1. PU Kids in the house!!! Hoofdstuk 1.7

2. Diep in gedachten verzonken zit Pauline op een bankje te wachten. Is dit nu wat ik echt wil?, gonst het steeds maar door haar hoofd.

3. Nu ja, het valt tenminste te proberen. Als het nu mislukt, ben ik tenminste zeker van mijn stuk.

4. “Ha, je bent er al!” Paulines gedachten worden onderbroken door de jongen die zich naast haar op de bank laat vallen.

5. Hij slaat meteen een arm om haar heen. Pauline wil wegtrekken, maar laat uiteindelijk Alex’ beweging toe.

6. Samen hebben ze het heel gezellig, maar wat Pauline irriteert is dat Alex haar geen seconde loslaat. Ze vraagt zich af of dit nu hetgene is wat Manon altijd zo leuk vindt aan dates.

7. En wanneer Alex haar dan ook nog eens innig wil vastnemen, heeft ze het helemaal gehad!

8. “Ik heb er genoeg van, Alex! Hou je handen nu eens gewoon thuis, wil je?!”

9. En ze rent naar de eerstvolgende taxi die voor het park stopt en stapt in, een stomverbaasde Alex achterlatend.

10. Eenmaal thuis loopt ze zo snel mogelijk naar haar kamer, terwijl de tranen over haar wangen stromen. Nu mag echt niemand haar storen. Niet in deze toestand.

11. Ik heb het geprobeerd, schrijft ze in haar dagboek, Ik heb mijn uiterste best gedaan. Maar het lukte niet, het wou gewoon niet lukken.

12. Ik mag niet langer meer twijfelen, ik moet mijn vermoedens eindelijk maar eens gelijk geven…

13. Verder kan ze niet meer schrijven, want ze hoort buiten opeens haar moeder verrast gillen.

14. “Ik… ik ben zwanger…”, stamelt Deborah, alsof ze het zelf niet kan geloven, “Hoe kan dat, we hebben nog zo goed opgelet…”

15. “En drie maanden geleden dan?”, gaat Lucas erop in, terwijl hij liefdevol over haar buik wrijft, “Herinner jij je dan die geweldige nacht niet meer, hoe ik je probeerde te troosten nadat Milan naar de universiteit vertrokken was?”

16. Hij kust haar glimlachend: “Al was het niet de bedoeling dat je meteen voor ‘vervanging’ zou zorgen!”

17. Nadat Deborah haar nieuwe kleren heeft aangetrokken (eindelijk hebben ze daar geld genoeg voor), gaat ze bij Lucas aan het schaakbord zitten.

18. Ook de oudste tweeling is druk aan het skillen. Binnenkort vertrekken ook zij naar de universiteit, en ze willen allebei zo veel mogelijk beurzen binnenhalen.

19. “Heb jij er ook zo’n zin in om morgen de studentenhuizen te gaan bekijken?”, vraagt Manon aan haar tweelingzus, “Ik hoop maar dat er enkele leuke jongens rondlopen!”

20. Pauline lacht, slaat haar boek dicht, en staat op: “Ik ga slapen. Ik heb ongelooflijk veel zin in morgen, maar dan wil ik wel goed uitgerust zijn. Welterusten!”

21. Met een dromerig gevoel stapt Pauline in bed: “Misschien… heel misschien, met een beetje geluk, vindt ik morgen wel wie ik zoek…”

22. De volgende middag staan de twee zussen voor één van de studentenhuizen. “Ik snap nog steeds niet waarom je nu net naar dit studentenhuis wou.”, zegt Manon.

23. Maar Pauline loopt geestdriftig naar binnen. Even geen uitleg nu, haar zus zal het later wel begrijpen.

24. Zoekend loopt ze even later door de gangen, terwijl ze de foto’s op de kamerdeuren bekijkt.

25. Dan blijft ze opeens als versteend in het midden van de gang staan.

26. Om vervolgens als een gek op het meisje af te lopen, dat net haar kamer wil binnengaan.

27. Ze vliegt het meisje in de armen: “Rhea! Oh, Rhea, ik heb je zo gemist!”

28. “Ik weet het, het was fout van me! Zeg me alsjeblieft hoe dom ik geweest ben!”

29. “Je bent verschrikkelijk dom geweest, Lientje!”, zegt Rhea, terwijl ze Pauline weer op de grond zet.

30. “Maar echt, ik ben zo vreselijk blij dat ik je terug zie!”

31. “Euhm… mag ik ook weten wat er aan de hand is?” zonder dat beide meisjes het hebben gemerkt, is Manon achter hen komen staan.

32. “Kom even zitten!”, zegt Rhea, terwijl zij en Pauline zich samen in één van de zetels neerzetten, “Dan zullen we je alles vertellen.”

33. Pauline vleit zich wat dichter tegen Rhea aan. “Herinner jij je nog dat kookkamp dat ik vorig jaar gevolgd heb, Manon?”

34. “Wel, Rhea was één van de monitrices. Vanaf de eerste dag kwamen we goed overeen, ik had echt het gevoel dat we elkaar al jaren kenden.”

35. Manon knikt, benieuwd wat haar tweelingzus nog verder gaat vertellen.

36. “We hielden contact na het kamp, maar toen kregen we gevoelens voor elkaar.”, gaat Rhea verder, “Maar Pauline was nog zo jong, en ze twijfelde nog helemaal aan haar geaardheid. Daarom hebben we elkaar een tijdje losgelaten, zodat ze wat kon nadenken.”

37. “En zoals wel duidelijk is, heb ik intussen mijn beslissing helemaal genomen!”, lacht Pauline, terwijl ze Rhea innig knuffelt.

38. “Maar nu moeten we echt wel naar huis.”, zegt Pauline, terwijl ze Rhea nog een laatste keer kust, “En intussen ken jij ook het hele verhaal, Manon.”

39. “Nu begrijp ik alles…”, fluistert Manon, terwijl ze samen naar buiten lopen, “En weet dat ik je keuze heel erg respecteer.”

40. De volgende avond durft Pauline ook alles aan de rest van het gezin te vertellen. En natuurlijk maken haar ouders er helemaal geen probleem van.

41. “Ik ben allang blij dat we nu weten wat je zolang heeft dwarsgezeten, Lientje.”, zegt Lucas, en Deborah knikt instemmend.

42. “Dus maak je niet ongerust. Als jij op deze manier gelukkig bent, is het voor iedereen beter!” En het leven zal bij de familie Filos nog veel beter worden…

43. … want de volgende ochtend beginnen bij Deborah de weeën. Heel even is ze in paniek.

44. “Lucas, help… het is nog te vroeg…”, kreunt ze tussen twee weeën door.

45. Angstig kijkt de rest van de familie toe, maar er was helemaal niets om zich zorgen over te maken.

46. Opgelucht houdt Deborah haar zevende kindje in haar armen. “Je had wel even langer mogen wachten hoor, Merlijntje! Want je hebt ons wel allemaal flink doen schrikken!”

47. “Laat me je eens even bekijken… Hé, voorlopig ben je een volledige kopie van je vader en Milan: bruin haar en bruine ogen.”

48. Ze legt de baby wat beter op haar arm: “Ja, je bent echt een prachtig klein meisje, mijn lieve Merlijn.”

49. “Ga maar lekker slapen, Merlijntje!”, fluistert Deborah, terwijl ze het meisje in haar nieuwe wiegje legt.

50. Ze is blij dat ze tenminste haar jongste dochtertje een behoorlijke babykamer kan geven, bij de vorige kinderen was daar geen geld voor.

51. Er is zelfs geld genoeg voor een babybox, waarin Merlijn haar moeder gezelschap kan houden terwijl Lucas en de kinderen naar werk en school zijn.

52. De volgende avond komen Piet en Fleur op bezoek om de nieuwe aanwinst van de familie te bewonderen.

53. “Ze is zo schattig…”, zucht Fleur, terwijl ze Merlijntje knuffelt, “Zo wil ik er zelf ook wel eentje…”

54. “Ik ook.”, hoort ze Piet zeggen. En wanneer ze zich omdraait, ziet ze haar vriend op zijn knie zitten.

55. “Ik zou dolgraag een gezinnetje met je stichten, Fleur!”, gaat Piet verder, “En daarom wou ik je vragen: binnenkort, als onze studies gedaan zijn…”

56. “Wil jij dan mijn vrouw worden?”

57. Verwonderd schuift Fleur de ring om haar vinger, en bekijkt de fonkelende steen.

58. “Eén woord,” zegt ze, terwijl ze Piet om de hals vliegt, “JAAAAA!!!”

59. Tot de volgende keer!!!