2. Amaryllis Dit is het dan… het huis waar ik de komende vier jaar van mijn leven zal doorbrengen. Tenminste, dat hoop ik. In ieder geval zal ik hier even afgesloten zijn van mijn familie. Met een beetje geluk zal ik zelfs mijn zus hier niet eens tegenkomen…
3. “Ziet er hier niet verkeerd uit!”, doorbreekt het meisje met de kleurrijke kleren mijn gedachten. Ze heet Fay, meen ik me te herinneren. En ze lijkt me best sympathiek.
4. “Net als jij, trouwens!”, slijmt de roodharige jongen, en hij doet een poging diep in mijn ogen te kijken. Hij lijkt me wat opdringerig, ook al ken ik niet eens zijn naam.
5. “Schei toch uit, Justin!”, roept Fay, en ze begint hem te kietelen, “Het eerste meisje dat op jouw avances ingaat, moet volgens mij nog geboren worden!” Vervolgens wendt ze zich tot mij: “Trek je maar niks van Justin aan, hoor. Hij probeert al meisjes te versieren van toen we nog in de kleuterklas zaten!”
6. Ik moet lachen, maar niet om wat Fay zegt. Ze hoeft zich geen zorgen te maken, Justin zal me zeker niet in zijn bed krijgen. Nooit…
7. “Hé, zullen we maar eens binnen gaan kijken?”, onderbreekt Fay voor de tweede keer mijn gedachten, en ze maakt aanstalten om het huis in te lopen. Grijnzend houdt Justin de deur voor ons open: “Ladiesfirst!”
8. Ik ga meteen mijn kamer bekijken, die al helemaal is ingericht met mijn persoonlijke spulletjes. Ik laat me op de bureaustoel vallen, en kijk de kamer rond. Mijn blik blijft hangen op de foto die naast me staat. Een jaar geleden genomen, ikzelf zittend in het gras met naast me een lachend peutermeisje.
9. “Je zusje?” Zonder dat ik het doorhad, is Fay mijn kamer binnengekomen, en ze bekijkt nieuwsgierig de foto.
10. En hoewel ik niet van plan was geweest op vragen als deze te antwoorden, hoor ik mezelf zeggen: “Ja… ik heb Ayesha al bijna een jaar niet meer gezien. Ik ben niet eens op haar verjaardag geweest…”
11. Fay kijkt me onderzoekend aan, ik kan de ‘Waarom?’ in haar ogen zo lezen, maar ze lijkt hem niet te durven uitspreken. Wat ik maar goed vind ook.
12. Opeens heb ik er genoeg van. Waarom zou ik mijn problemen gaan vertellen aan een meisje dat ik amper een halfuur ken?! “Je kan misschien maar beter weggaan!”, zeg ik, scherper dan ik eigenlijk bedoelde, “Je hebt zeker nog heel veel dingen te doen!”
13. Pas wanneer ik haar gekwetste gezicht zie, begrijp ik hoe hard ik overkom. “Oké dan…”, hoor ik haar nog mompelen. Ze lijkt even te aarzelen, maar loopt dan kordaat de kamer uit.
14. Ik kreun en sla met mijn hand tegen mijn hoofd. Geweldig gedaan, Amaryllis! Je bent hier nog maar net en je jaagt al meteen iedereen tegen je in het harnas!
15. Ik laat me op mijn bed vallen en staar naar het plafond. Ik wou dat alles weer kon zijn zoals vroeger. Dat ik weer gewoon ik kon zijn…
16. Kathlijn “Ik ben thuis!”, roep ik, zodra ik de deur achter me dicht trek. Meteen komt mijn tweejarige dochtertje Femke op me af gedribbeld: “Mama, mama!”
17. “Dag, mijn grote meid!” Ik til haar in de lucht en laat haar een paar keer boven mijn hoofd vliegen. “Heb je flink gespeeld met papa?”
18. “Ikke moe…”, is het enige wat Femke antwoordt, en ze vleit haar hoofdje tegen mijn schouder.
19. “Ben jij moe, mijn meisje?”, vraag ik terwijl ik haar de trap op draag, “Dan zullen we maar eens snel gaan slapen, hé?”
20. “Da-da, mama…”, brabbelt Femke, en ze blaast me nog een kusje toe. Glimlachend verlaat ik haar kamertje.
21. Wanneer ik langs de babykamer loop, hoor ik zachtjes gebrabbel. Ik kan het niet laten toch even binnen te gaan, en til Twan uit zijn bedje: “Hé mannetje, ben je wakker?”
22. Vertederd kijk ik in de blauwe oogjes van mijn zoontje. Ik weet dat het verkeerd is om nog een kindje te nemen als poging om je relatie te redden, maar in het geval van mij en Dylan heeft het zijn effect niet gemist.
23. Twan lacht vrolijk naar mij, en ik druk hem tegen me aan: “Ga maar weer lekker slapen, mijn kleine Cupido!”
24. Nadat ik Twan liefdevol heb ingestopt, kleed ik me uit en kruip naast Dylan in bed.
25. Ik druk me dicht tegen hem aan. Een lieve man, twee schatten van kinderen en een toffe, goed betaalde job als professor in de Literatuurgeschiedenis… mooier kan het leven toch niet worden?
