Driftige dames. Over geweld van -, naar -, en met vrouwen in de partnerrelatie
1. Driftige dames
(en pittige partners)
Kenniscentrum voor Relatieproblematiek
‘De Keerkring’
GGZ Drenthe
Gewelddadige vrouwen; de schaduwzijde van Venus
Zeegse, 13-10-2011
Albert Neeleman & Wout van Bochove
2.
3. Kleine historie
• 1922 Gezinsverpleging Beileroord
• 1986 Beileroord start project
“Systeembenadering en opname
(voorkomende) strategieën”.
• Systeemgerichte open opname-afdeling:
“Laten we de partners van onze
patiënten bij de behandeling
betrekken”
• September 1991 start “de Keerkring”:
een intensief klinisch groepsprogramma
voor paren van 7 weken.
• 2003 start dagklinische programma’s,
waaronder 1 groep voor partnergeweld
4. Waartoe zijn wij op
aarde?
• Doel van Keerkring programma’s
is:
impasseproblematiek (in de
relatie of waar de relatie een rol
bij speelt)
- die niet of onvoldoende op te
lossen is geweest in eigen kring en
eerdere hulpverlening –
een zodanige context te geven dat
het de partners wél lukt de
5. Psychische klachten en/of Individuele behandeling heeft te weinig of te
psychiatrische stoornis kort effect op individuele klacht
Problemen en klachten staan tussen
Relatieproblemen
partners (te veel afstand of te veel conflict)
Teamattitude: Groepspsychotherapie
Onvoorwaardelijk
De Keerkring:
accepterend naar persoon
en confronterend naar Systemische behandeling
Non-verbale therapieën
gedrag. in parengroepen vanuit
intergenerationele model
Systematisch gebruik van Communicatie training
de behandelomgeving als
therapeutisch middel Samen met de echtparen
complexe relatiepuzzel Psychoeducatie en
Betrekken van ouders en oplossen cognitieve therapie
kinderen bij onderzoek en
behandeling Doorbreken van rigide Sociotherapie
interactiepatronen
Groepsleden bieden steun, E.M.D.R.
spiegeling, herkenning en
confrontatie Probleemoplossend
vermogen van partners en Seksuologie
Bewerken van de paar vergroten en klachten
narratieven van de partners leren hanteren en/of Medicamenteuze
oplossen behandeling
7. Impasse (volgens Scheinkman)
Teruggetrokken,
Verraden, onafhankelijk
verlaten gedrag
K OS
voelen
Achterdochtig,
controlerend
OS K
gedrag, boos
op de huid
zitten Hulpeloos,
overweldigd
voelen
K = Kwetsbaarheid
OS = Overlevingsstrategie
8. Het monster dat “geweld”
heet
• Bij relatie-impasse is de verhouding
interobjectief geworden in plaats van
intersubjectief: de ander wordt beleefd als
vijand/dader, in plaats van iemand die mee leeft,
in leeft, en betrokken is.
• Frequent kwamen we in de kliniek en in
poliklinische contacten tegen dat partnerrelaties
gekenmerkt werden door geweld.
• In 2003 start speciale daggroep voor paren met
huiselijk geweld
9. Partners gezamenlijk
behandelen bij partner
geweld ????
In Nederland doorgaans gescheiden aanpak
voor ‘dader’ en ‘slachtoffer’
In 2/3e van Amerikaanse staten is
gezamenlijke aanpak zelfs verboden, want:
- Praktisch: Gevaarlijk voor de vrouw.
Gesprekken kunnen leiden tot geweld en
vergelding.
- Filosofisch: Slachtoffer wordt mede
verantwoordelijk gemaakt voor het geweld,
terwijl de dader de volledig
verantwoordelijk gesteld moet worden.
10. Partnervariabelen Sociaal netwerk: SES:
Gebrekkige sociale
vaardigheden
Gebrekkige sociale
vaardigheden
Model - Gebrek aan steun
van buren,
- Werkeloosheid,
werkgerelateerde
Gebrek aan woede
controle
Angst voor agressie,
bedekte agressie, bv
huiselijk vrienden, familie,
collega’s
of financiële
stress
geweld
-algemeen aanklaaggedrag, zorg - Steun voor - Problemen
-in bepaalde situaties opwekkend gedrag, gebruik van geweld t.a.v. huisvesting
uitdagen - Isolatie van
slachtoffer
Acceptatie van geweld als Acceptatie van geweld als
strategie strategie??
Dominant, controle Submissief ? Gezinsomstandigheden:
behoeftig - Zwangerschap of net
bevallen zijn
Eigenwaarde
problematiek
Eigenwaarde
problematiek
HUISELIJK - Problemen met opvoeding
van de kinderen
Gebrekkig
inlevingsvermogen
Gericht op de gevoelens
van de ander
GEWELD - Stoornis of ziekte van
kinderen
Lichamelijk - Andere stressoren,
Schaamtegevoelig Schaamtegevoelig
Psychisch negatieve levens-
Externaliseren Internaliseren gebeurtenissen of
en/of Seksueel
verantwoordelijkheid verantwoordelijkheid omstandigheden
Relatie onzekerheid Relatie onzekerheid ‘Common Couple Violence’
Traditionele man - vrouw Traditionele man – vrouw of ‘Patriarchaal terrorisme’
Partnerrelatie:
opvattingen opvattingen -Ontevredenheid met relatie
Emotionele instabiliteit Emotionele instabiliteit - Conflicten
- Negatieve en escalerende
Angstige hechtingsstijl Vermijdende communicatie
(jaloezie) hechtingsstijl Eerder slachtofferschap:
- Slachtoffer van (huiselijk) - (Barsten in) collusief
Middelenmisbruik Middelenmisbruik ? geweld in gezin van herkomst, relatiepatroon
eerdere relaties of elders - Onveilige hechting
Psychopathologie Post traumatisch beeld? - Overspel en jaloezie
(psychosee, bipolair, Depressie? - Getuige van geweld tussen
ouders en/of broers en zusjes - Verlies van controle
persoonlijkheids- - Scheve
stoornis B cluster)
11. Toch gewelddadige paren samen
behandelen (maar onder
voorwaarden)
• Filosofisch: relatiebenaderingen staan
waarborgen voor veiligheid en
verantwoordelijkheid niet in de weg.
• Het ene partnergeweld is het andere niet.
• De ene dader is de andere niet.
• De ene relatie is de andere niet.
• Praktijk en onderzoek wijzen uit dat
gezamenlijke behandeling kan en soms
betere resultaten heeft.
12. Soorten geweld
Johnson (1995) onderscheidt twee vormen van
geweld:
• ‘Patriarchal terrorism’ of ‘intimate
terrorism’: een diepgaand patroon van
domineren van de partner en controle over
de relatie, met geweld en angst-inductie als
basis (maar niet persé als enige tactieken).
• ‘Common couple violence’ of ‘situational
violence’: geweld in een intieme relatie als
resultaat van een escalerend conflict.
13. Soorten daders
Wezenlijke verschillen tussen groepen daders. Holtzworth-
Munroe & Stuart (1994) onderscheiden mannelijke daders
in:
• daders die alleen in eigen familie/gezin geweld gebruiken.
Dit type daders gebruikt het minste geweld binnen de
huiselijke kring en kampt met minder psychopathologie
dan de andere twee;
• daders met dysforie of borderlineproblematiek. Zij
gebruiken in emotionele nood matig tot ernstig geweld,
vooral gericht op de vrouwelijke partner;
• daders die algemeen gewelddadig zijn en/of antisociale of
psychopathische persoonlijkheidskenmerken hebben. Zij
gebruiken het meeste geweld, zowel binnen de huiselijke
kring als daar buiten.
Uit elkaar halen van daders en slachtoffers voor 3 e type
waarschijnlijk zonder meer aangewezen, maar nadelig
voor bijvoorbeeld het eerste type
14. Soorten relaties
• Geweld kan ontstaan door escalatie over en weer, vanwege
frustraties als ervaren onrecht, ‘disrespect’, miskenning of
onmacht. De mate waarin de partners bijdragen aan de
escalatie hoeft daarbij niet gelijk te zijn.
• Complementaire relatie: éne partner eist de macht op en de
ander heeft ondergeschikte positie.
Komt deze verhouding onder druk te staan (dominante
partij voelt zich bedreigd) machtsuitoefening
met diverse vormen van psychisch, fysiek en seksueel
geweld.
Traditioneel is het de man die de machtspositie opeist, maar
bij jonge westerse paren kan dit net zo goed de vrouw zijn.
• Symmetrisch relatiepatroon: een voortdurend gevecht om
de macht. Beiden proberen de ander de baas te zijn
inzet allerlei vormen van geweld.
Beiden proberen de ander te overtreffen, dus de strijd kan
snel en heftig escaleren.
15. Vrouwelijk geweld
Stereotype: (mannelijke) dader en (vrouwelijk)
slachtoffer klopt vaak niet.
Partnergeweld ontstaat meestal bij ruzie. Vrouwen
blijken daarbij minstens even vaak en even
ernstige fysieke aanvallen op hun partner te
initiëren en uit te voeren als mannen.
Wel grote discrepantie tussen de onderzoeken naar
conflicthantering en de forensische onderzoeken,
waarin vrouwen vele malen vaker slachtoffer
blijken dan mannen, en mannen vele malen vaker
dader dan vrouwen.
Mogelijk speelt mee dat mannen geen aangifte doen
uit schaamte of dat geweld van vrouwen minder
vaak tot fysieke verwonding of diepe angst bij de
partner leidt.
16. Dagklinisch programma
• Groep van 4 (echt)paren
• Behandelingsduur: 12 weken
• Een weekdag van 9.30-15.30u
• Multidisciplinair team
• Verbale therapie: opening, psychoeducatie,
werkpuntenbespreking, groeppsychotherapie, afsluiting
• Nonverbale therapie: Psychomotorische
therapie, Creatieve therapie (beeldend)
20. Contra-indicaties
• Mensen bij wie het geweld samenhangt
met een psychopathische
karakterstructuur
• Stellen waarvan één te bang is voor
vergelding om eerlijk in therapie te
kunnen praten.
• Wapenbezit, geweld buitenshuis, ernstig
middelenmisbruik, ADHD met forse
impulsdoorbraken, psychotische
stoornissen en verstandelijke handicaps,
onvoldoende beheersing van de
Nederlandse taal
21. Succesfactoren
• De partners zijn getuige geweest van
elkaars werk
• Er is zowel aan individuele kwesties
als ook aan de relatiedynamiek
gewerkt
• De groep biedt zeer veel herkenning
en dat helpt om schaamte en
isolement te doorbreken
• Andere vormen van het omgaan met
frustratie en meningsverschil
worden aangereikt en geoefend.
22. Conclusie
• Onze bevindingen met gemeenschappelijke
aanpak zijn positief. Ook als de vrouw als
de ‘dader’ is aangewezen.
• Heeft te maken met de doelgroep die wij
bereiken: geen extreem geweld en geen
daders die ook buiten de gezinssituatie
geweld gebruiken, maar steeds stellen
waarvan beide partners bereid zijn om zich
aan een eigen behandeldoel te
committeren.
• Wij pleiten voor een aanpak van
partnergeweld waarin beide partners
betrokken worden als het qua veiligheid
mogelijk is.
En op 3,4 en 5 november 2011 het driedaags congres om ons 20 jarig bestaan luister bij te zetten!
Gewelddadig gedrag van vrouwen is een onderschat probleem en taboe om te onderzoeken of behandelen in de hulpverlening (Van Lawick, 2008).
CASUS
Het is vaak ontroerend om mee te maken hoe doorbreking van het isolement nieuwe ruimte geeft om te leven en zich met elkaar te kunnen verbinden.
Onze bevindingen met een parengroepsbehandeling voor stellen met huiselijk-geweldsproblematiek zijn overwegend positief. De genoemde bezwaren tegen een gezamenlijke aanpak blijken in onze behandelpraktijk niet onoverkomelijk. Dat heeft ongetwijfeld voor een deel te maken met de doelgroep die wij bereiken. Daders die bekend zijn met extreem geweld en ook buiten de gezinssituatie geweld gebruiken, worden niet naar ons verwezen, maar komen waarschijnlijk in de reguliere justitiële en/of hulpverleningskanalen terecht. De paren die deelnemen aan de huiselijk-geweldgroep verschillen onderling niettemin zeer in de ernst en frequentie waarin het geweld voorkomt. We zien bij onze cliënten ook een grote variëteit aan as-I- en as-II-stoornissen. Relatief vaak gaat het om mensen die in hun eigen voorgeschiedenis zijn mishandeld of misbruikt of beroepshalve met geweld te maken hebben (gehad). Bij alle verschillen gaat het steeds om stellen waarvan beide partners aan het eind van de intake procedure bereid zijn om zich aan een eigen behandeldoel te committeren en zo verantwoordelijkheid te nemen voor het stoppen van het geweld. Holzworth-Munroe en anderen (2002) en O’Leary (2008) pleiten voor een aanpak van partnergeweld waarin beide partners betrokken worden als het qua veiligheid mogelijk is. Stith, Rosen, McCollum & Thomsen (2004) vinden in hun onderzoek dat een gezamenlijke groepsaanpak in veel gevallen meer oplevert en ook sneller werkt dan een benadering per paar. Onze ervaring lijkt deze veronderstellingen te onderschrijven. Wij denken dat bij een gezamenlijke aanpak het aantal recidieven lager is, omdat de partners getuige zijn geweest van elkaars werk aan individuele kwesties en er ook aan de relatiedynamiek gewerkt is. Ondanks de onderlinge verschillen tussen de groepsleden biedt de groep de deelnemers zeer veel herkenning en dat helpt om schaamte en isolement te doorbreken. Andere vormen van het omgaan met frustratie en meningsverschil worden aangereikt en geoefend. Het is vaak ontroerend om mee te maken hoe doorbreking van het isolement nieuwe ruimte geeft om te leven en zich met elkaar te kunnen verbinden. Onderzoek zal moeten uitwijzen of de hypothese juist is dat een parengroepsbehandeling tot snellere en betere resultaten leidt dan andere benaderingen, en in welke gevallen. Het zal daarbij altijd gaan om hooguit een deel van de paren waarbij geweld aan de orde is. Gecontra-indiceerd zijn wat ons betreft die mensen bij wie het geweld samenhangt met een psychopathische karakterstructuur en stellen waarvan één te bang is voor vergelding om eerlijk in therapie te kunnen praten. Ook wapenbezit, geweld buitenshuis, ernstig middelenmisbruik, ADHD met forse impulsdoorbraken, psychotische stoornissen en verstandelijke handicaps zien wij als contra-indicaties. In sommige gevallen kiezen wij ervoor om een individuele agressieregulatietraining vooraf te laten gaan aan deelname aan de parengroep. Voldoende beheersing van de Nederlandse taal is belangrijk om in de groep te kunnen functioneren. Voor veel van de overige paren biedt een parengroepsbehandeling rond huiselijk geweld goede – waarschijnlijk betere – handvatten voor het veilig maken (en voortbestaan) van hun relatie en gezin dan een seksespecifieke aanpak.