Het boekje raadt de ouders aan om zich niet te haasten het kind te doen lopen. “Het moet leren op den grond kruipen en alleen opstaan. Men moet dus het gebruik van leibanden, wagens loopmanden, enz. verwerpen welke nutteloos, zooniet nadeelig zijn voor de natuurlijke ontwikkeling van het lichaam.”
  • 6. Waar is de moeder? Mijn oma speelt haar rol voortreffelijk: ze doet wat er verwacht wordt en is de zorgende vroedvrouw, geen aandacht voor haar eigen camera, het kind in de juiste positie op de arm… Geschrapte doopnamen Bij de doop of na de geboorte krijgt het kind een naam. De keuze gaat niet over een nacht ijs: de naam mag niet pretentieus noch minderwaardig zijn. Soms is de keuze niet definitief bij de geboorte. In het aantekenboekje van Marcella staan 19 geschrapte doopnamen. Frans wordt Jozef, Wilfried wordt Daniel, Christianne wordt Rita… Het is gebruikelijk dat vader het kind bij de burgerlijke stand aangeeft en in die context gebeurt het wel eens dat vader een andere naam kiest die de moeder prefereert. Echter het hoeft niet altijd zo te lopen. Eén koppel is zo zeker van het geslacht dat ze aanvankelijk geen jongensnaam kiezen. Na de geboorte schrapt mijn oma Christel en noteert ze Raphael in de plaats. Tabel I toont welke namen kinderen krijgen in de periode 1940-1955 in Lichtervelde en omstreken. De tabel is gebaseerd op de namen in het boekje van Marcella. In de top tien bij de meisjes zien we Monica, Rita, Roza, Maria, Kristine, Annie, Godelieve, Lucrese, Christiane en Lidy. De populaire namen bij jongens zijn Willy, Noël, Erik, Pol, Luc, Ronny, Roger, Frans, Freddy, Raphaël en Roland. Er is een duidelijk onderscheid in de naamgeving tijdens de tweede wereldoorlog en de naamgeving erna. Tijdens de oorlog doen bijbelse namen het goed: Raphaël en Gabriël, Jozef, Maria en Godelieve. Lidy verdwijnt als naam na de oorlog. Vooral vanaf de jaren vijftig zet Marcella meisjes op de wereld met de namen Bernetta, Carina, Crista, Diana, Elie, Erna, Jolanda, Jullia, Kristina, Linda, Lydia, Martina, Nelly, Rika, Rikie, Rosanna, Sue en Vera. Bij jongens zijn de namen Danny, Davy, Freddy, Gaby, Remy, Rudi, Ronny, Johnny en Willy in. 8 Verder laat het boekje toe om iets te zeggen over de actieradius van Marcella Debusschere (zie tabel II). Behalve in Lichtervelde gaat zij frequent naar Aardooie, Beveren Gits, Torhout en 8 STEVERLYNCK C. Als de ooievaar komt… Vrijen, trouwen en moeder worden in de twintigste eeuw, Lannoo, Tielt, 2000, p. 236.
  • 7. Zwevezele. Minder frequent zijn Koolskamp, Klercken Hooglede, Houthulst en Pittem. Sporadisch of zelfs uitzonderlijk komt ze in Veldegem, Wijnendale, Rumbeke, Oostnieuwkerke, Bovekerke, Moorsele, Meulebeke. Geboortekaartjes worden in Lichtervelde populair na de tweede wereldoorlog. Zo bezit Gaby Baeke een verzameling geboortekaartjes. Het oudste geboortekaartje uit Lichtervelde dat we in de verzameling van Gaby Baeke terugvinden is eigenlijk geen geboorte- maar een doopkaartje. Het dateert uit 1943. Na de oorlog worden de geboortekaartjes courant: tekeningen Aton Piek (de Efteling, weet je wel), religieuze tekeningen of een naïef, kinderlijke stijl zijn populair. Op de geboortekaartjes zelf wil ik niet ingaan, ze zijn een studie op zichzelf waard. Religieuze thema’s Anton Piek
  • 9. Agnes 3 Lena 3 Achiel 1 Lucien 3 Aldegande 1 Leona 2 André 8 Marc 4 Anita 3 Lidie/Lidy 7 Antoon 4 Marcel 4 Anna 1 Lilian 3 Aurel 1 Marnix 2 Annie/Anny 15 Linda 3 Bernard 2 Michel 4 Antoinette 1 Lizette 1 Bertrand 1 Noël 18 Arlette 1 Lucrese 8 Camiel 1 Norbert 6 Astrid 3 Ludwina 1 Cristiaan 2 Norman 1 Bernette 3 Lutgarde 3 Daniel 9 Oswald 3 Bernice 1 Lydia 3 Danny/Dany 4 Patrick 3 Betty 1 Machteld 1 Dirk 3 Paul/Pol 14 Carina 1 Madeleine 1 Eddy 7 Pierre 2 Cecilia 4 Magda 1 Edwin 1 Raephael 11 Christiane 11 Marcella 2 Elie 1 Remy 1 Christina 3 Maria 16 Erik 14 Rik 2 Christine/Kristine 16 Marie 4 Etienne 4 Robert 4 Clara 1 Marie Christien 2 Ferdinand 1 Roger 12 Claudine 2 Marie Jeanne 1 Fleury 1 Roland 11 Crista 2 Marie Jose 1 Frank 3 Ronny 13 Dahlia 1 Marie Louise 1 Frans 12 Rudi 8 Denise 5 Marie Lucrèse 3 Freddy 12 Walter 8 Diana 3 Marie Rose 3 Gabriel 13 Werner 2 Dina 2 Marie Therese 3 Geert 7 Wilfried 7 Elise 1 Marieke 1 Georges 4 William 2 Erica 2 Mariette 7 Gerard 2 Willy 18 Erna 1 Marijke 1 Ghilain 1 Wim 1 Francine 3 Marleen 6 Gilbert 2 Françoise 1 Martina 2 Guido 1 Frida 3 Mireille 1 Hector 1 Gaby 2 Monica 26 Hedwig 1 Georgette 1 Myriam 1 Herman 2 Georgine 1 Nelly 1 Hugo 2 Gerda 3 Nicole 11 Jacques/Jaak 4 Ginette 6 Noëlla 4 Jacqui 2 Godelieve 12 Paula 1 Jan 3 Greta 5 Rika 4 Jean Pierre 2 Hedwige 1 Rita 21 Joël 6 Henriette 1 Rosa/Roza 16 Johan 6 Herna 1 Rosanne 1 John 2 Hilda 1 Sabina 1 Johny 3 Inge 1 Simonne 1 Joris 1 Ingrid 3 Sonja 5 Jos 1 Irène 2 Sue 1 José 1 Ivonne 1 Suzanna 2 Jozef 6 Jacqueline 5 Vera 1 Julien 1 Jeaninne 6 Vivianne 1 Juul 2 Totaal: 350 jongens Jeannette 2 Wilfrieda 1 Karel 1 Totaal: 347 meisjes Jenny 2 Yvette 3 Lesley 1 Totaal: 697 kinderen Jolande 1 Zoë 1 Lionel 2 Jullia 1 Luc 14
  • 10. Tabel II 40 4 4 4 4 4 4 4 4 4 50 5 5 5 54 55 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 2 3 Ardooie 2 1 2 1 6 3 3 6 0 2 2 6 Beveren 2 3 5 3 2 3 1 6 2 5 Bovekerke 1 1 2 Gits 2 2 2 1 3 2 1 1 1 1 0 1 2 1 9 Handzame 1 1 2 Hooglede 1 1 1 0 1 1 5 Houthulst 1 3 1 1 6 Klercken 1 1 2 Koolskamp 1 0 1 2 1 2 1 0 1 1 2 1 2 Kortemark 1 1 Merkem 1 1 Meulebeke 1 1 Oostnieuwkerke 2 2 Pittem 1 2 0 1 1 5 Rumbeke 1 1 Torhout 2 4 5 6 3 2 3 1 3 1 2 5 5 1 2 4 5 Veldegem 1 1 Wijnendale 1 1 Zwevezele 1 1 1 1 1 6 2 2 2 2 2 3 4 2 8 Roeselare Matr. 5 1 3 1 7 6 9 4 6 1 5 0 Zwevezele 11 6 1 Matr. 7 10 1 1 1 1 1 6 1 1 1 16 2 1 1 35 19 7 6 6 4 6 0 1 7 5 7 8 Pier De Poolse troepen bevrijden Lichtervelde op zondag 17 september 1944. De oorlog is voorbij en er verandert een en ander in het leven van mijn drie vroedvrouwen. In 1946 huwt Anna Deschrijvere met Victor Broeckmans en geeft ze haar praktijk als zelfstandige vroedvrouw op. “Een zelfstandige praktijk als vroedvrouw is moeilijk te combineren met je gezin en de mensen verkiezen om in een materniteit te bevallen”
  • 11. zegt ze. Ze stapt over naar de sociale verpleegkunde en gaat werken bij de Kortrijkse Bond Moyson. Na de dagelijkse treinrit van Lichtervelde naar Kortrijk gaat Anna Deschrijvere op huisbezoek en verleent sociale hulp. In 1947 krijgt ze een zoon en in 1949 verhuist ze naar Bissegem. Marcella huwt met Petrus - Pier - Vanneste. Op woensdag 3 oktober 1945 geven ze elkaar het jawoord op het gemeentehuis en een dag later voltrekt pastoor Debeir - die net voor de oorlog komt opdagen in Lichtervelde en tijdens de oorlog zeer voorzichtig blijft - hun kerkelijk huwelijk. Tijdens de week huwen is gebruikelijk, alleen arbeiders en dagloners trouwen ‘s zaterdags. 9 Daarna gaan ze op huwelijksreis naar het fel gebombardeerde Kortrijk. Mijn oma zelf zal twee keer bevallen. Haar dochter wordt later mijn moeder, Ingrid Vanneste. Haar zoon wordt mijn nonkel. Nonkel Pol. Na de oorlog huwt Marcella Debusschere met Petrus Vanneste. Als kind kijk ik vaak naar de huwelijksfoto die op de show geëtaleerd staat. Mijn grootvader ziet me kijken en zegt “ je grootmoeder is een schoon madam he.” Wie over voorlichting schrijft is het over één ding eens: de moeder is ‘van nature’ geschikt om de ‘kiese waarheid’ te vertellen aan haar kroost. Maar het is niet omdat ze het beroep van vroedvrouw uitoefent dat Marcella progressief is bij het voorlichten van haar kinderen. Uit onderzoek blijkt dat slechts twee op vijfenzeventig katholieke meisjes na de tweede wereldoorlog een degelijke voorlichting krijgen. 10 In het huishouden van Marcella wordt er niet over ‘kinderen maken’ gesproken. Als er dan 9 Tot de komst van het burgerlijk huwelijk in 1800 trouwen koppels tijdens de zondagsmis. Daarna verdwijnt de gewoonte en trouwt men tijdens de week. Maandag en vrijdag zijn niet populair. Arbeiders trouwen op vrijdag voor de wet, op zaterdag voor de kerk en rusten ’s zondags uit om ’s maandags naar de fabriek te kunnen.
  • 12. toch iets te zeggen valt, gebeurt het gefaseerd. 1. Brave kinderen blijven onwetend, niettegenstaande kleine potjes soms grote oren hebben, een standaarduitdrukking in deze context. 2. Als menstruerend meisje mag de dochter niet meer bij vader en moeder het bed in en daarmee is alles gezegd. 3. Bij de aanvang van haar vrijage spelt Marcella haar dochter één keer de les. En als mijn vader de eerste keer bij haar thuiskomt wordt ook die ‘de les gespeld.’ 11 Het beroep in crisis Ondertussen raakt het beroep en de thuisbevalling in een crisis die ze niet meer te boven zullen komen. Ik zocht lang naar de oorzaak, maar die is niet te reduceren tot één enkel gegeven. Op zijn minst zijn er drie redenen aan te geven, die vroedvrouwen uit het dagdagelijkse leven en het straatbeeld doen verdwijnen. 1. De ziekte en invaliditeitsverzekering betaalt nu de onkosten van wie in een materniteit bevalt. 2. De medicalisering ent zich op het bevallen en reduceert de geboorte tot een medische ingreep: de hygiënische verzorging, het anticiperen op verwikkelingen, de aanwezigheid van gespecialiseerde dokters zijn bekende argumenten. Het sentiment van de geboorte in de vertrouwde omgeving weegt niet op tegen het comfort van de materniteit. 12 3. De frequentere verspreiding van de anticonceptie doet het gemiddeld aantal kinderen per gezin drastisch dalen. 13 Het feit dat bevallen in een ziekenhuis met een geneesheer goedkoper is dan een thuisbevalling met een vroedvrouw maakt Marcella kwaad. “Ik zal nooit meer stemmen voor de partij die me het grootste onrecht ter wereld heeft aangedaan” is een zinnetje dat na-echoot bij haar kinderen. Welke partij hier concreet voor zorgde, blijft een raadsel. Een ding is zeker, “de vroedvrouwenstand lijdt grooten nood. Onze hulpverleening is sterk achteruit gegaan, gedeeltelijk door de vele kliniekgeboorten. Vele van mijn collega’s hebben nog maar twaalf of vijftien geboorten per jaar. (…) 10 Ook socialistische milieus doen het niet. Het grootste deel van de Vlaamse jongeren krijgt geen voorlichting. STEVERLYNCK C. Als de ooievaar komt… Vrijen, trouwen en moeder worden in de twintigste eeuw, Lannoo, Tielt, 2000, p. 83. 11 Cfr. slechte gesprekken, in DE KEYZER D. De schaamte en de schrik, goesting en genot. Vier generaties vrouwen vertellen, Van Halewyck, Leuven, 2004, p. 52 & 61. 12 Ivan Illich beschrijft de medicalisering als een proces waarbij de professionele gezondheidszorg de gezondheid bedreigt. 13 Door het toenemende aantal geboorten buiten de verblijfplaats van de moeder, ontstaat in de gemeentelijke administratie een verwarde toestand. “Daar de geboorten in de verpleeginrichtingen gestadig toenemen (…) dienen de geboorten buiten het grondgebied van de verblijfplaatsgemeente van de moeder, voortaan aangetekend in het register van aankomst van de gemeente, waar de moeder verblijf houdt. Om evenwel elke verwarring met de gewone inwijkingen te voorkomen, dienen de vermeldingen en de nummeringen betreffende dergelijke geboorten overeenkomstig bijgaand model met rode inkt te worden ingeschreven.” Brief van het ministerie van Binnenlandse Zaken, Brussel 13 juli 1954, aan de heren provinciegouverneurs. Zie ook de omzendbrief aan de heren burgemeesters van 9 december 1954, aangaande de attesten af te leveren door de gemeentebesturen voor het toekennen van de geboortebijslag, verschenen in het Staatsblad van 11-12-1954. De maatregel treedt in werking vanaf 1 januari 1955.
  • 13. Men mag er zich niet over verwonderen, wanneer (vroed)vrouwen den slechten weg op gaan.” 14 15 Tabel III GM GL ML MNL MM %ML 1940 23 106 13 10 0 12 1941 52 124 35 17 0 28 1942 59 109 43 16 0 39 1943 56 123 40 16 0 33 1944 56 122 42 14 0 34 1945 62 133 46 16 0 34 1946 58 144 52 6 0 36 1947 50 144 40 10 0 27 1948 40 125 29 11 5 23 1949 44 126 27 17 11 21 1950 33 103 17 16 3 17 1951 47 128 22 25 15 17 1952 31 120 14 17 7 12 1953 32 121 14 18 6 11 1954 49 121 14 35 19 11 1955 28 127 9 19 11 7 720 1976 457 263 77 27 Eén idee blijft nagalmen nu ik aan het einde van mijn geschrift kom, namelijk dat de vroedvrouw destijds, in die mannen- en clerusmaatschappij over een ongekende zelfstandigheid en emancipatie beschikt. 16 Dat is ongetwijfeld waar… Er zijn voorbeelden bij de vleet. Vanaf de jaren vijftig houdt mijn oma het hoofd boven water met allerlei randkarweien: ze verkoopt babyvoeding en –medicamenten, ze voert zwangere vrouwen naar de materniteit en verzorgt de pasgeboren baby’s. 17 In februari 1951 koopt ze haar eerste auto bij een garagist in de Astridlaan, naast café Garage. 14 De trend zet zich in de jaren dertig in, maar wordt in Lichtervelde pas duidelijk na de tweede wereldoorlog. STEVERLYNCK C. Als de ooievaar komt… Vrijen, trouwen en moeder worden in de twintigste eeuw, Lannoo, Tielt, 2000, p. 198. 15 Tabel III is gemaakt op basis van het boekje dat mijn oma bijhoudt en illustreert cijfermatig de groei, bloei en het einde van haar carrière. GM staat voor het totaal aantal Geboortes door Marcella in dat jaar; GL staat voor totaal aantal Geboortes in Lichtervelde; ML staat voor het aantal geboortes dat Marcella in Lichtervelde uitvoert; MNL zijn de geboortes die zij niet in Lichtervelde uitvoert; MM staat voor de geboortes die Marcella in een Materniteit uitvoert en %ML tenslotte toont hoeveel procent van de Lichterveldse kinderen door Marcella op de wereld worden gezet. 16 HOUTZAGER H.L. Van vroetwijfs tot verloskundigen. Een historisch overzicht over de opleiding tot verloskundige in ons land vanaf de vroegste tijd tot aan de overgang van de 18 de naar de 19 de eeuw. In: DE KROES-SUVEREIN S. De vroedvrouw… Toen en nu. Bevoegd en bekwaam. CCS, Bilthoven, 1998, p.7.
  • 14. Marcella is dan in verwachting van haar tweede kind dat Pol gaat heten. Het type, het merk en de kleur van haar eerste wagen, daar heb ik het raden naar. In de loop van haar leven zou ze drie wagens kopen: een blauwe Renault Daphine bij garage Eekloo in de Kortemarkstraat en later een VW Kever. Kinderen die hun amandelen kwijt moeten (een medische rage eind jaren vijftig en zestig) voert ze met plezier in groep naar Roeselare. Voor privédoelen gebruikt ze de auto weinig. Mijn moeder herinnert zich de luttele uitstappen naar Roeselare en Kortrijk waar nonkel Marcel en nonkel Omer wonen. Het bezoek aan nonkel Omer, een rijkswachter in Kortrijk, wordt steevast gekoppeld aan de Paasfoor. Terwijl mijn oma een soort zelfstandige praktijk uitbouwt en er een winkeltje in kinder- en verzorgingsproducten op na houdt, durft Gaby Baeke nauwelijks geld vragen voor de luttele bevallingen die ze doet. Tenslotte ziet Gaby af van de stiel en gaat werken als verpleegster. Het verhaal van Anna Deschrijvere die intussen naar Bissegem verhuisde, is gelijklopend. Zij werkt nu voor de Bond Moyson en is lid van de SVV. Als sociaal-verpleegkundige kent ze de problemen van de man en de vrouw in de straat. Als de Bissegemse socialisten haar in 1952 vragen om op de gemeenteraadslijst te staan, verwerft een zetel in de COO. 18 Op die manier vult ook zij haar vooropleiding op een andere manier in. Begin jaren vijftig sluiten verschillende vroedscholen hun deuren, kandidaat vroedvrouwen worden afgeschrikt voor de studie en in 1957 verliest de vroedvrouw haar zelfstandige positie. In de verloskamer degradeert de vroedvrouw tot een ondergeschikte loontrekkende. Een nieuw tijdperk breekt aan. Epiloog Ik woon in het huis van mijn oma die enkele jaren geleden stierf. 19 Het huis op het Kerkplein in Lichtervelde dateert uit 1903, mijn oma uit 1916. 20 Het huis, de kamers en de infrastructuur passen we met de regelmaat van een klok aan volgens de veranderende behoeften van ons gezin. Aanvankelijk volstaat één kinderkamer, later 17 Ze verkoopt onder meer kammetjes en andere babyproducten. De poedermelk van Nutricia levert een afgeroomde drank voor kinderen die last hebben van koeienmelk, een succesproduct. 18 Tijdens de verkiezingen van ‘58, ‘64 en ‘70 wordt ze telkens verkozen tot opvolger en behoudt ze haar zetel. Begin ‘58 vervangt ze voor vier maanden een raadslid en wordt ze het eerste vrouwelijke raadslid. In 1966 volgt ze een overleden socialistisch raadslid op en zetelt ze tot het einde van de legislatuur. 19 Bij het zoeken naar inspiratie voor het geboortekaartje voor ons jongste kindje doorzoek ik de geboortekaartjes van de andere. Zo kom ik in de archiefdoos van Achiel (14 januari 2002) het rouwprentje van mijn grootmoeder tegen. Ze stierf op 17 december 2001. Hierbij is haar sterfdatum gereduceerd tot een voetnoot. 20 Mijn grootmoeder wordt hier niet geboren. Haar ouders hebben een huis in de Damwegel. Later koopt ze een huis in de Potteriestraat en in de jaren vijftig verhuist naar het Kerkplein. De ‘Kerkpleinstory’ luidt dat mijn opa ‘laaide’. Een ‘laaier’ drijft de prijs bij openbare verkopen op. Als hij slaagt krijgt hij een percent, maar in dit geval, bij de verkoop van kerkplein 5 (toen Kerkplein 303, kadaster Sectie 197d, zeven aren, zes centiaren) brengt niemand die een hoger bod uit. Die bewuste dag, woensdag 2 februari 1955, keert mijn grootvader terug naar huis met in zijn zak een “nieuw” huis ter waarde van 270.000 frank. Waarschijnlijk laat hij na dit avontuur het laaien achter zich. Bij notaris Henri Declercq vis ik uit dat de vorige eigenaar van het huis Achiel Maurits Devisschere is, een brouwer uit Ingelmunster is. Hij overlijdt 27.11.1953. Achiel Devisschere verkrijgt het goed uit “de nalatenschap van zijn vader, sedert meer dan dertig jaar te rekenen van heden overlijden.”
  • 15. zijn er twee nodig. Bij de komst van onze derde zoon, leggen we de jongste kinderen samen. Onze dochter, vierde in rij krijgt haar eigen kamer, waardoor de drie jongens naar één slaapkamer verhuizen. Het samenhokken valt mee. Nu, in zo’n oud huis zijn de kamers ruim, moet ik toegeven. In kamers van vier op vier kan je iets kwijt. Een hoogslaper en een stapelbed benutten de ruimte maximaal. Bij de komst van kindje nummer vijf, alweer een jongen, ja, wordt de eerste verdieping echter te krap. Onder het mansardedak van weleer bouwt Jan Van Antwerpen twee slaapkamers, een douchecabine en wat berging. Maar voor je kan verbouwen, moet je uitmesten, dat weet elke landbouwer. Bibliothecarissen noemen het wieden, mijn vrouw en ik noemen het eufemistisch ‘herbestemmen’. Honderden oude boeken en cursussen, ontelbare archiefdozen met scouts- en jeugdhuisdocumenten, potten, pannen, stukken textiel in kasten en dozen, spullen en dingen waar ik de naam niet van ken, verhuizen naar de kelder of het containerpark. Eén stuk dat we van het containerpark redden, is een oude Agfabox. In geen enkel opzicht lijkt het stoffige object op de huidige toestellen. Maar ik ken het zwarte bakje uit mijn kindertijd en zo weet ik dat de kubus met twee lenzen eigenlijk een fototoestel is. Niet veel soeps, tot ik het ding op een familiebijeenkomst aan mijn broer laat zien. Sinds een tijdje werkt hij bij een fotograaf en interesseert hij zich in kunstfotografie en fotografiegeschiedenis. Hij neemt het doosje mee om in zijn donkere kamer te openen. Je weet maar nooit, fantaseren we bij een fles rode wijn, dat er een niet ontwikkelde film in steekt. Dat is pas een toegangspoort tot het verleden… Stel je voor wat daar uit komt. En wat blijkt? Ja, in het oude toestel steken diverse niet ontwikkelde negatieven. Mijn broer duikt de doka in en slaagt er in om van één negatief een mooie afdruk te maken… Het tafereel is helder en zuiver maar van de andere negatieven valt nauwelijks iets te redden. Om mijn moeder te verrassen Fotoshopt hij de afdruk en wikkelt hij de gekaderde foto in een cadeauverpakking. Het wordt ons moeders nieuwjaarscadeau voor de jaarwissel van 05-06. Stiekem hopen we dat moeder meer over de prent kan vertellen en vooral de vraag waar de opname te lokaliseren is, maakt ons nieuwsgierig. Als moeder op 1 januari de foto ziet, herkent ze zichzelf, haar broer en haar vader zonder nadenken. Maar de locatie?
  • 16. Van links naar rechts: mijn opa, Petrus –Pier- Vanneste, mijn nonkel Pol en mijn moeder, Ingrid Vanneste. De plaats? Geen idee, hoe diep mijn moeder in haar geheugen ook spit, er komt niets uit. Ook mijn nonkel die op de foto staat, kan evenmin iets bedenken. Een uitstap, ongeveer vijftig jaar geleden. Verder komen we niet. Nu, zelf vind ik het een best mooie foto. Ik kader een kopie in en hang ze in de traphal. Telkens ik achter mijn bureau plaats neem, zie ik mijn opa, vergezeld van zijn kinderen. Ze kijken aandachtig naar de fotograaf, mijn oma. De kinderen dragen een outfit uit het begin van de jaren zestig, hun zonnebrillen typeren het portret. Opa zelf draagt wat ik hem altijd zag dragen: half open sandalen, een losse grijze vest en een pet… Voor hem moest de kleurenfotografie niet bestaan: zwart, wit, grijs en sepia, zo herinner ik me de kleuren van mijn grootvader. En op de achtergrond een zuil, een mysterieuze zuil die me blijft intrigeren. De prent grif ik stukje bij beetje in mijn geheugen. De cirkel is rond Op een willekeurige zondag in augustus vervelen we ons te pletter. Het is vakantie en de kinderen hangen voor hun tv- en computerschermen… Het regent al de hele zomer
  • 17. en mijn vrouw kan moeilijk uit de voeten, ze is zwanger van Cyriel. We piekeren over de illustratie die we op het geboortekaartje willen. We hebben weinig inspiratie en besluiten een autotochtje te maken. Het fototoestel in de koffer is klaar om de kinderen op de gevoelige plaat te zetten. Uit ervaring weten we dat dit geen klein bier is. Het toestel wil wel, de kinderen zijn minder enthousiast. Van links naar rechts onze kinderen Marie, Lowie, Simon en Achiel. Op de achtergrond ligt een fantastisch panorama dat op de foto’s helaas niet te zien is. Ik fotografeer er op los en dan vraagt mijn vrouw ‘zit er iets bij voor het geboortekaartje?’ Terwijl de kinderen de kapel op de heuvel onveilig maken, bladeren we doorheen de opnames en besluiten sneller dan we willen dat de ‘shoot’ geslaagd is. Onze Simon, de oudste, trekt het ene smoel na het andere. Lowie, net acht, laat zijn aandacht snel een andere richting uitgaan en Achiel van vijf ontsnapt aan het plaatje op het moment dat alle anderen recht in de lens kijken. En Marie? Tja, daar valt niets mee aan te vangen. Zij combineert de mankementen van haar broers feilloos. Dit indachtig rijden naar Geraardsbergen. Na een reeks speelpleinen en bergen (Rode, Zwarte, Kemmel), musea (Technopolis en het muziekinstrumentenmuseum dat trouwens een Callewaert etaleert, wat en ontdekking!) en torens (de eigen kerk-, de IJzer- en Eiffeltoren) weet een mens niet meer waar te gaan. Dus kiezen we een ander tafereel… De Muur. Ikzelf ondernam ooit een poging om De Muur op te rijden, toen ik als twintiger en als leider met achttienjarige scouts op fietskamp vertrok. Uiteindelijk moest ik passen omdat mijn ketting het begaf. Een geluk, dacht ik toen bij mezelf. Nu, met de auto gaat een stuk sneller en de kinderen genieten met toenemend enthousiasme van het uitzicht. We parkeren de auto niet ver van de markt en wandelen de rest van de helling op. Mijn vrouw en het kind in haar hoogzwangere buik kunnen
  • 18. er niet om lachen. De twee oudste kids die Marie in haar buggy duwen, evenmin. Achiel heeft het naar zijn zin. Hij zit op mijn schouders en prutst aan mijn fototoestel. Uiteraard, tot de ergernis van mezelf, de papa. Wat zijn familie-uitstappen gezellig denkt iedereen bij zichzelf. Terwijl we de laatste meters omhoog puffen rijdt ons een jongen van ongeveer twaalf op een koersfiets moeiteloos voorbij. We kijken elkaar aan. Iedereen zwijgt en bijt op zijn tanden. Eenmaal boven is het uitzicht prachtig! Adembenemend zelfs. Op de heuvelrug schuiven toeristen aan, in de kapel zoeken ze een plaats voor een gebed, in het café op de helling keuvelen ze op het terras. Wij blijven nog even boven voor een panoramafoto en wat andere kiekjes. Naast het kapelletje staat een zuil, een zuil waarvan ik intuïtief denk, dit lijkt op wat we kennen van de foto, dé foto. Maar ik heb geen visueel geheugen, dat weet ik. Ik fotografeer de kinderen en ze doen het goed. Met een digitaal toestel kost een foto nauwelijks iets en ik fotografeer er op los. De tocht naar beneden is opnieuw avontuurlijk voor iedereen. Beneden eten we Mattentaart. Als we ’s avonds laat thuiskomen wordt het snel stil. Iedereen is moe en in alle stilte verbind ik mijn toestel met de pc. Terwijl de foto’s op mijn harde schijf terechtkomen, haal ik de foto van vroeger van de haak. Opa’s vergrootglas wordt op tafel gelegd. Sinds Michelangelo Antonionis Blow Up weten we dat je foto’s kan uitvergroten. De pc doet zijn werk en het inzoomen maakt een nieuwe wereld zichtbaar. De details op beide foto’s zijn ongelofelijk: de zuil is in vijftig jaar nauwelijks veranderd. De diepe krassen in de zuil ziet, merkt dat die rustig even oud zijn als onze ouders. Het is ondertussen muisstil in huis, en ik kan het niet nalaten om mijn vrouw wakker te maken. Ik heb het gevonden’ hoor ik me opgewonden zeggen, terwijl ik de trap op storm… De euforie van het luttele eureka- moment maakt plaats voor een praktische nuchterheid... Korte tijd later bevalt mijn vrouw van ons vijfde kindje: Cyriel Wydooghe.
  • 19. Bronnen Mijn oma maakte de geboorte van mijn eerste twee kinderen mee. In die tijd was haar communicatie vrij onverstaanbaar en mijn belangstelling voor haar vroedvrouwschap te gering waardoor er geen dialoog over het thema was. De verhandeling is gebaseerd op interviews met mensen die mijn oma kenden. De bijzonderste is mijn moeder, Ingrid Vanneste. Ze spitte in haar geheugen en in haar boekenkast en dolf een veelvoud aan herinneringen en documenten op. Verder moet ik mijn broer Maarten en Christien Bekaert bedanken. Maarten ontwikkelde de godvergeten foto en Christien is de vroedvrouw die ons hielp na de bevalling van Achiel, Marie en Cyriel. Zij deed me goesting krijgen in deze opdracht. Met deze verhandeling is lang niet alles gezegd. Geen enkel onderzoek zegt alles en elk onderzoek is op zijn beurt uitgangspunt voor ander en nieuwer onderzoek. Wie systematisch wil starten raad ik de provinciale Memorial Administratif aan. Dit document neemt jaarlijks een lijst van de vroedvrouwen op en is bewaard in het gemeentearchief vanaf de Hollandse periode. Het biedt een mooi overzicht van de werkzame vroedvrouwen in Lichtervelde. 21 Tot ergernis van mijn kroost had ik een hoop naslagwerken, boeken en teksten om me heen liggen en moest hun speelgoed andere oorden opzoeken. De belangrijkste en de meest inspirerende schrijfsels zijn van twee erudiete vrouwen. Carine Steverlynkc schrijft in 2000 over Vrijen, trouwen en moeder worden in de twintigste eeuw, in Als de ooievaar komt… (Lannoo, Tielt). Diane De Keyzer beschrijft in 2004 De schaamte en de schrik, goesting en genot. Vier generaties vrouwen vertellen (Van Halewyck, Leuven). 22 Voor de rest is mijn boekenlijst mannelijk en evident voor de hand liggend. BROECKAERT W. Rond en om het kraambed. De Regenboog, Borgerhout, sd. DE DONDER V. Zou men armoe lijden? Een eeuw kroostrijke gezinnen in Vlaanderen, Standaard, Antwerpen, 1990. DE KROES-SUVEREIN S. De vroedvrouw… Toen en nu. Bevoegd en bekwaam. CCS, Bilthoven, 1998. DEKKERS M. De larf. Over kinderen en metamorfose. Contact, Antwerpen, 2002. DRENTH P. 100 jaar vroedvrouwen verenigd. 1898-1998, Nederlandse Organisatie van Verloskundigen, Bilthoven, 1998. 21 Met dank aan Luc Haeghebaert voor de tip, waar ik zelf niets mee heb aangevangen. 22 Momenteel werkt ze aan een boek over ‘engelenmaaksters’, vrouwen die helpen bij het aborteren van kinderen en dus vaak vroedvrouw waren. Ik had even contact met haar en viste uit dat mijn vroedvrouwen haar (helaas) niet kunnen helpen. Niettemin zie ik uit naar haar werkstuk. Ook dit thema kan een onderzoekspiste zijn voor toekomstige lokale vorsers.
  • 20. DUPUIS H. (Ea.). Een kind onder het hart. Verloskunde, volksgeloof, gezin, seksualiteit en moraal vroeger en nu, Meulenhof Informatief, Amsterdam, 1987. FISCHER A. La femme, médecin du Foyer. Ouvragen d’hygiène et de médecine familiale consacré particulièrement les maladies des femmes et des enfants, les accouchements et les soins à donner aux enfants, Parijs, Brussel, sd. GELIS J. De boom en de vrucht. Zwangerschap en bevalling voor de medicalisering, Sun, Nijmegen, 1987. HOUTZAGER H.L. Van vroetwijfs tot verloskundigen. Een historisch overzicht over de opleiding tot verloskundige in ons land vanaf de vroegste tijd tot aan de overgang van de 18de naar de 19de eeuw. In: DE KROES-SUVEREIN S. De vroedvrouw… Toen en nu. Bevoegd en bekwaam. CCS, Bilthoven, 1998. LAMENS VAN MALENSTEIN M.M. De sociale positie van de vroedvrouw omstreeks 1900. In: DE KROES-SUVEREIN S. De vroedvrouw… Toen en nu. Bevoegd en bekwaam, CCS, Bilthoven, 1998. MAK G. In Europa. Reizen door de twintigste eeuw, Atlas, Antwerpen, 2004. SHORTER E. De geschiedenis van het vrouwelijk lichaam. Ambo, Baarn, 1982. SHORTER E. De wording van het moderne gezin. Ambo, Baarn, 1975. STEVERLYNCK C. En toen kwamen de artsen… ook bij de moeder. Over de medicalisering van bewust ouderschap, zwangerschap, bevalling en kraamzorg. Pedagogisch tijdschrift, forum voor opvoedkunde 1990, nr. 2. STORMS C. Vrouwen in de Kortrijkse Gemeenteraad. Gisteren, vandaag en... morgen, Gelijkekansencel, Stad Kortrijk of http://users.myonline.be/~tdn41006 , 2000. THIERY M. & DEFOORT P. De verloskunde. In: DE MAEYER J., DHAENE L., HERTECANT G. & VELLE K. (Eds.). Er is leven voor de dood. Tweehonderd jaar gezondheidszorg in Vlaanderen, Pelckmans, Kapellen, 1998, p. 186-196. THIERY M. & DEFOORT P. De vroedvrouwen. In: DE MAEYER J., DHAENE L., HERTECANT G. & VELLE K. (Eds.). Er is leven voor de dood. Tweehonderd jaar gezondheidszorg in Vlaanderen, Pelckmans, Kapellen, 1998, p. 214-223. VAN EYCK P. Clara. Heibrand, Turnhout, 1995. VANDENBROEKE C. Sociale geschiedenis van het Vlaamse volk. Orion, Beveren, 1981. VANDENBROEKE C. Vrijen en trouwen van de Middeleeuwen tot heden. Seks, liefde en huwelijk in historisch perspectief, Elsevier, Brussel, 1986. VANDENBROEKE C. Zuigelingensterfte, bevallingsstoornissen en kraambedsterfte. Seminaries voor geschiedenis van de Rijksuniversiteit, Gent, 1978.
  • 21. VELLE K., VIAENE P. & DE HERDT R. Lichaam en hygiene. Naar de wortels van de huidige gezondheidskultuur, Miat & Kritak, Gent & Leuven, 1984. VELLE K. De nieuwe biechtvaders. De sociale geschiedenis van de arts in België. Kritak, Leuven, 1991. WESTHOFF H. Natuurlijke geboorteregelingen in de twintigste eeuw: de ontwikkeling van de periodieke onthouding door de Nederlandse arts J.N.J. Smulders in de jaren dertig. Ambo, Baarn, 1986. WYDOOGHE B. Nieuwe tijden, nieuwe noden, nieuwe oplossingen. Een halve eeuw opleiding tot welzijnswerker aan de katholieke sociale hogeschool Ipsoc in Kortrijk, Lannoo, Tielt, 2000. WYDOOGHE B. ‘Wat een verschil…!’ In: Kroniek van Lichtervelde in de twintigste eeuw. Heemkundige kring Karel Van de Poele, Lichtervelde, 2000.