2. Amaryllis
“Dus je bent niet meer kwaad om
mijn uitval van gisteren?”, vraag ik
nog eens voor alle zekerheid.
3. “Tuurlijk niet, meid!”, lacht Fay,
leunend op mijn tekentafel, “Ik was
trouwens toch niet van plan om weg
te gaan.”
Ze lacht even: “Hé, ik zie het écht wel
wanneer mensen met rust willen
gelaten worden, hoor! En jij… tja, jij
gaf zowat de meest duidelijk signalen
die er bestaan!”
4. “Je praat dus niet graag over je
verleden? Jammer, ik praat namelijk
wél graag over het verleden. Daarom
ga ik ook Geschiedenis studeren!”,
verandert ze vlot van onderwerp,
“Wat studeer jij?”
5. “Kunst,” antwoord ik, opgelucht dat
ze niet meer doorvraagt, “Ik ben zelf
ook gek op schrijven, tekenen,
muziek, fotografie, … zowat alles wat
enigszins kunst zou kunnen zijn!”
6. “Dat had ik nu écht niet gedacht!”,
grinnikt Fay met een overdreven
uithaal, en ze laat haar blik over mijn
tekentafel en foto’s glijden, “Nee,
geef mij dan toch maar Geschiedenis.
Archeoloog wil ik worden… in de
zandbak spelen voor gevorderden,
zeg maar.”
7. Energiek wipt ze van de tekentafel
en ploft naast mij op bed: “Binnen
een uurtje mijn eerste les.
Literatuurgeschiedenis… geen idee
wat het inhoudt, maar eerlijk gezegd
zou ik liever iets meer praktijk
hebben.”
Ze giechelt even: “Waarom laten ze
ons niet meteen een dinosaurus
opgraven, of zo?”
9. “Oké!”, springt Fay van mijn bed,
“Dan mag jij me er onderweg van
proberen te overtuigen dat het leuk
gaat worden! Zijn we weg?”
10. Kathlijn
“Mama spele?”, vraagt Femke, en ze
kijkt me met haar schattigste snoetje
aan.
“Nee, liefje,” antwoord ik, “Mama
moet gaan werken. En jij moet
trouwens nu een middagdutje gaan
doen!”
11. “Geef haar maar hier!”, komt Dylan
tussen, en hij neemt Femke meteen
van me over, “Nu mama vaker moet
werken, is het misschien beter als ik
je in je bedje leg. Vind je dat ook
goed?”
12. Femke knikt lachend, maar ik kijk
een beetje raar op van de ondertoon
in zijn stem. Verweet hij me nu net
dat ik minder tijd zal hebben voor ons
gezinnetje? Ik zal amper drie uur weg
zijn vandaag!
Verstrooid neem ik Twan in mijn
armen: “Jij ook flink slapen hé, grote
man! Zodat papa niet de hele tijd
naar je kamertje moet heen en weer
lopen!”
13. Ik wil nog een vluchtige zoen op
Dylans mond drukken, maar hij
wendt zich af: “Ik ga deze kleine meid
maar eens naar boven brengen!”
“Dan vertrek ik alvast naar mijn
werk!”, antwoord ik.
14. Nee, ik heb echt geen idee wat Dylan
opeens bezielt. Oké, ik zal een paar
uur minder thuis zijn dan vorig jaar,
maar ik zal echt nog wel genoeg tijd
overhouden voor hem en de
kinderen…
15. Ik verdring het onzekere gevoel, en
stap met een glimlach in mijn auto.
Op naar de campus, mijn studenten
wachten op me!