2. Opdrachten 4de
jaar
• Werkplan of onderzoeksvoorstel of plan van
aanpak
– Opzet van je onderzoek op basis van de gegeven
onderzoeksvraag (met vier subvragen)
• Verslag of artikel
– Verslag van je onderzoek op basis van de
gegeven onderzoeksvraag (met vier subvragen)
• Voorstel voor vervolgonderzoek
(onderzoeksvraag + voorgestelde
werkwijze)
• Presentatie op je stageplek
– Over onderzoek of stagegerelateerd onderwerp
3. Algemene onderzoeksvragen
a) Hoe ziet een algemeen geformuleerd
behandelplan voor cliënten met …. er uit?
b) Wat zijn de overwegingen om het
behandelplan voor drie cliënten met…. aan te
passen (te individualiseren) in de praktijk en
hoe ziet dat proces er uit?
c) Welke veranderingen treden in de praktijk op
bij deze drie cliënten met … tijdens het traject
(gezien vanuit het oogpunt van de therapeut,
de cliënt en derden)?
d) Zijn de veranderingen toe te schrijven aan het
kunstzinnig therapeutische proces (en niet aan
andere factoren, zoals spontaan herstel, ander
medicijngebruik enz.)?
5. Werkplan of onderzoeksvoorstel
• Inleiding en probleemstelling
• Vraagstelling en deelvragen
• Werkwijze
• Literatuurlijst (indien relevant)
6. Werkwijze per deelvraag
a) Hoe ziet een algemeen geformuleerd
behandelplan voor chronisch zieke kinderen met
sociaal-emotionele problemen er uit?
– …
– …
a) Wat zijn de overwegingen om het
behandelplan voor drie chronisch zieke
kinderen met sociaal-emotionele
problemen aan te passen (te individualiseren)
in de praktijk en hoe ziet dat proces er uit?
– …
– ….
– ….
– …
7. Werkwijze per deelvraag (2)
c) Welke veranderingen treden in de praktijk op
bij deze drie chronisch zieke kinderen met
sociaal-emotionele problemen tijdens het
traject (gezien vanuit het oogpunt van de
therapeut, de cliënt en derden)?
– …
– ….
– ….
– …
c) Zijn de veranderingen toe te schrijven aan het
kunstzinnig therapeutische proces (en niet aan
andere factoren, zoals spontaan herstel, ander
medicijngebruik enz.)?
– …
– ….
8. Werkwijze
• Literatuuronderzoek
– Eerste alinea: hoe deelvraag a te beantwoorden
– Tweede alinea: hoe deelvraag b te beantwoorden
– Etc.
• Zoekwoorden, databanken, selectiecriteria,
manier van verwerken van gegevens
• Interviews
– Eerste alinea: hoe deelvraag a te beantwoorden
– Tweede alinea: hoe deelvraag b te beantwoorden
– Etc.
• Criteria respondent, interviewvragen
9. Werkwijze (2)
• Praktijkonderzoek
– Eerste alinea: hoe deelvraag a te beantwoorden
– Tweede alinea: hoe deelvraag b te beantwoorden
– Etc.
• Selectie cliënten, diagnostisch proces,
vaststelling hulpvraag, besluitvorming rond
begeleidingsproces, verslaglegging sessie
(inclusief opdrachten, interventies en
observatie-items), evaluatie (verschillende
personen), informatie die andere
verklaringen mogelijk maken
10. Werkplan (m.n. praktijkonderzoek)
• Cliënten:
– Chronisch ziek, leeftijd, sociaal-emotionele problemen
– Anamnese: hulpvraag kind en/of ouders
• Diagnostisch proces: HBM tekening en NIN
schildering
– Fenomenologisch, MHM
– Formulering hulpvraag kunstzinnig therapeuten
• Behandelplan (b): Grot in Landschapsreeks
– Verslag sessies (opdracht, doel, interventies, observaties
etc.)
– Aanvullend interview
• Evaluatie (c):
– Fenomenologisch (therapeuten)
– Gedragsmatig (therapeuten)
– Kwalitatieve interviews met ouders en kinderen
– KINDL vragenlijst voor ouders en kinderen
• Andere factoren (d): schriftje
11. ‘Meting’van de klachten
• Kunzt.atelier veronderstelde dat de
hulpvragen van haar clienten over
verbetering van de ervaren kwaliteit van
leven zouden gaan
– KINDL test gebruikt om een maat voor de
kwaliteit van leven (de klacht) te hebben
• Kind- en ouderversies
• Gevalideerde vragenlijst
• Drie maal ingevuld (voor, halverwege en na het traject)
door zowel kind als ouder
• Probeer iets bruikbaars (meetbaars) te
vinden om kwalitatieve gegevens te
objectiveren!
12. Verslag of artikel
• Inleiding en probleemstelling
• Vraagstelling en deelvragen
• Werkwijze
• Resultaten
• Discussie
• Conclusie
• Literatuurlijst (indien relevant)
13. Selectie cliënten/anamnese
• Gegevens Nesrine, 2007 (evt. in bijlage)
– Meisje van 14 jaar (br. 9, br. 3)
– Tweede generatie allochtoon
– Vader overleden toen N. 4 jaar oud was, moeder
hertrouwt met neef
– Kruipt met 6 maanden, staat met 8 en loopt met
9 maanden
– Praat met 8 maanden
– Slaapt als baby weinig, nu slaapproblemen
– 2005: jeugdreuma (familiair)
• Effect op gezinsleven
• Effect op schoolleven
– Volgt verschillende therapieën
14. Verloop therapeutische traject
• Nesrine volgt een traject van 11 keer
• De 4de keer schildert ze thuis o.l.v. Cisca Philipse
• Tussen de 4de en de 5de keer valt een week
(mei)vakantie
• Na de meivakantie gaat Nesrine niet meer naar
school
• De 5de keer moet Nesrine verzuimen
• De 5de opdracht maakt ze direct voor de 6de keer
• De laatste keer schildert ze thuis zonder begeleiding
Ses 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
+/- + + + ! x ++ + + + + !
15. Hulpvraag Nesrine
• Ouders:
– N. kan meer ontspannen (plezier hebben, minder
alert zijn, minder nadenken) en meer zichzelf
zijn (open en kwetsbaar);
– N. leert te communiceren met andere kinderen
(en komt in contact met andere kinderen met
een chronische ziekte)
16. HBM tekening Nesrine (12 kl. potlood)
• Wat zie ik?
• Wat voel ik?
• Wat spreekt zich uit?
• Hoe ‘meet’ je de kwaliteit?
17. HBM tekening: wat zie ik? (stap 1)
• Neem de HBM tekening goed waar
(beschrijf heb, teken hem na uit je
geheugen)
• EVENTUEEL: Kwaliteit proberen vast te
leggen met een beeldelementenlijst
– Lijst Christie Amons
– Reductionistische onderzoeksmethode
• Houd rekening met (beperkte) validiteit (je meet
niet alles wat je meten wilt!!)
– Handig om betrouwbaarheid
waarnemingsmethode te meten
• Wordt bij herhaling hetzelfde ingevuld?
– Handig om objectiviteit waarnemers te meten
• Bepaling intersubjectiviteit als meerdere
waarnemers zelfde instrument hanteren
18. HBM tekening: wat voel ik? (stap 2)
• Kwaliteit proberen vast te leggen met
gebruik making van de fenomenologie van
Goethe
– Holistische onderzoeksmethode
– Probeer de wetenschappelijke aspecten ook bij
het holistische gedeelte aandacht te geven
– Houd rekening met (beperkte) validiteit (je ziet
misschien niet alles wat je zien wilt!!)
– Goed om betrouwbaarheid waarnemingsmethode
vast te stellen
• Wordt bij herhaling hetzelfde gevoeld?
– Goed om objectiviteit waarnemers te bepalen
• Bepaling intersubjectiviteit als meerdere
waarnemers zelfde methode hanteren
20. NIN schilderij: wat zie ik? (stap 1)
• Neem de HBM tekening goed waar
(beschrijf heb, teken hem na uit je
geheugen)
• EVENTUEEL: Kwaliteit proberen vast te
leggen met een beeldelementenlijst
– Lijst Machteld Huber e.a.
21. Hulpvraag Nesrine
• Ouders:
– N. kan meer ontspannen (plezier hebben, minder
alert zijn, minder nadenken) en meer zichzelf
zijn (open en kwetsbaar);
– N. leert te communiceren met andere kinderen
(en komt in contact met andere kinderen met
een chronische ziekte)
• KUNZ.t atelier:
– N. kan meer nuances aanbrengen in
kleurovergangen, kleurintensiteit
– N. werkt minder uitgekristalliseerd en statisch
– N. kruipt uit haar ‘schulp’ en onderneemt iets
23. Overzicht gepleegde interventies
• Probeer pigment en water goed – en in de juiste
verhouding – te mengen (sessie 3, 4, 5, 7, 8, 10)
• Probeer kleuren in lagen op te brengen, en probeer
daarbij het gebruik van contourlijnen te voorkomen
(5, 7, 9)
• Probeer meer kleurovergangen te maken (10)
• Probeer warmere kleuren te gebruiken
• Kijk wat er op het papier gebeurd en probeer daar
op reageren (7, 10)
• Probeer een beweging van de kwast te volgen
(vanuit de impuls) en niet (vanuit het hoofd) te
sturen (3, 7)
• Probeer minder verkrampte (lossere) bewegingen te
maken (3)
25. Kunstz. veranderingen vs doelen
• Kleurgebruik is helderder en lichter (sessie 9, 10,
11)
• Meer nuance in kleur (7, 8, 9, 10, 11)
• Contourlijnen minder prominent aanwezig (3, 4, 7,
8, 9, 10, 11)
• Vormen zijn organischer (minder statisch 8 t/m 11)
• De zon is gaan stralen
• Het werk ‘nodigt meer uit’ (9, 10, 11)
• Er zit meer diepte in de werkstukken (9, 10, 11)
• Doelen KUNZ.t atelier:
– N. kan meer nuances aanbrengen in kleurovergangen,
kleurintensiteit
– N. werkt minder uitgekristalliseerd en statisch
– N. kruipt uit haar ‘schulp’ en onderneemt iets
26. Geobserveerde gedragsveranderingen
• Waarnemingen ouders (na 5 en 9 sessies)
geuit tijdens evaluatiegesprekken
– toegenomen moeheid en slapheid (mogelijk
samenhangend met een minder goed aanslaan van
medicijnen);
– toegenomen pijnklachten (mogelijk ook
samenhangend met het minder goed aanslaan van
medicijnen);
– toegenomen ontspanning (mogelijk samenhangend
met het feit dat Nesrine tijdelijk niet meer naar school
gaat);
– toegenomen sociale interacties met leeftijdgenoten (ze
heeft een paar vrienden en vindt aansluiting op
interesse niveau);
– toegenomen vertrouwen in anderen.
• Waarnemingen Kunzt.atelier stemmen
overeen met waarnemingen ouders
• Veranderingen in gedrag eerder zichtbaar
dan in het kunstzinnig werk
27. Gedragsveranderingen vs. doelen
• Waarnemingen ouders (na 5 en 9 sessies)
geuit tijdens evaluatiegesprekken
– toegenomen moeheid en slapheid
– toegenomen pijnklachten
– toegenomen ontspanning
– toegenomen sociale interacties met
leeftijdgenoten
– toegenomen vertrouwen in anderen.
• Doelen ouders
– N. kan meer ontspannen (plezier hebben, minder
alert zijn, minder nadenken) en meer zichzelf
zijn (open en kwetsbaar);
– N. leert te communiceren met andere kinderen
(en komt in contact met andere kinderen met
een chronische ziekte)
29. Discussiepunten onderzoek
• Therapeutische traject niet ideaal verlopen,
maar….
– Lang voor KT begon klachten, tijdens KT
verbetering
– Andere therapieën gestopt bij start KT
– Na meivakantie school niet meer bezocht
– Er is patroonovereenkomst tussen interventies
en verbeteringen in het (vrije)schilderwerk