5. Goede sprekers / slechte sprekers
• Wie laat jou adembenemend luisteren
• Wie laat jou geboeid kijken
• Wie geeft jou kippenvel
Waardoor komt dat?
6. Let op
• Toonhoogte
• Klankkleur
• Snelheid
• Articulatie
• Variatie
• Woordkeuze
• Congruentie
• ………………..
7. Het Goede Doelen spel
• Leg allemaal 5 euro in
• Overtuig je groepsgenoten in 1 minuut
waarom het geld naar jouw doel moet
• Kies als groep wie wint
8. Verklaar
• Waarom was iemand overtuigend
– Stem, (hoog, laag, hard, zacht, etc..)
– Lijf, wat deden de armen, wat deden de
benen, wat deden de ogen, wat deden de
voeten, wat deed de buik, wat deden de
schouders